Vreemd verdrag tusschen Duitschland en Japan EXPOSITION De moeilijkheden der Kerk in Duitschland Concentratie van onderwijs Baby's Kou INTERNATIONALEN!?! Last van Uw zenuwen? Financiën is goedgekeurd REACTIE ER OP IN DE WERELD VJCKS GEZAG DER PRIESTERS WORDT ONDERMIJND VRIJDAG 27 NOVEMBER 1936 BUITENLANDSCH OVERZICHT Weinig instemming HET VERWAARLOOSDE KIND Algemeene vergadering van de R.K. Vereeniging te 's-Bosch In gestichten Commissie zal wetsontwerp aan de Regeering aanbieden R.K. „Jonge Werkman" vergadert TVapoRub Voor de vijfde maal te Utrecht bijeen MAI-NOVEMBRE 1937 De Bisschop van Regensburg keert zich fel tegen de teugellooze propaganda der Duitsche geloofsbeweging De gevaren voor de jeugd Mijnhardt's Zenuwtabletten TWEEDE KAMER Allerlei zaken besproken, waar onder de belastingdruk en het middenstandscrediet Omzetbelasting blijft voor poeliers Aanleg van weg Heerenveen Sneek DE KONINKLIJKE Geruchten over emissie en interim-dividend W er eld ten toonstelling Amsterdam Nederland sche musici in den vreemde Er wordt in de wereldpers nog veel ge schreven over het verdrag, dat tusschen Duitschland en Japan tot stand is ge komen. Men weet er niet goed raad mee. Zoo als van zelf spreekt wenschen alle kringen en volksgedeelten, die tegenover het commu nisme en zijn actie-centrale de communisti sche Internationale staan, dat de strijd tegen ös verderfelijke God loochenende leerstelsels en inrichtingen met alle middelen zal worden voortgezet. En daarom begroeten zij gaarne allen, die als medestrijders met hen willen oprukken. En daarom is het op zichzelf ook verheugend, dat Duitschland en Japan zich opmaken, om aan het vernietigend werk der Komintern zooveel mogelijk afbreuk te doen. Beide landen hebben vroeger, zoowel binnen hun grenzen als in hun nabuurlanden de Ko mintern aan het werk gezien. Zij hebben na zwaren strijd overwinningen op den commu- nistischen woelarbeid behaald. In Duitschland is het communisme zelfs geheel vernietigd, zooals Hitier herhaaldelijk heeft verzekerd. Maar zij bespeuren klaarblijkelijk, dat de vij and op allerlei listige manieren zijdelings hun gevestigde posities wil aantasten. En dat willen zij verhinderen. Ook de katholieken staan aan de zijde van hen, die front maken tegen het werk der Ko mintern en juichen hen toe, die trachten de verbreiding van het communisme te beperken of het trachten uit te roeien. En in zooverre is hun ook het verdrag tusschen Duitschland en Japan welkom. Maar één ding moet niet worden vergeten. Het verdrag tusschen de ge noemde staten is gericht tegen de politiek der Sovjets, die de Komintern gebruikt, om over al de wereldorde te bestoken en rijp te ma ken voor de wereldrevolutie, om dan, als er politiek netelige situaties ontstaan, te bewe ren, dat zij officieel niets met de Komintern heeft uit te staan. De strijd, die de christen heid en op de eerste plaats de Katholieke Kerk tegen het communisme voert, richt zich echter tegen de communistische wereldbe schouwing, die tegen de Goddelijke orde is gericht. En deze strijd is de voornaamste. Wat is de eigenlijke beteekenis van het gesloten verdrag? Voorop zetten wij, dat het zeer goed mogelijk is, dat het verdrag in den vorm, zoo als het is gepubliceerd, maar camouflage is en dat in werkelijkheid een militair verbond kan bedoeld zijn. Maar daarvoor is op het mo ment geen enkel houvast. Zelfs de „onthulling" van de Evening Standard, naar dewelke aan het accoord een geheim protocol zou zijn toe gevoegd, dat ons Nederlandsch-Oost-Indië zou verdeelen in Duitsche en Japansche belangen sferen, kunnen we onbesproken laten, ons daarbij geheel aansluitend bij een oordeel uit bevoegde Haagsche kringen, die van