Minister van Schaik bespreekt
de „zedenzaak"
Kempinski
Wildschotels
n nlP^
WEE UIT EEN NEST
MEDEDEELZAAMHEID IN
RUSTIG BETOOG
EEN NIEUW ARTILLERIE-
INSTRUCTIESCHIP
3-e fntscUaidz
r
ZATERDAG 21 NOVEMBER 1936
Niet roekeloos
gehandeld
Kerkelijk leven
Bedryf van K.H.L. wordt
voortgezet
TWEEDE KAMER
Gefundeerd oordeel eerst mogelijk,
als de zaak administratief -
rechterlijk afge
handeld is
Onderdeel van groot
complex
Minister van Schaik
Niet de eene getuige
Velerlei onderwerpen
INRICHTING PALEIS
SOESTDIJK
Het Prinselijk Paar bezoekt zijn
toekomstige woning
TWEEDE KAMER
Regeling der werkzaamheden
DIPLOMATIEKE AUDIËNTIE
Aanbieding van geloofsbrieven
Opdracht tot bouw ten laste van
het Defensiefonds
ACTIE DER KATHOLIEKE
WERELDPERS
Tegen bolsjewisme, neopaganisme,
en vrijmetselarij
WE LUISTEREN NAAR....
Internationale luisterwedstrijd
door Radio Weenen
DE ACTE VAN MANNHEIM
JP'p.
3? Sl
op EEM ENGEIXPE XH001 ZUN DlT
LAMPEN DOOP HOOGT EZ ON APPARATEN
VERVANGEN
MGR. GIORBE BIJ Z. H.
DEN PAUS
Veertig-jarig kloosterjubilé
ROTTERDAM LEENT
23 MILLIOEN
„MEER STILTE," OOK
VOOR TRAMS
Een toezegging van de N.Z.H.T.M.-
directie
Binnenkolonisatie langs de Neder-
landsch-Duitsche grens
Motorrijder doodelijk verongelukt
Vijf jaar lang subsidie van
de regeering
Vergoeding voor ramp
CHOCOLADEVERGIFTIGING?
DE ALGORAB VLOT GESLEEPT
Schadevergoeding voor de Orania
Zeevischdistributie
UIT DE STAATSCOURANT
Ond er scheid ing
Posterijen
Onderwijs
DOOR ANNY VAN PANHUYS
DEN HAAG, 20 November 1936.
De Algemeene Beschouwingen
over de Justitiebegrooting zyn tot
a.s. Dinsdag verdaagd op voorstel
van den sociaal-democraat ds. Van
der Heide, omdat het antwoord, door
den minister van Justitie gegeven
over de zaak-R., zich niet leende tot
een onmiddellijke repliek.
Minister Van Schalk heeft zich, tegen veler
verwachting in, niet tot een beperkt antwoord
bepaald, noch zich opzettelijk in een waas van
geheimzinnigheid gehuld. Hij wekte den in
druk, met zijn mededeelzaamheid zoo ver te
willen gaan als maar eenigszins mogelijk was.
En hij heeft zijn uiteenzettingen gegeven met
de keurigheid van vorm en de overwogenheid
van uitdrukkingswijze, die bij dit in diverse
opzichten uiterst delicate onderwerp vereischt
waren. Eén oogenblik, n.l. toen de minister
uiteenzette, hoe buitengewoon zwaar het hem
en zijn ambtgenoot van Financiën gevallen
was, de beslissing te nemen, welke zij in eer
en geweten hadden gemeend te moeten ne
men tegen mannen, die zij in lange samenwer
king als hoogst bekwame ambtenaren waren
gaan waardeeren, stokte even zijn stem. Maar
overigens expliceerde en argumenteerde de
minister met een rust en een verstandelijkheid,
die weldadig aandeden. En zijn betoog moet
zonder twijfel indruk hebben gemaakt.
Minister VAN SCHAIK helderde allereerst
een misverstand op. Zijn uitlating in de Me
morie van Antwoord, dat naar zijn meening
in de zaak tegen mr. R. niet lichtvaardig was
opgetreden, sloeg alleen op hetgeen in het
Voorloopig Verslag gecrittseerd was, n.l. het
feit, dat tegen den verdachte een onderzoek
ingesteld was en tot zijn voorloopige aanhou
ding was overgegaan. Die maatregelen waren,
aldus herhaalde hij, niet lichtvaardig getrof
fen. Over wat in de twee brochures verder
aan bijkomstigheden was verweten, had hi?
nog geen oordeel. Het optreden van den
rechter-commissaris b.v. wordt nog onder
zocht. Daarover liet hij zich derhalve niet uit.
