DREIN DRENTEL EN PIET PRIKKEL plBlOOKEtf II vlokken I Met wiéaal dag K M dol op 127?. St. Nicolaas op bezoek Wie doodde 1 Marco Graffi? 1 SCHOENEN VAN SMIT DINSDAG 24 NOVEMBER 1936 KERSTREIZEN „CEBUTO" Jac. Heemskerk, Auto-Reisbureau l i boterham 36 VOOR DEN POLITIERECHTER Vreemdsoortige hartelijkheid Opxxteding! Net uit de gevangenis DUSSELDORF KEULEN ANTWERPEN EN BRUSSEL TELEFOON 16448 Het meisje van buiten DAMMEN HAARLEMSCHE DAMCLUB I VOORDE De Kinderen jr Clubkampioenschappen en cupwedstrijden hebben goeden pasvorm en snit R.K.W.V. Achilles KEGELEN Kampioenschap H.K.B. VELSEN RIJKSVISCHAFSLAG WANDELSPORT H.A.V. De Kampioen WIELRENNEN H.S.V. De Kampioen ST-NICOLA AS' WEET'T wijze te zyn UUV 's middagS aangewend voor De hengelaar was nog niet van zyn verbazing bekomen, toen Plet en Drein zich al een heel eind van den wal bevonden, achter den aap aan, die al by na den overkant van het meer toereikt had. Aan den overkant was 't een echte wildernis. Voorzichtig slopen Drein en Piet verder, maar opeens dook tusschen het hooge gras een reuze-aap op, wél tweemaal zoo groot als ze zelf waren. Naast hem zat een klein aapje. „t Is misschien beter, dat we hier weggaan", zei Piet met bevende stem. 't Was begrijpelijk, dat ze er allebei een vaartje in zetten. „Zou die kleine aap dezelfde zyn van dien ballon?" vroeg Drein. „Dat Weet ik niet", zei Piet. „Ze lijken allemaal zoo op elkaar. Maar die banaan zijn we in ieder geval kwijt." STAD Een 30-jarige loswerkman en een 31-jarige Doekbinder, beiden uit Haarlem, waren toch zulke goeie vrinden! Ze gingen al tien jaar lang vriendschappelijk met elkaar om en altyd had den ze elkaar heel erg „gemaggen" zooals de een het zelf uitdrukte. Het sprak dan ook wel vanzelf, dat, toen ze elkaar op 18 September j.l. in de Spaarnwouderstraat te Haarlem ontmoet ten, een zéér geanimeerd gesprek tusschen hen ontstond en vele malen héél hartelijke hand drukken gewisseld werden. Toen dat een tijdje had geduurd, wilde ieder zijns weegs gaan. maar nee, de loswerkman kon toch nóg niet van zijn kameraad scheiden en riep hem terug. En weer sloegen ze aan het praten en grapjes maken en vriendelijkheidjes wisselen en elkaar de hand schudden. Maar plots.... kreeg de boekbinder een klap tegen zijn wang, waardoor hij met zijn hoofd tegen een muur opvloog en buiten westen geraakte. Het bleek, dat zijn intieme en zeer hartelyke vriend, de loswerkman, hem dit geleverd had! Nu was Leiden in last! Voor den politierech ter verklaarde de loswerkman, dat hij nu nog niet wist, waarom hij zijn vriend zoo'n allesbe halve te apprecieeren pak slaag had gegeven. Hij was naar een verjaringsfeest geweest en had toen wat te diep in het glaasje gekeken met tot resultaat, dat de wysheid in het glas was geraakt Thans was het echter ondertusschen weer pais en vree tusschen verdachte en den mishandelde geworden. Dat bleek wel uit het getuigenis van dezen laatste, die het geval zooveel mogelijk probeerde te verkleinen. Ondanks dit alles vond de Officier van Justi tie het een ernstig feit en eischte veertien da gen gevangenisstraf. De rechter hield rekening met de zeven ver oordeelingen. welke de loswerkman al achter den rug heeft, en gaf een week gevangenisstraf. Nagenoeg alle Nederlanders hebben de Ver loving van Prinses Juliana op vrooiyke wijze meegevierd. En ook Zandvoort feestte op 12 September j.l. duchtig mee. Een dansje voor de jongelui van het dorp besloot des nachts de festiviteiten. Een 23-jarige metselaar