D
Als onze Prinses trouwt
Het Japansch-Duitsche verdrag en
Nederlandsch-Indië
WEE UIT EEN NEST
Vt f£itcRthioxt\dKaacUe&
BRANDSTICHTER STAAT
TERECHT
DE ONTHULLINGEN VAN
DE EVENING STANDARD
DINSDAG 1 DECEMBER 1936
Om styging van detailprijs
te voorkomen
ALG. KUNSTZIJDE UNIE
Een overeenkomst met de
Ass. Rayon
Het vorstelijk huwelijk
Keuze gemaakt voor een officieel
„Bruidslied"
De Koningin in de Groote
Kerk te Den Haag
Huwelijksinzegening
Tijdsverdeeling op den
trouwdag
Geen audiëntie
Vrijsprekend vonnis
bevestigd
De bankoverval te Vierlingsbeek
Moordaanslag op een
schipper
In hooger beroep dezelfde straf
geëischt
WIELRIJDSTER AANGEREDEN
Ongeluk mede te wijten aan
slechte wegverlichting
GOED AFGELOOPEN
Vrachtauto door trein op onbe-
waakten overweg gegrepen
Nieuw schip voor de Holl. Stoom
boot Maatschappij
In hooger beroep heeft hij een
bekentenis afgelegd
ROTTERDAM SC HE INBRAKEN
BERECHT
In hooger beroep iets lichter
straffen geëischt
UIT DE STAATSCOURANT
Ond er scheid ingen
Hooge Raad van Arbeid
Engeland heeft er groot belang bij,
dat er in de Nederlandsche
Koloniën geen Nazi-poli
tiek ontstaat
Over betrouwbaarheid
van bronnen
Pensionaat gesloten
In verband met gevallen
van roodvonk
VERLAGING VAN DEN
ACCIJNS OP MARGARINE
Z
DOOR ANNY VAN PANHUYS
De bron waaraan hij zijn bericht te danken
beeft, noemt hij gezaghebbend. Dit is een vaak-
gebezigde en zeer vage uitdrukking. Dat de di
plomatieke medewerker van Londens voor
naamste avondblad, welks eigenaar zich sinds
meer dan 20 jaren beweegt in de hoogste poli
tieke kringen (zelfs al ligt hij nu en dan met
deze hevig overhoop), eenige zeer gezagheb
bende bronnen tot zijn beschikking heeft, be
hoeven wij niet te betwijfelen. Wat wij evenwel
onmogelijk kunnen beoordeelen was, of in dit
geval de bron niet alleen gezaghebbend, maar
ook betrouwbaar was.
In geen geval is dit bericht als sensatie
nieuws afgedrukt; ook is er, voor zoover wij
hebben kunnen nagaan, niet op straat, in den
vorm van „posters", eenige reclame mee ge
maakt. 't Zou ons verwonderen als dit stuk
nieuws den verkoop van 't blad Woensdagavond
°ok maar met een enkel nummer opgevoerd
heeft. Toch hadden honderden, zoo niet dui
zenden exemplaren op straat verkocht kunnen
■worden door den hoofdinhoud van dit bericht
hi een pakkende „poster" samen te vatten.
Er ztjn alle redenen om aan te nemen, dat de
„Evening Standard" het bericht, dat overeen
kwam met wat den volgenden morgen in de
hoofdartikelen van twee Parijsche bladen, de
„Oeuvre" en de „Echo de Paris" geschreven
Naar het Handelsblad verneemt, is met in
gang van Maandag de accijns op margarine met
bijna 8 pet. verlaagd ter compenseering van de
prijsstijging der grondstoffen, welke anders den
dtéailprijs zou moeten doen stijgen.
De accijns op vermengde margarine (waarin
10 pet. eveneens belaste boter) wordt verlaagd
van 42.6 op 39.3 cent per kilo; die op onver
mengde margarine (bestemd voor mengers) van
47.3 tot 43.7 en die van plantaardige en ritueele
margarine van 52 tot 49 cent per kilo.
De directie van de A.K.U. te Arnhem deelt
mede, dat tusschen de Algemeene Kunstzijde
Unie te Arnhem en de Associated Rayon Cor
poration te New York een overeenkomst ge
sloten is.
De A.K.U. stelt de A.R.C. in staat al haar
schulden te voldoen en verkrijgt tegenover het
daartoe ter beschikking te stellen bedrag een
evenredig deel der Effectenportefeuille van de
A.R.C., berekend tegen den beurskoers van 16
November 1936.
De A.R.C. zal de door haar uitgegeven obliga
ties per 1 Maart 1937 aflossen en treedt ter
stond in liquidatie.
