Feest om de Moerdijkbrug Christenvrijheid ANTOON COOLEN Medische Kroniek TOEN DE MIST OPTROK... Wondbehandeling ZONDAG 13 DECEMBER 1936 VAN WEEK TOT WEEK Opschorting vaccinatie plicht Ons land is niet meer voldoende tegen de pokken beschermd Reiziger neergeslagen Van vijfhonderd gulden beroofd Gevaarlijke stoeipartij Jongen met een dolkmes gewond BEHOUDEN TERUGKEER Het vliegtuig van mej. Bongert man wegens mist te Vlis- singen gedaald Gevolgen bijna geheel te boven Ml Hare Majesteit Koningin Elisabeth In de haven van Hoboken ligt de groote Oceaanstoomer „Leviathan" vermoedelijk op den slooner te wachten Minister Carton de Wiart wenscht, dat de brug ook de vriend schap met België verstevige Prins Maurits trekt binnen In Breda Telegram uit België Geen audiëntie SCHIPPER W. DE NIET BEGRAVEN Graaf Carton de Wiart in ons land Te weinig aandacht werd in Nederland geschonken aan een vlugschrift, dat in December van het vorige jaar bij Des- clée de Brouwer te Parijs het licht zag, en dat vraagstukken bespreekt, die voor den heden- daagschen katholiek, ook buiten Frankrijk, gloeiend actueel zijn. Het is zonderling, dat dit Werkje zoo weinig aandacht verwierf. Want de schrijver was niemand minder dan de alge meen hoog geschatte katholieke wijsgeer Jacques Maritain, wiens geschriften van zoo gïoote beteekenis zijn voor de herleving van Qe katholieke philosophie. Iets nieuws van zijn hand wordt bijna altijd met onverdeelde geest drift ontvangen, en al eischt de lectuur vaak een degelijke vakkennis, de ideeën, welke Ma- titain verkondigt, zijn toch meestal van be- iang voor veel breeder kringen dan de vak- menschen. Vooral met het nieuwste boekje is hit zeker het geval. En nu hoort men maar niets over dat werk je- Hoogstens wordt het in enkele regels aan gekondigd, doch op den inhoud gaat men niet hiep in. Het is, of een zekere schuchterheid Verhindert, dat men in het openbaar spreekt °ver de onderwerpen, door den schrijver aan geroerd. Of moet men uit het stilzwijgen be sluiten, dat de kritiek het deze maal niet met hen meester eens is, en dat zij het werkje, ge titeld „Brief over de onafhankelijkheid" als een vergissing beschouwt? Wij gelooven, dat men het „groote publiek" niet rijp acht voor he bespreking der aangesneden problemen. Misschien is hier wel iets van waar, doch is het groote publiek dan wèl rijp voor de ideeën Van allerhande dwaalleeraren, die zonder schroom hun leerstellingen verkondigen, en die he massa meetrekken naar de groote gevaren, Waardoor de christelijke cultuur in Europa Wordt bedreigd? Wij, katholieken, moeten niet ai te schroomvallig zijn en vooral niet denken, hat de groote intellectueele problemen van den katholiek geen beteekenis zouden hebben voor he massa. Nog een andere angst kan de beoordeelaars hebben afgehouden van een meer uitvoerige behandeling der inzichten van Jacques Mari tain: de angst, dat men zou worden uitgekre ten voor communist of voor vriend van de c°mmunisten. Dit verwijt is tegenwoordig erg hf de mode. Van een zoo onverdacht katholiek strijder als Mgr. Poels werd b.v. met even vele Woorden in Volk en Vaderland geschreven, dat hij bezig is, de katholieke arbeidersmassa's uit te leveren aan het marxisme. Wie maar durft aandringen op sociale rechtvaardigheid, heet tegenwoordig beïnvloed door de Sovjet-Unie. Wie spreekt over de universaliteit van de ka tholieke Kerk en de volstrekt algemeene gel- higheid van den plicht der naastenliefde, moet zich getroosten, te worden uitgekreten voor een communist. Zoo is het ook met Jacques Maritain gegaan. Een betrekkelijk onbeduidend gevalletje werd hem aanleiding tot het schrijven van dit boekje, waarin hij de