Onregelmatigheden bij den Bijz. Vrijw. Landstorm Minister Slotemaker verdedigt zijn begrooting Een abonnement op FANAAL (f 2.50): als verrassing ideaal - Postbus C 609, Amsterdam -V' Chamberlain verklaarde dat men Na den storm WEE UIT EEN NEST IN VERBAND ALKMAAR ONTDEKT 25 e vizhdo, maft WEER HET VRAAGSTUK DER SCHRIJFWIJZE DONDERDAG 3 DECEMBER 1936 Ex-secretaris-penningmeester van verduistering verdacht en in arrest gesteld Nog meer arrestaties Reeds in 1918 De Nijenrode-zaak Procureur-generaal acht een serie aanwijzingen tegen O. aanwezig De tocht der N. S. B.-klok KUNS a IJSBAAN Amsterdam IJSHOCKEY en KUNSTRIJDEN BLUE SIX-BERLIJN HELITTA BRUNNfcR WERELDKAMPIOENE Beide ankers verspeeld Duitsch stoomschip vergaan De Deensche schoener Reparatie O. A. Knudsen Kotter als verloren te beschouwen UIT DE R.K. STAATSPARTIJ Ledenwerving volop in gang Ned. „Prix de Rome" Toekenning van gouden en zilve ren eerepenningen, alsmede jaargeld Bliksem in een kerk geslagen Electrische leidingen en schakel kast vernield HET HUWELIJK DER PRINSES De bezichtiging door de Koningin van de appartementen der bui- tenlandsche gasten Serimpi-dansen ten paleize De tribunes langs den bruidsweg NIEUW SCHIP VOOR H.A.L. Nederlanders vrijgesproken TWEEDE KAMER Volgens den minister ligt de op lossing tusschen slaafsche ge bondenheid en bandelooze willekeur Objectiviteit van mr. Marchant Weinig over de toekomst gezegd Nieuw raadhuis te Amsterdam UIT DE STAATSCOURANT Zoetwater visscherij Onderscheid ing DOOR ANNY VAN PANHUYS Reeds langen tijd gingen te Alk maar en omliggende dorpen eigen aardige geruchten rond over het Ver band Alkmaar van den Bijz. Vrijw. Landstorm en in het bijzonder over den secretaris-penningmeester-propa gandist P. O. van deze organisatie. Er werd gefluisterd over belangrijke verduisteringen die deze functiona ris zou gepleegd hebben. Deze geruchten vonden nieuw voedsel in het plotselinge ontslag, dat O. in den zomer van dit jaar werd verleend. De Justitie stelde ambtshalve een onderzoek in. Dit ving aan met in beslag neming van de boeken. Vermoedelijk heeft het onderzoek voldoenden grond gegeven voor het instellen van een vervolging en de arrestatie van P. O. in den avond van 1 December j.l. Uit betrouwbare bron vernemen wij nog, dat nog meer arrestaties te wachten zijn. Toen wij van deze arrestatie van O. verna men, hebben wij onmiddellijk getracht informa ties in te winnen bij de Alkmaarsche politie, die doordat zii buiten deze kwestie stond ons verwees naar den Substituut Officier van Jus- stitie mr. G. v. d. Feen de Lille te Alkmaar. Deze weigerde evenwel ons ook maar eenige inlichting te geven. Niettemin zijn wij erin geslaagd, belangrijke gegevens te verzamelen. Het schijnt dat P.O. reeds bij de oprichting van den B.V. L., vlak na den oorlog, hande lingen heeft gepleegd, die voor menigeen zeer duister waren. Zoo schijnt het een gewoonte te zijn geweest, dat de besturen van de kleine plaatselijke af- deelingen kwitanties aan den secretaris-pen ningmeester in duplo moesten teekenen. Een Was altijd blanco, zoodat O. deze met een wil lekeurig niet uitgegeven bedrag kon invullen. Daar de besturen van de kleinere afdeelingen meestal uit eenvoudige menschen bestonden, werd niet spoedig begrepen, waarvoor dit alles diende. Op de vergaderingen, die uitgingen van het Verband, was het gebruikelijk, dat de aanwe zigen twee „gelagjes" kregen. In werkelijkheid schijnt echter dikwijls slechts één consumptie verstrekt te zijn, terwijl op de rekeningen steeds