De moeilijkheden der Kerk in Duitschland Landdag in Rotterdam Een nieuwe „Daad Duitschland van Last met Uw stoelgang KLACHTEN VINDEN GEEN GEHOOR Dobhelmann lekker... man! NA DE SCHEEPSRAMP TE SOERABAJA LOONENDE ARBEID! ZWAKKE REACTIES M.S.S .-cachets MAANDAG 16 NOVEMBER 1936 De bisschoppen der Rijnsche kerk provincie publiceeren na con ferentie met Kard. Faul- kaber een belangwek- kenden brief Beroep op de openbare meening Vermanend woord tol de priesters Een beroep op de leeken De onbewaakte overweg Oude man te Haaksbergen onder locomotief gedood Sigarenzaak uitgebrand De eigenaar op het laatste oogenblik gered De oorzaak moet niet worden toegeschreven aan onjuiste belading Zwager doodgestoken In hoog er beroep dezelfde straf opgelegd Strijd tegen de werkloosheid is een strijd om de beginselen! Onze eenheid, 's lands welvaren mtm BUITENLANDSCH OVERZICHT 99 VOOR BIJZONDERE NOODEN Maandag 14 December radio- luisterwedstrijd Bilaterale verdragen aangeboden De afgebroken radio rede Raad van advies keurt het ingrijpen goed JHR. MR. C. J. M. RUYS DE BEERENBROUCK Een gedenksteen te Vierakker Gezanten bij den Paus Na het onderhoud van Kardinaal von Faulhaber met Hitier. heeft de. on verschrokken Kerkvorst een vergade ring bijeengeroepen van de Commissie uit het Duitsche Episcopaat, waarin o. m. Kar dinaal Schulte, Aartsbisschop van Keulen, en Kardiaal Bertram, Aartsbisschop van Breslau, zitting hebben. Na deze conferentie zijn de Bisschoppen van de Kerkprovincies Keulen en Pader- bom in vergadering bijeengekomen, waar het volgende belangrijke Herderlijk Schrij ven is samengesteld en goedgekeurd, dat op Zondag 15 November in alle kerken van den kansel is voorgelezen. Beminde Diocesanen! Nu wij over allergewichtigste Kerkelijke aan gelegenheden in vergadering bijeen zijn, zien Wij, Bisschoppen van de Kerkprovincies Keulen en Paderbom, ons voor een zeer pijnlijk feit gesteld: uit breede kringen in onze Bisdommen bereiken ons bittere klachten over een onge hoord feilen gewetensdwang, waaraan zoovele Katholieken zijn blootgesteld. Diepgeloovige ouders beschrijven ons in woorden die vervuld zijn van diepe smart, hoe weliswaar jjiet overal, maar toch op vele plaatsen in de scholen en in de machtige organisatie waartoe hun kin deren behooren, leeraars en leiders bij de kin deren door woord en geschrift het geloof hun ner ouders trachten verachtelijk te maken en deze kinderen op die wijze van Jezus Christus en Zijn Kerk, en daarmee ook van hun ouders, geestelijk te vervreemden. Volwassenen uit de meest verschillende tak ken van bedrijf komen zich bij Ons beklagen, dat men misbruik maakt van hun afhankelijk heid in hun beroep of zaak, om ze te dwingen hun christelijk geweten te schenden, de God delijke Geboden te verachten en men tracht hen zelfs tot afval te brengen van Christus en Zijn Kerk. De feiten waarop deze klachten berusten, zijn zoo talrijk en overduidelijk, dat aan de rechtvaardigheid van deze klachten niet ge twijfeld kan worden. Na zoovele vergeefsche pogingen om door schriftelijke bezwaren hulp te brengen in den gewetensnood onzer geloovigen, is thans het uur gekomen, dat WÜ, Bisschoppen, die geroepen zijn om onze stem te doen hooren, en wijl Wij de door God gezonden Herders zijn van het Katholieke volk, ons thans moeten richten tot de openbare meening. Wij richten tot allen, die op de ontwikkeling der verhoudingen in ons vaderland invloed kunnen uitoefenen, de volgende vragen: Moet het werkelijk zoo verder gaan? Moet ons zwaar beproefde Duitsche volk ook het laat ste