had gewel dig veel schik waaraan een stevige borrel niet vreemd was en vroeg twee meisjes ten dans, die de uitnoodiging echter afsloegen. Dat voelde de jongeman als een domper op zijn feestvreug de en van den weeromstuit schold hij: „Stink- moffen", zulks met het oog op den Duitschen tongval van de beide (Hongaarsche) meisjes. Een 38-jarige slagersknecht, toen nog te Zand voort woonachtig hy heeft zyn woontenten inmiddels naar Kampen verplaatst trad als verdediger van de beleedigde onschuld op en riep den jongeman toe, dat hij wel eens een beetje opvoeding mocht leeren. Blykbaar om te toonen wat voor opvoeding hij gekregen had, gaf de metselaar hem een slag in het gezicht, hetgeen hem prompt een dagvaarding bezorgde. Den mishandelde maakte het zyn gebit onvol- dig heeft en eischte een week gevangenisstraf, ledig, want de klap in zyn gezicht ontnam hem twee .tanden. Voor den politierechter verdedigde de metse laar zich met het verweer, dat hy erg vroclijk was geweest en de ander hem had geïrriteerd door met „zijn breede borst" voor hem te gaan De Officier van Justitie merkte op, dat ver dachte inderdaad nog een goede opvoeding noo- Omdat de jongeman nog nooit veroordeeld was, wilde de rechter, alvorens uitspraak te doen, eerst eens een reclasseeringsrapport in- f§ Vincentius vraagt. De nood is hoog. Is uwe hulp nabij? Goede |j H gedragen kleeren hebben wij erg noodig. N. Groenmarkt 22 of ff tefeloon 11018 uws Een 22-jarige opperman was in September net uit de gevangenis gekomen. Op 6 April j.l. was hij n.l. tot een week gevangisstraf ver oordeeld, omdat hy een 22-jarigen timmerman, van wien zyn schoonouders nog eenig geld te vorderen hadden, een klap in het gezicht had gegeven. Wel verre van zich de gevangenisstraf ter harte te nemen, maakte hij zoowaar op 14 Sep tember wéér ruzie met den timmerman en wéér om dezelfde kwestie, die hem eigeniyk niet aan ging, maar alleen zijn schoonouders. En wéér had een klap de incasseerlng van het geld moe ten bevorderen! En het resultaat van den handslag? Geen 6 dagen PARIJS 22—27 DEC. 50.— MET KERSTDINER EN ATTRACTIE 23, 24, 25, 26 en 28 DECEMBER NAAR: gelden toch wel zorgen in den vorm van een dagvaarding voor den politierechter. Ook deze ruzie bleek onderling „zoo goed als het kan" weer bijgelegd te zijn en verdachte en getuige wilden van den klap een grapje maken. Noch de Officier van Justitie, doch de rech ter vonden den klap echter grappig en de laat ste verhoogde zelfs de door eerstgenoemde ge vraagde straf met het dubbele: twee weken ge vangenisstraf! Een zeer droevig geval van een meisje van buiten, ten ondergegaan in de groote stad, besloot de zitting. Roelofje, geboren in Tietjerksteradeel en wonende in Barsingerhorn, was naar Haarlem gekomen om werk te zoeken als dienstbode. In haar laatste betrekking was ze op staanden voet ontslagen wegens oneerlyk- heid en brutaliteit. Zonder geld, werkkring en tehuis stond ze op straat. In Haarlem had ze bij een juffrouw om onderdak gevraagd. Ze dischte daarby een verhaal op, waarvan geen woord waar was. Ze beweerde n.l., in betrekking te zijn by een familie in Heemstede, welke met vacantie uit was. De vacantie duurde onver wachts langer dan afgesproken zou zyn, omdat een jongetje longontsteking had gekregen. En daarom kon nu het meisje niet naar de familie terugkeeren. De juffrouw geloofde dit verhaal en gaf haar pension, dat immers volgens het meisje by de terugkomst van de familie door deze vergoed zou