De moeilijkheden der Kerk
in Duitschland
Landdag in Rotterdam
Een nieuwe „Daad
Duitschland
van
Last
met Uw stoelgang
KLACHTEN VINDEN GEEN
GEHOOR
Dobhelmann
lekker... man!
NA DE SCHEEPSRAMP
TE SOERABAJA
LOONENDE ARBEID!
ZWAKKE REACTIES
M.S.S .-cachets
MAANDAG 16 NOVEMBER 1936
De bisschoppen der Rijnsche kerk
provincie publiceeren na con
ferentie met Kard. Faul-
kaber een belangwek-
kenden brief
Beroep op de openbare
meening
Vermanend woord tol
de priesters
Een beroep op de leeken
De onbewaakte overweg
Oude man te Haaksbergen onder
locomotief gedood
Sigarenzaak uitgebrand
De eigenaar op het laatste
oogenblik gered
De oorzaak moet niet worden
toegeschreven aan onjuiste
belading
Zwager doodgestoken
In hoog er beroep dezelfde straf
opgelegd
Strijd tegen de werkloosheid is een
strijd om de beginselen!
Onze eenheid, 's lands
welvaren
mtm
BUITENLANDSCH OVERZICHT
99
VOOR BIJZONDERE NOODEN
Maandag 14 December radio-
luisterwedstrijd
Bilaterale verdragen
aangeboden
De afgebroken radio
rede
Raad van advies keurt het
ingrijpen goed
JHR. MR. C. J. M. RUYS DE
BEERENBROUCK
Een gedenksteen te Vierakker
Gezanten bij den Paus
Na het onderhoud van Kardinaal von
Faulhaber met Hitier. heeft de. on
verschrokken Kerkvorst een vergade
ring bijeengeroepen van de Commissie uit
het Duitsche Episcopaat, waarin o. m. Kar
dinaal Schulte, Aartsbisschop van Keulen,
en Kardiaal Bertram, Aartsbisschop van
Breslau, zitting hebben.
Na deze conferentie zijn de Bisschoppen
van de Kerkprovincies Keulen en Pader-
bom in vergadering bijeengekomen, waar
het volgende belangrijke Herderlijk Schrij
ven is samengesteld en goedgekeurd, dat
op Zondag 15 November in alle kerken van
den kansel is voorgelezen.
Beminde Diocesanen!
Nu wij over allergewichtigste Kerkelijke aan
gelegenheden in vergadering bijeen zijn, zien
Wij, Bisschoppen van de Kerkprovincies Keulen
en Paderbom, ons voor een zeer pijnlijk feit
gesteld: uit breede kringen in onze Bisdommen
bereiken ons bittere klachten over een onge
hoord feilen gewetensdwang, waaraan zoovele
Katholieken zijn blootgesteld. Diepgeloovige
ouders beschrijven ons in woorden die vervuld
zijn van diepe smart, hoe weliswaar jjiet overal,
maar toch op vele plaatsen in de scholen en
in de machtige organisatie waartoe hun kin
deren behooren, leeraars en leiders bij de kin
deren door woord en geschrift het geloof hun
ner ouders trachten verachtelijk te maken en
deze kinderen op die wijze van Jezus Christus
en Zijn Kerk, en daarmee ook van hun ouders,
geestelijk te vervreemden.
Volwassenen uit de meest verschillende tak
ken van bedrijf komen zich bij Ons beklagen,
dat men misbruik maakt van hun afhankelijk
heid in hun beroep of zaak, om ze te dwingen
hun christelijk geweten te schenden, de God
delijke Geboden te verachten en men tracht hen
zelfs tot afval te brengen van Christus en Zijn
Kerk. De feiten waarop deze klachten berusten,
zijn zoo talrijk en overduidelijk, dat aan de
rechtvaardigheid van deze klachten niet ge
twijfeld kan worden.
Na zoovele vergeefsche pogingen om door
schriftelijke bezwaren hulp te brengen in
den gewetensnood onzer geloovigen, is thans
het uur gekomen, dat WÜ, Bisschoppen, die
geroepen zijn om onze stem te doen hooren,
en wijl Wij de door God gezonden Herders
zijn van het Katholieke volk, ons thans
moeten richten tot de openbare meening.
