Vreemd verdrag tusschen
Duitschland en Japan
EXPOSITION
De moeilijkheden der Kerk
in Duitschland
Concentratie van
onderwijs
Baby's Kou
INTERNATIONALEN!?!
Last van Uw zenuwen?
Financiën is
goedgekeurd
REACTIE ER OP IN DE
WERELD
VJCKS
GEZAG DER PRIESTERS
WORDT ONDERMIJND
VRIJDAG 27 NOVEMBER 1936
BUITENLANDSCH OVERZICHT
Weinig instemming
HET VERWAARLOOSDE KIND
Algemeene vergadering van de
R.K. Vereeniging te 's-Bosch
In gestichten
Commissie zal wetsontwerp aan
de Regeering aanbieden
R.K. „Jonge Werkman"
vergadert
TVapoRub
Voor de vijfde maal te Utrecht
bijeen
MAI-NOVEMBRE 1937
De Bisschop van Regensburg keert
zich fel tegen de teugellooze
propaganda der Duitsche
geloofsbeweging
De gevaren voor de
jeugd
Mijnhardt's Zenuwtabletten
TWEEDE KAMER
Allerlei zaken besproken, waar
onder de belastingdruk en
het middenstandscrediet
Omzetbelasting blijft
voor poeliers
Aanleg van weg Heerenveen
Sneek
DE KONINKLIJKE
Geruchten over emissie en
interim-dividend
W er eld ten toonstelling
Amsterdam
Nederland sche musici in den
vreemde
Er wordt in de wereldpers nog veel ge
schreven over het verdrag, dat tusschen
Duitschland en Japan tot stand is ge
komen. Men weet er niet goed raad mee. Zoo
als van zelf spreekt wenschen alle kringen
en volksgedeelten, die tegenover het commu
nisme en zijn actie-centrale de communisti
sche Internationale staan, dat de strijd tegen
ös verderfelijke God loochenende leerstelsels
en inrichtingen met alle middelen zal worden
voortgezet. En daarom begroeten zij gaarne
allen, die als medestrijders met hen willen
oprukken. En daarom is het op zichzelf ook
verheugend, dat Duitschland en Japan zich
opmaken, om aan het vernietigend werk der
Komintern zooveel mogelijk afbreuk te doen.
Beide landen hebben vroeger, zoowel binnen
hun grenzen als in hun nabuurlanden de Ko
mintern aan het werk gezien. Zij hebben na
zwaren strijd overwinningen op den commu-
nistischen woelarbeid behaald. In Duitschland
is het communisme zelfs geheel vernietigd,
zooals Hitier herhaaldelijk heeft verzekerd.
Maar zij bespeuren klaarblijkelijk, dat de vij
and op allerlei listige manieren zijdelings hun
gevestigde posities wil aantasten. En dat willen
zij verhinderen.
Ook de katholieken staan aan de zijde van
hen, die front maken tegen het werk der Ko
mintern en juichen hen toe, die trachten de
verbreiding van het communisme te beperken
of het trachten uit te roeien. En in zooverre
is hun ook het verdrag tusschen Duitschland
en Japan welkom. Maar één ding moet niet
worden vergeten. Het verdrag tusschen de ge
noemde staten is gericht tegen de politiek der
Sovjets, die de Komintern gebruikt, om over
al de wereldorde te bestoken en rijp te ma
ken voor de wereldrevolutie, om dan, als er
politiek netelige situaties ontstaan, te bewe
ren, dat zij officieel niets met de Komintern
heeft uit te staan. De strijd, die de christen
heid en op de eerste plaats de Katholieke
Kerk tegen het communisme voert, richt zich
echter tegen de communistische wereldbe
schouwing, die tegen de Goddelijke orde is
gericht. En deze strijd is de voornaamste.
Wat is de eigenlijke beteekenis van het
gesloten verdrag?
