Versterking der weermacht Moerdijkbrug-feest geopend DE DRIE ZIGEUNER- ZUSTERS S.D.A.P. TEGEN DE BEGROOTING DORDRECHT LICHTSTAD ZATERDAG 12 DECEMBER 1936 TWEEDE KAMER De sociaal-democraten stemmen wel in met de Indische defensie-plannen Meer concentratie bepleit Collectieve veiligheid Geen overhaasting Defensie van Indië CR IS IS-VARKENS WET Vereenvoudiging der uitvoering gevraagd Het vorstelijk huwelijk Indische vorsten ten paleize Geen vliegtuigen boven den stoet DE EXPLORATIE IN NIEUW-GUINEA Meer bestaansmogelijkheid voor Europeesche kolonisten PRINS BERNHARD De jacht op Schiermonnikoog geëindigd WERKVERSCHAFFING WORDT STOPGEZET Van 21 December tot 9 Januari SCHELDEMUSCH MAAKT NOODLANDING Op de Rijswijksche wielerbaan IN HET RUIM GESLINGERD Doodelijk ongeval te Rotterdam Simplex Machine- en Rijwiel- fabrieken Minister van Lidth de Jeude opent een interessante verkeers- tentoonstelling Samenwerking noodig Rede van den Minister De tentoonstelling DE VERZEKERING VAN DE LIJSTER Mej. Bongertman heden thuis Opbrengst Indische vennoot schapsbelasting Nieuw agentschap Ned. Handel-Mij. UIT DE STAATSCOURANT Onderwijs Onderscheidingen Rijksgebouwendienst Roode Kruis DOOR ANNY VON PANHUIJS DEN HAAG, 1 1 December 1936 De fractie der S.D.A.P. is voor nemens, ook dit jaar tegen de defen- siebegrooting te stemmen. Dat is bet belangrijkste, wat van dezen mid dag te noteeren valt. Tegen veler ver pachting in bleek dus het gewijzigd (doch nog niet officieel door de partij bekrachtigd) standpunt der S.D.A.P. ten opzichte van het vraagstuk der landsverdediging nog niet te betee- kenen, dat nu ook maar zonder meer in de uitgaven, die de Regeering voor ,1937 tot dit doel noodig acht, be willigd wordt. Ir. ALBARDA heeft in een rustig en gear gumenteerd betoog uiteengezet, waarom in de S.D.A.P. thans over de uitgaven voor leger en Vloot anders gedacht wordt dan vroeger, maar tevens, waarom, niettegenstaande die veran derde opvatting, de begrooting voor 1937 het Oat van zijn fractie niet krijgen kan. De feiten, die de S.D.A.P. geleid hebben tot een herziening van haar standpunt, zijn be kend genoeg. De misluk king der Ontwapenings conferentie heeft een bewapeningswedloop tengevolge gehad, waar bij de fascistische staten het tempo aangeven. De oorlog, zU het met geld gevoerd, is er eigenlijk reeds. En de democrati sche staten zijn wel ge noodzaakt, aan dien oorlog met geld mee te doen, om den oorlog met bloed te voor- Ir- J, W. ALBARDA komen. In afwachting van wat het partijcongres over het defensievraagstuk beslissen zal het ver slag van de desbetreffende commissie was juist gisteren verschenen stelde ir. Albarda zich °P het standpunt, dat men moet blijven uit gaan van het beginsel der collectieve veiligheid en dat Nederlands veiligheid en zelfstandigheid afhankelijk zijn van de internationale samen- Werking. Dit standpunt brengt mede, dat niet alleen de Nederlandsche weermacht in stand moet Worden gehouden, doch dat zij ook versterkt en gemoderniseerd dient te worden, wijl op dit gebied stilstand achteruitgang beteekent. In dit licht heeft de sociaal-democratische fractie getracht, de begrooting onbevangen te bezien, onbevangen, hoewel het verbod, dat aan ambtenaren van defensie belet, lid van de SDap te zijn, dit zeer moeilijk maakt. Zij heeft evenwel gepoogd, haar objectief oordeel niet te doen beïnvloeden door het krenkend bewijs Van wantrouwen, dat in dit, nog altijd gehand haafd verbod besloten ligt. De conclusie van ir. Albarda en de zijnen is tenslotte geweest, dat aan de defensie- begrooting voor 1937 geen goedkeuring kan worden gehecht, doch dat men wèl zal in stemmen met de wijziging van de begroo ting voor 1936, waarin de versterking van de Indische defensie besloten ligt. Dit laatste voorstel voldoet aan de eischen, Waaraan de sociaal-democratische fractie de de- fensievoorstellen voortaan toetsen zal. Het brengt, wat noodzakelijk is, indien Ne derland niet zelf door een onvoldoende uit rusting verwikkelingen in den Indischen archi pel wil uitlokken. En over de vraag, of Indië alleen door klein materieel moet worden verde digd dan wel of ook kruisers zullen moeten Worden ingeschakeld, is