Het financieel beleid onder de loupe m. WEE UIT EEN NEST MR. TEULINGS OEFENT CRITIEK VRIJDAG 13 NOVEMBER 1936 TWEEDE KAMER De anti-rev. fractieleider Schouten geeft de voorkeur aan een heroptreden der oude coalitie Regeering antwoordt heden Tekort te gunstig geraamd V rijgezellenbelasting Geen samengaan met de S.D.A.P. Surinaamsche weldadigheids zegels „UIT HET LEVEN DER ORANJES" Historisch spel bij het Hofstad- tooneel EEN „HUIS DER NATIES" Op de Leipziger Messe In werking treding wet Handels agenten en -reizigers Wijziging Arbeidsovereen- komstenbesluit Toegestane renten BACON.SLACHT IN GEN EN GEHAKT-FABR1CAGE 't Landbouwcrisisfonds betaalde in de laatste jaren llVz mi^~ lioen te veel VERHAAL VAN KOSTEN VOOR ONDERSTEUNING Een beslissing van den Hoogen Raad SCHAPENDIEFSTAL SNEL OPGEHELDERD Dank zij optreden van Schager politie VAN HET DAK GEVALLEN Doodelijk ongeluk te 's Gravenhage BRAND IN BOOTENLOODS Actie tegen onbewaakten overweg Door electrische tram gegrepen en gedood De „Ensis" te water gelaten De laatsten? Het huwelijk van onze Prinses De indeeling van het paleis Soest dijk Geschenk van de Burgerwacht ,Neerlands bruidspaar' WAARSCHUWING Kamp voor werklooze onder wijzeressen Hedendaagsche Kunst De postvluchten UIT DE STAATSCOURANT Onderscheidingen DOOR ANNY VAN PANHUYS DEN HAAG, 12 November 1936 Vandaag is de finaneieele specialist van de katholieke fractie, Mr. TEULINGS, het betoog, gisteren door den fractievoorzitter gehouden, komen aanvullen met het ge bruikelijke narekenen van de cijfers der Millioenennota. De heer Teulings doet dat voortreffelijk en hij zag geen reden, om op grond van de depreciatie, die de cijfers op losse schroeven heeft gesteld, nu maar ge heel van deze budgetaire controle af te zien. Den Minister dank brengende, dat deze zijn wensch, om de wachtgeldposten apart in de begrootingen op te nemen, had ingewilligd, constateerde Mr. Teulings dat momenteel voor dit doel een liquidatiepost van f 8.220.000 in de begrooting voorkomt en dat het, als deze Post in hetzelfde tempo blijft afnemen, nog wel zes jaar duren kan, eer de hier tot uiting komende perspectiefbezuiniging volledig is ge ëffectueerd. De critiek, door den katholieken afgevaar digde op het financieel exposé van Minister Oud geopend, was drieledig. Op de eerste plaats achtte hij de raming Van het tekort (47 millioen) te gunstig. Im mers, om tot dit cijfer te komen, zijn eerst ruim 14 millioen van den ge wonen dienst naar den kapitaaldienst overge bracht, terwijl bovendien de schatting van de op brengst der middelen ze ker 6 millioen te hoog is, als men de opbrengst van het loopende jaar tot maatstaf neemt. Als mid delen, die door den Mi nister te optimistisch be zien zijn, noemde Mr. Teulings de winst op het Mr. F. TEULINGS P.T.T.-bedryf, het dividend van de Staats mijnen, de invoerrechten, de successierechten, de omzetbelasting en de accijnzen op suiker en gedistilleerd. Op de tweede plaats trof de katholieke af gevaardigde onder de bezuinigingen in het dek kingsplan de zeer twijfelachtige vermindering van' het spoorwegtekort met 12 millioen. 2 mil lioen moeten uit een reorganisatieplan komen en 10 millioen uit nog onbekende maatregelen. Maar in 1936 zijn de ontvangsten der spoorwe gen alweder 4 millioen bij het vorig jaar ten achtergebleven. Ook hier dus een kwetsbare Plek van niet geringen omvang. Op de derde plaats critiseerde Mr. Teulings de politiek ten opzichte van het Werkloosheids- subsidiefonds. Het tekort op dit fonds is voor 1937 met 7>t millioen veel te laag geraamd. En Mr. Teulings lichtte in den breede toe, dat men, ook wat dit onderdeel betreft, de begrooting zeer sceptisch moet bezien. Dien huidigen bndgetairen toestand pré cair noemende, heeft de katholieke afgevaar digde nog eens herhaald, dat, hoe hoog men ook de capaciteiten van den Minister van Financiën moge aanslaan, de finaneieele misère voor een groot deel te wijten is aan de verkeerde economische politiek, die in het verleden is gevoerd. 