Eerherstel
R.K. Staatspartij
OVER GENEVE
roei
ZONDAG 15 NOVEMBER 1936
VAN WEEK TOT WEEK
99
99
De werkloosheid blijft
vrijwel gelijk
HET HANDELSREGISTER
zei
Het a.s. Vorstelijk
Huwelijk
De bakkers vragen wetswijziging
Een blijvende herinnering voor
leerlingen en leerkrachten
van alle scholen
CHR. L. WESSELING
Geen audiëntie
Koolzaad oogst 1936
Zaterdagmorgen ter aarde besteld
Museum Boymans
Postvluchten
„HET VOLLE PROFIJT"
Ruim 200.000 bezoekers op de
Enschedesche tentoonstelling;
ontvangsten ca. 250.000
DOOR AUTO AANGEREDEN
EN GEDOOD
UIT iEVILLA WORDT GEMELD DAT WEER
TWEE QlSSLUODPEN DEN MARTEL-
0000 Z.'JN GESTORVEN
Tegen ondeugdelijk materiaal in
electriciteitsbedrijf
Ongekeurd vleesch
Belangrijke partij in beslag
genomen
ZEEUWSCHE LUCHTLIJN
WORDT HERVAT
Driemaal per week naar
Haamstede
De voortgezette vergadering van
den Partijraad
Program-commissie
benoemd
HEFFING OP BOTER
GENEZING DOOR HAND
OPLEGGING
NA.DE RAMP VAN DE SCH. 179
Twee slachtoffers ter aarde besteld
Officier van Justitie vraagt ont
slag van rechtsvervolging
Diplomatiek bezoek
Oude man aangereden
Onlangs werd mij gevraagd, wat de Ne-
derlandsche katholieken toch bedoelden
met het vi'oordje „eerherstel", dat zij zoo
dikwijls gebruiken ter aanduiding van kerke
lijke plechtigheden of persoonlijke godsvrucht-
oefeningen, gehouden ter gelegenheid van b.v.
de kerkvervolging in Mexico, in Rusland of in
Spanje. Zijn dit zoo vroeg men mij een
soort kerkelijke protestbijeenkomsten? Waarom
dragen ze dan dien eigenaardigen naam van
„eerherstel". Wiens eer wenschen de katholie
ken te herstellen? De eer der Kerk?
Het is moeilijk, aan iemand, die de katho
lieke gebruiken niet van nabij kent, duidelijk
uit te leggen, wat er eigenlijk wordt bedoeld
met het inderdaad ietwat zonderling klinkende
woordje „Eerherstel". Voor ons is het nu een
maal een doodgewoon woord als een ander, een
woord, waarmee wij om zoo te zeggen werden
opgevoed, en welks verklaring ons dan ook
heelemaal geen moeilijkheden biedt, omdat er
practisch geen kans is, dat een katholiek het
verkeerd zal begrijpen.
Wanneer wij spreken over „eerherstel, voor
de beleedigingen, welke God werden aange
daan", Willen wij daarmede niet uitdrukken, dat
de eer van God, die in zichzelven volmaakt is,
hoe dan ook afhankelijk zou zijn van mensche-
lijke handelingen. Strikt genomen kan God
door menschen niet „beleedigd" worden en kan
de eer van de oneindig volmaakte Godheid ook
niet door menschen worden hersteld. Hierom
ware het misschien ook juister, het woordje
„eerherstel" te vermijden. Bij andersdenkenden
maakt het niet den gewenschten indruk. Een
beter woord was het voorheen en misschien
nog heden in Brabant gebruikelijke woordje
„eereboete", dat het Veertig-Uren-gebed aan
duidde. Dit woord uit den volksmond gaf juis
ter weer, wat de katholieken met zulk een
plechtigheid bedoelen dan de eenigszins (onbe
doeld en onbewust) impertinente uitdrukking:
eerherstel.
Hoe moeten wij ons immers in het katholieke
gemeenschapsleven de werking van dit zooge
naamde „eerherstel" voorstellen? Wat is in het
genadeleven de „techniek" indien dit woordje
niet al te nuchter klinkt van het eerherstel?
