De Haagsche „zedenzaak in bespreking WEE UIT EEN NEST HET OORDEEL VAN DS. VAN DER HEIDE 3<e q\ojo£i2. e&oïst VRIJDAG 20 NOVEMBER 1936 TWEEDE KAMER Volgens dr. Kortenhorst is terug houdendheid voor de Kamer een gebiedende eisch Niemand mag onrecht geschieden Geen onrecht mag geschieden Balans opgemaakt GENERAAL VAN VOORST TOT VOORST Hedenmiddag hoopt hij 't zieken huis te verlaten Accijnzen op bier en gedistilleerd Commissie zal wenschelijkheid en mogelijkheid van verlaging onderzoeken EXTRA-UITKEERING AAN WERKLQOZEN Regeeringsbijdrage gedeeltelijk in natura 's Prinsen bezoek aan Schiphol RIJNVAART Commissie van deskundigen benoemd RIJ- EN NUMMERBEWIJZEN Bij verhuizing naar een andere provincie Groote voldoening bij de K.L.M. over de intensieve belang stelling van den voor namen gast BOUW VAN TUNNEL TE ROTTERDAM Advies der oeververbindings commissie zou gunstig zijn UITVAARCERTIFICATEN TRAWLVISSCHERIJ Journalistiek jubileum De „J. M. van Nassau" naar Kingston Dr. Valentin van Marle overleden Wouter Nijhoff onderscheiden Mussert's dagblad niet voor leger en vloot ROEKELOOS GEREDEN? Hooge boete tegen auto-handelaar geëischt DE VERDUISTERING TE GRONINGEN Nog een arrestatie Kalender Raad van Arbeid Taxegedeelte consumptiemelk Zeevischdistributie Het huwelük van onze Prinses Twaalf bruidsmeisjes en twaalf jonkers in den bruidsstoet Bruidsjonkers Koning Leopold teekent in op gedenkboek Hoe de Eerste Kamer zich uitte UIT DE STAATSCOURANT Burgemeesters Benoeming ingetrokken DOOR ANNY VAN PANHUYS A. v. d. Heide DEN HAAG, 19 November *36. De Haagsche .zedenzaak" heeft ook vandaag bij de debatten over de Justitiebegrooting in het middel punt van de belangstelling gestaan. De sociaal-democraat ds. Van der Heide, uit wiens brochure nu wel bekend is, dat hij volkomen aan de zijde van den thesaurier-generaal staat, leidde de discussies over het delicate onderwerp in en formuleer de een aantal vragen, waarop hij van den minister een duidelijk antwoord verlangde. Opnieuw wenschte de heer VAN DER HEI DE meer klaarheid over de rol, die de Haag sche politie gespeeld heeft vóór de sensa- tioneele publicatie van het geval. Ook wilde hij we ten, waarom men 25 Mei eerst des avonds tot de arrestatie van mr. R. is overgegaan, terwijl men hem veel gemakkelijker en met minder opzien des och tends had kunnen vasthouden, toen hij (vóórdat hij een ver gadering van ministers ging bijwonen) geheel vrijwillig bij de Haagsche politie inlichtingen was gaan inwinnen omtrent geruchten, die hem ter oore waren gekomen. Als de minister te kennen gaf in zijn Memorie van Antwoord, dat mr. R. naar zijn oordeel niet lichtvaar dig behandeld was, was dan soms, zoo vroeg dr. Van der Heide verder, het besluit van de Haagsche rechtbank, om de voorloopige hech tenis op te heffen, wèl lichtvaardig geweest? Kende die rechtbank het „ander belastend materiaal", dat volgens 's ministers laatste nota de verklaringen van den eenigen getuige aanvulde? Had de Haagsche politie den Of ficier van Justitie op de hoogte gesteld van hetgeen haar uit tal van ervaringen nopens de betrouwbaarheid en de abnormaliteit van den 17-jarigen getuige bekend was? Of had de Officier dit allemaal maar naast zich neergelegd? Was er, aangezien de goede naam van twee departementen in de zaak be trokken was, voor den minister van Justitie geen aanleiding geweest, om den officier te bewegen tot een zeer grondig onderzoek naar de figuur en het verleden van den eenigen getuige, die zelfs al een veroordeeling achter den rug had en tal van bewijzen van onbe trouwbaarheid en overmatige fantasie had af gelegd? Dit en nog veel meer wilde de heer Van der Heide van den minister weten. Het is echter te verwachten, dat hij nog geduld zal moeten oefenen, omdat minister Van Schaik zich wel op hetzelfde standpunt stellen zal als dr. Kortenhorst in de zaakR. innam. Dr. KORTENHORST, die bij Justitie een trouw spreker is, zette allereerst