En over het geheel van de affaire-
R. zal eerst een behoorlijk gefun
deerd oordeel mogelijk zijn, als zij
administratief-rechterlijk ,,erledigt
is en als ook een einde genomen
heeft de uitgebreide strafzaak, waar
van de zaak-R. ten slotte slechts een
onderdeel was.
Op dit laatste de zaak-R. onderdeel van
een groot complex legde de minister bij
zonder den nadruk. Er was, toen over de
zaak-R. beslist moest worden, een groot aan
tal zaken, die onderling zeer nauw samenhin
gen, aanhangig. Wie de zaak-R. afzonderlijk
bezag ds. Van der Heide en ook mr. Bou-
man deden dit in hun brochures kreeg niet
den goeden indruk vande aanwijzingen, die
tegen R. bestonden. De minister kon dit niet
nader in détails toelichten, omdat inmiddels
aan verschillende verdachten door den Offi
cier van Justitie een kennisgeving van niet
verdere vervolging beteekend is en het niet
aangaat, over deze menschen nu nog mede-
deelingen te doen voor een ander forum.
Zijn verantwoordelijkheid tegenover de Ka
mer voor het beleid van het Openbaar Ministe
rie ontkende de Minister uiteraard niet. Maar
de Kamer zou zich over deze zaak eerst een
oordeel kunnen vormen, als zij wat thans
nog niet mogelijk was alle materiaal kent.
Omstandig heeft de minister mededeeling
gedaan omtrent de bemoeiingen, die hij en
zijn ambtgenoot van Financiën in de zaak heb
ben gehad. Alle beslissingen hebben zij in
nauw onderling overleg genomen. Zij waren,
na kennis genomen te hebben van de aanwij
zingen, die tegen hun hoofdambtenaren be
stonden, beiden van oordeel, dat de ambtelijke
positie van de verdachten geen reden mocht
opleveren voor een speciale behandeling. De
gegevens, die ter beschikking stonden, recht
vaardigden het instellen van een onderzoek.
En om het onderzoek niet te schaden, was ook
de voorloopige hechtenis gemotiveerd.
Vergeet niet, aldus de minister, dat ver
schillende verdachten, tegen wie niet tij
dig is ingegrepen, zich in het buitenland
ophouden en dat anderen onderling over
leg gepleegd hebben.
Het verwijt, dat hetgeen R. is aangedaan,
gebaseerd zou zijn geweest op de verklaringen
van slechts één zeer onbetrouwbaren getuige,
heeft de minister opnieuw ongegrond verklaard.
Die verklaringen werden aangevuld door an
der belastend materiaal,
En het argument, dat dit materiaal niet in
het dossier zou zijn geweest en dat de recht
bank dan toch maar de voorloopige hechtenis
had opgeheven, heeft de minister beantwoord
met de opmerking, dat de beslissing, of iets
al dan niet belastend is, een kwestie is van
appreciatie. En voor de deugdelijkheid, waar
mede die appreciatie geschiedt, is het oogen
blik, waarop zij gedaan wordt, beslissend. Bo
vendien heeft het getuigenis van den onbe
trouwbaren H. ten slotte geleid tot de beken
tenis van eenige andere verdachten. En de
Officier van Justitie heeft van de politie wel
degelijk kennis gekregen van het verleden van
genoemden getuige, zoodat te zijnen opzichte
met de noodige behoedzaamheid is opgetreden.
Er moge, wat sommige onderdee-
len betreft, nog eenige twijfel be
staan, of ten allen deele en door alle
autoriteiten behoorlijk gehandeld is,
de zaak in het algemeen is naar
's Ministers conclusie geenszins roe
keloos behandeld.
In het gedeelte van zijn rede, dat aan de be
handeling van de zaak-R. voorafging, heeft de
minister met een streven haar de uiterste vol
ledigheid alle onderwerpen aangeroerd, hem
door de lange reeks van sprekers voorgelegd.
Een greep doende, vermelden wij:
De invoering van de regeling der arbeids
overeenkomst van kapitein en schepelingen
stuit nog af op bezwaren van het Departement
van Handel, Nijverheid en Scheepvaart, omdat
zij te veel kosten legt op het bedrijf.
De herziening van het huwelijksvermogens
recht kan dit kabinet, dat immers geen begin-
selverschillen zou toespitsen, niet doorzetten.
De herziening van het burgerlijk kinderrecht
hoopt de minister spoedig te kunnen indienen,
evenzoo de nieuwe regeling van de stichting.
De verplichte verzekering wegens aansprake
lijkheid jegens derden moet nog even wachten,
omdat moeilijk is uit te maken, aan welke orga
nen men de uitvoering dezer wet zou moeten
opdragen.