De overblijvende effecten worden onder de
aandeelhouders pondspondsgewijze verdeeld,
met dien verstande, dat de minderheidsaandeel
houders (A.K.U. bezit circa 88 pet. der gewone
aandeelen) desgewenscht voor ieder aandeel
van A.K.U. een bedrag van circa 5,67 dollar
kunnen bekomen.
Een vergadering van aandeelhouders van de
A.R.C. is tegen 21 December as. bijeengeroepen
om aan de liquidatie haar goedkeuring te hech
ten.
De Sub-commissie voor den kinderzang van
het Comité tot luisterrijke viering van het hu
welijk van H. K. H. Prinses Juliana en Z. D. H.
Prins Bernard heeft uit een aantal ingezonden
liederen een keuze gemaakt voor een officieel
„Bruidslied".
De tekst hiervan is van de bekende kinder
schrijfster Tiny van Elmey en de muziek van
den componist Louis Schwirtz. Het wordt het
Vorstelijk Paar cürect na den ondertrouw op 19
December a.s. toegezongen, deze uitvoering heeft
een representatief karakter, zoodat dit zal ge
schieden namens de geheele Nederlandsche
jeugd.
Maandag heeft H. M. de Koningin wederom
een bezoek gebracht aan de Groote Kerk te
Den Haag, waar het huwelijk van H. K. H. Prin
ses Juliana met Prins Bernard op 7 Januari a.s.
zal worden ingezegend, ten einde den stand eter
werkzaamheden in oogenschouw te nemen en
aanwijzingen voor de regeling der plechtigheid
te geven.
Slechts weinigen was het kort tevoren aan
gekondigde bezoek bekend, doch het publiek
schijnt vooral in deze dagen een bijzondere in
tuïtie voor deze dingen te hebben, want reeds
voor half drie stoncten verscheidene honderden
menschen voor den ingang van de kosterij na
bij de Torenstraat te wachten, zoodat de poli
tie tenslotte met eenige manschappen den weg
vrij moest houden. Te 10 minuten over half drie
arriveerde onder het gejuich der menigte een
enkele hofauto, waarin de Koningin, vergezeld
van een hofdame, was gezeten. Bij den ingang
der kosterij werd H. M. ontvangen door eenige
kerkvoogden, waarna zij het gebouw betrad.
Het bezoek duurde precies een half uur. De
menschen bleven geduldig wachten en toen te
3.10 uur de Koningin aan den ingang der kos
terij verscheen, ging er opnieuw een luid gejuich
op. Van de kerk keerde H. M. naar het paleis
Noordeinde terug.
De Telegraaf meldt, dat de vroegere hofpre
diker, de 87-jarige ds. W. L. weiter, een
belangrijk aandeel zal nemen in den dienst,
welke aan de eigenlijke inzegening van het hu
welijk voorafgaat. Prof. Obbink zal de prediking
houden, welke aan de eigenlijke inzegening van
het huwelijk vooraf gaat. Daarna zal de grijze
ds. Weiter overgaan tot de bevestiging van het
huwelijk.
Hij zal, zooals in de Ned. Hervormde Kerk
gebruikelijk is, het trouwformulier voorlezen,
vervolgens aan bruid en bruidegom de voorge
schreven vragen stellen, en na het „ja" uit bei
der mond, het huwelijk inzegenen.
Ds. Weiter heeft Prinses Juliana aangenomen
en bevestigd tot lidmaat der Ned. Hervormde
Gemeente van 's Gravenhage.
Naar het Handelsblad ter oore komt, zal de
vorstelijke bruidsstoet 7 Januari het Koninklijk
Paleis aan het Noordeinde te kwart over elf
verlaten. Te elf uur zal dan de huwelijksvol
trekking ten stadhuize door den burgemeester
mr. S. J. R. de Monchy geschieden. De plech
tigheid ten stadhuize zal ongeveer een half uur
duren.
De huwelijksinzegening in de Groote of St.
Jacobskerk zal plm. half twaalf aanvangen.
Te half één zal dan de groote rijtoer be
ginnen.
Deze tijden zijn voorloopig en kunnen door
bepaalde omstandigheden nog eenige wijziging
ondergaan.
Tot de buitenlanders, die als bruidsjonkers
zullen fungeeren, zullen behooren één van de
vrienden uit den Parijschen tijd van Prins
Bernhard, de Fransche officier Durleu du Sou-
zy en graaf Dohna zu Dohna.
De gewone audiëntie van den minister van
Handel, Nijverheid en Scheepvaart, zal op Don
derdag 3 December niet plaats hebben.