bij dit voorstel nog niet door de Regeering beslist. Met de defensiebegrooting zelf echter staat het anders. Daarin wordt meer gevraagd dan noodzakelijk is, omdat bij de Nederlandsche Weermacht efficiency ontbreekt, en vooral de beschouwingen in de Memorie van Antwoord bewijzen, dat de Regeering de neiging heeft toe 'e geven aan alle mogelijke eischen, in cam pagnes als die van Nationaal Herstel gesteld. Dat een wijziging van de Dienstplichtwet, die niet op een Ueberraschingskrieg is ingericht, noodzakelijk is, wordt b.v. door ir. Albarda toe gegeven, maar een vergrooting van het con tingent tot 32.000 man en een verlenging van den eersten oefentijd tot één jaar acht hij meer dan noodzakelijk is. Een eenigszins gelijk geluid had vóór den heer ALBARDA ook de Katholieke afgevaardigde SCHAEPMAN reeds doen hooren. Ook hij drong er in tegenstelling b.v. met den liberaal mr. Wendelaar, die op dit gebied opeens geen financieele beperkingen meer kent op aan, dat rekening zal worden gehouden met de draagkracht des volks. Met een rusttgen en weloverwogen uitbouw is, aldus de heer Schaepman, ook het be lang van de weermacht zelf veel beter ge diend dan met het hals over kop voldoen aan allerlei plotseling urgent lijkende wen- schen. Ook heeft de Katholieke afgevaardigde er op aangedrongen, dat het Parlement beter en tij- diger zal worden ingelicht over wat men op defensiegebied voornemens is te doen. Dat de begrooting in dezen tijd „omfloerst" moet zijn, spreekt vanzelf, omdat niet iedereen moet kun nen kennis dragen van wat voor de landsver dediging wordt of zal worden gedaan. Maar contact met een speciale vaste commissie, door de Kamer in te stellen voor de defensie-aan gelegenheden, zou b.v. kunnen voorkomen, dat de Regeering op eigen houtje bestellingen doet zonder het Parlement daarin te kennen. Voorts heeft de heer Schaepman voor meer dan één onderdeel van de defensie op meer concentratie aangedrongen. De aankoopen voor de luchtmacht, die veel beter als afzonderlijk wapen ware te organi- seeren, dienen door één centrale te geschieden, wat een belangrijke besparing moet meebren gen. Ook bij den luchtbeschermingsdienst en bij de economische en industrieele voorberei ding van de verdediging, waarmee veel te laat begonnen is, zou met meer centralisatie veel meer kunnen worden bereikt. Wat de defensie van Indië betreft, is de heer Schaepman met de meerderheid van de com missie-Kan van meening, dat kruisers daarbij kunnen worden gemist en dat voor de lucht macht een combinatie van landvliegtuigen en vliegbooten het meest geschikt is. Hij staat met die zienswijze tegenover zijn fractiegenoot VAN DE BILT, die de kruisers onmisbaar acht in een harmonisch samengestelde vloot en die aan watervliegtuigen de voorkeur geeft, o.a. om dat de voor de landvliegtuigen aan te leggen vliegvelden groote sommen vragen, die meer efficiënt op andere wijze kunnen worden be steed. Ook de heer van de Bilt wenscht, dat bij de noodzakelijke aanvulling van de leemten in onze maritieme defensie rekening worde gehouden met de financieele draagkracht. Een dienst, die weinig geld kost, kan naar zijn oordeel aan de verdediging ter zee worden bewezen door te zorgen, dat bij het bouwen van koopvaardij schepen deze schepen zoo worden ingericht, dat zij later gemakkelijk als hulpkruisers kunnen dienen. Voorts hebben dezen middag nog het woord gevoerd de Christen-democraat VAN HOUTEN, die principieel (en onberedeneerd) tegen de landsverdediging gekant blijft en zijn tegendeel, de nationalist mr. WESTERMAN, die de voor stellen en plannen der Regeering natuurlijk zeer ontoereikend vond en die op het gebied van de defensie de buitensporigste eischen stelt zonder zich een moment er om te bekommeren, hoe de vervulling van al die kostbare eischen gefinancierd zou moeten worden. De Nederlandsche Bond van Varkenshan delaren heeft zich met een advies tot de leden van de Tweede Kamer gericht waarin den le den wordt verzocht te willen bevorderen een eenvoudiger systeem van uitvoering van de crisis-varkenswet 1932 In het advies wordt gewezen op verschillende misstanden die door de varkenswet zijn ont staan. De belangrijkste van deze