twee consumptie^ waren aan- geteekend. Ook schijnt het, dat O. wel dikwijls donaties heeft geïnd, doch nimmer heeft afgedragen. Deze handelingen gingen regelmatig door. Dit ken gemakkelijk, omdat O. in den Noord-Hol- landschen B.V.L. uit hoofde van zijn drie dubbele functie een vooraanstaande plaats in nam. Om hem draaide een groot deel van de or ganisatie. Dikwijls trad hij als spreker op en tal van afdeelingen werden op zijn initiatief opgericht. Hij was voor den B. V.L. een man, die moeilijk kon gemist worden. Ook met den in het voorlaatste jaar ge houden Landdag van den B.V.L. te Alk maar moet het eigenaardig zijn toegegaan. Ook hiervoor schijnen tal van dubbele kwi tanties te zijn geschreven. O. a. zou voor het décor van het openluchtspel een reke ning van ongeveer 750 zijn ingediend, terwijl de kosten niet meer dan ƒ150 moe" ten hebben bedragen. De Landdag leverde een groot tekort °1>, terwijl thans blijkt dat er zelfs een klein overschot is geweest. Hoe groot het totaal der verduisteringen is kan nog moeilijk worden gezegd. Mien spreekt van ƒ2600.tot ƒ2700. Dit bedrag kan echter, gezien het groot aan tal jaren waarover de verduisteringen loopen, hoogstens gelden voor den laatsten tijd. Men kan veilig veronderstellen, dat het totaal in werkelijkheid veel grooter is. Het vermoeden bestond, dat O. zich ook zou hebben vergrepen aan den zoogenaamden „pot'' van het Alkmaarsche kaasdragersgilde. In de zen „pot" zou een tekort zijn van ongeveer ƒ1000. Het is echter gebleken, dat O. dit niet kan hebben gedaan, daar hij eerst kort marktmees ter en kaasvader is en de tekorten er reeds wa ren voor hij deze functie bekleedde. Het tekort schijnt te zijn veroorzaakt door ongecontro leerde uitgaven van de uitstapjes van de kaas dragers zelf. In de middagzitting, die te 2 uur aanving was het woord eerst aan den procureur-generaal Mr. J. Versteeg. Deze begon met een weerlegging van de juridische bezwaren van de verdediging. Spr. was van meening, dat verd. door verzwij ging of verklaringen den assuradeur de over tuiging heeft bijgebracht, dat er van een wer- kelijken diefstal sprake was geweest, zoodat er dan wel verdichtsels en listige kunstgrepen zijn geweest, indien men het eind-effect in aanmer king wil nemen. Komende tot de zaak zelve, wees spr. er nog maals op, dat K. geen voordeel bij den diefstal kon hebben. De beschuldiging van chantage achtte het O. M. volmaakt onaanvaardbaar. Daartegenover staat een serie aanwijzingen tegen O., waarvan de voornaamste is: een nijpend gebrek aan in komsten. De schilderijen en miniaturen moesten ver dwijnen, maar om met zekerheid te kunnen zeggen, dat ze verdwenen waren, moesten ze eerst terugkomen bij W. Fel hekelde de procureur-generaal de houding' van O. tijdens de z. g. n. chantage, waaraan hii geen oogenblik gelooft, om vervolgens tot in de finesses de financieele positie van verd. te be spreken. Verder besprak spr. enkele punten, die gedu rende de schouw naar voren zijn gekomen, zoo als b.v. de bewaking van het gebouw en de omgeving. De kans, dat de nachtelijke bezoekers een agent tegen het lijf zouden loopen, was naar spr.'s meening gering enwanneer men wat winnen wil, moet men durven te wagen. Na een peroratie over de waarheid, die wel dra door het Hof aan het licht zal worden ge bracht, besloot spr. zijn repliek. Dan stelde de president nog eenige vragen aan K.; in alle opzichten handhaafde hij zijn ver klaringen: O. is volgens hem de schuldige, al les was zorgvuldig voorbereid en van chantage van zijn