De Crisishypotheekaflossingswet leent zich
niet voor toepassing op scheepshypotheken, aan
gezien cteze wet alleen geschreven is voor hypo-
heden en morgen
thecaire debiteuren, die altijd hunne verplich
tingen zijn nagekomen.
Een wijziging van het arbeidsrecht ver
lenging b.v. van den opzegtermijn voor hoofd
arbeiders, toepassing op kantoorpersoneel enz.
is nog in studie. Spoediger dan dit ontwerp kan
worden tegemoet gezien een regeling van de be
drijfspensioenfondsen.
Misbruik van de vrijheid van meeningsuiting
wordt nog steeds met kracht tegengegaan, al
ontsnapt uiteraard wel eens iets aan de aan
dacht der autoriteiten. De Regeering verstaat
op dit gebied haar taak ten volle. Andere de
mocratische landen zijn bij het nemen van
maatregelen in verband met de handhaving
van het gezag bij Nederland ten achter en in-
formeeren zelfs, hoe men hier deze zaak heeft
aangevat. De N.S.B., die den laatsten tijd we
der verschillende bewijzen van haar revolution-
nair karakter heeft afgelegd, zal met verdub
belde waakzaamheid in het oog worden gehou
den. Ook de pers zal met onpartijdigheid gecon
troleerd worden op excessen. En de vraag, of de
Overheid bewegingen en stroomingen verbieden
moet, omdat zij de christelijke grondslagen on
zer samenleving ondermijnen, is opnieuw in
overweging. i
Wat de politieke activiteit van vreemdelingen
hier te lande betreft, volgt de minister conse
quent de eenmaal uitgezette richtlijn. Het ca
baret-Die Pfeffermühle oefende hatelijke critiek
op een bevriende mogendheid. Ook hier (in het
tegengaan van politieke hetze door buitenlan
ders) volgen trouwens andere landen ons reeds
na.
Verhooging van de strafmaxima staat den
minister niet aan, omdat in dezen tijd bij zeer
veel delicten de economische ellende als ver
zachtende omstandigheid kan worden aange
voerd. En lijfstraffen, in theorie zoo aardig,
brengen in ds practijk allerlei misbruik. Van de
combinatie van voorwaardelijke en niet-voor-
waardelijke veroordeeling, die den prikkel, om
zich te laten reclasseeren, gedeeltelijk wegneemt,
is de minister geen bewonderaar, al gaat op
heffing van de mogelijkheid van zulke gemeng
de vonnissen hem te ver.
Met de afdeelingen der begrooting is de Ka
mer klaargekomen. Mej. Meijer wijdde daarbij
eenige opmerkingen aan vrouwen- en meisjesge
stichten. En Dr. Kortenhorst bestreed op zoo
afdoende wijze de klacht van ds, Lingbeek over
verroomsching van de rechterlijke macht, dat
de anti-papist de zaal uitvluchtte!
Dinsdag dus voortzetting van het debat over
de zaak-R.
H. K. H. Prinses Juliana en Z. H. Prins Bern-
hard hebben Vrijdagmiddag wederom een be
zoek aan het paleis Soestdijk gebracht.
Omstreeks drie uur arriveerde Prinses Juliana,
vergezeld van haar hofdame, jkvr. De Brauw,
in een zwarte limousine, waarop de Prinselijke
standaard wapperde, op het paleis Soestdijk.
Eenige minuten later kwam ook Prins Bern-
hard in zijn bekende grijze Ford, welke hij
zelf bestuurde, in gezelschap van ir. J. de Bie
Leuveling Tjeenk, architect te Amsterdam, bij
het paleis aan, waar zijn verloofde hem verwel
komde.
Bet doel van de komst gold ditmaal een be
spreking met architect Tjeenk van het door
hem ontworpen plan tot verbetering van een
gedeelte van het paleis. Onder zijn voorlichting
werd een rondgang door het paleis gemaakt,
waarbij de toekomstige bewoners zich tevens
op de hoogte stelden van de reeds aangebrachte
verbeteringen.
Het door ir. De Bie Leuveling Tjeenk ont
worpen plan zal ter goedkeuring aan H. M. de
Koningin worden voorgelegd.
Het uitleggen van den iooper en het openen
van de blidden, hadden, zooals gewoonlijk, ook nu
veel publiek getrokken, dat de hooge gasten
zoowel bij aankomst als vertrek hartelijk toe
juichte.
Omstreeks half vijf zijn de Prinses en de
Prins in den two-seater van den laatste naar
't Loo teruggekeerd, terwijl de hofdame te
voren in de zwarte limousine was vertrokken.