zijn: uitscha keling en verarming der varkenshandelaren, be nadeeling van grossiers en slagers, toekenning van extra winsten aan baconfabrikanten, ir- reëele concurrentie via de veehouderijcentrale, vernieling van talrijke middenstandsbedrijven, enorme verliezen op de afname van varkens en op den export, niet loonende prijzen voor den boer en ontoelaatbare beteugeling van het par ticulier initiatief. Geheel onbegrijpelijk blijft het, zoo vervolgt het adres, dat naast de vrije inschrijving voor de verwerking van bacon, tevens de vrije aan koop via de binnenlandsche varkensmarkten niet kan plaats hebben. Zoowel van de zijde der coöperatieve als particuliere exportslach terijen, handelsorganisaties, e.d., is het verlan gen daartoe in den laatsten tijd herhaaldelijk kenbaar gemaakt. Met betrekking tot de eischen, welke aan het exportartikel worden gesteld, is het niet noodig een gecentraliseerden inkoop te laten bestaan, met handhaving van talrijke ambtenaren, in specteurs, controleurs, zaakvoerders en anderen, die allen tezamen een groote uitgaaf vorderen van het landbouw-crisisfonds. Met opheffing van deze overbodige bemoeiing in den afzet, zal eefi gunstige ontwikkeling ge diend zijn en zich spoediger aanpassen bij een normale verhouding op een stabieler vlak. Naar wij vernemen, is de avondreceptie, welke Zaterdagavond op de Engelsche legatie gegeven zou worden ter eere van Prinses Juliana en Prins Bernhard, uitgesteld. Vrijdagmiddag 12 uur werden met groot cere monieel op het paleis Noordeinde te Den Haag door H. M. de Koningin ontvangen Z. H. Pange- ran Adipati Ario Mangkoe Negoro VII, adju dant i.b.d. van H. M. de Koningin, hoofd van het Mangkoenegorosche huis, met zijn echtge- noote, de Ratoe Timoer, zuster van den sultan van Djokjakarta en hun dochter Bendoro Ra den Adjeng Siti Noeroel Koesoemo Wardhani. Vervolgens ontving H. M. om half een de ver tegenwoordiging van Z. H. den sultan van Djok jakarta, bestaande uit Ratoe Pembajoen, oud ste dochter van den sultan, Pangeran Ario Poe- roebojo, zoon yan den sultan en Pangeran Ario Fakoeningrat, echtgenoot van de Ratoe Pemba- joen. Het ligt in het voornemen van de Prinses en den Prins Z. H. Mangkoe Negoro met zijn echt- genoote en dochter heden, des namidags te half 8, ten paleize te ontvangen. De minister van Waterstaat heeft in verband met het huwelijk van H. K. H. Prinses Juliana met Z. D. H. Prins Bernhard, het gebied des rijks, omvattende de gemeente 's-Gravenhage, voor zooverre gelegen binnen de volgende be grenzing Noordwestelijk: de Noordzeekust van strand- paal 99 tot strandpaal 106; Noordoostelijk en Oostelijk: de lijn van strandpaal 99 naar het station Scheveningen (Kurhaus) van den elec- trischen spoorweg ScheveningenDen Haag, den genoemden spoorweg van dat station naar het station H. S. Zuidwestelijk: de lijn van het station H. S. over den Zuidelijken hoek van het Zuiderpark naar strandpaal 106 bij het badhotel van Kijk duin, gesloten te verklaren voor de luchtvaart met alle burgerlijke luchtvaartuigen op 7 Jan. 1937. In de memorie van antwoord aan de Eerste Kamer betreffende het ontwerp van wet, hou dende machtiging tot het sluiten van overeen komsten als bedoeld in artikel 5a der Indische Mijnwet met de te 's-Gravenhage gevestigde N.V. Mijnbouwmaatschappij Nederlandsch Nieuw Guinea, voor de opsporing en ontginning van delfstoffen, zegt de minister van Koloniën o.a.: Den leden, die het betreurden, dat het aan het gouvernement niet mogelijk is gebleken, zich een bepaald percentage van het oprich tingskapitaal en daarmede rechtstreekschen in vloed op de bedrijfsvoering te verzekeren, moge onder het oog worden gebracht dat het inslaan van die richting tot de consequentie had moe ten voeren, dat het gouvernement door een belangrijke deelneming in het maatschappelijk kapitaal zich overwegende zeggenschap zou hebben verworven. Waar het hier een even kostbare als riskante onderneming betreft, was deze oplossing in dit geval uitgesloten. De maatschappij zal door artikel 14 van het voorgestelde contract verplicht worden ten min ste drie-vierden harer arbeidskrachten uit Ne derlandsche onderdanen te recruteeren. Verwacht