DREIN DRENTEL EN PIET PRIKKEL
plBlOOKEtf
II vlokken
I
Met wiéaal dag
K
M dol op
127?.
St. Nicolaas op bezoek
Wie doodde
1 Marco Graffi? 1
SCHOENEN VAN SMIT
DINSDAG 24 NOVEMBER 1936
KERSTREIZEN „CEBUTO"
Jac. Heemskerk, Auto-Reisbureau
l i boterham
36
VOOR DEN POLITIERECHTER
Vreemdsoortige hartelijkheid
Opxxteding!
Net uit de gevangenis
DUSSELDORF KEULEN
ANTWERPEN EN BRUSSEL
TELEFOON 16448
Het meisje van buiten
DAMMEN
HAARLEMSCHE DAMCLUB
I VOORDE
De Kinderen
jr
Clubkampioenschappen en
cupwedstrijden
hebben goeden pasvorm en snit
R.K.W.V. Achilles
KEGELEN
Kampioenschap H.K.B.
VELSEN
RIJKSVISCHAFSLAG
WANDELSPORT
H.A.V. De Kampioen
WIELRENNEN
H.S.V. De Kampioen
ST-NICOLA AS'
WEET'T
wijze te zyn UUV 's middagS
aangewend voor
De hengelaar was nog niet van zyn verbazing bekomen, toen
Plet en Drein zich al een heel eind van den wal bevonden,
achter den aap aan, die al by na den overkant van het meer
toereikt had.
Aan den overkant was 't een echte wildernis. Voorzichtig
slopen Drein en Piet verder, maar opeens dook tusschen het
hooge gras een reuze-aap op, wél tweemaal zoo groot als ze
zelf waren. Naast hem zat een klein aapje.
„t Is misschien beter, dat we hier weggaan", zei Piet met
bevende stem. 't Was begrijpelijk, dat ze er allebei een vaartje
in zetten. „Zou die kleine aap dezelfde zyn van dien ballon?"
vroeg Drein. „Dat Weet ik niet", zei Piet. „Ze lijken allemaal
zoo op elkaar. Maar die banaan zijn we in ieder geval kwijt."
STAD
Een 30-jarige loswerkman en een 31-jarige
Doekbinder, beiden uit Haarlem, waren toch
zulke goeie vrinden! Ze gingen al tien jaar lang
vriendschappelijk met elkaar om en altyd had
den ze elkaar heel erg „gemaggen" zooals de
een het zelf uitdrukte. Het sprak dan ook wel
vanzelf, dat, toen ze elkaar op 18 September j.l.
in de Spaarnwouderstraat te Haarlem ontmoet
ten, een zéér geanimeerd gesprek tusschen hen
ontstond en vele malen héél hartelijke hand
drukken gewisseld werden.
Toen dat een tijdje had geduurd, wilde ieder
zijns weegs gaan. maar nee, de loswerkman kon
toch nóg niet van zijn kameraad scheiden en
riep hem terug. En weer sloegen ze aan het
praten en grapjes maken en vriendelijkheidjes
wisselen en elkaar de hand schudden. Maar
plots.... kreeg de boekbinder een klap tegen
zijn wang, waardoor hij met zijn hoofd tegen
een muur opvloog en buiten westen geraakte.
Het bleek, dat zijn intieme en zeer hartelyke
vriend, de loswerkman, hem dit geleverd had!
Nu was Leiden in last! Voor den politierech
ter verklaarde de loswerkman, dat hij nu nog
niet wist, waarom hij zijn vriend zoo'n allesbe
halve te apprecieeren pak slaag had gegeven.
Hij was naar een verjaringsfeest geweest en
had toen wat te diep in het glaasje gekeken met
tot resultaat, dat de wysheid in het glas was
geraakt
Thans was het echter ondertusschen weer pais
en vree tusschen verdachte en den mishandelde
geworden. Dat bleek wel uit het getuigenis van
dezen laatste, die het geval zooveel mogelijk
probeerde te verkleinen.
Ondanks dit alles vond de Officier van Justi
tie het een ernstig feit en eischte veertien da
gen gevangenisstraf.
De rechter hield rekening met de zeven ver
oordeelingen. welke de loswerkman al achter
den rug heeft, en gaf een week gevangenisstraf.