De Tweede Kamer heeft besloten tot de
Kerstdagen de vergaderingen des Dinsdag
avonds en Donderdagavonds voort te zetten.
Hoofdstuk 7 b (dep, van financiën) der rijks-
begrooting voor 1937 wordt behandeld in een
avondvergadering, na de begrooting van het
staatsbedrijf der P.T.T.
H. M. de Koningin heeft Vrijdagmiddag ten
paleize 't Loo in gehoor ontvangen den heer
Abel Casabianca, ter overhandiging van zijn
geloofsbrief als buitengewoon gezant en gevol
machtigd minister van Columbia by Hr. Ms.
Hof, en vervolgens den heer Simeon Radeff, ter
overhandiging van zijn geloofsbrief als buiten
gewoon gezant en gevolmachtigd minister van
Z. M. den Koning van Bulgarye by Hr. Ms. Hof
en van deri terugroepingsbrief van zijn ambts
voorganger.
De Minister van Defensie a. i. heeft opdracht
gegeven voor den bouw van een nieuw ar
tillerie-instructieschip, ten laste van het De
fensiefonds.
Het schip zal worden gebouwd bij de Rot-
terdamsche Droogdok My.; de machines en ke
tels zullen leveren Stork-Etengelo en de elec-
trische installatie de firma De Hoop.
Het schip zal een waterverplaatsing hebben
van pl.m. 2100 ton; de snelheid zal ongeveer
25 myi zyn.
De bewapening zal bestaan uit 4 kanonnen
van 12 c.M. en twee dubbel-mitrailleurs van
40 m.m.
De bouwtijd van het nieuwe schip is 27 maan-
den-
Op het Internationale R. K. Perscongres werd
met algemeene stemmen besloten het secreta
riaat der R. K. Perscentrale naar Nederland
te verplaatsen, en als parool voor de gemeen-
schappeiyke actie in de R. K. Wereldpers werd
aangegeven: de strijd tegen de „Onzichtbare
vyanden", die Kerk en Staat bedreigen, n.l.
bolsjewisme, neo-paganisme en vrijmetselarij'.
Het secretariaat is reeds eenige weken met
zyn arbeid bezig, en naar blijkt met goed
gevolg.
Tijdens een studiereis, wtelke de secretaris,
dr. Hein Hoeben, in de afgeloopen weken door
Centraal Europa ondernomen heeft, is men
allerwege overgegaan tot het stichten van na
tionale perscentrales, die in direct verband
staan met het Internationale Secretariaat.
Diensvolgens werd voor Oostenrijk deze taak
overgedragen aan de „Reichspost" en de
„Christliche Pressecentrale" onder leiding van
dr. Schreder.
Op aansporing van den secretaris werd in
Hongarije gesticht het „Bureau de presse ca-
tholique de l'Europe centrale" onder toezicht
van pater Bangha S.J. en dr. Toth.
Ook Tsjecho-Slowakije, dat zich tot dusver
buiten onze R. K. Internationale had gehou
den, heeft zich bereid verklaard, hand in hand
met z'n naburen den strijd aan te gaan tegen
de ontredderende elementen van Staat en Kerk.
Tot vertegenwoordigers zijn benoemd prof. F,
Dvornik, alsmede de chef-redacteuren van „Li-
dove Listy" te Praag, en van „Slovak" te Bra
tislava.
In de genoemde landen heeft men besloten
Katholieke Perscentrales in hun respectievelyke
landstalen te doen verschijnen.
Binnenkort zal tevens de oprichting van een
R. K. Perscentrale kunnen worden tegemoet-
gezien voor België, waar met P. Morlion O.P.,
leider van het Perscomité der Katholieke Actie
reeds onderhandelingen zyn ingeleid.
Onder den titel Winter in Oostenrijk" orga
niseert de Oostenrijksche radio-omroep een
wedstrijd voor zijn buitenlandsche luisteraars.
In de week van 22—30 November worden des
avonds steeds om 10.20 uur door Radio Weenen
lezingen over Oostenrijk uitgezonden in negen
talen. Iedere luisteraar kan mededingen naar
drie mooie prüzen, t.w. twee zevendaagsche ver-
biyven met volledig pension en eerste klasse
spoorretour op de Oostenrijksche spoorwegen
en één rondreis door Oostenrijk.