DE QRIT5CUE IUCUÏMACUT UIEErT 8000 UA
WOND AANGEKOCHT VOOR DE AANLEG
VAN VLI E.GVELDEN
Het gerechtshof te Den Bosch heeft arrest
gewezen in de strafzaak tegen den koopman
C. K„ wonende te Vierlingsbeek, die door de
Bossche rechtbank is vrijgesproken van het
feit, dat hij Toon de Soep en Bijs de Sijp heeft
aangespoord de brandkast van de boerenleen
bank te Vierlingsbeek te plunderen, waarvoor
hij aan het tweetal de noodige inlichtingen ver
strekte. Het Hof heeft het vrijsprekend vonnis
van de rechbank bevestigd.
Het Bossche gerechtshof heeft in hooger be
roep behandeld de strafzaak tegen den matroos
J. V„ die op 14 Juli 1936 te Roermond den schip
per N. Verduyn in het onderruim van een schip
met een zwaar voorwerp bijna heeft gedood. De
rechtbank te Roermond had V. wegens poging
tot moord tot zes jaar gevangenisstraf met af
trek van het voorarrest veroordeeld. De advo
caat-generaal bij het gerechtshof te Den Bosch
eischte bevestiging van het vonnis.
Uitspraak over 14 dagen.
Maandagmiddag omstreeks vijf uur is in de
Middelwijkstraat te Soest, tegenover de zuivel
fabriek De Soester een ernstig ongeluk gebeurd,
waartoe voor een groot deel de ter plaatse slech
te verlichting het hare heeft bijgedragen.
Mevr. S„ uit Eemnes, stond met haar rijwiel
op den straatweg, toen uit de richting Baarn
een personenauto van een taxi-onderneming
uit Soest, bestuurd door den heer Chr. H. na
derde. Mevr. S. stond achter een brandend
middenlicht en werd eerst, toen de auto haar
genaderd was, door den bestuurder bemerkt.
H. gaf signalen, waarop mevr. S. op haar rij
wiel stapte en vervolgens wegreed, waarbij zij
blijkbaar de macht over haar stuur niet heeft
kunnen houden. Zij slingerde langs den weg
en werd door den auto aangereden. Zij sloeg
tegen den grond en kreeg het rijwiel op zich.
Zij bleef gewond liggen.
Met een diepe wonde aan het achterhoofd en
schaafwonden is het slachtoffer in zorgwek-
kenden toestand naar het ziekenhuis te Eem
nes vervoerd.
Op den onbewaakten overweg bij Siddeburen
(Gr.) is Maandagmorgen omstreeks tien uur een
vrachtauto door een passeerden trein gegre
pen, waarbij de bestuurder van eten auto er be
trekkelijk goed is afgekomen.
De met karton beladen vrachtauto van de
Gebr. Van de Baan, uit Delfzijl, werd op dit
punt gegrepen door den trein, die om half tien
uit Delfzijl naar Groningen was vertrokken. De
wagen werd een 25-tal meters door den trein
meegesleurd, waarbij het verhikel totaal werd
vernield. De bestuurder van den auto, Van de
B„ bekwam een lichte hoofdwonde en is, na ver
bonden te zijn, naar Delfzijl vervoerd. Hoe het
ongeluk is ontstaan, heeft men nog niet kunnen
constateeren. Het uitzicht is ter plaatse goed.
De trein had een kwartier oponthoud.
Voor rekening van de Holl. Stoomboot Mij.
te Amsterdam zal op de werven van C. v. d.
Glessen en Zonen te Krimpen aan den IJsel
een motorschip worden gebouwd van 1100 ton.
Voor het Bossche Hof is in hooger beroep be
handeld de strafzaak tegen den landbouwer G.
P. van der L. die reeds eerder voor de Bossche
rechtbank terecht heeft gestaan wegens het in
brand steken van een schuur aan den Aalster-
weg te Eindhoven. Voor dezen brand was Van
der L. veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf.
Zoowel de officier van justitie, die twaalf jaar
gevangenisstraf had geëischt, als de verdachte,
hadden hooger beroep tegen het vonnis der
rechtbank aangeteekend.
De verdachte, die tot nog toe ontkend had,
bekende den brand te hebben gesticht.
Uit het getuigenverhoor bleek, dat verdachte
de dader moet zijn van een groot aantal brand
stichtingen te Eindhoven, want sedert den dag
dat hij in verzekerde bewaring is, zijn branden
aldaar niet meer voorgekomen.
De advocaat-generaal noemde verdachte
een gevaarlijk individu. Hij heeft vroeger
reeds drie jaar gevangenisstraf uitgezeten
voor het stichten van vijf branden. De aan
verdachte opgelegde straf is niet evenredig
aan het misdrijf en daarom eischt spr. een
gevangenisstraf van acht jaar.
