D Als onze Prinses trouwt Het Japansch-Duitsche verdrag en Nederlandsch-Indië WEE UIT EEN NEST Vt f£itcRthioxt\dKaacUe& BRANDSTICHTER STAAT TERECHT DE ONTHULLINGEN VAN DE EVENING STANDARD DINSDAG 1 DECEMBER 1936 Om styging van detailprijs te voorkomen ALG. KUNSTZIJDE UNIE Een overeenkomst met de Ass. Rayon Het vorstelijk huwelijk Keuze gemaakt voor een officieel „Bruidslied" De Koningin in de Groote Kerk te Den Haag Huwelijksinzegening Tijdsverdeeling op den trouwdag Geen audiëntie Vrijsprekend vonnis bevestigd De bankoverval te Vierlingsbeek Moordaanslag op een schipper In hooger beroep dezelfde straf geëischt WIELRIJDSTER AANGEREDEN Ongeluk mede te wijten aan slechte wegverlichting GOED AFGELOOPEN Vrachtauto door trein op onbe- waakten overweg gegrepen Nieuw schip voor de Holl. Stoom boot Maatschappij In hooger beroep heeft hij een bekentenis afgelegd ROTTERDAM SC HE INBRAKEN BERECHT In hooger beroep iets lichter straffen geëischt UIT DE STAATSCOURANT Ond er scheid ingen Hooge Raad van Arbeid Engeland heeft er groot belang bij, dat er in de Nederlandsche Koloniën geen Nazi-poli tiek ontstaat Over betrouwbaarheid van bronnen Pensionaat gesloten In verband met gevallen van roodvonk VERLAGING VAN DEN ACCIJNS OP MARGARINE Z DOOR ANNY VAN PANHUYS De bron waaraan hij zijn bericht te danken beeft, noemt hij gezaghebbend. Dit is een vaak- gebezigde en zeer vage uitdrukking. Dat de di plomatieke medewerker van Londens voor naamste avondblad, welks eigenaar zich sinds meer dan 20 jaren beweegt in de hoogste poli tieke kringen (zelfs al ligt hij nu en dan met deze hevig overhoop), eenige zeer gezagheb bende bronnen tot zijn beschikking heeft, be hoeven wij niet te betwijfelen. Wat wij evenwel onmogelijk kunnen beoordeelen was, of in dit geval de bron niet alleen gezaghebbend, maar ook betrouwbaar was. In geen geval is dit bericht als sensatie nieuws afgedrukt; ook is er, voor zoover wij hebben kunnen nagaan, niet op straat, in den vorm van „posters", eenige reclame mee ge maakt. 't Zou ons verwonderen als dit stuk nieuws den verkoop van 't blad Woensdagavond °ok maar met een enkel nummer opgevoerd heeft. Toch hadden honderden, zoo niet dui zenden exemplaren op straat verkocht kunnen ■worden door den hoofdinhoud van dit bericht hi een pakkende „poster" samen te vatten. Er ztjn alle redenen om aan te nemen, dat de „Evening Standard" het bericht, dat overeen kwam met wat den volgenden morgen in de hoofdartikelen van twee Parijsche bladen, de „Oeuvre" en de „Echo de Paris" geschreven Naar het Handelsblad verneemt, is met in gang van Maandag de accijns op margarine met bijna 8 pet. verlaagd ter compenseering van de prijsstijging der grondstoffen, welke anders den dtéailprijs zou moeten doen stijgen. De accijns op vermengde margarine (waarin 10 pet. eveneens belaste boter) wordt verlaagd van 42.6 op 39.3 cent per kilo; die op onver mengde margarine (bestemd voor mengers) van 47.3 tot 43.7 en die van plantaardige en ritueele margarine van 52 tot 49 cent per kilo. De directie van de A.K.U. te Arnhem deelt mede, dat tusschen de Algemeene Kunstzijde Unie te Arnhem en de Associated Rayon Cor poration te New York een overeenkomst ge sloten is. De A.K.U. stelt de A.R.C. in staat al haar schulden te voldoen en verkrijgt tegenover het daartoe ter beschikking te stellen bedrag een evenredig deel der Effectenportefeuille van de A.R.C., berekend tegen den beurskoers van 16 November 1936. De A.R.C. zal de door haar uitgegeven obliga ties per 1 Maart 1937 aflossen en treedt ter stond in liquidatie. De overblijvende effecten worden onder de aandeelhouders pondspondsgewijze verdeeld, met dien verstande, dat de minderheidsaandeel houders (A.K.U. bezit circa 88 pet. der gewone aandeelen) desgewenscht voor ieder aandeel van A.K.U. een bedrag van circa 5,67 