Wij richten tot allen, die op de ontwikkeling
der verhoudingen in ons vaderland invloed
kunnen uitoefenen, de volgende vragen: Moet
het werkelijk zoo verder gaan? Moet ons
zwaar beproefde Duitsche volk ook het laat
ste en het verschrikkelijkste niet bespaard
blijven? Moeten, na al het leed der laatste
20 jaar ook thans nog de zielen verkracht
worden? Moet ons volk zoo versplinterd
worden, dat 'n deel, zooals onze voorvade
ren, in-Jezus Christus hun God en Heiland
eert, terwijl het ander deel Jezus Chris
tus veracht en Zijn volgelingen verdrukt?
Hoe ook het antwoord op onze vraag zou
uitvallen, Wij, Bisschoppen willen daaromtrent
thans reeds geen twijfel meer openlaten: Wij
zullen voortgaan de volledige Katholieke waar
heid te verkondigen en wij zullen niet ophouden
er bij onze geloovigen op aan te dringen om
hun leven in te richten naar de grondbeginse
len van ons Heilig Geloof.
Zoo vast Wij besloten zijn ons door niets ter
wereld in de vervulling van dezen, onzen heiligen
plicht te laten afbrengen, evenzoo vast zijn Wij
er ook van overtuigd dat nog vele Katholieke
Christenen met Gods genade, zelfs onder den
meest vreeselijken druk hun Doopgeloften trouw
blijven en bereid zullen zijn om' terwilla van
Christus en hun geweten ook de laatste en
grootste offers te brengen.
Wij wenden ons in deze ernstige ure tot onze
medewerkers in onze Heilige Bediening, tot
onze Priesters. Geliefde Medebroeders! Wij
weten dat gij geen huurlingen zijt, maar goe
de, trouwe Herders, en dat het U hooge ernst
is om bereidwillig alles, en zelfs Uw leven voor
de kudde van Christus op te offeren. Wij ver
manen U, blijft in heilige liefde en onwankel
baar vertrouwen met Ons en met elkander ver
bonden. Hoe grooter de gevaren voor het zie
lenheil der U toevertrouwde geloovigen zijn,
des te waakzamer en nog meer vindingrijk zij
Uw Apostolische ijver.
Laat U niet ontmoedigen door miskenning,
beleediging en laster, want de leerling is niet
beter dan de Meester! Laat U niet ontmoedi
gen door uitwendige mislukkingen: want reeds
de Apostel der volken heeft U gezegd: „En
daarom mijne geliefde broeders staat onbe
weeglijk vast, weest ten allen tijde rijk in 's
Heeren werk; ge weet dat Uw arbeid niet te-
vergeefsch is in den Heer!" (I. Cor. 15.38).
Wij wenden ons voor alles in vurige her
derlijke liefde tot de geloovigen uit den lee-
kenstand.
Wij weten geliefde Diocesanen wat gü lijdt
en Wij lijden met U. Het is Onze grootste droe
fenis, dat Wij U niet kunnen behoeden tegen
uiterlijke verdrukking en onrechtvaardige be
dreiging. Maar Wij geven U iets wat nuttiger
en kostbaarder is; Wü herinneren U aan de
onuitputtelijke heilige krachtbron van Ons H.
Geloof. Juist in den tegenwoordigen tüd is het
de plicht van iederen Christen om ervoor zorg
te dragen, dat hij zelf in de heilige waarheden
van ons geloof goed onderricht is, en dat hij
ook anderen kan onderwijzen.
Gij, ouders vooral, moet door uw leer en uw
voorbeeld de Godsdienstleeraars uwer kinde
ren zijn! Zorgt ervoor dat zij aan het leven
der Kerk deelnemen en dat er geen scheids
muur wordt opgetrokken tusschen uwe kinde
ren en uw priesters.
Bidt veel en offert veel voor uwe kinderen!
Maakt gebruik van alle geoorloofde middelen
om uwe kinderen verre te houden van iederen
invloed die vijandig staat tegenover den Gods
dienst, tracht hen daarvoor te vrijwaren. Geeft
nooit uwe toestemming daartoe dat aan uw
kinderen de Büzondere School ontnomen
wordt. Wanneer gij voor die pijnlijke keuze ge
steld zoudt worden, ofwel de aardsche toekomst
uwer kinderen, of hun zieleheil in gevaar te
brengen, weest dan overtuigd:
„Uwe kinderen zullen U eeuwig dankbaar
hiervoor zün, dat gij een scheiding van Chris
tus en Zyn Kerk niet hebt toegelaten.