get.'s kant was geen sprake. Het woord was vervolgens aan mr. Muller Massis voor repliek. Op juridische gronden pleitte de verdediger nietigheid van de dagvaarding. Tot de feiten komende bestreed pl. de mee ning van den procureur-generaal betreffende de onmogelijkheid voor K., om de stukken te ver- koopen. De procureur-generaal noemde de chantage ondenkbaar; het is echter alles volkomen ver klaarbaar, meende mr. Muller Massis. K. had dringend geld noodig en nam zijn toevlucht tot de meest krasse en verwerpelijke middelen. De procureur-generaal heeft de bewaking op Nyenrode weinig effectief genoemd, maar hoofd zaak is, dat er op onregelmatige tijden werd ge surveilleerd, aldus pl. Ten slotte, aldus mr. Muller Massis, enkele woorden over het „requisitoir", dat mr. Kokosky heeft gehouden tegen O. bij zij verdediging van K. Vroeger, toen mr. Kokosky verdediger was van W. en J„ dacht hij heel anders over de zaak. Toen vond hij de getuigenis van K. ook niet zoo betrouwbaar Mr. Kokosky, die achter den verdediger in de advocatenbank zit, protesteert. Mr. Muller Massis: Ja, meneer Kokosky, nu wilt u misschien liever de zaal uit. Mr. Kokosky schudt het hoofd, waarna mr. Muller Massis zijn pleidooi voortzet met een al gemeen protest tegen de houding van zijn con frère als verdediger van K. Met klem drong pl. op vrijspraak van O. aan. Nadat nog eenige vragen aan O. zijn gesteld, schorst de president de behandeling tot Vrij dagochtend, dan zal mr. Kappeyne gelegenheid krijgen voor repliek. Vervolgens zal dan de zaak tegen Koning worden afgehandeld. Tijdens het transport van de z.g. stormklok van de N.S.B. naar den Dierentuin te Den Haag werden op den Rijswijkscheweg Dinsdag tien personen aangehouden als verdacht van overtreding van het uniformverbod. Als bege leiders van de klok waren zij allen gekleed in eenzelfde donkergrijze uniform met rijlaarzen en platte pet met stormband. Na verhoor en onderzoek werden allen heengezonden. HEDEN, DONDERDAG 3 DEC., 20 uur 30 POPULAIRE AVOND KUNSTRIJDEN DER PROFESSIONALS Prijzen (Inclusief belasting) O verd, zitpl. 1.20 Overd. staanpl0.60 Onoverd. zitpl0.90 Onoverd. staanpl. 0.30 Kinderen tot 16 jr. 0.10 VOORVERKOOP Eilers, Kalverstraat 43 Kunstijsbaan, telef. 55179 DAN WESBEM WE TENMINSTE ONZE pMTTNERS TERUG OM MEE IE eHlOGEN f' DE MOC-ENDHEDEli WELKE UIT DEN VOL KENBOND ZUN GEGAAN .WEER MOEST 00EN TOETREDEN. Het Russische stoomschip Kalhash, dat ledig op weg van Liverpool naar Leningrad, voor den Waterweg in nood geraakte is Woensdag door de sleepbooten Oostzee en Hoek van Holland binnen gesleept. Het schip had beide ankers verspeeld, terwijl bovendien het stuurgerei onklaar was geraakt. Het schip is naar Rotterdam gebracht om daar te worden gerepareerd. Het Duitsche stoomschip „Elsa", metende 849 br. reg. ton, is op weg van Danzig naar Cher bourg tijdens den zwaren storm bij Borkum ge zonken. Naar nader gemeld wordt, staat het vast, dat tien van de twaalf leden der bemanning in de golven zijn omgekomen. De Deensche schoener, die Woensdagmorgen bij den Spijkerplaat te Breskens aan den grond is geloopen, blijkt te zijn de Fuglen en niet de Sigrid, zooals oorspronkelijk gemeld was. De reddingsboot uit Vlissingen heeft geen hulp be hoeven te verleenen en is in den namiddag te ruggekeerd. De Fuglen heeft beide ankers verspeeld. Hoewel de sleepbooten Woensdagmiddag ver binding hebben kunnen krijgen, verwacht men toch niet, dat het schip vlot zal komen. Het was aanvankelijk de bedoeling, de schade aan het Noorsche