Voorop zetten wij, dat het zeer goed
mogelijk is, dat het verdrag in den vorm, zoo
als het is gepubliceerd, maar camouflage is en
dat in werkelijkheid een militair verbond kan
bedoeld zijn. Maar daarvoor is op het mo
ment geen enkel houvast. Zelfs de „onthulling"
van de Evening Standard, naar dewelke aan
het accoord een geheim protocol zou zijn toe
gevoegd, dat ons Nederlandsch-Oost-Indië zou
verdeelen in Duitsche en Japansche belangen
sferen, kunnen we onbesproken laten, ons
daarbij geheel aansluitend bij een oordeel uit
bevoegde Haagsche kringen, die van meening
zijn, dat de mededeeling van het Engelsche
blad met meer dan gewone reserve dient be
schouwd te worden. Zoodat dus voor ons alleen
de reëele kwestie overblijft, wat het accoord
nu eigenlijk behelst. En dit blijkt duidelijk uit
den tekst zelf. De beide partijen besluiten el
kaar in te lichten over de activiteit der Ko
mintern en overleg te plegen over afweermaat-
regelen en zij zullen andere staten, die door
de Komintern worden bedreigd, uitnoodigen
om zich bij dit accoord aan te sluiten. Dit is
alles, wat losgelaten is. Een verdrag, wil het
waarde hebben, moet naar zijn inhoud precies
worden omschreven, moet als het ware hand
en voet hebben. Dit is bij dit accoord, over
eenkomst of verdrag absoluut niet het geval.
Want direct staan we reeds voor een groote
vaagheid. Van welken aard toch zullen de
maatregelen kunnen zijn, die Duitschland en
Japan van plan zijn gemeenschappelijk te ne
men tegen de Communistische Internationale?
En vervolgens: tegen welke staten, en op grond
van welke handelingen, ook buiten de Duitsche
en Japansche grenzen, zal worden opgetreden,
in geval van agitatie der Komintern? Er is
op deze vragen nog geen antwoord te vinden.
Men zal moeten afwachten, of het permanente
anti-Kominternbureau, dat als uitvloeisel van
het verdrag te Berlijn wordt opgericht, daar
over uitsluitsel zal geven.
De reactie, die het Duitsch-Japansche
accoord in de wereld heeft teweegge
bracht, weerspiegelt zich in ministe-
rieele redevoeringen, in officieele verklaringen
en in de internationale pers.
Italië heeft geweigerd een officieele verkla
ring aangaande het gesloten accoord af te
leggen. Het heeft wel zoo ongeveer dezelfde
opvattingen over de Komintern als Duitsch
land en acht een overeenkomst als tusschen
Duitschland en Japan, absoluut onnoodig. Het
Japansche blad Asahi meldt echter, dat de
regeering te Tokio haar ambassadeur te Rome
heeft opgedragen, Italië uit te noodigen zich
bij het accoord aan te sluiten. En Havas weet
te melden, dat de besprekingen tot een prin
cipieel accoord hebben geleid. Naar verluidt
officieel is het niet bevestigd zal Oostenrijk
zich niet bij het accoord aansluiten, omdat
het 't communisme binnen zijn grenzen reeds
definitief heeft vernietigd en omdat het niet
wenscht aanstoot te geven aan de West-Euro-
peesche mogendheden en aan Tsjecho-Slowa-
kije. Frankrijk heeft bij monde van zijn mi
nister van Buitenlandsche Zaken Delbos van
zijn meening blijk gegeven.
Het acht 't gesloten pact niet van dien aard,
dat het een gunstige atmosfeer schept, aange
zien het uitgaat van de „Kruistocht"-idee te
gen het communisme, welke door Engeland,
Frankrijk en de meeste andere landen wordt
afgewezen, omdat in die landen de openbare
meening geducht weet te onderscheiden tus
schen den strijd tegen het communisme en de
mogelijke Duitsche en Japansche expansie-
zucht. Engeland is zeer onaangenaam verrast.
De staatslieden en de pers van dit land ver
moeden, dat het verdrag veel meer bevat dan
gepubliceerd is.
Tevens toont men zich gebelgd over het feit,
dat het verdrag door Von Ribbentrop is voor
bereid, dat dus de Duitsche ambassadeur bij
het Hof van St. James den korten tijd, dat hij
in Engeland vertoeft, besteed heeft, om een
verdrag voor te bereiden tusschen Japan en
Duitschland, dat gericht is tegen een derde
mogendheid, waarmede Engeland normale be
trekkingen onderhoudt. Men wijst er op, dat
iets dergelijks in de diplomatieke geschiedenis
waarschijnlijk geen precedent heeft. Van de
buiten-Europeesche staten is vooral de meening
van China en de Vereenigde Staten van be
lang. In China vreest men, dat het resultaat
van het verdrag zal uitloopen op een versnelde
moderniseering der Japansche bewapening,
welke zeer ongunstige gevolgen zou kunnen
hebben voor China. In officieele kringen der
Vereenigde Staten verwacht men thans een
nauwere aaneensluiting van Frankrijk, Enge
land en de Unie der Sovjet-republieken. Men
is voorts van meening, dat de Japansche ma
rine-autoriteiten allesbehalve ingenomen zullen
zijn met dit diplomaten-verdrag, dat de kans
op samenwerking met Engeland, die zij steeds
nog zoo vurig wenschen, ten sterkste vermin
dert.