Nagenoeg alle Nederlanders hebben de Ver
loving van Prinses Juliana op vrooiyke wijze
meegevierd. En ook Zandvoort feestte op 12
September j.l. duchtig mee. Een dansje voor de
jongelui van het dorp besloot des nachts de
festiviteiten. Een 23-jarige metselaar had gewel
dig veel schik waaraan een stevige borrel niet
vreemd was en vroeg twee meisjes ten dans,
die de uitnoodiging echter afsloegen. Dat voelde
de jongeman als een domper op zijn feestvreug
de en van den weeromstuit schold hij: „Stink-
moffen", zulks met het oog op den Duitschen
tongval van de beide (Hongaarsche) meisjes.
Een 38-jarige slagersknecht, toen nog te Zand
voort woonachtig hy heeft zyn woontenten
inmiddels naar Kampen verplaatst trad als
verdediger van de beleedigde onschuld op en
riep den jongeman toe, dat hij wel eens een
beetje opvoeding mocht leeren. Blykbaar om te
toonen wat voor opvoeding hij gekregen had,
gaf de metselaar hem een slag in het gezicht,
hetgeen hem prompt een dagvaarding bezorgde.
Den mishandelde maakte het zyn gebit onvol-
dig heeft en eischte een week gevangenisstraf,
ledig, want de klap in zyn gezicht ontnam hem
twee .tanden.
Voor den politierechter verdedigde de metse
laar zich met het verweer, dat hy erg vroclijk
was geweest en de ander hem had geïrriteerd
door met „zijn breede borst" voor hem te gaan
De Officier van Justitie merkte op, dat ver
dachte inderdaad nog een goede opvoeding noo-
Omdat de jongeman nog nooit veroordeeld
was, wilde de rechter, alvorens uitspraak te
doen, eerst eens een reclasseeringsrapport in-
f§ Vincentius vraagt. De nood is
hoog. Is uwe hulp nabij? Goede |j
H gedragen kleeren hebben wij erg
noodig. N. Groenmarkt 22 of ff
tefeloon 11018
uws
Een 22-jarige opperman was in September
net uit de gevangenis gekomen. Op 6 April j.l.
was hij n.l. tot een week gevangisstraf ver
oordeeld, omdat hy een 22-jarigen timmerman,
van wien zyn schoonouders nog eenig geld te
vorderen hadden, een klap in het gezicht had
gegeven.
Wel verre van zich de gevangenisstraf ter
harte te nemen, maakte hij zoowaar op 14 Sep
tember wéér ruzie met den timmerman en wéér
om dezelfde kwestie, die hem eigeniyk niet aan
ging, maar alleen zijn schoonouders. En wéér
had een klap de incasseerlng van het geld moe
ten bevorderen!
En het resultaat van den handslag? Geen
6 dagen PARIJS 22—27 DEC. 50.—
MET KERSTDINER EN ATTRACTIE
23, 24, 25, 26 en 28 DECEMBER NAAR:
gelden toch wel zorgen in den vorm van
een dagvaarding voor den politierechter. Ook
deze ruzie bleek onderling „zoo goed als het
kan" weer bijgelegd te zijn en verdachte en
getuige wilden van den klap een grapje maken.
Noch de Officier van Justitie, doch de rech
ter vonden den klap echter grappig en de laat
ste verhoogde zelfs de door eerstgenoemde ge
vraagde straf met het dubbele: twee weken ge
vangenisstraf!
Een zeer droevig geval van een meisje van
buiten, ten ondergegaan in de groote stad,
besloot de zitting. Roelofje, geboren in
Tietjerksteradeel en wonende in Barsingerhorn,
was naar Haarlem gekomen om werk te zoeken
als dienstbode. In haar laatste betrekking was
ze op staanden voet ontslagen wegens oneerlyk-
heid en brutaliteit. Zonder geld, werkkring en
tehuis stond ze op straat. In Haarlem had ze
bij een juffrouw om onderdak gevraagd. Ze
dischte daarby een verhaal op, waarvan geen
woord waar was. Ze beweerde n.l., in betrekking
te zijn by een familie in Heemstede, welke met
vacantie uit was. De vacantie duurde onver
wachts langer dan afgesproken zou zyn, omdat
een jongetje longontsteking had gekregen. En
daarom kon nu het meisje niet naar de familie
terugkeeren. De juffrouw geloofde dit verhaal
en gaf haar pension, dat immers volgens het
meisje by de terugkomst van de familie door
deze vergoed zou worden. lederen morgen mocht
het meisje op de fiets van de juffrouw naar de
villa van de familie fietsen om te kijken of deze
reeds weer gearriveerd was. Overbodig te zeg
gen, dat het meisje iederen keer weer onver-
richterzake terugkeerde!