meening zijn, dat de mededeeling van het Engelsche blad met meer dan gewone reserve dient be schouwd te worden. Zoodat dus voor ons alleen de reëele kwestie overblijft, wat het accoord nu eigenlijk behelst. En dit blijkt duidelijk uit den tekst zelf. De beide partijen besluiten el kaar in te lichten over de activiteit der Ko mintern en overleg te plegen over afweermaat- regelen en zij zullen andere staten, die door de Komintern worden bedreigd, uitnoodigen om zich bij dit accoord aan te sluiten. Dit is alles, wat losgelaten is. Een verdrag, wil het waarde hebben, moet naar zijn inhoud precies worden omschreven, moet als het ware hand en voet hebben. Dit is bij dit accoord, over eenkomst of verdrag absoluut niet het geval. Want direct staan we reeds voor een groote vaagheid. Van welken aard toch zullen de maatregelen kunnen zijn, die Duitschland en Japan van plan zijn gemeenschappelijk te ne men tegen de Communistische Internationale? En vervolgens: tegen welke staten, en op grond van welke handelingen, ook buiten de Duitsche en Japansche grenzen, zal worden opgetreden, in geval van agitatie der Komintern? Er is op deze vragen nog geen antwoord te vinden. Men zal moeten afwachten, of het permanente anti-Kominternbureau, dat als uitvloeisel van het verdrag te Berlijn wordt opgericht, daar over uitsluitsel zal geven. De reactie, die het Duitsch-Japansche accoord in de wereld heeft teweegge bracht, weerspiegelt zich in ministe- rieele redevoeringen, in officieele verklaringen en in de internationale pers. Italië heeft geweigerd een officieele verkla ring aangaande het gesloten accoord af te leggen. Het heeft wel zoo ongeveer dezelfde opvattingen over de Komintern als Duitsch land en acht een overeenkomst als tusschen Duitschland en Japan, absoluut onnoodig. Het Japansche blad Asahi meldt echter, dat de regeering te Tokio haar ambassadeur te Rome heeft opgedragen, Italië uit te noodigen zich bij het accoord aan te sluiten. En Havas weet te melden, dat de besprekingen tot een prin cipieel accoord hebben geleid. Naar verluidt officieel is het niet bevestigd zal Oostenrijk zich niet bij het accoord aansluiten, omdat het 't communisme binnen zijn grenzen reeds definitief heeft vernietigd en omdat het niet wenscht aanstoot te geven aan de West-Euro- peesche mogendheden en aan Tsjecho-Slowa- kije. Frankrijk heeft bij monde van zijn mi nister van Buitenlandsche Zaken Delbos van zijn meening blijk gegeven. Het acht 't gesloten pact niet van dien aard, dat het een gunstige atmosfeer schept, aange zien het uitgaat van de „Kruistocht"-idee te gen het communisme, welke door Engeland, Frankrijk en de meeste andere landen wordt afgewezen, omdat in die landen de openbare meening geducht weet te onderscheiden tus schen den strijd tegen het communisme en de mogelijke Duitsche en Japansche expansie- zucht. Engeland is zeer onaangenaam verrast. De staatslieden en de pers van dit land ver moeden, dat het verdrag veel meer bevat dan gepubliceerd is. Tevens toont men zich gebelgd over het feit, dat het verdrag door Von Ribbentrop is voor bereid, dat dus de Duitsche ambassadeur bij het Hof van St. James den korten tijd, dat hij in Engeland vertoeft, besteed heeft, om een verdrag voor te bereiden tusschen Japan en Duitschland, dat gericht is tegen een derde mogendheid, waarmede Engeland normale be trekkingen onderhoudt. Men wijst er op, dat iets dergelijks in de diplomatieke geschiedenis waarschijnlijk geen precedent heeft. Van de buiten-Europeesche staten is vooral de meening van China en de Vereenigde Staten van be lang. In China vreest men, dat het resultaat van het verdrag zal uitloopen op een versnelde moderniseering der Japansche