Uitspraak over veertien dagen.
In hooger beroep stonden voor het Haagsche
Hof terecht de timmerman A. Th. C. N. en de
opperman R. W. de G. Laatstgenoemde stond
terecht als medeplichtige aan de in den nacht-
van 18 op 19 December 1935 gepleegde inbraak
in het kantoor van de Coöperatieve Producen-
tenvereeniging te Goucla, alsmede wegens de
inbraak in het Capitol Theater te Rotterdam in
den nacht van 1 op 2 September 1935 en de in
den nacht van 27 op 28 Augustus gepleegde in
braak te Zwammerdam, waarvoor hij door de
Rctterdamsche rechtbank tezamen tot vier jaar
is veroordeeld.
Verdachte de G. ontkende hardnekkig eenig
aandeel te hebben in de Goudsche zaak en zei-
de. dat hij ten onrechte door den hoofddader,
den bankwerker J. M. D„ (thans als getuige ge
hoord) als medeplichtige is aangewezen, omdat
deze hem als een van de verraders beschouwde.
De inspecteur van politie J. V. Tas, die het on
derzoek in deze zaak leidde, verklaarde, dat de
G. sedert geruimen tijd omgang met beruchte
misdadigers had o.a. met D„ die deze inbraak
onmogelijk alleen kon hebben gepleegd. D. heeft
tijdens het verhoor diens mededaders, waaron
der de beide verdachten, genoemd.
D. verklaarde als getuige, dat hij in gezel
schap van de G. naar Gouda was gegaan. Deze
had hem de fabriek, aan welks bouw hij had
medegewerkt, aangewezen met nauwkeurige
aanduiding waar de kluis stond, hoe zwaar die
was enz
Verdachte zeide. dat alles wat D. verklaarde,
gelogen was. Deze antwoordde, dat hij nog wel
twee inbraken zou kunnen noemen, waaraan de
G. debet was.
De advicaat-generaal, mr. A. Rombach, som
de in zijn requisitoir al het bewijsmateriaal te
gen de G. op, en zeide, dat daaruit de schuld
var. verdachte volkomen was komen vast te
staan zoodat hij bevestiging van het tegen hem
gewezen vonnis (een jaar) requireerde.
Mr. Moresco pleitte vrijspraak.
In de beide volgende zaken tegen de G„ waar
voor hem twee straffen van 1% jaar waren op
gelegd, gaf verdachte de feiten toe.
De advocaat-generaal requireerde tot vermin-
cering van beide straffen tot een jaar.
Mr. Moresco pleitte clementie.
Vervolgens stond terecht de opperman R. W.
de G„ die alleen voor eerstgenoemde zaak in
hooger beroep was gekomen. Ook hij ontkende
aan de inbraak te Gouda te hebben deelgeno
men.
De advocaat-generaal vroeg bevestiging van
het vonnis.
Het Hof zal 14 December uitspraak doen.
Bevorderd tot commandeur in de orde van
Oranje-Nassau Phs. van Ommeren Jr. te Was
senaar.
Benoemd tot ridder in de orde van Oranje-
Nassau J. Manassen, wonende te Hilversum,
hoofdvertegenwoordiger bij de N. V. Alvana
Cigar manufacturing en import company te
's Gravenhage.
De eerepenning, bedoeld in het Kon. besluit
van 4 Dec. 1918, zooals dit is gewijzigd bij Kon.
besluit van 28 Oct. 1919, in zilver, toegekend
aan; L. A. Springer, tuinarchitect te Haarlem,
als blijk van waardeering voor zijn belangstel
ling in 's Rijks verzamelingen.
Op verzoek eervol ontslag verleend aan den
heer F. van de Walle te Amsterdam als lid van
den Hoogen Raad van Arbeid, onder dankbetui
ging voor de door hem in die functie bewezen
diensten. Benoemd onderscheidenlijk tot lid en
plaatsvervangend lid van dien raad de heeren
C. van der Lende en H. Lindeman, beiden te
Amsterdam.
(Van onzen Londenschen correspondent)
„Evening Standard", waaraan Havas
bijzonderheden ontleend heeft omtrent
een geheim Duitsch-Japansch protocol,
waarbij ook Nederlandsch-Indië betrokken zou
zijn, behoort, wel-is-waar, tot de Beaverbrook-
combinatie, doch heeft een geheel andere „stan
ding" dan het ochtendblad van Lord Beaver-
brook, de „Daily Express". Zij is in veel gerin
gere mate „populair" dan de andere Londen-
sche avondbladen, en wordt gelezen in kringen,
die er niet aan zouden denken de „Daily Ex
press" te lezen.