dollar kunnen bekomen. Een vergadering van aandeelhouders van de A.R.C. is tegen 21 December as. bijeengeroepen om aan de liquidatie haar goedkeuring te hech ten. De Sub-commissie voor den kinderzang van het Comité tot luisterrijke viering van het hu welijk van H. K. H. Prinses Juliana en Z. D. H. Prins Bernard heeft uit een aantal ingezonden liederen een keuze gemaakt voor een officieel „Bruidslied". De tekst hiervan is van de bekende kinder schrijfster Tiny van Elmey en de muziek van den componist Louis Schwirtz. Het wordt het Vorstelijk Paar cürect na den ondertrouw op 19 December a.s. toegezongen, deze uitvoering heeft een representatief karakter, zoodat dit zal ge schieden namens de geheele Nederlandsche jeugd. Maandag heeft H. M. de Koningin wederom een bezoek gebracht aan de Groote Kerk te Den Haag, waar het huwelijk van H. K. H. Prin ses Juliana met Prins Bernard op 7 Januari a.s. zal worden ingezegend, ten einde den stand eter werkzaamheden in oogenschouw te nemen en aanwijzingen voor de regeling der plechtigheid te geven. Slechts weinigen was het kort tevoren aan gekondigde bezoek bekend, doch het publiek schijnt vooral in deze dagen een bijzondere in tuïtie voor deze dingen te hebben, want reeds voor half drie stoncten verscheidene honderden menschen voor den ingang van de kosterij na bij de Torenstraat te wachten, zoodat de poli tie tenslotte met eenige manschappen den weg vrij moest houden. Te 10 minuten over half drie arriveerde onder het gejuich der menigte een enkele hofauto, waarin de Koningin, vergezeld van een hofdame, was gezeten. Bij den ingang der kosterij werd H. M. ontvangen door eenige kerkvoogden, waarna zij het gebouw betrad. Het bezoek duurde precies een half uur. De menschen bleven geduldig wachten en toen te 3.10 uur de Koningin aan den ingang der kos terij verscheen, ging er opnieuw een luid gejuich op. Van de kerk keerde H. M. naar het paleis Noordeinde terug. De Telegraaf meldt, dat de vroegere hofpre diker, de 87-jarige ds. W. L. weiter, een belangrijk aandeel zal nemen in den dienst, welke aan de eigenlijke inzegening van het hu welijk voorafgaat. Prof. Obbink zal de prediking houden, welke aan de eigenlijke inzegening van het huwelijk vooraf gaat. Daarna zal de grijze ds. Weiter overgaan tot de bevestiging van het huwelijk. Hij zal, zooals in de Ned. Hervormde Kerk gebruikelijk is, het trouwformulier voorlezen, vervolgens aan bruid en bruidegom de voorge schreven vragen stellen, en na het „ja" uit bei der mond, het huwelijk inzegenen. Ds. Weiter heeft Prinses Juliana aangenomen en bevestigd tot lidmaat der Ned. Hervormde Gemeente van 's Gravenhage. Naar het Handelsblad ter oore komt, zal de vorstelijke bruidsstoet 7 Januari het Koninklijk Paleis aan het Noordeinde te kwart over elf verlaten. Te elf uur zal dan de huwelijksvol trekking ten stadhuize door den burgemeester mr. S. J. R. de Monchy geschieden. De plech tigheid ten stadhuize zal ongeveer een half uur duren. De huwelijksinzegening in de Groote of St. Jacobskerk zal plm. half twaalf aanvangen. Te half één zal dan de groote rijtoer be ginnen. Deze tijden zijn voorloopig en kunnen door bepaalde omstandigheden nog eenige wijziging ondergaan. Tot de buitenlanders, die als bruidsjonkers zullen fungeeren, zullen behooren één van de vrienden uit den Parijschen tijd van Prins Bernhard, de Fransche officier Durleu du Sou- zy en graaf Dohna zu Dohna. De gewone audiëntie van den minister van Handel, Nijverheid en Scheepvaart, zal op Don derdag 3 December niet plaats hebben. DE QRIT5CUE IUCUÏMACUT UIEErT 8000 UA WOND AANGEKOCHT VOOR DE AANLEG VAN VLI E.GVELDEN Het gerechtshof te Den Bosch heeft arrest gewezen in de strafzaak tegen den koopman C. K„ wonende te Vierlingsbeek, die door de Bossche rechtbank is vrijgesproken van het feit, dat hij Toon