bewapening, welke zeer ongunstige gevolgen zou kunnen hebben voor China. In officieele kringen der Vereenigde Staten verwacht men thans een nauwere aaneensluiting van Frankrijk, Enge land en de Unie der Sovjet-republieken. Men is voorts van meening, dat de Japansche ma rine-autoriteiten allesbehalve ingenomen zullen zijn met dit diplomaten-verdrag, dat de kans op samenwerking met Engeland, die zij steeds nog zoo vurig wenschen, ten sterkste vermin dert. Te 's-Hertogenbosch werd Donderdag in hotel „Noord-Brabant" de 22e algemeene vergadering gehouden van „Roomsche zorg voor het verwaar loosde kind". De bijeenkomst stond onder lei ding van den zeereerw. heer J. G. van Rijt, Rector te Maastricht. In de middagvergadering hield Zuster M. Al- fons van het gesticht „De Voorzienigheid" te Amsterdam een lezing over het onderwerp „De opvoeders in onze gestichten". Zij onderscheidde als de twee voornaamste beginsel-elementen, die den opvoeder moeten leiden: a. het kind als subject der opvoeding en b. het doel der op voeding: het kind leiden naar God. Elementaire zielkunde is dus van groot belang en meer in het bijzonder de kinderzielkunde is onmisbaar. Om het kind te kunnen leiden naar het boven aangegeven doel, is het noodig dat de leider zelve het doel zeer goed kent en de mid delen weet die tot het doel zullen voeren. Dit riles kan theoretisch worden aan geleerd in cursuslessen, doch moet getoetst wor den aan de practijk. Eigenlijk moesten allen, die bij kinderen werkzaam zijn, deze cursussen volgen. Zuster Alfons wees verder op het verschil in de uitoefening van de taak der opvoeders in gestichten, vergeleken bij die van jeugdleiders of van broers en zusters in gezinnen. Dezen toch vervangen de ouders, treden tijdelijk in hun plaats op. In gestichten moeten de opvoeders zooveel mogelijk gelijken op goede vaders en goede moeders. Deze plaatsvervangende ouders hebben twee dingen te bereiken: ten eerste de tekorten door het gemis der ouders aan te vul len; ten tweede den kinderen bij te brengen 'n goed begrip van wat moet wezen het ware Roomsche gezin. De kinderen immers moeten straks zelf een goed, normaal gezin gaan stich ten. Daarom hebben zij hun inzicht te geven in het gezinsleven. De beste gestichtsopvoeding moet en zal minder zijn dan de gezinsopvoeding. Daarom is het zoo verblijdend dat gestreefd wordt om in de gestichten de huiselijke sfeer zooveel moge lijk te bevorderen. De religieuze is geïsoleerd van de wereld. Moet zij toch op de hoogte zijn van de dingen van dezen tijd? Spr. beantwoordt deze vraag bevestigend. De kinderen moeten de wereld in. De opvoeder moet dus weten wat wacht en het kind kunnen wapenen tegen moeilijkheden en hen dan later leeren begrijpen. Bekrompenen zijn ongeschikt om te leiden. De inleidster waarschuwde voorts tegen eigen baatzucht. Wie zich aan de opvoeding wil ge ven, moet meer geven dan met redelijkheid ge vraagd mag worden. Concludeerende zeide spr., dat de volgende vijftig jaren heel wat meer van het eigen ini tiatief van het opkomende geslacht zullen vra gen dan de voorgaande halve eeuw. De zware taak van de opvoeders is de kinderen voor te bereiden en hen reeds nu, voor zoover het de ouderen al betreft, te helpen. Alle krachten zullen noodig zijn om met succes in die rich ting te werken. Hierna ging de vergadering tot meer huis houdelijke aangelegenheden over. Naar de regeeringspersdienst meldt, is de staatscommissie inzake het Lager Onderwijs met haar arbeid ongeveer gereed. Zij heeft haar voorstellen belichaamd in een ontwerp van wet met daarbij behooren- de memorie van toelichting, waaromtrent volledige overeenstemming is verkregen en die als bijlagen van het verslag aan de re