's Ministers argument, dat hij in 1933 ook wel Voor een uiterst zware taak stond met een te dekken tekort van 190 millioen, is voor Mr. Teulings een zwak argument. Want in de „na latenschap" van het kabinet Ruijsde Geer Zaten ook het ontwerp-omzetbelasting (85 mil lioen) en het ontwerp-couponbelasting (6y„ mil lioen), terwijl er nog „stille reserves" waren ten bedrage van 52 millioen, waarvan Minister de Geer's opvolger dankbaar gebruik gemaakt heeft. Als eenigen fiscalen wensch heeft Mr. Teulings hog eens naar voren gebracht een vrijgezellen belasting, om daarmede de groote gezinnen te ontlasten. En zijn hart nog eens luchtend over het muntvraagstuk, heeft hij geconstateerd, dat de rust, waarmee het volk de depreciatie heeft op- J. Schouten. genomen, tenslotte jte dariken is aan de goede voorlichting over de gunstige gevolgen, die er van te wachten waren, door degenen, die vroeger niet „zwijgen" wilden. Mr. Teulings heeft tenslotte de Regeering gevraagd, of zij het niet noodig acht, ten aanzien van de uitwerking van de economi sche politiek, die op de depreciatie volgen moet, coördineerend en concentreerend te werk te gaan door de instelling van een speciale commissie naar het voorbeeld van Zwitserland. De heer SCHOUTEN, leider der anti-re- volutionnaire fractie, heeft een groot deel zij ner rede gewijd aan het politieke perspectief. Hij moet nog altijd niets hebben van een deelne ming der S. D. A. P. aan welke Regeeringscombi- natie dan ook, maar geeft de voorkeur aan een her optreden wan de oude coalitie. Want al was in 1933 en ook in 1935 geen acoeptabeler oplossing mogelijk geweest dan het uit leden van vijf partijen bestaand kabinet. Colijn, ideaal is en blijft toch een samengaan van hen, die tezamen zich stellen op den grond slag der positieve Christelijke levensovertuiging. Zij zijn het eens over den oorsprong en het doel van het leven, over de bron, de gebonden heid en de algemeene taak van het gezag, over den grondslag van het recht, over het huwe lijk en de gezinspolitiek, over onderwijs en op voeding, over defensie en volkerenrecht. En zij mogen dan over concrete punten van meening verschillen, dat verschil is a fortiori aanwezig in Iedere andere Regeeringscombinatie, dat ver schil scheidt zelfs vaak aanhangers van een en dezelfde party. Met belangstelling en instemming had de leider der anti-revolu'tionnairen dan ook geluisterd naar hetgeen mr. Goseling eri Jhr. de Geer over het politiek aspect had den opgemerkt. Met alleen een negatieve bestrijding van de dictatuur, aldus de heer Schouten, is men er niet. Er moet positief werk gedaan worden. En daartoe is een Christelijke combinatie het best in staat, al dient uiteraard eerst de uitslag der verkie zingen te worden afgewacht. Het behoeft haast geen vermelding, dat te gen het uitspreken van de coalitiegedachte al vast enkele sprekers in het geweer zijn geko men. De Katholiek-democraat ARTS, de Chris ten-democraat VAN HOUTEN, de revolution- nair SNEEVLIET opponeerden er tegen uit so ciaal oogpunt (alsof juist op dit punt geen prachtig werk verricht is door de coalitie) en ds. KERSTEN fulmineerde alweer tegen het denkbeeld uit alouden Papenhaat, instede van zich eens te realiseeren, hoe hij en zijn aan hangers eraan toe zouden zijn, als Rome eens niet zoo'n krachtige positie innam in Geuzen- land. Rest tenslotte mr. DIXYS, die zich verweer de tegen het verwijt, dat hy zijn zetel in de Kamer blijft innemen, en die aan een belijde nis van zijn herwonnen christelijke overtuiging een dithyrambe vastknoopte aan het adres var. dr. Colijn. De sociaal-democraat DREES, die het met onverdroten ijver nog eens voor de financiën der gemeenten opnam, heeft zijn vroegeren partijgenoot rustig en waardig van antwoord gediend. Men is thans gevorderd tot het antwoord der Regeering. Morgen bij het begin van de vergadering zal de Kamer