Het financieel beleid onder
de loupe
m.
WEE UIT EEN NEST
MR. TEULINGS OEFENT
CRITIEK
VRIJDAG 13 NOVEMBER 1936
TWEEDE KAMER
De anti-rev. fractieleider Schouten
geeft de voorkeur aan een
heroptreden der oude
coalitie
Regeering antwoordt
heden
Tekort te gunstig geraamd
V rijgezellenbelasting
Geen samengaan met
de S.D.A.P.
Surinaamsche weldadigheids
zegels
„UIT HET LEVEN DER
ORANJES"
Historisch spel bij het Hofstad-
tooneel
EEN „HUIS DER NATIES"
Op de Leipziger Messe
In werking treding wet Handels
agenten en -reizigers
Wijziging Arbeidsovereen-
komstenbesluit
Toegestane renten
BACON.SLACHT IN GEN EN
GEHAKT-FABR1CAGE
't Landbouwcrisisfonds betaalde
in de laatste jaren llVz mi^~
lioen te veel
VERHAAL VAN KOSTEN
VOOR ONDERSTEUNING
Een beslissing van den
Hoogen Raad
SCHAPENDIEFSTAL SNEL
OPGEHELDERD
Dank zij optreden van Schager
politie
VAN HET DAK GEVALLEN
Doodelijk ongeluk te
's Gravenhage
BRAND IN BOOTENLOODS
Actie tegen onbewaakten
overweg
Door electrische tram gegrepen
en gedood
De „Ensis" te water gelaten
De laatsten?
Het huwelijk van onze
Prinses
De indeeling van het paleis
Soest dijk
Geschenk van de Burgerwacht
,Neerlands bruidspaar'
WAARSCHUWING
Kamp voor werklooze onder
wijzeressen
Hedendaagsche Kunst
De postvluchten
UIT DE STAATSCOURANT
Onderscheidingen
DOOR ANNY VAN PANHUYS
DEN HAAG, 12 November 1936
Vandaag is de finaneieele specialist van
de katholieke fractie, Mr. TEULINGS, het
betoog, gisteren door den fractievoorzitter
gehouden, komen aanvullen met het ge
bruikelijke narekenen van de cijfers der
Millioenennota. De heer Teulings doet dat
voortreffelijk en hij zag geen reden, om op
grond van de depreciatie, die de cijfers op
losse schroeven heeft gesteld, nu maar ge
heel van deze budgetaire controle af te
zien.
Den Minister dank brengende, dat deze zijn
wensch, om de wachtgeldposten apart in de
begrootingen op te nemen, had ingewilligd,
constateerde Mr. Teulings dat momenteel voor
dit doel een liquidatiepost van f 8.220.000 in
de begrooting voorkomt en dat het, als deze
Post in hetzelfde tempo blijft afnemen, nog
wel zes jaar duren kan, eer de hier tot uiting
komende perspectiefbezuiniging volledig is ge
ëffectueerd.
De critiek, door den katholieken afgevaar
digde op het financieel exposé van Minister
Oud geopend, was drieledig.
Op de eerste plaats achtte hij de raming
Van het tekort (47 millioen) te gunstig. Im
mers, om tot dit cijfer te
komen, zijn eerst ruim
14 millioen van den ge
wonen dienst naar den
kapitaaldienst overge
bracht, terwijl bovendien
de schatting van de op
brengst der middelen ze
ker 6 millioen te hoog is,
als men de opbrengst van
het loopende jaar tot
maatstaf neemt. Als mid
delen, die door den Mi
nister te optimistisch be
zien zijn, noemde Mr.
Teulings de winst op het
Mr. F. TEULINGS
P.T.T.-bedryf, het dividend van de Staats
mijnen, de invoerrechten, de successierechten,
de omzetbelasting en de accijnzen op suiker en
gedistilleerd.
Op de tweede plaats trof de katholieke af
gevaardigde onder de bezuinigingen in het dek
kingsplan de zeer twijfelachtige vermindering
van' het spoorwegtekort met 12 millioen. 2 mil
lioen moeten uit een reorganisatieplan komen
en 10 millioen uit nog onbekende maatregelen.
Maar in 1936 zijn de ontvangsten der spoorwe
gen alweder 4 millioen bij het vorig jaar ten
achtergebleven. Ook hier dus een kwetsbare
Plek van niet geringen omvang.
Op de derde plaats critiseerde Mr. Teulings
de politiek ten opzichte van het Werkloosheids-
subsidiefonds. Het tekort op dit fonds is voor
1937 met 7>t millioen veel te laag geraamd. En
Mr. Teulings lichtte in den breede toe, dat men,
ook wat dit onderdeel betreft, de begrooting zeer
sceptisch moet bezien.