Te 's-Hertogenbosch werd Donderdag in hotel
„Noord-Brabant" de 22e algemeene vergadering
gehouden van „Roomsche zorg voor het verwaar
loosde kind". De bijeenkomst stond onder lei
ding van den zeereerw. heer J. G. van Rijt,
Rector te Maastricht.
In de middagvergadering hield Zuster M. Al-
fons van het gesticht „De Voorzienigheid" te
Amsterdam een lezing over het onderwerp „De
opvoeders in onze gestichten". Zij onderscheidde
als de twee voornaamste beginsel-elementen, die
den opvoeder moeten leiden: a. het kind als
subject der opvoeding en b. het doel der op
voeding: het kind leiden naar God.
Elementaire zielkunde is dus van groot belang
en meer in het bijzonder de kinderzielkunde is
onmisbaar.
Om het kind te kunnen leiden naar het
boven aangegeven doel, is het noodig dat de
leider zelve het doel zeer goed kent en de mid
delen weet die tot het doel zullen voeren.
Dit riles kan theoretisch worden aan
geleerd in cursuslessen, doch moet getoetst wor
den aan de practijk. Eigenlijk moesten allen,
die bij kinderen werkzaam zijn, deze cursussen
volgen.
Zuster Alfons wees verder op het verschil in
de uitoefening van de taak der opvoeders in
gestichten, vergeleken bij die van jeugdleiders
of van broers en zusters in gezinnen. Dezen toch
vervangen de ouders, treden tijdelijk in hun
plaats op. In gestichten moeten de opvoeders
zooveel mogelijk gelijken op goede vaders en
goede moeders. Deze plaatsvervangende ouders
hebben twee dingen te bereiken: ten eerste de
tekorten door het gemis der ouders aan te vul
len; ten tweede den kinderen bij te brengen 'n
goed begrip van wat moet wezen het ware
Roomsche gezin. De kinderen immers moeten
straks zelf een goed, normaal gezin gaan stich
ten. Daarom hebben zij hun inzicht te geven
in het gezinsleven.
De beste gestichtsopvoeding moet en zal
minder zijn dan de gezinsopvoeding. Daarom is
het zoo verblijdend dat gestreefd wordt om in
de gestichten de huiselijke sfeer zooveel moge
lijk te bevorderen.
De religieuze is geïsoleerd van de wereld.
Moet zij toch op de hoogte zijn van de dingen
van dezen tijd? Spr. beantwoordt deze vraag
bevestigend. De kinderen moeten de wereld in.
De opvoeder moet dus weten wat wacht en het
kind kunnen wapenen tegen moeilijkheden en
hen dan later leeren begrijpen. Bekrompenen
zijn ongeschikt om te leiden.
De inleidster waarschuwde voorts tegen eigen
baatzucht. Wie zich aan de opvoeding wil ge
ven, moet meer geven dan met redelijkheid ge
vraagd mag worden.
Concludeerende zeide spr., dat de volgende
vijftig jaren heel wat meer van het eigen ini
tiatief van het opkomende geslacht zullen vra
gen dan de voorgaande halve eeuw. De zware
taak van de opvoeders is de kinderen voor te
bereiden en hen reeds nu, voor zoover het de
ouderen al betreft, te helpen. Alle krachten
zullen noodig zijn om met succes in die rich
ting te werken.
Hierna ging de vergadering tot meer huis
houdelijke aangelegenheden over.
Naar de regeeringspersdienst meldt, is de
staatscommissie inzake het Lager Onderwijs
met haar arbeid ongeveer gereed.
Zij heeft haar voorstellen belichaamd in
een ontwerp van wet met daarbij behooren-
de memorie van toelichting, waaromtrent
volledige overeenstemming is verkregen en
die als bijlagen van het verslag aan de re
geering zullen worden aangeboden.
