Feest om de Moerdijkbrug
Christenvrijheid
ANTOON COOLEN
Medische Kroniek
TOEN DE MIST OPTROK...
Wondbehandeling
ZONDAG 13 DECEMBER 1936
VAN WEEK TOT WEEK
Opschorting vaccinatie
plicht
Ons land is niet meer voldoende
tegen de pokken beschermd
Reiziger neergeslagen
Van vijfhonderd gulden beroofd
Gevaarlijke stoeipartij
Jongen met een dolkmes gewond
BEHOUDEN TERUGKEER
Het vliegtuig van mej. Bongert
man wegens mist te Vlis-
singen gedaald
Gevolgen bijna geheel
te boven
Ml
Hare Majesteit Koningin Elisabeth
In de haven van Hoboken ligt de groote Oceaanstoomer „Leviathan" vermoedelijk
op den slooner te wachten
Minister Carton de Wiart wenscht,
dat de brug ook de vriend
schap met België
verstevige
Prins Maurits trekt
binnen
In Breda
Telegram uit België
Geen audiëntie
SCHIPPER W. DE NIET
BEGRAVEN
Graaf Carton de Wiart in ons land
Te weinig aandacht werd in Nederland
geschonken aan een vlugschrift, dat in
December van het vorige jaar bij Des-
clée de Brouwer te Parijs het licht zag, en dat
vraagstukken bespreekt, die voor den heden-
daagschen katholiek, ook buiten Frankrijk,
gloeiend actueel zijn. Het is zonderling, dat dit
Werkje zoo weinig aandacht verwierf. Want de
schrijver was niemand minder dan de alge
meen hoog geschatte katholieke wijsgeer
Jacques Maritain, wiens geschriften van zoo
gïoote beteekenis zijn voor de herleving van
Qe katholieke philosophie. Iets nieuws van zijn
hand wordt bijna altijd met onverdeelde geest
drift ontvangen, en al eischt de lectuur vaak
een degelijke vakkennis, de ideeën, welke Ma-
titain verkondigt, zijn toch meestal van be-
iang
voor veel breeder kringen dan de vak-
menschen. Vooral met het nieuwste boekje is
hit zeker het geval.
En nu hoort men maar niets over dat werk
je- Hoogstens wordt het in enkele regels aan
gekondigd, doch op den inhoud gaat men niet
hiep in. Het is, of een zekere schuchterheid
Verhindert, dat men in het openbaar spreekt
°ver de onderwerpen, door den schrijver aan
geroerd. Of moet men uit het stilzwijgen be
sluiten, dat de kritiek het deze maal niet met
hen meester eens is, en dat zij het werkje, ge
titeld „Brief over de onafhankelijkheid" als
een vergissing beschouwt? Wij gelooven, dat
men het „groote publiek" niet rijp acht voor
he bespreking der aangesneden problemen.
Misschien is hier wel iets van waar, doch is
het groote publiek dan wèl rijp voor de ideeën
Van allerhande dwaalleeraren, die zonder
schroom hun leerstellingen verkondigen, en die
he massa meetrekken naar de groote gevaren,
Waardoor de christelijke cultuur in Europa
Wordt bedreigd? Wij, katholieken, moeten niet
ai te schroomvallig zijn en vooral niet denken,
hat de groote intellectueele problemen van den
katholiek geen beteekenis zouden hebben voor
he massa.
Nog een andere angst kan de beoordeelaars
hebben afgehouden van een meer uitvoerige
behandeling der inzichten van Jacques Mari
tain: de angst, dat men zou worden uitgekre
ten voor communist of voor vriend van de
c°mmunisten. Dit verwijt is tegenwoordig erg
hf de mode. Van een zoo onverdacht katholiek
strijder als Mgr. Poels werd b.v. met even vele
Woorden in Volk en Vaderland geschreven, dat
hij bezig is, de katholieke arbeidersmassa's uit
te leveren aan het marxisme. Wie maar durft
aandringen op sociale rechtvaardigheid, heet
tegenwoordig beïnvloed door de Sovjet-Unie.
Wie spreekt over de universaliteit van de ka
tholieke Kerk en de volstrekt algemeene gel-
higheid van den plicht der naastenliefde, moet
zich getroosten, te worden uitgekreten voor een
communist.
