G. T. NIEUWENHUIZEN
i>iiuue WigJnan.
WINTER-DRANKEN
f 1per week
N.V.HEES Co.
HERTEKOP
HEDEN GEOPEND
Voor Kerstgroepen en -stallen
Jan Fortgens'. Goud- en Zilverhuis
DE GEBOORTEGROND DES HEEREN
RESTAURANT DORRIUS
SLIJTERIJ „ZIJLHOEVE"
NU IEDEREEN
z ij n eigen radiotoestel
RftRST-
C1SCHEMKKM
HANENGEKRAAI
KERSTNUMMER
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
KONINGSTRAAT 7 - TELEFOON 16945
PLATS DU JOUR EN a LA CARTE
BLOEMENMAGAZIJN
SPECIALE KERSTETALACE
KRUISSTRAAT 33 - HAARLEM I
Kerstgeschenken
Antieke en artistieke
Meubelen
GROOTE HOUTSTR. 109, n. Cinema Palace
vindt ge een groote sorteering in uiterst
lage prijzen. In moderne groepen een
mooie sorteering, ook in losse beeldjes",
verschillende maten
CROOTE HOUTSTRAAT 185 - TELEF. 11290
Zijlweg 159 b/d Julianalaan - Telefoon 13663
ZIJLVEST 3 - TEL. 12223
GROOTE SORTEERING BILLIJKE PRIJZEN
Hoe Sven Hedin Bethlehem zag
Een Kerstverhaal uit den Fransche
revolutie
Dlv. Kerstmannetjes
3 stuks 10c, 4 st. 10'
Zilveren en gekleurde
pieken25c 10'
Vuurtoren, draaibaar
met 3 reserve- mg*c
lichten50
Draailichten, m. c
2 reserve-lichten 2d
Paddestoelen
2 dig. met klem 10
zonder klem 1 dig.
2 stuks10
Glasslingers In diverse
kleuren en uit-
voeringen2d
Kersttafellaken
met 6 servetten BO
2 Kersttalelloopers
met 1 2 servetten 10c
50 Kerstservettenl 0c
Fantasie-artikelen uitgebr.
sorteering ...10c 4&c
2 stuks 10c, 3 st. lO
Kerstklokkeij-io.
zilver 10c 2 st.
IdeminroodlOc
2 stuks 10c, 4 st.
Sterren als top-
versiering ...25c
Idem als boom-
versiering 2 stuks
Kerstballen, gekleurde
en witte, in doozen van
4, 6, 9 en M
12 stuks50c 25
Kerstkransen
aardig afgewerkt
3 stuks
Chocolade
Kerstklokken
Chocolade
Kerstmannen
«Jj cp Cf> c£> cp C|3 C|D Cto C|3 dp Cj3 Cj3 Cj? C|3 C|3 Cf3 C£> C^J Cp <^5 C£> Cj3 Cj3 C£> C|D C£> Cp C£> Cp C^3 Cj3 Cj3 C£> Cj3 CjD Cj3 Cj3 C£> CjD Cp Cp C£> Cj3
c»d c& ckcfc cè> cb cja cfe cfe cfc cfs cfc> cb cb cp «da cb cp cbcb cb cb eb cp cb cb cb cb et cb cp eb cb cb cb cb cb cb eb cb cb cb cb cb cb
N.Z. VOORBURGWAL b. h. SPUI, AMSTERDAM
zooals Punch - Cognac - Wijn enz
betrekt U van een oud en vertrouwd
adres wanneer U ze bij ons bestelt:
DE NIEUWSTE PHILIPS, MET 2 JAAR
GARANTIE, LAMPEN INBEGREPEN, voor
slechts
Gedurende 2 jaar dus geen onkoster*
Stelt het niet uit, doch laat U eens
geheel vrijblijvend demonstreeren!
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
VOOR
even kijken bij de
van ouds GROOTE COLLECTIE
Serviezen, Commode, Kabinetten
Kasten, Antieke Doeken, Porce-
lein, Klokken, Koper en Tin.