geering zullen worden aangeboden. Het best behandeld zonder"in nemen—alleen inwrijven met WERKT OP 2 MANIEREN TEGELIJK Het nationaal verbond „De Jonge Werkman" kwam dezer dagen te Utrecht voor de vijfde maal in jaarvergadering bijeen. De Verbondssecretaris Jos Veldman noemde deze bijeenkomst een mijlpaal in de geschiede nis van de Jonge Werkman: hij herinnerde er aan, hoe vijf jaren geleden met de eerste jaar vergadering de J. W. 77 afdeelingen met 3300 leden telde en met voldoening stelde hij vast dat het ledental zoover steeg, dat het zich nu regelmatig om de 9000 beweegt. Nijmegen zag tijdens het congres 90 pet. van de geheele J.W.-beweging vertegenwoordigd; dit heeft nog geen enkele organisatie in Nederland ooit vertoond. Op het oogenblik is de toestand zoo, dat van de 180.000 katholieke jonge arbeiders in Ne derland er ongeveer 10.000 georganiseerd zijn in de J. W. en plm. 8000 in de Sint Josephgezel- lenvereeniging. Er is dus nog veel werk te doen. Die groote massa voor de J.W. te bewerken is de taak voor het komende jaar; hiertoe riep de heer Veldman aan het slot van zijn geest driftige improvisatie de leiders en bestuurders op. Directeur Van den Berg deelde mee, dat een contactcommissie is gevormd uit de hoofd besturen van de J. W. en de St. Josephgezellen om de samenwerking tusschen beide organisaties in goede banen te leiden. Als een verheugende mededeeling kan worden aangemerkt dat binnen veertien dagen een spe ciaal J. W.-kerkboek zal verschijnen, dat zeer voordeelig beschikbaar zal worden gesteld. Aan het slot van de middagvergadering bracht directeur Van den Berg nog ter sprake de kwes tie met de Voortrekkers. In de vergadering van den Utrechtschen Dioc. Bond was critiek uitge oefend op het feit, dat de Verkennerij haar Voortrekkers geen voldoende sociale vorming zou geven. Opgevraagde rapporten hebben directeur Van den Berg naar zijn zeggen bewezen, dat de Voortrekkers inderdaad te weinig sociale vor ming krijgen en zeker, dat ze zeer weinig daad werkelijke belangstelling hebben voor de jeugd- standsorganisaties. In dit verband kwam in de middagvergade ring nog ter sprake het feit, dat ook de Katho lieke Jonge Middenstand veel jonge arbeiders onder zijn leden telt, vooral kantoorbedienden. Deze min of meer ontwikkelde jongens achten hun plaats niet in de Jonge Werkman, waar zij toch zeer welkom zijn en inderdaad ook thuis hooren. In de namiddagvergadering drong Theo van Steen uit Nijmegen, voorzitter van de onlangs opgerichte cultureele commissie van De Jonge Werkman, met klem aan op intensieve leiders vorming. Hij achtte het van belang, dat in de J.W. beroepsgroepen of vakgilden komen, d.w.z. groepen van jongens, die eenzelfde vak uitoefe nen, niet als zelfstandige organisaties, maar als natuurlijke groepeeringen van vakgenooten. TALRIJKE MANIFESTATIES OP HET GEBIED VAN KUNST, WETENSCHAPPEN, LETTEREN EN SPORT By gelegenheid van de slotplechtigheden eener volksretraite in de kathedraal te Re gensburg, hield de bisschop dier stad Mg:?. Dr. Michaël Buchberger een predikatie, waarin deze Kerkvorst zich scherp richtte tegen de Duitsche geloofsbeweging. „Duizenden pennen en tongen," aldus zeide de bisschop, „worden iederen dag in beweging ge bracht om verwarring te stichten in het chris telijke geloof en om den godsdienst te vernie tigen. Het is alsof velen het totale geluk en de totale grootheid van het Duitsche volk daarin willen zoeken, dat zij ons volk onchristelijk wil len maken. Een felle strijd woedt vooral tegen cte Katholieke Kerk. Kathqliek zijn en Katho liek leven stellen velen op één lijn met onvader landslievend zijn. En zooiets durft men te doen na den wereldoorlog, waarin niemand trou