de Soep en Bijs de Sijp heeft aangespoord de brandkast van de boerenleen bank te Vierlingsbeek te plunderen, waarvoor hij aan het tweetal de noodige inlichtingen ver strekte. Het Hof heeft het vrijsprekend vonnis van de rechbank bevestigd. Het Bossche gerechtshof heeft in hooger be roep behandeld de strafzaak tegen den matroos J. V„ die op 14 Juli 1936 te Roermond den schip per N. Verduyn in het onderruim van een schip met een zwaar voorwerp bijna heeft gedood. De rechtbank te Roermond had V. wegens poging tot moord tot zes jaar gevangenisstraf met af trek van het voorarrest veroordeeld. De advo caat-generaal bij het gerechtshof te Den Bosch eischte bevestiging van het vonnis. Uitspraak over 14 dagen. Maandagmiddag omstreeks vijf uur is in de Middelwijkstraat te Soest, tegenover de zuivel fabriek De Soester een ernstig ongeluk gebeurd, waartoe voor een groot deel de ter plaatse slech te verlichting het hare heeft bijgedragen. Mevr. S„ uit Eemnes, stond met haar rijwiel op den straatweg, toen uit de richting Baarn een personenauto van een taxi-onderneming uit Soest, bestuurd door den heer Chr. H. na derde. Mevr. S. stond achter een brandend middenlicht en werd eerst, toen de auto haar genaderd was, door den bestuurder bemerkt. H. gaf signalen, waarop mevr. S. op haar rij wiel stapte en vervolgens wegreed, waarbij zij blijkbaar de macht over haar stuur niet heeft kunnen houden. Zij slingerde langs den weg en werd door den auto aangereden. Zij sloeg tegen den grond en kreeg het rijwiel op zich. Zij bleef gewond liggen. Met een diepe wonde aan het achterhoofd en schaafwonden is het slachtoffer in zorgwek- kenden toestand naar het ziekenhuis te Eem nes vervoerd. Op den onbewaakten overweg bij Siddeburen (Gr.) is Maandagmorgen omstreeks tien uur een vrachtauto door een passeerden trein gegre pen, waarbij de bestuurder van eten auto er be trekkelijk goed is afgekomen. De met karton beladen vrachtauto van de Gebr. Van de Baan, uit Delfzijl, werd op dit punt gegrepen door den trein, die om half tien uit Delfzijl naar Groningen was vertrokken. De wagen werd een 25-tal meters door den trein meegesleurd, waarbij het verhikel totaal werd vernield. De bestuurder van den auto, Van de B„ bekwam een lichte hoofdwonde en is, na ver bonden te zijn, naar Delfzijl vervoerd. Hoe het ongeluk is ontstaan, heeft men nog niet kunnen constateeren. Het uitzicht is ter plaatse goed. De trein had een kwartier oponthoud. Voor rekening van de Holl. Stoomboot Mij. te Amsterdam zal op de werven van C. v. d. Glessen en Zonen te Krimpen aan den IJsel een motorschip worden gebouwd van 1100 ton. Voor het Bossche Hof is in hooger beroep be handeld de strafzaak tegen den landbouwer G. P. van der L. die reeds eerder voor de Bossche rechtbank terecht heeft gestaan wegens het in brand steken van een schuur aan den Aalster- weg te Eindhoven. Voor dezen brand was Van der L. veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf. Zoowel de officier van justitie, die twaalf jaar gevangenisstraf had geëischt, als de verdachte, hadden hooger beroep tegen het vonnis der rechtbank aangeteekend. De verdachte, die tot nog toe ontkend had, bekende den brand te hebben gesticht. Uit het getuigenverhoor bleek, dat verdachte de dader moet zijn van een groot aantal brand stichtingen te Eindhoven, want sedert den dag dat hij in verzekerde bewaring is, zijn branden aldaar niet meer voorgekomen. De advocaat-generaal noemde verdachte een gevaarlijk individu. Hij heeft vroeger reeds drie jaar gevangenisstraf uitgezeten voor het stichten van vijf branden. De aan verdachte opgelegde straf is niet evenredig aan het misdrijf en daarom eischt spr. een gevangenisstraf van acht jaar. Uitspraak over veertien dagen. In hooger beroep stonden voor het Haagsche Hof terecht de timmerman A. Th. C. N. en