De voorwaarde tot deelneming aan dezen
wedstrijd bestaat in het schrüven van een
brief (in het Nederlandsch)waarin men mede
deelt, waarom men juist Oostenrijk wil bezoe
ken en waarom dit land een ideaal winter-
sportland Is. Vóór 31 December as. moeten de
inzendingen onder motto „Winter in Oosten-
ryk" zyn opgezonden aan de Ravag, Wien 1,
Johannesgasse 4,
De voordracht'in het Nederlandsch wordt ge
houden Maandagavond 30 November om 10.20
uur, terwijl de overige te beluisteren zyn op de
volgende data: 22 Nov. in de Duitsche taal;
23 Nov. Engelsch; 24 Nov. Fransch; 25 Nov.
Hongaarsch; 26 Nov. Italiaansch; 27 Nov.
Tsjec-ho-Slowaaksch; 28 Nov. Poolsch en 29
Nov. Zweedsch.
Naar wy vernemen, heeft de Duitsche regee
ring aan de Nederlandsche doen mededeelen,
zich op het standpunt te stellen, dat door
opzegging van de desbetreffende bepalingen
van het verdrag van Versailles de acte van
Mannheim van 1868 niet weder in kracht is
getreden.
De Katholieke Universiteit steunen
is een praktisch apostolaat en
een ware Kruistocht voor weten
schap en geloof.
TVPiSCV-i 13 DAt!
JULLIE ZLIN ZOO
BRUIN - EN Z'JN
NEK «5 ALLEEN
KOOO!
HIKb TYPISCH--
i H L) STAAT ALTDD
IN DEN HOEK!
-Vfc.
Naar onze Romeinsche correspondent seint,
heeft Z. H. de Paus Vrijdag in audiëntie ont
vangen Z. Exc. Mgr. P. Giobbe, internuntius te
Den Hiaag.
28 November a.s. zal Broeder Gebhard van de
Missie-congregatie der Paters van het Godde-
ïyk Woord (missiehuis te Steyl), zyn veertig
jarig kloosterfeest herdenken.
De gemeenteraad van Rotterdam heeft Vry-
dagmiddag in een spoedeischende vergadering
met algemeene stemmen het voorstel van B. en
W. goedgekeurd tot het aangaan van een on-
derhandsche leening ten bedrage van 23 mil-
licen gulden.
In antwoord op een verzoek van de K.N.A.C.
aan de directie der N.Z.H.T.M., om te willen
bevorderen, dat de hinder van de luide fluit
signalen der trams zal worden beperkt, ontving
zij bericht, dat bereids vele jaren het voorschrift
bestaat, dat in de bebouwde kommen der ge
meenten, door welke de door haar geëxploiteerde
tramdiensten rijden, slechts van de yoetbel mag
worden gebruik gemaakt, tenzij eenig gevaar een
dringender sein, hetwelk dan met de luchtfluit
wordt gegeven, vordert.
Dit voorschrift zal voor zooveel noodig
nog eens In herinnering worden gebracht.
Bovendien zal de luchtfluit van de rijtuigen,
dienstdoende op de lijnen AmsterdamPurme-
rend en Amsterdam—Volendam worden vervan
gen. door een van minder schellen toon.
Den laatsten tijd heeft men te Venlo kunnen
constateeren, dat langs den grenskant op
Duitsch grondgebied een groote bedryvigheid
heerscht. Groote uitgestrektheden bosschen en
woeste gronden werden er ontgonnen met de
bedoeling om er boerderyen op te vestigen.
Thans schijnt de Duitsche Staat ook te stre
ven naar de bevordering van de teelt van alle
voorkomende landbouwproducten. In de ontgin
ning van de woeste gronden langs den grens
kant en de plannen tot het stichten van boer
deryen meent men hierin de eerste bewijzen
te zien.
Reeds geruimen tijd zijn Duitsche arbeiders,
die met autobussen naar den grenskant ge
bracht worden, bezig met het rooien van de
bosschen en het hakhout.
Nu in de bosschen aan den Duitschen kant de
rust verbroken is, zoekt het wild een goed heen
komen naar de Limburgsche zyde. Men heeft
hiervan de voordeelen, maar ook reeds de na-
deelen kunnen ondervinden. Dé jagers krijgen
nu wel een gemakkeiyk en dicht bevolkt ope
ratie-terrein, maar de velden hebben daarnaast
zwaar te lüden van de invasie van het schade-
lyk wild. De politie-autoriteiten In de grens
streek zagen zich reeds genoodzaakt om hier en
daar aan enkele ^.dupeerden een byzondere
vergunning te verleenen voor het schieten van
wild.
Vrijdagmiddag omstreeks half drie is de heer J.
M. van der V. uit Oosterbeek, die met zyn mo
torfiets van den van Limburg Stirumweg kwam,
op den Amsterdamscheweg, ter hoogte van het
landgoed „Lichtenbeek" waarschyniyk door het
nemen van een te grooten draai, door een auto,
komende uit de richting Ede, aangereden. Hy
werd over den weg geslingerd en zwaar gewone!