Wanneer echter voor U volwassenen zelf de
bekoring naderbij komt om ontrouw te worden
aan het geloof, of zelfs van het geloof afvallig
te worden, herinnert U dan, dat het voor een
Christen nooit geoorloofd is, ook niet uiterlijk
en naar den schijn, zijn geloof te verloochenen.
Denkt aan de roemrijke voorbeelden van held-
haftigen belijdersmoed uit de geschiedenis onzer
H. Kerk, waarmee wü van jongs af aan ver
trouwd geraakt zijn. Denkt aan de woorden von
den Heiland:
„Maar wie Mij voor de menschen verloochent
hem zal Ik ook verloochenen voor Mijn Vader,
die in de Hemelen is." (Matth. 1013).
Wij allen echter, Bisschoppen, Priesters en
Geloovigen willen in dezen tijd van verdruk
king inniger dan ooit tevoren met elkander ver
bonden blijven in het Hart van onzen Heiland.
Wanneer iemand van ons omwille van zün ge
loof te lüden heeft, dan moet hü weten en voe
len, dat Wü allen in innige deelname, in on
afgebroken gebed, in heilige liefde met hem
verbonden zün.
Bidt en houdt niet op te bidden voor ons
dierbaar Duitsche volk, opdat het licht van het
geloof ons niet ontnomen worde! Wees gaarne
bereid, zoo vaak gü opgeroepen wordt: laat
Ons bidden om vrede en vrijheid voor onze H.
Kerk en om Gods bescherming en zegen voor
ons Duitsche volk en vaderland!
De zegen van God kome over U en blüve bij
U ten allen tijde.
Gegeven te Munster, 10 November 1936.
Karl Joseph, Kardinaal Schulte,
Aartsbisschop van Keulen,
ft Kaspar, Aartsbisschop van Paderbom.
t Antonius, Bisschop van Limburg,
t Joseph Damian, Bisschop van Fulda.
t Wilhelm, Bisschop van Osnabrück.
t Franz Rudolf, Bisschop van Trier,
t Clemens, August, Bisschop van Münster.
t Joseph Godehard, Bisschop van Hildesheim.
t Joseph, Bisschop van Aken.
Zaterdagavond omstreeks half elf is op den
onbewaakten overweg nabij de R. K. school in
de buurtschap Veldmaat, gemeente Haaksbergen,
de circa 68-jarige ongehuwde Johannes ten Thüe
door een losse locomotief aangereden en op slag
gedood.
De machinist bemerkte een verdacht ge
luid voor aan de locomotief, hetwelk ver
oorzaakt werd door het totaal verwron
gen rijwiel. Hij stopte en bemerkte de aanrij
ding. Terugkeerend vond hü tusschen de rails
het totaal verminkte lijk van den ongelukkige.
Het lü'k van het slachtoffer is naar het St. An-
thonius-gasthuis te Haaksbergen vervoerd.
Zondagnacht omstreeks half drie ontdekte een
surveilleerende agent van politie, dat er in den
sigarenwinkel van den heer W. Vervoom aan
den Langendijk te Gorinchem, brand was uit
gebroken.
De eigenaar, die alleen thuis was en op de
bovenverdieping sliep, kon het huis niet meer
langs den gewonen weg verlaten.
Inmiddels was een andere politie-man toege
schoten en de beide agenten konden door het
aangrenzende perceel den heer Vervoorn met
behulp van een ladder en door een brandluik
uit zijn benarde positie bevrüden.
Onmiddelhjk nadat de heer Vervoorn het
brandende perceel verlaten had, sloegen de
vlammen uit het dak, zoodat de heer V. zijn
leven te danken heeft aan het kordate optreden
van de beide agenten.
Aangezien er voor de aangrenzende perceelen
gevaar bestond, is de brandweer onmiddellük
uitgerukt en heeft met vü'f stralen den brand
bestreden. De stoombrandspuit heeft echter
geen dienst behoeven te doen.
Het perceel brandde tot den grond toe af.