wer zijn plicht jegens het vaderland vervuld heeft dan de Katholieken." Vervolgens richtte de Bisschop zich tegen cTe ongestoorde, teugellooze propaganda van Lu- dendorf en de „Duitsche geloofsbeweging", die ook op het platteland meer en meer ingang vin den. „Is het nu werkelijk geen smaadvolle driest heid, wanneer deze Duitsche geloofsbeweging de christenen op één lijn stelt met de bolsjewieken? Is het niet droevig, dat de priesterlijke stand op de openbare aanplakborden in ieder dorp ten aanschouwe van ieder kind gehoond en verach telijk gemaakt wordt? Een zoo juist verschenen nummer van een bepaald blad bevat een heele pagina foto's, die slechts ten doel kunnen heb ben het aanzien en het gezag der priesters om laag te halen en het vertrouwen in hun werk te vernietigen. Een spotprent op den H. Paulus, zooals in bedoeld blad is afgebeeld, zal men vaak tevergeefs zoeken in de schimpbladen van de felste vijanden der Kerk. Daar priesterhaat over- Spoedig weer opgewekt en gekalmeerd met Buisje 75 et. Bij Apoth. en Drogisten. DEN HAAG, 26 Nov. 1936 „Is een kip te beschouwen als vleesch?" De katholieke afgevaardigde VAN POLL wijdde in de avondvergadering, die aan de be grooting van het Departement van Financiën werd besteed, een geestig speechje aan den spitsvondigen woordenomhaal, welke in den loop der jaren door deze vraag van omzetbelas tingheffing is teweeggebracht. Hij pleitte cle mentie voor de poeliers en hij wilde dezen lie den, die een ontzaglijke concurrentie te ver duren hebben van stroopers, jagers, landheeren, enz., en die de omzetbelasting niet op hun klanten verhalen kunnen, de heffing maar schenken. Doch „niets daarvan!" repliceerde minister OUD. En hij wees op de verregaande consequenties, als men wild, een luxe-artikel, van deze belasting ging vrijstellen. Het speet hem erg voor de poeliers, doch hij gaf er de voorkeur aan, eens te overwegen, hoe men hen beter tegen de ondermijnende concurrentie be schermen kan. Het bier en gedistilleerd is een ander artikel, dat onder zwaren belastingdruk staat. De vrijzinnig-democraat SCHILTHUIS en de katholieke afgevaardigde VAN DER PUTT pleitten beiden voor het alsnog treffen van maatregel, die aan in het nauw zittende bedrijven weer wat adem verschaffen kan en tegelijk een einde maken aan den smokkelhan del en de klandestiene productie met hun ver derfelijke gevolgen. Men denke maar beide afgevaardigden herinnerden er aan aan het bekende vergiftigingsgeval te Spekholzerheide. Minister Oud heeft te dezer zake evenwel nog geen bevredigende verklaringen afgelegd. De zaak is voor een hernieuwd onderzoek in handen van een commissie van hoofdambtena ren. En op het resultaat van dat onderzoek dient nu eerst gewacht. Een geweldige smokkelhandel is er ook in sigarettenpapier, eveneens een onderwerp, door den heer Van der Putt (en ook door den sociaal-democraat IJZERMAN) behandeld. De Minister peinst op een oplossing. Maar die is niet licht te vinden, wijl het eenige af doende middel, een zwaardere belasting op fijn gesneden tabak, minder gewenscht is vanwege de toch al moeilijke positie der tabaksker- verijen. Mej. MEYER heeft een goed woord gedaan voor de collecteurs en collectrices van de Staatsloterij, die gedupeerd worden door de nog steeds toenemende concurrentie van de particuliere premieleeningen, die van de trek- kingslijsten der Staatsloterij gebruik maken, terwijl dit sedert 1935 verboden is. Ja, antwoordde Minister Oud, de menschen zijn, als het op wetsontduiking en -overtre ding aankomt, nu eenmaal vernuftig. Hij zou echter aan de kwestie aandacht besteden. De grondbelasting afschaffen is nog altijd een agrarische wensch. Men dient er den eigengeërfden