Het is niet een rechtstreeks herstellen van de
rechtstreeks geschonden eer der Godheid, het
is echter een persoonlijke of gezamenlijke boe
tedoening voor menschelijke handelingen, die
in strijd zijn met de verheerlijking Gods op
aarde. Niet de volstrekte eer van de Godheid
is dus het onderwerp van dit katholieke eer
herstel, maar de „betrekkelijke" eer, d.w.z. de
eerbied, welken de menschheid van nature moet
toedragen aan haren Schepper. Een gedeelte
der menschheid schiet in deze taak te kort.
Eigenlijk gezegd schiet ieder mensch in deze
taak te kort. Als onvolmaakte schepselen, ten
kwade geneigd, kunnen wij nooit aan God de
volle verheerlijking brengen, die passend zou
zijn. Doch afgezien van deze onvolmaaktheid,
die zich ook laat gelden waar de beste bedoe
lingen aanwezig zijn, kan de mensch opzettelijk
en kwaadaardig zich verzetten tegen zijn plicht,
den Schepper en Vader te verheerlijken. Dit
kwaadaardige verzet komt dan b.v. tot uitdruk
king in daden van heiligschennis. Het is
meestal voor zulke daden, dat door de vrome
katholieken „eerherstel" wordt geboden.
Op zichzelf was het dus niet zoo dom gezien,
deze actie te vergelijken bij een soort kerkelijke
protestvergadering. Dit is echter maar de zwak
ste kant van deze plechtigheid. Zij heeft in
zeker opzicht het karakter van een demonstra
tie. In het gemeenschappelijke leven bezitten
dergelijke demonstraties altijd een zekere waar
de. Zij hebben een psychologische uitwerking.
De vurigheid der geloovigen bevestigend, kun
nen zij het geloof en de geloofstrouw" aanwak
keren bij degenen, in wie de vlam begon te
verflauwen. Hierom alleen reeds zouden der
gelijke collectieve daden van eerherstel als
processies, gezamenlijke aanbiddingen van het
H. Sacrament enz. enz. hier recht van bestaan
hebben.
Doch wij zeiden reeds, dat deze demonstra
tieve zijde eigenlijk maar de zwakste kant is
van de eerherstel-plechtigheden. De reden,
waarom wij onze voorkeur gaven aan het
woordje „eereboete" is n.l. de volgende: Het
wezen van deze plechtigheid wordt bepaald door
ons geloof in de verdienstelijkheid van de goe
de werken. Dit geloof vloeit voort uit het punt
van het katholieke Credo: Ik geloof in de ge
meenschap der heiligen. Die gemeenschap is
niet alleen een bindende liefdeband tusschen al
degenen, die God beminnen en die om God him
evennaasten beminnen, doch zulk een liefde
band is uit zijn aard een werkdadig verband.
Wanneer wij met iemand verbonden zijn door
liefde, moet dat ook blijken. Het is niet een koel
en objectief weten: ik heb die menschen waar
lijk lief, doch het is een toestand van de ziel,
welke vanzelf haar uitdrukking zoekt in daden.
Liefde tot God en liefde tot den evennaaste
zijn dus werkzame hoedanigheden. Men kent
ze aan hun vruchten.
Welnu: ook het liefdeverband van de katho
lieke gemeenschap der heiligen is wterkdadig.
En deze werkdadigheid blijkt uit onze goede
handelingen. OTïze gebeden, onze offers, onze
goede werken zijn vruchtbaar. Ze zijn allereerst
vruchtbaar voor de vervolmaking van ons eigen
genadeleven, doch ze vermeerderen bovendien
het genadebezit van de geheele gemeenschap.
Deze economie der genade kan men in zeker
opzicht vergelijken met de staathuishoudkunde.