worden. lederen morgen mocht het meisje op de fiets van de juffrouw naar de villa van de familie fietsen om te kijken of deze reeds weer gearriveerd was. Overbodig te zeg gen, dat het meisje iederen keer weer onver- richterzake terugkeerde! Tenslotte maakte het meisje het te bont door kleedingstukken en dergelijke van de juf frouw te stelen, waardoor ze weer op straat ge zet werd, terwijl tevens een aanklacht bij de politie volgde. Meteen kwam toen het bedrog uit. De politierechter, de officier van Justitie en dc verdediger, mr. J. A. P. C. ten Bokkel, over legden wat er met dit meisje moest gebeuren. Ze was onlangs in Alkmaar tot een voorwaar delijke gevangenisstraf veroordeeld, maar de gene, die toezicht op haar gedurende haar proeftyd moest houden, scheen dit toezicht wat al te gemakkelijk te hebben opgevat, hetgeen nu niet bepaald aan het meisje ten goede was ge komen. Het Leger des Heils had zich nu haar lot aangetrokken en daarom veroordeelde de rech ter haar tot zes maanden gevangenisstraf voor waardelijk met drie jaar proeftyd en ondertoe zichtstelling van het Leger des Heils. PE" PAK Maandagavond j.l. werden in de „Koren beurs" te Haarlem de wedstrijden om de club kampioenschappen 1936/1937 en cupwedstryden der Haarlemsche Damclub voortgezet. Hieronder volgen de uitslagen: Clubkampioenschappen 1936/1937 Hoofdklasse: F. J. van Dartelen remise met C. Kool: Joh. Fabel wint van J. J. ven Kesteren. Eerste klasse: M. van Leeuwen wint van A. Smit; J. J. Groenewoud wint van L. Kisch; B. Henneke wint van J. Otter; W. J. A. Matla remise met A. Kiel; H. Berghuis remise met D. Scty-ynemaker.s. Cupwedstryden: Groep I: J. W. van Dartelen wint van J. van Looij. Groep II: J. J. Groenewoud wint van L. Kisch; P. G. van Engelen wint van A. Smit. Groep III; H. van Lunenburg Jr. wint van C. B. dé Laat. Groep IV: R. Kuipers wint van C. J. van Berloo. NASSAUSTRAAT 1, hoek Kruisstraat HAARLEM TEL. 13490 ningsavond onder leiding van Scheffer en Koo nings mag zich in een dusdanig succes verheu gen, dat het aantal liefhebbers voor Zweedsche gymnastiek waarschyniyk over twee avonden, zal moeten worden verdeeld. Door de Missie is de ledenvergadering uitge steld tot a.s. Woensdagavond om 8.30 uur in gebouw Olympia. Degenen, die loten ontvangen hebben, worden verzocht dan te komen afrekenen en de niet ver kochte in te leveren. A.s. Vrijdagavond is onze eerste maandelijk- sche feestavond. Aanvang preces 8i/2 uur; alleen toegang voor leden, donateurs én invité's. Woensdag 2 December begint wederom onze Zweedsche Gymnastiek welke aanvangt om 8'/2 uur in de gymnastiekzaal van de Sint Joseph- school op de Nieuwegracht. Deze avonden staan wederom onder deskundige leiding van den heer Senden. De heer Th. Brown had allerminst een zuiver geweten en den laatsten tijd deed dit verschynsel óók zijn uiterlijke rust weinig goed. De heer Brown was kassier bij een levens verzekeringmaatschappij, en geld heeft voor vele menschen een vreemdsoortige kleefkracht. Bij den heer Brown bleef er telkens iets aan zijn vingers hangen, zoo dikwyls hij zijn kas opmaakte. Daar de heer Brown een wonder was in de mathematica, bleven de boeken van de maatschappy wonderiyk juist in overeen stemming met de overgebleven gelden. Die gewoonte van den heer Brown, om dat klevende geld niet in de kas, doch aan zyn zakdoek af te vegen, had hem reeds een aar dig sommetje opgeleverd en hij had zich zooals gebruikelyk is met zyn gewoonte ver trouwd gemaakt. Overigens