Zoo is het ook met Jacques Maritain gegaan.
Een betrekkelijk onbeduidend gevalletje werd
hem aanleiding tot het schrijven van dit
boekje, waarin hij de onafhankelijkheid en de
trijheid van den katholiek behandelt. De groo
te katholieke schrijver had namelijk een uit-
hoodiging ontvangen tot het uiteenzetten zij
her opvattingen over de hedendaagsche maat
schappij in het links gerichte weekblad „Ven-
dredi". Hij meende, in zulk een geval niet te
mogen weigeren. Indien de andersdenkenden,
en dit geldt evenzeer voor socialisten en com
munisten, belangstelling blijken te bezitten voor
de katholieke ideeën, moet men hun tenminste
den eenvoudigen liefdedienst bewijzen, deze
ideeën kenbaar te maken. Niet iedereen zal
hiertoe geroepen zijn, doch een man als Ma
ritain, die gewoon is, de katholieke waarheid
te verdedigen, moest de gelegenheid wel waar
hemen tot een verdediging „op vijandelijk ter
rein". Zijn artikelen maakten diepen indruk op
de lezers van het blad.
Doch wat gebeurde? Onder de geloofsgenoo-
ten van den schrijver stak een storm van ver
ontwaardiging op. De beroemde Maritain, die
ineens ging medewerken aan een links gericht
blad! Die steun ging verleenen aan een com
munistische onderneming! Allerlei insinuaties
en beschuldigingen volgden. De redactie van
Vendredi nam helaas een zeer onhandige hou
ding aan, zoodat Maritain de medewerking
staakte, tegemoetkomend aan de bezwaren zij
her geloofsgenooten.
Hij richtte echter naar aanleiding van dit
kleine incident een open brief aan zijn vrien
den, en publiceerde dezen brief onder den titel
„Lettre sur l'indépendance". Hij behandelt
daarin de verhouding tusschen katholieken en
andersdenkenden, zooals die in de tegenwoor
dige wereld geworden is. Want zulk een ver
houding is uiteraard onderhevig aan verande
ringen, naar gelang de wederzijdsche waardee
ring (of afstooting) grooter wordt. Men kan in
deze aangelegenheden eenige algemeene be
ginselen laten gelden, doch de gedragslijn, te
volgen bij het toepassen van die beginselen, is
niet voor alle menschen en voor alle tijden uit
te stippelen met onwrikbare zekerheid. Hier
is een groote speling mogelijk, en juist hier
mag de vrijheid van den christen niet belem
merd worden door de kleinzieligheid van ge
loofsgenooten, die aan elke streving ten goede
een verkeerden uitleg geven, omdat zij de si
tuatie heelemaal niet of tenminste niet vol
ledig begrijpen. Dat de christen door de ge
boden en door de kerkelijke tucht beperkt is in
zijn bewegingen, weet iedereen, maar men moet
dit niet zóó uitleggen alsof de christen heele
maal geen bewegingsvrijheid zou genieten en
nooit eenig eigen initiatief zou mogen volgen.
„De onafhankelijkheid van den christen ge
tuigt in het aanschijn van de wereld voor de
vrijheid des geloofs" aldus Jacques Maritain,
die dan vervolgt: „Deze onafhankelijkheid is
het tegendeel van een terugtocht of een vlucht,
zij is het tegendeel van een lafheid tegenover
de eischen van het menschelijk bestaan en van
een zich opsluiten in een specialistische belang
stelling. In werkelijkheid is zij een gevolg uit
de Menschwording van Christus, in wier ont
zettend dynamisme elke christen tot op zekere
hoogte wordt medegevoerd, indien hij zich niet
tegen zijn eigen christelijken aard verzet. Wie
zal dit begrijpen, die zelf geen christen is? Ja,
welke christen kan zich er mee vleien, dit ge
heel te omvatten? Onze God is nedergedaald
in het vleesch en gestorven op een kruis! Hij
was het Woord, door Hetwelk alles gemaakt
is! Hij was de Vrijheid in persoon."
Zulke fiere taal in den mond van een ka
tholiek geeft misschien ergernis, maar Mari
tain stoort er zich niet aan. De nood van den
tijd is te groot. Met geheele scharen loopen de
volksmassa's het verderf tegemoet. Ze ont
trekken zich aan de kerkelijke leiding. Ze
scheuren zich af van de katholieke liefdesge
meenschap. Waarom? Waarom? Het moet be
antwoord worden! Er moet iets gedaan wor
den.