Wie geld verdient, verrijkt zichzelf, maar ver
rijkt tevens, indien hij dit geld verstandig be
steedt, de gemeenschap, waarvan hij deel uit
maakt: zijn gezin, zijn stad, zijn staat. Het is
natuurlijk een zeer materieele en niet in alle
onderdeelen opgaande vergelijking, doch ze
geeft eenigszins een indruk van wat het be-
teekent, indien wij spreken over de „vermeer
dering van den genadeschat der Kerk". Wat de
geloovige door gebed en offer verdient, wordt
dus op deze wijze vruchtbaar voor de geheele
gemeenschap der heiligen.
Die vruchtbaarheid laat zich gelden in de
zielen, ook in de zielen van de zondaars. Eere
boete nu is het verzamelen van verdiensten,
door het stellen van vrome en verdienstelijke
handelingen, welke verdiensten ten goede zul
len komen aan de gemeenschap der Kerk, juist
wanneer deze uitwendig of inwendig wordt be
laagd door menschen, die zich uitgeven voor
de vijanden van God en die er naar streven,
de verheerlijking van God op aarde te belem
meren of voor een bepaalde landstreek de uit
wendige verheerlijking van God te beletten. De
stille verheerlijking Gods door het vrome ge
moed kan natuurlijk nooit verhinderd worden
en daarom stellen de katholieken tegenover het
gewelddadige optreden van openbare Godloo
chenaars en Godslasteraars hun openbare of
stille plechtigheden van boete. Wij kunnen n.l.
in de gemeenschap der liefde ook boeten voor
de zonden, welke door anderen weerden bedre
ven, en dit is de bedoeling van het z.g. eer
herstel.
Een vraag, die zich opdringt is echter deze:
Gedragen die eerherstellende katholieken zich
niet ongeveer zooals de Phariseër, die zich
naar voren drong in den tempel en daar met
groote minachting jegens den zondigen tolle
naar zijn gebed aanhief, dat veel meer een ver
heerlijking van zijn eigen uitwendige vroom
heid was dan een waasachtige verheerlijking
van de grootheid Gods?
Het kan uiteraard voorkomen, dat een katho
liek tijdens de plechtigheid van eerherstel door
zulke gevoelens bezield is en dat zijn gebed
eigenlijk neerkomt op een zeggen: „zie eens,
hoe vroom ik ben. Ik leef braaf katholiek, ge
hoorzaam aan de geestelijkheid en onderhoud
de geboden. Ik geef aalmoezen en ik nader
dikwijls tot de H.H. Sacramenten. Geen om
gang zoek ik met de zondaars, de' communisten
en de nationaal-socialisten en al die slechte
menschen, wier diepe verdorvenheid een voor
beeld kan nemen aan mijn openbare deugd".
Maar zulk een katholiek heeft een totaal
verkeerd idee over de plechtigheid van eerher
stel, en over het gebed in het algemeen. Als hij
het evangelie nasloeg, zou hij dat zelf wel we
ten. Werd het eerherstel op deze wijze beoe
fend, het zou inderdaad eerder een schande
zijn! Niet uit zelfverheffing, omdat men zich
zoo veel beter waant dan de zondaar, maar
uit deemoed, omdat wij in zekeren zin voor
allen haat tegen de Kerk mede verantwoor
delijk zijn in meerdere of mindere mate, moet
het eerherstel worden gebracht als een acte
van liefde, ook jegens de zondaars „die niet
weten wat zij doen", als een acte van katho
lieken gemeenschapszin in het alomvattende
liefdeverband van de katholieke geestelijke so
lidariteit.
A. v. D.
De directeur van den rijksdienst der werk
loosheidsverzekering en arbeidsbemiddeling
deelt mede, dat in de week 22 t.m. 31 October
1936 het aantal leden van ingevolge het werk
loosheidsbesluit 1917 gesubsidieerde vereenigin-
gen bedroeg: 531.100. Hieronder zijn begrepen
74.100 landarbeiders, te wier aanzien in de
maanden Mei t.m. November geen gegevens
aangaande de werkloosheid ontvangen worden.
Van de 457.000 verzekerden, niet behoorende
tot de landarbeiders, waren geheel werkloos;
in de week 26 t.m. 31 October 1936; 28.7 pet
in de week 5 t.m. 10 October 1936: 28.7 pet. en
in de overeenkomstige verslag week van 1935:
28.6 pet.