nauwkeurig uiteen, wat in deze zaak en op het oogenblik de taak der Kamer is. Dat was een goed werk, want buiten de Kamer stelt men zich hetgeen de volksvertegenwoordiging in zaken als deze bereiken kan, vaak overdreven of volslagen Verkeerd voor. Men diende, aldus de katholieke afge vaardigde, goed voor oogen te houden ten eerste, dat de Kamer hier natuurlijk geen be slissing kon doordrijven en ten tweede, dat de Kamer als contróle-orgaan zich zorgvuldig te hoeden had voor de lichtvaardigheid, die in de zaakR. terecht of ten onrechte aan de rechterlijke macht en aan de Regeering werd ten laste gelegd. Uitgaande van dit standpunt, achtte dr. Kortenhorst op het mo ment groote terughoudendheid voor de Kamer een gebiedenden eisch. Im mers, wèl zijn in de brochures van ds. Van der Heide en dr. Bouman allerlei beschuldigingen geuit, maar de mogelijkheid tot vorming van een Dr. L. G. Kortenhorst objectief oordeel zou eerst aanwezig kunnen zijn, als men eerst ook de be schuldigden gehoord had. Voorloo- pig wenschte dr. Kortenhorst dan ook vertrouwen te blijven stellen in de ministers Oud en Van Schaik, die de Kamer als onkreukbare mannen en paladijnen van het recht kent. Ds. Van der Heide's stelling, dat de minister van Justitie de vervolging had moeten tegen houden, omdat de verdachten zoo hooge ambten bekleeden, verwierp de heer Kortenhorst, omdat, had de minister ip dezen zin ingegrepen, allicht weer het ver wijt van „klasse- justitie" zou zijn op gedoken. De kern der heele kwestie, waarover de Kamer te oordeelen had, was, aldus de katholieke afgevaar digde, de vraag, of zij moest aandringen op de mededeeling, waarin het „andere belas tende materiaal", dat tegen mr. R. viel aan te voeren, bestaat. Doch dr. Kortenhorst be antwoordde die vraag niet bevestigend. De Kamer zou zich, indien haar dat materiaal ter vorming van een oordeel werd voorgelegd, begeven in een stuk rechtspraak, waarbij noch mr. R., noch zijn verdediger, noch de Officier van Justitie, noch de Rechter-Commissaris rechten zouden hebben. Zonder de door den minister gedane toezeg gingen (dat overleg met de pers zal geschieden ter voorkoming van herhaling van dergelijke sensationeele berichtgeving en dat de rechts gang, die in het geval-R. wel zeer traag was bespoedigd zal worden) voldoende te achten, stelde dr. Kortenhorst ten slotte vast, dat het aan mr. R. thans vrij staat, den minister van Financiën te brengen tot een beslissing, of hij ontslagen dan wel gehandhaafd wordt in zijn functie. Deze minister, in wien de katholieke afge vaardigde volledig vertrouwen heeft, heeft reeds een onderzoek naar mr. R.'s particuliere leven ingesteld. En mocht zijn beslissing uit vallen in ongunstigen zin, dan staat aan mr. R. de mogelijkheid open van een beroep op het Ambtenarengerecht. Dr. Kortenhorst's conclusie was dan ook, dat de taak van het Par lement voorloopig alleen daarin be staat, dat het met Argus-oogen moet toezien, dat aan niemand onrecht geschiedt, niet aan mr. R., maar ook niet aan de ambtenaren, tegen wie in deze zaak beschuldigingen zijn in gebracht. Het standpuntt<yan dr. Kortenhorst Is van rechts gedeeld c-^or den anti-revolutionnair mr. TERPSTRA en den christelijk-historischen afgevaardigde jhr. RUTGERS VAN ROZEN BURG, terwijl de liberaal mr. BOON even ernstige grieven uitte als gisteren zyn fractie genoot dr. Coops. De andere katholieke spreker, mr. TRUIJEN, die het inzake het geval-R. eveneens met zijn fractiegenoot dr. Kortenhorst eens was, heeft de balans opgemaakt van hetgeen minister Van Schaik de laatste jaren heeft gepresteerd. Zijn oordeel was zeer gunstig. En inderdaad, als men ziet, wat de bewindsman op het ge bied van privaat en strafrecht heeft tot stand gebracht, dan moet de critiek, dat zijn bewind niet vruchtbaar is geweest, als in hooge mate onbillijk worden verworpen. Op privaatrechte lijk terrein noteeren wij de Pachtwet, de rege ling der rechtspositie van