„De vrijheid van den christen wortelt in de
vrijheid van zijn God. Het is deze vrijheid van
God, die de Joden in Jezus Christus niet ver
dragen konden. „Ecce homo vorax et potator
vini". „Ziedaar een mensch, die veel eet en die
wijn drinkt" (Matth. XI. 19) zoo zeiden zij.
Hij echter at met de tollenaars, Hij genas op
den Sabbath, Hij veroordeelde de rijken, Hij
predikte voor de armen, Hij wandelde op de
wateren. De christen moet overal zijn en hij
moet overal vrij zijn."
Dit is een pleidooi tegen den hokjesgeest,
waardoor de Katholieke Kerk in verschillende
landen zich afscheidt van de maatschappelijke
samenleving, met het gevolg, dat de katholieke
waarheid haar zegenrijke werking op de maat
schappij niet kan uitoefenen.
Maritain herhaalt het woord van Sint Pau-
lus, dat wij de waarheid moeten verdedigen
„opportune, importune", d.w.z. of het gelegen
komt of niet. De vrijheid van den christen
is een vrijheid, die ergernis kan geven aan
de kleinzieligen en de bevooroordeelden, doch
het is de vrijheid, waarmede het katholieke
beginsel moet worden uitgedragen, zonder val-
sche schaamte.
Het evangelie is niet alleen van beteekenis
voor ons. Het is ook van beteekenis voor de
anderen. Maar het zal van ons afhangen, van
onze levenswijze, van ons optreden, van onze
woorden, of de anderen deze beteekenis erken
nen, en of ook door hen zal worden geijverd
voor de verwerkelijking van de evangelische
waarden in de moderne samenleving.
genwoordige politieke omstandigheden een wij
ziging, die althans door velen geacht wordt
principieel te zijn, niet kan worden verwacht.
Er is naar zijn meening geen enkele reden om
thans weer tot een verlenging van twee jaat
over te gaan. Mede met het oog op den nu
reeds bestaanden noodtoestand is een wijzig'ing
in dezen geest van hem niet te verwachten.
In de Memorie van Antwoord op het Voor-
loopig Verslag der Tweede Kamer inzake het
wetsontwerp tot verlenging van den geldig
heidsduur van tijdelijke bepalingen betreffende
de vaccinatie, zegt de minister van Sociale Za
ken, dat hij voorstander is van de invoering
van den directen vaccinatieplicht. Het aantal
niet-gevaccineerde kinderen is zoo groot gewor-
den) dat ook naar het oordeel van den Gezond
heidsraad, ons land niet meer voldoende tegen
de pokken beschermd is. Hieruit kan reeds in
de naaste toekomst groot gevaar voortvloeien.
Het standpunt van den wetgever tegenover de
vaccinatie moet dan ook anders worden dan het
de laatste jaren geweest is.
Al moet met krachtige propaganda voor vrij
willige vaccinatie worden doorgegaan, zonder
een wettelijke verplichting op den achtergrond
zal men daarmede niet kunnen volstaan.
Herstel van den indirecten vaccinatieplicht
zonder overgangsbepalingen moet naar de mee
ning van den minister uitgesloten worden ge
acht. Indien zulks zou geschieden, dan zouden
alle kinderen, die thans ouder zijn dan twee
jaar, doch nog niet boven den schoolplichtigen
leeftijd zijn en niet gevaccineerd zijn (en dit
zijn er meer dan een millioen), aan de vacci
natie moeten worden onderworpen op een
leeftijd, die met het oog op het gevaar voor
encephalitis niet onbedenkelijk is.
Inderdaad zou het mogelijk zijn den indirec
ten vaccinatieplicht weer te herstellen met in
achtneming van overgangsbepalingen.
Wanneer dan over vijf jaar de overgangsbe
paling voor de nieuw tot de school toe te laten
kinderen zou zijn uitgewerkt, zullen er vele
kinderen worden gevonden, die niet over een
vaccinatiebewijs beschikken.
Men zal dan niet anders kunnen doen dan
de werking van de overgangsbepaling weder
voor vele jaren te verlengen.