By 1058 organen der openbare arbeidsbe
middeling stonden op 31 October 1936 in totaal
408.500 werkzoekenden ingeschreven, onder
wie 385.931 mannen. Van deze werkzoekenden
waren er 392.658 werkloos, onder wie 375.014
mannen.
De bakkersorganisaties deelen ons mede, dat
zij zich tot den minister van Handel, Nijverheid
en Scheepvaart hebben gewend, met het ver
zoek te willen bevorderen, dat de Kamers van
Koophandel en Fabrieken nakomen de missive,
eenigen tijd geleden door den minister aan deze
instellingen verzonden, inhoudende het verzoek,
de handelslieden, die de laatste drie jaren voor
niet meer dan f 2000.— zijn aangeslagen in de
inkomstenbelasting, of die in het geheel niet
meer zijn aangeslagen het laatste jaar, te ver
wijderen uit het handelsregister, of hen in elk
geval vrij te willen stellen van de bijdrage aan
het handelsregister.
In de practijk bleek namelijk, dat de Kamers
van Koophandel zich niet volledig aan deze
missive hielden. Tevens werd den minister ver
zocht een voorstel te doen tot wijziging van
de handelsregisterwet en tot opneming daarin
van de verplichting der Kamers van Koophan
del om personen, die in bovengemelde omstan
digheden zijn komen te verkeeren, te schrap
pen uit het handelsregister.
Tot dezen stap zijn de organisaties moeten
overgaan tengevolge van den zeer ongunstigen
toestand in het bakkerijbedrijf, waardoor het
kleinbedrijf zeer bezwaarlijk nog de bijdrage
aan het handelsregister kan opbrengen.
Het ligt in het voornemen van de Regeering
om bij gelegenheid van het a.s. huwelijk van H.
K. H. Prinses Juliana der Nederlanden en Z. H.
Prins Bernhard van LippeBiesterfeld, een blij.
vende herinnering te doen vervaardigen, die zal
worden uitgereikt aan alle leerlingen en leer
krachten van hier te lande gevestigde inrichtin
gen van lager-, (meer) uitgebreid lager-, middel
baar-, voorbereidend hooger- en nijverheidson
derwijs, de avondcursussen inbegrepen, benevens
aan de leerlingen en leerkrachten van de Neder-
landsche cursussen in Duitschland.
Zij zal bestaan in een z.g. rijmprent, een com
binatie van een toepasselijk dichtwoord met een
zinrijke versiering in kleurendruk, waartoe in
middels opdracht is gegeven aan een dichter en
een grafisch kunstenaar.
De gewone audiëntie van den minister van
Sociale Zaken zal Woensdag 18 November 1936
niet plaats vinden.
Van bevoegde zijde vernemen wij, dat voor
koolzaad van oogst 1936, dat in het tijdvak van
27 September 1936 tot en met 7 November 1936
is verkocht, geen teeltpremie zal worden ge
geven.
Met alle piëteit en alle zegeningen en ge
beden van cle H. Kerk werd Zaterdagmorgen te
's-Gravenhage het stoffelijk overschot van den
heer Chr. Wesseling ter aarde besteld.
In de mooie kerk van den H, Antonius Abt
aan den ouden Scheveningschen weg droeg de
oudste priesterzoon van den overledene, Dom
Th. Wesseling O.SB., een plechtig gezongen
H. Requiemmis op, daarbij geassisteerd ctoor
de kapelaans van de parochie. Tegelijkertijd
lazen aan de zijaltaren een jongere zoon, Pater
Chr. Wesseling C.SSR., en Mgr. Dr. Th. Ver
hoeven stille H.H. Missen.
De kerk was geheel gevuld met leerlingen en
oud-leerlingen van den overledene en het per
soneel van het R. K. Centraal Bureau voor
Onderwijs en Opvoeding.
Te ongeveer twaalf uur had de teraarde be
stelling plaats op bet R. K. kerkhof aan de
Kerkhoflaan.