onafhankelijkheid en de trijheid van den katholiek behandelt. De groo te katholieke schrijver had namelijk een uit- hoodiging ontvangen tot het uiteenzetten zij her opvattingen over de hedendaagsche maat schappij in het links gerichte weekblad „Ven- dredi". Hij meende, in zulk een geval niet te mogen weigeren. Indien de andersdenkenden, en dit geldt evenzeer voor socialisten en com munisten, belangstelling blijken te bezitten voor de katholieke ideeën, moet men hun tenminste den eenvoudigen liefdedienst bewijzen, deze ideeën kenbaar te maken. Niet iedereen zal hiertoe geroepen zijn, doch een man als Ma ritain, die gewoon is, de katholieke waarheid te verdedigen, moest de gelegenheid wel waar hemen tot een verdediging „op vijandelijk ter rein". Zijn artikelen maakten diepen indruk op de lezers van het blad. Doch wat gebeurde? Onder de geloofsgenoo- ten van den schrijver stak een storm van ver ontwaardiging op. De beroemde Maritain, die ineens ging medewerken aan een links gericht blad! Die steun ging verleenen aan een com munistische onderneming! Allerlei insinuaties en beschuldigingen volgden. De redactie van Vendredi nam helaas een zeer onhandige hou ding aan, zoodat Maritain de medewerking staakte, tegemoetkomend aan de bezwaren zij her geloofsgenooten. Hij richtte echter naar aanleiding van dit kleine incident een open brief aan zijn vrien den, en publiceerde dezen brief onder den titel „Lettre sur l'indépendance". Hij behandelt daarin de verhouding tusschen katholieken en andersdenkenden, zooals die in de tegenwoor dige wereld geworden is. Want zulk een ver houding is uiteraard onderhevig aan verande ringen, naar gelang de wederzijdsche waardee ring (of afstooting) grooter wordt. Men kan in deze aangelegenheden eenige algemeene be ginselen laten gelden, doch de gedragslijn, te volgen bij het toepassen van die beginselen, is niet voor alle menschen en voor alle tijden uit te stippelen met onwrikbare zekerheid. Hier is een groote speling mogelijk, en juist hier mag de vrijheid van den christen niet belem merd worden door de kleinzieligheid van ge loofsgenooten, die aan elke streving ten goede een verkeerden uitleg geven, omdat zij de si tuatie heelemaal niet of tenminste niet vol ledig begrijpen. Dat de christen door de ge boden en door de kerkelijke tucht beperkt is in zijn bewegingen, weet iedereen, maar men moet dit niet zóó uitleggen alsof de christen heele maal geen bewegingsvrijheid zou genieten en nooit eenig eigen initiatief zou mogen volgen. „De onafhankelijkheid van den christen ge tuigt in het aanschijn van de wereld voor de vrijheid des geloofs" aldus Jacques Maritain, die dan vervolgt: „Deze onafhankelijkheid is het tegendeel van een terugtocht of een vlucht, zij is het tegendeel van een lafheid tegenover de eischen van het menschelijk bestaan en van een zich opsluiten in een specialistische belang stelling. In werkelijkheid is zij een gevolg uit de Menschwording van Christus, in wier ont zettend dynamisme elke christen tot op zekere hoogte wordt medegevoerd, indien hij zich niet tegen zijn eigen christelijken aard verzet. Wie zal dit begrijpen, die zelf geen christen is? Ja, welke christen kan zich er mee vleien, dit ge heel te omvatten? Onze God is nedergedaald in het vleesch en gestorven op een kruis! Hij was het Woord, door Hetwelk alles gemaakt is! Hij was de Vrijheid in persoon." Zulke fiere taal in den mond van een ka tholiek geeft misschien ergernis, maar Mari tain stoort er zich niet aan. De nood van den tijd is te groot. Met geheele scharen loopen de volksmassa's het verderf tegemoet. Ze ont trekken zich aan de kerkelijke leiding. Ze scheuren zich af van de katholieke