bezat de heer Brown een fijnen smaak en zooiets Is kostbaar. De gewoonte werd derhalve sleur. Tenslotte had de heer Brown ook een fynen neus en deze kreeg den laatsten tijd onaangename aandoeningen. Het kasgeld d&t, aan de zyde van den heer Brown na melijk was tenslotte samengekleefd tot een flinken klomp en daar men nu eenmaal een berg gemakkeiyker ziet dan een kiezelsteentje, kreeg de heer Brown een steeds vermoeiender dagtaak. Bovendien bespeurde hij bij den nieu wen beambte van den accountantsdienst be sliste detective-eigenschappen. Het was dus waariyk niet zonder reden, dat D. Bremer 364 houten 4915; 6e prys L. Dost 364 houten 4819. Klasse B. Ie prijs J. Schipper 330 houten; 2e prijs Chr. van Maris 323 houten; 3e prijs C. M. v. d. Beek 318 houten; 4e prys M. W. Vroom 316 houten; 5e prijs B. F. Kohschulte 315 houten; 6e prijs H. van Heulen 312 houten. Hoogste Dames gooister mevrouw de Bruin 291 houten; Consolatieprys N. N. 296 houten. Hoogste werper in 10 worpen L. Dost 87 houten. De uitslag der Vrijebaan wedstrijden is: Klas se A. Gewone Telling L. Ketellapper 45; N. P. Tummers 2 maal 44; C. van Empelen 4443; C. J. Landman 4439; H. P. Spoor 43; H. Frant- zen 42. Klasse A. Hamburger Telling. L. Ketellapper 2 maal 120; F. van Orden 120110; N. Tummers 129—108; I. Dost 2 maal 114—110; N. P. Visser 114—110—108; T. Timmer 114—110—106. Klasse B Gewone Telling: Chr. van Marls 43 —42; A. Stevens 43—36; J. B. Weijers 41—40; C. v. d. Beek 40—36; N. Faase 40; P. Beccarl 39. Zaterdag en Zondag werd onder groote belang stelling en met veel animo het Persoonlyk Kam pioenschap H. K. B. 1936 verkegeld en evenals het vorige jaar behaald door H. Frantzen. Het mag zeer zeker een buitengewone prestatie ge noemd worden tweemaal achtereen dezen eereti- tel te behalen. 86 dongen mede naar dezen eere-titel. Kampioen werd H. Frantzen met 382 Hou ten. De verdere uitslag was: Klasse A. Ie prils L. Ketellapper 381 hou ten; 2e prys H. B. Denkers Sr. 372 houten; 3e prijs H. van Duljnen 364 houten 49—23; 4e prys N. P. Tummers 364 houten 49—20; 5e prijs Voor het nationaal huwelijksgeschenk De in deze gemeente gehouden inzameling voor het nationaal huwelijksgeschenk heeft 591 opgebracht. IJMTJIDEN, 24 Nov. Ryksvischafslag. Tarbot 0.821.25 per kg. Griet 16.0027 per 50 kg. Tong 0.891.15 per kg. Groote Schol 25.00. mid del Schol 21.0026, Zetschol 22.0025, kleine Schol 5.90—18, Bot 13.00—17, Schar 4.70—12, Tongschar 36.0042 per 50 kg. Rog 1515.50 per 20 stuks. Vleet 0.905.50 per stuk. Pieterman en Poon 5.009, groote Schelvlsch 21.0026, mlid- del Schelvlsch 18.5022, kl. mldd. Schelvlsch 15.0020, kleine Schelvisch 8.3014 per 50 kg. Kabeljauw 3,6.0058 per 125 kg. Gullen 6.50 22.50 per 50 kg. Leng 0.381.65 per stuk. Heil bot 0.76—1.50 per kg. Wijting 2.70—7 per 50 kg. Koolvlsch 0il81.45 per stuk. Makreel 8.50— 10.50 per 5o kg. Versche Haring 5,50—5.60 p. kist. Bovengenoemde vereeniging hield Zondag een prestatlemarsch over 20 K.M. ter gelegenheid van haar 1-jarig bestaan. Het parcours liep via Over- veen naar Zandvoort en over Aerdenhout naar Haarlem terug. De Amsterdamsche meewandelaar legde het 20 K. M. lange traject af in 2 uur 10 min. en 25 sec. Ruirn 50 wandelaars namen aan dezen welge slaagden marsch deel. Zondagmorgen wilde de H. S. V. de Kampioen een veldrit organiseeren doch dit werd door de Bloemendaalsche politie verhinderd. Daarna werd een hardloopwedstryd georganiseerd over 5 K.M. Het mooie najaarsweer werkte zeer mee dezen wedstrijd te doen slagen. 