Minister van Schaik bespreekt de „zedenzaak" Kempinski Wildschotels n nlP^ WEE UIT EEN NEST MEDEDEELZAAMHEID IN RUSTIG BETOOG EEN NIEUW ARTILLERIE- INSTRUCTIESCHIP 3-e fntscUaidz r ZATERDAG 21 NOVEMBER 1936 Niet roekeloos gehandeld Kerkelijk leven Bedryf van K.H.L. wordt voortgezet TWEEDE KAMER Gefundeerd oordeel eerst mogelijk, als de zaak administratief - rechterlijk afge handeld is Onderdeel van groot complex Minister van Schaik Niet de eene getuige Velerlei onderwerpen INRICHTING PALEIS SOESTDIJK Het Prinselijk Paar bezoekt zijn toekomstige woning TWEEDE KAMER Regeling der werkzaamheden DIPLOMATIEKE AUDIËNTIE Aanbieding van geloofsbrieven Opdracht tot bouw ten laste van het Defensiefonds ACTIE DER KATHOLIEKE WERELDPERS Tegen bolsjewisme, neopaganisme, en vrijmetselarij WE LUISTEREN NAAR.... Internationale luisterwedstrijd door Radio Weenen DE ACTE VAN MANNHEIM JP'p. 3? Sl op EEM ENGEIXPE XH001 ZUN DlT LAMPEN DOOP HOOGT EZ ON APPARATEN VERVANGEN MGR. GIORBE BIJ Z. H. DEN PAUS Veertig-jarig kloosterjubilé ROTTERDAM LEENT 23 MILLIOEN „MEER STILTE," OOK VOOR TRAMS Een toezegging van de N.Z.H.T.M.- directie Binnenkolonisatie langs de Neder- landsch-Duitsche grens Motorrijder doodelijk verongelukt Vijf jaar lang subsidie van de regeering Vergoeding voor ramp CHOCOLADEVERGIFTIGING? DE ALGORAB VLOT GESLEEPT Schadevergoeding voor de Orania Zeevischdistributie UIT DE STAATSCOURANT Ond er scheid ing Posterijen Onderwijs DOOR ANNY VAN PANHUYS DEN HAAG, 20 November 1936. De Algemeene Beschouwingen over de Justitiebegrooting zyn tot a.s. Dinsdag verdaagd op voorstel van den sociaal-democraat ds. Van der Heide, omdat het antwoord, door den minister van Justitie gegeven over de zaak-R., zich niet leende tot een onmiddellijke repliek. Minister Van Schalk heeft zich, tegen veler verwachting in, niet tot een beperkt antwoord bepaald, noch zich opzettelijk in een waas van geheimzinnigheid gehuld. Hij wekte den in druk, met zijn mededeelzaamheid zoo ver te willen gaan als maar eenigszins mogelijk was. En hij heeft zijn uiteenzettingen gegeven met de keurigheid van vorm en de overwogenheid van uitdrukkingswijze, die bij dit in diverse opzichten uiterst delicate onderwerp vereischt waren. Eén oogenblik, n.l. toen de minister uiteenzette, hoe buitengewoon zwaar het hem en zijn ambtgenoot van Financiën gevallen was, de beslissing te nemen, welke zij in eer en geweten hadden gemeend te moeten ne men tegen mannen, die zij in lange samenwer king als hoogst bekwame ambtenaren waren gaan waardeeren, stokte even zijn stem. Maar overigens expliceerde en argumenteerde de minister met een rust en een verstandelijkheid, die weldadig aandeden. En zijn betoog moet zonder twijfel indruk hebben gemaakt. Minister VAN SCHAIK helderde allereerst een misverstand op. Zijn uitlating in de Me morie van Antwoord, dat naar zijn meening in de zaak tegen mr. R. niet lichtvaardig was opgetreden, sloeg alleen op hetgeen in het Voorloopig Verslag gecrittseerd was, n.l. het feit, dat tegen den verdachte een onderzoek ingesteld was en tot zijn voorloopige aanhou ding was overgegaan. Die maatregelen waren, aldus herhaalde hij, niet lichtvaardig getrof fen. Over wat in de twee brochures verder aan bijkomstigheden was verweten, had hi? nog geen oordeel. Het optreden van den rechter-commissaris b.v. wordt nog onder zocht. Daarover liet hij zich derhalve niet uit. En over het geheel van de affaire- R. zal eerst een behoorlijk gefun deerd oordeel mogelijk zijn, als zij administratief-rechterlijk ,,erledigt is en als ook een einde genomen heeft de uitgebreide strafzaak, waar van de zaak-R. ten slotte slechts een onderdeel was. Op dit laatste de zaak-R. onderdeel van een groot complex legde de minister bij zonder den nadruk. Er was, toen over de zaak-R. beslist moest