boerenstand mede, herhaalden de katholieke afgevaardigde VAN DER WEYDEN, de liberaal LOUWES en de chris- telijk-historische afgevaardigde WEITKAMP. Maar Minister Oud wees den wensch opnieuw af. Ten eerste kan vooral voor de gemeen ten de opbrengst dezer belasting niet wor den gemist. En ten tweede wordt bij aankoop van landerijen wel degelijk de druk van de grondbelasting in den prijs verdisconteerd. Bij de afdeeling: „Dienst der Belastingen" zijn verschillende personeelskwesties aange roerd. Ook de smokkelarij in het grensgebied kwam daar nog eens ter sprake. Onbeperkte opvoering van het aantal hulpcommiezen baat hiertegen volgens den minister niet veel, ais men geen voldoende leiding aan zoo'n uitge breid corps zou kunnen geven. Dat tegen de smokkelaars wel eens gebruik wordt gemaakt van vuurwapens is onvermijdelijk. Nadat ook afd. 6 (dienst der domeinen) en afd. 7 (eeredienst) waren goedgekeurd, heeft de Katholieke afgevaardigde IJsselmuiden bij afd. 10 (garantie door het Rijk verleend) nog eenige opmerkingen gemaakt over het middenstands crediet, dat men z. i. soepeler regelen moet. Maar minister Oud stelde daar tegenover, dat ook bepaalde waarborgen moeten worden vastgehouden, opdat men niet met rijksgéld ten onrechte zwakke bedrijven, die geen reden van bestaan hebben, op de been houdt. Om half één werd de begrooting van Financiën z. h. st. goed gekeurd. al een kenmerkend verschijnsel van het bolsje wisme is, zou men dergelijke beelden eerder op een anti-bolsjewistische tentoonstelling dan op de openbare aanplakborden zoeken. In Rusland en Spanje beneemt met den priesters het leven, de Duitsche vijanden der Kerk berooven hen van hun eer en ontnemen hun het vertrouwen van het volk. Er zijn veel priesters die liever hun leven dan hun eer zouden verliezen. Het moet ons hart met diepe zorgen vervullen, in bladen die bestemd zijn ter informatie van de geheele onderwijzerswereld in Duitschland, de geopenbaarde waarheden betreffende de Schep ping, Paradijs en zondeval, en vele andere ge loofswaarheden, als fabeltjes en sagen te hoo ren noemen, die aan andere volken ontleend zijn en totaal verkeerd zouden zijn weergegeven, een bewering, die absoluut onjuist is. Waar blijft dan toch de basis voor het positieve Christen dom?" Over de groote gevaren waaraan de katholieke jeugd in de Rijksjeugdorganisaties is blootge steld zeide de bisschop: „Voor zielzorgers en priesters was het buiten gewoon pijnlijk, dat de meisjes zelfs niet eens tijdens de Missie op Zaterdag een uurtje vrij konden krijgen voor de algemeene H. Commu nie. Men kan deze houding slechts begrijpen, wanneer men weet, dat bij de vormingscursus sen van jeugdleiders nog zelfs geen half uur vrijgelaten wordt om hun Zondagsplicht te ver vullen,. maar wel is er tijd voor een afzonder lijke vorming, die anderhalven dag in beslag neemt om aan de leiders der jeugd te vertellen en hen er van te overtuigen, dat Rome met de biecht, met de leer van hemel en hel, met de belooning van het goede en met de bestraffing van het kwade, en met de leerstellingen over het priesterschap de volken vernedert en onder drukt. Hoe kan men het Katholieke Geloof in de jeugdige harten nog meer ondermijnen? Hoe kan een jeugd, die zoo gevormd wordt nog ach ting hebben voor een priester? Geliefde ouders! Gij kent de rechten en uw plichten en uw ver antwoording voor het tijdelijk en eeuwig geluk uwer kinderen. Welke vader, welke moeder kan zwijgend toezien, wanneer hun kinderen het ge loof ontnomen wordt? Overal waar wij rondblik ken, woedt een geweldige strijd tegen ons ge loof, in woord en geschrift, openlijk en in het geheim." Deze predicatie van den bisschop van Regens burg, die met