Naar wij vernemen heeft het museum Boy
mans te Rotterdam voor de afdeeling heden-
daagsche kunst van stadgenooten een weetal
geschenken ontvangen: het zijn belangrijke
uitingen van Vlaamsche kunstenaars, te we
ten: een brons van Josef Cantré, voorstellend
Carel van de Woestijne, benevens een meisjes
portret van Edgar Tijtgat.
In den stoet kwamen mede Mgr. Dr. Th.
Verhoeven, directeur van het R.K. Centraal
Bureau en mr. H. de Jong, lid van den ge
meenteraad, die administrateur van genoemd
bureau is.
Op de begraafplaats waren aanwezig, behal
ve de reeds genoemden; Mgr. Dr. P. van Gils,
voorzitter van den katholieken schoolraad,
pastoor dr. Hentzen O. F. M., lid van den
Onderwijsraad, de pastoors Pompe en Benkers
en het geheele personeel van het bureau,
waaraan de overledene verbonden is geweest.
De absoute en beaarding geschiedde door
dom. Th. L. Wesseling, zoon van den ontslape
ne, met assistentie van pater Chr. Wesseling,
eveneens een zoon, en Mgr. Dr. Th. Verhoeven.
De oudste zoon, mr. Maarten Wesseling,
heeft voor de betoonde belangstelling bedankt.
Naar thans wordt medegedeeld, hebben bij de
tentoonstelling ,,'t Volle Profijt", welke van 26
Augustus tot 2 September te Enschede werd ge
houden, de ontvangsten, welke ca. f 250.000.
hebben bedragen, de uitgaven gedekt; zoodat
geen beroep behoeft te worden gedaan op het
garantiefonds.
Bij de ontvangsten zijn ook de diverse subsi
dies gerekend. De expositie is door ruim 200.000
personen bezocht.
Vrijdagavond is de 58-jarige veehandelaar P.
Dekker uit Z.-Scharwoude, terwijl hij op den
rijksweg langs het Noord-Hollandsch Kanaal te
Burgervlotbrug (gemeente Zijpe) fietste, door
een hem achterop rijdenden auto uit Den
Haag aangereden en op slag gedood.
De Perkoetoet is op de thuisreis te Bagdad
aangekomen. De Djalak bereikte op de uitreis
Jodphur.
Aan alle electriciteitsbedrijven in Nederland
heeft de minister van Waterstaat een schrijven
gericht, waarin hij o.m. zegt:
De electriciteitsbedrijven hier te lande ple
gen zooveel mogelijk ervoor te waken, dat voor
de op hun netten aangesloten installaties deug
delijke materialen en toestellen worden ge
bruikt. Ten einde op afdoende wijze gebruik
making van electrotechnische toestellen en ma
terialen, welke, wegens lage prijzen, groote aan
trekkelijkheid bezitten, maar die als zeer on
deugdelijk moeten worden beschouwd, te voor
komen, overweeg ik de totstandkoming van een
wettelijke regeling ter zake te bevorderen.
Aangezien elders genomen maatregelen het
vermoeden wettigen, dat het aanbod van on
deugdelijke materialen in de naaste toekomst
zal toenemen, verzoek ik uw medewerking tot
bestrijding van het aangeduide kwaad, door een
zoo noodig verscherpt toezicht op en keuring
van de hoedanigheid der materialen en toestel
len, die in electrische installaties in uw ver
zorgingsgebied worden gebezigd.
Nadat de politie te Diemen ter oore was ge
komen, dat zich bij een bewoner van den Stam-
merdijk een belangrijke partij ongekeurd vleesch
moest bevinden, heeft zij, vergezeld van de
rijksveldwacht en den kommies der belastingen,
op het verdachte adres een inval gedaan. Alles
was zorgvuldig geheim gehouden, zoodat de be
woner, een veehouder, geen gelegenheid had
het geslachte vee tijdig weg te voeren. Bij de
huiszoeking, welke zich ook moest uitstrekken
tot een schuurtje, dat zich op het erf van een
werklooze bevindt, werd inderdaad een groote
partij vleesch aangetroffen, n.l. twee koeien en
één kalf. De geheele voorraad werd in beslag
genomen en naar het abattoir te Amsterdam
gedirigeerd.