worden, een groot aan tal zaken, die onderling zeer nauw samenhin gen, aanhangig. Wie de zaak-R. afzonderlijk bezag ds. Van der Heide en ook mr. Bou- man deden dit in hun brochures kreeg niet den goeden indruk vande aanwijzingen, die tegen R. bestonden. De minister kon dit niet nader in détails toelichten, omdat inmiddels aan verschillende verdachten door den Offi cier van Justitie een kennisgeving van niet verdere vervolging beteekend is en het niet aangaat, over deze menschen nu nog mede- deelingen te doen voor een ander forum. Zijn verantwoordelijkheid tegenover de Ka mer voor het beleid van het Openbaar Ministe rie ontkende de Minister uiteraard niet. Maar de Kamer zou zich over deze zaak eerst een oordeel kunnen vormen, als zij wat thans nog niet mogelijk was alle materiaal kent. Omstandig heeft de minister mededeeling gedaan omtrent de bemoeiingen, die hij en zijn ambtgenoot van Financiën in de zaak heb ben gehad. Alle beslissingen hebben zij in nauw onderling overleg genomen. Zij waren, na kennis genomen te hebben van de aanwij zingen, die tegen hun hoofdambtenaren be stonden, beiden van oordeel, dat de ambtelijke positie van de verdachten geen reden mocht opleveren voor een speciale behandeling. De gegevens, die ter beschikking stonden, recht vaardigden het instellen van een onderzoek. En om het onderzoek niet te schaden, was ook de voorloopige hechtenis gemotiveerd. Vergeet niet, aldus de minister, dat ver schillende verdachten, tegen wie niet tij dig is ingegrepen, zich in het buitenland ophouden en dat anderen onderling over leg gepleegd hebben. Het verwijt, dat hetgeen R. is aangedaan, gebaseerd zou zijn geweest op de verklaringen van slechts één zeer onbetrouwbaren getuige, heeft de minister opnieuw ongegrond verklaard. Die verklaringen werden aangevuld door an der belastend materiaal, En het argument, dat dit materiaal niet in het dossier zou zijn geweest en dat de recht bank dan toch maar de voorloopige hechtenis had opgeheven, heeft de minister beantwoord met de opmerking, dat de beslissing, of iets al dan niet belastend is, een kwestie is van appreciatie. En voor de deugdelijkheid, waar mede die appreciatie geschiedt, is het oogen blik, waarop zij gedaan wordt, beslissend. Bo vendien heeft het getuigenis van den onbe trouwbaren H. ten slotte geleid tot de beken tenis van eenige andere verdachten. En de Officier van Justitie heeft van de politie wel degelijk kennis gekregen van het verleden van genoemden getuige, zoodat te zijnen opzichte met de noodige behoedzaamheid is opgetreden. Er moge, wat sommige onderdee- len betreft, nog eenige twijfel be staan, of ten allen deele en door alle autoriteiten behoorlijk gehandeld is, de zaak in het algemeen is naar 's Ministers conclusie geenszins roe keloos behandeld. In het gedeelte van zijn rede, dat aan de be handeling van de zaak-R. voorafging, heeft de minister met een streven haar de uiterste vol ledigheid alle onderwerpen aangeroerd, hem door de lange reeks van sprekers voorgelegd. Een greep doende, vermelden wij: De invoering van de regeling der arbeids overeenkomst van kapitein en schepelingen stuit nog af op bezwaren van het Departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart, omdat zij te veel kosten legt op het bedrijf. De herziening van het huwelijksvermogens recht kan dit kabinet, dat immers geen begin- selverschillen zou toespitsen, niet doorzetten. De herziening van het burgerlijk kinderrecht hoopt de minister spoedig te kunnen indienen, evenzoo de nieuwe regeling van de stichting. De verplichte verzekering wegens aansprake lijkheid jegens derden moet nog even wachten, omdat moeilijk is uit te maken, aan welke orga nen men de uitvoering dezer wet zou moeten opdragen. De Crisishypotheekaflossingswet leent zich niet voor toepassing op