23 van de circa 40 deelnemers volbrachten dezen stryd. De uitslag was: 1. P. v. d. Heiden; 2. J. Hensen; 3. C. Moerkerk; 4. Koelemeyer; 5. Dalfsen; 6. Huy- boom, enz. De verleden week Dinsdag aangevangen trai- rr; r.\y. POPPEN EN HONDEN m. 3 zakdoek- qa jes^zeerapart^JjJ? PYRAMID voor dames en heren in luxe verpak- 1 65 king 2.75, KINDER ZAKDOEKEN in fantasie en met poppetjes 0/, V/2, 5 1/2, of HEREN ZAKDOEKEN, buitengewone sorte ring in fantasie en wit 39, 4 29, 19, WA, Ik. DOOSJES ZAKDOEK JES, in 3 of 6 stuks verpakt, met Zwitserse borduursel of gekleurd 97'/2, 74, 40, KIND. ZAKDOEKJES, in doosje van 3 of 6 stuks, luxe verpak king 97 V2, o>l 59, 46, 36, HEREN ZAKDOEKEN verpakt in doos en cellophane, 3, 6 of 12 stuks A O 1.50, 971/2, 74, de heer Brown aan het ontbijt steeds minder goed gehumeurd scheen en in zyn ochtendblad een eenzijdige belangstelling betoonde voor de rubriek rechtszaken. „Die stomme Mackinson! Om er zóó in te tippelen," gromde Brown op een morgen, toen hy zijn echtgenoote nauwelyks een vriendelyk woord toebedacht en uitsluitend zich interes seerde voor de jongste rechtszitting over den aandeelen-zwendel van een, thans voormalig, bankier. Niet vry van sarcasme, meende zijn vrouw te mogen antwoorden: „Beste Theodoor, dat is het gewone risico van het bedryf; laat het je niet ontmoedigen." De heer Theodoor Brown hield niet van die soort opmerkingen en hy vertrok in uiterst onprettige stemming naar zyn kantoor. Tegen twaalf uur dien middag stapten twee heeren in de lift van een grooten flatbouw in Mayfair-avenue. By de vierde verdieping stap ten zij uit en kwamen in de ruime hall. Schuin voor hen zagen zij een deur, waarop een naam plaatje: Th. Brown. Een der heeren belde aan. BJen dame opende de deur. .Mevrouw Brown persoonlijk?" informeerde de vreemde heer. „Jawel; met wien heb ik het genoegen?" glim lachte mevrouw vriendelyk. „Politie," ontpopten zich de heeren en toon den hun insigne aan de binnenzyde van hun overjas. Mevrouw Brown had geen andere keuze dan de bezoekers binnen te laten; zwygend wachtte zij de komende dingen af. „Uw man is een paar uur geleden gearres teerd, mevrouw Brown. Een vijf tig duizend dol- SSpllPW T PYl lar blijken door 1 "e/Z O PJl O hem op onjuiste iiiiiiiiiiiiiiiii timmiiiii 1IIIIIMIIIIIII llllllltlllllllllllllllHIIIIIIMI eigen gebruik. Daar wij veronderstellen dat u hiervan wel een en ander zal bekend zyn, komen wy u een paar vragen stellen." Mevrouw Brown zonk in een fauteuil en sloeg de handen voor de oogen; zy scheen zeer ont daan. Haar bezoekers taxeerden in hoeverre sprake kon zyn van verrassing over hun mede- deeling of over het feit der ontdekking. Toen mevrouw Brown eenigszins zich hersteld had, vroeg men haar nogmaals: „Kunt u ons over deze vyftig duizend dollar iets naders mededeelen?" Mevrouw Brown zocht naar woorden. Einde lijk klonk het onzeker: „Maar het zijn geen vyftig duizend dollar hoogstens vijftien tot twintig duizend „Dat is onmogelijk, mevrouw. Er is uit de cijfers duidelijk gebleken, dat het bedrag boven de 50.000 dollar gaat. Heeft uw man u mis schien bedrogen? Hy heeft mogelijk hei groot ste deel achter gehouden. U weet toch, dat hij een speler is, een speler, die altijd verliest?" Sprakeloos en zonder bepaalde uitdrukking zag mevrouw Brown voor zich uit. Dan haalde zy diep adem, haar lippen bewogen. Zij scheen zich eerst te bedenken, doch dan barstte de woordenvloed los: „Een speler!? Daarvan heb