Tegen den veehouder zal zoowel proces-ver-
baal wegens ontduiking van accijns als van de
keurloonen worden opgemaakt.
Daar men veronderstelt, dat door deze in
beslagname een spoor ontdekt is, dat leiden kan
naar andere overtredingen, stellen de politie en
de rijksveldwacht een uitgebreid onderzoek in.
Met ingang van 14 December a.s. zal de
Zeeuwsche luchtlijn in zooverre worden her
vat, dat driemaal per week van Rotterdam
naar Haamstede v.v. wordt gevlogen. Voorts
ligt het in de bedoeling cm op 15 Februari of
1 Maart 1937 de lijn weer naar Vlissingen door
te trekken.
In de middagvergadering kwamen in behan
deling de door de kringvergaderingen ingezon
den wenschen nopens de samenstelling van het
bijzonder program van actie 1937.
Dit is, zoo zeide Mr. Goseling, de eerste toe
passing van de reglementswijziging van 1934.
In de vergadering van Februari 1937 zal het
program van actie worden vastgesteld, naar
een ontwerp door het partijbestuur opgemaakt.
Het program van actie zal kort en pakkend
zijn en niet naar volledigheid streven.
Een commissie van vijf zal worden benoemd
cm het program van actie te ontwerpen.
Tot leden der commissie werden gekozen
Mr. M. P. L. Steenberghe, Dr. D. Beaufort
O.F.M, Mr. F. J. M. Bach, Ir. H. Bemelmans,
H. J. Kuiper.
Het overleg vanwege het partijbestuur zal
worden gevoerd door Mr. C. Goseling en Mr.
F. Teulings.
Het adviseerend lid, mej. Dr. J. Hillen, drong
er op aan de bevordering van den vrede tot
programpunt te maken. Verder bepleitte zij
een betere aanpassing van het lager onderwijs
aan het leven. Tenslotte sprak zij den wensch
uit, dat in het program geen paragraaf zou
worden opgenomen betreffende beperking van
arbeidsmogelijkheid van de ongehuwde vrouw.
Dr. H. Mulder uit Rijsenburg bepleitte af
schaffing van art. 136 B.W., waarin aan
godsdienstbedienaren verboden is huwelijken in
te zegenen vóór het burgerlijk huwelijk en van
het daarop aansluitende art. van het W. v. S.
De heer Andriessen vroeg bijzondere aandacht
voor de werkloosheidsbestrijding, waarbij de
mogelijkheid om het nog voorradige werk een
breeder terrein te laten bestrijken, kan wor
den onder het oog gezien. Door opvoering van
den leerplichtigen leeftijd kan bereikt worden
dat de aankomende werknemer later in het
bedrijfsleven wordt opgenomen.
De heer van Meegeren dankte allen die me
degewerkt hebben om de belangen van de
groote gezinnen in de politiek tot gelding te
doen komen. Van de Regeering is echter geen
spontane medewerking met de katholieke ge
zinspolitiek te bemerken.
Voeren we niet een bewuste gezinspolitiek,
dan zou het wel eens kunnen zijn dat we in
de toekomst bevolkingspolitiek zullen te voeren
hebben.
Spr. beval aan de gedachte om de opbrengst
van een vrijgezellenbelasting aan te wenden tot
verlichting der belastingen voor de gezinnen.
Verder bepleitte hij een invoering van een
wettelijke regeling van den kindertoeslag en
betere steunregeling voor de gezinnen in crisis
nood en een billijker schoolgeld bij het Nijver
heidsonderwijs.
Daarna was het woord aan een viertal
stemgerechtigde leden.
De heer Moonen, Den Haag, besprak de
achterstelling van katholieken bij de bezetting
van openbare functies. Voor een program van
actie achtte de voorzitter deze zaak minder
geschikt. Deze aangelegenheid moet in eiger.
kring tot oplossing worden gebracht.
De heer Hemel uit Coevorden bepleitte eenige
specifiek Drentsche wenschen betreffende or
dening in den landbouw, opdat, de loonen in
dit van arbeiders overstroomde gebied niet nog
verder dalen.