de opperman R. W. de G. Laatstgenoemde stond terecht als medeplichtige aan de in den nacht- van 18 op 19 December 1935 gepleegde inbraak in het kantoor van de Coöperatieve Producen- tenvereeniging te Goucla, alsmede wegens de inbraak in het Capitol Theater te Rotterdam in den nacht van 1 op 2 September 1935 en de in den nacht van 27 op 28 Augustus gepleegde in braak te Zwammerdam, waarvoor hij door de Rctterdamsche rechtbank tezamen tot vier jaar is veroordeeld. Verdachte de G. ontkende hardnekkig eenig aandeel te hebben in de Goudsche zaak en zei- de. dat hij ten onrechte door den hoofddader, den bankwerker J. M. D„ (thans als getuige ge hoord) als medeplichtige is aangewezen, omdat deze hem als een van de verraders beschouwde. De inspecteur van politie J. V. Tas, die het on derzoek in deze zaak leidde, verklaarde, dat de G. sedert geruimen tijd omgang met beruchte misdadigers had o.a. met D„ die deze inbraak onmogelijk alleen kon hebben gepleegd. D. heeft tijdens het verhoor diens mededaders, waaron der de beide verdachten, genoemd. D. verklaarde als getuige, dat hij in gezel schap van de G. naar Gouda was gegaan. Deze had hem de fabriek, aan welks bouw hij had medegewerkt, aangewezen met nauwkeurige aanduiding waar de kluis stond, hoe zwaar die was enz Verdachte zeide. dat alles wat D. verklaarde, gelogen was. Deze antwoordde, dat hij nog wel twee inbraken zou kunnen noemen, waaraan de G. debet was. De advicaat-generaal, mr. A. Rombach, som de in zijn requisitoir al het bewijsmateriaal te gen de G. op, en zeide, dat daaruit de schuld var. verdachte volkomen was komen vast te staan zoodat hij bevestiging van het tegen hem gewezen vonnis (een jaar) requireerde. Mr. Moresco pleitte vrijspraak. In de beide volgende zaken tegen de G„ waar voor hem twee straffen van 1% jaar waren op gelegd, gaf verdachte de feiten toe. De advocaat-generaal requireerde tot vermin- cering van beide straffen tot een jaar. Mr. Moresco pleitte clementie. Vervolgens stond terecht de opperman R. W. de G„ die alleen voor eerstgenoemde zaak in hooger beroep was gekomen. Ook hij ontkende aan de inbraak te Gouda te hebben deelgeno men. De advocaat-generaal vroeg bevestiging van het vonnis. Het Hof zal 14 December uitspraak doen. Bevorderd tot commandeur in de orde van Oranje-Nassau Phs. van Ommeren Jr. te Was senaar. Benoemd tot ridder in de orde van Oranje- Nassau J. Manassen, wonende te Hilversum, hoofdvertegenwoordiger bij de N. V. Alvana Cigar manufacturing en import company te 's Gravenhage. De eerepenning, bedoeld in het Kon. besluit van 4 Dec. 1918, zooals dit is gewijzigd bij Kon. besluit van 28 Oct. 1919, in zilver, toegekend aan; L. A. Springer, tuinarchitect te Haarlem, als blijk van waardeering voor zijn belangstel ling in 's Rijks verzamelingen. Op verzoek eervol ontslag verleend aan den heer F. van de Walle te Amsterdam als lid van den Hoogen Raad van Arbeid, onder dankbetui ging voor de door hem in die functie bewezen diensten. Benoemd onderscheidenlijk tot lid en plaatsvervangend lid van dien raad de heeren C. van der Lende en H. Lindeman, beiden te Amsterdam. (Van onzen Londenschen correspondent) „Evening Standard", waaraan Havas bijzonderheden ontleend heeft omtrent een geheim Duitsch-Japansch protocol, waarbij ook Nederlandsch-Indië betrokken zou zijn, behoort, wel-is-waar, tot de Beaverbrook- combinatie, doch heeft een geheel andere „stan ding" dan het ochtendblad van Lord Beaver- brook, de „Daily Express". Zij is in veel gerin gere mate „populair" dan de andere Londen- sche avondbladen, en wordt gelezen in kringen, die er niet aan zouden denken de „Daily Ex press" te lezen. De politiek der Beaverbrook bladen is impe rialistisch, dat wil zeggen, gericht op een vol maakte economische Rijkseenheid, en op alge- heele onthouding van