Het best behandeld zonder"in
nemen—alleen inwrijven met
WERKT OP 2 MANIEREN TEGELIJK
Het nationaal verbond „De Jonge Werkman"
kwam dezer dagen te Utrecht voor de vijfde
maal in jaarvergadering bijeen.
De Verbondssecretaris Jos Veldman noemde
deze bijeenkomst een mijlpaal in de geschiede
nis van de Jonge Werkman: hij herinnerde er
aan, hoe vijf jaren geleden met de eerste jaar
vergadering de J. W. 77 afdeelingen met 3300
leden telde en met voldoening stelde hij vast
dat het ledental zoover steeg, dat het zich nu
regelmatig om de 9000 beweegt.
Nijmegen zag tijdens het congres 90 pet. van
de geheele J.W.-beweging vertegenwoordigd; dit
heeft nog geen enkele organisatie in Nederland
ooit vertoond.
Op het oogenblik is de toestand zoo, dat van
de 180.000 katholieke jonge arbeiders in Ne
derland er ongeveer 10.000 georganiseerd zijn
in de J. W. en plm. 8000 in de Sint Josephgezel-
lenvereeniging. Er is dus nog veel werk te doen.
Die groote massa voor de J.W. te bewerken
is de taak voor het komende jaar; hiertoe riep
de heer Veldman aan het slot van zijn geest
driftige improvisatie de leiders en bestuurders
op. Directeur Van den Berg deelde mee, dat
een contactcommissie is gevormd uit de hoofd
besturen van de J. W. en de St. Josephgezellen
om de samenwerking tusschen beide organisaties
in goede banen te leiden.
Als een verheugende mededeeling kan worden
aangemerkt dat binnen veertien dagen een spe
ciaal J. W.-kerkboek zal verschijnen, dat zeer
voordeelig beschikbaar zal worden gesteld.
Aan het slot van de middagvergadering bracht
directeur Van den Berg nog ter sprake de kwes
tie met de Voortrekkers. In de vergadering van
den Utrechtschen Dioc. Bond was critiek uitge
oefend op het feit, dat de Verkennerij haar
Voortrekkers geen voldoende sociale vorming
zou geven.
Opgevraagde rapporten hebben directeur
Van den Berg naar zijn zeggen bewezen, dat de
Voortrekkers inderdaad te weinig sociale vor
ming krijgen en zeker, dat ze zeer weinig daad
werkelijke belangstelling hebben voor de jeugd-
standsorganisaties.
In dit verband kwam in de middagvergade
ring nog ter sprake het feit, dat ook de Katho
lieke Jonge Middenstand veel jonge arbeiders
onder zijn leden telt, vooral kantoorbedienden.
Deze min of meer ontwikkelde jongens achten
hun plaats niet in de Jonge Werkman, waar
zij toch zeer welkom zijn en inderdaad ook
thuis hooren.
In de namiddagvergadering drong Theo van
Steen uit Nijmegen, voorzitter van de onlangs
opgerichte cultureele commissie van De Jonge
Werkman, met klem aan op intensieve leiders
vorming. Hij achtte het van belang, dat in de
J.W. beroepsgroepen of vakgilden komen, d.w.z.
groepen van jongens, die eenzelfde vak uitoefe
nen, niet als zelfstandige organisaties, maar als
natuurlijke groepeeringen van vakgenooten.
TALRIJKE MANIFESTATIES OP HET GEBIED VAN
KUNST, WETENSCHAPPEN, LETTEREN EN SPORT
By gelegenheid van de slotplechtigheden
eener volksretraite in de kathedraal te Re
gensburg, hield de bisschop dier stad Mg:?.
Dr. Michaël Buchberger een predikatie,
waarin deze Kerkvorst zich scherp richtte
tegen de Duitsche geloofsbeweging.
„Duizenden pennen en tongen," aldus zeide de
bisschop, „worden iederen dag in beweging ge
bracht om verwarring te stichten in het chris
telijke geloof en om den godsdienst te vernie
tigen. Het is alsof velen het totale geluk en de
totale grootheid van het Duitsche volk daarin
willen zoeken, dat zij ons volk onchristelijk wil
len maken. Een felle strijd woedt vooral tegen
cte Katholieke Kerk. Kathqliek zijn en Katho
liek leven stellen velen op één lijn met onvader
landslievend zijn. En zooiets durft men te
doen na den wereldoorlog, waarin niemand trou
wer zijn plicht jegens het vaderland vervuld
heeft dan de Katholieken."