liefdesge meenschap. Waarom? Waarom? Het moet be antwoord worden! Er moet iets gedaan wor den. „De vrijheid van den christen wortelt in de vrijheid van zijn God. Het is deze vrijheid van God, die de Joden in Jezus Christus niet ver dragen konden. „Ecce homo vorax et potator vini". „Ziedaar een mensch, die veel eet en die wijn drinkt" (Matth. XI. 19) zoo zeiden zij. Hij echter at met de tollenaars, Hij genas op den Sabbath, Hij veroordeelde de rijken, Hij predikte voor de armen, Hij wandelde op de wateren. De christen moet overal zijn en hij moet overal vrij zijn." Dit is een pleidooi tegen den hokjesgeest, waardoor de Katholieke Kerk in verschillende landen zich afscheidt van de maatschappelijke samenleving, met het gevolg, dat de katholieke waarheid haar zegenrijke werking op de maat schappij niet kan uitoefenen. Maritain herhaalt het woord van Sint Pau- lus, dat wij de waarheid moeten verdedigen „opportune, importune", d.w.z. of het gelegen komt of niet. De vrijheid van den christen is een vrijheid, die ergernis kan geven aan de kleinzieligen en de bevooroordeelden, doch het is de vrijheid, waarmede het katholieke beginsel moet worden uitgedragen, zonder val- sche schaamte. Het evangelie is niet alleen van beteekenis voor ons. Het is ook van beteekenis voor de anderen. Maar het zal van ons afhangen, van onze levenswijze, van ons optreden, van onze woorden, of de anderen deze beteekenis erken nen, en of ook door hen zal worden geijverd voor de verwerkelijking van de evangelische waarden in de moderne samenleving. genwoordige politieke omstandigheden een wij ziging, die althans door velen geacht wordt principieel te zijn, niet kan worden verwacht. Er is naar zijn meening geen enkele reden om thans weer tot een verlenging van twee jaat over te gaan. Mede met het oog op den nu reeds bestaanden noodtoestand is een wijzig'ing in dezen geest van hem niet te verwachten. In de Memorie van Antwoord op het Voor- loopig Verslag der Tweede Kamer inzake het wetsontwerp tot verlenging van den geldig heidsduur van tijdelijke bepalingen betreffende de vaccinatie, zegt de minister van Sociale Za ken, dat hij voorstander is van de invoering van den directen vaccinatieplicht. Het aantal niet-gevaccineerde kinderen is zoo groot gewor- den) dat ook naar het oordeel van den Gezond heidsraad, ons land niet meer voldoende tegen de pokken beschermd is. Hieruit kan reeds in de naaste toekomst groot gevaar voortvloeien. Het standpunt van den wetgever tegenover de vaccinatie moet dan ook anders worden dan het de laatste jaren geweest is. Al moet met krachtige propaganda voor vrij willige vaccinatie worden doorgegaan, zonder een wettelijke verplichting op den achtergrond zal men daarmede niet kunnen volstaan. Herstel van den indirecten vaccinatieplicht zonder overgangsbepalingen moet naar de mee ning van den minister uitgesloten worden ge acht. Indien zulks zou geschieden, dan zouden alle kinderen, die thans ouder zijn dan twee jaar, doch nog niet boven den schoolplichtigen leeftijd zijn en niet gevaccineerd zijn (en dit zijn er meer dan een millioen), aan de vacci natie moeten worden onderworpen op een leeftijd, die met het oog op het gevaar voor encephalitis niet onbedenkelijk is. Inderdaad zou het mogelijk zijn den indirec ten vaccinatieplicht weer te herstellen met in achtneming van overgangsbepalingen. Wanneer dan over vijf jaar de overgangsbe paling voor de nieuw tot de school toe te laten kinderen zou zijn uitgewerkt, zullen er vele kinderen worden gevonden, die niet over een vaccinatiebewijs beschikken. Men zal dan niet anders kunnen doen dan de werking van de overgangsbepaling weder voor vele jaren te