handelsreizigers en -agenten, de regeling van koop en verkoop op afbetaling, op het gebied van het publiek recht het uniformverbod en de nieuwe bepalingen tegen excessieve uitingen, om ons nu maar tot de voornaamste ontwerpen te beperken. De heer Truijen had overigens voor de toe komst nog wel eenige wenschen. Spoed met een nieuwe wettelijke regeling van de Stichting acht hij gewenscht, evenzoo de verplichte ver zekering wegens aansprakelijkheid jegens der- Generaal-majoor J. J. G. baron van Voorst tot Voorst, commandant van de vierde divisie en adjudant i.b.d. van H. M. de Koningin, hoopt hedenmiddag het St. Elisabethszieken- huis te Amersfoort, waar hij geruimen tijd werd verpleegd, te verlaten. den, de toepasselijk verklaring van de bepalin gen betreffende de arbeidsovereenkomst op ka pitein en schepelingen en de uitbreiding van de Hypotheekafjlossingswet tot ischeepshypo- theken. Voorts bepleitte hij verbod van organi saties als De Dageraad en wilde hij in het strafrecht niet alleen verzwaring van de strafmaxima (omdat de rechter de neiging heeft, beneden de maxima te blijven), maar ook invoering van lijfstraffen. Verschillende andere sprekers, de christelijk- historische mej. mr. Katz, de liberaal mr. Wendelaar, mr. Westerman, de sociaal-demo craat Drop, hebben nog andere opmerkingen gemaakt en wenschen naar voren gebracht, welke wij het best samenvatten aan de hand van het antwoord, dat minister Van Schaik morgen ten beste zal geven. Minister Oud heeft in zijn memorie van antwoord over de begrooting van financiën medegedeeld, dat de regeering een commissie van eenige hoofdambtenaren, ressorteerende onder de departementen van Financiën, van Handel, Nijverheid en Scheepvaart en van Sociale Zaken heeft aangewezen, aan wie is opgedragen een onderzoek in te stellen om trent de wenschelijkheid en de mogelijkheid van verlaging van de accijnzen op bier en gedistilleerd. Naar het oordeel van den minister kan met het oog op den toestand van de geldmiddelen van het rijk niet tot verlaging van den suiker accijns worden overgegaan. De verstrekking van extra hulp aan werk- loozen, in den geest, zooals vroeger door het Crisiscomité-B geschiedde, zal spoedig worden ter hand genomen. Ten behoeve van deze extra hulp heeft cle regeering weder een extra bedrag ter beschikking gesteld. Behalve de ƒ2.10 van het Rijk en 2.10 van de gemeente komt hier door nog 1.71 voor dit doel beschikbaar. De regeering, aldus het Volk, heeft een partij wollen en half-wollen dekens aangekocht en behoudt zich het recht voor, een deel van dezen extra-steun, dien de gemeenten zullen krijgen, niet in geld, maar in natura, d.w.z. in den vorm van dekens, te verstrekken. De dekens worden geleverd in de maten 150 x 200 c.M. (éénper soons dekens) en 175 x 210 c.M. (tweepersoons dekens). De eerste wegen 1900, de tweede 2270 gram. De minister heeft thans een circulaire aan de gemeentebesturen gezonden, waarin verzocht wordt, hem mede te deelen, of de gemeente voor den extra-steun in aanmerking wenscht te komen, en zoo ja, welk deel daarvan men in den vorm van dekens wenscht te ontvangen. De minister van Waterstaat heeft benoemd voor den tijd van vijf jaren, ingaande 23 No vember 1936, in de commissie van deskundigen voor de Rijnvaart: Te Dordrecht: tot lid en voorzatter: L. W. IJzerman, havenmeester en directeur van het veerbeclrijf; tot leden de heeren: B. H. Hoebee, directeur van de N.V. Scheepswerf de Rijn (als lid-scheepsbouwkundige)L. H. Gelissen, ree der (als lid-scheepvaartkundige); Te Rotterdam tot lid en voorzitter: den heer A. Kortlandt, havenmeester, tot leden de hee ren H. Kortlandt (als lid-scheepsbouwkundige), H. G. L. Yaux (als deskundige bekend met het scheepsstoomwerktuig)G. C. Nuy, directeur van de N.V. Nederlandsche stoomsleepdienst (als lid-scheepvaartkundige) te Amsterdam: tot lid en voorzitter: den heer W. N. van de Poll, havenmeester; tot lecten: de heeren B. de