ontroering werd voorgedragen, werd door de duizenden geloovigen in diepe stilte aanhoord en dit herderlijk woord heeft op de Duitsche katholieken een geweldigen indruk ge maakt. De grijze voorzitter van de bisschopsconfe rentie in Fulda, Kardinaal VorSt-Aartsbis- schop Dr. Adolf Bertram van Breslau, heeft verordend, dat het herderlijk schrijven dat op dte bisschopsconferentie der kerkprovin cies Keulen en Pa der born werd samengesteld en in de Bisdommen, die tot bedoelde kerk provincie behooren, wend voorgelezen, ook in de Oost-Duitsche kerkprovincie vanaf den kansel aan het volk bekend gemaakt moet worden. De Oost-Duitsche kerkprovincie om vat het Aartsbisdom Breslau en de onder- hoorige bisdommen Ermland en Berlijn, als mede de vrije prelatuur Schneidemühl. In dit schrijven, dat thans door dertien Duit sche bisschoppen is onderteekend (wij hebben clen volledigen tekst reeds eenigen tijd geleden gepubliceerd. Red.) wordt uitdrukkelijk ver klaard, dat alle klachten, die tot nog toe wer den uitgebracht, en ook de schriftelijke bezwaar schriften der bisschoppen bij de regeerings- autoriteiten zonder gevolg zijn gebleven en dat thans de herders van het katholieke volk, be wust van hun verantwoordelijkheid, het uur ge komen achten om zich openlijk tot de openbare meening te wenden. De Rijkswaterstaat heeft aan de N.V. Aan nemingsmij. v.h. Hillen en Roosen en Beton bouw Trio te Amsterdam opgedragen het maken van een aardebaan c.a. van een gedeelte van weg no. 43 onder de gemeenten Sneek en Wijm- britseradeel, voor een bedrag van 324.600. Betreffende eventueele emissie en interim- dividend-uitkeering bij de „Koninklijke" schrijft het Amsterdamsche Effectenblad: Mij dunkt, dat bij 'n kapitaal van ƒ503.624.000 een uitbreiding met 50.362.400 doelmatig ware. Dat zou dan neerkomen op 1 nieuw aandeel op 10 oude. Bij een emissiekoers a pari hetgeen in de bedoeling ligt, zou er dus een mooie claim loskomen. Als interim-dividend voorspel ik bij dieze: 10 pCt. en ik stel mijn lezers in uitzicht, dat zij de betaling op hun nieuw aandeel zoo in de buurt van 8 Januari a.s. met dividend-bewijs no. 77 zullen kunnen verrichten. De Katholieke Universiteit steunen is een praktisch apostolaat en een ware Kruistocht voor weten schap en geloof. Het Rijk moet helpen Hst groote belang, dat niet alleen Amsterdam maar heel 't land er bij heeft, wanneer in zijn hoofdstad de grootsch opgezette wereldtentoonstelling werkelijkheid wordt, dreef een aantal Ka merleden er toe nog een poging te onderne men van het Rijk den noodigen steun te verkrijgen. Wij uiten den wensch, dat deze poging door de gisteren door de Kamer aangeno men motie, slage! Niet alleen voor de hoofdstad zelf maar voor heel het rijk kan zulk een internatio nale demonstratie van enorme economische beteekenis zijn. Handel en industrie zullen er een beduidend middel in vinden tot op leving; van den toevloed der vreemdelingen kunnen velen profiteeren en de opbouw en exploitatie vormt een prachtig object tot werkverschaffing en werkverruiming. Reeds lang leefde in Amsterdamsche zakenkringen de wensch, tot een wereld tentoonstelling in de hoofdstad te geraken. Een commissie onder de leiding van den voorzitter der Amsterdamsche Kamer van Koophandel werd ingesteld om de zaak nader te onderzoeken en zoo groeide de gedachte steeds meer en meer. Tot de bekende optimistische uitingen van Zijne Excellentie Minister Gelissen te Brussel de mogelijkheid der verwezenlijking van veler wensch een heel stuk nader brachten. Toen de minister van Handel, Nijverheid en Scheepvaart zóó geporteerd bleek voor de plannen en zooveel enthousiasme toonde en medewerking der regeering, zij 't ook niet nader