scheepshypotheken, aan gezien cteze wet alleen geschreven is voor hypo- heden en morgen thecaire debiteuren, die altijd hunne verplich tingen zijn nagekomen. Een wijziging van het arbeidsrecht ver lenging b.v. van den opzegtermijn voor hoofd arbeiders, toepassing op kantoorpersoneel enz. is nog in studie. Spoediger dan dit ontwerp kan worden tegemoet gezien een regeling van de be drijfspensioenfondsen. Misbruik van de vrijheid van meeningsuiting wordt nog steeds met kracht tegengegaan, al ontsnapt uiteraard wel eens iets aan de aan dacht der autoriteiten. De Regeering verstaat op dit gebied haar taak ten volle. Andere de mocratische landen zijn bij het nemen van maatregelen in verband met de handhaving van het gezag bij Nederland ten achter en in- formeeren zelfs, hoe men hier deze zaak heeft aangevat. De N.S.B., die den laatsten tijd we der verschillende bewijzen van haar revolution- nair karakter heeft afgelegd, zal met verdub belde waakzaamheid in het oog worden gehou den. Ook de pers zal met onpartijdigheid gecon troleerd worden op excessen. En de vraag, of de Overheid bewegingen en stroomingen verbieden moet, omdat zij de christelijke grondslagen on zer samenleving ondermijnen, is opnieuw in overweging. i Wat de politieke activiteit van vreemdelingen hier te lande betreft, volgt de minister conse quent de eenmaal uitgezette richtlijn. Het ca baret-Die Pfeffermühle oefende hatelijke critiek op een bevriende mogendheid. Ook hier (in het tegengaan van politieke hetze door buitenlan ders) volgen trouwens andere landen ons reeds na. Verhooging van de strafmaxima staat den minister niet aan, omdat in dezen tijd bij zeer veel delicten de economische ellende als ver zachtende omstandigheid kan worden aange voerd. En lijfstraffen, in theorie zoo aardig, brengen in ds practijk allerlei misbruik. Van de combinatie van voorwaardelijke en niet-voor- waardelijke veroordeeling, die den prikkel, om zich te laten reclasseeren, gedeeltelijk wegneemt, is de minister geen bewonderaar, al gaat op heffing van de mogelijkheid van zulke gemeng de vonnissen hem te ver. Met de afdeelingen der begrooting is de Ka mer klaargekomen. Mej. Meijer wijdde daarbij eenige opmerkingen aan vrouwen- en meisjesge stichten. En Dr. Kortenhorst bestreed op zoo afdoende wijze de klacht van ds, Lingbeek over verroomsching van de rechterlijke macht, dat de anti-papist de zaal uitvluchtte! Dinsdag dus voortzetting van het debat over de zaak-R. H. K. H. Prinses Juliana en Z. H. Prins Bern- hard hebben Vrijdagmiddag wederom een be zoek aan het paleis Soestdijk gebracht. Omstreeks drie uur arriveerde Prinses Juliana, vergezeld van haar hofdame, jkvr. De Brauw, in een zwarte limousine, waarop de Prinselijke standaard wapperde, op het paleis Soestdijk. Eenige minuten later kwam ook Prins Bern- hard in zijn bekende grijze Ford, welke hij zelf bestuurde, in gezelschap van ir. J. de Bie Leuveling Tjeenk, architect te Amsterdam, bij het paleis aan, waar zijn verloofde hem verwel komde. Bet doel van de komst gold ditmaal een be spreking met architect Tjeenk van het door hem ontworpen plan tot verbetering van een gedeelte van het paleis. Onder zijn voorlichting werd een rondgang door het paleis gemaakt, waarbij de toekomstige bewoners zich tevens op de hoogte stelden van de reeds aangebrachte verbeteringen. Het door ir. De Bie Leuveling Tjeenk ont worpen plan zal ter goedkeuring aan H. M. de Koningin worden voorgelegd. Het uitleggen van den iooper en het openen van de blidden, hadden, zooals gewoonlijk, ook nu veel publiek getrokken, dat de hooge gasten zoowel bij aankomst als vertrek hartelijk toe juichte. Omstreeks half vijf zijn de Prinses en de Prins in den two-seater van den laatste naar 't Loo teruggekeerd, terwijl de hofdame te voren in de zwarte limousine