mag worden dat het slagen van het mijnbedrijf de bestaansmogelijkheden voor Europeesche kolonisten zoowel direct als indirect zal doen toenemen. De jacht op Schiermonnikoog, waaraan Z. D. H. Prins Bernhard deelneemt, heeft Vrijdag een buit van tweehonderd konijnen, tachtig fa zanten, vier hazen en zes snippen opgeleverd. Mooi weer begunstigde de sportieve prestaties. In het begin van den avond hebben de twee fanfarekorpsen van het eiland, omstuwd door de Schiermonnikoogsche bevolking, een sere nade gebracht aan den Prins, die in hotel Van der Werff verblijf hield. Verschillende liederen werden spontaan meegezongen. Om half acht vertrok de Prins met de rijks- veerboot „Brakzand" naar Oostmahorn, van waar hij met zijn secretaris per auto naar 'sGraveland terugkeerde. i Prins Bernhard was uiterst voldaan over zijn verblijf op het eiland, waaraan hij de aange naamste herinneringen bewaart. Jan: „Waarom heeft een zwaan zoo'n lange hals?" Piet: „Nou, anders verdrinkt hij na tuurlijk." In aansluiting bij hetgeen daaromtrent het vorig jaar is bepaald, heeft de minister van So ciale Zaken besloten, dat ook thans in de we ken, waarin de Kerstdagen en de Nieuwjaars dag vallen, de werkverschaffingen tijdelijk zul len worden stopgezet. De duur van deze stop zetting is bepaald op drie weken, en wel van 21 December 1936 tot en met 9 Januari 1937. Ge durende deze drie weken zullen de daarvoor in aanmerking komende arbeiders geholpen wor den overeenkomstig de bepalingen der steun regeling. De tot de werkverschaffing toegelaten z.g. zelfstandigen, die echter niet in de steun regeling kunnen worden opgenomen, ontvangen over de week (weken), gedurende welke zij an ders zouden zijn tewerk gesteld, 80 pCt. van 45 maal het voor hun gemeente vastgestelde uur loon. Deze regeling is ook van kracht, wanneer dezen winter de werkverschaffing door vorst, sneeuw, e.d. tijdelijk moet worden onderbroken. Vrijdagmiddag is in de onmiddellijke nabij heid van het Haagsche vliegveld „Ypenburg" aan den Rijksweg naar Rotterdam een vlieg ongeval gebeurd met „De Scheldemusch", het bekende toestel van Slot, dat deze gebouwd heeft bij „De Schelde" te Vlissingen. Bestuurder van de „Scheldemusch" was de heer Hoekstra, instructeur van het Neder landsch Zweefinstituut. Deze bemerkte plotse ling, dat de motor weigerde. Hij was echter te ver van „Ypenburg" verwijderd om daar te kunnen landen. In de onmiddellijke nabijheid was echter het middenterrein van de Rijswijk sche Wielerbaan en daarop heeft de heer Hoek stra, aldus meldt het Handelsblad, het toestel kunnen neerzetten. Hijzelf kwam er zonder wonden af, doch het toestel is vrij ernstig beschadigd. Natuurlijk was het ongeluk niet onopgemerkt gebleven op „Ypenburg", vanwaar onmiddellijk personeel naar de wielerbaan ter assistentie vertrok. Aan boord van het Japansche stoomschip Katori Maru, gelegen in de Lekhaven te Rotter dam, is de 46-jarige G. Kint in aanraking ge komen met een hijsch ijzeren damwanden. De man werd in het negen meter diepe ruim ge slingerd. Het slachtoffer werd met een schectel- breuk en gebroken ledematen naar het haven ziekenhuis vervoerd, waar hij kort na aankomst is overleden. Aan het verslag ontleenen wij het volgende: Wij moeten wederom op ongunstige bedrijfs resultaten wijzen. Deze zijn het gevolg van de slechte tijdsomstandigheden, waardoor de koop kracht verminderde. Bovendien oefenden de weersomstandigheden gedurende het verkoop seizoen hierop een slechten invloed uit. Sedert eenigen tijd is echter een merkbare opleving ingetreden, die ons doet verwachten, dat de achterstand in onze omzetten zal wor den ingehaald. Het nieuwe gebouw geeft alle voordeelen, die wjj er van verwachten. In Februari vond een extra aflossing, groot f 30.000, plaats op onze 6 pet. leening. Onder het effectenbezit bevindt zich een pak ket van 291 onzer eigen aandeelen a f 1000 eik, hetwelk wij inkochten voor f 203.700. De aandeelen werden voorloopig voor aankoop- waarde op de effectenrekening gebracht, het geen van bepaalden invloed zal zijn op de waardeering van onze balans. Het saldo van de exploitatie-rekening wijst een cijfer aan van f é^.441 (v. j. f 66.880). De netto