motor-tankschip O. A. Knud sen te Rotterdam te doen herstellen. Na een voorloopig onderzoek echter achtten zoowel de Scheepvaartinspectie als de vertegenwoordigers van Lloyds het niet raadzaam het schip naar zee te laten gaan. In verband hiermede is de O. A. Knudsen Woensdagavond door drie sleep booten van de firma Goedkoop naar Amsterdam opgesleept, waar het bij de Nederlandsche Dok- maatschappij zal worden gerepareerd. Het IJmuidensche visschersvaartuig dat in den nacht van Maandag op Dinsdag bij Norder- ney op een rif is geloopen, blijkt te zijn de kot ter „Trucojo IJm. 201. De vier opvarenden zijn zooals bekend door de Bremen gered. Het scheepje is als verloren te beschouwen. De Centrale Propaganda Dienst der R. K. Staatspartij meldt, dat uit talrijke afdeelingen berichten binnen komen over den grooten groei van het ledental. In enkele afdeelingen zijn alle katholieke kiesgerechtigden tot de partij toege treden, in andere afdeelingen is de ledenwerving volop in gang. Reeds zijn duizenden nieuwe leden gewonnen, tienduizenden worden nog bewerkt, door huisbezoek, door papieren-propaganda materiaal (strooibiljetten en ledenwervingsplaat) en door vergaderingen (gemiddeld vinden iede- ren dag tien vergaderingen, over het geheele land verspreid, plaats). Wie nog niet werd bezocht, kan zich ook rechtstreeks bü het Algemeen Secretariaat der R. K. Staatspartij, Mauritskade 25, Den Haag, als lid aanmelden. In overeenstemming met het advies van de Commissie van Toezicht op de Rijksacademie van Beelden cle Kunsten, uitgebracht aan den minister van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen, zijn bij K. B. toegekend in den wed strijd in de monumentale en versierende beeld houwkunst de gouden eerepenning aan W. Cou- zijn en de zilveren aan mej. A. H. Rutgers van der Loeff, en in den wedstrijd in de monumen tale en versierende schilderkunst de zilveren eerepenning aan mej. E. P. 't Hooft. Bovendien is aan W. Couzijn voor de eerste maal een jaar geld verleend, teneinde hem in staat te stellen zich naar het buitenland te begeven om zich in zijn kunst te volmaken. Boven Noord-Brabant heeft een hevig on weer gewoed, waarvan vooral de R. K. kerk te Beugen te lijden heeft gehad. Midden in den nacht werden de bewoners van het dorp gewekt door een knal, alsof er een ontploffing plaats had, doch toen zij verder niets bemerkten, zijn zij weer naar bed gegaan. Des morgens, toer de pastoor in de kerk kwam, zag hij, dat Des nachts de bliksem had huisgehouden. Een gemetselde kast, waarin het schakelbord der electrische verlichting was aangebracht, werd totaal verwoest. De buizen der leiding waren bijna door heel de kerk losgerukt van de muren en de draden waren geheel en al weg gesmolten. Alle schakelaars zijn versplinterd. Ook zijn er veel steenen en puin naar beneden gekomen. De electrische installatie zal geheel moeten worden vernieuwd. In aansluiting aan het bericht over het be zoek van H. M. de Koningin aan verschillende hotels, waar buitenlandsche gasten, die ter eere van het huwelijk van Prinses Juliana r.aar Den Haag komen, zullen verblijf houden, kan nog worden medegedeeld, dat de Koningin Woens dagochtend ook de appartementen heeft bezich tigd van hotel Wittebrug, waar eveneens vele buitenlandsche gasten hun intrek zullen ne men. SEMARANG, 2 Dec. (Aneta). De teek-, nische voorbereiding voor de uitzending van gamelan-muziek te Solo voor de begeleiding van den serimpi-dans in het paleis aan het Noord einde door de dochter van den Mangkoenegoro, is in vollen gang. De P. T. T.