en het verschrikkelijkste niet bespaard blijven? Moeten, na al het leed der laatste 20 jaar ook thans nog de zielen verkracht worden? Moet ons volk zoo versplinterd worden, dat 'n deel, zooals onze voorvade ren, in-Jezus Christus hun God en Heiland eert, terwijl het ander deel Jezus Chris tus veracht en Zijn volgelingen verdrukt? Hoe ook het antwoord op onze vraag zou uitvallen, Wij, Bisschoppen willen daaromtrent thans reeds geen twijfel meer openlaten: Wij zullen voortgaan de volledige Katholieke waar heid te verkondigen en wij zullen niet ophouden er bij onze geloovigen op aan te dringen om hun leven in te richten naar de grondbeginse len van ons Heilig Geloof. Zoo vast Wij besloten zijn ons door niets ter wereld in de vervulling van dezen, onzen heiligen plicht te laten afbrengen, evenzoo vast zijn Wij er ook van overtuigd dat nog vele Katholieke Christenen met Gods genade, zelfs onder den meest vreeselijken druk hun Doopgeloften trouw blijven en bereid zullen zijn om' terwilla van Christus en hun geweten ook de laatste en grootste offers te brengen. Wij wenden ons in deze ernstige ure tot onze medewerkers in onze Heilige Bediening, tot onze Priesters. Geliefde Medebroeders! Wij weten dat gij geen huurlingen zijt, maar goe de, trouwe Herders, en dat het U hooge ernst is om bereidwillig alles, en zelfs Uw leven voor de kudde van Christus op te offeren. Wij ver manen U, blijft in heilige liefde en onwankel baar vertrouwen met Ons en met elkander ver bonden. Hoe grooter de gevaren voor het zie lenheil der U toevertrouwde geloovigen zijn, des te waakzamer en nog meer vindingrijk zij Uw Apostolische ijver. Laat U niet ontmoedigen door miskenning, beleediging en laster, want de leerling is niet beter dan de Meester! Laat U niet ontmoedi gen door uitwendige mislukkingen: want reeds de Apostel der volken heeft U gezegd: „En daarom mijne geliefde broeders staat onbe weeglijk vast, weest ten allen tijde rijk in 's Heeren werk; ge weet dat Uw arbeid niet te- vergeefsch is in den Heer!" (I. Cor. 15.38). Wij wenden ons voor alles in vurige her derlijke liefde tot de geloovigen uit den lee- kenstand. Wij weten geliefde Diocesanen wat gü lijdt en Wij lijden met U. Het is Onze grootste droe fenis, dat Wij U niet kunnen behoeden tegen uiterlijke verdrukking en onrechtvaardige be dreiging. Maar Wij geven U iets wat nuttiger en kostbaarder is; Wü herinneren U aan de onuitputtelijke heilige krachtbron van Ons H. Geloof. Juist in den tegenwoordigen tüd is het de plicht van iederen Christen om ervoor zorg te dragen, dat hij zelf in de heilige waarheden van ons geloof goed onderricht is, en dat hij ook anderen kan onderwijzen. Gij, ouders vooral, moet door uw leer en uw voorbeeld de Godsdienstleeraars uwer kinde ren zijn! Zorgt ervoor dat zij aan het leven der Kerk deelnemen en dat er geen scheids muur wordt opgetrokken tusschen uwe kinde ren en uw priesters. Bidt veel en offert veel voor uwe kinderen! Maakt gebruik van alle geoorloofde middelen om uwe kinderen verre te houden van iederen invloed die vijandig staat tegenover den Gods dienst, tracht hen daarvoor te vrijwaren. Geeft nooit uwe toestemming daartoe dat aan uw kinderen de Büzondere School ontnomen wordt. Wanneer gij voor die pijnlijke keuze ge steld zoudt worden, ofwel de aardsche toekomst uwer kinderen, of hun zieleheil in gevaar te brengen, weest dan overtuigd: „Uwe kinderen zullen U eeuwig dankbaar hiervoor zün, dat gij een scheiding van Chris tus en Zyn Kerk niet hebt toegelaten. Wanneer echter voor U volwassenen