RESTAURATIE-INRICHTING
VAN OUDE KUNST
den vioer der crypta, omgeven uoor de heilige
.woorden: „Hic de Virgine Maria Jesus Christus
natus est". De ster, die 2000 jaar geleden de
Wijzen uit het morgenland geleidde, stond juist
boven deze plek, waar nu een krans van lampen
zweeft, die aan de verschillende sekten toebe-
hooren. De kribbe is van marmer. Daarboven
hangen wederom vijf lampen, en hier achter een
klein schilderij, dat de geboorte van Jezus
Christus voorstelt. Een altaar is gewijd aan de
drie koningen uit het morgenland. Op de
Kerstmis in het jaar 1101 werd Balduin hier
tot koning gekroond en tallooze bedevaartgan
gers verdrongen er zich in vredestijd vooral in
den Kersttijd. Dan kon men zich nauwelijks een
weg banen door de benauwde ruimte, waar een
walm van de waslichten de atmosfeer ondraag
lijk maakte. Reeds in Constantijn's tijd
pronkte dit heiligdom in rijkdom en pracht; en
ook thans is het nog het tegenovergestelde van
de armoede, die uit de woorden spreekt: „En
zij baarde haren eerstgeboren zoon, en wond
hem in doeken en legde hem neder in een krib
be, omdat voor henlieden geene plaats was in
de herberg".
In de onmiddellijke verbinding met de basili-
ka staan het klooster der Franciscanen en de
kerk van de Heilige Katharina, van waar een
trap naar een voortzetting van de zooeven be
schreven crypta leidt. Hier ligt de kapel der on-
schuldigen, waar op het bevel van Herodes de
kinderen vermoord en in een put geworpen wer
den. By het schijnsel van een licht kwamen wij
aan het graf van Eusebius en Cremona en ver
volgens bij een kapel, waar de heilige Hierony-
mus begraven ligt. Zijn leerlinge Paula en haar
dochter Eustachia zijn hier eveneens bijgezet.
Een grootere crypte, meer naar binnen gele
gen, wordt aangeduid als de plaats, waar Hie-
ronymus de Vulgata vertaald heeft. In een an
dere crypta kreeg Jozef in den droom de waar
schuwing van den engel: „Sta op en neem tot
U dat kindeken en zijne moeder en vlied in
Egypte".
In het tijdschrift „De Aarde en hare volken",
werd opgenomen de beschrijving van de
reis, die de beroemde Wereldreiziger Sven
Hedin maakte naar het Heilige Land. Uit deze
reisbeschrijving nemen we een gedeelte van het
hoofdstuk over, dat over Bethlehem handelt.
De straatweg van Jeruzalem naar het op 10
K.M. daarvan gelegen Bethlehem is uitmuntend
en leidt door de schoone landouwen van het
bergland Judea. Eerst gaat het omlaag naar het
vruchtbare dal van Hinnom op de grens tus-
sehen Benjamin en Juda, dat zich verderop met
het Kedrondal vereenigt en zich onder den naam
Wadi en-Nar tot aan den oever van de Doode
Zee uitstrekt. Wij passeeren het benedenge
deelte van den Gihonvijver, waar Salomon tot
koning gezalfd werd. Links van den weg toonde
mijn kundige begeleider, Larsson, mij den boom,
waaraan volgens overlevering Judas zich had
opgehangen. Rechts liggen de goed onderhou
den tuinen en landhuizen van de Duitsche
Tempelkolonie, alsook het station, dat allen be
devaartgangers, die van Jaffa komen, bekend is.
Onder 't voorbijrijden van de wuivende
graanvelden bij het begin van het dal, dat lang
zaam aan in de vlakte van Saron overgaat,
vraagt de omgeving onze aandacht.
Hier trippelen kleine ezelkaravanen met
augurken, vruchten en groenten beladen naar
de bazars van de heilige stad. Ginds verschijnt
een gezelschap rondreizende Bedouienen uit de
diepte van de woestijn om in Jeruzalem handel
te gaan drijven; hun in 't donkerblauw gekleede
vrouwen, wier vormlooze sieraden over het ge
laat afhangen, tronen trotsch op hooge drome
darissen, die blauwachtige schaduwen op het
witte stof van den weg afwerpen.