verlengen. Hiermede zou dan voor de tweede maal, en dan vermoedelijk voorgoed, een einde zijn geko men aan het stelsel van den indirecten vacci natieplicht. Indien de minister, na alles wat hij ten gun ste van den directen vaccinatieplicht heeft kunnen aanvoeren, toch niet gekomen is met een voorstel, dat in deze richting ging, is dit geschied allereerst op grond, dat onder de te- Laat Uw verwanten en vrienden zijn nieuwe Kerst verhaal „De Weg Terugvertellen, waarbij U zelf hun een „Vreugdevol Kerstfeest en Ge zegend Nieuwjaar" wenscht. Dit is mogelijk door de origineele uitgave, waarin wij deze Kerstvertelling brengen, 32 pagina's groot, in feestelijk geïllustreerd 2-kleurenomslag, met groen lint gebrocheerd, verpakt met carton in doorschijnende enveloppe, kant en klaar voor verzending. Alom verkrijgbaar of onder inzen ding van 25 cent postzegels of per giro bestellen aan Roman-, Boek- en Kunsthandel H. NELIS- SEN, Leiöschegr. 72 B, Amsterdam, postreke ning No. 60092. Achter het station te Den Bosch is een rei ziger door een onbekende overvallen en van 500 beroofd. De man werd neergeslagen en viel bewusteloos op den grond, waar hij latei- door een passeerend automobilist werd gevon den. Van den dader heeft men geen spoor kun nen ontdekken. Na afloop van de lessen in een ambachtsschool te Blijdorp raakte een tweetal jongens aan het stoeien. Daarbij heeft een van de jongens een dolkmes in de hand genomen, waarmede hij den ander, den 15-jarigen Van S., wonende aan den Stationsweg te Rotterdam, in den buik raakte. Vermoed wordt, dat de jongen in het mes ge- loopen is. De gewonde jongen werd door een dokter, die de eerste hulp verleende, direct per G.G. en G.D. naar het St. Franciscusgasthuis te Rotterdam overgebracht, waar de diepe snijwonde van zoo ernstigen aard bleek te zijn, dat operatief in grijpen noodzakelijk werd geacht. Men vreesde voor het leven van den jongen, waarom hij bediend werd. De operatie heeft een gunstig verloop gehad en thans is de toestand van den jongen goed te n temen. Daar Schiphol door den mist dicht zat, zijn Zaterdagmorgen drie Douglas K. L. M.-vliegtui- gen de Toekan, de Haan en de Oeverzwaluw, alle uit Londen op weg naar Amsterdam, de Haan met bestemming naar Berlijn, op het vliegveld te Vlissingen geland. Voorts werd nog een Deensch toestel verwacht, evenals het K.L.M.- vliegtuig Koetilang, dat ook uit Londen moest komen. Het overstappen van de passagiers in de vliegtuigen met diverse bestemming' ge schiedde te Vlissingen in plaats van, zoo als gewoonlijk, op Schiphol. De stewardess mejuffrouw Hilda Bongertman, die op zoo gelukkige wijze bij de ramp met de Lijster op Croydon gered is, is Zaterdagmorgen met de Oeverzwaluw te Vlissingen gearriveerd in gezelschap van dr. Slotboom. Deze achtte het beter, dat mejuffrouw Bongertman rustig te Vlis singen bleef, totdat, wanneer de mist opgetrok ken was, de vliegtuigen hun vlucht naar Schip hol konden voortzetten. Wij hebben te Vlissingen een kort onderhoud gehad met mejuffrouw Bongertman, de ste wardess van de verongelukte Lijster. Mejuffrouw Bongertman was natuurlijk ver heugd, weer gauw thuis te zijn en maakte een opgewekten indruk. Natuurlijk was het haar nog lang niet naar den zin, op een tot een rust bed neergeslagen zetel van den K. L. M.-vogei te moeten blijven liggen. Dr. Slotboom was over haar toestand uiterst tevreden en gelooft ook niet, dat mej. Bongertman ribben gebroken heelt, zooals aanvankelijk werd verondersteld. Binnenkort zal zij geheel opgeknapt zijn, daar het bekomen letsel zich voornamelijk bepaald tot een aantal kneuzingen, een gekneusden voet, brand- en snijwonden, echter alle niet van ern stigen aard. Dit bleek ook wel uit het feit, dat mej. Bongertman in staat was, op opgerUimden toon een gesprek te voeren, waarbij zij zich o.a. zeer gelukkig toonde met de vele bloemen, haar op Croydon geschonken, en die de Oeverzwaluw ten deele vulden. Te ruim half vijf is het K. L. M.