Verzekering dekt de schade.
Hoewel men geen zekerheid heeft omtrent de
oorzaak van den brand, moet deze waarschün-
lük worden gezocht in het feit, dat in den win
kel een kacheltje stond te branden.
De aangrenzende perceelen hebben vrüwel
geen schade gekregen.
IBIS SHAG
Kees
neyy
Rookt IBIS bij voorkeur uit een IBiS-pijp.
Bij Uw winkelier verkrijgbaar.
BATAVIA, 16 Nov. (Aneta). De hoofin.
specteur voor de scheepvaart deelde aan
Anijta mede, ten aanzien van het onderzoek
naar de oorzaken van de ramp met de „Van
der Wijck", dat dit onderzoek tot dusverre
heeft uitgewezen, dat de oorzaak niet moet
worden toegeschreven aan onjuiste belading,
wijl het schip bij het vertrek van Soerabaja
alleszins voldoende stabiel was.
In 1927 is uit een hellingsproef welke proef
doorgaans slechts éénmaal in het bestaan van
een schip wordt genomen de meta-center-
hoogte (welke de stabiliteit van het schip be-
paalt)^ vastgesteld bij bepaalde belading en bü
vulling van de tanks. Aan de hand van tot dus
verre verkregen gegevens ten aanzien van de be
lading bij het vertrek van Soerabaja en de cor
rectie op de meta-center-hoogte, in 1927 gevon
den, kon wordein vastgesteld, dat de „Van der
Wijck" voldoende stabiliteit had (toen de ramp
geschiedde), hetgeen inhoudt, dat de etat-
major ten aanzien van mogelijke foutieve be
handeling van de lading en van het vullen van
de tanks, van alle blaam is gezuiverd.
Het Hof te Den Haag deed heden uitspraak
in de zaak van den opperman T. de M. uit
Schiedam, gedetineerd, die na een aanval, als
gevolg van suikerziekte, zün zwager M. van B.
te Schiedam, die bij hem inwoonde, zoodanig
met een mes heeft gestoken, dat de dood on
middellijk intrad en die daarvoor door de Rot-
terdamsche Rechtbank is veroordeeld tot drie
jaar gevangenisstraf met aftrek van drie maan
den voorarrest.
Het Hof heeft dit vonnis bevestigd.
Rotterdam, 15 November
In een wel zéér merkwaardig milieu komt
de landdag van de R. K. Staatspartij in de
Maasstad bijeen. De groote Nenütohal, waar
de renbaan van de Zesdaagsche nog niet is
weggenomen, is zoo goed en zoo kwaad als
het gaat voor de groote vergadering inge
richt. En het effect voldoet éénig. De vier
groote tribunes opzij van de wijde, lichte
baan, waar vaderlandsche dundoeken en
spreuken, op het streven der partij betrek
king hebbend, op liggen uitgespreid, de vier
tribunes zijn geheel bezet.
Alleen in het middenvak staan nog enkele
leege stoelen.
Onder toejuichingen en applaus betreedc te
gen twee uur de voorzitter van den Kring Rot
terdam, vergezeld van de landdag-sprekers, het
podium, dat, omhangen met rood-wit-blauw en
oranje,midden op de renbaan vooruitgebouwd
staat. Een défilé van Haagsche jongeren trok
met hun vlaggen ter begroeting voorbij.
Na een kort openingswoord van Dr. A. M. L u-
c a s, die als verheugend feit meende te mogen
constateeren, dat niet alleen de economische,
doch ook de geestelüke crisis over haar hoogte
punt heen raakt, na het zingen vervolgens van
het Wilhelmus en het verzenden van telegrafi
sche trouwbetuigingen aan Vorstin en Bisschop,
sprak Dr. H. M o 11 e r over ,,Orde".
Met St. Thomas bepaalde Dr. Mbller het be-
Zooals wij gemeld hebben heeft de
Zweedsche Academie van Wetenschap
pen den Nobelprijs voor Chemie toege
kend aan den directeur van het „Kai
ser Wilhelm-Institut für Physik" te Ber
lijn, Prof. Dr. iP. Debye, in 't bijzonder
voor zijn onderzoekingen naar den bouw
der moleculen. Van geboorte is Debye
Nederlander, hij kwam uit Limburg.