De politiek der Beaverbrook bladen is impe
rialistisch, dat wil zeggen, gericht op een vol
maakte economische Rijkseenheid, en op alge-
heele onthouding van Groot-Brittannië met be
trekking tot alle Europeesche gebeurtenissen. In
haar buitenlandsche politiek heeft de „Evening
Standard" geen voorkeur voor eenig Europeesch
land; wel ijvert zij evenals de „Daily Express"
voor een nauw samengaan tusschen 't Britsche
Rijk en de Vereenigde Staten.
De naam van „sensatieblad", zoo ten volle
van toepassing op de „Daily Express", kan op
de „Evening Standard" in niet hooger mate
toegepast worden dan op de meeste „fatsoen
lijke" Engelsche bladen.
Door dit vast te stellen, verleenen wij dit
avondblad nog geen brevet'van geloofwaardig
heid ofschoon wij evenmin geneigd zouden
zijn 't tegendeel te doen. Wij moeten in 't oog
houden, dat Engelsche bladen veeleer geneigd
zijn hun berichtgeving 'n bepaalde tendenz te
geven door 't verzwijgen van berichten, die te
gen hun politieke lijn indruischen, dan door 't
fabriceeren van berichten die met hun politieke
Hjn strooken.
Wat nu dit bijzondere bericht aangaat, moet
opgemerkt worden, dat 't op alles behalve sen-
sationeele wijze „opgedischt" is. 't Heeft niet
meer dan één „kop", en deze luidt nogal be
scheiden „Een geheim van 't nieuwe verdrag".
Wij kunnen ons voorstellen, dat velen 't stuk
overgeslagen hebben, 't Stond niet op de voor
ste pagina doch op een der middenpagina's, en
niet bovenaan. Kortom; 't trok door niets bij
zonder de aandacht, en wij durven zelfs zeggen,
dat 't bericht in verhouding tot z'n belangrijk
heid veel te „tam" opgemaakt was.
De reden hiervan nu is duidelijk voor 'n ieder,
die de methodes der diplomatieke journalistiek
in Engeland kent. De zoogenaamde „diploma
tieke medewerkers" der bladen krijgen vaak be
langrijke mededeelingen onder een of andere
Voorwaarde, bij voorbeeld dat zij er niet te veel
„drukte" van maken. Aan zulke voorwaarden
moeten zij zich houden, daar zij anders een
„bron" van inlichtingen kunnen verliezen. Wij
vermoeden maar weten dit natuurlijk niet
aeker dat in dit geval de diplomatieke
medewerker der „Evening Standard" zijn mede
deelingen onder zoodanige voorwaarden gekre
gen heeft.
Wij gaan hierop opzettelijk wat uitvoe
rig in, omdat de heele waarde van 't
bericht afhangt van de betrouwbaar
heid, en 't onjuist zou zijn een lezing van den
diplomatieken medewerker der „Evening Stan
dard" over een kam te scheren met een bericht
in de „Daily Express".
werd, in vollen ernst en zonder sensationeele
bijbedoelingen gepubliceerd heeft. In het hoofd
artikel, waarin het blad 't Duitsch-Japansche
pact bespreekt, maakt 't niet de minste toe
speling op hetgeen zijn diplomatieke medewerker
geschreven heeft. Na geconstateerd te hebben,
dat de Britsche Regeering niets met dit pact te
doen wil hebben, vereenigt de schrijver zich met
deze gedragslijn, en wel om twee redenen:
1. Engelands stabiliteit wordt niet door com
munistische intriges en propaganda onder
mijnd.
2. Bij de twisten tusschen Duitschland en
Rusland en tusschen Japan en Rusland, is geen
Britsch belang betrokken.
„De Britsche belangen," vervolgt het blad,
„worden dus 't best gediend indien wij ons ver
houden zoowel van 't Roode als van 't anti-
Roode front."
Dit is toch zeker niet de taal van 'n blad dat
opzettelijk een bericht zou fingeeren betreffen
de een Duitsch-Japansche overeenkomst, welke
het Groot-Brittannië op den duur uiterst moei
lijk zou maken zich niets van die overeenkomst
aan te trekken.
Wij erkennen, dat wij zelf de lezing, die de
„Evening Standard" gaf, niet zonder
meer aanvaardden maar dit doen wü
zelden met eenige „lezing", waarvan wij de bron
niet kennen. De zegsman van de „Evening
Standard" bleek evenwel op enkele punten,
waarop wij hem wel konden controleeren, juist
Ingelicht te zijn. Hij is op de hoogte van de
Nazi-propaganda, waarvan niemand ontkennen
kan, dat zij in Indië gevoerd wordt en dat zij
eenige dagbladen, zooals 't „Nieuws van den
Dag v. Ned.-Indië" door aankoop in haar dienst
gesteld heeft. De „Evening Standard" heeft
reeds vroeger blijk gegeven niet geheel onbekend
te zijn met wat er in Indië omgaat. Dat Enge
land hierbij groot belang heeft, spreekt vanzelf.