-toestel op Schiphol geland. Hier waren behalve de ouders van mej. Bongertman vele vrienden en ken nissen aanwezig om haar te begroeten en geluk te wenschen met haar redding. Ook dr. Her- manides, de vader van de stewardess, die bij de ramp van de Gaai om het leven is gekomen was op het vliegveld. Hij bood mej. Bongert man bloemen aan. Direct na aankomst is de stewardess in gezel schap van haar ouders en dr. Slotboom naar haar wonplaats te Bussum vertrokken. ,:S V: V. 1 ■- BREDA, 12 December. Nu kan het feest beginnen: de Moerdijkbrug is geopend. Noord en Zuid zijn aan elkaar geklonken. Het breede water is overbrugd. De scheidende nevel is kon het symbolisch mooier aan stonds nadat Hare Majesteit de brug in haar volle lengte had overschreden, opgetrokken. Op den eenen oever kan men den anderen weer onder scheiden, den andere dien men voortaan, zonder ponten, loopend of rijdend over de brug van een vollen kilometer lang kan bereiken. Vanmorgen was daar nog geen sprake van. Op den weg door het eiland van Dordt reed men als midden door de steppe. Over groote afstanden zag men langszij niets dan licht- besneeuwde velden, waar de omgespitte kluiten zwart op afplekten. Meer niet. De mist sloot alles af en maakte het uitzicht tusschen de boomen van den weg donker. Een héél enkele keer doemden hier en daar even de vage om trekken van een boerderij op uit het monotone grijs en dan verdwenen ze weer. Op den oprit van de brug zelf, zag men heelemaal niets meer. Het water lag dichtzij. Men hoorde de schepen hun hoorn- en belsignalen geven, men hoorde puffend een trein optrekken van het station Willemsdorp, men hoorde hem over de spoor brug ratelen, maar men zag niets van de nieu we brug. Letterlijk niets zoolang men de koffie- tent niet een heel eind achter zich had en vlak voor de monumentale versiering bij de tribunes stond. En dat blééf zoo tot de Koningin de openingsplechtigheid had verricht en met haar gevolg reeds den Zuidelijken oever had bereikt. Nog niet één spanning ver kon men zien. Toen echter de gasten en de sterrit-deelne- mers zich opmaakten om naar Breda te trek ken, was de zon dóórgebroken en kon men het bruggevaarte over de volle lengte doorkijken. Kon men de volle imposante kracht van dit voortreffelijk ingenieurswerk bewonderen Tijd om een diepen indruk te verwerken had men echter niet. Breda wachtte. De auto's met de autoriteiten reden snel voor uit door de kleine Brabantsche plaatsjes, waar de menschen samengepakt stonden te kijken en te wachten op de sterrit-auto's die volgden honderden achter elkaar, telkens in een lange rij geëscorteerd door politiewagens, die hen naar hun standplaats in Breda brachten. Breda steekt al evenzeer in feesttooi als Dordt. De vlaggen hangen overal uit. Het ca rillon van den ouden toren sprenkelt zijn klan ken over het marktplein, waar ze zich mengen met de klatermuziek van de kermistenten en met den vroolijken lach van al wat in die ten ten draait en schommelt, autotje rijdt en pijpen kapot schiet. Het stadhuis is feestelijk versierd. De vleugeldeuren aan het bordes staan open Burgemeester van Slobbe recipieert. Hij houdt een kleine toespraak, waarin hij den ar beid van den Rijkswaterstaat prijst als voor Breda en voor het heele Zuiden van groot be lang. Er wordt verder niet gesproken. Het is latei- geworden, dan men dacht en wil het spel van middag op tijd beginnen, dan moet men