zelf de bekoring naderbij komt om ontrouw te worden aan het geloof, of zelfs van het geloof afvallig te worden, herinnert U dan, dat het voor een Christen nooit geoorloofd is, ook niet uiterlijk en naar den schijn, zijn geloof te verloochenen. Denkt aan de roemrijke voorbeelden van held- haftigen belijdersmoed uit de geschiedenis onzer H. Kerk, waarmee wü van jongs af aan ver trouwd geraakt zijn. Denkt aan de woorden von den Heiland: „Maar wie Mij voor de menschen verloochent hem zal Ik ook verloochenen voor Mijn Vader, die in de Hemelen is." (Matth. 1013). Wij allen echter, Bisschoppen, Priesters en Geloovigen willen in dezen tijd van verdruk king inniger dan ooit tevoren met elkander ver bonden blijven in het Hart van onzen Heiland. Wanneer iemand van ons omwille van zün ge loof te lüden heeft, dan moet hü weten en voe len, dat Wü allen in innige deelname, in on afgebroken gebed, in heilige liefde met hem verbonden zün. Bidt en houdt niet op te bidden voor ons dierbaar Duitsche volk, opdat het licht van het geloof ons niet ontnomen worde! Wees gaarne bereid, zoo vaak gü opgeroepen wordt: laat Ons bidden om vrede en vrijheid voor onze H. Kerk en om Gods bescherming en zegen voor ons Duitsche volk en vaderland! De zegen van God kome over U en blüve bij U ten allen tijde. Gegeven te Munster, 10 November 1936. Karl Joseph, Kardinaal Schulte, Aartsbisschop van Keulen, ft Kaspar, Aartsbisschop van Paderbom. t Antonius, Bisschop van Limburg, t Joseph Damian, Bisschop van Fulda. t Wilhelm, Bisschop van Osnabrück. t Franz Rudolf, Bisschop van Trier, t Clemens, August, Bisschop van Münster. t Joseph Godehard, Bisschop van Hildesheim. t Joseph, Bisschop van Aken. Zaterdagavond omstreeks half elf is op den onbewaakten overweg nabij de R. K. school in de buurtschap Veldmaat, gemeente Haaksbergen, de circa 68-jarige ongehuwde Johannes ten Thüe door een losse locomotief aangereden en op slag gedood. De machinist bemerkte een verdacht ge luid voor aan de locomotief, hetwelk ver oorzaakt werd door het totaal verwron gen rijwiel. Hij stopte en bemerkte de aanrij ding. Terugkeerend vond hü tusschen de rails het totaal verminkte lijk van den ongelukkige. Het lü'k van het slachtoffer is naar het St. An- thonius-gasthuis te Haaksbergen vervoerd. Zondagnacht omstreeks half drie ontdekte een surveilleerende agent van politie, dat er in den sigarenwinkel van den heer W. Vervoom aan den Langendijk te Gorinchem, brand was uit gebroken. De eigenaar, die alleen thuis was en op de bovenverdieping sliep, kon het huis niet meer langs den gewonen weg verlaten. Inmiddels was een andere politie-man toege schoten en de beide agenten konden door het aangrenzende perceel den heer Vervoorn met behulp van een ladder en door een brandluik uit zijn benarde positie bevrüden. Onmiddelhjk nadat de heer Vervoorn het brandende perceel verlaten had, sloegen de vlammen uit het dak, zoodat de heer V. zijn leven te danken heeft aan het kordate optreden van de beide agenten. Aangezien er voor de aangrenzende perceelen gevaar bestond, is de brandweer onmiddellük uitgerukt en heeft met vü'f stralen den brand bestreden. De stoombrandspuit heeft echter geen dienst behoeven te doen. Het perceel brandde tot den grond toe af. Verzekering dekt de schade. Hoewel men geen zekerheid heeft omtrent de oorzaak van den brand, moet deze waarschün- lük worden gezocht in het feit, dat in den win kel een kacheltje stond te branden. De aangrenzende perceelen hebben vrüwel geen schade gekregen. IBIS SHAG Kees neyy Rookt IBIS bij voorkeur