Vries, onderhavenmeester, Chr. Baars, oud-Rijnschipper (als lid-scheepvaart kundige), D. Goedkoop D.zn., directeur van de Nederlandsche Scheepsbouwmaatschappij (als lid-scheepsbouwkundige) Dagelijks blijkt, aldus schrijft de Kon. Ned. Toeristenbond A. N. W. B., dat men niet op de hoogte is van het voorschrift dat bij verhuizing naar een andere provincie zoowel een nieuw rij bewijs als een nieuw nummerbewijs moet worden aangevraagd. Wij vestigen hierop de aandacht, omdat degeen die deze bepaling overtreedt, bij aanhouding de kans loopt op een bekeuring, we gens het rijden zonder geldig rij- en nummerbe wijs. Bovendien kunnen geen internationale papieren verstrekt worden, zoolang men niet in het bezit is van geldige Nederlandsche papieren. Om deze redenen is dus opvolging van dit wet telijk voorschrift noodzakelijk. Het langdurige bezoek, dat Prins Bern- hard aan Schiphol heeft gebracht, heeft vooral in de leidende kringen der K. L. M. welker uitgebreid en technisch aan de strengste eischen beantwoordend bedrijf in de hoofdstedelijke luchthaven tot in alle onderdeden door den voornamen gast is bezichtigd, zeer groote voldoening gewekt. De belangstelling van den aanstaanden Prins der Nederlanden voor alles, wat hem getoond werd, was van een opmerkelijke intensiviteit, terwijl de vragen, die Z. D. H. in een Neder- landsch, waarvan cle zuivere uitspraak een hoog ontwikkeld taalgevoel verried over tal van zaken stelde, getuigden van een gefundeerd inzicht in het vele, dat op de vliegerij betrek king heeft. Fas te ruim kwart voor zes was het bezoek, waarin mede, behalve een korte demonstratie van enkele nieuwe, voor het buitenland be stemde Fokkerproducten, de bezichtiging van de inrichting der Nationale Luchtvaartschool en de Amsterdamsche Aeroclub was opgenomen, geëindigd, aangezien Prins Bernhard nog gaar ne de aankomst wilde afwachten van het vlieg tuig uit Indië, de Nachtegaal. De vlotte landing in het schijnsel der navigatielichten werd door den hoogen bezoeker van den verkeerstoren af gadegeslagen, waarna de Prins zich met het geleide naar het platform begaf, om daar ge tuige te zijn van het uitstappen der passagiers, waarna even later de gezagvoerder, de heer Van Veenendaal en de overige leden der be manning aan den Prins werden voorgesteld. Uit informaties van het „Vaderland" is het blad gebleken, dat vast staat, dat het advies van de plenaire oeververbindingscommissie te Rotterdam zal luiden ten gunste van den aan leg van een tunnel en wel van een tunnel met vier banen, waarvan twee voorloopig voor voet gangers- en wielrijdersverkeer worden ingericht. Niettemin moet ook het brugplan-Emmen aan vankelijk verdediging in de commissie hebben gevonden, maar een stemming in de commis sie is niet noodig geweest. Van bevoegde zijde deelt men ons mede, dat- het ter voorkoming van teleurstelling aanbe veling verdient, alvorens over te gaan tot het koopen of doen bouwen van een vaartuig, het welk zal deelnemen aan de trawlvisscherij, zich ervan te vergewisesn, dat een uitvaar certificaat voor een dergelijk vaartuig kan worden verstrekt. Belanghebbenden wordt in overweging gege ven, zich in dergelijke gevallen vooraf te wen den tot de Nederlandsche Visscherijcentrale te 's Gravenhage. Op 1 December a.s. zal de heer Th. B. J. Wil- mer, hoofdredacteur van „De Leidsche Courant" den dag herdenken, waarop hij vóór 25 jaar aan dat blad verbonden werd. Op dien dag zal er van 3 tot 5 uur gelegenheid bestaan, den heer Wilmer te zijnen huize, Apot.hekersdijk 5 te Leiden, gelukwenschen aan te bieden. Hr. Ms. Johan Maurits van Nassau is 17 No vember vertrokken van Curacao naar King ston. Het ligt in de bedoeling, dat het schip aldaar zal verblijven van 2025 November. De Nederlandsche kunsthistoricus dr. Valen tin Raimond Silvain van Marle is op 49-jarigen leeftijd in zijn woning te Perugia overleden. Dr. Van Marle is 28 Juni 1887 te Den Haag geboren. Het grootste cleel van