de wetsontwerpen behandelen, die verband houden met het a.s. huwehjk van H. K. H. Prinses Juliana. Ten bate van het volkskind zullen van 14 December 1936 tot 1 Juni 1937 in Suriname weldadigheidszegels worden uitgegeven, welke gedurende dien termijn eveneens aan de z.g. philatelisten-loketten hier te lande verkrijg baar zullen zijn. De zegels, welke voor het gebruik gelijk zyn gesteld met de gewone Surinaamsche frankeer zegels, worden uitgegeven in vier waarden: frankeerwaarde 2 cent, kleur groen, verkoops prijs 3 cent; frankeerwaarde 3 cent, kleur blauw, verkoopsprijs 4cent; frankeerwaarde 5 cent, kleur zwart, verkoopsprijs 1'A cent; frankeerwaarde 10 cent, kleur rood, verkoops prijs 15 cent. De extra baten dezer kinderzegels komen ten voordeele van het sub-comité voor de kinder voeding van het Surinaamsche steuncomité en de vereeniging ,,Het Groene Kruis'' in Surina me. Het ontwerp is van den grafischen kunste naar Aart van Dobbenburgh te Bentveld. In aansluiting aan het bericht, dat door de N.V. Ver. Rotterd. Hofstadtooneel, directeur Cor van der Lugt Melsert, ter gelegenheid van het a.s. huweiyk van prinses Juliana en prins Bernhard een historisch spel ten tooneele ge bracht zal worden: „Uit het leven der Oranjes", van den Haagschen tooneelschrijver Ben van Eysselsteyn, vernemen wij nader, dat de voorbe reidende werkzaamheden voor deze opvoering in vollen gang zijn. De decors worden, naar ont werp van Karei Brueckman op de ateliers van het Hofstad tooneel vervaardigd. „Uit het leven der Oranjes" brengt een zevental gedramatiseerde beelden uit de ge schiedenis van het Huis van Oranje en de Nederlanden, te weten: „Op den eersten April, de Watergeuzen voor den Briel 1572, Leiden ontzet, met Willem den Zwijger in 1574, Moeder der Oranjes, uit het leven van Juliana van Stolberg 1580, het Turfschip van Breda, met Prins Maurits 1590, Je maintieridrai, een be slissend oogenblik in het leven van Stadhouder Willem 3, 1688, Oranje en Scheveningen, de landing van koning Willem I 1813 en Quatre bras, de latere koning Willem II 1814." Op de Leipziger voorjaarsmesse, die 28 Fe bruari aanvangt, zal een „Huis der Naties" wor den geopend, waar alle nationaliteiten hare inlichtings- en verzamelpunten kunnen vin den. Tot dusver was het zoogenaamde „Treff- punkt voor elke natie in verscheidene gebou wen ondergebracht. Voor Nederland had de eere-vertegenwoordiger de heer H. J. van der Borg eerst de Nederlandsche kamer in Hotel Hauffe, later in de „Harmonie" aan den Ross- platz, waar ook de Scandinavische landen hun kamers hadden. In het „Haus der Nationen" zullen de buiten landers hun inlichtings- en conversatieruimten vinden. Ook de mogeiykheid wordt geschapen, dat hier kooper en verkooper elkander 's avonds kunnen treffen) als de Messehuizen gesloten zijn. De werkgelegenheden voor de internatio nale pers, welke tot dusver in het Messamt zelf aan de markt gevestigd was, zullen naar de bovenverdieping van het „Huis der Naties" worden overgebracht. De wet, houdende wettelijke bepalingen omtrent handelsagenten en handelsreizigers, treedt in werking met ingang van 1 December 1936. Afgekondigd is een K. Besluit, waarbij in het Arbeidsovereenkomstenbesluit een nieuw artikel 31a wordt opgenomen, luidende: Met verhin dering om arbeid te verrichten wegens ziekte, wordt voor de toepassing van het voorgaande artikel (art. 31), ten aanzien van de gehuwde vrouwelijke arbeider, gelijkgesteld verhindering wegens zwangerschap of bevalling. Op 1 October 1936 werden 34407 weduwenren- ten en 13899 weezenrenten krachtens de Inva liditeitswet genoten, terwijl op genoemden da tum krachtens art. 373 dier wet 116646 personen in het genot waren van een aJs vrucht hunner verzekering verkregen ouderdomsrente van drie gulden per week. Voorts genoten 51729 personen een invalidi- teitsrente, als bedoeld in art. 71 dier wet. Krachtens art. 24 der Ouderdomswet 1919 wa ren op vorengenoemden