Tenslotte maakte het meisje het te bont
door kleedingstukken en dergelijke van de juf
frouw te stelen, waardoor ze weer op straat ge
zet werd, terwijl tevens een aanklacht bij de
politie volgde. Meteen kwam toen het bedrog
uit.
De politierechter, de officier van Justitie en
dc verdediger, mr. J. A. P. C. ten Bokkel, over
legden wat er met dit meisje moest gebeuren.
Ze was onlangs in Alkmaar tot een voorwaar
delijke gevangenisstraf veroordeeld, maar de
gene, die toezicht op haar gedurende haar
proeftyd moest houden, scheen dit toezicht wat
al te gemakkelijk te hebben opgevat, hetgeen nu
niet bepaald aan het meisje ten goede was ge
komen.
Het Leger des Heils had zich nu haar lot
aangetrokken en daarom veroordeelde de rech
ter haar tot zes maanden gevangenisstraf voor
waardelijk met drie jaar proeftyd en ondertoe
zichtstelling van het Leger des Heils.
PE" PAK
Maandagavond j.l. werden in de „Koren
beurs" te Haarlem de wedstrijden om de club
kampioenschappen 1936/1937 en cupwedstryden
der Haarlemsche Damclub voortgezet.
Hieronder volgen de uitslagen:
Clubkampioenschappen 1936/1937
Hoofdklasse: F. J. van Dartelen remise met
C. Kool: Joh. Fabel wint van J. J. ven Kesteren.
Eerste klasse: M. van Leeuwen wint van A.
Smit; J. J. Groenewoud wint van L. Kisch;
B. Henneke wint van J. Otter; W. J. A. Matla
remise met A. Kiel; H. Berghuis remise met
D. Scty-ynemaker.s.
Cupwedstryden:
Groep I: J. W. van Dartelen wint van J. van
Looij.
Groep II: J. J. Groenewoud wint van L.
Kisch; P. G. van Engelen wint van A. Smit.
Groep III; H. van Lunenburg Jr. wint van
C. B. dé Laat.
Groep IV: R. Kuipers wint van C. J. van
Berloo.
NASSAUSTRAAT 1,
hoek Kruisstraat
HAARLEM
TEL. 13490
ningsavond onder leiding van Scheffer en Koo
nings mag zich in een dusdanig succes verheu
gen, dat het aantal liefhebbers voor Zweedsche
gymnastiek waarschyniyk over twee avonden, zal
moeten worden verdeeld.
Door de Missie is de ledenvergadering uitge
steld tot a.s. Woensdagavond om 8.30 uur in
gebouw Olympia.
Degenen, die loten ontvangen hebben, worden
verzocht dan te komen afrekenen en de niet ver
kochte in te leveren.
A.s. Vrijdagavond is onze eerste maandelijk-
sche feestavond. Aanvang preces 8i/2 uur; alleen
toegang voor leden, donateurs én invité's.
Woensdag 2 December begint wederom onze
Zweedsche Gymnastiek welke aanvangt om 8'/2
uur in de gymnastiekzaal van de Sint Joseph-
school op de Nieuwegracht. Deze avonden staan
wederom onder deskundige leiding van den heer
Senden.
De heer Th. Brown had allerminst een
zuiver geweten en den laatsten tijd deed
dit verschynsel óók zijn uiterlijke rust
weinig goed.
De heer Brown was kassier bij een levens
verzekeringmaatschappij, en geld heeft voor
vele menschen een vreemdsoortige kleefkracht.
Bij den heer Brown bleef er telkens iets aan
zijn vingers hangen, zoo dikwyls hij zijn kas
opmaakte. Daar de heer Brown een wonder
was in de mathematica, bleven de boeken van
de maatschappy wonderiyk juist in overeen
stemming met de overgebleven gelden.
Die gewoonte van den heer Brown, om dat
klevende geld niet in de kas, doch aan zyn
zakdoek af te vegen, had hem reeds een aar
dig sommetje opgeleverd en hij had zich
zooals gebruikelyk is met zyn gewoonte ver
trouwd gemaakt.