-dienst zegde zijn volle medewerking toe voor de radio-uitzending uit Solo via Bandoeng en Kootwijk. Een her uitzending naar Indië wordt overwogen. Naar wij vernemen hebben B. en W. van Den Haag besloten, de standplaatsen voor den bouw van tribunes langs den bruidsweg ter gelegen heid van het huwelijk van H. K. H. Prinses Ju liana en Z. D. H. Prins Bernhard te gunnen aan de Handelmaatschappij C. de Ruiter te Amster dam, voor de som van f 82.800. Naar verluidt is aan de werf van Piet Smit Jr. te Rotterdam opgedragen het bouwen van een nieuw kracht- en passagiersschip voor de Holland-Amerika-Hjn. Het schip zal ongeveer 9000 ton meten. Twee Nederlanders die kort geleden te Feig- nies werden gearresteerd bij een poging een half millioen franc aan goud uit te voeren, zijn door de rechtbank van Avesnes wegens gebrek aan bewijs vrijgesproken. Zij zijn reeds in vrijheid gesteld; het in be slag genomen goud blijft eigendom van den staat. DEN HAAG, 2 December 1936. Zonder hoofdelijke stemming heeft de Ka mer heden haar goedkeuring gehecht aan de begrooting van het Werkloosheidssubsidiefonds. Ook de S. D. A. P. onthield er haar stem niet aan, blijkbaar overwegende: Beter de mo gelijkheid van rentelooze voorschotten voor ge meenten, die voor haar werkloosheidsuitgaven tekort komen, dan heelemaal niets. En zoo vroeg alleen de communist Wijnkoop aantee- kening, dat hij tegen was. Na vlotte aanvaarding van een aantal wets ontwerpen en conclusies van minder belang rijken aard bij dat tot bekrachtiging van overeenkomsten betreffende naastingsprijzen van locaal-spoorwegen critiseerde de katholieke afgevaardigde Lockefeer den te lagen prijs, die aan de lijn NeedeHellendoorn ten deel valt heeft dan eindelijk minister SLOTEMAKER DE BRUïNE zijn antwoord kunnen geven op de Algemeene Beschouwingen, door de Kamer aan zijn beleid gewijd. Het vraagstuk van de schrijfwijze der Neder landsche taal heeft in dat antwoord natuur lijk weer een zeer voorname plaats ingenomen. Nieuws bracht de minister niet. En, zooals bij debatten over deze aangelegenheid gebruike lijk is, men praatte weer aanhoudend langs elkaar heen. En in taalkundige argumentatie won dr. Moller het opnieuw gemakkelijk van een bewindsman, die, niettegenstaande hij ze ven talen geleerd heeft, ruiterlijk erkende, geen deskundige op dit gebied te zijn. De minister handhaafde zijn standpunt, dat de spelling-Marchant in breede kringen terecht protesten heeft uitgelokt, omdat terzake van de buigings-n en de pronominale aanduiding regelen waren gesteld, die onvermijdelijk tot groote slordigheid in het taalgebruik en tot verloren gaan van de kennis van het woord geslacht moeten leiden. Eenige leiding, aldus minister Slotema ker, mag hier niet ontbreken en voor de regeling der spelling dient gezocht te wor den naar een oplossing, die het midden houdt tusschen slaafsche gebondenheid en bandelooze willekeur. Om die reden had hij gemeend te moeten terugkomen op de regels 4, 5 en 6 door zijn ambtsvoorganger gesteld. En de Minister blijft daarbij, omdat hij van meening is, dat de spellingregeling van 1934 te groote vrijheid liet aan de zooge naamde natuurlijke ontwikkeling. Hij wil niet alles vrij laten groeien, omdat dit tot den chaos leidt, doch evenmin is het »ün bedoeling, alles vast te schroeven. Wat de katholieke afgevaardigde Suring had opgemerkt over de noodzaak, om zoo spoedig mogelijk terug te komen op de bezuinigings- polltiek, en over den voorrang, dien dan de verbetering