datum 122170 personen in het genot eener als vrucht hunner verzeke ring verkregen ouderdomsrente van drie gul den per week. =0» - Goed kyken of je het vogeltje niet ziet. Let u maar op, dat u de plaat niet bederft. (Karikaturen) Aan dat beentje zul e nog heel wat te klui ten hebben, Kees. Ik niet; ik ben tegetariër. (Dublin Opinion) Naar het Handelsblad verneemt heeft de Veehouderijcentrale, optredende voor het de partement van Sociale Zaken, aan de firma Van Zwanenberg alsnog de verwerking tot blik- gehakt gegund van 329 varkens per week extra. De fabriek te Oss krijgt op de 1750, waarvoor werd ingeschreven, nog 299 per week extra toegewezen en de fabriek te Uithoorn krijgt er op haar 175 nog 30 bij. Zooals gemeld is de firma Van Zwanenberg met f 16.26 ver- werkingsloon per 100 K.G. vleesch, de hoogste inschryver, aan wie nog werd gegund (de laagste is f 14.20). Hierdoor is het aandeel van het Zwanenberg concern gestegen tot 45 pet. van de totale verwerking. Bij het inblikken der circa 230.000 runderen, waarvoor géén inschrijving werd gehouden, werd destijds door de Centrale betaald f 26 per rund, dus circa f 13 per 100 K.G. vleesch ge middeld, waarbij echter de ingrediënten gratis door de Centrale werden verstrekt. Door verge lijking met de resultaten der openbare inschrij ving van thans, blijkt volgens het blad, dat de Centrale destijds ongeveer vier millioen gulden te veel heeft betaald voor het inblikken, dit ten koste van het thans noodlijdende Land bouwcrisisfonds. Het te veel betaalde voor de bacon-slachtingen (3 millioen varkens) kan op grond der jongste bacon- aanbesteding worden berekend op f 5 millioen; de extra-winsten op de afvallen op f 2 millioen en de extra-winsten op onthouders en slappe varkens op f 0.5 millioen. Voor de bacon- en. runderslachtingen heeft het Landbouwcrisisfonds in den loop der jaren dus, gezien de inschrijvings-cyfers, globaal 11 millioen gulden te veel betaald, zeg: rond tien millioen. De Hooge Raad heeft een beschikking gege ven in de volgende zaak; De kantonrechter te Heerenveen heeft by be schikking van 4 Februari 1936 ten verzoeke van het armbestuur der gemeente West-Stelling werf een staat van onkosten wegens onderstand aan de wed. K. uitvoerbaar verklaard op de goederen en inkomsten van haar kleinzoon J. de V., te Jipsinghuizen. Deze laatste kwam hiertegen in verzet met het gevolg, dat dezelfde kantonrechter bij be schikking van 31 Maart 1936 het armbestuur niet ontvankeiyk heeft verklaard De ondersten ning van de wed. K. was reeds 25 jaar geleden begonnen toen haar kleinzoon nog een kind was. Destijds zijn de in aanmerking komende fa milieleden tot steun aangezocht, doch nooit de kleinzoon, ook later niet. Het armbestuur ging echter van de beschik king van den kantonrechter in hooger beroep by de rechtbank te Leeuwarden, die overwoog, dat bij den aanvang der ondersteuning J. de V. wegens zijn leeftijd voor een verzoek tot het verschaffen van levensonderhoud niet in aan merking kwam: dat het stelsel der Armenwet medebrengt, dat zoodanig verzoek slechts bij den aanvang der ondersteuning behoeft te ge schieden en het dus niet ter zake doet, dat de kleinzoon in den loop der jaren meerderjarig is geworden en toen, ware daarna de ondersteu ning aangevangen, mede voor het ontvangen van een verzoek in aanmerking zou zijn geko men: dat hy zich dan ook op het ontbreken van een tot hem gericht verzoek niet kan be roepen. Op dezen grond vernietigde genoemde recht bank de beschikking van den kantonrechter. J. de V. richtte hierna een verzoekschrift tot den Hoogen Raad om dit vonnis van den kan tonrechter te casseeren. In zqn thans gegeven beschikking heeft de Hooge Raad onder meer overwogen, dat de rechtbank ten onrechte van oordeel is, dat be doeld verzoek slechts bij den aanvang der on dersteuning behoeft te geschieden, hetgeen volgt uit het karakter van den ingevolge art. 28 der Armenwet te