haast maken met de lunch van de Kamer van Koop handel, aangeboden in de bovenzaal van het Zuid-Hollandsch Koffiehuis. Een groot aantal gasten ontmoetten elkander daar om de eeretafel, waar o.a. de Minister van Waterstaat, de Belgische Staats-minister Car ton de Wiart, de commissarissen der Koningin in de provincies Noord Brabant en Limburg, de voorzitter van de Tweede Kamer der S. G. Staatsminister Aalberse en de oud-ministers Reymer en Bongaerts aanzaten. Bij den aanvang sprak de voorzitter van de Kamer van Koophandel voor Westelijk Noord- Brabant, Ir. A. Beukers, een welkomstwoord, waarin hij herinnerde aan de levendige belang stelling, die deze Kamer in haar meer dan hon derdjarig bestaan steeds aan den dag heeft ge legd voor de verbetering der middelen van ver voer van en naar deze streken. Speciaal op het tot stand komen van de beide Moerdijkbruggen, de oude voor het spoor en de nieuwe voor het wegverkeer, heeft zij steeds met kracht en klem van argumenten aangedrongen. Ir. Beukers sprak de hoop uit, dat de finan- cieele toestand van het land het óók mogelijk zou maken, den nieuwen Maasovergang te Rot terdam binnenkort te voltooien, opdat het snel verkeer niet meer dóór de gemeente Rotter dam zal hoeven te trekken, wat én voor dit verkeer èn voor deze gemeente ongewenscht moet worden geacht. Namens de bewoners van Westelijk Noord- Brabant bracht spr. tenslotte hulde aan den Rijkswaterstaat voor den bouw van deze brug, die den roem van Nederland wederom hóóg- houdt. De minister van Waterstaat. Jhr. van L i d t h de Je u d e, zei in zijn antwoord op deze rede o.a.: Hoe het nageslacht over deze brug zal oordeelen, weet ik niet, doch wèl weet ik, dat wij al wat in ons ver mogen lag en binnen het bereik van het technisch kunnen in dezen tijd, hebben gedaan, óók om een nauweren band te leggen tusschen onze zuide lijke buren en ons. Staatsminister Carton de Wiart, die de courtoisie had zoo goed en zoo kwaad als het ging en het ging heelemóal niet kwaad in de Nederlandsche taal te spreken, wenschte Ne derland van harte geluk met deze prestatie, die, naar hij vertrouwde, de vriendschap tusschen beide landen en volken zal verhoogen. Intusschen werd het hóóg tijd voor het histo risch spel. Om het groote plein voor de Koninklijke Mi litaire Academie stonden reeds honderden menschen te wachten tot de gasten voor de eeretribune zouden arriveeren en de Spaansche kurassiers, die al een heelen tijd bij hun wacht vuren zaten en stonden, eindelijk in actie kon den komen. Eerst tegen drie uur kon alles een aanvang nemen. Hier herleefde de geschiedenis van het Bredasche turfschip in haar volle fleur en in al haar spannende momenten. De Spaan sche wachten worden in hevige gevechten, waarbij het geknal der geweren niet van de lucht raakt, neergeschoten en het kasteel ingedragen; de Spanjolen trekken af; Prins Maurits snelt te paard binnen en zijn heele gevolg met hem en de burgemeesteren en de schepenen enfin, de apotheose biedt een overdadigheid van zwierigheid en kleur, die de phantasie werkelijk héélemaal ver plaatst naar den tijd van den Prins. Het spel verliep aanvankelijk erg traag, doch later werd de handeling aanzienlijk veel vlotter en het totaal veel fleuriger. Alle spelers samen formeerden na het einde van het spel een langen stoet, die als historische optocht door de straten van de stad trok, waar de menschen dicht langs den heelen weg ston den samengepakt. Eerst nadat deze stoet heeft getrokken, kun nen de automobilisten van den sterrit hun wa gens van de parkeerplaatsen halen en de stad verlaten. Velen echter blijven in den avond vo! Brabantsch plezier, bij het gecostumeerde feest in Concordia. Men