van de leerlingenschaal hebben moet, had 's ministers buitengewone sympa thie. Doch daarnaast stond zijn twijfel, of bin nen afzienbaren tijd de gelden daarvoor dis ponibel zullen zijn. Het argument van den so ciaal-democraat K. Ter Laan, dat, zoolang er zooveel geld aan defensie wordt besteed, er ook geld moet zijn voor het onderwijs, wees de mi nister af, o.a., omdat dit argument hem vroe ger bij Sociale Zaken ook al eens is tegemoet gevoerd en op die wijze hetzelfde geld tal van malen wordt uitgegeven. Dezelfde sociaal-democratische afgevaardigde heeft van minister Slotemaker een even sympa thiek als krachtig protest uitgelokt met zijn in sinuatie, dat minister Marchant zijn concen tratie van het Openbaar Onderwijs zou hebben doorgevoerd „onder een valschen schijn." De minister wees deze aantijging aan het adres van zijn ambtsvoorganger met ver ontwaardiging af. In de anderhalf jaar, dat h(j thans de onderwijsportefeuille beheert, heeft hjj in de tallooze door mr. Marchant geteekende stukken, die hij onder het oog heeft gekregen, niet één symptoom kunnen ontdekken, dat erop wijzen zou, dat zijn ambtsvoorganger niet in feite volkomen ob jectief tegenover het openbaar onderwijs zou hebben gestaan. Minister Slotemaker de Bruine Over de onderwijspolitiek, door hem nog te voeren in de laatste maanden van zijn ambts periode, heeft de Minister overigens weinig ge zegd. Hij hoopt de concentratie van het Bijzon der Onderwijs, waarover in de Staatscommissie thans eenstemmigheid verkregen is, nog te kun nen tot stand brengen. En ook andere wets wijzigingen ten aanzien van het Hooger, Voor bereidend Hooger- en Middelbaar Onderwijs ver trouwt hij nog te kunnen afdoen. Bescherming aan den architectentitel staat niet meer op zijn program, niet wegens gebrek aan sympathie van het denkbeeld, doch omdat ander werk te veel beslag op hem legt. Wat het Bijbelonderricht op de Openbare School betreft, heeft hij nog eens herhaald, dat ook volgens zijn oordeel het personeel van deze school onmogelijk dit leervak objectief zou kun nen doceeren. Bijbelsche geschiedenis heeft nu eenmaal een geheel ander karakter dan profana geschiedenis. De eenige methode, om het gebrek aan Bij- belkennis ter openbare school tegen te gaan, acht hij dan ook, dat de kerken op veel grooter schaal dan totnogtoe gebruik maken van de door art. 26 der Lager Onderwijswet geboden gelegenheid tot het geven van godsdienstonder wijs. Bij de afdeeling „Hooger Onderwijs", die de Kamer vervolgens nog afwerkte, zijn (behalve het bekende geval van de minder tactische lee- trice in de tandheelkunde te Utrecht, waarom trent een onderzoek gaande is) twee breedere kwesties ter sprake gekomen, nJ. de overbevol king der universiteiten en de opleiding van de medische studenten. Wat het eerste punt betreft, beschikt de mi nister thans over het uitstekende rapport van de commissieLimburg. Hij is het met dr. Moller eens, dat de vermindering van het stu dentental zal moeten worden bereikt door toe passing van een veel strengere selectie bij die takken van onderwijs, die den weg naar de hoogeschool openen. Ook over de opleiding van medici bestaat een rapport, uitgebracht door de Maatschappij voor Geneeskunde. De minister acht met dr. Vos, die het vraagstuk aansneed en met dr. Muller en den anti-revolutionnair" Zijlstra, die den liberalen medicus steunden, een breedere, minder materialistische opleiding van den geneesheer noodzakelijk. Psychologie, philosophie, zelfs theologie zou den medicus op een belangrijk