Overigens bezat de heer Brown een fijnen
smaak en zooiets Is kostbaar. De gewoonte werd
derhalve sleur. Tenslotte had de heer Brown
ook een fynen neus en deze kreeg den laatsten
tijd onaangename aandoeningen. Het kasgeld
d&t, aan de zyde van den heer Brown na
melijk was tenslotte samengekleefd tot een
flinken klomp en daar men nu eenmaal een
berg gemakkeiyker ziet dan een kiezelsteentje,
kreeg de heer Brown een steeds vermoeiender
dagtaak. Bovendien bespeurde hij bij den nieu
wen beambte van den accountantsdienst be
sliste detective-eigenschappen.
Het was dus waariyk niet zonder reden, dat
D. Bremer 364 houten 4915; 6e prys L. Dost
364 houten 4819.
Klasse B. Ie prijs J. Schipper 330 houten; 2e
prijs Chr. van Maris 323 houten; 3e prijs C. M.
v. d. Beek 318 houten; 4e prys M. W. Vroom 316
houten; 5e prijs B. F. Kohschulte 315 houten;
6e prijs H. van Heulen 312 houten.
Hoogste Dames gooister mevrouw de Bruin 291
houten; Consolatieprys N. N. 296 houten.
Hoogste werper in 10 worpen L. Dost 87 houten.
De uitslag der Vrijebaan wedstrijden is: Klas
se A. Gewone Telling L. Ketellapper 45; N. P.
Tummers 2 maal 44; C. van Empelen 4443; C.
J. Landman 4439; H. P. Spoor 43; H. Frant-
zen 42.
Klasse A. Hamburger Telling. L. Ketellapper
2 maal 120; F. van Orden 120110; N. Tummers
129—108; I. Dost 2 maal 114—110; N. P. Visser
114—110—108; T. Timmer 114—110—106.
Klasse B Gewone Telling: Chr. van Marls 43
—42; A. Stevens 43—36; J. B. Weijers 41—40; C.
v. d. Beek 40—36; N. Faase 40; P. Beccarl 39.
Zaterdag en Zondag werd onder groote belang
stelling en met veel animo het Persoonlyk Kam
pioenschap H. K. B. 1936 verkegeld en evenals
het vorige jaar behaald door H. Frantzen. Het
mag zeer zeker een buitengewone prestatie ge
noemd worden tweemaal achtereen dezen eereti-
tel te behalen. 86 dongen mede naar dezen
eere-titel.
Kampioen werd H. Frantzen met 382 Hou
ten.
De verdere uitslag was:
Klasse A. Ie prils L. Ketellapper 381 hou
ten; 2e prys H. B. Denkers Sr. 372 houten;
3e prijs H. van Duljnen 364 houten 49—23; 4e
prys N. P. Tummers 364 houten 49—20; 5e prijs
Voor het nationaal huwelijksgeschenk De
in deze gemeente gehouden inzameling voor
het nationaal huwelijksgeschenk heeft 591
opgebracht.
IJMTJIDEN, 24 Nov. Ryksvischafslag. Tarbot
0.821.25 per kg. Griet 16.0027 per 50 kg.
Tong 0.891.15 per kg. Groote Schol 25.00. mid
del Schol 21.0026, Zetschol 22.0025, kleine
Schol 5.90—18, Bot 13.00—17, Schar 4.70—12,
Tongschar 36.0042 per 50 kg. Rog 1515.50 per
20 stuks. Vleet 0.905.50 per stuk. Pieterman en
Poon 5.009, groote Schelvlsch 21.0026, mlid-
del Schelvlsch 18.5022, kl. mldd. Schelvlsch
15.0020, kleine Schelvisch 8.3014 per 50 kg.
Kabeljauw 3,6.0058 per 125 kg. Gullen 6.50
22.50 per 50 kg. Leng 0.381.65 per stuk. Heil
bot 0.76—1.50 per kg. Wijting 2.70—7 per 50 kg.
Koolvlsch 0il81.45 per stuk. Makreel 8.50—
10.50 per 5o kg. Versche Haring 5,50—5.60 p. kist.
Bovengenoemde vereeniging hield Zondag een
prestatlemarsch over 20 K.M. ter gelegenheid van
haar 1-jarig bestaan. Het parcours liep via Over-
veen naar Zandvoort en over Aerdenhout naar
Haarlem terug.
De Amsterdamsche meewandelaar legde het 20
K. M. lange traject af in 2 uur 10 min. en 25
sec.
Ruirn 50 wandelaars namen aan dezen welge
slaagden marsch deel.
Zondagmorgen wilde de H. S. V. de Kampioen
een veldrit organiseeren doch dit werd door de
Bloemendaalsche politie verhinderd. Daarna werd
een hardloopwedstryd georganiseerd over 5 K.M.