omschreven, in uitzicht stelde.., wel toen werden de plannen in concreteren vorm gegoten en werkten vele lichamen en personen samen, zoodat weldra een om lijnd schema ter tafel kwam. Hoewel van de zijde der Regeering in Juli nog geen definitieve besluiten waren genomen scheen het toen vrijwel vast te staan, dat in 1940 de tentoonstelling binnen het grensgebied van Amsterdam zou wor den gehouden. De tentoonstelling zou tot de B-klasse behooren volgens de in 1929 ge sloten internationale conventie. Dit wil zeggen, dat de deelneming voor de bij de conventie aangesloten landen vrij is en Nederland als organiseerend land moest zorgen voor de paviljoenen der deelnemers. De expositie werd geprojecteerd op het terrein tusschen Zuider Amstelkanaal en ringspoor. Bij navraag bij het gemeente lijk bureau voor werkverruiming en bevor dering van het vreemdelingenverkeer en bij den voorzitter der, door 't Amsterdam sche gemeentebestuur ingestelde tentoon- stellings-commissie verzekerde men ons, dat in 1939 het aantal tewerkgestelden tusschen de 15000 en 20000 geraamd kon worden. De totale kosten werden op 5 millioen ge raamd, waarvan 3.5 millioen voor bouw kosten. Zoover was men te Amsterdam, toen ver nomen werd dat de regeering niet kon medewerken, hoe hoog ook zij 't belang der internationale expositie aansloeg! Het denkbeeld om de noodige fondsen te ver krijgen door middel van een loterij, heeft de regeering van de hand gewezen omdat, volgens minister Colijn dit ministerie prin cipieel omstreden punten als de loterij- kwestie naast zich had neergelegd. Van een loterij kon dus geen sprake zijn en minister Oud had niet de gelden voor subsidieering. In de memorie van antwoord heette het, dat de regeering „geen vrijheid kon vin den om een volgend kabinet aan een be langrijke financieele toezegging zooals in dit geval gevraagd werd, te binden". Gelukkig was de zaak evenwel hiermede nog niet van de baan. Zoowel in den Raad der hoofdstad als in de Tweede Kamer der Staten-Generaal is ze opnieuw besproken en thans wil een aantal Kamerleden de Kamer een uitspraak laten doen waardoor regeeringssteun voor de wereldtentoonstel ling verzekerd zij. Het is o.i. zeer zeker pijnlijk te betreuren, dat in een tijd als heden, waarin alle doel treffende middelen moeten worden aange wend om handel en nijverheid op te heffen en de werkloosheid te verminderen, een partij verschil over de loterij kwestie het groote beletsel wordt de tentoonstelling te doen slagen. Gisteren nog zond de Commis sie van Advies inzake bestrijding van de werkloosheid te Amsterdam, in vergadering bijeen, een telegram aan de regeering en sprak opnieuw met nadruk de wenschelijk- heid uit, dat de Regeering het mogelijk zal maken, dat de internationale tentoonstel ling in 1940 te Amsterdam gehouden zal worden. Intusschen: voor minister Colijn en de zijnen geldt nu eenmaal het loterij-bezwaar en daarom hebben enkele Kamerleden een anderen weg gekozen en een motie inge diend om rijkssteun mogelijk te maken ten einde Amsterdam in staat te stellen de wereldtentoonstelling alsnog te onderne men. In de Kamer is gisteren nog de aan gelegenheid der tentoonstelling besproken. Het door minister Gelissen gesprokene een vrijwillige steunbeweging, ieder een kwartje bracht de zaak niet veel verder! We drukken den emstigen wensch uit, dat de motie succes hebbe" en de we reldtentoonstelling te Amsterdam binnen eenige jaren een feit kan worden. Onze landgenoote Oily Folge Fonden is door de Ravag te Weenen uitgenoodigd op 10 De cember a.s. een vioolrecital te geven. Zij aal werken van Handel, Badinag, BauatüB* Schubert en de EaUa uitwoerea.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 9