Hiermede zou dan voor de tweede maal, en
dan vermoedelijk voorgoed, een einde zijn geko
men aan het stelsel van den indirecten vacci
natieplicht.
Indien de minister, na alles wat hij ten gun
ste van den directen vaccinatieplicht heeft
kunnen aanvoeren, toch niet gekomen is met
een voorstel, dat in deze richting ging, is dit
geschied allereerst op grond, dat onder de te-
Laat
Uw verwanten en vrienden zijn nieuwe Kerst
verhaal „De Weg Terugvertellen, waarbij
U zelf hun een „Vreugdevol Kerstfeest en Ge
zegend Nieuwjaar" wenscht. Dit is mogelijk
door de origineele uitgave, waarin wij deze
Kerstvertelling brengen, 32 pagina's groot, in
feestelijk geïllustreerd 2-kleurenomslag, met
groen lint gebrocheerd, verpakt met carton in
doorschijnende enveloppe, kant en klaar voor
verzending. Alom verkrijgbaar of onder inzen
ding van 25 cent postzegels of per giro bestellen
aan Roman-, Boek- en Kunsthandel H. NELIS-
SEN, Leiöschegr. 72 B, Amsterdam, postreke
ning No. 60092.
Achter het station te Den Bosch is een rei
ziger door een onbekende overvallen en van
500 beroofd. De man werd neergeslagen en
viel bewusteloos op den grond, waar hij latei-
door een passeerend automobilist werd gevon
den. Van den dader heeft men geen spoor kun
nen ontdekken.
Na afloop van de lessen in een ambachtsschool
te Blijdorp raakte een tweetal jongens aan het
stoeien. Daarbij heeft een van de jongens een
dolkmes in de hand genomen, waarmede hij den
ander, den 15-jarigen Van S., wonende aan den
Stationsweg te Rotterdam, in den buik raakte.
Vermoed wordt, dat de jongen in het mes ge-
loopen is.
De gewonde jongen werd door een dokter, die
de eerste hulp verleende, direct per G.G. en G.D.
naar het St. Franciscusgasthuis te Rotterdam
overgebracht, waar de diepe snijwonde van zoo
ernstigen aard bleek te zijn, dat operatief in
grijpen noodzakelijk werd geacht. Men vreesde
voor het leven van den jongen, waarom hij
bediend werd.
De operatie heeft een gunstig verloop gehad
en thans is de toestand van den jongen goed
te n temen.
Daar Schiphol door den mist dicht zat, zijn
Zaterdagmorgen drie Douglas K. L. M.-vliegtui-
gen de Toekan, de Haan en de Oeverzwaluw,
alle uit Londen op weg naar Amsterdam, de Haan
met bestemming naar Berlijn, op het vliegveld
te Vlissingen geland. Voorts werd nog een
Deensch toestel verwacht, evenals het K.L.M.-
vliegtuig Koetilang, dat ook uit Londen moest
komen. Het overstappen van de passagiers in
de vliegtuigen met diverse bestemming' ge
schiedde te Vlissingen in plaats van, zoo
als gewoonlijk, op Schiphol.
De stewardess mejuffrouw Hilda Bongertman,
die op zoo gelukkige wijze bij de ramp met de
Lijster op Croydon gered is, is Zaterdagmorgen
met de Oeverzwaluw te Vlissingen gearriveerd
in gezelschap van dr. Slotboom. Deze achtte het
beter, dat mejuffrouw Bongertman rustig te Vlis
singen bleef, totdat, wanneer de mist opgetrok
ken was, de vliegtuigen hun vlucht naar Schip
hol konden voortzetten.
Wij hebben te Vlissingen een kort onderhoud
gehad met mejuffrouw Bongertman, de ste
wardess van de verongelukte Lijster.
Mejuffrouw Bongertman was natuurlijk ver
heugd, weer gauw thuis te zijn en maakte een
opgewekten indruk. Natuurlijk was het haar
nog lang niet naar den zin, op een tot een rust
bed neergeslagen zetel van den K. L. M.-vogei
te moeten blijven liggen. Dr. Slotboom was
over haar toestand uiterst tevreden en gelooft
ook niet, dat mej. Bongertman ribben gebroken
heelt, zooals aanvankelijk werd verondersteld.