Dien huidigen bndgetairen toestand pré
cair noemende, heeft de katholieke afgevaar
digde nog eens herhaald, dat, hoe hoog men
ook de capaciteiten van den Minister van
Financiën moge aanslaan, de finaneieele
misère voor een groot deel te wijten is aan
de verkeerde economische politiek, die in het
verleden is gevoerd.
's Ministers argument, dat hij in 1933 ook wel
Voor een uiterst zware taak stond met een te
dekken tekort van 190 millioen, is voor Mr.
Teulings een zwak argument. Want in de „na
latenschap" van het kabinet Ruijsde Geer
Zaten ook het ontwerp-omzetbelasting (85 mil
lioen) en het ontwerp-couponbelasting (6y„ mil
lioen), terwijl er nog „stille reserves" waren ten
bedrage van 52 millioen, waarvan Minister de
Geer's opvolger dankbaar gebruik gemaakt
heeft.
Als eenigen fiscalen wensch heeft Mr. Teulings
hog eens naar voren gebracht een vrijgezellen
belasting, om daarmede de groote gezinnen te
ontlasten.
En zijn hart nog eens luchtend over het
muntvraagstuk, heeft hij geconstateerd, dat de
rust, waarmee het volk de depreciatie heeft op-
J. Schouten.
genomen, tenslotte jte dariken is aan de goede
voorlichting over de gunstige gevolgen, die er
van te wachten waren, door degenen, die vroeger
niet „zwijgen" wilden.
Mr. Teulings heeft tenslotte de Regeering
gevraagd, of zij het niet noodig acht, ten
aanzien van de uitwerking van de economi
sche politiek, die op de depreciatie volgen
moet, coördineerend en concentreerend te
werk te gaan door de instelling van een
speciale commissie naar het voorbeeld van
Zwitserland.
De heer SCHOUTEN, leider der anti-re-
volutionnaire fractie, heeft een groot deel zij
ner rede gewijd aan het politieke perspectief.
Hij moet nog altijd niets
hebben van een deelne
ming der S. D. A. P. aan
welke Regeeringscombi-
natie dan ook, maar geeft
de voorkeur aan een her
optreden wan de oude
coalitie. Want al was in
1933 en ook in 1935 geen
acoeptabeler oplossing
mogelijk geweest dan het
uit leden van vijf partijen
bestaand kabinet.
Colijn, ideaal is en blijft toch een samengaan
van hen, die tezamen zich stellen op den grond
slag der positieve Christelijke levensovertuiging.
Zij zijn het eens over den oorsprong en het
doel van het leven, over de bron, de gebonden
heid en de algemeene taak van het gezag, over
den grondslag van het recht, over het huwe
lijk en de gezinspolitiek, over onderwijs en op
voeding, over defensie en volkerenrecht. En zij
mogen dan over concrete punten van meening
verschillen, dat verschil is a fortiori aanwezig
in Iedere andere Regeeringscombinatie, dat ver
schil scheidt zelfs vaak aanhangers van een
en dezelfde party.
Met belangstelling en instemming had de
leider der anti-revolu'tionnairen dan ook
geluisterd naar hetgeen mr. Goseling eri
Jhr. de Geer over het politiek aspect had
den opgemerkt. Met alleen een negatieve
bestrijding van de dictatuur, aldus de heer
Schouten, is men er niet. Er moet positief
werk gedaan worden. En daartoe is een
Christelijke combinatie het best in staat, al
dient uiteraard eerst de uitslag der verkie
zingen te worden afgewacht.
Het behoeft haast geen vermelding, dat te
gen het uitspreken van de coalitiegedachte al
vast enkele sprekers in het geweer zijn geko
men.
De Katholiek-democraat ARTS, de Chris
ten-democraat VAN HOUTEN, de revolution-
nair SNEEVLIET opponeerden er tegen uit so
ciaal oogpunt (alsof juist op dit punt geen
prachtig werk verricht is door de coalitie) en
ds. KERSTEN fulmineerde alweer tegen het
denkbeeld uit alouden Papenhaat, instede van
zich eens te realiseeren, hoe hij en zijn aan
hangers eraan toe zouden zijn, als Rome eens
niet zoo'n krachtige positie innam in Geuzen-
land.
Rest tenslotte mr. DIXYS, die zich verweer
de tegen het verwijt, dat hy zijn zetel in de
Kamer blijft innemen, en die aan een belijde
nis van zijn herwonnen christelijke overtuiging
een dithyrambe vastknoopte aan het adres var.
dr. Colijn.
De sociaal-democraat DREES, die het met
onverdroten ijver nog eens voor de financiën
der gemeenten opnam, heeft zijn vroegeren
partijgenoot rustig en waardig van antwoord
gediend.