uit een IBiS-pijp. Bij Uw winkelier verkrijgbaar. BATAVIA, 16 Nov. (Aneta). De hoofin. specteur voor de scheepvaart deelde aan Anijta mede, ten aanzien van het onderzoek naar de oorzaken van de ramp met de „Van der Wijck", dat dit onderzoek tot dusverre heeft uitgewezen, dat de oorzaak niet moet worden toegeschreven aan onjuiste belading, wijl het schip bij het vertrek van Soerabaja alleszins voldoende stabiel was. In 1927 is uit een hellingsproef welke proef doorgaans slechts éénmaal in het bestaan van een schip wordt genomen de meta-center- hoogte (welke de stabiliteit van het schip be- paalt)^ vastgesteld bij bepaalde belading en bü vulling van de tanks. Aan de hand van tot dus verre verkregen gegevens ten aanzien van de be lading bij het vertrek van Soerabaja en de cor rectie op de meta-center-hoogte, in 1927 gevon den, kon wordein vastgesteld, dat de „Van der Wijck" voldoende stabiliteit had (toen de ramp geschiedde), hetgeen inhoudt, dat de etat- major ten aanzien van mogelijke foutieve be handeling van de lading en van het vullen van de tanks, van alle blaam is gezuiverd. Het Hof te Den Haag deed heden uitspraak in de zaak van den opperman T. de M. uit Schiedam, gedetineerd, die na een aanval, als gevolg van suikerziekte, zün zwager M. van B. te Schiedam, die bij hem inwoonde, zoodanig met een mes heeft gestoken, dat de dood on middellijk intrad en die daarvoor door de Rot- terdamsche Rechtbank is veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf met aftrek van drie maan den voorarrest. Het Hof heeft dit vonnis bevestigd. Rotterdam, 15 November In een wel zéér merkwaardig milieu komt de landdag van de R. K. Staatspartij in de Maasstad bijeen. De groote Nenütohal, waar de renbaan van de Zesdaagsche nog niet is weggenomen, is zoo goed en zoo kwaad als het gaat voor de groote vergadering inge richt. En het effect voldoet éénig. De vier groote tribunes opzij van de wijde, lichte baan, waar vaderlandsche dundoeken en spreuken, op het streven der partij betrek king hebbend, op liggen uitgespreid, de vier tribunes zijn geheel bezet. Alleen in het middenvak staan nog enkele leege stoelen. Onder toejuichingen en applaus betreedc te gen twee uur de voorzitter van den Kring Rot terdam, vergezeld van de landdag-sprekers, het podium, dat, omhangen met rood-wit-blauw en oranje,midden op de renbaan vooruitgebouwd staat. Een défilé van Haagsche jongeren trok met hun vlaggen ter begroeting voorbij. Na een kort openingswoord van Dr. A. M. L u- c a s, die als verheugend feit meende te mogen constateeren, dat niet alleen de economische, doch ook de geestelüke crisis over haar hoogte punt heen raakt, na het zingen vervolgens van het Wilhelmus en het verzenden van telegrafi sche trouwbetuigingen aan Vorstin en Bisschop, sprak Dr. H. M o 11 e r over ,,Orde". Met St. Thomas bepaalde Dr. Mbller het be- Zooals wij gemeld hebben heeft de Zweedsche Academie van Wetenschap pen den Nobelprijs voor Chemie toege kend aan den directeur van het „Kai ser Wilhelm-Institut für Physik" te Ber lijn, Prof. Dr. iP. Debye, in 't bijzonder voor zijn onderzoekingen naar den bouw der moleculen. Van geboorte is Debye Nederlander, hij kwam uit Limburg. Hierboven het portret van den bekroonden geleerde O Het Nationaal Fonds voor Büzondere Nooden, dat een deel van den arbeid van het Nationaal Crisis Comité voortzet, organiseert Maandag 14 December a-s. een radio-luisberwedstrijd, ge wijd aan de sport, ter versterking van de kas, waaraan ook dezen winter de hoogste eischen zullen worden