Binnenkort zal zij geheel opgeknapt zijn, daar
het bekomen letsel zich voornamelijk bepaald
tot een aantal kneuzingen, een gekneusden voet,
brand- en snijwonden, echter alle niet van ern
stigen aard. Dit bleek ook wel uit het feit, dat
mej. Bongertman in staat was, op opgerUimden
toon een gesprek te voeren, waarbij zij zich o.a.
zeer gelukkig toonde met de vele bloemen, haar
op Croydon geschonken, en die de Oeverzwaluw
ten deele vulden.
Te ruim half vijf is het K. L. M.-toestel op
Schiphol geland. Hier waren behalve de ouders
van mej. Bongertman vele vrienden en ken
nissen aanwezig om haar te begroeten en geluk
te wenschen met haar redding. Ook dr. Her-
manides, de vader van de stewardess, die bij
de ramp van de Gaai om het leven is gekomen
was op het vliegveld. Hij bood mej. Bongert
man bloemen aan.
Direct na aankomst is de stewardess in gezel
schap van haar ouders en dr. Slotboom naar
haar wonplaats te Bussum vertrokken.
,:S
V: V.
1 ■-
BREDA, 12 December.
Nu kan het feest beginnen: de
Moerdijkbrug is geopend.
Noord en Zuid zijn aan elkaar
geklonken. Het breede water is
overbrugd. De scheidende nevel is
kon het symbolisch mooier aan
stonds nadat Hare Majesteit de brug
in haar volle lengte had overschreden,
opgetrokken. Op den eenen oever
kan men den anderen weer onder
scheiden, den andere dien men
voortaan, zonder ponten, loopend of
rijdend over de brug van een vollen
kilometer lang kan bereiken.
Vanmorgen was daar nog geen sprake van.
Op den weg door het eiland van Dordt reed
men als midden door de steppe. Over groote
afstanden zag men langszij niets dan licht-
besneeuwde velden, waar de omgespitte kluiten
zwart op afplekten. Meer niet. De mist sloot
alles af en maakte het uitzicht tusschen de
boomen van den weg donker. Een héél enkele
keer doemden hier en daar even de vage om
trekken van een boerderij op uit het monotone
grijs en dan verdwenen ze weer. Op den oprit
van de brug zelf, zag men heelemaal niets meer.
Het water lag dichtzij. Men hoorde de schepen
hun hoorn- en belsignalen geven, men hoorde
puffend een trein optrekken van het station
Willemsdorp, men hoorde hem over de spoor
brug ratelen, maar men zag niets van de nieu
we brug. Letterlijk niets zoolang men de koffie-
tent niet een heel eind achter zich had en vlak
voor de monumentale versiering bij de tribunes
stond. En dat blééf zoo tot de Koningin de
openingsplechtigheid had verricht en met haar
gevolg reeds den Zuidelijken oever had bereikt.
Nog niet één spanning ver kon men zien.
Toen echter de gasten en de sterrit-deelne-
mers zich opmaakten om naar Breda te trek
ken, was de zon dóórgebroken en kon men het
bruggevaarte over de volle lengte doorkijken.
Kon men de volle imposante kracht van dit
voortreffelijk ingenieurswerk bewonderen
Tijd om een diepen indruk te verwerken had
men echter niet. Breda wachtte.
De auto's met de autoriteiten reden snel voor
uit door de kleine Brabantsche plaatsjes, waar
de menschen samengepakt stonden te kijken en
te wachten op de sterrit-auto's die volgden
honderden achter elkaar, telkens in een lange
rij geëscorteerd door politiewagens, die hen
naar hun standplaats in Breda brachten.
Breda steekt al evenzeer in feesttooi als
Dordt. De vlaggen hangen overal uit. Het ca
rillon van den ouden toren sprenkelt zijn klan
ken over het marktplein, waar ze zich mengen
met de klatermuziek van de kermistenten en
met den vroolijken lach van al wat in die ten
ten draait en schommelt, autotje rijdt en
pijpen kapot schiet. Het stadhuis is feestelijk
versierd.
De vleugeldeuren aan het bordes staan open
Burgemeester van Slobbe recipieert. Hij
houdt een kleine toespraak, waarin hij den ar
beid van den Rijkswaterstaat prijst als voor
Breda en voor het heele Zuiden van groot be
lang.