kan nu immers nog laat terug naar het Noorden de brug is open! De Belgische minister van Openbare Werken Merlot heeft zijn Nederlandschen collega het volgende telegram gezonden: „Ik wensch u geluk bij het in dienst stellen van de Moerdijkbrug en geef uiting aan mijn bewondering voor de groote snelheid, waar mede de rijkswaterstaat dit belangrijke werk heeft uitgevoerd. De gewone audiëntie van den minister van Sociale Zaken zal op Woensdag 16 December niet plaats hebben. De naam van Alexis Carrel zal thans wel dooi de vertaling van zijn boek „De onbekende mensch" genoegzaam bekend geworden zijn in Nederland. Dit boek kan ik iedereen aanraden om te lezen, omdat het een meesterlijk werk is. Hij geeft daarin een korte logische samen vatting, een synthese dus, van al wat men van den mensch weet, en van de vele maatschap pelijke regelingen en instellingen, waardoor men de menschelijke natuur te kort doet. Aan het eind van het boek geeft hij wenken voor de samenwerking van geleerden, die volgens hem meer dan ooit noodig is. Deze methode van samenwerking nu is door hem reeds beoefend bij zijn bestrijding van de wondinfecties gedu rende den wereldoorlog; hij is door deze be strijding beroemd geworden. Deze bestrijding was zeer noodzakelijk, omdat de juiste wijze van behandeling van oorlogswonden was verloren gegaan, ja, ook het juiste inzicht was niet mee: aanwezig. Om het kort te zeggen, men was gaan mee- nen, dat antisepsis, d. w. z. dooding van reeds in de wond ingedrongen ziekteverwekkende kie men, nutteloos was. De wonden werden dus te veel aan zich zelf overgelaten, niet behan deld met Jodium (d.i. Jodiumtinctuur) of wa terstof (d. i. Waterstofperoxyde), noch met een andere antiseptische stof. Men meende dat ziektekiemen, die eenmaal in de wond waren binnengedrongen, niet meer achterhaald kon den worden. Maar het aantal en de hevigheid van de wondinfecties in den oorlog was ver schrikkelijk en niet minder de gevolgen: dood verminking en amputatie. Carrel nu kreeg de gelegenheid, om eer systematisch onderzoek in te stellen naar de beste antiseptische vloeistof; een laboratorium te Compiègne. dat betaald werd door de Rocke feller Foundation, en een Fransch oorlogshosp; taal waren zijn terrein van behandeling. Er was een chemisch laboratorium, onder d' rectie van Dakin. (De antiseptische vloeistof, die het resultaat is van de onderzoekingen, heet Carrel-Dakin's vloeistof). In de biologische af- deeling had hij twee assistenten, waaronder Carrel's echtgenoote. Het bacteriologisch onder zoek had een anderen specialist. Twee andere heeren deden het wis- en natuurkundig werk: een andere hulp weer voor het chirurgisch werk; twee specialisten voor de photographie. Medewerkers voor de eerste en tweede wond behandeling, anderë voor de chirurgische proef nemingen, andere voor het onderzoek van de litteekenvorming. Zoo werkten 15 menschen samen aan één onderzoek. Zooals steeds, moest men een vasten maat staf hebben, om de resultaten te Kunnen be- oordeelen, en het zou het beste zijn, wanneer men in cijfers het resultaat zou kunnen uit drukken. Carrel had twee maatstaven, nJ. het aantal bacteriën, dat eerst in de wonde werd gevonden, en dan weer later na de behande ling; en dat was een oude manier van meting der resultatenmaar hij had ook een nieuw meetinstrument en dat was de vorming van het litteeken. De snelheid, waarmede de wond zich sloot, was dus de maat van het welslagen der antiseptische behandeling, Daarvoor was het echter noodig een formule te vinden voor de normale wondsluiting, en deze heeft men dan ook gevonden; het bleek, dat deze snelheid nauw verband staat met den ouderdom. De