was vertrokken. De Tweede Kamer heeft besloten tot de Kerstdagen de vergaderingen des Dinsdag avonds en Donderdagavonds voort te zetten. Hoofdstuk 7 b (dep, van financiën) der rijks- begrooting voor 1937 wordt behandeld in een avondvergadering, na de begrooting van het staatsbedrijf der P.T.T. H. M. de Koningin heeft Vrijdagmiddag ten paleize 't Loo in gehoor ontvangen den heer Abel Casabianca, ter overhandiging van zijn geloofsbrief als buitengewoon gezant en gevol machtigd minister van Columbia by Hr. Ms. Hof, en vervolgens den heer Simeon Radeff, ter overhandiging van zijn geloofsbrief als buiten gewoon gezant en gevolmachtigd minister van Z. M. den Koning van Bulgarye by Hr. Ms. Hof en van deri terugroepingsbrief van zijn ambts voorganger. De Minister van Defensie a. i. heeft opdracht gegeven voor den bouw van een nieuw ar tillerie-instructieschip, ten laste van het De fensiefonds. Het schip zal worden gebouwd bij de Rot- terdamsche Droogdok My.; de machines en ke tels zullen leveren Stork-Etengelo en de elec- trische installatie de firma De Hoop. Het schip zal een waterverplaatsing hebben van pl.m. 2100 ton; de snelheid zal ongeveer 25 myi zyn. De bewapening zal bestaan uit 4 kanonnen van 12 c.M. en twee dubbel-mitrailleurs van 40 m.m. De bouwtijd van het nieuwe schip is 27 maan- den- Op het Internationale R. K. Perscongres werd met algemeene stemmen besloten het secreta riaat der R. K. Perscentrale naar Nederland te verplaatsen, en als parool voor de gemeen- schappeiyke actie in de R. K. Wereldpers werd aangegeven: de strijd tegen de „Onzichtbare vyanden", die Kerk en Staat bedreigen, n.l. bolsjewisme, neo-paganisme en vrijmetselarij'. Het secretariaat is reeds eenige weken met zyn arbeid bezig, en naar blijkt met goed gevolg. Tijdens een studiereis, wtelke de secretaris, dr. Hein Hoeben, in de afgeloopen weken door Centraal Europa ondernomen heeft, is men allerwege overgegaan tot het stichten van na tionale perscentrales, die in direct verband staan met het Internationale Secretariaat. Diensvolgens werd voor Oostenrijk deze taak overgedragen aan de „Reichspost" en de „Christliche Pressecentrale" onder leiding van dr. Schreder. Op aansporing van den secretaris werd in Hongarije gesticht het „Bureau de presse ca- tholique de l'Europe centrale" onder toezicht van pater Bangha S.J. en dr. Toth. Ook Tsjecho-Slowakije, dat zich tot dusver buiten onze R. K. Internationale had gehou den, heeft zich bereid verklaard, hand in hand met z'n naburen den strijd aan te gaan tegen de ontredderende elementen van Staat en Kerk. Tot vertegenwoordigers zijn benoemd prof. F, Dvornik, alsmede de chef-redacteuren van „Li- dove Listy" te Praag, en van „Slovak" te Bra tislava. In de genoemde landen heeft men besloten Katholieke Perscentrales in hun respectievelyke landstalen te doen verschijnen. Binnenkort zal tevens de oprichting van een R. K. Perscentrale kunnen worden tegemoet- gezien voor België, waar met P. Morlion O.P., leider van het Perscomité der Katholieke Actie reeds onderhandelingen zyn ingeleid. Onder den titel Winter in Oostenrijk" orga niseert de Oostenrijksche radio-omroep een wedstrijd voor zijn buitenlandsche luisteraars. In de week van 22—30 November worden des avonds steeds om 10.20 uur door Radio Weenen lezingen over Oostenrijk uitgezonden in negen talen. Iedere luisteraar kan mededingen naar drie mooie prüzen, t.w. twee zevendaagsche ver- biyven met volledig pension en eerste klasse spoorretour op de Oostenrijksche spoorwegen en één rondreis door Oostenrijk. De voorwaarde tot deelneming aan dezen wedstrijd bestaat in het schrüven van een brief (in het Nederlandsch)waarin men mede deelt, waarom men juist Oostenrijk wil bezoe ken en waarom dit land een ideaal winter- sportland Is. Vóór 31 December as. moeten de