hooger plan stellen. En de heer Zijlstra plaatste in dit verband de zeer snedige opmerking, dat dit desideratum wel afdoende aantoont de groote waarde van het bijzonder hooger onderwijs, dat de verspreiding van we tenschappelijke kennis doet geschieden in het kader van geheel een levensbeschouwing. Vrijdag om een uur komt een reeks kleinere wetsontwerpen (o. m. neutralisatie) aan de or de, alsook het onteigeningsontwerp voor den bouw van een nieuw raadhuis te Amsterdam. Benoemd tot lid van de commissie voor de zoetwatervisscherij en den zoetwatervischhandel van de Ned. Visscherijcentrale A. Lankhorst, te Hteeg. Aan L. de Vries, tooneelspeler te Amsterdam, is vergunning verleend tot het aannemen van de versierselen van ridder in de Orde van het Legioen van Eer van Frankrijk. 42 Francisca knikte met instemming en over haar moede trekken lag een glans van jeugd, die de woorden van Therese er op getooverd hadden. „Ja, we zullen samen naar huis gaan, Trees, Antwoordde zij en met peinzende oogen staarde fcij in het verleden.... Op den avond van denzelfden dag, waarop de "eide zusters zich met elkaar verzoend hadden, haalde Maria met den auto haar moeder en zus- *er af, daar men den avond samen wilde door brengen Robert Normann ontving zijn schoonzuster ®het bijzondere vriendelijkheid. Maar ook hi) ?jphrok, toen hij zag, hoe moede en vervallen Prancisca er uit zag. Als een door den zwaren "^teoslast voel to vroeg verouderde vrouw zat zij in haar eenvoudige zwart fluweelen japon naast de zoo gedistingeerd en geheel als een dame ge- kleede Therese. Francisca liet haar blikken door de voornaam gemeubelde, gezellige kamer, waar men zat, rondgaan. „Nooit zou ik hebben geloofd, dat een meisje uit Hainstadt zoo zou kunnen wonen," zei ze zachtjes op bewonderenden toon tegen Therese, „maar het past bij jou en Maria en ook bij Bar bara. Ik ben voor zooiets uit te knoestig hout gesneden." Men at samen en toen Therese merkte, dat de aanwezigheid van het tafeldienende meisje Francisca min of meer verlegen maakte, stuurde zij haar weg en bleef men onder elkaar. Daarop werd de bleeke vrouw spraakzamer en haalde herinneringen uit den langvervlogen kindertijd op, terwijl haar wangen kleur kregen. Maria ging tenslotte aan de piano zitten en zong met haar diepe, warme altstem een lied. De stem klonk ontroerend en de woorden grepen de luisterenden in het hart. Uit mijn verre jeugd, uit mijn verre jeugd, Zingt een lied nog in mij na, Ach, waar bleef de vreugd, ach waar bleef de vreugd Die ik eens bezat Mevrouw Normann veegde zich met de vinger toppen zachtjes en onopgemerkt de wimpers droog. Door het lied stegen voor haar beelden uit een ver, lang vergeten verleden op, die een onbestemd verlangen opriepen. Rijk en deftig was zij geworden, maar diep in haar hart was zij toch altijd nog een beetje het meisje van Hainstadt gebleven. Ze had dat zelf misschien nooit geweten voor dezen dag en dit uur. Maria zong juist het slot van het lied. Liefe- lijk-treurig ruischten de woorden: „Geen zwaluw brengt, geen zwaluw brengt U terug, wat gij beweent. Maar de zwaluw roept, de zwaluw roept In het dorp juist als voorheen." Herman Stinner werd aangediend en zijn komst verbrak de eenigszins zwaarmoedige stem ming, die als een lichte nevel over het kleine gezelschap hing. Robert Normann was hem in de gang tegemoet gegaan en had hem met een paar woorden uitgelegd wat er gebeurd was. De fa brikant gaf Francisca Kaiser en Barbara de hand. Hoe verheugd was. hij, dat de wensch van