Men is thans gevorderd tot het antwoord
der Regeering.
Morgen bij het begin van de vergadering zal
de Kamer de wetsontwerpen behandelen, die
verband houden met het a.s. huwehjk van H.
K. H. Prinses Juliana.
Ten bate van het volkskind zullen van 14
December 1936 tot 1 Juni 1937 in Suriname
weldadigheidszegels worden uitgegeven, welke
gedurende dien termijn eveneens aan de z.g.
philatelisten-loketten hier te lande verkrijg
baar zullen zijn.
De zegels, welke voor het gebruik gelijk zyn
gesteld met de gewone Surinaamsche frankeer
zegels, worden uitgegeven in vier waarden:
frankeerwaarde 2 cent, kleur groen, verkoops
prijs 3 cent; frankeerwaarde 3 cent, kleur
blauw, verkoopsprijs 4cent; frankeerwaarde
5 cent, kleur zwart, verkoopsprijs 1'A cent;
frankeerwaarde 10 cent, kleur rood, verkoops
prijs 15 cent.
De extra baten dezer kinderzegels komen ten
voordeele van het sub-comité voor de kinder
voeding van het Surinaamsche steuncomité en
de vereeniging ,,Het Groene Kruis'' in Surina
me.
Het ontwerp is van den grafischen kunste
naar Aart van Dobbenburgh te Bentveld.
In aansluiting aan het bericht, dat door de
N.V. Ver. Rotterd. Hofstadtooneel, directeur
Cor van der Lugt Melsert, ter gelegenheid van
het a.s. huweiyk van prinses Juliana en prins
Bernhard een historisch spel ten tooneele ge
bracht zal worden: „Uit het leven der Oranjes",
van den Haagschen tooneelschrijver Ben van
Eysselsteyn, vernemen wij nader, dat de voorbe
reidende werkzaamheden voor deze opvoering
in vollen gang zijn. De decors worden, naar ont
werp van Karei Brueckman op de ateliers van
het Hofstad tooneel vervaardigd.
„Uit het leven der Oranjes" brengt een
zevental gedramatiseerde beelden uit de ge
schiedenis van het Huis van Oranje en de
Nederlanden, te weten: „Op den eersten April,
de Watergeuzen voor den Briel 1572, Leiden
ontzet, met Willem den Zwijger in 1574, Moeder
der Oranjes, uit het leven van Juliana van
Stolberg 1580, het Turfschip van Breda, met
Prins Maurits 1590, Je maintieridrai, een be
slissend oogenblik in het leven van Stadhouder
Willem 3, 1688, Oranje en Scheveningen, de
landing van koning Willem I 1813 en Quatre
bras, de latere koning Willem II 1814."
Op de Leipziger voorjaarsmesse, die 28 Fe
bruari aanvangt, zal een „Huis der Naties" wor
den geopend, waar alle nationaliteiten hare
inlichtings- en verzamelpunten kunnen vin
den. Tot dusver was het zoogenaamde „Treff-
punkt voor elke natie in verscheidene gebou
wen ondergebracht. Voor Nederland had de
eere-vertegenwoordiger de heer H. J. van der
Borg eerst de Nederlandsche kamer in Hotel
Hauffe, later in de „Harmonie" aan den Ross-
platz, waar ook de Scandinavische landen hun
kamers hadden.
In het „Haus der Nationen" zullen de buiten
landers hun inlichtings- en conversatieruimten
vinden. Ook de mogeiykheid wordt geschapen,
dat hier kooper en verkooper elkander 's avonds
kunnen treffen) als de Messehuizen gesloten
zijn. De werkgelegenheden voor de internatio
nale pers, welke tot dusver in het Messamt zelf
aan de markt gevestigd was, zullen naar de
bovenverdieping van het „Huis der Naties"
worden overgebracht.
De wet, houdende wettelijke bepalingen
omtrent handelsagenten en handelsreizigers,
treedt in werking met ingang van 1 December
1936.
Afgekondigd is een K. Besluit, waarbij in het
Arbeidsovereenkomstenbesluit een nieuw artikel
31a wordt opgenomen, luidende: Met verhin
dering om arbeid te verrichten wegens ziekte,
wordt voor de toepassing van het voorgaande
artikel (art. 31), ten aanzien van de gehuwde
vrouwelijke arbeider, gelijkgesteld verhindering
wegens zwangerschap of bevalling.
Op 1 October 1936 werden 34407 weduwenren-
ten en 13899 weezenrenten krachtens de Inva
liditeitswet genoten, terwijl op genoemden da
tum krachtens art. 373 dier wet 116646 personen
in het genot waren van een aJs vrucht hunner
verzekering verkregen ouderdomsrente van
drie gulden per week.