gesteld. Duitschland heeft een nieuwe internatio- naal-politieke daad gesteld, welke ge heel valt in de lün der voldongen feiten tactiek. Het heeft de in het Verdrag van Ver- saillies vastgelegde internationalisatie van Rijn, Donau, Elbe en Oder opgezegd en zün delegatie uit de Rünvaartcommissie teruggetrokken. Hoe men dit ook keert of wendt, een sensatie valt er niet van te maken, want ten eerste heeft Duitschland de wereld gewend aan de gedach te, dat het successievelyk en stelselmatig alles wat het als een beperking of verkorting van zün souvereine rechten voelt, zoo noodig een- züdig van de baan wenscht te schuiven, en ten tweede vormt de kwestie voor de internationa lisatie van verschillende door Duitschland stroomende rivieren, hoe belangrijk ook voor andere oeverstaten, slechts een détail van het geheele Versailles-complex, waarin reeds groo- tere en ernstigere gapingen zün geschoten. Van het papieren gevangenisgebouw van het Ver drag van Versailles staan nu eigenlijk alleen nog maar de territoriale regelingen overeind en deze zullen ook alleen maar zóólang overeind blijven staan, als de machtigste der ondertee kenaars dat duldt. Het heet niet de bedoeling van Duitschland te zijn de belangen der andere oeverstaten te miskennen, doch het wil de be langen geregeld zien in bilaterale verdragen, waarbü de niet-oeverstaten als niet direct be langhebbenden zullen worden uitgesloten. Het zal de vrije scheepvaart op de rivieren, voor zoover die door Duitsch gebied stroomen, hand haven en de behandeling van schepen van an dere landen laten afhangen vaft de behande ling, die deze landen zelf Duitsche schepen la ten ondergaan. De regelingen, welke Duitsch land dus wil treffen, zullen gebaseerd moeten zijn op volkomen gelijkheid en wederkeerigheid. Principieel is hier weinig tegen aan te voeren, maar practisch zullen kleine mogendheden zich in bilaterale verdragen zwakker voelen dan toen zü nog andere medecontractanten in den rug hadden. Het is vanzelfsprekend, dat vooral in de Fransch georiënteerde Belgische en in de Fransche pers de reactie op deze nieuwe eigenmachtigheidsuiting van het rechts gelijkheid nemende Duitschland het heftigst is. De maximale reactie, waartoe zelfs Frankrijk zich echter zal kunnen opwinden, zal waar schijnlijk bestaan in een poging om te komen tot een algemeen protest van alle bij het in ternationalisatie-systeem betrokken staten. In Engeland neemt men het geval zeer lakoniek op en het ziet er niet naar uit, dat Engeland voor een dergelijk algemeen protest, dat toch de gedane zaken geen keer doet nemen, zal zijn te vinden. Voor ons land is de quaestie hoofd zakelijk van belang, voor zoover deze de Rijn scheepvaart betreft. Nederland heeft de Rijn- scheepvaartovereenkomst van dit jaar niet on derteekend, omdat het met de daarin vastge stelde regelingen niet accoord ging. Nederland zal nu met Duitschland tot een bevredigend vergelijk dienen te komen en dit is zeer wel mogelijk, aangezien Nederland door zijn geogra- phische situatie het belangrijkste deel van den Rijn n.l. zün monding beheerscht. Ter juiste beoordeeling van de opzegging door Duitsch land van de Rünvaart-overeenkomst diene men in het oog te houden, dat in deze overeenkomst de mogelijkheid van opzegging voor 15 Novem ber was voorzien. In dit opzicht heeft Duitsch land dus niet déloyaal gehandeld. Voor zoover het thans vervallen internationalisatie-systeem den Donau betreft, mag men veilig aannemen, dat de opzegging mede gestimuleerd is door de nieuwe Duitsch-Italiaansche politieke en eco