ik nimmer iets geweten. Maar nu begrijp ik, waarom hij iede ren Woensdagavond naar zyn „club" ging en om één, twee uur in den nacht terugkwam. Hij is zelfs één keer om vier uur 's morgens eerst thuisgekomen. Omdat hy zoolang had ge schaakt, zeide hy. Nu begryp ik het. Hy heeft my verteld, dat hy per maand een drie tot vierhonderd dollar „bij" verdiende. Dat is in de vyf jaar, dat hy in zyn betrekking is, een twintig duizend dollar. Daarvan is de helft ver bruikt voor extra's en groote vacantie-relzen; ruim tienduizend dollar staat op myn naam op de bank. E11 al het andere moet hij dus ver- v speeld hebben? En ik wist daar niets van? Dat is gewoon schandeiyk". „Vertelt u ons eens, hoe laat kwam uw man gewoonlyk naar huis?" „Hy gaat iederen morgen ruim acht uur weg en komt tegen zes uur thuis „Waar is uw man dan 's middags tusschen drie en vyf uur?" „Op het kantoor." „Dat kan niet. Om drie uur wordt gesloten; ny moet dus by vieren thuis kunnen zyn." „Dan is u verkeerd ingelicht. Ik" haal dik wyls myn man zelf af om enkele boodschappen met hem te doen. Om vyf uur sluiten de bureaux. U kunt er bovendien by het contröle- departement persoonlyk naar informeeren." „By het departement voor controle? Wat heeft dat met een verzekeringsmaatschappy te maken?" „Wel, myn man is toch regeeringscontroleur? Hoe kon hij anders iets „bij" verdienen doot alleen een oogje dicht te knypen?" „Neen, mevrouw Brown, uw man is kassier by de levensverzekering-maatschappy U.S. In surance Company." Met wijd-open oogen staarde mevrouw Brown haar bezoekers aan. Toen werd haar iets dui- deiyk. Zij slikte moeilijk, daarop zei ze: „Pardon, maar moet u misschien by Theo dore Brown zyn aan de andere zyde van deze verdieping? Hier woont Thomas Brown, be- grypt u." Een oogenblik stonden de beide politle-be- ambten perplex. Zij keken elkaar zwygend aan, daarop zeide één hunner; „Inderdaad mevrouw, wy bedoelen Theodore Brown en niet Thomas Brown. Neemt u ons niet kwalijk, de overtalryke Browns in New- York hebben ons reeds menige verrassing be reid, welke wy zelfs niet hadden kunnen ver moeden." Den volgenden dag ontmoetten de beide heeren Th. Brown elkander, zooals gewoonlijk 's morgens het geval was. Ditmaal had de ont moeting echter niet plaats in de lift van het flatgebouw in de Mayfair-avenue, doch in een zaal, waar zij beiden moesten wachten om zoo aanstonds ieder verhoord te worden in het voor-onderzoek van hun respectieveiyke straf zaken. 28 „Toch ben ik er zeker van," antwoordde Graye koppig. „Ik vertel je, dat de vrouw, die ik zoo juist gezien heb, en die ik voor Lady Wargrave houd, Gemma Graffi is. Ik ben er absoluut zeker van." Een groote verbazing verscheen op Herbert's gezicht. „Wat zou dat vreemd zyn!" riep hy uit. „Dat zou alle romans, die ik ooit gelezen heb, over treffen." „Ik vind er niets vreemds aan," zei Graye kalm. „Het is duideiyk, dat ze naar het vaste land ontvlucht is; dat ze daar na verloop van tyd dien Sir Robert Wargrave ontmoet heeft en dat ze met hem getrouwd is. Wat is daar nou' vreemd aan?" „Wel, als je 't precies wilt weten," zei Her- bert, „dan vind ik het vreemd, dat de politie haar daar nooit gevonden heeft. Ze hebben toch indertyd genoeg drukte over haar ge maakt!" „Daar heb je weer ongeiyk," zei Graye. Misschien was ze niet op 't vasteland. Waar zei je, dat Sir Robert Wargrave met zijn vrouw getrouwd was?" ,Daar heb ik niets van gezegd, want dat weet ik niet," antwoordde Herbert. „Al wat ik weet, is, dat