winst bedraagt f 20.549 (v. j. f 28.534), waaruit wordt voorgesteld een divi dend van 2Yt pet. (onv.) uit te keeren. Dordrecht, 11 December Grijsgrauw hangt een mooie wintermiddag over de stad aan de Merwede, over de pan nen daken van haar oude huizen, die wit besneeuwd tegen de lucht afsteken, over haar stille grachten, waarin de achterkant van haar even karakteristieke huizen weer spiegelt. In den stemmigen middag legt de stad de laatste hand aan haar feestkleed. Op het stationsplein flitsen twee machtige lichtpagoden aan, geflankeerd door groote licht kolommen, waaraan fraaie lichtbollen hangen. Witte feestslingers strengelen zich aan de palen, die langs de wegen naar de stad staan. Aan hotel Ponsen, waar de A.N.W.B. zijn controle post heeft ingericht en waar al druk auto's van den sterrit af en aan rijden, is iedere raamlijst en iedere deurpost met groen omhangen. Overal waaien de vlaggen van de huizen; dwars over de hooge straten zijn kleurige doe ken gehangen. Feeëriek wordt de electrische feestverlichting, die in slingers naar beneden hangt. Sommige groote gebouwen hebben feeste lijke illuminaties aangebracht. De winkels scheppen feesten van licht en kleur achter hun helle etalages, waarin in kar ton, hout, doek, suiker en slagersvet de brug, de nieuwe Moerdijkbrug, is uitgebeeld. Aan den buitenkant van de stad ligt het ge bouw van Kunstmin. Een school in de buurt gaat net uit en de kinderen verdringen zich aan den ingang van het Lunapark, waar de draaimolens, koekkramen, schommels, orgels en heel het schitterende, flonkerende, levende tin- gel-tangel, hun oogen doen flikkeren. In de bovenzaal van het gebouw verzamelt zich geleidelijk een groot gezelschap dames en heeren, onder wie vele autoriteiten. De zaal is geheel gevuld, als Z. Exc. de minister van Wa terstaat, jhr. ir. O. C. A. van Lidth de Jeude, vergezeld van de burgemeesters van Dordrecht en Breda, de zaal binnentreedt, en de wethou der, de heer Van Muiden, het met verschillende microfoons omlegerde spreekgestoelte bestijgt tot het uitspreken van een kort welkomstwoord. Hierna nam de burgemeester van Dordrecht, de heer P. L. de Gaay Fortman, het woord. De burgemeester betreurde het ten zeerste, dat deze tentoonstelling bescheidener moest worden opgezet dan aanvankelijk het plan was geweest. Men had immers gemeend, dat de Moerdijkbrug tegelijk klaar zou zijn met de nieuwe brug te Zwijndrecht. Nu zal Dordrecht twee keer feest moeten vie ren, daar dit niet zoo is gebeurd. Daarom moest het feest beide keeren ook bescheidener opgezet worden. Spr. sprak de hoop uit, dat, waar verkeer handel schept en handel welvaart, door de ope ning van de Moerdijkbrug de economische toe stand verbeterd mocht worden en dat meer bedrijvigheid mocht opgewekt worden voor alle kringen van de maatschappij. De minister van Waterstaat, jhr. ir. O. van Lidth de Jeude, sprak hierna een rede uit, waarin hij o.m. het volgende zeide: Op een tentoonstelling als deze wordt bij eengebracht het beste, wat op elk gebied voor de verschillende belanghebbenden bij het ver keerswezen wordt gepresteerd, hetgeen moet leiden tot onderlinge waardeering. Daardoor wordt immers het besef levendig, dat elke tak van verkeer zijn eigen verdiensten heeft en elk een eigen taak in het verkeers wezen heeft te vervullen. Dan zal duidelijk wor den, dat de verschillende belangen niet tegen over elkaar, doch naast elkaar moeten worden behartigd; dat een vinnige concurrentiestrijd, die niet zelden tot wanklanken en tot weder- zjjdsche schade leidt, dient vermeden te worden en plaats moet maken voor meer vriendschan- pelijke verhoudingen, voor samenwerking, welke men tegenwoordig pleegt aan te duiden met het woord coördinatie, dat op aller lippen ligt. Maar het zal duidelijk zijn, dat deze coördi natie slechts vruchtdragend kan zijn, als de coördineerendc elementen van goeden wil zijn. Het is een verheugend verschijnsel, dat meer en meer het begrip doordringt, dat be langhebbenden ook zelf moeten medewerken om een inderdaad doeltreffende coördinatie tot stand te brengen, en, indien de voor teekenen niet bedriegen, zal binnen zeer af- zienbaren tijd aan den dag kunnen