Tydens het vervoer naar het gemeente-zieken
huis Is het slachtoffer overleden.
Een definitieve beslissing inzake de voortzet
ting van den door den Koninkiyken Holland-
schen Lloyd onderhouden scheepvaartdienst is,
volgens het Handelsblad zeer binnenkort te ver
wachten.
De dienst zal worden voortgezet door een
nieuwe N.V., welke door Wm. H. Muller en Co.
en de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot
Maatschappy zal worden opgericht en oen naam
zal voeren „Maatschappij tot Voortzetting van
den Koninklijken Hollandschen Lloyd". Beide
vennootschappen verstrekken het noodige kapi
taal. De thans bij den K.H.L. in de vaart ge
houden schepen zullen door de nieuwe N V. wor
den overgenomen. Door de hulp van de B. E. N.
A. S. zal de overneming eter vloot aan de nieu
we N.V. worden vergemakkelijkt.
In verband met de omstandigheid, dat de ven
nootschap zich verplicht met het bestaande on
economische materiaal de vaart op Zuid-Ame-
rika te blijven onderhouden, zal cle regeering
gedurende vyf jaar een subsidie verstrekken.
De directie der vennootschap zal te Amster
dam zyn gevestigd. Omtrent de wüze, waarop
het beheer van de vennootschap zal geschieden,
is tusschen Wm. H. Müller en de K.N.S.M. vol
ledige overeenstemming bereikt.
Naar Havas uit Lissabon melclt, is de Kol.
Scheepvaart-Mij. veroordeeld tot het betalen
van een schadevergoeding aan den Kon. Hol
landschen Lloyd te Amsterdam voor de schade,
welke deze maatschappij heeft geleden by de
aanvaring van de „Orania" door de „Loanda"
in de haven van Leixoes.
De vergoeding zal neerkomen op een som van
ongeveer 72.600.
Te Rotterdam hebben twee leden van de
familie D.S. D„ wonende in de Tweede Sta
ringstraat, en A. D.'s G. uit de Zeilmaker
straat op de markt aan de Spanjaardstraat
eenige tabletten chocolade gekocht, na het eten
waarvan zy onpasseiyk zyn geworden.
De geneeskundige dienst stelt een onderzoek
in, omdat het niet is uitgesloten, dat de choco
lade, die beide personen hebben gebruikt, on-
deugdelyk is geweest. Dit kon evenwel nog niet
met zekerheid worden vastgesteld.
Het stoomschip Algorab van Van Nievelt,.
Goudriaan en Co's Stoomvaart Maatschappy,
dat Vrydag in het Schaar van Waarde omhoog
gevaren was, is des middags door drie Belgische
sleepbooten vlot getrokken.
Het schip, dat voor een reis naar Zuid-Afrika
aoor de Vereenigde Nederlandsche Scheepvaart
Maatschéppy was gecharterd, heeft zyn tocht
naar Antwerpen voortgezet.
De Koloniale Scheepvaart Maatschappy is,
naar uit Lissabon wordt gemeld, veroordeeld, een
schadevergoeding te betalen van 968 contos, te
betalen aan den Kon. Holl. Lloyd, voor de
schade, welke deze laatste maatschappy heeft
geleden bij de botsing van de Orania en de
Leonda in de haven van Leixoes.
Vanwege het departement van Sociale Zaken
zyn Vrydag te IJmuiden geen aankoopen van
zeevisch gedaan ter distributie aan werkloozen.
Benoemd tot ridder in de orde van den Ne-
derlandschen Leeuw; W, Nyhoff, directeur van
de N.V. Martinus Nyhoïf's Boekhandel en Uit-
geversmaatschappy te 's Gravenhage.
Met 1 Dec. is aan den commies by den
P.T.T.-dienst A. J. Hurenkamp aangewezen als
directeur van het P.T.T.-kantoor te Raalte, op
verzoek eervol ontslag verleend.
Benoemd in vasten dienst; tot inspecteur van
het L. O. in de inspectie Winschoten: I. v. d.
Velde, hoofd eener openbare lagere school te
Amsterdam; in de inspectie Emmen H. E. Son-
dorp, hoofd eener byzondere school voor uitge
breid lager onderwys te Rotterdam; en in de
inspectie Hengelo: mr. B. Jorna, schoolopziener
in de inspectie Rotterdam, en tot schoolopziener
van het L. O. in de inspectie Rotterdam: C.
Kuiper, hoofd eener byzondere lagere school te
Zetten, gemeente Valburg en J. J. Chr. Starken-
brug, inspecteur van het R. K. lager onderwys
te Voorburg.