Andere bladen, zooals de „Daily Telegraph", zijn
veel gereserveerder dan de „Evening Standard",
maar zinspelen toch evenzeer op de mogelijk
heid van geheime clausules.
Vandaag vroeg men ons in Fleetstreet wat
wij dachten van de mededeelingen der „Eve
ning Standard" en, min of meer in overeen
stemming met onze nationale gewoonte om te
doen alsof wij de dingen kalm opnemen, ant
woordden wij: „Onzin! Overdreven! Zal wei
niets van aan zijn!"
En toen maakte iemand, die vaak in ons land
geweest was, 'n treffende opmerking. Hij zeide:
„U bent nu al de tweede Hollander, die dit van
daag zegt. En toch heb ik met Hollanders nooit
over internationale politiek kunnen spreken, of
in minder dan geen tijd hadden zij 't over 't
gevaar, dat hun Koloniën van Japansche zijde
bedreigde. Zou dit gevaar nu plotseling geweken
zijn doordat Japan een verdrag met Duitsch
land gesloten heeft?"
Die opmerking stemde ons tot nadenken.
Hebben wij al die jaren werkelijk geloofd aan
die Japansche bedreiging, of was 't maar 'n on
derwerp van conversatie? Als wij eraan geloofd
hebben, dan hebben wij thans zeker geen reden
er minder aan te gelooven. En zoo niet, dan
hadden wij beter gedaan ook nooit voor te wen
den er wel aan te gelooven.
't Een of 't ander!
Op advies van den huisarts is het pensionaat
der Zusters Ursulinen te Grubbenvorst tijdelijk
gesloten in verband met gevallen van rood
vonk. De leerlingen zijn naar huis gezonden.
Verschillende patiënten worden in het pen
sionaat verpleegd; twee zijn ter verpleging op
genomen in het R. K. Ziekenhuis te Venlo.
ÖURCH
ELAND
VERKLARING
WEGV. D. KOWIWKL'jKE ÖRUiDSTOET
0PEU6ARE GE BOUWER GCLCGEM
iwoe HAB'jnEio v oe ROUTE
water Tuiwew-Piunttxu
Tributes opgestelo Umgs
oew RUWEG
GEDEELTE VAR OCH WEG NlET
TOEGAM KEL'JK VOOR h. PUBLIEK
©ICOWlUKl'JK PALEIS
©UEDERLBAMK
©Kouiurt'jktmtn
©GCVAMGEHPOORT
©hofvijver
HOOFDPOSTVAMOOR
GEM BIBLIOTHEEK
Vredespaleis
AlElAMDCRkAZ
(g) MowuMEWT 1810
Miw.v. Fiuamciém
Ridderzaal
MAURlTSWUtS
LüUöt
©BlHHEHHOF MET
w MlHiSTERicS
STADHUIS
OF'
.'b .i
kee««Ï
Op het kaartje staat de route, welke de "bruidsstoet bij het huwelijk der Prinses in
de residentie volgen zal, duidelijk weergegeven; eveneens de tribunes welke langs
den openbaren weg zijn opgesteld. Voor hen die de Residentiestad niet kennen, kan
reeds nu dit plattegrondje van pas komen, om de dichtst bij den weg gelegen
straten op te zoekenHet meest nabij gelegen punt is het „Plein", dat vanaf
het Staatsspoor via Heerengracht, van Hollandsche Spoor via Stationsweg, Groote
Marktstraat, gemakkelijk te bereiken is. Van daar uit overziet men de route.
Smalle trottoirs zijn bijv. de Anna Paulownastraat, linksche zijde Javastraat, Gra-.
vestraat, Groenmarkt en Riviervischmarkt. Waterkanten in den rug zijn gelegen
bij Hofvijver, Veenkade, Hoogewal en Mauritskade, die voor opstopping van te
veel publiek te vermijden zijn. Over de afzetting der straten en passeering van het
doorgaand verkeer zullen nog nadere inlichtingen worden verstrekt. In zake het
weggedeelte en omgeving, gelegen tusschen de Groote Kerk en Stadhuis, evenals
het gedeelte bij het Koninklijk Paleis, wo rdt nader bestudeerd, in hoeverre dit toe
gankelijk is vo or het publiek
40
In nadenken verzonken bleef ze staan. Werke
lijk, die brief was mesr dan een dom kletspraat
je. Die woorden, die een onbekende haar schreef,
hadden een beteekenis.