Voorts genoten 51729 personen een invalidi-
teitsrente, als bedoeld in art. 71 dier wet.
Krachtens art. 24 der Ouderdomswet 1919 wa
ren op vorengenoemden datum 122170 personen
in het genot eener als vrucht hunner verzeke
ring verkregen ouderdomsrente van drie gul
den per week.
=0» -
Goed kyken of je
het vogeltje niet ziet.
Let u maar op,
dat u de plaat niet
bederft.
(Karikaturen)
Aan dat beentje zul
e nog heel wat te klui
ten hebben, Kees.
Ik niet; ik ben
tegetariër.
(Dublin Opinion)
Naar het Handelsblad verneemt heeft de
Veehouderijcentrale, optredende voor het de
partement van Sociale Zaken, aan de firma
Van Zwanenberg alsnog de verwerking tot blik-
gehakt gegund van 329 varkens per week
extra. De fabriek te Oss krijgt op de 1750,
waarvoor werd ingeschreven, nog 299 per week
extra toegewezen en de fabriek te Uithoorn
krijgt er op haar 175 nog 30 bij. Zooals gemeld
is de firma Van Zwanenberg met f 16.26 ver-
werkingsloon per 100 K.G. vleesch, de hoogste
inschryver, aan wie nog werd gegund (de
laagste is f 14.20).
Hierdoor is het aandeel van het Zwanenberg
concern gestegen tot 45 pet. van de totale
verwerking.
Bij het inblikken der circa 230.000 runderen,
waarvoor géén inschrijving werd gehouden,
werd destijds door de Centrale betaald f 26 per
rund, dus circa f 13 per 100 K.G. vleesch ge
middeld, waarbij echter de ingrediënten gratis
door de Centrale werden verstrekt. Door verge
lijking met de resultaten der openbare inschrij
ving van thans, blijkt volgens het blad, dat de
Centrale destijds ongeveer vier millioen gulden
te veel heeft betaald voor het inblikken, dit
ten koste van het thans noodlijdende Land
bouwcrisisfonds. Het te veel betaalde voor de
bacon-slachtingen (3 millioen varkens) kan op
grond der jongste bacon- aanbesteding worden
berekend op f 5 millioen; de extra-winsten op
de afvallen op f 2 millioen en de extra-winsten
op onthouders en slappe varkens op f 0.5
millioen.
Voor de bacon- en. runderslachtingen heeft
het Landbouwcrisisfonds in den loop der jaren
dus, gezien de inschrijvings-cyfers, globaal 11
millioen gulden te veel betaald, zeg: rond
tien millioen.
De Hooge Raad heeft een beschikking gege
ven in de volgende zaak;
De kantonrechter te Heerenveen heeft by be
schikking van 4 Februari 1936 ten verzoeke van
het armbestuur der gemeente West-Stelling
werf een staat van onkosten wegens onderstand
aan de wed. K. uitvoerbaar verklaard op de
goederen en inkomsten van haar kleinzoon J.
de V., te Jipsinghuizen.
Deze laatste kwam hiertegen in verzet met
het gevolg, dat dezelfde kantonrechter bij be
schikking van 31 Maart 1936 het armbestuur
niet ontvankeiyk heeft verklaard De ondersten
ning van de wed. K. was reeds 25 jaar geleden
begonnen toen haar kleinzoon nog een kind was.
Destijds zijn de in aanmerking komende fa
milieleden tot steun aangezocht, doch nooit de
kleinzoon, ook later niet.
Het armbestuur ging echter van de beschik
king van den kantonrechter in hooger beroep
by de rechtbank te Leeuwarden, die overwoog,
dat bij den aanvang der ondersteuning J. de V.
wegens zijn leeftijd voor een verzoek tot het
verschaffen van levensonderhoud niet in aan
merking kwam: dat het stelsel der Armenwet
medebrengt, dat zoodanig verzoek slechts bij
den aanvang der ondersteuning behoeft te ge
schieden en het dus niet ter zake doet, dat de
kleinzoon in den loop der jaren meerderjarig
is geworden en toen, ware daarna de ondersteu
ning aangevangen, mede voor het ontvangen
van een verzoek in aanmerking zou zijn geko
men: dat hy zich dan ook op het ontbreken
van een tot hem gericht verzoek niet kan be
roepen.
Op dezen grond vernietigde genoemde recht
bank de beschikking van den kantonrechter.
J. de V. richtte hierna een verzoekschrift tot
den Hoogen Raad om dit vonnis van den kan
tonrechter te casseeren.
In zqn thans gegeven beschikking heeft de
Hooge Raad onder meer overwogen, dat de
rechtbank ten onrechte van oordeel is, dat be
doeld verzoek slechts bij den aanvang der on
dersteuning behoeft te geschieden, hetgeen
volgt uit het karakter van den ingevolge art.