Vervolgens richtte de Bisschop zich tegen cTe
ongestoorde, teugellooze propaganda van Lu-
dendorf en de „Duitsche geloofsbeweging", die
ook op het platteland meer en meer ingang vin
den.
„Is het nu werkelijk geen smaadvolle driest
heid, wanneer deze Duitsche geloofsbeweging de
christenen op één lijn stelt met de bolsjewieken?
Is het niet droevig, dat de priesterlijke stand op
de openbare aanplakborden in ieder dorp ten
aanschouwe van ieder kind gehoond en verach
telijk gemaakt wordt? Een zoo juist verschenen
nummer van een bepaald blad bevat een heele
pagina foto's, die slechts ten doel kunnen heb
ben het aanzien en het gezag der priesters om
laag te halen en het vertrouwen in hun werk
te vernietigen. Een spotprent op den H. Paulus,
zooals in bedoeld blad is afgebeeld, zal men vaak
tevergeefs zoeken in de schimpbladen van de
felste vijanden der Kerk. Daar priesterhaat over-
Spoedig weer opgewekt en gekalmeerd met
Buisje 75 et. Bij Apoth. en Drogisten.
DEN HAAG, 26 Nov. 1936
„Is een kip te beschouwen als vleesch?"
De katholieke afgevaardigde VAN POLL
wijdde in de avondvergadering, die aan de be
grooting van het Departement van Financiën
werd besteed, een geestig speechje aan den
spitsvondigen woordenomhaal, welke in den
loop der jaren door deze vraag van omzetbelas
tingheffing is teweeggebracht. Hij pleitte cle
mentie voor de poeliers en hij wilde dezen lie
den, die een ontzaglijke concurrentie te ver
duren hebben van stroopers, jagers, landheeren,
enz., en die de omzetbelasting niet op hun
klanten verhalen kunnen, de heffing maar
schenken. Doch „niets daarvan!" repliceerde
minister OUD. En hij wees op de verregaande
consequenties, als men wild, een luxe-artikel,
van deze belasting ging vrijstellen. Het speet
hem erg voor de poeliers, doch hij gaf er de
voorkeur aan, eens te overwegen, hoe men hen
beter tegen de ondermijnende concurrentie be
schermen kan.
Het bier en gedistilleerd is een ander artikel,
dat onder zwaren belastingdruk staat.
De vrijzinnig-democraat SCHILTHUIS en de
katholieke afgevaardigde VAN DER PUTT
pleitten beiden voor het alsnog treffen van
maatregel, die aan in het nauw zittende
bedrijven weer wat adem verschaffen kan en
tegelijk een einde maken aan den smokkelhan
del en de klandestiene productie met hun ver
derfelijke gevolgen. Men denke maar beide
afgevaardigden herinnerden er aan aan het
bekende vergiftigingsgeval te Spekholzerheide.
Minister Oud heeft te dezer zake evenwel
nog geen bevredigende verklaringen afgelegd.
De zaak is voor een hernieuwd onderzoek in
handen van een commissie van hoofdambtena
ren. En op het resultaat van dat onderzoek
dient nu eerst gewacht.
Een geweldige smokkelhandel is er ook in
sigarettenpapier, eveneens een onderwerp,
door den heer Van der Putt (en ook door den
sociaal-democraat IJZERMAN) behandeld.
De Minister peinst op een oplossing. Maar die
is niet licht te vinden, wijl het eenige af
doende middel, een zwaardere belasting op fijn
gesneden tabak, minder gewenscht is vanwege
de toch al moeilijke positie der tabaksker-
verijen.
Mej. MEYER heeft een goed woord gedaan
voor de collecteurs en collectrices van de
Staatsloterij, die gedupeerd worden door de
nog steeds toenemende concurrentie van de
particuliere premieleeningen, die van de trek-
kingslijsten der Staatsloterij gebruik maken,
terwijl dit sedert 1935 verboden is.
Ja, antwoordde Minister Oud, de menschen
zijn, als het op wetsontduiking en -overtre
ding aankomt, nu eenmaal vernuftig. Hij zou
echter aan de kwestie aandacht besteden.