moeilijkheid, om een goede antiseptische vloeistof te vinden, is dat stoffen, die doodend werken op bacteriën, vaak ook schadelijk wer ken op menschelijke weefsels; ja, sommigen waren van meening, dat daardoor een goede antisepsis steeds onmogelijk zou blijken; maar Dakin heeft gezocht naar een zoodanige stof, die tegelijk doodelijk is voor de bacteriën, maar slechts weinig prikkelend voor het organisme. Hij onderzocht tweehonderd verschillende stof fen en bleef tenslotte staan bij een oplossing van natrium-hypochloriet, dat op bijzondere wijze bereid wordt. Daarna werd nagegaan, hoe lang en hoe sterk deze vloeistof in aanra king moest blijven met het lichaam. Deed men dit, en liet men deze antiseptische oplossing lang genoeg in contact met de wond, dan werd deze wond steriel, zonder eenigen bacteriën- inhoud; en daarmee was bewezen, dat het wei degelijk mogelijk was, om ook in het lichaam ingedrongen bacteriën onschadelijk te maken. Het bleek, dat spoedig behandelde wonden snel ler genazen dan wonden, die eerst later op de beschreven wijze gedesinfecteerd werden. In den oorlog bleek dan, dat wanneer de versche wonden op de door Carrel aangegeven wijze werden behandeld, er geen ettering op treedt. Men vergete niet dit zijn moderne oorlogswonden, veroorzaakt door shrapnells en brisantgranaten en die dus zeer verscheurd en verbrijzeld zijn, waardoor het verwoeste weef sel een gemakkelijke prooi is voor de ziektekie men, die met geweld met de kleeren in de wond worden gebracht. Maar de methode van behandeling, die trou wens tot in alle détails was nagegaan, bleek zoo effectief, dat de wonden spoedig steriel werden, niet etterden, spoedig gesloten konden worden', en dat zeer weinig operaties noodig waren en de verminkingen zeer sterk vermin derden. Dat wil natuurlijk niet zeggen, dat de me thode terstond overal werd toegepast. Dit ging langzaam, en een jaar nadat de techniek be kend gemaakt was, hoe men de wondettering en de verschillende daaruit voortkomende ziek ten en verminkingen kon voorkomen, werd de methode nog maar bij uitzondering toegepast. Dat neemt niet weg, dat de antiseptische wondbehandeling tegenwoordig weer veel meer in haar waarde erkend wordt; hetgeen juist voor een groot deel aan het werk van Carrel is te danken. Zoo heeft men ook in de Nederl. kolenmijnen de onmiddellijke behandeling der kleine won den doorgevoerd; het aantal ziektedagen door ongevallen slonk daardoor met meer dan 50 pet., en verwondingen die vroeger tot amputa tie en verminking leidden, werden nu geheel genezen, en de patiënt bleef valide. De mijn- arts dr. Veraart geeft zich zeer veel moeite, om de juistheid en doeltreffendheid van zijn me thode overal te propageeren. Die behandeling is met 5 pet. jodiumtinctuur; en daaraan is een enorme vermindering van wondziekten te danken. Dr. TH. H. SCHLICHTING Zaterdag hadden honderden zich op de alge meene begraafplaats te 's-Gravenhage verza meld rondom het graf van schipper W. de Niet van de „Sch. 179" van de reederij Frans Vro lijk, namens welke de heer S. P. Vrolijk woor den van deelneming tot de nabestaanden sprak en zeide, dat ook de reederij zwaar getroffen werd door het verbis van dezen trouwen schipper. De voorzitter der Schippersvereeniging, de heer Dijkhuizen, sprak woorden van troost tot de nabestaanden. Er was een krans van de reederij Frans Vro lijk. De minister van Binnenlandsche Zaken mr. J. A. de Wilde, heeft Zaterdagavond half acht in hotel Wittebrug te Den Haag aan den voor zitter der interparlementaire unie graaf Car ton de Wiart, ter gelegenheid van diens bezoek aan ons land, een diner aangeboden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 5