28 der Armenwet te verleenen onderstand en
mede tot uiting komt in de bepaling van art.
29, alinea 4, volgens welke ten minste eenmaal
in de drie maanden moet worden onderzocht,
of verdere ondersteuning noodzakeiyk is.
Waar de wet ten aanzien van dit onderzoek
eenige beperking niet bevat zegt de Hooge
Raad behoort dit onderzoek zich uit te
strekken over al de omstandigheden, welke van
belang zijn ter beoordeeling van de vraag of
het armbestuur de ondersteuning mag voort
zetten en dus ook of er sedert een vorig onder
zoek onderhoudsplichtigen zijn gekomen.
In dit geval is de ondersteun.ng niet gegeven
met inachtneming van art. 28, zoodat daarvoor
verhaal niet kan geschieden.
Op dezen grond heeft de Hooge Raad de be
schikking der rechtbank te Leeuwarden ver
nietigd, met bevestiging van de bescliikking van
den kantonrechter, waarbij het armbestuur niet
ontvankeiyk werd verklaard.
Dank zij de groote activiteit van de politie
te Schagen kon Donderdagochtend een diefstal
van 27 schapen en een ram enkele uren na het
plegen daarvan reeds opgehelderd worden. Op
de markt te Schagen trof zij een aantal scha
pen aan, aangevoerd door G. uit Ouderkerk.
De zaak kwam de politie zeer .erdacnt voor en
zij nam de dieren onmiddellijk in beslag, ter
wijl de verkooper werd aangehouden.
De schaapsvachten waren tenigszins zwart
getint, hetgeen volgens deskundigen met al het
vee het geval is, dat in de nabijheid van de
vuilverbranding in Amsterdam-Noord graast.
Deze omstandigheid deed de Schager politie be
sluiten zich in verbinding te stellen met het
politiebureau-Adelaarsweg te Amsterdam. Op
dat moment was nog niets van een diefstal be
kend, doch even later kwam de heer Lange-
veld van den Buikslotermeerdyk kennis geven
van den diefstal der schapen, in den afgeloo-
pen nacht gepleegd vanaf een weiland in den
Buikslotermeerpolder.
Per auto zijn de schapen naar de Schager-
markt vervoerd en waren, voordat de politie in
greep, reeds aan tweè personen verkocht.
De verkooper der dieren, die van den diefstal
verdacht wordt, is ter beschikking gesteld van
de politie in Amsterdam-Noord.
Ook de schapen zijn naar Amsterdam ver
voerd.
Donderdagmiddag omstreeks twee uur is de
16-jarige H. P. T., wonende in de Laurierstraat
te Den Haag bij het verrichten van loodgieters-
werkzaamheden op het dak van een perceel in
de Herschelstraat te Den Haag, komen te vallen.
Hij bekwam een schedelbreuk, alsmede ver
schillende andere kneuzingen en is door den ge
neeskundigen dienst naar 't ziekenhuis aan den
Zuidwal gebracht, waar hy kort na aankomst is
overleden.
By den brand in de bootenbergplaats van den
bootenverhuurder D. Vlug te Oud-Loosdrecht
zijn vüf groote kajuitbooten en een aantal klei
ne booten verloren gegaan.
De burgemeester van Scheemda, de heer H.
K. Venema, heeft een actie ingezet om te ko
men tot opheffing van den onhoudbaren toe
stand dien de onbewaakte overweg te Heiligerlee
oplevert. De bedoeling is met lijsten in geheel
Oost-Groningen rond te gaan.
Te Kerkrade is op de Vaalscherstraat F. K,
uit Vaals, Op Duitsch gebied door de electri
sche tram gegrepen.
De man bekwam een schedelbreuk en is
aan de gevolgen van het ongeluk overleden.
Donderdagmiddag is onder groote belang
stelling van een der hellingen van de Rotter-
damsche Droogdok-Maatschappij met goed ge
volg te water gelaten het voor de Koninklijke
Shellgroep in aanbouw zijnde m.s. „Ensis".
De te water lating geschiedde door mevr. T.
G. de Kempenaervan Wulfften Palte, echtge-
noote van een der directeuren van de Bataaf-
sche.
Naar wij vernemen is de pianist A. v. d. L.,
die indertyd gearresteerd werd als verdacht
betrokken te zijn bij de Haagsche zedenzaak,
bij exploit van den Officier van Justitie van
Donderdag buiten vervolging gesteld.
Verder heeft de Officier van Justitie Donder
dag aan Van der W. en aan Ter H., die beiden
indertyd gearresteerd waren als verdacht be
trokken te zijn by de zedenzaak, doen weten,
dat geen vervolging tegen hen zal worden in
gesteld.