Maria zoo spoedig in vervuling was gegaan. Therese lachte Stinner vriendelijk toe en zei, zich naar Francisca keeriend; „Waar hij bij is, kunnen wij praten alsof wi) onder elkaar zijn." Zij en haar man wisten nu van Maria, hoe deze zich, toen het ontslagen dienstmeisje haar zoo ruw had gezegd, dat zij eigenlijk heelemaal niet in het huis hoorde, in haar zieleangst tot Herman Stinner had gewend. Maria wierp de vraag op, wie toch den merk- waardigen anoniemen brief zou hebben ge schreven. „Als ik wist wie dat gedaan had, zou ik naar hem toegaan om hem te bedanken al woonde hij ik weet niet hoe ver weg. Barbara lachte. „Ik geloof, dat die brief door een vrouw ge schreven is." Maria keek op. Zou Barbara misschien zelf dien brief geschreven hebben? Dat hij getypt was, scheen een aanwijzing daarvoor. Barbara beantwoordde Maria's vragenden blik met een langzaam hoofdschudden. „Ik ben het niet geweest, zusje, wie weet wien de hemel als bemiddelaar heeft doen optreden." Herman Stinner zei, dat het er toch niets toe deed, wie nu eigenlijk dien brief geschreven had. Het belangrijkste was toch, dat hij effect had gehad. Barbara ging naast hem zitten en dankte hem hartelijk voor de goede positie, die hij haar ver schaft had. Hij wees haar dankbetuigingen min zaam af. „Ik deed toch niets bijzonders." „Juist wel," protesteerde Barbara, „de oude professor is als een vader voor mij. Dikwijls mag ik kleine opstellen uit zijn werk samenstellen en het honorarium daarvoor staat hij altijd aan mij af. Hij wil heelemaal niet dat ik hem verlaat wanneer ik trouw, en is daar erg opgewonden over zoo is hij aan mij gewend geraakt." Herman Stinner moest lachen. „Nu, blijf dan ook na je bruiloft nog een tijdje zijn assistente." Barbara meende: „Maar dat gaat toch niet, Stefan blijft im mers voorloopig in Stettin, niet?" „Eigenlijk zou dat wel moeten. Maar nu alle familievraagstuken zoo goed tot oplossing zijn gekomen, denk ik, dat mijnheer von Hornstein wel weer gauw in zijn oude positie terug zal zijn." Hij keek scherp naar Maria, want opeens dacht hij, dat zij den jongen ingenieur toch wel een weinig had liefgehad. Barbara kon geen woorden vinden om uiting te geven aan haar vreugde over deze gelukkige mogelijkheid. „Wat heerlijk zou het zijn als Stefan werkelijk terugkwam," zei ze heel lang zaam, als wilde zij elke lettergreep ten volle ge nieten. Maria lachte. „Wat zal hij een gezicht zetten, wanneer ik hem als zijn aanstaand schoonzusje tegemoet treed!" Zij liet de vingers over de toetsen glijden en na een kort, levendig voorspel zette zij opeens in: „Daar was eens een ridder, Die minde twee blonde meisjes...." Herman Stinner moest lachen een weerzien met Stefan von Hornstein hield niet het minste gevaar in voor Maria. Terwijl Maria verder zong, fluisterde hij Barbara zachtjes in, dat haar ver loofde binnen veertien dagen weer in Frankfort zou zijn. Barbara schoot het bloed naar het hoofd en haar oogen straalden van geluk. Zij dacht aan Stefan, zond hem in gedachten duizend lieve groeten en lachte om het grappige liedje, dat Maria zong. Francisca Kaiser zag er zeer afgemat uit, zoo als Barbara opmerkte. Die dag was dan ook wel erg inspannend voor haar geweest, bovendien was ze gewoon vroeg naar bed te gaan. Barbara zei het ronduit en zonder verlegenheid. Therese Normann stond bezorgd op. „Dan zal direct de auto komen om je thuis te brengen, van nu af aan zullen wij toch dikwijls bij elkaar zijn!' (Slot volgt)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 3