De grondbelasting afschaffen is nog altijd
een agrarische wensch. Men dient er den
eigengeërfden boerenstand mede, herhaalden
de katholieke afgevaardigde VAN DER
WEYDEN, de liberaal LOUWES en de chris-
telijk-historische afgevaardigde WEITKAMP.
Maar Minister Oud wees den wensch opnieuw
af. Ten eerste kan vooral voor de gemeen
ten de opbrengst dezer belasting niet wor
den gemist. En ten tweede wordt bij aankoop
van landerijen wel degelijk de druk van de
grondbelasting in den prijs verdisconteerd.
Bij de afdeeling: „Dienst der Belastingen"
zijn verschillende personeelskwesties aange
roerd. Ook de smokkelarij in het grensgebied
kwam daar nog eens ter sprake. Onbeperkte
opvoering van het aantal hulpcommiezen baat
hiertegen volgens den minister niet veel, ais
men geen voldoende leiding aan zoo'n uitge
breid corps zou kunnen geven. Dat tegen de
smokkelaars wel eens gebruik wordt gemaakt
van vuurwapens is onvermijdelijk.
Nadat ook afd. 6 (dienst der domeinen) en
afd. 7 (eeredienst) waren goedgekeurd, heeft de
Katholieke afgevaardigde IJsselmuiden bij afd.
10 (garantie door het Rijk verleend) nog eenige
opmerkingen gemaakt over het middenstands
crediet, dat men z. i. soepeler regelen moet.
Maar minister Oud stelde daar tegenover,
dat ook bepaalde waarborgen moeten worden
vastgehouden, opdat men niet met rijksgéld ten
onrechte zwakke bedrijven, die geen reden van
bestaan hebben, op de been houdt. Om half één
werd de begrooting van Financiën z. h. st. goed
gekeurd.
al een kenmerkend verschijnsel van het bolsje
wisme is, zou men dergelijke beelden eerder op
een anti-bolsjewistische tentoonstelling dan op
de openbare aanplakborden zoeken. In Rusland
en Spanje beneemt met den priesters het leven,
de Duitsche vijanden der Kerk berooven hen
van hun eer en ontnemen hun het vertrouwen
van het volk. Er zijn veel priesters die liever hun
leven dan hun eer zouden verliezen. Het moet
ons hart met diepe zorgen vervullen, in
bladen die bestemd zijn ter informatie van de
geheele onderwijzerswereld in Duitschland, de
geopenbaarde waarheden betreffende de Schep
ping, Paradijs en zondeval, en vele andere ge
loofswaarheden, als fabeltjes en sagen te hoo
ren noemen, die aan andere volken ontleend
zijn en totaal verkeerd zouden zijn weergegeven,
een bewering, die absoluut onjuist is. Waar blijft
dan toch de basis voor het positieve Christen
dom?"
Over de groote gevaren waaraan de katholieke
jeugd in de Rijksjeugdorganisaties is blootge
steld zeide de bisschop:
„Voor zielzorgers en priesters was het buiten
gewoon pijnlijk, dat de meisjes zelfs niet eens
tijdens de Missie op Zaterdag een uurtje vrij
konden krijgen voor de algemeene H. Commu
nie. Men kan deze houding slechts begrijpen,
wanneer men weet, dat bij de vormingscursus
sen van jeugdleiders nog zelfs geen half uur
vrijgelaten wordt om hun Zondagsplicht te ver
vullen,. maar wel is er tijd voor een afzonder
lijke vorming, die anderhalven dag in beslag
neemt om aan de leiders der jeugd te vertellen
en hen er van te overtuigen, dat Rome met de
biecht, met de leer van hemel en hel, met de
belooning van het goede en met de bestraffing
van het kwade, en met de leerstellingen over
het priesterschap de volken vernedert en onder
drukt. Hoe kan men het Katholieke Geloof in de
jeugdige harten nog meer ondermijnen? Hoe
kan een jeugd, die zoo gevormd wordt nog ach
ting hebben voor een priester? Geliefde ouders!
Gij kent de rechten en uw plichten en uw ver
antwoording voor het tijdelijk en eeuwig geluk
uwer kinderen. Welke vader, welke moeder kan
zwijgend toezien, wanneer hun kinderen het ge
loof ontnomen wordt? Overal waar wij rondblik
ken, woedt een geweldige strijd tegen ons ge
loof, in woord en geschrift, openlijk en in het
geheim."