Er wordt verder niet gesproken. Het is latei-
geworden, dan men dacht en wil het spel van
middag op tijd beginnen, dan moet men haast
maken met de lunch van de Kamer van Koop
handel, aangeboden in de bovenzaal van het
Zuid-Hollandsch Koffiehuis.
Een groot aantal gasten ontmoetten elkander
daar om de eeretafel, waar o.a. de Minister van
Waterstaat, de Belgische Staats-minister Car
ton de Wiart, de commissarissen der Koningin
in de provincies Noord Brabant en Limburg, de
voorzitter van de Tweede Kamer der S. G.
Staatsminister Aalberse en de oud-ministers
Reymer en Bongaerts aanzaten.
Bij den aanvang sprak de voorzitter van de
Kamer van Koophandel voor Westelijk Noord-
Brabant, Ir. A. Beukers, een welkomstwoord,
waarin hij herinnerde aan de levendige belang
stelling, die deze Kamer in haar meer dan hon
derdjarig bestaan steeds aan den dag heeft ge
legd voor de verbetering der middelen van ver
voer van en naar deze streken. Speciaal op het
tot stand komen van de beide Moerdijkbruggen,
de oude voor het spoor en de nieuwe voor het
wegverkeer, heeft zij steeds met kracht en klem
van argumenten aangedrongen.
Ir. Beukers sprak de hoop uit, dat de finan-
cieele toestand van het land het óók mogelijk
zou maken, den nieuwen Maasovergang te Rot
terdam binnenkort te voltooien, opdat het snel
verkeer niet meer dóór de gemeente Rotter
dam zal hoeven te trekken, wat én voor dit
verkeer èn voor deze gemeente ongewenscht
moet worden geacht.
Namens de bewoners van Westelijk Noord-
Brabant bracht spr. tenslotte hulde aan den
Rijkswaterstaat voor den bouw van deze brug,
die den roem van Nederland wederom hóóg-
houdt.
De minister van Waterstaat. Jhr. van L i d t h
de Je u d e, zei in zijn antwoord op deze rede
o.a.:
Hoe het nageslacht over deze brug
zal oordeelen, weet ik niet, doch wèl
weet ik, dat wij al wat in ons ver
mogen lag en binnen het bereik van
het technisch kunnen in dezen tijd,
hebben gedaan, óók om een nauweren
band te leggen tusschen onze zuide
lijke buren en ons.
Staatsminister Carton de Wiart, die de
courtoisie had zoo goed en zoo kwaad als het
ging en het ging heelemóal niet kwaad in
de Nederlandsche taal te spreken, wenschte Ne
derland van harte geluk met deze prestatie, die,
naar hij vertrouwde, de vriendschap tusschen
beide landen en volken zal verhoogen.
Intusschen werd het hóóg tijd voor het histo
risch spel.
Om het groote plein voor de Koninklijke Mi
litaire Academie stonden reeds honderden
menschen te wachten tot de gasten voor de
eeretribune zouden arriveeren en de Spaansche
kurassiers, die al een heelen tijd bij hun wacht
vuren zaten en stonden, eindelijk in actie kon
den komen. Eerst tegen drie uur kon alles een
aanvang nemen.
Hier herleefde de geschiedenis van het
Bredasche turfschip in haar volle fleur en
in al haar spannende momenten. De Spaan
sche wachten worden in hevige gevechten,
waarbij het geknal der geweren niet van de
lucht raakt, neergeschoten en het kasteel
ingedragen; de Spanjolen trekken af; Prins
Maurits snelt te paard binnen en zijn heele
gevolg met hem en de burgemeesteren en
de schepenen enfin, de apotheose biedt
een overdadigheid van zwierigheid en kleur,
die de phantasie werkelijk héélemaal ver
plaatst naar den tijd van den Prins.
Het spel verliep aanvankelijk erg traag, doch
later werd de handeling aanzienlijk veel vlotter
en het totaal veel fleuriger.
Alle spelers samen formeerden na het einde
van het spel een langen stoet, die als historische
optocht door de straten van de stad trok, waar
de menschen dicht langs den heelen weg ston
den samengepakt.
Eerst nadat deze stoet heeft getrokken, kun
nen de automobilisten van den sterrit hun wa
gens van de parkeerplaatsen halen en de stad
verlaten. Velen echter blijven in den avond vo!