Hierboven het portret van den
bekroonden geleerde
O
Het Nationaal Fonds voor Büzondere Nooden,
dat een deel van den arbeid van het Nationaal
Crisis Comité voortzet, organiseert Maandag 14
December a-s. een radio-luisberwedstrijd, ge
wijd aan de sport, ter versterking van de kas,
waaraan ook dezen winter de hoogste eischen
zullen worden gesteld.
Duitschland heeft een nieuwe internatio-
naal-politieke daad gesteld, welke ge
heel valt in de lün der voldongen feiten
tactiek. Het heeft de in het Verdrag van Ver-
saillies vastgelegde internationalisatie van Rijn,
Donau, Elbe en Oder opgezegd en zün delegatie
uit de Rünvaartcommissie teruggetrokken. Hoe
men dit ook keert of wendt, een sensatie valt
er niet van te maken, want ten eerste heeft
Duitschland de wereld gewend aan de gedach
te, dat het successievelyk en stelselmatig alles
wat het als een beperking of verkorting van
zün souvereine rechten voelt, zoo noodig een-
züdig van de baan wenscht te schuiven, en ten
tweede vormt de kwestie voor de internationa
lisatie van verschillende door Duitschland
stroomende rivieren, hoe belangrijk ook voor
andere oeverstaten, slechts een détail van het
geheele Versailles-complex, waarin reeds groo-
tere en ernstigere gapingen zün geschoten. Van
het papieren gevangenisgebouw van het Ver
drag van Versailles staan nu eigenlijk alleen
nog maar de territoriale regelingen overeind en
deze zullen ook alleen maar zóólang overeind
blijven staan, als de machtigste der ondertee
kenaars dat duldt. Het heet niet de bedoeling
van Duitschland te zijn de belangen der andere
oeverstaten te miskennen, doch het wil de be
langen geregeld zien in bilaterale verdragen,
waarbü de niet-oeverstaten als niet direct be
langhebbenden zullen worden uitgesloten. Het
zal de vrije scheepvaart op de rivieren, voor
zoover die door Duitsch gebied stroomen, hand
haven en de behandeling van schepen van an
dere landen laten afhangen vaft de behande
ling, die deze landen zelf Duitsche schepen la
ten ondergaan. De regelingen, welke Duitsch
land dus wil treffen, zullen gebaseerd moeten
zijn op volkomen gelijkheid en wederkeerigheid.
Principieel is hier weinig tegen aan te voeren,
maar practisch zullen kleine mogendheden zich
in bilaterale verdragen zwakker voelen dan
toen zü nog andere medecontractanten in den
rug hadden.
Het is vanzelfsprekend, dat vooral in
de Fransch georiënteerde Belgische en
in de Fransche pers de reactie op deze
nieuwe eigenmachtigheidsuiting van het rechts
gelijkheid nemende Duitschland het heftigst is.
De maximale reactie, waartoe zelfs Frankrijk
zich echter zal kunnen opwinden, zal waar
schijnlijk bestaan in een poging om te komen
tot een algemeen protest van alle bij het in
ternationalisatie-systeem betrokken staten. In
Engeland neemt men het geval zeer lakoniek op
en het ziet er niet naar uit, dat Engeland voor
een dergelijk algemeen protest, dat toch de
gedane zaken geen keer doet nemen, zal zijn
te vinden. Voor ons land is de quaestie hoofd
zakelijk van belang, voor zoover deze de Rijn
scheepvaart betreft. Nederland heeft de Rijn-
scheepvaartovereenkomst van dit jaar niet on
derteekend, omdat het met de daarin vastge
stelde regelingen niet accoord ging. Nederland
zal nu met Duitschland tot een bevredigend
vergelijk dienen te komen en dit is zeer wel
mogelijk, aangezien Nederland door zijn geogra-
phische situatie het belangrijkste deel van den
Rijn n.l. zün monding beheerscht. Ter juiste
beoordeeling van de opzegging door Duitsch
land van de Rünvaart-overeenkomst diene men
in het oog te houden, dat in deze overeenkomst
de mogelijkheid van opzegging voor 15 Novem
ber was voorzien. In dit opzicht heeft Duitsch
land dus niet déloyaal gehandeld. Voor zoover
het thans vervallen internationalisatie-systeem
den Donau betreft, mag men veilig aannemen,
dat de opzegging mede gestimuleerd is door de
nieuwe Duitsch-Italiaansche politieke en eco
nomische samenwerking in het Donau-gebied.