treden, dat dank zij een voortdurend streven naar een oplossing in den hier bedoelden zin, het einddoel dichter genaderd is, dan men in deze periode van voorbereiding vermag waar te nemen. Ten slotte verklaarde de minister de tentoon stelling geopend. Nadat de eerewijn was geschonken werd de tentoonstelling zelf bezichtigd. Van de merk waardig interessante oude modellen auto's en fietsen af een collectie van den A.N.W.B., speciaal overgebracht naar Dordrecht tot de modernste Fordmodellen toe, die op het podium werden gedemonstreerd, alles was even fleurig en bezienswaardig opgesteld. Verschillende stands trokken zeer de aan dacht, zooals de internationale nummerborden verzameling, de collectie oude verkeersmiddelen en locomotieven, vliegtuigwezen, de Amster- damsche verkeerspolitie, enz., enz. Een tentoon stelling. die ten volle de moeite van een bezoek waard is. Tusschen deze bedrijven door is de donkerte gevallen en zijn de lichten ontstoken. Met vrouw en kinderen trekken de Dordtena- ren naar het centrum van de stad, waar alles sprookjesachtig is verlicht door de licht massa'; van de lampjes en helle etalage-lichten. Het festijn is begonnen. Uit de café's klinkt vroolijke muziek, Ober- Bayern-muziek en moderne bands. Uit Noord en Zuid komen allen om de ope ning te vieren van die lange, statige brug, die het breede Hollandsch Diep overspant, wach tend op den feestelijken openingsdag van mor gen. Het K.L.M.-vliegtuig „Lijster", dat bij Croy don verongelukt is, was, naar de Telegraaf meldt, verzekerd voor de som van ƒ177.000 bij Nederlandsche maatschappijen, die herverzeke ringen hadden gesloten bij Londensche firma's, o.a. Lloyds. De verzekering geldt alleen voor de machine en niet voor de lading. Waarschijnlijk hadden de passagiers hun bagage verzekerd te Londen. De K. L. M. deelt mede, dat Hilda Bongert man, haar hoofd-stewardess, hedenochtend uit Londen terug zal keeren naar Schiphol en wel in gezelschap van dr. Slotboom, den chef van den geneeskundigen dienst der K. L. M. De heer Schubach, de passagier, die in het ziekenhuis te Purley wordt verpleegd, maakt het thans ook zeer goed. BATAVIA, 11 Dec. (Aneta) De „Java-Bode" verneemt dat het export-excedent voor 193G geschat wordt op ƒ300.000.000, in welk bedrag de stijging van den export over de laatste drie maanden van het jaar is verwerkt. Op basis van den huidigen toestand wordt het export- excedent voor 1937 getaxeerd op ƒ350.000.000. Op deze basis zal de vennootschapsbelasting, die voor 1936 is begroot op ƒ9.000.000 over 1937 het dubbele van dit bedrag opbrengen. BATAVIA, 11 Dec. (Aneta) Op 9 December j,l. opende de factory der Nederlandsche Han del Mij. een agentschap te Pemangkat, gelegen in de Wester-afdeeling van Borneo. Aan M. van Notten is op zijn verzoek eervol ontslag verleend als lid van de commissie van toezicht op de Rijksacademie van beeldende kunsten te Amsterdam, met dankbetuiging voor de als zoodanig door hem bewezen diensten, terwijl benoemd is tot lid van die commissie: W. van der Mandele te Bloemendaal. Benoemd tot ridder in de orde van Oranje- Nassau: Mevrouw M. E. H. Sandberg-Geisweit van der Netten, oud-secretaresse van de veree- niging Nationaal Reizend Museum voor ouders en opvoeders te 's Grüvenhage. Benoemd tot ridder in de orde van Oranje- Nassau P. A. Biersteker, oud-ontvanger der di recte belastingen, enz. te Haarlem. Met ingang van 1 Januari 1937 is aan den bouwkundig ambtenaar le klasse bij den Rijksgebouwendienst, J. Th. J. Vinkesteijn, te 's Gravenhage op zijn verzoek eervol ontslag uit 's rijks dienst verleend en is benoemd tot bouwkundig ambtenaar 2e klasse bij den Rijks gebouwendienst, te 's Gravenhage G. W. Brug man, thans bouwkundige bij dien dienst. Benoemd tot eerelid van de vereeniging Het Nederlandsche Roode Kruis professor G. J. W. Koolemans Bejjnen. Voor den tijd van vijf jaren is benoemd tot kringcommissaris van het Nederlandsche Roo de Kruis in den Kring Friesland Jhr. J. de Jonge van Zwijnsbergen. Opnieuw voor den tijd van vijf jaren be noemd tot kringcommissaris van het Neder landsche Roode Kruis in den Kring Noord- Holland-Zuid dr. A. A. G. Land. Aan mevrouw A. H. E. M. Philips- de