Herman Stinner keek de opgewonden vrouw
rustig aan.
„Wat kan u nu de meening van een aantal
kletskousen schelen, mevrouw Normann? Het
levensgeluk van Maria is toch te kostbaar om
het op spel te zetten enkel en alleen terwille van
de publieke opinie!"
Therese Normann keek den ouden vriend des
huizes met onzekeren blik aan.
„Ja, als men het zoo opvat," mompelde zy.
Herman Stinner had haar altijd een zeker
respect ingeboezemd. Ze veegde met haar zak
doek de oogen af.
„Ik vind het verschrikkeiyk, de kennissen te
ontmoeten, nadat het verhaal de ronde heeft ge
daan. dat de baron onze Maria," ze hield even
op, om dan op een diep neerslachtigen toon te
vervolgen, „dat de baron onze Maria heeft laten
Zitten. Ik zal my voor de menschen zoo ver
schrikkeiyk schamen."
Maria wisselde een vluchtig lachje met Her-
hian Stinner, terwyi zy vroeg:
«En hoe zou u het geval opvatten, moedertje,
als het omgekeerd was en ik om my van uw
uitdrukking te bedienen den baron had laten
zitten?"
De oogen van mevrouw Normann schitterden.
„Dan zou ik gauwer over mijn ergernis en
mijn schaamte heen komen, want dan viel het
vernederende weg."
Toen zei Maria haar, dat het de wensch van
Stefan was, dat men tegenover de buitenwereld
deze voorstelling van zaken zou doen gelden.
Het gezicht van mevrouw Normann ontspande
zich.
„Dat lucht my heel wat op," zei ze, „en zoo
kan ik de ontgoocheling beter verdragen." Maar
uit haar woorden klonk toch een slecht verbor
gen teleurstelling.
Het is ook niet prettig afstand te moeten doen
van een schoonzoom met een baronnenkroontje.
De fabrikant had Stefan von Homstein zijn
verlovingsring terug gegeven en hem daarby ge
zegd, dat ook Maria Normann het gevoel had
gehad, dat zij hem niet werkeiyk beminde en,
bedwelmd door den wierook zijner gedichten,
sympathie met liefde had verwisseld. Deze toe
lichting had hy den ingenieur niet willen ont
houden.
Dat was hij aan Maria verplicht geweest.
Iemand, die het geluk niet waard was, een
Maria Normann de zyne te noemen, kon die
mededeeling niet anders dan goed doen,
Stefan werd er echter niet ln het minst door
gekrenkt integendeel, ze deed hem genoegen,
Hy had Maria dus geen verdriet gedaan en kon
dus met veel lichter hart me; Barbara gaan
spreken.
Herman Stinner had hem ook gezegd, dat het
maar beter was, dat hy na de gebeurtenis zoo
spoedig mogelyk Frankfort verliet. Maar in-
plaats van hem zijn betrekking op te zeggen
zooals von Hornstein vast verwacht had had
hy hem een positie-verbetering aangeboden.
„Spreekt u zich met juffrouw Kaiser uit," had
Herman Stinner gezegd, „dan kunt u direct
daarna afreizen en de leiding van onze zaak in
Stettin overnemen. Zoodra u met uw toekomsti
ge vrouw alles ln orde hebt komt u maar by my
en dan zal ik de noodige verdere maatregelen
nemen."
Zijn dankbetuiging had hy evenmin in ont
vangst willen nemen, als toen hy had aangebo
den met Maria te spreken.
Deze gedachten schoten den jongen Ingenieur
telkens weer door het hoofd en hy voelde zich
bovenmatig gelukkig, wanneer hy er over na
dacht hoe effen en gemakkeiyk nu de weg voor
hem lag, dien hy had te volgen.
Een zalig, koortsachtig verlangen dreef hem
zoo snel mogeiyk naar Barbara toe en hy wacht
te haar op in de buurt van het huis van den
professor, zooals hy reeds zoo dikwyls gedaan
had.
Een paar minuten na vyven kwam Barbara als
naar gewoonte de deur uit en hem tegemoet.
Hy ging op den hoek van een straat dicht te
gen de huizen staan, om niet direct gezien te
worden. Hy wilde Barbara verrassen dacht
hü jongensachtig.
Ze liep zoo snel, dat ze reeds dichtby was. Hy
trad op haar toe en bemerkte tot zyn verruk
king, hoe haar fyn gezichtje donkerrood werd en
de blauwe oogen schitterden.
Hy wilde haar de hand geven, iets zeggen tot
opheldering. Maar de woorden bestierven hem
op de lippen Barbara's trekken waren plotse
ling hard en afwyaend geworden.