Brabantsch plezier, bij het gecostumeerde feest
in Concordia.
Men kan nu immers nog laat terug naar het
Noorden de brug is open!
De Belgische minister van Openbare Werken
Merlot heeft zijn Nederlandschen collega het
volgende telegram gezonden:
„Ik wensch u geluk bij het in dienst stellen
van de Moerdijkbrug en geef uiting aan mijn
bewondering voor de groote snelheid, waar
mede de rijkswaterstaat dit belangrijke werk
heeft uitgevoerd.
De gewone audiëntie van den minister van
Sociale Zaken zal op Woensdag 16 December
niet plaats hebben.
De naam van Alexis Carrel zal thans wel dooi
de vertaling van zijn boek „De onbekende
mensch" genoegzaam bekend geworden zijn in
Nederland. Dit boek kan ik iedereen aanraden
om te lezen, omdat het een meesterlijk werk is.
Hij geeft daarin een korte logische samen
vatting, een synthese dus, van al wat men van
den mensch weet, en van de vele maatschap
pelijke regelingen en instellingen, waardoor men
de menschelijke natuur te kort doet. Aan het
eind van het boek geeft hij wenken voor de
samenwerking van geleerden, die volgens hem
meer dan ooit noodig is. Deze methode van
samenwerking nu is door hem reeds beoefend
bij zijn bestrijding van de wondinfecties gedu
rende den wereldoorlog; hij is door deze be
strijding beroemd geworden. Deze bestrijding
was zeer noodzakelijk, omdat de juiste wijze van
behandeling van oorlogswonden was verloren
gegaan, ja, ook het juiste inzicht was niet mee:
aanwezig.
Om het kort te zeggen, men was gaan mee-
nen, dat antisepsis, d. w. z. dooding van reeds
in de wond ingedrongen ziekteverwekkende kie
men, nutteloos was. De wonden werden dus
te veel aan zich zelf overgelaten, niet behan
deld met Jodium (d.i. Jodiumtinctuur) of wa
terstof (d. i. Waterstofperoxyde), noch met een
andere antiseptische stof. Men meende dat
ziektekiemen, die eenmaal in de wond waren
binnengedrongen, niet meer achterhaald kon
den worden. Maar het aantal en de hevigheid
van de wondinfecties in den oorlog was ver
schrikkelijk en niet minder de gevolgen: dood
verminking en amputatie.
Carrel nu kreeg de gelegenheid, om eer
systematisch onderzoek in te stellen naar de
beste antiseptische vloeistof; een laboratorium
te Compiègne. dat betaald werd door de Rocke
feller Foundation, en een Fransch oorlogshosp;
taal waren zijn terrein van behandeling.
Er was een chemisch laboratorium, onder d'
rectie van Dakin. (De antiseptische vloeistof,
die het resultaat is van de onderzoekingen, heet
Carrel-Dakin's vloeistof). In de biologische af-
deeling had hij twee assistenten, waaronder
Carrel's echtgenoote. Het bacteriologisch onder
zoek had een anderen specialist. Twee andere
heeren deden het wis- en natuurkundig werk:
een andere hulp weer voor het chirurgisch
werk; twee specialisten voor de photographie.
Medewerkers voor de eerste en tweede wond
behandeling, anderë voor de chirurgische proef
nemingen, andere voor het onderzoek van de
litteekenvorming. Zoo werkten 15 menschen
samen aan één onderzoek.
Zooals steeds, moest men een vasten maat
staf hebben, om de resultaten te Kunnen be-
oordeelen, en het zou het beste zijn, wanneer
men in cijfers het resultaat zou kunnen uit
drukken. Carrel had twee maatstaven, nJ. het
aantal bacteriën, dat eerst in de wonde werd
gevonden, en dan weer later na de behande
ling; en dat was een oude manier van meting
der resultatenmaar hij had ook een nieuw
meetinstrument en dat was de vorming van het
litteeken. De snelheid, waarmede de wond zich
sloot, was dus de maat van het welslagen der
antiseptische behandeling, Daarvoor was het
echter noodig een formule te vinden voor de
normale wondsluiting, en deze heeft men dan
ook gevonden; het bleek, dat deze snelheid
nauw verband staat met den ouderdom.