nomische samenwerking in het Donau-gebied. Hoe daar de terugslag zal zijn, vooral in Tsje- cho-Slowakije en Roemenië dient te worden afgewacht grip orde als een éénheid, ontstaan uit de har monische verbondenheid van allen. Verbondenheid moet allereerst bestaan tus schen natuur en bovennatuur. En in de natuui in de menschelijke samenleving moeten rechtvaardigheid en liefde een éénheid vormen. Bij alles echter blijve Hij, die werkelijk het mid denpunt is, ook het centrum van alles: God. Zonder Hem is geen orde mogelijk. Wij, die ons onder Zijn leiding stellen, moeten de orde scheppen, anders schept niemand haar. Ons ge bed luide: Blijf bij ons, Heer, in dezen zwaren tijd, bij het vervullen van deze zware taak. Met applaus werd deze voor een landdag wel zéér hooggestemde en moeilük te volgen rede ontvangen. Na het zingen van „Roomsche blijdschap" trad Pater Mr. Dr. D. Beaufort O.F.M. voor de microphoon om te spreken over „Ar beid". Het is onjuist en uiterst gevaarlijk te meenen, dat er een tegenstelling zou be staan tusschen den strijd om hoogere waar den, dien de R. K. Staatspartij in dezen tüd moet voeren en den sterken nadruk, dien zü iegt op den zoo materieelen eisch van „loo- nenden arbeid voor ons volk." Wie meent daar een tegenstelling te moeten zoeken, kent de hooge ideëele waarde niet, die de arbeid bezit voor het persoonlük en voor het maatschappelük leven. Persoonlijk is de arbeid voor den mensch een plicht geen neerdrukkende plicht, doch de opheffende vervulling van een levensroeping. Maatschappelük gezien draagt iedere arbeid een deeltje bij tot het groote geheel, dat de wel vaart van allen vormt. Het is de ramp van dezen tijd, zoowel voor den mensch als voor de samenleving, dat deze eeuw van den arbeid een eeuw der werkloosheid dreigt te worden, zooals de eeuw van het kind een eeuw werd zonder kinderen! Wanneer wij in dezen tijd strijden om de be ginselen, om het doorvoeren van Gods wet, dan óók met betrekking tot den arbeid. En op dat punt eischt Gods wet, dat ten spoedigste een eind worde gemaakt aan den onnatuurlüken toe stand, waarin ontelbaren hun levensroeping niet kunnen vervullen. De .strijd om den arbeid is een stuk strijd om het beginsel. Ook nog om een andere reden: wanneer thans de valsche beginselen van uiterst rechtsch en linksch een dreigend gevaar vormen, dan is dat alleen omdat een maatschappelijke toestand ais de tegenwoordige, waarin massale werkloosheid heerscht, 'n geschikten voedingsbodem voor alle radicalisme biedt. Vertrouwen moeten wij geven aan onze partü, die méér dan eenige andere gedaan heeft om toonenden arbeid voor ons volk te behouden en nieuw te scheppen. Meermalen werd dit heldere betoog door ap plaus onderbroken en onder toejuichingen ging men de pauze in, om na een half uur weer de plaatsen op de tribunes te bezetten. De lam pen schijnen op het dof-lichtende vlak van de renbaan. Mr. C. Goseling, met levendige sympathie voor de microphoon begroet, zal spreken over de éénheid der katholieken. Zij, die den weg van de splitsing opgaan, wor den op dien weg steeds verder gedreven. Waar een groepje zich afscheidt, zijn er spoedig meerdere, waartoe dit ééne groepje uiteenvalt. Zoo kan geen opbouwend wérk worden verricht, in het volk niet en in de Kamer niet. Splitsing is tegen het Staatsbelang. Onze eenheid is niet alleen ónze kracht, dóch ook de kracht van Nederland. Onze eenheid handhaven wü niet door gelijk schakeling doch door een christelij ken gemeen schapszin, die plaats laat voor een geordende medezeggenschap, voor