Een oogenblik houden we halt bij een re
genput, welks tegels volgens mijn geleider af
komstig zijn uit de waterwerken van Salomon
ten zuid-wésten van Jeruzalem. „Bron der Wij
zen" is zijn naam. Toen de Wijzen uit het mor
genland langs dezen weg trokken om op bevel
van Herodes den pasgeboren Koning der Joden
te zoeken, verloren zij de leidsster uit het oog
en moeten toen aan deze bron halt gehouden
hebben om hun kameelen te laten drinken.
Daar opeens schitterde hun het spiegelbeeld
van de ster uit het water tegen, zij waren dus
op den goeden weg.
Links, in de buurt van het Grieksche klooster
Mar Elias, bevindt zich een andere bron, waar
de Heilige Familie op de reis naar Jeruzalem
getoefd moet hebben.
Rechts duikt het groote christendorp Bet
Dschala voor ons op en onmiddellijk aan den
weg Kubbet Rahil, het graf van Rachel met zijn
witten koepel, zijn stevige muren en het wit ge
schilderde gedenkteeken. Hierheen trekken
Christenen, Joden en Mohammedanen. Het ge
bouw is echter geheel modem en ook de Bijbel
geeft maar in zekere mate waarborg voor de
echtheid van de plaats.
Nu strekt Bethlehem zich voor ons oog uit.
Het nam niet de minste plaats in onder Juda's
vorsten en bewaart een der kostbaarste herin
neringen der Christenheid, een herinnering, die
alle kerstklokken aan 't kleppen brengt en her
dacht wordt, daar waar de dennenboomen hun
takken onder de sneeuw buigen en daar waar
de warme winden over de ruischende palmen
waaien: „Ziet, ik verkondig U groote blijdschap,
die al den volke wezen zal, namelijk dat U he
den geboren is de Zaligmaker, welke is Chris
tus, de Heere, in de stad Davids".
Bethlehem had kort voor den oorlog 11.000
inwoners, bijna uitsluitend Christenen, waarvan
het meerendeel Grieksch-Katholiek is. De
eerste indruk is onvriendelijk. Aan den buiten
kant duiken hier en daar witte en bonte land
huizen op. Het zijn de woningen van Syrische
en Arabische kooplieden, die in Zuid-Amerika
schatrijk geworden zijn en nu teruggekeerd, het
arme Bethlehem met smakelooze paleizen
hebben omgeven, wier uiterlijke pracht alleen
dient om de onzindelijkheid van binnen te be
dekken.
Op een kruispunt van wegen voor de stad ligt
het fraaie ziekenhuis van de Zweedsche Jeru-
zalemvereeniging; thans was het hoofdzakelijk
door ooglijders bewoond en werd het bestuurd
door een Duitsche zuster.
De Christusgeboortekerk aan den oostrand
der stad is heel oud en heeft zich in al de stor
men der tijden merkwaardig goed gehouden. De
kerk moet staan op de plek, waar Christus ge
boren werd; deze overlevering gaat zoover te
rug, dat men geen reden heeft om aan haar
juistheid te twijfelen. Constanten stichtte reeds
in het jaar 330 zijn basilika, die waarschijnlijk
door Justinianus werd verbouwd. In later tijd
is noch aan de fundamenten, noch aan de ar
chitectuur meer iets veranderd; het bewijs hier
voor leveren de schilderingen, welke de bede
vaartgangers uit verschillende eeuwen hebben
achtergelaten.