inzendingen onder motto „Winter in Oosten- ryk" zyn opgezonden aan de Ravag, Wien 1, Johannesgasse 4, De voordracht'in het Nederlandsch wordt ge houden Maandagavond 30 November om 10.20 uur, terwijl de overige te beluisteren zyn op de volgende data: 22 Nov. in de Duitsche taal; 23 Nov. Engelsch; 24 Nov. Fransch; 25 Nov. Hongaarsch; 26 Nov. Italiaansch; 27 Nov. Tsjec-ho-Slowaaksch; 28 Nov. Poolsch en 29 Nov. Zweedsch. Naar wy vernemen, heeft de Duitsche regee ring aan de Nederlandsche doen mededeelen, zich op het standpunt te stellen, dat door opzegging van de desbetreffende bepalingen van het verdrag van Versailles de acte van Mannheim van 1868 niet weder in kracht is getreden. De Katholieke Universiteit steunen is een praktisch apostolaat en een ware Kruistocht voor weten schap en geloof. TVPiSCV-i 13 DAt! JULLIE ZLIN ZOO BRUIN - EN Z'JN NEK «5 ALLEEN KOOO! HIKb TYPISCH-- i H L) STAAT ALTDD IN DEN HOEK! -Vfc. Naar onze Romeinsche correspondent seint, heeft Z. H. de Paus Vrijdag in audiëntie ont vangen Z. Exc. Mgr. P. Giobbe, internuntius te Den Hiaag. 28 November a.s. zal Broeder Gebhard van de Missie-congregatie der Paters van het Godde- ïyk Woord (missiehuis te Steyl), zyn veertig jarig kloosterfeest herdenken. De gemeenteraad van Rotterdam heeft Vry- dagmiddag in een spoedeischende vergadering met algemeene stemmen het voorstel van B. en W. goedgekeurd tot het aangaan van een on- derhandsche leening ten bedrage van 23 mil- licen gulden. In antwoord op een verzoek van de K.N.A.C. aan de directie der N.Z.H.T.M., om te willen bevorderen, dat de hinder van de luide fluit signalen der trams zal worden beperkt, ontving zij bericht, dat bereids vele jaren het voorschrift bestaat, dat in de bebouwde kommen der ge meenten, door welke de door haar geëxploiteerde tramdiensten rijden, slechts van de yoetbel mag worden gebruik gemaakt, tenzij eenig gevaar een dringender sein, hetwelk dan met de luchtfluit wordt gegeven, vordert. Dit voorschrift zal voor zooveel noodig nog eens In herinnering worden gebracht. Bovendien zal de luchtfluit van de rijtuigen, dienstdoende op de lijnen AmsterdamPurme- rend en Amsterdam—Volendam worden vervan gen. door een van minder schellen toon. Den laatsten tijd heeft men te Venlo kunnen constateeren, dat langs den grenskant op Duitsch grondgebied een groote bedryvigheid heerscht. Groote uitgestrektheden bosschen en woeste gronden werden er ontgonnen met de bedoeling om er boerderyen op te vestigen. Thans schijnt de Duitsche Staat ook te stre ven naar de bevordering van de teelt van alle voorkomende landbouwproducten. In de ontgin ning van de woeste gronden langs den grens kant en de plannen tot het stichten van boer deryen meent men hierin de eerste bewijzen te zien. Reeds geruimen tijd zijn Duitsche arbeiders, die met autobussen naar den grenskant ge bracht worden, bezig met het rooien van de bosschen en het hakhout. Nu in de bosschen aan den Duitschen kant de rust verbroken is, zoekt het wild een goed heen komen naar de Limburgsche zyde. Men heeft hiervan de voordeelen, maar ook reeds de na- deelen kunnen ondervinden. Dé jagers krijgen nu wel een gemakkeiyk en dicht bevolkt ope ratie-terrein, maar de velden hebben daarnaast zwaar te lüden van de invasie van het schade- lyk wild. De politie-autoriteiten In de grens streek zagen zich reeds genoodzaakt om hier en daar aan enkele ^.dupeerden een byzondere vergunning te verleenen voor het schieten van wild. Vrijdagmiddag omstreeks half drie is de heer J. M. van der V. uit Oosterbeek, die met zyn mo torfiets van den van Limburg Stirumweg kwam, op den Amsterdamscheweg, ter hoogte van het landgoed „Lichtenbeek" waarschyniyk door het nemen van een te grooten draai, door een auto, komende uit de richting Ede, aangereden. Hy werd over den weg geslingerd