een gezonde democratie. Wü willen geen individualisme, zooals de libe ralen verkondigen, die de welvaart van den Staat alleen verzekerd achten, wanneer alle burgers maar geheel vrij worden gelaten geen individualisme, van welken kant het ook komt ook onder de onzen. Wij willen óók geen cul- tuur-bolschewisme, hetzij in communistische, hetzü in nationaal-socialistische gedaante. Zooals de activiteit van onze mannen Lim burg behoed heeft voor de roode golf, die de mijnstreken eromheen overspoelde, zoo zullen wij over ons land de bruine golf breken. Wü kunnen Nederland redden zelfs Neder land beter maken. De mate echter, waarin en het tempo, waarmee wij dit kunnen, hangt af van onze eenheid. Gaan wij hierin vooruit, dan zullen wü winnen. Hier ligt de taak van de jongeren, die zich bij onze gelederen moeten aansluiten en zich gedragen moeten weten door een sterke bereidvaardigheid tot dienen van het vaderland en van ie eer van Christus. Burgemeester Th. Eisen, van Naaldwijk, voorzitter van den Kring Dordrecht, sprak ten slotte een dank- en afscheidswoord, waarna de vergadering onder het zingen van „Aan U, o Koning der Eeuwen" uiteenging. BATAVIA, 16 Nov. (Aneta). De Raad van ad vies inzake den N.I.R.O.M.-omroep heeft una niem het ingrijpen van den algemeenen omroep- leider, den heer Kusters, die een avondwijding, gehouden door pater Burgers S J., afbrak, na dat eenige malen een waarschuwing was gegeven, goedgekeurd. Volgens den Raad van advies is dit terecht en overeenkomstig de bestaande voorschriften geschied. (Pater Burgers sprak tijdens deze avondwij ding over de toestanden in Spanje en bezigde hierbü uitlatingen welke, volgens de meening van den omroepleider, uit politiek oogpunt niet toelaatbaar waren). Tegenover het graf van wülen jhr. mr. C. J. M. Ruys de Beerenbrouck te Vierakker is in een muur der R. K. kerk een gedenksteen aan gebracht, vermeldende naam, geboorte- en sterfdag, benevens enkele der titels van wülen den voorzitter der Tweede Kamer. Als Uw spüsvertering niet goed werkt, dan hoopen vergiften zich op in Uw lichaam, dan voelt Ge U ellendig, dan gaat Gü er grauw, groezelig uitzien, oud voor Uw tijd! 51 aak Schoon Schip, neemt: Zij bevatten 'n bijzondere samenstelling, ge heel afwijkend van andere laxeer-middelen. Zij bevatten bovendien stoffen om Uw bloed. Uw lever en Uw ingewanden te reinigen, Werken langzaam en voorzichtig, schaden Uw darmen niet en verbeteren Uw gestel. Wilt Gij langzaam laxeeren, neem er één! Wilt Gij snel en goed purgeeren, dan twéé Eenmaal geprobeerd, dan zijt gij overtuigd, 't Is een vondst van Apotheker Dumont. Prettig innemen, want Gü proeft niets. Per koker van 12 stuks 60 ct. Overal verkrijgbaar. De regeering der Vereenigde Staten zal een gezantschap vestigen bij den H. Stoel, en daarmee zal niet alleen het reeds talrijke diplomaten-corps bij het Vaticaan wederom worden uitgebreid, maar opnieuw een bewijs worden geleverd van de groote plaats, welke het Pauselijk Rome ook naar het oordeel van niet-katholieke regeeringen in de wereld en het interna tionaal verkeer inneemt. Toen de Paus in 1870 zijn tijdelijke macht verloor, was dit voor vele regeerin gen een motief, om maar niet te zeggen een voorwendsel, tot het opheffen der di plomatieke betrekkingen. De Paus was geen souverein meer, meen de men; hij was alleen nog maar preten dent; en dus kon het geen zin hebben nog langer een gezantschap bij zijn hof te on derhouden. Ook ons land ging dien weg op. In November 1871 werd, na een heftig debat, in de Tweede Kamer een