De moeilijkheid, om een goede antiseptische
vloeistof te vinden, is dat stoffen, die doodend
werken op bacteriën, vaak ook schadelijk wer
ken op menschelijke weefsels; ja, sommigen
waren van meening, dat daardoor een goede
antisepsis steeds onmogelijk zou blijken; maar
Dakin heeft gezocht naar een zoodanige stof,
die tegelijk doodelijk is voor de bacteriën, maar
slechts weinig prikkelend voor het organisme.
Hij onderzocht tweehonderd verschillende stof
fen en bleef tenslotte staan bij een oplossing
van natrium-hypochloriet, dat op bijzondere
wijze bereid wordt. Daarna werd nagegaan,
hoe lang en hoe sterk deze vloeistof in aanra
king moest blijven met het lichaam. Deed men
dit, en liet men deze antiseptische oplossing
lang genoeg in contact met de wond, dan werd
deze wond steriel, zonder eenigen bacteriën-
inhoud; en daarmee was bewezen, dat het wei
degelijk mogelijk was, om ook in het lichaam
ingedrongen bacteriën onschadelijk te maken.
Het bleek, dat spoedig behandelde wonden snel
ler genazen dan wonden, die eerst later op de
beschreven wijze gedesinfecteerd werden.
In den oorlog bleek dan, dat wanneer de
versche wonden op de door Carrel aangegeven
wijze werden behandeld, er geen ettering op
treedt. Men vergete niet dit zijn moderne
oorlogswonden, veroorzaakt door shrapnells en
brisantgranaten en die dus zeer verscheurd en
verbrijzeld zijn, waardoor het verwoeste weef
sel een gemakkelijke prooi is voor de ziektekie
men, die met geweld met de kleeren in de wond
worden gebracht.
Maar de methode van behandeling, die trou
wens tot in alle détails was nagegaan, bleek
zoo effectief, dat de wonden spoedig steriel
werden, niet etterden, spoedig gesloten konden
worden', en dat zeer weinig operaties noodig
waren en de verminkingen zeer sterk vermin
derden.
Dat wil natuurlijk niet zeggen, dat de me
thode terstond overal werd toegepast. Dit ging
langzaam, en een jaar nadat de techniek be
kend gemaakt was, hoe men de wondettering
en de verschillende daaruit voortkomende ziek
ten en verminkingen kon voorkomen, werd de
methode nog maar bij uitzondering toegepast.
Dat neemt niet weg, dat de antiseptische
wondbehandeling tegenwoordig weer veel meer
in haar waarde erkend wordt; hetgeen juist
voor een groot deel aan het werk van Carrel
is te danken.
Zoo heeft men ook in de Nederl. kolenmijnen
de onmiddellijke behandeling der kleine won
den doorgevoerd; het aantal ziektedagen door
ongevallen slonk daardoor met meer dan 50
pet., en verwondingen die vroeger tot amputa
tie en verminking leidden, werden nu geheel
genezen, en de patiënt bleef valide. De mijn-
arts dr. Veraart geeft zich zeer veel moeite, om
de juistheid en doeltreffendheid van zijn me
thode overal te propageeren. Die behandeling
is met 5 pet. jodiumtinctuur; en daaraan is een
enorme vermindering van wondziekten te
danken.
Dr. TH. H. SCHLICHTING
Zaterdag hadden honderden zich op de alge
meene begraafplaats te 's-Gravenhage verza
meld rondom het graf van schipper W. de Niet
van de „Sch. 179" van de reederij Frans Vro
lijk, namens welke de heer S. P. Vrolijk woor
den van deelneming tot de nabestaanden sprak
en zeide, dat ook de reederij zwaar getroffen
werd door het verbis van dezen trouwen
schipper.
De voorzitter der Schippersvereeniging, de
heer Dijkhuizen, sprak woorden van troost tot
de nabestaanden.
Er was een krans van de reederij Frans Vro
lijk.
De minister van Binnenlandsche Zaken mr.
J. A. de Wilde, heeft Zaterdagavond half acht
in hotel Wittebrug te Den Haag aan den voor
zitter der interparlementaire unie graaf Car
ton de Wiart, ter gelegenheid van diens bezoek
aan ons land, een diner aangeboden.