zijn leven heeft hij in het buitenland doorgebracht. Hij stu deerde aan de Sorbonne en was vervolgens als schrijver werkzaam, tot 1918 te Parijs, daarna te Perugia. De minister van O., K. en W. heeft Donder dag telegrafisch den heer Wouter Nijhoff, den bekenden uitgever en leider van de Haagsche firma Martinus Nijhoff, die Donderdag zijn 70-sten verjaardag vierde, gelukgewenscht en den jarige medegedeeld, dat H.M. de Koningin hem benoemd heeft tot ridder In de Orde van den Nederlandschen Leeuw. Mij OM WET E.VEM ALS IK M'N pOQTlE MAAP /«•*-<{ TE LOMDEN WERD EEN VERDRAG ON DERTEEKEND TOT WUMANISEERiNG VAN DE DUIKBOOT OORLOG Het dagblad der N. S. B., het „Nationale Dagblad" deelt mede, dat de minister van De fensie a.i. dit blad op cle lijst van geschriften geplaatst heeft, welke aan boord van de oor logsvaartuigen en in de kazernes worden ge weerd. Voor de strafkamer der Haagsche rechtbank heeft terecht gestaan de automobielhanctelaar W. A. de Z. te 's Gravenhage, wien ten laste was gelegd, dat hij 14 Juli j.l., met zijn auto op den Prinses Julianaweg te Veur rijdende, bij het passeeren van een anderen wagen een van tegenovergestelde richting komenden fiet ser, den 13-jarigen N. B. P., uit Katwijk, heeft aangereden, met het gevolg, dat deze tegen dengroncl werd gesmakt en eenige oogenblik - ken daarna overleed. De Officier van Justitie achtte het rijden van verdachte hoogst roekeloos en meende, dat een hooge geldboete hier op haar plaats zou zijn. Hij eischte ƒ300 boete subs. 100 dagen hechtenis. De verdediger, mr. S. L. F. de Hartogh vroeg, indien de rechtbank het schuldig over ver dachte zou uitspreken, in verband met diens slechten financieelen toestand, de boete zoo gering mogelijk te stellen. Uitspraak over 14 dagen. In verband met de aanhouding van den 43- jarigen D. J. de J. wegens verduistering van effecten, ter waarde van vijftienhonderd gul den, is Donderdag gearreseerd de 34-jarige S. v. G. te Groningen, die een deel van de opbrengst van de verduisterde effecten in ontvangst heeft genomen, ter betaling van een schuld van De J. voornoemd. Van G. is, als verdacllt van heling, ter be schikking van den Officier van Justitie gesteld. In opdracht van den Raad van Arbeid heeft Karei Kleijn een kalender voor 1937 vervaar digd, samengesteld uit fotomontages, waarin zoowel de kalenderverdeeling als toepasselijke teksten van den Raad van Arbeid tot een ge heel zijn vereenigd. De poging is allerminst eenvoudig, doch Kleijn slaagde er niettemin in een verdienstelijk stuk werk af te leveren. Vooral de foto's zelf zijn sterk van expressie en frisch van opvatting. De verhouding tus- schen foto en teksten zou men hier en daar meer verantwoord wenschen. Het schoone ver band, de gevoelige synthese is niet overal ge slaagd. In het algemeen echter is de kalender een prettig bezit, dat gemakkelijk de gebruike lijke kalenders in de schaduw stelt. Nederlandsche Zuivelcentrale, 22 tot en met 28 November 1936 consumptiemelk regeerings- contract, taxe-gedeelte 6.25 cent, eventueel verhoogd met premie of verminderd met af dracht voor de kwaliteit; overmelk regeerings- minimumprijs 5.20 cent; afdracht by levering in consumptie van andere dan taxemelk 2.50 cent. Vanwege het departement van Sociale Zaken zijn Donderdag te IJmuiden geen aankoopen van zeevisch gedaan ter distributie aan werk- loozen. Onze politieke macht, zelfs onze ker- keiyke bloei zal ons op den duur niet baten, zoo wy onze plaats niet weten te veroveren in de universitaire wetenschap. Steunt dus Uw eigen Uni versiteit. Naar de Telegraaf verneemt, zullen twaalf bruidsmeisjes en twaalf bruidsjonkers aan het hoofd schrijden van den stoet, die het Vorstelijk Paar op zijn huwelijksdag vergezelt naar kerk en stadhuis. Een uitnoodiging om van den bruidsstoet deel uit te maken, hebben ontvangen mej. M. Rooseboom, kleindochter van den luitenant- generaal W. Rooseboom, die van 18991904 gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indië is geweest, en dochter van den oud inspecteur- generaal van den rijkswaterstaat G. Roose boom. Voorts mej. M. S. L. Michelin Moreau, dochter van pasteur E. Michelin Moreau, den Waalschen predikant te 's Gravenhage. Tot den bruidsstoet zullen verder behooren de hofdames jkvr. A. M. de Brauw en M J. baronesse van Heemstra, die tot de naaste omgeving van de Kroonprinses behooren en de verloofde van jhr. ir. W. G. Röell, mej. Delcourt van Krimpen. Wat de buitenlandsche prinsessen betreft, werden de namen genoemd van groothertogin Kyra van Rusland, de dochter van grootvorst Kyrill, van prinses Helena zu ErbachSchön- bërg en van twee prinsessen uit het huis MecklenburgSchwerin, namelijk de gezus ters prinses Thyra en prinses Anastasia. Van de zijde van Prins Bernhard zullen aan den bruidsstoet deelnemen drie prinsessen uit het huis Lippe en daarmede verwante huizen. De dames Rooseboom en Michelin Moreau behooren tot den kring van Prinses Juliana's intiemste vriendinnen. Mej. Rooseboom stu deert te Leiden biologie; mej. Michelin Moreau heeft te Katwijk met de Prinses samengewoond, toen zy te Leiden studeerde. De vriendschap, welke toen is gesloten, is sedertdien in stand gebleven. De namen van de bruidsjonkers zijn op het oogenblik nog niet alle bekend. Wel is het zeker, dat het er eveneens twaalf zullen zyn; een invitatie hebben reeds ontvangen de secre taris van Prins Bernhard. jhr. ir. W. G. Röell, voorts G. baron Van Hardenbroek, de zoon van den kamerheer en vroegeren ceremonie meester van H. M. de Koningin, jhr. G. Bee- laerts van Blokland, zoon van den vice-presi dent van den Raad van State en oud-minister van Buitenlandsche Zaken, en ten slotte ne gen Duitsche vrienden van Prins Bernhard. Naar wij vernemen heeft het Z. M. de Koning van België behaagd in te teekenen in het ge denkboek, dat ter gelegenheid van het huwelijk van Prinses Juliana onder redactie van majoor De Bas zal verschijnen. De Eerste Kamer heeft, zooals reeds gemeld, Donderdag de wetsontwerpen betreffende het huweiyk der Prinses en de naturalisatie van Prins Bernhard aangenomen. We laten hieronder nog volgen het eindver slag van de commissie van rapporteurs, welk verslag in de volgende bewoordingen gesteld was. Nu een uit de diepte van de nationale ziel opgewelde wensch staat vervuld te worden, im mers, eerlang, zoo God het wil, de Kroonprinses ten huweiyk gaat, nu allerwegen jubel over die gebeurtenis wordt vernomen, en alles ter feest vreugde zich opmaakt, werd de bede uitgespro ken, dat de te sluiten echtverbintenis Harer Koninklijke Hoogheid weelde voor het hart moge brengen en het Vaderland ten zegen strekken. Algemeen betuigde men derhalve zijne in stemming met dit wetsontwerp. Opnieuw benoemd met 13 December 1936 tot burgemeester der gemeente Esch M. J. C. A. Arnoldts; met 16 Dec. tot burgemeester der gemeente Megen, M. P. J. van Vlokhoven; met 3 Dec. tot burgemeester der gemeente Ammerzoden, H. A. B. de Leeuw; met 11 Dec. tot burgemeester der gemeente Stad aan 't Haringvliet, F. Nieborg, secretaris van die gemeente; met 6 Dec. tot burgemeester der gemeente Edam, T. C. P. M. Kolfschoten; met 18 Dec. tot burgemeester der gemeente Oude pekela, J. Snater. Aan W. G. Boot is op verzoek, met 6 Febr. 1937 eervol ontslag verleend als burgemeester der gemeente Burgh Ingetrokken het Kon. besluit van 17 Dec. 1935 betreffende benoeming van L. Bueckmann tot raadsadviseur bij het Departement van Landbouw en Visschery en ontslag van belang hebbende als regeeringscommissaris voor de hulpverleening aan de melkveehouderij. Aan L. Bueckmann voornoemd is met 1 Sept. 1936 wegens opheffing zyner betrekking eervol ont slag verleend als regeeringscommissaris voorde hulpverleening aan de melkveehoudersmet dankbetuiging voor de vele en belangryke diensten den lande bewezen. 