Het mooie najaarsweer werkte zeer mee dezen
wedstrijd te doen slagen. 23 van de circa 40
deelnemers volbrachten dezen stryd. De uitslag
was: 1. P. v. d. Heiden; 2. J. Hensen; 3. C.
Moerkerk; 4. Koelemeyer; 5. Dalfsen; 6. Huy-
boom, enz.
De verleden week Dinsdag aangevangen trai-
rr; r.\y.
POPPEN EN HONDEN
m. 3 zakdoek- qa
jes^zeerapart^JjJ?
PYRAMID voor dames
en heren in
luxe verpak- 1 65
king 2.75,
KINDER ZAKDOEKEN
in fantasie en met
poppetjes
0/, V/2, 5 1/2, of
HEREN ZAKDOEKEN,
buitengewone sorte
ring in fantasie en
wit 39, 4
29, 19, WA, Ik.
DOOSJES ZAKDOEK
JES, in 3 of 6 stuks
verpakt, met Zwitserse
borduursel of
gekleurd
97'/2, 74, 40,
KIND. ZAKDOEKJES,
in doosje van 3 of 6
stuks, luxe verpak
king 97 V2, o>l
59, 46, 36,
HEREN ZAKDOEKEN
verpakt in doos en
cellophane, 3, 6 of 12
stuks A O
1.50, 971/2, 74,
de heer Brown aan het ontbijt steeds minder
goed gehumeurd scheen en in zyn ochtendblad
een eenzijdige belangstelling betoonde voor de
rubriek rechtszaken.
„Die stomme Mackinson! Om er zóó in te
tippelen," gromde Brown op een morgen, toen
hy zijn echtgenoote nauwelyks een vriendelyk
woord toebedacht en uitsluitend zich interes
seerde voor de jongste rechtszitting over den
aandeelen-zwendel van een, thans voormalig,
bankier. Niet vry van sarcasme, meende zijn
vrouw te mogen antwoorden:
„Beste Theodoor, dat is het gewone risico van
het bedryf; laat het je niet ontmoedigen."
De heer Theodoor Brown hield niet van die
soort opmerkingen en hy vertrok in uiterst
onprettige stemming naar zyn kantoor.
Tegen twaalf uur dien middag stapten twee
heeren in de lift van een grooten flatbouw in
Mayfair-avenue. By de vierde verdieping stap
ten zij uit en kwamen in de ruime hall. Schuin
voor hen zagen zij een deur, waarop een naam
plaatje: Th. Brown. Een der heeren belde aan.
BJen dame opende de deur.
.Mevrouw Brown persoonlijk?" informeerde
de vreemde heer.
„Jawel; met wien heb ik het genoegen?" glim
lachte mevrouw vriendelyk.
„Politie," ontpopten zich de heeren en toon
den hun insigne aan de binnenzyde van hun
overjas.
Mevrouw Brown had geen andere keuze dan
de bezoekers binnen te laten; zwygend wachtte
zij de komende dingen af.
„Uw man is een paar uur geleden gearres
teerd, mevrouw
Brown. Een vijf
tig duizend dol- SSpllPW T PYl
lar blijken door 1 "e/Z O PJl O
hem op onjuiste
iiiiiiiiiiiiiiiii
timmiiiii
1IIIIIMIIIIIII
llllllltlllllllllllllllHIIIIIIMI
eigen gebruik.
Daar wij veronderstellen dat u hiervan wel een
en ander zal bekend zyn, komen wy u een paar
vragen stellen."
Mevrouw Brown zonk in een fauteuil en sloeg
de handen voor de oogen; zy scheen zeer ont
daan. Haar bezoekers taxeerden in hoeverre
sprake kon zyn van verrassing over hun mede-
deeling of over het feit der ontdekking. Toen
mevrouw Brown eenigszins zich hersteld had,
vroeg men haar nogmaals:
„Kunt u ons over deze vyftig duizend dollar
iets naders mededeelen?"
Mevrouw Brown zocht naar woorden. Einde
lijk klonk het onzeker:
„Maar het zijn geen vyftig duizend dollar
hoogstens vijftien tot twintig duizend
„Dat is onmogelijk, mevrouw. Er is uit de
cijfers duidelijk gebleken, dat het bedrag boven
de 50.000 dollar gaat. Heeft uw man u mis
schien bedrogen? Hy heeft mogelijk hei groot
ste deel achter gehouden. U weet toch, dat hij
een speler is, een speler, die altijd verliest?"