en zwaar gewone! Tydens het vervoer naar het gemeente-zieken huis Is het slachtoffer overleden. Een definitieve beslissing inzake de voortzet ting van den door den Koninkiyken Holland- schen Lloyd onderhouden scheepvaartdienst is, volgens het Handelsblad zeer binnenkort te ver wachten. De dienst zal worden voortgezet door een nieuwe N.V., welke door Wm. H. Muller en Co. en de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappy zal worden opgericht en oen naam zal voeren „Maatschappij tot Voortzetting van den Koninklijken Hollandschen Lloyd". Beide vennootschappen verstrekken het noodige kapi taal. De thans bij den K.H.L. in de vaart ge houden schepen zullen door de nieuwe N V. wor den overgenomen. Door de hulp van de B. E. N. A. S. zal de overneming eter vloot aan de nieu we N.V. worden vergemakkelijkt. In verband met de omstandigheid, dat de ven nootschap zich verplicht met het bestaande on economische materiaal de vaart op Zuid-Ame- rika te blijven onderhouden, zal cle regeering gedurende vyf jaar een subsidie verstrekken. De directie der vennootschap zal te Amster dam zyn gevestigd. Omtrent de wüze, waarop het beheer van de vennootschap zal geschieden, is tusschen Wm. H. Müller en de K.N.S.M. vol ledige overeenstemming bereikt. Naar Havas uit Lissabon melclt, is de Kol. Scheepvaart-Mij. veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding aan den Kon. Hol landschen Lloyd te Amsterdam voor de schade, welke deze maatschappij heeft geleden by de aanvaring van de „Orania" door de „Loanda" in de haven van Leixoes. De vergoeding zal neerkomen op een som van ongeveer 72.600. Te Rotterdam hebben twee leden van de familie D.S. D„ wonende in de Tweede Sta ringstraat, en A. D.'s G. uit de Zeilmaker straat op de markt aan de Spanjaardstraat eenige tabletten chocolade gekocht, na het eten waarvan zy onpasseiyk zyn geworden. De geneeskundige dienst stelt een onderzoek in, omdat het niet is uitgesloten, dat de choco lade, die beide personen hebben gebruikt, on- deugdelyk is geweest. Dit kon evenwel nog niet met zekerheid worden vastgesteld. Het stoomschip Algorab van Van Nievelt,. Goudriaan en Co's Stoomvaart Maatschappy, dat Vrydag in het Schaar van Waarde omhoog gevaren was, is des middags door drie Belgische sleepbooten vlot getrokken. Het schip, dat voor een reis naar Zuid-Afrika aoor de Vereenigde Nederlandsche Scheepvaart Maatschéppy was gecharterd, heeft zyn tocht naar Antwerpen voortgezet. De Koloniale Scheepvaart Maatschappy is, naar uit Lissabon wordt gemeld, veroordeeld, een schadevergoeding te betalen van 968 contos, te betalen aan den Kon. Holl. Lloyd, voor de schade, welke deze laatste maatschappy heeft geleden bij de botsing van de Orania en de Leonda in de haven van Leixoes. Vanwege het departement van Sociale Zaken zyn Vrydag te IJmuiden geen aankoopen van zeevisch gedaan ter distributie aan werkloozen. Benoemd tot ridder in de orde van den Ne- derlandschen Leeuw; W, Nyhoff, directeur van de N.V. Martinus Nyhoïf's Boekhandel en Uit- geversmaatschappy te 's Gravenhage. Met 1 Dec. is aan den commies by den P.T.T.-dienst A. J. Hurenkamp aangewezen als directeur van het P.T.T.-kantoor te Raalte, op verzoek eervol ontslag verleend. Benoemd in vasten dienst; tot inspecteur van het L. O. in de inspectie Winschoten: I. v. d. Velde, hoofd eener openbare lagere school te Amsterdam; in de inspectie Emmen H. E. Son- dorp, hoofd eener byzondere school voor uitge breid lager onderwys te Rotterdam; en in de inspectie Hengelo: mr. B. Jorna, schoolopziener in de inspectie Rotterdam, en tot schoolopziener van het L. O. in de inspectie Rotterdam: C. Kuiper, hoofd eener byzondere lagere school te Zetten, gemeente Valburg en J. J. Chr. Starken- brug, inspecteur van het R. K. lager onderwys te Voorburg. Herman