Hoe daar de terugslag zal zijn, vooral in Tsje-
cho-Slowakije en Roemenië dient te worden
afgewacht
grip orde als een éénheid, ontstaan uit de har
monische verbondenheid van allen.
Verbondenheid moet allereerst bestaan tus
schen natuur en bovennatuur. En in de natuui
in de menschelijke samenleving moeten
rechtvaardigheid en liefde een éénheid vormen.
Bij alles echter blijve Hij, die werkelijk het mid
denpunt is, ook het centrum van alles: God.
Zonder Hem is geen orde mogelijk. Wij, die ons
onder Zijn leiding stellen, moeten de orde
scheppen, anders schept niemand haar. Ons ge
bed luide: Blijf bij ons, Heer, in dezen zwaren
tijd, bij het vervullen van deze zware taak.
Met applaus werd deze voor een landdag
wel zéér hooggestemde en moeilük te volgen
rede ontvangen.
Na het zingen van „Roomsche blijdschap"
trad Pater Mr. Dr. D. Beaufort O.F.M.
voor de microphoon om te spreken over „Ar
beid".
Het is onjuist en uiterst gevaarlijk te
meenen, dat er een tegenstelling zou be
staan tusschen den strijd om hoogere waar
den, dien de R. K. Staatspartij in dezen tüd
moet voeren en den sterken nadruk, dien zü
iegt op den zoo materieelen eisch van „loo-
nenden arbeid voor ons volk."
Wie meent daar een tegenstelling te moeten
zoeken, kent de hooge ideëele waarde niet, die
de arbeid bezit voor het persoonlük en voor het
maatschappelük leven.
Persoonlijk is de arbeid voor den mensch een
plicht geen neerdrukkende plicht, doch de
opheffende vervulling van een levensroeping.
Maatschappelük gezien draagt iedere arbeid
een deeltje bij tot het groote geheel, dat de wel
vaart van allen vormt.
Het is de ramp van dezen tijd, zoowel
voor den mensch als voor de samenleving,
dat deze eeuw van den arbeid een eeuw der
werkloosheid dreigt te worden, zooals de
eeuw van het kind een eeuw werd zonder
kinderen!
Wanneer wij in dezen tijd strijden om de be
ginselen, om het doorvoeren van Gods wet, dan
óók met betrekking tot den arbeid. En op dat
punt eischt Gods wet, dat ten spoedigste een
eind worde gemaakt aan den onnatuurlüken toe
stand, waarin ontelbaren hun levensroeping niet
kunnen vervullen. De .strijd om den arbeid is
een stuk strijd om het beginsel.
Ook nog om een andere reden: wanneer thans
de valsche beginselen van uiterst rechtsch en
linksch een dreigend gevaar vormen, dan is dat
alleen omdat een maatschappelijke toestand ais
de tegenwoordige, waarin massale werkloosheid
heerscht, 'n geschikten voedingsbodem voor alle
radicalisme biedt.
Vertrouwen moeten wij geven aan onze partü,
die méér dan eenige andere gedaan heeft om
toonenden arbeid voor ons volk te behouden en
nieuw te scheppen.
Meermalen werd dit heldere betoog door ap
plaus onderbroken en onder toejuichingen ging
men de pauze in, om na een half uur weer de
plaatsen op de tribunes te bezetten. De lam
pen schijnen op het dof-lichtende vlak van de
renbaan.
Mr. C. Goseling, met levendige sympathie
voor de microphoon begroet, zal spreken over
de éénheid der katholieken.
Zij, die den weg van de splitsing opgaan, wor
den op dien weg steeds verder gedreven. Waar
een groepje zich afscheidt, zijn er spoedig
meerdere, waartoe dit ééne groepje uiteenvalt.
Zoo kan geen opbouwend wérk worden verricht,
in het volk niet en in de Kamer niet. Splitsing
is tegen het Staatsbelang.
Onze eenheid is niet alleen ónze kracht,
dóch ook de kracht van Nederland.