Sprakeloos en zonder bepaalde uitdrukking
zag mevrouw Brown voor zich uit. Dan haalde
zy diep adem, haar lippen bewogen. Zij scheen
zich eerst te bedenken, doch dan barstte de
woordenvloed los:
„Een speler!? Daarvan heb ik nimmer iets
geweten. Maar nu begrijp ik, waarom hij iede
ren Woensdagavond naar zyn „club" ging en
om één, twee uur in den nacht terugkwam. Hij
is zelfs één keer om vier uur 's morgens eerst
thuisgekomen. Omdat hy zoolang had ge
schaakt, zeide hy. Nu begryp ik het. Hy heeft
my verteld, dat hy per maand een drie tot
vierhonderd dollar „bij" verdiende. Dat is in
de vyf jaar, dat hy in zyn betrekking is, een
twintig duizend dollar. Daarvan is de helft ver
bruikt voor extra's en groote vacantie-relzen;
ruim tienduizend dollar staat op myn naam op
de bank. E11 al het andere moet hij dus ver- v
speeld hebben? En ik wist daar niets van? Dat
is gewoon schandeiyk".
„Vertelt u ons eens, hoe laat kwam uw man
gewoonlyk naar huis?"
„Hy gaat iederen morgen ruim acht uur weg
en komt tegen zes uur thuis
„Waar is uw man dan 's middags tusschen
drie en vyf uur?"
„Op het kantoor."
„Dat kan niet. Om drie uur wordt gesloten;
ny moet dus by vieren thuis kunnen zyn."
„Dan is u verkeerd ingelicht. Ik" haal dik
wyls myn man zelf af om enkele boodschappen
met hem te doen. Om vyf uur sluiten de
bureaux. U kunt er bovendien by het contröle-
departement persoonlyk naar informeeren."
„By het departement voor controle? Wat
heeft dat met een verzekeringsmaatschappy te
maken?"
„Wel, myn man is toch regeeringscontroleur?
Hoe kon hij anders iets „bij" verdienen doot
alleen een oogje dicht te knypen?"
„Neen, mevrouw Brown, uw man is kassier
by de levensverzekering-maatschappy U.S. In
surance Company."
Met wijd-open oogen staarde mevrouw Brown
haar bezoekers aan. Toen werd haar iets dui-
deiyk. Zij slikte moeilijk, daarop zei ze:
„Pardon, maar moet u misschien by Theo
dore Brown zyn aan de andere zyde van deze
verdieping? Hier woont Thomas Brown, be-
grypt u."
Een oogenblik stonden de beide politle-be-
ambten perplex. Zij keken elkaar zwygend aan,
daarop zeide één hunner;
„Inderdaad mevrouw, wy bedoelen Theodore
Brown en niet Thomas Brown. Neemt u ons
niet kwalijk, de overtalryke Browns in New-
York hebben ons reeds menige verrassing be
reid, welke wy zelfs niet hadden kunnen ver
moeden."
Den volgenden dag ontmoetten de beide
heeren Th. Brown elkander, zooals gewoonlijk
's morgens het geval was. Ditmaal had de ont
moeting echter niet plaats in de lift van het
flatgebouw in de Mayfair-avenue, doch in een
zaal, waar zij beiden moesten wachten om zoo
aanstonds ieder verhoord te worden in het
voor-onderzoek van hun respectieveiyke straf
zaken.
28
„Toch ben ik er zeker van," antwoordde Graye
koppig. „Ik vertel je, dat de vrouw, die ik zoo
juist gezien heb, en die ik voor Lady Wargrave
houd, Gemma Graffi is. Ik ben er absoluut
zeker van."
Een groote verbazing verscheen op Herbert's
gezicht.
„Wat zou dat vreemd zyn!" riep hy uit. „Dat
zou alle romans, die ik ooit gelezen heb, over
treffen."
„Ik vind er niets vreemds aan," zei Graye
kalm. „Het is duideiyk, dat ze naar het vaste
land ontvlucht is; dat ze daar na verloop van
tyd dien Sir Robert Wargrave ontmoet heeft
en dat ze met hem getrouwd is. Wat is daar
nou' vreemd aan?"
„Wel, als je 't precies wilt weten," zei Her-
bert, „dan vind ik het vreemd, dat de politie
haar daar nooit gevonden heeft. Ze hebben
toch indertyd genoeg drukte over haar ge
maakt!"