Stinner keek de opgewonden vrouw rustig aan. „Wat kan u nu de meening van een aantal kletskousen schelen, mevrouw Normann? Het levensgeluk van Maria is toch te kostbaar om het op spel te zetten enkel en alleen terwille van de publieke opinie!" Therese Normann keek den ouden vriend des huizes met onzekeren blik aan. „Ja, als men het zoo opvat," mompelde zy. Herman Stinner had haar altijd een zeker respect ingeboezemd. Ze veegde met haar zak doek de oogen af. „Ik vind het verschrikkeiyk, de kennissen te ontmoeten, nadat het verhaal de ronde heeft ge daan. dat de baron onze Maria," ze hield even op, om dan op een diep neerslachtigen toon te vervolgen, „dat de baron onze Maria heeft laten Zitten. Ik zal my voor de menschen zoo ver schrikkeiyk schamen." Maria wisselde een vluchtig lachje met Her- hian Stinner, terwyi zy vroeg: «En hoe zou u het geval opvatten, moedertje, als het omgekeerd was en ik om my van uw uitdrukking te bedienen den baron had laten zitten?" De oogen van mevrouw Normann schitterden. „Dan zou ik gauwer over mijn ergernis en mijn schaamte heen komen, want dan viel het vernederende weg." Toen zei Maria haar, dat het de wensch van Stefan was, dat men tegenover de buitenwereld deze voorstelling van zaken zou doen gelden. Het gezicht van mevrouw Normann ontspande zich. „Dat lucht my heel wat op," zei ze, „en zoo kan ik de ontgoocheling beter verdragen." Maar uit haar woorden klonk toch een slecht verbor gen teleurstelling. Het is ook niet prettig afstand te moeten doen van een schoonzoom met een baronnenkroontje. De fabrikant had Stefan von Homstein zijn verlovingsring terug gegeven en hem daarby ge zegd, dat ook Maria Normann het gevoel had gehad, dat zij hem niet werkeiyk beminde en, bedwelmd door den wierook zijner gedichten, sympathie met liefde had verwisseld. Deze toe lichting had hy den ingenieur niet willen ont houden. Dat was hij aan Maria verplicht geweest. Iemand, die het geluk niet waard was, een Maria Normann de zyne te noemen, kon die mededeeling niet anders dan goed doen, Stefan werd er echter niet ln het minst door gekrenkt integendeel, ze deed hem genoegen, Hy had Maria dus geen verdriet gedaan en kon dus met veel lichter hart me; Barbara gaan spreken. Herman Stinner had hem ook gezegd, dat het maar beter was, dat hy na de gebeurtenis zoo spoedig mogelyk Frankfort verliet. Maar in- plaats van hem zijn betrekking op te zeggen zooals von Hornstein vast verwacht had had hy hem een positie-verbetering aangeboden. „Spreekt u zich met juffrouw Kaiser uit," had Herman Stinner gezegd, „dan kunt u direct daarna afreizen en de leiding van onze zaak in Stettin overnemen. Zoodra u met uw toekomsti ge vrouw alles ln orde hebt komt u maar by my en dan zal ik de noodige verdere maatregelen nemen." Zijn dankbetuiging had hy evenmin in ont vangst willen nemen, als toen hy had aangebo den met Maria te spreken. Deze gedachten schoten den jongen Ingenieur telkens weer door het hoofd en hy voelde zich bovenmatig gelukkig, wanneer hy er over na dacht hoe effen en gemakkeiyk nu de weg voor hem lag, dien hy had te volgen. Een zalig, koortsachtig verlangen dreef hem zoo snel mogeiyk naar Barbara toe en hy wacht te haar op in de buurt van het huis van den professor, zooals hy reeds zoo dikwyls gedaan had. Een paar minuten na vyven kwam Barbara als naar gewoonte de deur uit en hem tegemoet. Hy ging op den hoek van een straat dicht te gen de huizen staan, om niet direct gezien te worden. Hy wilde Barbara verrassen dacht hü jongensachtig. Ze liep zoo snel, dat ze reeds dichtby was. Hy trad op haar toe en bemerkte tot zyn verruk king, hoe haar fyn gezichtje donkerrood werd en de blauwe oogen schitterden. Hy wilde haar de hand geven, iets zeggen tot opheldering. Maar de woorden bestierven hem op de lippen Barbara's