„Ik verwonder my er zeer over, mynheer von
Hornstein, u terug te zien, nadat u my pas voor
enkele dagen over uw lange reis had gesproken.
Maar het gaat my niets aan of u reeds terug is
of nog op reis moet. Ik wou u alleen maar ver
zoeken, niet meer op my te wachten, want ik
stel er geen prys op, door u begeleid te worden."
Stefan von Hornstein kon van verbazing en
schrik geen antwoord vinden. Hij liep, geheel in
de war, naast het knappe meisje voort, dat snel
trachtte weg te komen.
„Wat heb 11c u gedaan, waarom behandelt u
mij als 'n melaatsche?" bracht hij ten slotte uit,
„ik heb u toch niets kwaads gedaan."
Barbara's oogen flikkerden.
„Gaat u naar juffrouw Normann, uw verloof
de, mynheer von Hornstein," stiet zü met be
vende stem uit. „Het is uiterst pynlyk voor een
arm meisje, met den verloofde van een deftige
jongedame gezien te worden!"
Ah! Dat was het hem dus!
Stefan had wel kunnen juichen. Maar hy be
dwong zich.
„Je bent in de war, Barbara, ik ben niet ver
loofd," zei hy met gemaakte kalmte.
Barbara stapte nog sneller door.
«Een dergelijke leugen had ik toch niet van u
verwacht," zei ze op droevigen toon, zonder hem
aan te zien, „ik heb echter zelf uw verlovingsan
nonce in de krant gelezen. Op denzelfden avond,
dat u afscheid van me nam. Ik vertelde het moe
der, en zy toonde mij de annonce, waarvan de
datum al een paar weken oud was."
„Ik ben niet verloofd!" herhaalde hy met
klem.
Ze keek hem verwytend en ernstig aan.
„Mynheer von Hornstein, u is my geen ver
klaring noch rekenschap schuldig, maar liegt u
nu niet dat past zoo heelemaal niet by uw
deftigen naam."
Barbara bleef staan.
„Het gaat mij niets aan, maar het zou toch
wel wonderiyk zijn, Indien uw niet-alledaagsche
naam tweemaal in Frankfort voorkwam."
Een aarzelende, heimeiyke hoop was plotseling
in haar opgekomen en wilde zich niet door ver
standelijke argumenten op de vlucht laten drii-
ven.
Stefan von Hornstein keek naar alle kanten
of er niemand in de nabyheid was.
Uit een huis kwam een man te voorschyn en
een troepje kinderen speelde enkele hulzen ver
der met een hond, en paar menschen kwamen in
hun richting aanloopen. Jammer hy had zoo
graag Barbara met zacht geweld weer tegen zich
aangedrukt en hun weerzien met een kus beze
geld.
„Kom mee, Barbara, laat ons doorloopen,"
drong hy zachtjes, „onderweg zal ik je dan ver
tellen van iemand, die meende van een meisje te
houden, haar zyn ring gaf en dien weer terug
vroeg toen hy merkte dat zijn hart een ander
meisje toebehoorde."
Barbara begon te beven en zei: „Wat je zegt
klinkt zoo heelemaal als een sprookje."
Al loopend boog hy zich tot haar over.
„Barbara lieve, lieve Barbara, heb je mij niet
begrepen? Ja, ik droeg een ring, ja, ik was ver
loofd, maar nu ben ik vrij, ik maakte mij vry
omdat ik inzag, dat ik van jou honderdduizend-
maal meer hield dan van het andere meisje.
Zijn stem trilde.
Barbara liep moeiiyk, haar voeten weigerden
haar den dienst.
Droomde zy of was ze wakker? Wat zy daar
hoorde, kon toch niet mogeiyk zijn wat daar
in haar hart drong, als een boodschap van zalig
heid, wat over haar neerdaalde als een rozig#
wolk van vreugde en geluk.
Stefan von Hornstein stak zyn arm door den
haren en ondersteunde de slanke gestalte.
„Ik heb je lief, Barbara," fluisterde hy baar in
het oor, „en neem my daarom mee naar je moe
der opdat ik haar onze verhouding duidelijk kan
maken en haar vragen, my haar lieve, goede
dochter tot vrouw te geven."
Barbara keek hem met groote, vochtige oogen
aan.
„Ik ben arm, heel arm en dat andere meisje
moet heel ryk zün," zei ze aarzelend.
Hy lachte.
„Rykdom heeft voor my geen bekoring, wy
zijn beiden jong, Barbara, en hebben elkaar lief
dat is genoeg rykdom."
(Wordt vervolgd)