„Daar heb je weer ongeiyk," zei Graye.
Misschien was ze niet op 't vasteland. Waar
zei je, dat Sir Robert Wargrave met zijn vrouw
getrouwd was?"
,Daar heb ik niets van gezegd, want dat weet
ik niet," antwoordde Herbert. „Al wat ik weet,
is, dat hij op een van zyn laatste reizen met
een buitenlandsche dame getrouwd is: dat hy
nooit meer thuis is geweest en dat zy nu voor
het eerst op Ashendijke komt. Ik heb ook, toe
vallig, een tydje geleden gehoord, dat de voog
den van den jongen baron de grootste moeite
hebben gehad haar te overreden om te komen
en dat ze zelfs nu nog maar alleen beloofd heeft
om gedurende den zomer te blyven."
„Juist zoo!" riep Graye uit. „Ze haatte En
geland, dat herinner je je toch zeker nog wel?"
„Dus je bent er nog altyd zeker van, dat Lady
Wargrave Gemma Graffi is?" vroeg Herbert.
,Dat heb ik je nu al zoo dlkwyis gezegd, dat
lk de keeren'nlet meer kan tellen," antwoordde
Graye. „Natuuriyk is ze het."
Herbert stak zijn handen in zijn zakken en
begon de kamer op en neer te wandelen.
,Dan zal ik je eens wat vertellen, Adrian,"
zei hy. „Als het waar is, dan is het heel jam
mer, dat ze teruggekomen is heel jammer 1"
Graye keek zyn vriend verwonderd aan.
„Waarom?" vroeg hy.
„Omdat die uitspraak van de jury er is. Ik ben
wel geen jurist, maar ik ken toch genoeg van
de wet om te weten, dat die uitspraak altyd
nog van kracht is. Zy kan nog altijd gearres
teerd worden."
„Onzin!" riep Graye uit.
„Toch niet! Ga het den eersten den besten
advokaat maar vragen, als je wilt. Het is zoo.
Ik hoop voor haar, dat de oogen van andere
menschen niet zoo scherp zyn als de jouwe,
Adrian. Het is gelukkig niet waarschyniyk, dat
de menschen in Lady Wargrave, de vrouw en
moeder van Engelsche edellieden, het kleine
Italiaansche meisje zullen herkennen. En het
is een voordeel voor haar, dat maar weinig
menschen haar kenden."
,Dat is zoo," zei Graye met het hoofd knik
kend. „Ja, dat is zoo."
„Laat ons eens nagaan," vervolgde Herbert.
„Dat waren: de huiseigenaar, mynheer Quaren-
don en de concierge en zyn vrouw hoe heet
ten ze ook weer? o ja, Acock. Maar overigens
niemand dan jy tenminste voor zoover als
we weten. Wel, het is niet erg waarschyniyk,
dat een van deze menschen ooit in de buurt
van Ashendyke zal komen we zyn hier erg
van de wereld afgezonderd. Trouwens Quaren-
don en de Acocks zyn misschien al dood. Maar
ik zie van een anderen kant gevaar dreigen."
„Van welken?" vroeg Graye, die gespannen
zat te luisteren.
„Lady Wargrave zal zonder twyfel wel van
tyd tot tijd naar Londen gaan," antwoordde
Herbert. „En dan zal men haar zien. Er moeten
natuuriyk nog andere menschen geweest zijn,
die Marco Graffi en zyn kleindochter gekend
hebben. Dat is niet anders mogeiyk. Die kun
nen haar even goed als jy herkennen. Maar
veel erger zyn al die geïllustreerde week
bladen, die er tegenwoordig uitkomen. Het zou
me verwonderen, als de thuiskomst van Lady
Wargrave niet in verschillende van die bladen
werd beschreven en met foto's er by.
„Verdraaid!" riep Graye uit. „Ik heb een vent
foto's zien nemen op het plein!"
„Daar heb je het al!" zei Herbert. „Natuur
iyk, er is tegenwoordig niets heilig of privé.
We zullen afwachten. Maar mag ik je nou eens
een onbescheiden, maar een gewichtige vraag
stellen? Je blyft hier een tydje by me en we
leven hier In een klein wereldje, dus je zult
zeker, vroeg of laat, Lady Wargrave wel eens
ontmoeten. Ik denk niet, dat ze je herkennen
zal, want je bent heel wat ouder geworden en
die baard maakt een groot verschil. Maar ben
je van plan, haar te vertellen, dat je haar
herkend hebt?"