De eenvoudige stijl van het inwendige maakt
een aangrijpenden indruk. Twee smallere zijbeu
ken worden van het hoofdschip gescheiden door
vier rijen zuilen van rood kalksteenmonoliet
met Korinthische kapiteelen. De kerk heeft geen
koepel, maar een plat dak en de dikke balken
van den dakstoel liggen geheel bloot. De muren
van het groote koor zijn versierd met voorstel
lingen uit de Bijbelsche geschiedenis en het
Iconostas verraadt, dat Grieksche priesters en
monniken met Latijnen en Armeniërs hier sa
men de heerschappij deelen. Het valt den eer-
waardigen kerkvaders hier al even moeilijk om
elkaar te verdragen als aan het Graf van Chris
tus. Toen de Latijnen eens in het hun toegewe
zen gedeelte een tapijt neerlegden, sneden de
Grieken er een hoek af omdat die over hun
gebied heenlag. Zij bestreden elkander het
eigendomsrecht van een venster en dertig jaren
sponnen de spinnen daar hare webben, omdat
men elkaar van weerszijden zelfs het schoon
maken belette. Door de tusschenkomst van En-
ver Pascha vond de priesterschap eindelijk een
oplossing voor deze schoonmaakkwestie. De
Armeniërs kregen van Konstantinopel toestem
ming aan hun plafond nog een lamp op te han
gen, dit namen de Grieken op als een inbreuk
op hun rechten en verwijderden de lamp weer.
De leege ketting hangt er nog.
Er heerscht een plechtige stilte In het gewel
dige godshuis. Geen pelgrimsstap weerklonk
over de afgesleten tegelsteenen, behalve enkele
monniken waren wij de eenige bezoekers. Voor
het koor gaan twee, een halve ring vormende
trappen omlaag naar de koele schemering van
de kribbekapel. Hier en daar flikkert een lamp
licht. Weldra staan wij voor een gouden ster op
Toen wij het daglicht weer bereikt hadden,
wandelden wij in den glans der middagzon naar
de nabij gelegen Melkgrot van welke het heet,
dat er wonderbare kracht van uitgaat. Toen
Maria hier eens haar kind te drinken gaf, zoo
vertelt een oude sage, vielen er eenige droppels
bezijden, daarom komen tegenwoordig nog
vrouwen hier heen om voor de voeding voor
hare kinderen te bidden; anderen verzamelen
het stof van de Ihuren van deze grot, men bakt
het in brood en verkoopt dit aan de geloovigen.
Meer naar het Oosten ligt het veld, waar de
herders in den Kerstnacht met hun kudden ver
toefden. Is het toeval gunstig, dan ziet men ze
nu nog in levende lijve voor zich, in dezelfde
kleeding, den staf In de hand en omgeven van
witwollige schapen, net als in de geschiedenis,
die we als kinderen van moeder hoorden; ieder
jaar wèer herhaalt ze zich onder den kerstboom
en overtreft alle andere sagen door haar heilige
waarheid en haar wereldomvattende liefde.
Het was een droevig Kerstfeest, dat Frank
rijk vierde in 1790. MSrabeau en Lafayette
weerstonden nog den Jacobijnen, maar
reeds beefde de aarde van de schokken, die
een gruwelijke uitbarsting voorspelden van den
revolutie-krater. Iedere dag bracht nieuwe
rampen. Reeds maanden werden de kerloen
onteerd. De goederen werden verbeurd verklaard
en geseculariseerd, de Nationale Vergadering
ontnam den Paus het recht bisschoppen te
benoemen.
Maar de genadeslag moest nog worden ge
geven. Om allen tegenstand der geestelijken te
breken, beval de Nationale Vergadering op 27
November dat alle bisschoppen en priesters
den eed moesten afleggen op de Constitutie,
Weigerde men, dan dreigde dood of verban
ning. Met eën hoonend lachen had dé linker
zijde geantwoord op de vurige verdediging van
den dapperen priester Maury, die had uitge
roepen in de Kamer:
„Zoolang nog de godsdienst de meerderheid
der Franschen onder zijn belijders telt, zal hij
uw slavin niet worden. Hij hecht geen waarde
aan wereldsche dingen en nimmer zal hij buigen
voor brutale kracht."
De koning bleef aarzelen, de resolutie van de
Vergadering te bekrachtigen. In den Kersttijd
bereikte de opstand de Tuilerieën en de wan
kelmoedige koning gaf toe. Op den dag van
St. Stephanus, den eersten martelaar van de
Kerk, teekende Lodewijk de rampzalige reso
lutie.