Groot-Brittannië met be trekking tot alle Europeesche gebeurtenissen. In haar buitenlandsche politiek heeft de „Evening Standard" geen voorkeur voor eenig Europeesch land; wel ijvert zij evenals de „Daily Express" voor een nauw samengaan tusschen 't Britsche Rijk en de Vereenigde Staten. De naam van „sensatieblad", zoo ten volle van toepassing op de „Daily Express", kan op de „Evening Standard" in niet hooger mate toegepast worden dan op de meeste „fatsoen lijke" Engelsche bladen. Door dit vast te stellen, verleenen wij dit avondblad nog geen brevet'van geloofwaardig heid ofschoon wij evenmin geneigd zouden zijn 't tegendeel te doen. Wij moeten in 't oog houden, dat Engelsche bladen veeleer geneigd zijn hun berichtgeving 'n bepaalde tendenz te geven door 't verzwijgen van berichten, die te gen hun politieke lijn indruischen, dan door 't fabriceeren van berichten die met hun politieke Hjn strooken. Wat nu dit bijzondere bericht aangaat, moet opgemerkt worden, dat 't op alles behalve sen- sationeele wijze „opgedischt" is. 't Heeft niet meer dan één „kop", en deze luidt nogal be scheiden „Een geheim van 't nieuwe verdrag". Wij kunnen ons voorstellen, dat velen 't stuk overgeslagen hebben, 't Stond niet op de voor ste pagina doch op een der middenpagina's, en niet bovenaan. Kortom; 't trok door niets bij zonder de aandacht, en wij durven zelfs zeggen, dat 't bericht in verhouding tot z'n belangrijk heid veel te „tam" opgemaakt was. De reden hiervan nu is duidelijk voor 'n ieder, die de methodes der diplomatieke journalistiek in Engeland kent. De zoogenaamde „diploma tieke medewerkers" der bladen krijgen vaak be langrijke mededeelingen onder een of andere Voorwaarde, bij voorbeeld dat zij er niet te veel „drukte" van maken. Aan zulke voorwaarden moeten zij zich houden, daar zij anders een „bron" van inlichtingen kunnen verliezen. Wij vermoeden maar weten dit natuurlijk niet aeker dat in dit geval de diplomatieke medewerker der „Evening Standard" zijn mede deelingen onder zoodanige voorwaarden gekre gen heeft. Wij gaan hierop opzettelijk wat uitvoe rig in, omdat de heele waarde van 't bericht afhangt van de betrouwbaar heid, en 't onjuist zou zijn een lezing van den diplomatieken medewerker der „Evening Stan dard" over een kam te scheren met een bericht in de „Daily Express". werd, in vollen ernst en zonder sensationeele bijbedoelingen gepubliceerd heeft. In het hoofd artikel, waarin het blad 't Duitsch-Japansche pact bespreekt, maakt 't niet de minste toe speling op hetgeen zijn diplomatieke medewerker geschreven heeft. Na geconstateerd te hebben, dat de Britsche Regeering niets met dit pact te doen wil hebben, vereenigt de schrijver zich met deze gedragslijn, en wel om twee redenen: 1. Engelands stabiliteit wordt niet door com munistische intriges en propaganda onder mijnd. 2. Bij de twisten tusschen Duitschland en Rusland en tusschen Japan en Rusland, is geen Britsch belang betrokken. „De Britsche belangen," vervolgt het blad, „worden dus 't best gediend indien wij ons ver houden zoowel van 't Roode als van 't anti- Roode front." Dit is toch zeker niet de taal van 'n blad dat opzettelijk een bericht zou fingeeren betreffen de een Duitsch-Japansche overeenkomst, welke het Groot-Brittannië op den duur uiterst moei lijk zou maken zich niets van die overeenkomst aan te trekken. Wij erkennen, dat wij zelf de lezing, die de „Evening Standard" gaf, niet zonder meer aanvaardden maar dit doen wü zelden met eenige „lezing", waarvan wij de bron niet kennen. De zegsman van de „Evening Standard" bleek evenwel op enkele punten, waarop wij hem wel konden controleeren, juist Ingelicht te zijn. Hij is op de hoogte van de Nazi-propaganda, waarvan niemand ontkennen kan, dat zij in Indië gevoerd wordt en dat zij eenige dagbladen, zooals 't „Nieuws van den Dag v. Ned.