verleenen onderstand en mede tot uiting komt in de bepaling van art. 29, alinea 4, volgens welke ten minste eenmaal in de drie maanden moet worden onderzocht, of verdere ondersteuning noodzakeiyk is. Waar de wet ten aanzien van dit onderzoek eenige beperking niet bevat zegt de Hooge Raad behoort dit onderzoek zich uit te strekken over al de omstandigheden, welke van belang zijn ter beoordeeling van de vraag of het armbestuur de ondersteuning mag voort zetten en dus ook of er sedert een vorig onder zoek onderhoudsplichtigen zijn gekomen. In dit geval is de ondersteun.ng niet gegeven met inachtneming van art. 28, zoodat daarvoor verhaal niet kan geschieden. Op dezen grond heeft de Hooge Raad de be schikking der rechtbank te Leeuwarden ver nietigd, met bevestiging van de bescliikking van den kantonrechter, waarbij het armbestuur niet ontvankeiyk werd verklaard. Dank zij de groote activiteit van de politie te Schagen kon Donderdagochtend een diefstal van 27 schapen en een ram enkele uren na het plegen daarvan reeds opgehelderd worden. Op de markt te Schagen trof zij een aantal scha pen aan, aangevoerd door G. uit Ouderkerk. De zaak kwam de politie zeer .erdacnt voor en zij nam de dieren onmiddellijk in beslag, ter wijl de verkooper werd aangehouden. De schaapsvachten waren tenigszins zwart getint, hetgeen volgens deskundigen met al het vee het geval is, dat in de nabijheid van de vuilverbranding in Amsterdam-Noord graast. Deze omstandigheid deed de Schager politie be sluiten zich in verbinding te stellen met het politiebureau-Adelaarsweg te Amsterdam. Op dat moment was nog niets van een diefstal be kend, doch even later kwam de heer Lange- veld van den Buikslotermeerdyk kennis geven van den diefstal der schapen, in den afgeloo- pen nacht gepleegd vanaf een weiland in den Buikslotermeerpolder. Per auto zijn de schapen naar de Schager- markt vervoerd en waren, voordat de politie in greep, reeds aan tweè personen verkocht. De verkooper der dieren, die van den diefstal verdacht wordt, is ter beschikking gesteld van de politie in Amsterdam-Noord. Ook de schapen zijn naar Amsterdam ver voerd. Donderdagmiddag omstreeks twee uur is de 16-jarige H. P. T., wonende in de Laurierstraat te Den Haag bij het verrichten van loodgieters- werkzaamheden op het dak van een perceel in de Herschelstraat te Den Haag, komen te vallen. Hij bekwam een schedelbreuk, alsmede ver schillende andere kneuzingen en is door den ge neeskundigen dienst naar 't ziekenhuis aan den Zuidwal gebracht, waar hy kort na aankomst is overleden. By den brand in de bootenbergplaats van den bootenverhuurder D. Vlug te Oud-Loosdrecht zijn vüf groote kajuitbooten en een aantal klei ne booten verloren gegaan. De burgemeester van Scheemda, de heer H. K. Venema, heeft een actie ingezet om te ko men tot opheffing van den onhoudbaren toe stand dien de onbewaakte overweg te Heiligerlee oplevert. De bedoeling is met lijsten in geheel Oost-Groningen rond te gaan. Te Kerkrade is op de Vaalscherstraat F. K, uit Vaals, Op Duitsch gebied door de electri sche tram gegrepen. De man bekwam een schedelbreuk en is aan de gevolgen van het ongeluk overleden. Donderdagmiddag is onder groote belang stelling van een der hellingen van de Rotter- damsche Droogdok-Maatschappij met goed ge volg te water gelaten het voor de Koninklijke Shellgroep in aanbouw zijnde m.s. „Ensis". De te water lating geschiedde door mevr. T. G. de Kempenaervan Wulfften Palte, echtge- noote van een der directeuren van de Bataaf- sche. Naar wij vernemen is de pianist A. v. d. L., die indertyd gearresteerd werd als verdacht betrokken te zijn bij de Haagsche zedenzaak, bij exploit van den Officier van Justitie van Donderdag buiten vervolging gesteld. Verder heeft de Officier van Justitie Donder dag aan Van der W. en aan Ter H., die beiden indertyd gearresteerd waren als verdacht be trokken te zijn by de zedenzaak, doen weten, dat geen vervolging