Omtrent de bewoning van het paleis Soest-
dijk deelt men ons van welingelichte zijde me
de, dat het middenste gedeelte het hoofd
gebouw van het paleis Soestdyk, zal worden
ingericht voor het verblijf van H. M. de Ko
ningin, terwijl de linkervleugel aan de zijde
van Baam bestemd is voor het Prinselijk
paar. De rechtervleugel zal worden bewoond
door de hofdames en andere leden van de hof
houding.
Men is thans bezig, het geheele paleis van
electrisch licht te voorzien, terwijl de bestaan
de centrale verwarmingsinstallatie wordt ver
nieuwd en uitgebreid.
In burgerwachtskringen in Limburg zijn
stemmen opgegaan om ter gelegenheid van het
as. huwelijk van H.K.H. Prinses Juliana met
Z.D.H. Prins Bernhard van LippeBiesterfeld
namens alle burgerwachters in Nederland een
geschenk aan te bieden. Te dien einde heeft
zich 'n initiatiefcomité gevormd, bestaande uit
de heeren: P. Hustinx, voorzitter der burger
wacht Maastricht, C. A. Smeets, commandant
der burgerwacht Maastricht en J. van der
Burgt, hoofdredacteur van „De Limburgsche
Burgerwachter."
Polygoon zal ter gelegenheid van het huwelijk
van Prinses Juliana en Prins Bernhard een
film uitbrengen getiteld „Neerlands Bruids
paar."
Deze film wordt samengesteld met beelden
uit het land van Prins Bernhard met zoo mo
gelijk jeugdopnamen van Z.D.H. en opnamen
van het jonge paar tijdens hun verlovingstijd.
De commissaris van politie te Breda verzoekt
in het Algemeen Politieblad aan belanghebben
den om, alvorens in relatie te treden met H.
J. Sancters, zich noemende veilingmeester, uit
gever van een reclame-, woning- en adverten-
tiegids, wonende te Breda, Tuinstraat 11, bij
hem inlichtingen in te winnen.
Sanders bezoekt voornamelijk neringdoenden
in kleine steden en dorpen in Noord-Brabant
en Zeeuwsch-Vlaanderen en tracht hen te be
wegen, een advertentie in den door hem uitge
geven gids te plaatsen, voorgevende, dat die
gids in de woonplaatsen van de adverteerders
huis aan huis wordt bezorgd.
Van 9 tot 23 December as. zal op Bouvigne een
veertiendaagsch kamp worden gehouden voor
werklooze onderwyzeressen.
Naast eenige training op huishoudelijk gebied
zal er ook een inzicht gegeven worden in de
Katholieke Actie, terwijl enkele lessen over
jeugdleiding zullen gevolgd worden door daarby
aansluitende praktyk in de jeugdbeweging.
.Ook lessen in handenarbeid, zang en spellei-
ding zullen gegeven worden.
Deze cursus is geheel gratis.
By tydige opgave kan de reis per Bouvigne-
bus geregeld worden.
Opgave zoo spoedig en zoo volledig mogeiyk
aan Directie Bouvigne, Ginneken, Afd. Onder-
wijzeressenkamp.
Met ingang van 1 November is de redactie
van de „Kroniek van hedendaagsche kunst en
kuituur" uitgebreid. Thans bestaat zij uit: L.
P. J. Braat, Jan Greshoff, Gerard Hordijk, Piet
Ketting, Ed. Deneve, Johan Polet en Jan Wie-
gers.
Zaterdagmorgen, 14 November a.s. zal het K.
L. M.-vliegtuig Edelvalk van Amsterdam naar
Batavia vertrekken.
De Djalak is op de thuisreis te Jodhpur aan
gekomen.
Verleend is de zilveren eeremedailie der Orde
van Oranje-Nassau, met de zwaarden, aan den
fourier J. Bultsma, van de SROBA.
Benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-
Nassau; C. de Jong, voorzitter der Cfcr. Jonge-
lingsvereeniging „Liefde en Vrede" te Vlaardin-
gen.
Aan W. H. de Monchy, te Rotterdam, direc
teur van de HollandAmerika-iyn, is verlof
verleend tot het aannemen van het ordeteeken
van ridder in de Orde van het Legioen van
Eer, hem door den president van de Fransche
Republiek verleend.
Benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-
Nassau L. L. Mulders te Denekamp.
26
Hij wist niet, hoe hij verder zou moeten gaan,
of hy zou Lona alles haarfijn hebben uit te leg
gen, dat hij zich telkens weer zoo tot Barbara
aangetrokken had gevoeld, omdat zij zoo spre
kend op Maria leek. En dat ging tot niet aan.
Lona Jensen knikte.