-Indië" door aankoop in haar dienst gesteld heeft. De „Evening Standard" heeft reeds vroeger blijk gegeven niet geheel onbekend te zijn met wat er in Indië omgaat. Dat Enge land hierbij groot belang heeft, spreekt vanzelf. Andere bladen, zooals de „Daily Telegraph", zijn veel gereserveerder dan de „Evening Standard", maar zinspelen toch evenzeer op de mogelijk heid van geheime clausules. Vandaag vroeg men ons in Fleetstreet wat wij dachten van de mededeelingen der „Eve ning Standard" en, min of meer in overeen stemming met onze nationale gewoonte om te doen alsof wij de dingen kalm opnemen, ant woordden wij: „Onzin! Overdreven! Zal wei niets van aan zijn!" En toen maakte iemand, die vaak in ons land geweest was, 'n treffende opmerking. Hij zeide: „U bent nu al de tweede Hollander, die dit van daag zegt. En toch heb ik met Hollanders nooit over internationale politiek kunnen spreken, of in minder dan geen tijd hadden zij 't over 't gevaar, dat hun Koloniën van Japansche zijde bedreigde. Zou dit gevaar nu plotseling geweken zijn doordat Japan een verdrag met Duitsch land gesloten heeft?" Die opmerking stemde ons tot nadenken. Hebben wij al die jaren werkelijk geloofd aan die Japansche bedreiging, of was 't maar 'n on derwerp van conversatie? Als wij eraan geloofd hebben, dan hebben wij thans zeker geen reden er minder aan te gelooven. En zoo niet, dan hadden wij beter gedaan ook nooit voor te wen den er wel aan te gelooven. 't Een of 't ander! Op advies van den huisarts is het pensionaat der Zusters Ursulinen te Grubbenvorst tijdelijk gesloten in verband met gevallen van rood vonk. De leerlingen zijn naar huis gezonden. Verschillende patiënten worden in het pen sionaat verpleegd; twee zijn ter verpleging op genomen in het R. K. Ziekenhuis te Venlo. ÖURCH ELAND VERKLARING WEGV. D. KOWIWKL'jKE ÖRUiDSTOET 0PEU6ARE GE BOUWER GCLCGEM iwoe HAB'jnEio v oe ROUTE water Tuiwew-Piunttxu Tributes opgestelo Umgs oew RUWEG GEDEELTE VAR OCH WEG NlET TOEGAM KEL'JK VOOR h. PUBLIEK ©ICOWlUKl'JK PALEIS ©UEDERLBAMK ©Kouiurt'jktmtn ©GCVAMGEHPOORT ©hofvijver HOOFDPOSTVAMOOR GEM BIBLIOTHEEK Vredespaleis AlElAMDCRkAZ (g) MowuMEWT 1810 Miw.v. Fiuamciém Ridderzaal MAURlTSWUtS LüUöt ©BlHHEHHOF MET w MlHiSTERicS STADHUIS OF' .'b .i kee««Ï Op het kaartje staat de route, welke de "bruidsstoet bij het huwelijk der Prinses in de residentie volgen zal, duidelijk weergegeven; eveneens de tribunes welke langs den openbaren weg zijn opgesteld. Voor hen die de Residentiestad niet kennen, kan reeds nu dit plattegrondje van pas komen, om de dichtst bij den weg gelegen straten op te zoekenHet meest nabij gelegen punt is het „Plein", dat vanaf het Staatsspoor via Heerengracht, van Hollandsche Spoor via Stationsweg, Groote Marktstraat, gemakkelijk te bereiken is. Van daar uit overziet men de route. Smalle trottoirs zijn bijv. de Anna Paulownastraat, linksche zijde Javastraat, Gra-. vestraat, Groenmarkt en Riviervischmarkt. Waterkanten in den rug zijn gelegen bij Hofvijver, Veenkade, Hoogewal en Mauritskade, die voor opstopping van te veel publiek te vermijden zijn. Over de afzetting der straten en passeering van het doorgaand verkeer zullen nog nadere inlichtingen worden verstrekt. In zake het weggedeelte en omgeving, gelegen tusschen de Groote Kerk en Stadhuis, evenals het gedeelte bij het Koninklijk Paleis, wo rdt nader bestudeerd, in hoeverre dit toe gankelijk is vo or het publiek 40 In nadenken verzonken bleef ze staan. Werke lijk, die brief was mesr dan een dom kletspraat je. Die woorden, die een onbekende haar schreef, hadden een beteekenis. Maar waarom zou Maria in 's hemelsnaam ge heimen voor haar kunnen hebben? Zou dan misschien. Ze moest de hand voor den mond houden om öten kreet te onderdrukken, dien zij bijna geslaakt had. Zou misschien