Onze eenheid handhaven wü niet door gelijk
schakeling doch door een christelij ken gemeen
schapszin, die plaats laat voor een geordende
medezeggenschap, voor een gezonde democratie.
Wü willen geen individualisme, zooals de libe
ralen verkondigen, die de welvaart van den
Staat alleen verzekerd achten, wanneer alle
burgers maar geheel vrij worden gelaten geen
individualisme, van welken kant het ook komt
ook onder de onzen. Wij willen óók geen cul-
tuur-bolschewisme, hetzij in communistische,
hetzü in nationaal-socialistische gedaante.
Zooals de activiteit van onze mannen Lim
burg behoed heeft voor de roode golf, die de
mijnstreken eromheen overspoelde, zoo zullen
wij over ons land de bruine golf breken.
Wü kunnen Nederland redden zelfs Neder
land beter maken. De mate echter, waarin en
het tempo, waarmee wij dit kunnen, hangt af
van onze eenheid. Gaan wij hierin vooruit, dan
zullen wü winnen. Hier ligt de taak van de
jongeren, die zich bij onze gelederen moeten
aansluiten en zich gedragen moeten weten door
een sterke bereidvaardigheid tot dienen van het
vaderland en van ie eer van Christus.
Burgemeester Th. Eisen, van Naaldwijk,
voorzitter van den Kring Dordrecht, sprak ten
slotte een dank- en afscheidswoord, waarna de
vergadering onder het zingen van „Aan U, o
Koning der Eeuwen" uiteenging.
BATAVIA, 16 Nov. (Aneta). De Raad van ad
vies inzake den N.I.R.O.M.-omroep heeft una
niem het ingrijpen van den algemeenen omroep-
leider, den heer Kusters, die een avondwijding,
gehouden door pater Burgers S J., afbrak, na
dat eenige malen een waarschuwing was gegeven,
goedgekeurd. Volgens den Raad van advies is
dit terecht en overeenkomstig de bestaande
voorschriften geschied.
(Pater Burgers sprak tijdens deze avondwij
ding over de toestanden in Spanje en bezigde
hierbü uitlatingen welke, volgens de meening
van den omroepleider, uit politiek oogpunt niet
toelaatbaar waren).
Tegenover het graf van wülen jhr. mr. C. J.
M. Ruys de Beerenbrouck te Vierakker is in
een muur der R. K. kerk een gedenksteen aan
gebracht, vermeldende naam, geboorte- en
sterfdag, benevens enkele der titels van wülen
den voorzitter der Tweede Kamer.
Als Uw spüsvertering niet goed werkt, dan
hoopen vergiften zich op in Uw lichaam,
dan voelt Ge U ellendig, dan gaat Gü er
grauw, groezelig uitzien, oud voor Uw tijd!
51 aak Schoon Schip, neemt:
Zij bevatten 'n bijzondere samenstelling, ge
heel afwijkend van andere laxeer-middelen.
Zij bevatten bovendien stoffen om Uw bloed.
Uw lever en Uw ingewanden te reinigen,
Werken langzaam en voorzichtig, schaden
Uw darmen niet en verbeteren Uw gestel.
Wilt Gij langzaam laxeeren, neem er één!
Wilt Gij snel en goed purgeeren, dan twéé
Eenmaal geprobeerd, dan zijt gij overtuigd,
't Is een vondst van Apotheker Dumont.
Prettig innemen, want Gü proeft niets.
Per koker van 12 stuks 60 ct. Overal verkrijgbaar.
De regeering der Vereenigde Staten
zal een gezantschap vestigen bij den
H. Stoel, en daarmee zal niet alleen
het reeds talrijke diplomaten-corps bij het
Vaticaan wederom worden uitgebreid, maar
opnieuw een bewijs worden geleverd van
de groote plaats, welke het Pauselijk Rome
ook naar het oordeel van niet-katholieke
regeeringen in de wereld en het interna
tionaal verkeer inneemt.
Toen de Paus in 1870 zijn tijdelijke
macht verloor, was dit voor vele regeerin
gen een motief, om maar niet te zeggen
een voorwendsel, tot het opheffen der di
plomatieke betrekkingen.
De Paus was geen souverein meer, meen
de men; hij was alleen nog maar preten
dent; en dus kon het geen zin hebben nog
langer een gezantschap bij zijn hof te on
derhouden. Ook ons land ging dien weg op.