Deze predicatie van den bisschop van Regens
burg, die met ontroering werd voorgedragen,
werd door de duizenden geloovigen in diepe stilte
aanhoord en dit herderlijk woord heeft op de
Duitsche katholieken een geweldigen indruk ge
maakt.
De grijze voorzitter van de bisschopsconfe
rentie in Fulda, Kardinaal VorSt-Aartsbis-
schop Dr. Adolf Bertram van Breslau, heeft
verordend, dat het herderlijk schrijven dat
op dte bisschopsconferentie der kerkprovin
cies Keulen en Pa der born werd samengesteld
en in de Bisdommen, die tot bedoelde kerk
provincie behooren, wend voorgelezen, ook in
de Oost-Duitsche kerkprovincie vanaf den
kansel aan het volk bekend gemaakt moet
worden. De Oost-Duitsche kerkprovincie om
vat het Aartsbisdom Breslau en de onder-
hoorige bisdommen Ermland en Berlijn, als
mede de vrije prelatuur Schneidemühl.
In dit schrijven, dat thans door dertien Duit
sche bisschoppen is onderteekend (wij hebben
clen volledigen tekst reeds eenigen tijd geleden
gepubliceerd. Red.) wordt uitdrukkelijk ver
klaard, dat alle klachten, die tot nog toe wer
den uitgebracht, en ook de schriftelijke bezwaar
schriften der bisschoppen bij de regeerings-
autoriteiten zonder gevolg zijn gebleven en dat
thans de herders van het katholieke volk, be
wust van hun verantwoordelijkheid, het uur ge
komen achten om zich openlijk tot de openbare
meening te wenden.
De Rijkswaterstaat heeft aan de N.V. Aan
nemingsmij. v.h. Hillen en Roosen en Beton
bouw Trio te Amsterdam opgedragen het maken
van een aardebaan c.a. van een gedeelte van
weg no. 43 onder de gemeenten Sneek en Wijm-
britseradeel, voor een bedrag van 324.600.
Betreffende eventueele emissie en interim-
dividend-uitkeering bij de „Koninklijke" schrijft
het Amsterdamsche Effectenblad:
Mij dunkt, dat bij 'n kapitaal van ƒ503.624.000
een uitbreiding met 50.362.400 doelmatig ware.
Dat zou dan neerkomen op 1 nieuw aandeel op
10 oude. Bij een emissiekoers a pari hetgeen
in de bedoeling ligt, zou er dus een mooie
claim loskomen.
Als interim-dividend voorspel ik bij dieze:
10 pCt. en ik stel mijn lezers in uitzicht, dat
zij de betaling op hun nieuw aandeel zoo in de
buurt van 8 Januari a.s. met dividend-bewijs
no. 77 zullen kunnen verrichten.
De Katholieke Universiteit steunen
is een praktisch apostolaat en
een ware Kruistocht voor weten
schap en geloof.
Het Rijk moet helpen
Hst groote belang, dat niet alleen
Amsterdam maar heel 't land er bij
heeft, wanneer in zijn hoofdstad de
grootsch opgezette wereldtentoonstelling
werkelijkheid wordt, dreef een aantal Ka
merleden er toe nog een poging te onderne
men van het Rijk den noodigen steun te
verkrijgen.
Wij uiten den wensch, dat deze poging
door de gisteren door de Kamer aangeno
men motie, slage!
Niet alleen voor de hoofdstad zelf maar
voor heel het rijk kan zulk een internatio
nale demonstratie van enorme economische
beteekenis zijn. Handel en industrie zullen
er een beduidend middel in vinden tot op
leving; van den toevloed der vreemdelingen
kunnen velen profiteeren en de opbouw en
exploitatie vormt een prachtig object tot
werkverschaffing en werkverruiming.
Reeds lang leefde in Amsterdamsche
zakenkringen de wensch, tot een wereld
tentoonstelling in de hoofdstad te geraken.
Een commissie onder de leiding van den
voorzitter der Amsterdamsche Kamer van
Koophandel werd ingesteld om de zaak
nader te onderzoeken en zoo groeide de
gedachte steeds meer en meer. Tot de
bekende optimistische uitingen van Zijne
Excellentie Minister Gelissen te Brussel de
mogelijkheid der verwezenlijking van veler
wensch een heel stuk nader brachten.