tegen hen zal worden in gesteld. Omtrent de bewoning van het paleis Soest- dijk deelt men ons van welingelichte zijde me de, dat het middenste gedeelte het hoofd gebouw van het paleis Soestdyk, zal worden ingericht voor het verblijf van H. M. de Ko ningin, terwijl de linkervleugel aan de zijde van Baam bestemd is voor het Prinselijk paar. De rechtervleugel zal worden bewoond door de hofdames en andere leden van de hof houding. Men is thans bezig, het geheele paleis van electrisch licht te voorzien, terwijl de bestaan de centrale verwarmingsinstallatie wordt ver nieuwd en uitgebreid. In burgerwachtskringen in Limburg zijn stemmen opgegaan om ter gelegenheid van het as. huwelijk van H.K.H. Prinses Juliana met Z.D.H. Prins Bernhard van LippeBiesterfeld namens alle burgerwachters in Nederland een geschenk aan te bieden. Te dien einde heeft zich 'n initiatiefcomité gevormd, bestaande uit de heeren: P. Hustinx, voorzitter der burger wacht Maastricht, C. A. Smeets, commandant der burgerwacht Maastricht en J. van der Burgt, hoofdredacteur van „De Limburgsche Burgerwachter." Polygoon zal ter gelegenheid van het huwelijk van Prinses Juliana en Prins Bernhard een film uitbrengen getiteld „Neerlands Bruids paar." Deze film wordt samengesteld met beelden uit het land van Prins Bernhard met zoo mo gelijk jeugdopnamen van Z.D.H. en opnamen van het jonge paar tijdens hun verlovingstijd. De commissaris van politie te Breda verzoekt in het Algemeen Politieblad aan belanghebben den om, alvorens in relatie te treden met H. J. Sancters, zich noemende veilingmeester, uit gever van een reclame-, woning- en adverten- tiegids, wonende te Breda, Tuinstraat 11, bij hem inlichtingen in te winnen. Sanders bezoekt voornamelijk neringdoenden in kleine steden en dorpen in Noord-Brabant en Zeeuwsch-Vlaanderen en tracht hen te be wegen, een advertentie in den door hem uitge geven gids te plaatsen, voorgevende, dat die gids in de woonplaatsen van de adverteerders huis aan huis wordt bezorgd. Van 9 tot 23 December as. zal op Bouvigne een veertiendaagsch kamp worden gehouden voor werklooze onderwyzeressen. Naast eenige training op huishoudelijk gebied zal er ook een inzicht gegeven worden in de Katholieke Actie, terwijl enkele lessen over jeugdleiding zullen gevolgd worden door daarby aansluitende praktyk in de jeugdbeweging. .Ook lessen in handenarbeid, zang en spellei- ding zullen gegeven worden. Deze cursus is geheel gratis. By tydige opgave kan de reis per Bouvigne- bus geregeld worden. Opgave zoo spoedig en zoo volledig mogeiyk aan Directie Bouvigne, Ginneken, Afd. Onder- wijzeressenkamp. Met ingang van 1 November is de redactie van de „Kroniek van hedendaagsche kunst en kuituur" uitgebreid. Thans bestaat zij uit: L. P. J. Braat, Jan Greshoff, Gerard Hordijk, Piet Ketting, Ed. Deneve, Johan Polet en Jan Wie- gers. Zaterdagmorgen, 14 November a.s. zal het K. L. M.-vliegtuig Edelvalk van Amsterdam naar Batavia vertrekken. De Djalak is op de thuisreis te Jodhpur aan gekomen. Verleend is de zilveren eeremedailie der Orde van Oranje-Nassau, met de zwaarden, aan den fourier J. Bultsma, van de SROBA. Benoemd tot ridder in de Orde van Oranje- Nassau; C. de Jong, voorzitter der Cfcr. Jonge- lingsvereeniging „Liefde en Vrede" te Vlaardin- gen. Aan W. H. de Monchy, te Rotterdam, direc teur van de HollandAmerika-iyn, is verlof verleend tot het aannemen van het ordeteeken van ridder in de Orde van het Legioen van Eer, hem door den president van de Fransche Republiek verleend. Benoemd tot ridder in de Orde van Oranje- Nassau L. L. Mulders te Denekamp. 