Maar waarom zou Maria in 's hemelsnaam ge
heimen voor haar kunnen hebben? Zou dan
misschien.
Ze moest de hand voor den mond houden om
öten kreet te onderdrukken, dien zij bijna geslaakt
had. Zou misschien de liefde in het spel zijn?
Zou Maria .heimelijk afspraakjes met een man
hebben?
Mevrouw Normann staarde strak op den brief,
welk geheim hield Maria voor haar verborgen
en waarom deed zij dat?
Waardoor had zij het vertrouwen van haar
öochter verloren?
Ze was plotseling zeer droefgeestig geworden
en overlegde met zichzelf of ze op den brief
Ingaan.
Verschrikkelijk vond ze het, Maria te wantrou-
en- In haar hart was echter nu eenmaal het
antrouwen ontwaakt en het liet haar niet meer
met rust. Ze moest zekerheid hebben.
Het eenvoudigste was het zich deze te ver
schaffen door Maria een directe vraag te stellen.
Maar in haar binnenste klonken nog de laatste
woorden van den wonderlijken brief na: Maar
laat u niets merken van deze 'waarschuwing,
anders zou u uzelf en uw dochter benadeelen.
Dat klonk zoo eigenaardig, zoo tot voorzichtig
heid manend.
Mevrouw Normann besloot te doen, wat de
briefschrijver van haar vroeg.
Juist reed buiten de auto voor.
Maria kwam binnen,
„Moeder, is u klaar? wat uitstekend staat die
mantel u toch!"
In gedachten vergeleek ze haar beide moeders
met elkaar. Meer verschillend dan deze beide
vrouwen konden twee zusters wel niet zijn. Me
vrouw Normann zag, dat ook Maria al gekleed
was om uit te gaan.
„Wil je nu al gaan wandelen?" vroeg ze langs
haar neus weg.
„Ja, ik ga direct uit."
Samen gingen zij het huis uit. Mevrouw Nor
mann stapte in den auto en gaf Maria door het
open portier de hand.
„Kom, rijd liever mee, het geeft je wat aflei
ding," zei ze.
Over Maria's gezicht gleed een blijde glans.
„Neen, moes, een ander maal," antwoordde ze.
De veranderde uitdrukking op Maria's gezicht
was haar moeder niet ontgaan. Nu was ze zeker
van haar zaak. Maria was iets van plan, dat ze
verzweeg, en dat het met een man in verband
stond, was ontwijfelbaar. Daarom had het Maria
geen leed veroorzaakt, toen zij mijnheer von
Hornstein zijn woord moest teruggeven en was
zij ook sindsdien altijd in zoo'n goede stemming.
Maar waarom was Maria niet open en eerlijk?
Moest zij zich om de een of andere reden voor
den man, waarom het ging schamen, dat zij hem
zoo in het geheim ontmoette?
Deze vragen stormden op haar aan.
Juist zette de auto aan en zij wuifde Maria
toe, lachte daarbij echter gedwongen en dacht:
Hoe leg ik het nu aan, om reeds vandaag achter
Maria's geheim te komen?
Ze keek uit het portier in welke richting Ma
ria zich verwijderde len liet, toen deze den
eerstvolgenden hoek had omgeslagen den auto
stil staan.
„Rijd maar terug," zei ze tegen den chauffeur,
„ik ben van plan veranderd en zal liever loopen."
De chauffeur tikte aan zijn pet en reed terug,
nadat mevrouw Normann was uitgestapt. Deze
haastte zich achter Maria aan, Jammer dat zij
nu juist dien opvallenden mantel gekozen had.
Als Maria toevallig om zou kijken, was ze direct
ontdekt.
Vlug sloeg ze den hoek om en zag ongeveer
vijftig pas voor zich uit Maria, die snel door
stapte.
Ze scheen de richting van 't station uit te gaan.
Voortdurend bang, dat het meisje om zou kij
ken, volgde mevrouw Normann haar. Maar Ma
ria dacht daar heelemaal niet aan in gedach
ten was zij reeds bij de eenvoudige vrouw in het
ouderwets gemeubileerde kamertje en verheugde
zij zich in het weerzien. Zij had er geen vermoe
den van, dat een dame in donkerroodien mantel
met chinchillakraag haar volgde.
Aan het station nam zij een taxi en bi) die
gelegenheid was mevrouw Normann bijna ont
dekt geworden. Het gelukte haar echter nog
juist, op het laatste oogenblik achter e<en voor
uitspringenden muur van 't stationsgebouw dek
king te vinden.