Toen de minister van Handel, Nijverheid
en Scheepvaart zóó geporteerd bleek voor
de plannen en zooveel enthousiasme toonde
en medewerking der regeering, zij 't ook
niet nader omschreven, in uitzicht stelde..,
wel toen werden de plannen in concreteren
vorm gegoten en werkten vele lichamen
en personen samen, zoodat weldra een om
lijnd schema ter tafel kwam.
Hoewel van de zijde der Regeering in
Juli nog geen definitieve besluiten waren
genomen scheen het toen vrijwel vast te
staan, dat in 1940 de tentoonstelling binnen
het grensgebied van Amsterdam zou wor
den gehouden. De tentoonstelling zou tot de
B-klasse behooren volgens de in 1929 ge
sloten internationale conventie. Dit wil
zeggen, dat de deelneming voor de bij de
conventie aangesloten landen vrij is en
Nederland als organiseerend land moest
zorgen voor de paviljoenen der deelnemers.
De expositie werd geprojecteerd op het
terrein tusschen Zuider Amstelkanaal en
ringspoor. Bij navraag bij het gemeente
lijk bureau voor werkverruiming en bevor
dering van het vreemdelingenverkeer en
bij den voorzitter der, door 't Amsterdam
sche gemeentebestuur ingestelde tentoon-
stellings-commissie verzekerde men ons,
dat in 1939 het aantal tewerkgestelden
tusschen de 15000 en 20000 geraamd kon
worden.
De totale kosten werden op 5 millioen ge
raamd, waarvan 3.5 millioen voor bouw
kosten.
Zoover was men te Amsterdam, toen ver
nomen werd dat de regeering niet kon
medewerken, hoe hoog ook zij 't belang
der internationale expositie aansloeg! Het
denkbeeld om de noodige fondsen te ver
krijgen door middel van een loterij, heeft
de regeering van de hand gewezen omdat,
volgens minister Colijn dit ministerie prin
cipieel omstreden punten als de loterij-
kwestie naast zich had neergelegd. Van een
loterij kon dus geen sprake zijn en minister
Oud had niet de gelden voor subsidieering.
In de memorie van antwoord heette het,
dat de regeering „geen vrijheid kon vin
den om een volgend kabinet aan een be
langrijke financieele toezegging zooals in
dit geval gevraagd werd, te binden".
Gelukkig was de zaak evenwel hiermede
nog niet van de baan. Zoowel in den Raad
der hoofdstad als in de Tweede Kamer der
Staten-Generaal is ze opnieuw besproken
en thans wil een aantal Kamerleden de
Kamer een uitspraak laten doen waardoor
regeeringssteun voor de wereldtentoonstel
ling verzekerd zij.
Het is o.i. zeer zeker pijnlijk te betreuren,
dat in een tijd als heden, waarin alle doel
treffende middelen moeten worden aange
wend om handel en nijverheid op te
heffen en de werkloosheid te verminderen,
een partij verschil over de loterij kwestie het
groote beletsel wordt de tentoonstelling te
doen slagen. Gisteren nog zond de Commis
sie van Advies inzake bestrijding van de
werkloosheid te Amsterdam, in vergadering
bijeen, een telegram aan de regeering en
sprak opnieuw met nadruk de wenschelijk-
heid uit, dat de Regeering het mogelijk zal
maken, dat de internationale tentoonstel
ling in 1940 te Amsterdam gehouden zal
worden.
Intusschen: voor minister Colijn en de
zijnen geldt nu eenmaal het loterij-bezwaar
en daarom hebben enkele Kamerleden een
anderen weg gekozen en een motie inge
diend om rijkssteun mogelijk te maken ten
einde Amsterdam in staat te stellen de
wereldtentoonstelling alsnog te onderne
men. In de Kamer is gisteren nog de aan
gelegenheid der tentoonstelling besproken.
Het door minister Gelissen gesprokene
een vrijwillige steunbeweging, ieder een
kwartje bracht de zaak niet veel verder!
We drukken den emstigen wensch uit,
dat de motie succes hebbe" en de we
reldtentoonstelling te Amsterdam binnen
eenige jaren een feit kan worden.
Onze landgenoote Oily Folge Fonden is door
de Ravag te Weenen uitgenoodigd op 10 De
cember a.s. een vioolrecital te geven.
Zij aal werken van Handel, Badinag, BauatüB*
Schubert en de EaUa uitwoerea.