32 Maria behoefde geen nadere bijzonderheden te weten. Dat had allen tyd totdat zich eens een gelegenheid voordeed, die een verklaring nood- zakehjk zou maken. Hü dacht Stefan von Horn- stein de leiding van een klein zusterbedrijf in Noord-Duitschland op te dragen om daarmee te voorkomen, dat Therese Normann en Francisca Kaiser elkaar zouden ontmoeten. Barbara Kai ser wist van niets dat had hij door de vragen, welke hy haar ter gelegenheid harer sollicitatie gesteld had, gemerkt. Maar Maria wist iets, hoe wel Robert Normann en zyn vrouw daar geen vermoeden van hadden. Verder wisten noch Maria noch haar ouders, dat Francisca Kaiser en haar dochter in dezelfde stad woonden als zij. Hoe het stond wat Francisca zelf betrof, liet zich moeilijk gissen. Met haar harden, onver- zoenlijken aard moest echter rekening gehouden tvorden. Maria lachte en zei: „Je hebt gelyk, oom Stinner, het gaat ons niets aan, op wie Stefan verliefd geraakt is. Mij is het ook onverschillig." Ze deed den ring af en hield hem dien op de vlakke hand voor. „Daar, neem 'm mee en geef 'm den man terug, die te laf was om hem zelf terug te vragen." Ze zei het op minachtenden toon. Herman Stinner stak den ring in zyn vestjes zak. „Mijnheer von Hornstein was van plan, je alles te schryven. Door een toeval nam hy mij in ver trouwen en ik verzocht hem, mij toe te staan voor hem de kwestie af te wikkelen." Maria vouwde de handen en leunde achter over. „Mag ik vragen waarom je dat deed?" „Omdat ik bang was, dat het je veel verdriet zou doen. Ik wilde niet, dat hy je onvoorbereid trof. Ik had zoo'n medelijden met je ik dacht, dat je den baron liefhad." „Hoe goed ben je!" Maria greep zijn beide handen. „Altyd ben je zoo goed voor me ge weest. Ook over het ergste, dat mij destyds door kwaadaardig dlenstbodengeklets werd aange daan, heb je my heen geholpen." Ze boog zich dichter naar hem over: „Ik ben biy, dat je niet getrouwd bent op jouw vrouw zou ik jaloersch zijn." Uit wat zy het laatst zei, bleek, dat zij in haar hart met Herman Stinner dweepte en dit maakte hem week en gevoelig. Zacht maakte de fabrikant zyn handen los. „Ik ben al bijna veertig en mijn vrouw lijkt mij nu niet zoo büzonder te benüden, Maria," zei hy, zich hiermee verwerend tegen haar woor den, die hem als een lichte roes naar het hoofd stegen. „Maar we moeten nog wat over jou pra ten," vervolgde hij, snel het onderwerp van het gesprek veranderend. „Mijnheer von Hornstein heeft mij namehjk gezegd, dat hij tegenover de buitenwereld zal voorgeven, dat jy het engage ment hebt afgemaakt.' Maria knikte. „Eerlyk gezegd laat het mij onverschillig. Maar eigenhjk is Stefan mü dat kleine zoenoffer wel schuldig, en terwille van moeder is het ook wel het beste. Maar laat ons er nu met geen woord meer over spreken. Ik heb van die domme geschiedenis al hoofdpijn gekregen." De spottende trek om haar mond teekende zich nu bijzonder scherp af. „Met moeder ben ik zoo nog niet klaar, die zal het nieuws heel anders opnemen dan ik." Haar gezicht kreeg een zeer ernstige uitdruk king. „Hoe myn echte moeder zich wel by zoo'n gelegenheid zou gedragen?" zei ze half overluid. „Ik zou het willen weten, zou ook vóór alles willen weten hoe het haar gaat en of zy geen gebrek ïydt, terwijl ik alles in overvloed heb." De fabrikant hief afwerend zyn hand op. „Wees gerust, het gaat haar goed. Martel je niet met die oude geschiedenis wanneer je eens trouwt, zullen je ouders spreken over wat zy zoo lang verzwegen hebben, zy deden dat echter uit liefde voor jou; heb daarom geduld en vraag niets totdat zy zullen spreken." „Er zal voor mü ook wel niets anders opzitten," antwoordde Maria, „maar dan zal ik nog wel heel lang geduld moeten oefenen, want aan trou wen denk ik voorloopig niet meer." Hij lachte. „jy hebt genoeg aanbidders, die je het hof wil len maken. Als die maar eerst eens weten, dat je weer vry bpnt...." Het gezicht van Maria werd rood van opwin ding. „Ik wil niets van die leeghoofden weten, die allen meer door myn geld dan door