de liefde in het spel zijn? Zou Maria .heimelijk afspraakjes met een man hebben? Mevrouw Normann staarde strak op den brief, welk geheim hield Maria voor haar verborgen en waarom deed zij dat? Waardoor had zij het vertrouwen van haar öochter verloren? Ze was plotseling zeer droefgeestig geworden en overlegde met zichzelf of ze op den brief Ingaan. Verschrikkelijk vond ze het, Maria te wantrou- en- In haar hart was echter nu eenmaal het antrouwen ontwaakt en het liet haar niet meer met rust. Ze moest zekerheid hebben. Het eenvoudigste was het zich deze te ver schaffen door Maria een directe vraag te stellen. Maar in haar binnenste klonken nog de laatste woorden van den wonderlijken brief na: Maar laat u niets merken van deze 'waarschuwing, anders zou u uzelf en uw dochter benadeelen. Dat klonk zoo eigenaardig, zoo tot voorzichtig heid manend. Mevrouw Normann besloot te doen, wat de briefschrijver van haar vroeg. Juist reed buiten de auto voor. Maria kwam binnen, „Moeder, is u klaar? wat uitstekend staat die mantel u toch!" In gedachten vergeleek ze haar beide moeders met elkaar. Meer verschillend dan deze beide vrouwen konden twee zusters wel niet zijn. Me vrouw Normann zag, dat ook Maria al gekleed was om uit te gaan. „Wil je nu al gaan wandelen?" vroeg ze langs haar neus weg. „Ja, ik ga direct uit." Samen gingen zij het huis uit. Mevrouw Nor mann stapte in den auto en gaf Maria door het open portier de hand. „Kom, rijd liever mee, het geeft je wat aflei ding," zei ze. Over Maria's gezicht gleed een blijde glans. „Neen, moes, een ander maal," antwoordde ze. De veranderde uitdrukking op Maria's gezicht was haar moeder niet ontgaan. Nu was ze zeker van haar zaak. Maria was iets van plan, dat ze verzweeg, en dat het met een man in verband stond, was ontwijfelbaar. Daarom had het Maria geen leed veroorzaakt, toen zij mijnheer von Hornstein zijn woord moest teruggeven en was zij ook sindsdien altijd in zoo'n goede stemming. Maar waarom was Maria niet open en eerlijk? Moest zij zich om de een of andere reden voor den man, waarom het ging schamen, dat zij hem zoo in het geheim ontmoette? Deze vragen stormden op haar aan. Juist zette de auto aan en zij wuifde Maria toe, lachte daarbij echter gedwongen en dacht: Hoe leg ik het nu aan, om reeds vandaag achter Maria's geheim te komen? Ze keek uit het portier in welke richting Ma ria zich verwijderde len liet, toen deze den eerstvolgenden hoek had omgeslagen den auto stil staan. „Rijd maar terug," zei ze tegen den chauffeur, „ik ben van plan veranderd en zal liever loopen." De chauffeur tikte aan zijn pet en reed terug, nadat mevrouw Normann was uitgestapt. Deze haastte zich achter Maria aan, Jammer dat zij nu juist dien opvallenden mantel gekozen had. Als Maria toevallig om zou kijken, was ze direct ontdekt. Vlug sloeg ze den hoek om en zag ongeveer vijftig pas voor zich uit Maria, die snel door stapte. Ze scheen de richting van 't station uit te gaan. Voortdurend bang, dat het meisje om zou kij ken, volgde mevrouw Normann haar. Maar Ma ria dacht daar heelemaal niet aan in gedach ten was zij reeds bij de eenvoudige vrouw in het ouderwets gemeubileerde kamertje en verheugde zij zich in het weerzien. Zij had er geen vermoe den van, dat een dame in donkerroodien mantel met chinchillakraag haar volgde. Aan het station nam zij een taxi en bi) die gelegenheid was mevrouw Normann bijna ont dekt geworden. Het gelukte haar echter nog juist, op het laatste oogenblik achter e<en voor uitspringenden muur van 't stationsgebouw dek king te vinden. Juist zette zich de taxi, een halfopen wagen, in beweging. Mevrouw Normann kwam nu lang zaam te voorschijn en nam ook een taxi, echter een dichte. Ze zei den chauffeur, dat hij onge merkt de eerste taxi moest volgen, en school toen in een hoek van den wagen