In November 1871 werd, na een heftig
debat, in de Tweede Kamer een amende-
ment-Dumbar aangenomen, waarbij de di
plomatieke vertegenwoordiging bij den H.
Vader werd afgeschaft.
Het was een gratuite krenking voor de
katholieken de regeering was tégen het
amendement geweest maar tevens een
absolute miskenning van de werkelijkheid.
Want de Paus had zijn souvereiniteit
niet verloren, en een aantal regeeringen
bleven dan ook hun gezantschap bij den
H. Stoel bestendigen, terwijl, wat ons land
betrof, de internuntiatuur in Den Haag
gehandhaafd bleef.
Er woei toen echter een sterke anti-cle-
ricale wind over Europa in Duitschland
begon juist de Kulturkampf en het
overheerschend liberalisme scheen werke
lijk den naleven waan te koesteren, dat
met den val van de wereldlijke macht ook
het Pausdom-zelf zijn ondergang te gemoet
ging.
Sindsdien werd in meer dan één land de
vraag, of men al dan niet met het Vati
caan diplomatiek verbonden moest zijn,
een strijdvraag, waarvan de beantwoording
verschilde naar de omstandigheden, naar
de samenstelling van het Parlement en de
signatuur van het Kabinet-
Toen bijv. in België de liberalen de meer
derheid kregen in de Kamer, werd het ge
zantschap bij den H. Stoel opgeheven.
Maar toen eenige jaren later, in 1884, de
katholieken, na een verpletterende stem
bus-overwinning weer aan 't bewind kwa
men, werd het spoedig hersteld.
En toen in het jaar daarop Bismarck, de
machtigste staatsman van dien tijd, de
bemiddeling van den H. Vader inriep in
het Carolinen-confiict met Spanje, en in
een vermaard geworden schrijven den Paus
als „Sire" betitelde, kon dit worden be
schouwd als een zeer duidelijke en zeer
gezaghebbende erkenning van des Pausen
positie als souverein. Toch bleef men aan
die souvereiniteit op kleingeestige wijze
tornen.
Het anti-clericalisme gaf daarbij steeds
den toon aan, en nog in het begin dezer
eeuw, toen Combes en consorten het roer
in handen kregen, werden in Frankrijk de
diplomatieke betrekkingen met den H.
Stoel verbroken.
De wereldoorlog en de velerlei bemoeiin
gen van Benedictus XV vestigden weer op
zeer bizondere wijze de aandacht op de
positie van den H. Stoel.
Ook niet-katholieke bewindslieden leg
den daaromtrent verklaringen af, waaruit
ondubbelzinnig bleek, hoe hoog men die
positie aansloeg, en door ons land werd,
in het belang van den vrede, wederom een
gezantschap bij den Paus gevestigd.
De trieste vertooning met het amende
ment-Kersten maakte hieraan, zooals men
weet, in 1925 een einde, zeer tegen den zin
der regeering.
En reeds eenige jaren later herkreeg het
Hoofd der Kerk een wereldlijk gebied, een
gebied van zeer bescheiden omvang welis
waar, maar dat Pius XI, naar verluidde,
zelf niet grooter had gewild, en dat in elk
geval daadwerkelijk uitdrukking gaf aan
zijn souvereiniteit.
De rij der Staten, die bij den H. Stoel
vertegenwoordigd zijn, is daarna nog toe
genomen. Ook het Quirinaal heeft tegen
woordig een gezant bij het Vaticaan. En
nu komt de groote Republiek aan gene
zijde van den Oceaan de rij versterken.
Het Pausdom is wederom een wereld
macht geworden, schreef indertijd de Lon-
densche Times.
Het blad scheen dit met eenige verba
zing te moeten constateeren.
Maar voor die verbazing bestond geen
reden.
Het Pausdom had nooit opgehouden een
wereld-macht te zijn, de grootste zedelijke
macht ter wereld.
Alleen, men had daarvoor de oogen ge
sloten; men had die macht niet kunnen, of
niet willen zien, totdat de feiten dwongen
haar te erkennen, zooals ook de „ijzeren
kanselier" dit deed met zijn fameuzen gang
naar Canossa, P. S.