Verder zal er tegen gewaakt moeten worden
dat van Regeeringswege te sterk wordt inge
grepen in het autonome beheer van noodlijdende
gemeenten.
Nadat de heer Roelvink uit Zwolle de aan
dacht voor economische aangelegenheden had
gevraagd, adviseerde de heer Roling (Fries
land) aan het program van actie een nationaal
karakter te verleenen.
De vergadering is daarna gesloten.
De heffing op boter en de vervoervergunningen
voor buitenlandsche boter is voor de week van
1521 November vastgesteld op 75 ct. per Kg.,
behoudens tusschentijdsche wijzigingen.
Weer werd Zaterdagmorgen een der slacht
offers van de ramp met de „Sch 179" ten
grave gedragen, nu de jonge lichtmatroos Leen-
dert de Jager.
Ds. Stolk verrichtte den rouwdienst te Sche-
veningen, waarna de stoet naar de Algemeene
begraafplaats te 's-Gravenhage vertrok.
Aan de geopende groeve sprak eerst de heer
S. P. Vrolijk, namens de reederij Frans Vrolijk,
eenige woorden van troost tot de familieleden.
Vervolgens las de heer P. Compagne eenige ge
deelten uit den Bijbel voor.
Namens de famiiie werd voor de betoonde
belangstelling bedankt.
Ook des middags was de Belangstelling op
de Algemeene Begraafplaats zeer groot, waar
men zich rondom de groeve schaarde van den
20-jarigen licht-matroos, J. M. Klein, die naast
zün makker de Jager ter ruste werd gelegd.
Ten sterfhuize had vooraf ds. Stolk een
rouwdienst geleid.
Een familielid heeft voor ds betoonde deel
neming dank gebracht. Onder de bloemstukken
was er een van de reederij.
Voor de vijfde kamer der Haagsche rechtbank,
gepresideerd door mr. H. Haga, heeft in hooger
beroep terecht gestaan, de heer C. J. van B.,
leider der Christologische beweging, die door
den kantonrechter is ontslagen van rechtsver
volging, ter zake van het hem ten laste gelegde
onbevoegd uitoefenen der geneeskunde, tegen
welke beslissing de ambtenaar van het O. M.
bij het kantongerecht hooger beroep aantee-
kende.
De Officier, mr. P. R. Blok, betoogde, dat naar
de meening van den kantonrechter verdachte's
handelingen niet vallen onder art. 1 van de wel
op de uitoefening der geneeskunst. Verdachte
heeft behoudens een eenvoudige handoplegging,
geen enkele materieele handeling verricht.
Toch wilde spr. niet ontkennen, dat er hierbij
een gevaar kan zijn, voornamelijk dan, wanneer
menschen, die niet vooraf een dokter of spe
cialiteit raadplegen en waarvan dus niet uitge
maakt kan worden of zij langs dezen weg ge
nezing kunnen vinden, zich onder behandeling
gaan stellen, terwijl er ook lieden zijn, die met
allerlei manipulaties dë menschen bedriegen tot
schade van hun gezondheid.
Het is hier echter niet de vraag, of getuigen
bij verdachte's handelingen al dan niet baat
vonden, maar wèl of hij eenige materieele han
deling verrichtte, die in strijd is met de wet en
daarvan is hier niet voldoende gebleken, zoo-
dat spr. zich op dit punt moet aansluiten bij
het door den kantonrechter gewezen vonnis.
De rechtbank zal 30 November uitspraak
doen.
De nieuwbenoemde Bulgaarsche gezant, de
heer Simeon Radeff, heeft Zaterdag zijn op
wachting gemaakt bij den minister van Buiten
landsche Zaken.
Gisteren is te Hilversum de 96-jarige J. Sch.,
wonend aan den Hoogen Laarderweg. door een
bakfiets aangereden in de Huygensstraat. De
oude man viel en verwondde zich zoodanig,
dat hü naar de R.K. Ziekenverpleging moest
worden vervoerd, waar hij is opgenomen.