amende- ment-Dumbar aangenomen, waarbij de di plomatieke vertegenwoordiging bij den H. Vader werd afgeschaft. Het was een gratuite krenking voor de katholieken de regeering was tégen het amendement geweest maar tevens een absolute miskenning van de werkelijkheid. Want de Paus had zijn souvereiniteit niet verloren, en een aantal regeeringen bleven dan ook hun gezantschap bij den H. Stoel bestendigen, terwijl, wat ons land betrof, de internuntiatuur in Den Haag gehandhaafd bleef. Er woei toen echter een sterke anti-cle- ricale wind over Europa in Duitschland begon juist de Kulturkampf en het overheerschend liberalisme scheen werke lijk den naleven waan te koesteren, dat met den val van de wereldlijke macht ook het Pausdom-zelf zijn ondergang te gemoet ging. Sindsdien werd in meer dan één land de vraag, of men al dan niet met het Vati caan diplomatiek verbonden moest zijn, een strijdvraag, waarvan de beantwoording verschilde naar de omstandigheden, naar de samenstelling van het Parlement en de signatuur van het Kabinet- Toen bijv. in België de liberalen de meer derheid kregen in de Kamer, werd het ge zantschap bij den H. Stoel opgeheven. Maar toen eenige jaren later, in 1884, de katholieken, na een verpletterende stem bus-overwinning weer aan 't bewind kwa men, werd het spoedig hersteld. En toen in het jaar daarop Bismarck, de machtigste staatsman van dien tijd, de bemiddeling van den H. Vader inriep in het Carolinen-confiict met Spanje, en in een vermaard geworden schrijven den Paus als „Sire" betitelde, kon dit worden be schouwd als een zeer duidelijke en zeer gezaghebbende erkenning van des Pausen positie als souverein. Toch bleef men aan die souvereiniteit op kleingeestige wijze tornen. Het anti-clericalisme gaf daarbij steeds den toon aan, en nog in het begin dezer eeuw, toen Combes en consorten het roer in handen kregen, werden in Frankrijk de diplomatieke betrekkingen met den H. Stoel verbroken. De wereldoorlog en de velerlei bemoeiin gen van Benedictus XV vestigden weer op zeer bizondere wijze de aandacht op de positie van den H. Stoel. Ook niet-katholieke bewindslieden leg den daaromtrent verklaringen af, waaruit ondubbelzinnig bleek, hoe hoog men die positie aansloeg, en door ons land werd, in het belang van den vrede, wederom een gezantschap bij den Paus gevestigd. De trieste vertooning met het amende ment-Kersten maakte hieraan, zooals men weet, in 1925 een einde, zeer tegen den zin der regeering. En reeds eenige jaren later herkreeg het Hoofd der Kerk een wereldlijk gebied, een gebied van zeer bescheiden omvang welis waar, maar dat Pius XI, naar verluidde, zelf niet grooter had gewild, en dat in elk geval daadwerkelijk uitdrukking gaf aan zijn souvereiniteit. De rij der Staten, die bij den H. Stoel vertegenwoordigd zijn, is daarna nog toe genomen. Ook het Quirinaal heeft tegen woordig een gezant bij het Vaticaan. En nu komt de groote Republiek aan gene zijde van den Oceaan de rij versterken. Het Pausdom is wederom een wereld macht geworden, schreef indertijd de Lon- densche Times. Het blad scheen dit met eenige verba zing te moeten constateeren. Maar voor die verbazing bestond geen reden. Het Pausdom had nooit opgehouden een wereld-macht te zijn, de grootste zedelijke macht ter wereld. Alleen, men had daarvoor de oogen ge sloten; men had die macht niet kunnen, of niet willen zien, totdat de feiten dwongen haar te erkennen, zooals ook de „ijzeren kanselier" dit deed met zijn fameuzen gang naar Canossa, P. S.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 2