„Je verdedigt een slechte zaak, je kunt al
niet verder, als je nauweiyks een zin begonnen
bent. Maar wat kan het jullie mannen ook sche
len, of een vrouwenhart breekt, nadat jullie je
er mee vermaakt hebben. Of ze nu Lona heet of
Barbara, het is alles om het even. Maar neen,"
verbeterde zy zich, „Maria is er om mee te trou
wen, want die is de rijkste."
Stefan wilde haar tegenwerpen: Maar dat is
belachelijk, ik hield van Maria eer ik iets wist
Van Barbara, doch nu houd ik van Barbara!
Maar hij slikte het in; het was niet noodig,
zich tegenover Lona te rechtvaardigen en geloo-
Ven zou zy hem toch niet.
Zij keek op haar horloge en bleef staan.
„Ik zal je niet langer lastig vallen, mynheer
don Juan, maar je weet nu. dat ik je veracht ien
ik ben overigens toch in liefdesaangelegenheden
nog al breed van opvatting."
Ze draaide zich om en ging.
„Lona, je verachting kan ik verdragen, maar
ik weet nietjy lijkt mij de aangewezen per
soon om mij, juist nu ik geen uitweg meer weet,
te raden."
„Wat?" niet begrypend staarde zy Stefan
aan.
„Ik zou met je willen praten 'over dat wat je
mij verwijt, maar natuuriyk is de straat daar al
heel weinig geschikt voor."
Ze schudde het hoofd.
„Merkwaardig, ik zal toch wel de laatste zijn
om je te kunnen raden."
„Tot voor kort had ik ongetwijfeld dezelfde
meening, maar toen je zei, dat je met het meisje
zoo'n medelijden had, kreeg ik er een anderen
lclik op. Maar met een paar woorden kan ik het
niet uitleggen, heb je even den tijd?"
Lona's gezicht drukte nog steeds verbazing uit.
„Neen, althans nu niet."
„Dus na de voorstelling," zei hy.
„Ik heb al een afspraakje."
Hy lachte spottend.
„Dat komt er niet op aan." Maar opeens werd
hij weer ernstig. „Als je mij ooit werkeiyk een
beetje hebt mogen lijden, Lona, zonder dan voor
mij na de voorstelling een uurtje af. Laat ons
elkaar niet in het cabaret ontmoeten; ik zou lie
ver willen voorstellen in het kleine gelegenheidje,
waar wy al eens eerder een glas wijn' dronken."
„Waar zulke heerlijke kaviaar was en die oude
Rüdesheimer, ja, dat weet ik nog en ik zal ko
men ook. Maar niet terwille van de kaviaar en
de Rüdesheimer, maar omdat ik je eens niet een
beetje, maar heel erg graag heb mogen lijden."
„Dat is aardig van je, Lona," zei hy dankbaar
en met warmte. „Achter deze dwarsstraat ligt
het hoofdstation," hy wees in de richting „en
vandaar kom je gemakkebj k per tram naar huis
of naar het cabaret."
Lona knikte.
„Tot ziens, Stefan."
Met haar eigenaarig dribbelpasje trippelde
zij weg, terwyi Stefan besloot naar huis te gaan,
eerst wat te eten, daarna wat te werken en dan
in de kleine bodega op Lona Jensen te wachten.
Eigenlijk was de inval om Lona Jensen tot
vertrouwde raadgeefster te nemen tamelijk bui
tenissig, maar haar oprechte bewondering voor
Barbara had hem op dat idee gebracht. Hij voel
de zich al opgelucht bij de enkele gedachte, dat
hij nu eindelijk iemand had om mee te praten
over de moeiiykheden, die hem telkens dreigden
te overweldigen.
Had Lona hem niet alreeds, zonder dat zij nog
iets naders wist, de heele aangelegenheid in een
ander licht getoond door te zeggen: „Maria is er
om mee te trouwen, want zy is de rijkste!" En
daaraan, juist daaraan, had hy tot nu toe het
minst gedacht.
Met knikkende knieën ging Barbara Kaiser de
twee trappen van haar woning op. Hoe vlug was
zy ze anders opgesneld als zij, na volbrachte
dagtaak bij den professor, thuis kwam!
Nu was ze het liefst op de trap neergehurkt
om uit te huilen als iemand, die voor altyd van
het leven afscheid neemt, omdat daaruit iemand
verdween, die voor haar het beste en het liefste
vertegenwoordigde.
Haar moeder had haar reeds door het raam
zien aankomen en deed de deur open. Barbara
ziende, schrok zy.
„Kind, wat is er aan de hand? Voel je je ziek
of heb je onaangenaamheden met den professor
gehad?"
Ze trok Barbara in de kamer, waar het licht
reeds brandde. Eerst liet ze de gordijnen neer en
keerde zich toen, het antwoord verwachtend,
naar haar dochter.