Jongh te Eindhoven de medaille van het Roode Kruis verleend. Toen alles omtrent het eerste optreden be sproken was, gingen de drie zusters weg. Mar cus Brunner deed haar uitgeleide. Zij woonden in een pension, niet al te ver Van het circus verwijderd, bij een oude, lieve professorsvrouw, die de drie meisjes vol liefde verzorgde. Het mooie, blonde drietal van voor namen huize, dat door zoo'n wonderlijken sa menloop van omstandigheden een circustrio geworden was, had op het eerste gezicht haar hart gewonnen. Toen de directeur definitief den datum van het eerste optreden had vastgeseld, begon de reclame. Enorme affiches verschenen op de aanplakzuilen en toonden drie slanke, zwartge- lokte rijdsters op wild voortrennende paarden. „De drie Zigeunerzusters" stond eronder en in de dagbladen verschenen korte, de nieuwsgie righeid prikkelende berichten, die geheimzin nige toespelingen inhielden op de drie aristo cratische zusters, die er de voorkeur aan ge geven hadden, in het uur van den nood haar aangeboren ruitertalenten te gebruiken in- plaats van een of ander rampzalig schijnbe staan te leiden. Constance ergerde zich over deze reclame en sprak er met Marcus over. Hij lachte, een sluw diplomatenglimlachje. „Mijn lieve juffrouw von Salnow, zonder de noodige bombarie is nog geen beroemdheid der manége groot geworden, laat u dat maar ge heel aan mij over." Ina en Andrea hadden in deze „bombarie" zelfs pleizier, ze vonden zich opeens geweldig gewichtig. Op den dag van de eerste voorstelling kwam Mariene Wuschin naar Berlijn, ze wilde het debuut der zusters zien. Ze kreeg een loge plaats en zat naast de lieve, oude professors weduwe, bij wie de drie meisjes woonden. Hoe zeer de twee vrouwen uiterlijk en innerlijk ook verschilden, toch hadden beiden nu slechts den éénen wensch, dat alles toch maar goed mocht gaan. Het circus was buitengewoon druk be zocht; de plakkaten en reclameberichten had den hun doel niet gemist. Nummer na nummer werd afgewerkt, tot eindelijk het optreden der „Drie Zigeunerzus ters" naderde. Luide en langgerekte fanfareklanken weer klonken en kondigden aan, dat er nu iets heel bijzonders komen ging. De directeur zelf, in voornaam zwart gekleed, nam plaats midden in de rijbaan en direct daarna draafden drie prachtige paarden binnen. Nieuw fanfarege- schetter, luid, langgerekt en dringend dan een minutenlange, diepe stilte en toen plotse ling een pakkende, prikkelende marschmuziek. Drie slanke meisjes sprongen bijna zwevend in de baan, zwarte lokken om fijne bruine gezich tjes met stralende, donkere oogen. Ze droegen breed geplooide zijden rokjes en overal flon kerde het van goud. Het waren drie zigeunerin nen uit een wondermooi sprookjesboek, zigeu nerinnen van voornamen stam, guitig, in rijke, prachtige kleeren, vreemdsoortige bloemen, le nige schoonheden, wier huid door zon en weer en wind een bronzen kleur gekregen had. Met vlotte zwevende sprongen zaten de drie slanke meisjes op de paardenruggen en „Mo hammed," „Hector" en „Stormwind" die nog niet lang geleden op den Vossengrond de blon de dochters van architect Salnow hadden ge dragen, suisden nu door de manége, als waren ze altijd circuspaarden geweest, als hadden ze nooit iets anders gedaan dan de dolste toeren uitgevoerd met drie aalvlugge zigeunerinnen. De muziek speelde opwekkend, drie, ranke, teere zigeunerinnen vlogen door de rijbaan, sprongen op en af, verwisselden van plaats, zaten met tweeën, drieën op één paard en alles ging zoo vlot en vlug, als was het een luchtig spel. De lieve meisjesgezichten keken vroolijk om zich heen, hagelwitte tanden schitterden achter even geopende roode lippen. Aan het slot gingen de paarden op hun achterpooten staan en stormden toen nog een paar maal rond, voor ze verdwenen. Het publiek was al tijdens de voorstelling niet zuinig geweest met zijn bijval, doch aan het slot werd het een ware orkaan van applaus. Telkens weer moesten de drie zigeunerinnen terugkomen, en Marcus Brunner verzekerde haar, dat het debuut een enorm succes gewor den was, voorloopig kon hij op een uitverkocht huis rekenen. De drie zusters hadden heerlijke bloemstuk ken gekregen, de directeur had