weg als be vreesd om g'/zicn te worden. De taxi reed vrij langzaam en, gewoon als ze was aan haar eigen auto, voelde zij zich niet erg prettig zitten in die oude rammelkast waarvan de ruiten rinkelden. Ze gluurde naar buiten om te zien in welke buurt ze reed. Merkwaardig de wagen reed de Mainzer Landstrasse af. Ze had kunnen gelooven, dat Maria naar de fabriek reed, want dien kant gingen beide auto's uit. Maar neen, na een tijdje sloeg de chauffeur een andere richting in en hield toen plotseling stil. Ze keek uit het raampje en zag, dat de eerste taxi leeg voor een huis stond en juist weer weg reed. Dus in dat huis moest Maria verdwenen zijn. Mevrouw Normann betaalde den chauffeur en ging haastig naar het huis toe, bekeek het on derzoekend en wantrouwig. Ze schaamde zich plotseling dat ze op den brief was ingegaan. Het leek haar nu, dat in dit huis iemand woonde, waarbij Maria de een of andere bestelling ging opgeven. Ze had misschien een advertentie in de krant gelezen. Maar als aan een vreemden wil onderworpen ging zij toch het huis in. Op een trap van een bovenverdie ping hoorde zij nog loopen, toen een schel, vlug belletje en daarna het openen en sluiten van een deur. Haastig liep zij de trappen op en aangekomen op de derde verdieping hoorde zij Maria praten en lachen. „Ik heb zoo naar je verlangd Verder verstond zij niets. Het schemerde haar voor de oogen. Naar wien had Maria verlangd? Ze moest een verklaring hebben van wat Maria voor haar verborg. Ze zag den schelknop en druk te er al op de naam, die op een klein koperen plaatje gegraveerd stond, trok heelemaal niet haar aandacht. Ze was uiterst opgewonden. Wat zou ze moeten beleven, wat moeten hooren? Ze beefde een weinig. Maar ineens richtte zij zich op, aan de binnenzijde van de deur nader den zachte, slepende voetstappen. Een vrouw met dun grijs haar deed open. Ze schrikt als het booze geweten in eigen per soon, dacht Therese, en koel zei ze: „Daar is zoo juist een jonge dame bij u naar binnen gegaan die zou ik graag even spreken." De grijze vrouw staarde haar in stomme ver bazing aan, haar lippen bewogen zich zonder dat zij echter geluid gaven toen sloeg zij opeens de deur dicht en Therese hoofde achter de ge sloten deur een schreeuw: „Maria, waarom heb je mij dat aangedaan?" Therese stond verplet. Ze was nu buitengeslo ten en mocht alleen aanhooren hoe die vreemde oude vrouw zich veroorloofde vertrouwelijk te gen haar dochter te spreken. Ze werd zeer boos bleef echter nog kalm ge noeg om nu eens den naam op het koperen plaat je te lezen. „Kaiser" stond er, ja heusch, „Kaiser." Mevrouw Normann moest zich aan de trap leuning vastgrijpen, om niet tegen den grond te slaan. Zoo ontstelde zij bij het lezen van dien toch zoo gewonen naam. Maar een minuut later belde zij weer. Nu deed Maria zelf open en trok met een vlug ge beweging de buiten wachtende aan haar man telmouw over den drempel naar binnen. Ze zei daarbij geen woord en mevrouw Normann leek het, alsof dat zoo zijn moest. Direct daarna stond zij in een uiterst eenvou dig gemeubileerde kamer, die haar bekend voor kwam. In den uitersten hoek stond een magere, licht gebogen vrouw, die haar met vijandige blikken aankeek. Zij kende die vrouw het was haar zuster Francisca. Ze trachtte te spreken, ze wilde iets zeggen, maar haar keel zat dichtgeschroefd en ze kon geen woord uitbrengen. Ze stond als versteend en staarde maar met wijdopen oogen naar de zuster, die zoo vreeselijk verouderd was. Als een warme, sterke golf spoelde het mede lijden alles van haar af, wat klein en benepen was. Haar trekken werden weeker en milder, heel haar lichaam trilde van ontroering, die haar zoo plotseling en sterk had aangegrepen. Iedere zenuw in haar was tot het uiterste gespannen. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 3