Barbara had intusschen als gewoonlijk hoed en
manteltje afgedaan en stond daar nu met slap
neerhangende armen. Ineens begon zij te huilen
zacht en angstig als een kind, dat in het donker
bang is.
Haar moeder drukte haar zachtjes neer in den
leunstoel. „Barbara, wat is er toch gebeurd? Zeg
het toch gauw, ik ben zoo ongerust."
De stem der vrouw klonk smeekend, en toen
zij niet direct antwoord kreeg, vervolgde zij:
„Barbara, kwel mij toch niet langer. Kort ge
leden vond je my hier huilend zitten in dezen
stoel en wist je zooveel troostwoorden te vinden,
zooveel om mij op te vroolijken en nu zit jy, die
anders zoo vol moed bent, in den ouden stoel en
huilt net als ik toen neen, anders, alsof je
moeder er heelemaal niet was en alsof je geen
mensch op aarde had, waarbij je hoorde."
Barbara hief haar betraand gezicht op.
„Moeder, ik zou mij zoo graag beheerschfen,
maar ik kan niet, ik ben te zwak geworden nu
ik weet, dat ik hem nooit meer zien zal."
Haar plan was haar moeder niets te verzwij
gen. De gedachte aan haar moeder was immers
het eenige lichtpunt in haar verlatenheid, waar
in zij van nu af aan en voortaan altyd zou moé
ten leven.
De moeder verborg haar verbazing zoo goéd
als zij kon. Barbara huilde dus om een man, zij
had dus reeds de liefde leeren kennen en haar
moeder had daar niets van gemerkt. Daarom
had Barbara's lach den laatsten tijd zoo helder
geklonken, daarom hadden haar oogen zoo diep
en stralend gestaan.
Arm, lief, klein ding!
Liefkozend streek zy haar dochter over het
blonde kopje.
„Zeg het nu maar wat je hindert en hoe de
man heet, om wien je huilt."
Ze nam een stoel en ging naast Barbara zitten,
haar handen in de hare nemend.
Toen stortte Barbara haar hart uit en vertelde
zij van de uren, die zij met hem had doorge
bracht. Elke zin, dien hij tot haar gezegd had,
was in dat hart bewaard gebleven en alles deelde
zij nu aan haar moeder mee.
Pas by het afscheidnemen was het haar duide
lijk geworden, hoeveel zy van den man was gaan
houden, in wien zij bij de eerste ontmoeting een
onhebbelijken kerel had meenen te zien. En ter-
wül hy haar vertelde, dat hij een lange, verre
reis moest ondernemen, had ook hem zyn gevoel
overweldigd, had hy haar tegen zich aangedrukt
en gekust.
Dit alles vernam de moeder volkomen open
hartig, alleen de naam van den man was niet
niet genoemd Barbara beschouwde dat als
iets bykomstigs. Wat kwam die naam er op aan?
Of de man, dien zij beminde nu zus of zoo heette,
veranderde niets aan haar bitter verdriet.
„Maar als hij je lief heeft, waarom wil hy dan
niet tijdens zijn reis schryven, waarom liet hij
je dan niet de hoop op een weerzien aan het
einde van die reis?" vroeg de moeder.
Barbara rilde als van koude.
„Vraag daar niet naar, moeder," vroeg zij, „dat
is nu juist wat ik niet begrijp. Toen hij mij van
zijn lange reis sprak, liet hy by mij geen twijfel
bestaan, dat hij voor mij nooit van die reis terug
zou komen. Zonderling, en toch weer daarmee in
verband staand, ls ook, dat hy zei: „Als je nog
eens aan me denkt, denk dan goeds van me en
als je eens iets van mij zou hooren, dat je aan
mij zou doen twijfelen, veroordeel mij dan niet.
Ik ben misschien niet zoo schuldig als ik dan
ïyken zal."
Barbara's moeder liet verschrikt de band van
haar dochter los.
„Goede hemel, die man is een misdadiger!"
Een mat lachje gleed over Barbara's gezicht.
„Neen, moeder, dat dacht ik ook even. Maar
hy verzekerde my, dat hy niets gedaan had, dat
hem met de justitie in aanraking kon brengen."
„Dan begryp ik er heelemaal niets meer van,"
zei Barbara's moeder hoofdschuddend, en be
droefd peinsde zij er over, waarom nu juist de
man, van wien Barbara hield, in moeilijkheden
verkeerde, die het hem onmogelijk maakten, haar
ten huwelijk te vragen. Maar indien dit zoo was,
had hij als fatsoenlijk man zich niet met Bar
bara mogen bezig houden en 't niet zoo ver mo
gen laten komen.
(Wordt vervolgt!»