myn persoon worden aangetrokken." ineens legde ze den vin ger op de lippen: „Vader en moeder zyn thuis gekomen. Let eens op, hoe verschrikkelyk moe der zich zal opwinden, als. Ze hield op, want reeds kwamen Robert Nor mann en zijn vrouw de kamer binnen. Herman Stinner gaf hun beiden de hand. The rese keek zoekend om zich heen. „Is Stefan er nog niet?" Maria en Herman Stinner wisselden een blik van verstandhouding. Vervolgens antwoordde Maria: „Neen, en wy kunnen hem niet meer verwach ten, vandaag niet, morgen niet en nooit meer." Mevrouw Normann liet zich in 'n stoel neer vallen. „Om 's hemelswil, wat is er gebeurd, heb ben jullie ruzie gehad?" Toen nam Herman Stinner het woord en zette den toestand uiteen. „Ja, maar myn beste mynheer Stinner wat u my vertelt, is toch onzin. U wilt een grapje met my maken." De fabrikant deed alsof hy deze opmerking niet hoorde en sprak rustig verder. Nu hy de zekerheid had dat hy Maria geen pyn zou doen, vatte hy zyn zending volkomen anders op. Het was niet noodig, mevrouw Normann by- zonder te ontzien. Haar gekwetste ydelheid zou nu eenmaal vrede moeten hebben met het feit, dat zy voortaan tegenover haar kennissen niet meer met haar aanstaanden schoonzoon „den baron" kon pralen. En zoo gelukte het hem, nadat Therese en ook haar man hem een paar maal in de rede ge vallen waren, zijn verhaal ten einde te brengen. Maar toen was Therese's opwinding en veront waardiging ook niet meer te breidelen. „Stefan moet gek geworden zijn!' riep zy, en haar met ringen beladen hand gebaarde heftig door de lucht. „Hoe kan hy ons dat nu aandoen? Dat is toch een publiek schandaal. Mevrouw Gruber die zal lachen wanneer zy het hoort. En mevrouw von Regental, wat zal die my mede- ïydend de hand drukken. En het ergste Maria zal zich dood kwijnen." Zij stond op en omhelsde haar dochter hartstochtelyk met de woorden: „Arm, lief, ongelukkig kind!" Een dikke traan druppelde op Maria's voor hoofd neer. „De verloving blijft aan," zei ze met nadruk, „wees maar gerust, myn kind, wees gerust.' Maria was volkomen rustig, maar haar moeder trilde van opwinding en steeds meer tranen druppelden neer op het blanke meisjeshoofd. Maria schoof haar moeder zachtjes terzyde. „Wind u toch niet zoo op, moeder. Het gaat mij net als mijnheer von Hornstein, ik heb hem net zoo min lief als hy my." Met een gebaar van ontzetting deinsde me vrouw Normann achteruit. „Je bent ziek, Maria, je zenuwen hebben dien zwaren slag niet kunnen doorstaan." Ze greep haar man by den schouder. „Bel toch even om den dokter, Maria is heelemaal van streek en overspannen 1" Maria brak uit in een schaterlach. „Ik ben zoo normaal als iets en u kunt my geen grooter pleizier doen dan door de tafel voor het avondeten klaar te maken." Mevrouw Normann gaapte haar dochter aan als zag zy een wonder gebeuren. Zoo gemakkelyk gaf die een baron op! Dat was ongeloofiyk! Wat dat aanging leek zij in niets op haar. Dat moest wel het Kaiserbloed zyn, dat zich zoo onbegry- pelyk gedroeg! Robert Normann trommelde met zyn vingers op tafel. „Als Maria er genoegen mee neemt, dan is alles toch in orde, Therese," zei hij, terwijl hy zyn beminde vrouw een liefdevollen blik toe wierp. Therese haalde de schouders op. „jy en Maria bekijken het geval als eenvou dige lieden, maar wy hebben toch rekening te houden met wat men in onze kringen denkt. Vergeet dat toch alsjeblieft niet!' Robert Normann sprak zyn vrouw maar zelden tegen. Ditmaal echter waagde hy het. „Maar Therese, het is toch geen misdaad, als twee jonge menschen nog tijdig merken, dat zy niet by elkaar hooren. Als zy dat pas na het hu welijk inzien, is het heel wat erger." Stinner knikte zyn directeur met instemming toe. Maar mevrouw Normann gaf zich zoo ge makkelijk niet gewonnen. „Denk nu toch eens aan, Robert, hoe de men schen zullen kletsen!" Zooals ze het zei, klonk het als een noodkreet. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 3