Juist zette zich de taxi, een halfopen wagen,
in beweging. Mevrouw Normann kwam nu lang
zaam te voorschijn en nam ook een taxi, echter
een dichte. Ze zei den chauffeur, dat hij onge
merkt de eerste taxi moest volgen, en school
toen in een hoek van den wagen weg als be
vreesd om g'/zicn te worden. De taxi reed vrij
langzaam en, gewoon als ze was aan haar eigen
auto, voelde zij zich niet erg prettig zitten in die
oude rammelkast waarvan de ruiten rinkelden.
Ze gluurde naar buiten om te zien in welke
buurt ze reed.
Merkwaardig de wagen reed de Mainzer
Landstrasse af. Ze had kunnen gelooven, dat
Maria naar de fabriek reed, want dien kant
gingen beide auto's uit. Maar neen, na een tijdje
sloeg de chauffeur een andere richting in en
hield toen plotseling stil.
Ze keek uit het raampje en zag, dat de eerste
taxi leeg voor een huis stond en juist weer weg
reed. Dus in dat huis moest Maria verdwenen
zijn.
Mevrouw Normann betaalde den chauffeur en
ging haastig naar het huis toe, bekeek het on
derzoekend en wantrouwig.
Ze schaamde zich plotseling dat ze op den
brief was ingegaan. Het leek haar nu, dat in dit
huis iemand woonde, waarbij Maria de een of
andere bestelling ging opgeven. Ze had misschien
een advertentie in de krant gelezen. Maar als
aan een vreemden wil onderworpen ging zij toch
het huis in. Op een trap van een bovenverdie
ping hoorde zij nog loopen, toen een schel, vlug
belletje en daarna het openen en sluiten van
een deur.
Haastig liep zij de trappen op en aangekomen
op de derde verdieping hoorde zij Maria praten
en lachen.
„Ik heb zoo naar je verlangd
Verder verstond zij niets. Het schemerde haar
voor de oogen. Naar wien had Maria verlangd?
Ze moest een verklaring hebben van wat Maria
voor haar verborg. Ze zag den schelknop en druk
te er al op de naam, die op een klein koperen
plaatje gegraveerd stond, trok heelemaal niet
haar aandacht. Ze was uiterst opgewonden. Wat
zou ze moeten beleven, wat moeten hooren?
Ze beefde een weinig. Maar ineens richtte zij
zich op, aan de binnenzijde van de deur nader
den zachte, slepende voetstappen.
Een vrouw met dun grijs haar deed open.
Ze schrikt als het booze geweten in eigen per
soon, dacht Therese, en koel zei ze: „Daar is zoo
juist een jonge dame bij u naar binnen gegaan
die zou ik graag even spreken."
De grijze vrouw staarde haar in stomme ver
bazing aan, haar lippen bewogen zich zonder dat
zij echter geluid gaven toen sloeg zij opeens
de deur dicht en Therese hoofde achter de ge
sloten deur een schreeuw: „Maria, waarom heb
je mij dat aangedaan?"
Therese stond verplet. Ze was nu buitengeslo
ten en mocht alleen aanhooren hoe die vreemde
oude vrouw zich veroorloofde vertrouwelijk te
gen haar dochter te spreken.
Ze werd zeer boos bleef echter nog kalm ge
noeg om nu eens den naam op het koperen plaat
je te lezen.
„Kaiser" stond er, ja heusch, „Kaiser."
Mevrouw Normann moest zich aan de trap
leuning vastgrijpen, om niet tegen den grond te
slaan. Zoo ontstelde zij bij het lezen van dien
toch zoo gewonen naam. Maar een minuut later
belde zij weer.
Nu deed Maria zelf open en trok met een vlug
ge beweging de buiten wachtende aan haar man
telmouw over den drempel naar binnen. Ze zei
daarbij geen woord en mevrouw Normann leek
het, alsof dat zoo zijn moest.
Direct daarna stond zij in een uiterst eenvou
dig gemeubileerde kamer, die haar bekend voor
kwam. In den uitersten hoek stond een magere,
licht gebogen vrouw, die haar met vijandige
blikken aankeek.
Zij kende die vrouw het was haar zuster
Francisca.
Ze trachtte te spreken, ze wilde iets zeggen,
maar haar keel zat dichtgeschroefd en ze kon
geen woord uitbrengen. Ze stond als versteend
en staarde maar met wijdopen oogen naar de
zuster, die zoo vreeselijk verouderd was.
Als een warme, sterke golf spoelde het mede
lijden alles van haar af, wat klein en benepen
was. Haar trekken werden weeker en milder,
heel haar lichaam trilde van ontroering, die haar
zoo plotseling en sterk had aangegrepen. Iedere
zenuw in haar was tot het uiterste gespannen.
(Wordt vervolgd)