trekken waren plotse ling hard en afwyaend geworden. „Ik verwonder my er zeer over, mynheer von Hornstein, u terug te zien, nadat u my pas voor enkele dagen over uw lange reis had gesproken. Maar het gaat my niets aan of u reeds terug is of nog op reis moet. Ik wou u alleen maar ver zoeken, niet meer op my te wachten, want ik stel er geen prys op, door u begeleid te worden." Stefan von Hornstein kon van verbazing en schrik geen antwoord vinden. Hij liep, geheel in de war, naast het knappe meisje voort, dat snel trachtte weg te komen. „Wat heb 11c u gedaan, waarom behandelt u mij als 'n melaatsche?" bracht hij ten slotte uit, „ik heb u toch niets kwaads gedaan." Barbara's oogen flikkerden. „Gaat u naar juffrouw Normann, uw verloof de, mynheer von Hornstein," stiet zü met be vende stem uit. „Het is uiterst pynlyk voor een arm meisje, met den verloofde van een deftige jongedame gezien te worden!" Ah! Dat was het hem dus! Stefan had wel kunnen juichen. Maar hy be dwong zich. „Je bent in de war, Barbara, ik ben niet ver loofd," zei hy met gemaakte kalmte. Barbara stapte nog sneller door. «Een dergelijke leugen had ik toch niet van u verwacht," zei ze op droevigen toon, zonder hem aan te zien, „ik heb echter zelf uw verlovingsan nonce in de krant gelezen. Op denzelfden avond, dat u afscheid van me nam. Ik vertelde het moe der, en zy toonde mij de annonce, waarvan de datum al een paar weken oud was." „Ik ben niet verloofd!" herhaalde hy met klem. Ze keek hem verwytend en ernstig aan. „Mynheer von Hornstein, u is my geen ver klaring noch rekenschap schuldig, maar liegt u nu niet dat past zoo heelemaal niet by uw deftigen naam." Barbara bleef staan. „Het gaat mij niets aan, maar het zou toch wel wonderiyk zijn, Indien uw niet-alledaagsche naam tweemaal in Frankfort voorkwam." Een aarzelende, heimeiyke hoop was plotseling in haar opgekomen en wilde zich niet door ver standelijke argumenten op de vlucht laten drii- ven. Stefan von Hornstein keek naar alle kanten of er niemand in de nabyheid was. Uit een huis kwam een man te voorschyn en een troepje kinderen speelde enkele hulzen ver der met een hond, en paar menschen kwamen in hun richting aanloopen. Jammer hy had zoo graag Barbara met zacht geweld weer tegen zich aangedrukt en hun weerzien met een kus beze geld. „Kom mee, Barbara, laat ons doorloopen," drong hy zachtjes, „onderweg zal ik je dan ver tellen van iemand, die meende van een meisje te houden, haar zyn ring gaf en dien weer terug vroeg toen hy merkte dat zijn hart een ander meisje toebehoorde." Barbara begon te beven en zei: „Wat je zegt klinkt zoo heelemaal als een sprookje." Al loopend boog hy zich tot haar over. „Barbara lieve, lieve Barbara, heb je mij niet begrepen? Ja, ik droeg een ring, ja, ik was ver loofd, maar nu ben ik vrij, ik maakte mij vry omdat ik inzag, dat ik van jou honderdduizend- maal meer hield dan van het andere meisje. Zijn stem trilde. Barbara liep moeiiyk, haar voeten weigerden haar den dienst. Droomde zy of was ze wakker? Wat zy daar hoorde, kon toch niet mogeiyk zijn wat daar in haar hart drong, als een boodschap van zalig heid, wat over haar neerdaalde als een rozig# wolk van vreugde en geluk. Stefan von Hornstein stak zyn arm door den haren en ondersteunde de slanke gestalte. „Ik heb je lief, Barbara," fluisterde hy baar in het oor, „en neem my daarom mee naar je moe der opdat ik haar onze verhouding duidelijk kan maken en haar vragen, my haar lieve, goede dochter tot vrouw te geven." Barbara keek hem met groote, vochtige oogen aan. „Ik ben arm, heel arm en dat andere meisje moet heel ryk zün," zei ze aarzelend. Hy lachte. „Rykdom heeft voor my geen bekoring, wy zijn beiden jong, Barbara, en hebben elkaar lief dat is genoeg rykdom." (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 3