daarvoor ge zorgd. Constance kreeg kostbare Maréchal Niel- rozen van een teergele kleur. Koninklijk en van een koele gereserveerdheid waren deze bloemen. Ina verheugde zich in een heerlijk bouquet rozen, die herinnerden aan heel vroeg morgenrood, maar Andrea's bouquet bestond uit bloedroode rozen, als donker vuur. Het leek één groote, vurige liefdesverklaring. En zij ver borg haar teer gezichtje in den rooden gloed en dacht toen met een plotseling liefdesgeluk aan den rijzigen Marcus Brunner. Hij beviel haar zoo goed, al van den eersten dag af, dat zij hem kende. Hij was niet knap, maar zijn intelligente, bijna voorname leelijkheid boeide haar, maakte op haar een diepen indruk. Langzaam ontdeden de drie meisjes zich met behulp van de kleedster van haar zijden klee ren, en spoedig was de bronzen huidskleur in een zachte blanke tint veranderd, en het don kere haar had plaats gemaakt voor lichtblonde lokken. En toen de drie blonde meisjes Salnow in gezelschap van Mariene Wuchin en de pro fessorsweduwe op straat kwamen, had niemand in haar de wilde, moedige zigeunerinnen kun nen vermoeden. Thuisgekomen zei Mariene: „Ik ben echt blij, meisjes, dat alles zoo vlot en goed gegaan is, ik ben blij om jullie succes, maar neem me niet kwalijk, hoewei Jullie nu iets presteert en iets heel bijzonders doet, zou het me toch duizendmaal liever zijn, dat jullie nog op Vossengrond waren en dat we dan maar allemaal samen de tering naar de ne ring zetten, om door de moeilijke dagen heen te komen, totdat de ware Jacob kwam opda gen." Ze keek Constance aan. „Mijnheer Tor- malen is al een paar keer voorbijgekomen, ik denk, dat hij jou zoekt, Constance, en toch durft hij niet binnenkomen." Een bittere herinnering versomberde het ge zicht van Constance. „Ik wel heelemaal niet weten, wat mijnheer Tormalen doet." Mariene onderdrukte een zucht. Zwijgen was wel het verstandigste nu, maar ze geloofde toch niet, dat Constance mijnheer Tormalen niet meer liefhad. Haar oude oogen hadden het opbloeien van deze liefde nauwkeurig gevolgd; de hemel mocht weten, wat Constance bewo gen had, Herbert Tormalen af te wijzen. Drie dagen bleef Mariene Wuchin in Berlijn, drie avonden achtereen zat ze in een loge van het circus, en verheugde zich, zij het dan ook met ietwat gemengde gevoelens, over de suc cessen van haar lieve kinderen. Toen reisde ze weer terug naar den Vossegrond. Nauwelijks was ze aangekomen, of daar ver scheen Herbert Tormalen al. Hij wilde Constance spreken. Mariene schudde het hoofd. „Juffrouw Constance von Salnow is niet hier, haar zusters ook niet, zij zullen voorloopig ook niet terugkeeren," voegde zij er aan toe. HU zette een yerbaasd gezicht, „Mag ik vragen, waar de jonge dames mo menteel vertoeven, of mag ik u tenminste het adres van juffrouw Constance vragen?" „Het spijt me erg, mijnheer Tormalen, de dames willen niet hebben, dat haar adres be kend wordt," gaf ze een beetje medelijdend ten antwoord, want de droevige vragende blik uit zijn oogen hinderde haar, deed haar pijn. Zij stonden beiden bij het hek, en de man keek vluchtig om zich heen, of er ook iemand in de buurt was, toen nam hij de oude bij haar schouders en met moeite sprak hij: „Heb toch een beetje medelijden met me, beste juffrouw Wuchin, ik lijd er zoo onder. Hebt u ook niet eens in uw leven iemand van harte lief gehad?" besloot hij vragend. Het breede gezicht van Mariene klaarde op, zacht en goedig werd het, haar oogen glom men, omdat er een paar natte druppeltjes door de wimpers wilden dringen. „Ach ja, mijnheer Tormalen, mijn man zali ger heb ik zoo echt van harte lief gehad, maar we waren nog maar nauwelijks een jaar ge trouwd, toen stierf hy al." Met de punt van haar heldere, wit en blauw gestreepte schort streek ze over haar oogen. Herbert Tormalen drukte haar rechterhand. „Dan zult u wel weten, juffrouw Wuchin, hoe een verliefd mensch zich voelt, en daarom zult u me ook begrijpen, als ik zeg, dat ik Con stance von Salnow innig en van harte liefheb en zU my ook, rrtaar een misverstand houdt ons gescheiden en, om dat uit den weg te hel pen, moet ik haar adres hebben." (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 3