hij op een van zyn laatste reizen met een buitenlandsche dame getrouwd is: dat hy nooit meer thuis is geweest en dat zy nu voor het eerst op Ashendijke komt. Ik heb ook, toe vallig, een tydje geleden gehoord, dat de voog den van den jongen baron de grootste moeite hebben gehad haar te overreden om te komen en dat ze zelfs nu nog maar alleen beloofd heeft om gedurende den zomer te blyven." „Juist zoo!" riep Graye uit. „Ze haatte En geland, dat herinner je je toch zeker nog wel?" „Dus je bent er nog altyd zeker van, dat Lady Wargrave Gemma Graffi is?" vroeg Herbert. ,Dat heb ik je nu al zoo dlkwyis gezegd, dat lk de keeren'nlet meer kan tellen," antwoordde Graye. „Natuuriyk is ze het." Herbert stak zijn handen in zijn zakken en begon de kamer op en neer te wandelen. ,Dan zal ik je eens wat vertellen, Adrian," zei hy. „Als het waar is, dan is het heel jam mer, dat ze teruggekomen is heel jammer 1" Graye keek zyn vriend verwonderd aan. „Waarom?" vroeg hy. „Omdat die uitspraak van de jury er is. Ik ben wel geen jurist, maar ik ken toch genoeg van de wet om te weten, dat die uitspraak altyd nog van kracht is. Zy kan nog altijd gearres teerd worden." „Onzin!" riep Graye uit. „Toch niet! Ga het den eersten den besten advokaat maar vragen, als je wilt. Het is zoo. Ik hoop voor haar, dat de oogen van andere menschen niet zoo scherp zyn als de jouwe, Adrian. Het is gelukkig niet waarschyniyk, dat de menschen in Lady Wargrave, de vrouw en moeder van Engelsche edellieden, het kleine Italiaansche meisje zullen herkennen. En het is een voordeel voor haar, dat maar weinig menschen haar kenden." ,Dat is zoo," zei Graye met het hoofd knik kend. „Ja, dat is zoo." „Laat ons eens nagaan," vervolgde Herbert. „Dat waren: de huiseigenaar, mynheer Quaren- don en de concierge en zyn vrouw hoe heet ten ze ook weer? o ja, Acock. Maar overigens niemand dan jy tenminste voor zoover als we weten. Wel, het is niet erg waarschyniyk, dat een van deze menschen ooit in de buurt van Ashendyke zal komen we zyn hier erg van de wereld afgezonderd. Trouwens Quaren- don en de Acocks zyn misschien al dood. Maar ik zie van een anderen kant gevaar dreigen." „Van welken?" vroeg Graye, die gespannen zat te luisteren. „Lady Wargrave zal zonder twyfel wel van tyd tot tijd naar Londen gaan," antwoordde Herbert. „En dan zal men haar zien. Er moeten natuuriyk nog andere menschen geweest zijn, die Marco Graffi en zyn kleindochter gekend hebben. Dat is niet anders mogeiyk. Die kun nen haar even goed als jy herkennen. Maar veel erger zyn al die geïllustreerde week bladen, die er tegenwoordig uitkomen. Het zou me verwonderen, als de thuiskomst van Lady Wargrave niet in verschillende van die bladen werd beschreven en met foto's er by. „Verdraaid!" riep Graye uit. „Ik heb een vent foto's zien nemen op het plein!" „Daar heb je het al!" zei Herbert. „Natuur iyk, er is tegenwoordig niets heilig of privé. We zullen afwachten. Maar mag ik je nou eens een onbescheiden, maar een gewichtige vraag stellen? Je blyft hier een tydje by me en we leven hier In een klein wereldje, dus je zult zeker, vroeg of laat, Lady Wargrave wel eens ontmoeten. Ik denk niet, dat ze je herkennen zal, want je bent heel wat ouder geworden en die baard maakt een groot verschil. Maar ben je van plan, haar te vertellen, dat je haar herkend hebt?" Graye antwoordde niet onmlddeliyk, en Herbert wachtte bedaard: het was duldeiyk, dat hy diep zat na te denken. Na een poosje sprak hy, en er