Graye antwoordde niet onmlddeliyk, en
Herbert wachtte bedaard: het was duldeiyk, dat
hy diep zat na te denken. Na een poosje sprak
hy, en er zat een ietwat uitdagende klank in
zyn stem.
„Waarom zou ik niet?"
„Waarom zou je niet?" herhaalde Herbert.
„Och ja, waarom zou Je niet? Want wat zou
het op slot van rekening beteekenen? Alleen
dit: dat je haar in werkeiykheid zou zeggen:
Mijn beste mevrouw, u bent nu wel Lady War
grave, maar ik weet, dat u nog niet zoo heel
lang geleden Signorina Gemma Graffi was, die
in het Austerlitz flatgebouw woonde. Snap je,
Adrian?"
„Om de waarheid te zeggen, neen", antwoord
de Graye een beetje koppig. „En ik begryp niet,
waarom zy daar niet aan zou mogen worden
herinnerd. Het is toch geen schande om Gem
ma Graffi uit het Austerlitz flatgebouw ge
weest te zynl Ik zie niet in, waarom ze zich
dat niet zou mogen herinneren. Waarom?"
Herbert boog zich voorover, en klopte zyn
vriend op de knie.
„Waarom?" zei hy. „Dat zal ik je dan eens
vertellen. Omdat ik geloof, dat Lady Wargrave,
die wy voor Gemma Graffi houden, nóch weet,
dat haar grootvader vermoord is geworden,
nóch dat ze door de uitspraak van een jury voor
een moordenares wordt gehouden, daarom,
Adrian."
Graye schrok. Hy wreef een paar maal met
zyn hand over zyn voorhoofd en schudde het
hoofd, alsof het hem pyn deed na te denken.
En Herbert sprak door.
„Zie je Adrian, niemand weet, waar Gemma
Graffi naar toe is gegaan, toen ze op zoo
merkwaardige manier gevlucht is. En ook weet
niemand, waar de tegenwoordige Lady War
grave getrouwd is met wijlen Sir Robert. Ik ben
er van overtuigd, dat Lady Wargrave niets weet
van het bevel tot arrestatie, anders was ze
niet naar Engeland gekomen. Zou jij haar nu
van die dingen op de hoogte willen gaan
stellen?"
„Als ik het deed, zou ik het alleen doen om
die vervloekte verdenking van haar af te schui
ven!" bromde Graye. „Je weet dat dit het eenige
is, dat ik zou willen."
„Je kunt maar beter geen slapende honden
wakker maken," zei Herbert. „In ieder geval,
zal je in dat kleine wereldje, waarin wy hier
leven, haar zeker ontmoeten. Kyk eerst, voordat
je iets laat merken, of ze je nog herkent. Ik
heb gehoord, dat ze niet van plan is, lang in
Engeland te blyven. Volgens mij zou ze goed ge
daan hebben, als ze beelemaal weggebleven was.
totdat de jongen groot was. Want ieder jaar
wordt de kans, dat men ze nog zal herkennen
als Gemma Graffi kleiner."
Graye antwoordde niet. Hy vroeg zich af,
waar, wanneer en hoe Lady Wargrave en hy
elkaar zouden treffen. Maar de dagen verliepen
en noch hij, noch Herbert zag haar. Of het
kwam, omdat ze het zoo druk had met het in
orde brengen van het huis, dat zoo vele jaren
was overgelaten aan de zorg van het personeel,
of omdat ze vond, dat de parken van het
kasteel groot genoeg waren om in te wandelen,
zeker was het, dat ze niet in het dorp ver
scheen. En al veertien dagen waren weer ver-
loopen sinds den dag van haar aankomst, en
niemand in het dorp had haar nog gezien.
En toen overkwam Graye het onverwachte.
Op een avond Herbert was weggeroepen naar
een verafgelegen gedeelte van het dorp zat
hy nog laat te lezen en te rooken, toen de
meld hem kwam zeggen, dat er een knecht van
het kasteel was, met een dringende boodschap
van Lady Wargrave haar jongentje was ziek
en of de dokter dadeiyk wou komen.
Graye legde zyn pyp neer en ging naar de
hal. Buiten zag hy de lampen van een auto
schynen. De knecht, die boog, toen hy plotseling
die groote gestalte voor zich zag opduiken, zag
er bezorgd uit.
„Wat heeft het kind?" vroeg Graye.
(W«rdt betaald).