26 Hij wist niet, hoe hij verder zou moeten gaan, of hy zou Lona alles haarfijn hebben uit te leg gen, dat hij zich telkens weer zoo tot Barbara aangetrokken had gevoeld, omdat zij zoo spre kend op Maria leek. En dat ging tot niet aan. Lona Jensen knikte. „Je verdedigt een slechte zaak, je kunt al niet verder, als je nauweiyks een zin begonnen bent. Maar wat kan het jullie mannen ook sche len, of een vrouwenhart breekt, nadat jullie je er mee vermaakt hebben. Of ze nu Lona heet of Barbara, het is alles om het even. Maar neen," verbeterde zy zich, „Maria is er om mee te trou wen, want die is de rijkste." Stefan wilde haar tegenwerpen: Maar dat is belachelijk, ik hield van Maria eer ik iets wist Van Barbara, doch nu houd ik van Barbara! Maar hij slikte het in; het was niet noodig, zich tegenover Lona te rechtvaardigen en geloo- Ven zou zy hem toch niet. Zij keek op haar horloge en bleef staan. „Ik zal je niet langer lastig vallen, mynheer don Juan, maar je weet nu. dat ik je veracht ien ik ben overigens toch in liefdesaangelegenheden nog al breed van opvatting." Ze draaide zich om en ging. „Lona, je verachting kan ik verdragen, maar ik weet nietjy lijkt mij de aangewezen per soon om mij, juist nu ik geen uitweg meer weet, te raden." „Wat?" niet begrypend staarde zy Stefan aan. „Ik zou met je willen praten 'over dat wat je mij verwijt, maar natuuriyk is de straat daar al heel weinig geschikt voor." Ze schudde het hoofd. „Merkwaardig, ik zal toch wel de laatste zijn om je te kunnen raden." „Tot voor kort had ik ongetwijfeld dezelfde meening, maar toen je zei, dat je met het meisje zoo'n medelijden had, kreeg ik er een anderen lclik op. Maar met een paar woorden kan ik het niet uitleggen, heb je even den tijd?" Lona's gezicht drukte nog steeds verbazing uit. „Neen, althans nu niet." „Dus na de voorstelling," zei hy. „Ik heb al een afspraakje." Hy lachte spottend. „Dat komt er niet op aan." Maar opeens werd hij weer ernstig. „Als je mij ooit werkeiyk een beetje hebt mogen lijden, Lona, zonder dan voor mij na de voorstelling een uurtje af. Laat ons elkaar niet in het cabaret ontmoeten; ik zou lie ver willen voorstellen in het kleine gelegenheidje, waar wy al eens eerder een glas wijn' dronken." „Waar zulke heerlijke kaviaar was en die oude Rüdesheimer, ja, dat weet ik nog en ik zal ko men ook. Maar niet terwille van de kaviaar en de Rüdesheimer, maar omdat ik je eens niet een beetje, maar heel erg graag heb mogen lijden." „Dat is aardig van je, Lona," zei hy dankbaar en met warmte. „Achter deze dwarsstraat ligt het hoofdstation," hy wees in de richting „en vandaar kom je gemakkebj k per tram naar huis of naar het cabaret." Lona knikte. „Tot ziens, Stefan." Met haar eigenaarig dribbelpasje trippelde zij weg, terwyi Stefan besloot naar huis te gaan, eerst wat te eten, daarna wat te werken en dan in de kleine bodega op Lona Jensen te wachten. Eigenlijk was de inval om Lona Jensen tot vertrouwde raadgeefster te nemen tamelijk bui tenissig, maar haar oprechte bewondering voor Barbara had hem op dat idee gebracht. Hij voel de zich al opgelucht bij de enkele gedachte, dat hij nu eindelijk iemand had om mee te praten over de moeiiykheden, die hem telkens dreigden te overweldigen. Had Lona hem niet alreeds, zonder dat zij nog iets naders wist, de heele aangelegenheid in een ander licht getoond door te zeggen: „Maria is er om mee te trouwen, want zy is de rijkste!" En daaraan, juist daaraan, had hy tot nu toe het minst gedacht. Met knikkende knieën ging Barbara Kaiser de twee trappen van haar woning op. Hoe vlug was zy ze anders opgesneld als zij, na volbrachte dagtaak bij den professor, thuis kwam! Nu was ze het liefst op de trap neergehurkt om uit te huilen als iemand, die voor altyd van het leven afscheid neemt, omdat daaruit iemand verdween, die voor haar het beste en het liefste vertegenwoordigde. Haar moeder had haar reeds door het raam zien aankomen en deed de deur open. Barbara ziende, schrok zy. „Kind, wat is er aan de hand? Voel je je ziek of heb je onaangenaamheden met den professor gehad?" Ze trok Barbara in de kamer, waar het licht reeds brandde. Eerst liet ze de gordijnen neer en keerde zich toen, het antwoord verwachtend, naar haar dochter. Barbara had intusschen als