zat een ietwat uitdagende klank in zyn stem. „Waarom zou ik niet?" „Waarom zou je niet?" herhaalde Herbert. „Och ja, waarom zou Je niet? Want wat zou het op slot van rekening beteekenen? Alleen dit: dat je haar in werkeiykheid zou zeggen: Mijn beste mevrouw, u bent nu wel Lady War grave, maar ik weet, dat u nog niet zoo heel lang geleden Signorina Gemma Graffi was, die in het Austerlitz flatgebouw woonde. Snap je, Adrian?" „Om de waarheid te zeggen, neen", antwoord de Graye een beetje koppig. „En ik begryp niet, waarom zy daar niet aan zou mogen worden herinnerd. Het is toch geen schande om Gem ma Graffi uit het Austerlitz flatgebouw ge weest te zynl Ik zie niet in, waarom ze zich dat niet zou mogen herinneren. Waarom?" Herbert boog zich voorover, en klopte zyn vriend op de knie. „Waarom?" zei hy. „Dat zal ik je dan eens vertellen. Omdat ik geloof, dat Lady Wargrave, die wy voor Gemma Graffi houden, nóch weet, dat haar grootvader vermoord is geworden, nóch dat ze door de uitspraak van een jury voor een moordenares wordt gehouden, daarom, Adrian." Graye schrok. Hy wreef een paar maal met zyn hand over zyn voorhoofd en schudde het hoofd, alsof het hem pyn deed na te denken. En Herbert sprak door. „Zie je Adrian, niemand weet, waar Gemma Graffi naar toe is gegaan, toen ze op zoo merkwaardige manier gevlucht is. En ook weet niemand, waar de tegenwoordige Lady War grave getrouwd is met wijlen Sir Robert. Ik ben er van overtuigd, dat Lady Wargrave niets weet van het bevel tot arrestatie, anders was ze niet naar Engeland gekomen. Zou jij haar nu van die dingen op de hoogte willen gaan stellen?" „Als ik het deed, zou ik het alleen doen om die vervloekte verdenking van haar af te schui ven!" bromde Graye. „Je weet dat dit het eenige is, dat ik zou willen." „Je kunt maar beter geen slapende honden wakker maken," zei Herbert. „In ieder geval, zal je in dat kleine wereldje, waarin wy hier leven, haar zeker ontmoeten. Kyk eerst, voordat je iets laat merken, of ze je nog herkent. Ik heb gehoord, dat ze niet van plan is, lang in Engeland te blyven. Volgens mij zou ze goed ge daan hebben, als ze beelemaal weggebleven was. totdat de jongen groot was. Want ieder jaar wordt de kans, dat men ze nog zal herkennen als Gemma Graffi kleiner." Graye antwoordde niet. Hy vroeg zich af, waar, wanneer en hoe Lady Wargrave en hy elkaar zouden treffen. Maar de dagen verliepen en noch hij, noch Herbert zag haar. Of het kwam, omdat ze het zoo druk had met het in orde brengen van het huis, dat zoo vele jaren was overgelaten aan de zorg van het personeel, of omdat ze vond, dat de parken van het kasteel groot genoeg waren om in te wandelen, zeker was het, dat ze niet in het dorp ver scheen. En al veertien dagen waren weer ver- loopen sinds den dag van haar aankomst, en niemand in het dorp had haar nog gezien. En toen overkwam Graye het onverwachte. Op een avond Herbert was weggeroepen naar een verafgelegen gedeelte van het dorp zat hy nog laat te lezen en te rooken, toen de meld hem kwam zeggen, dat er een knecht van het kasteel was, met een dringende boodschap van Lady Wargrave haar jongentje was ziek en of de dokter dadeiyk wou komen. Graye legde zyn pyp neer en ging naar de hal. Buiten zag hy de lampen van een auto schynen. De knecht, die boog, toen hy plotseling die groote gestalte voor zich zag opduiken, zag er bezorgd uit. „Wat heeft het kind?" vroeg Graye. (W«rdt betaald).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 2