gewoonlijk hoed en manteltje afgedaan en stond daar nu met slap neerhangende armen. Ineens begon zij te huilen zacht en angstig als een kind, dat in het donker bang is. Haar moeder drukte haar zachtjes neer in den leunstoel. „Barbara, wat is er toch gebeurd? Zeg het toch gauw, ik ben zoo ongerust." De stem der vrouw klonk smeekend, en toen zij niet direct antwoord kreeg, vervolgde zij: „Barbara, kwel mij toch niet langer. Kort ge leden vond je my hier huilend zitten in dezen stoel en wist je zooveel troostwoorden te vinden, zooveel om mij op te vroolijken en nu zit jy, die anders zoo vol moed bent, in den ouden stoel en huilt net als ik toen neen, anders, alsof je moeder er heelemaal niet was en alsof je geen mensch op aarde had, waarbij je hoorde." Barbara hief haar betraand gezicht op. „Moeder, ik zou mij zoo graag beheerschfen, maar ik kan niet, ik ben te zwak geworden nu ik weet, dat ik hem nooit meer zien zal." Haar plan was haar moeder niets te verzwij gen. De gedachte aan haar moeder was immers het eenige lichtpunt in haar verlatenheid, waar in zij van nu af aan en voortaan altyd zou moé ten leven. De moeder verborg haar verbazing zoo goéd als zij kon. Barbara huilde dus om een man, zij had dus reeds de liefde leeren kennen en haar moeder had daar niets van gemerkt. Daarom had Barbara's lach den laatsten tijd zoo helder geklonken, daarom hadden haar oogen zoo diep en stralend gestaan. Arm, lief, klein ding! Liefkozend streek zy haar dochter over het blonde kopje. „Zeg het nu maar wat je hindert en hoe de man heet, om wien je huilt." Ze nam een stoel en ging naast Barbara zitten, haar handen in de hare nemend. Toen stortte Barbara haar hart uit en vertelde zij van de uren, die zij met hem had doorge bracht. Elke zin, dien hij tot haar gezegd had, was in dat hart bewaard gebleven en alles deelde zij nu aan haar moeder mee. Pas by het afscheidnemen was het haar duide lijk geworden, hoeveel zy van den man was gaan houden, in wien zij bij de eerste ontmoeting een onhebbelijken kerel had meenen te zien. En ter- wül hy haar vertelde, dat hij een lange, verre reis moest ondernemen, had ook hem zyn gevoel overweldigd, had hy haar tegen zich aangedrukt en gekust. Dit alles vernam de moeder volkomen open hartig, alleen de naam van den man was niet niet genoemd Barbara beschouwde dat als iets bykomstigs. Wat kwam die naam er op aan? Of de man, dien zij beminde nu zus of zoo heette, veranderde niets aan haar bitter verdriet. „Maar als hij je lief heeft, waarom wil hy dan niet tijdens zijn reis schryven, waarom liet hij je dan niet de hoop op een weerzien aan het einde van die reis?" vroeg de moeder. Barbara rilde als van koude. „Vraag daar niet naar, moeder," vroeg zij, „dat is nu juist wat ik niet begrijp. Toen hij mij van zijn lange reis sprak, liet hy by mij geen twijfel bestaan, dat hij voor mij nooit van die reis terug zou komen. Zonderling, en toch weer daarmee in verband staand, ls ook, dat hy zei: „Als je nog eens aan me denkt, denk dan goeds van me en als je eens iets van mij zou hooren, dat je aan mij zou doen twijfelen, veroordeel mij dan niet. Ik ben misschien niet zoo schuldig als ik dan ïyken zal." Barbara's moeder liet verschrikt de band van haar dochter los. „Goede hemel, die man is een misdadiger!" Een mat lachje gleed over Barbara's gezicht. „Neen, moeder, dat dacht ik ook even. Maar hy verzekerde my, dat hy niets gedaan had, dat hem met de justitie in aanraking kon brengen." „Dan begryp ik er heelemaal niets meer van," zei Barbara's moeder hoofdschuddend, en be droefd peinsde zij er over, waarom nu juist de man, van wien Barbara hield, in moeilijkheden verkeerde, die het hem onmogelijk maakten, haar ten huwelijk te vragen. Maar indien dit zoo was, had hij als fatsoenlijk man zich niet met Bar bara mogen bezig houden en 't niet zoo ver mo gen laten komen. (Wordt vervolgt!»

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 5