Den volgenden dag weigerden 50 bisschoppen
en 200 priesters in het parlement den eed af
te leggen. Zij verkozen armoe en vervolging
boven eerloosheid. „Hang ze op, die priesters!"
galmde het nu door de straten van Parijs.
47.000 Fransche priesters, met hun bisschop
pen, slechts 4 uitgezonderd, aan het hoofd,
bleven standvastig, maar werden opgejaagd als
wilde beesten.
Met afgemeten zware stappen besteeg pas
toor Jacques Fourette den preekstoel van het
kerkje van Aigues Mortes, een oud versterkt
stadje, door Lodewijk den Heiligen gebouwd aan
de Rhóne, als etappe voor zijn krijgslieden.
De pastoor was zeer bezorgd. Wat zou de
groote, heilige koning van het plan, dat hij,
Jacques Fourette, nu ging ten uitvoer brengen,
zeggen? Zou hij dat plan wel goedkeuren? Een
honderd passen vanaf de kerk stond nog, in
stramme houding, het machtige bolwerk, de
„Toren van Standvastigheid" door Lodewijk
den Heiligen speciaal opgericht als een teeken
van zijn krachtigen wil, de heilige plaatsen te
bevrijden uit de handen der ongeloovigen.
Was het plan van pastoor Fourette wel in
overeenstemming met de christelijke heldhaf
tigheid van zijn priesterschap en de tradities
van het stadje? De pastoor was van plan den
eed af te leggen en de motieven tot dien stap
uiteen te zetten voor zijn parochianen. Zijn
twee kapelaans hadden den eed geweigerd. Het
zou verkeerd zijn, trachtte hij zijn onrust te
overtuigen, als hij eveneens weigerde.
Onrustig, ontevreden over zich zelf, besteeg
pastoor Fourette zijn preekstoel. Zijn stem
beefde, toen hij het Evangelie begon voor te
lezen: „Toen Jezus nu geboren was in Beth
lehem van Juda, in de dagen van koning He
rodes, toen kwamen de Wijzen uit het Oosten
te Jeruzalem en zeiden: Waar is de nieuwge
boren Koning der Joden....?"
In diepe stilte luisterde de parochie. Pastoor
Fourette herwon zijn zelfbewustzijn en begon
zijn preek. Een nieuwe tijd brak aan, een
nieuwe regeling begon voor Frankrijk. De
priesters behoorden te gehoorzamen en door
hun eed de nieuwe eenheid van het volk te
bekrachtigen.
Toen de pastoor dit gezegd had, klonk er
een vreemd geluid op uit de menigte visschers
en boeren, een doordringend hanengekraai,
precies als bij Petrus, toen deze den Heer ver
ried.
Verbijsterd van schrik was de pastoor spra
keloos een doodsche stilte heerschte ih
de kerk. Toen, onder den indruk van de over
eenkomst der situaties, klonk er gemompel, dat
snel uitbrak in een tierend protest. Het protest
tegen dien eed van den pastoor groeide tot een
storm. Vuisten balden omhoog en door het ge-
getier snerpte het kraaien van den haan.
Jacques Fourette vluchtte van den preekstoel,
rende door zijn pastorie naar buiten, achter
volgd door het getier zijner parochianen. „Weg
met dien Judas, Herodes, Herodes"'' krfjschte
het achter hem aan. De beangste man vónd een
schuilplaats in een particulier huis.
En toen het volop morgen was, bevond zich
de vluchteling buiten de poorten van de oude
bisschopsstad Nïmes en voor hem verhieven
zich grijs en somber de ruïnen van oude tem
pels, waarvan de goden waren overwonnen door
het Kruis en het bloed der Christen martelaren.
En toen weende de pastoor bitter
Twee weken later klonken op een zeer on
gewoon uur de klokken van het kerkje van
Aigues Martes. Weemoedig dreven de klanken
over het oude stadje, over de ruimten rondom
Verbaasd luisterden de bewoners. Toen, plotse
ling ging het geruoht, dat pastoor Fourette was
teruggekeerd. Men kon bijna niet gelooven, dat
de dienaar van Herodes dat zou hebben ge
durfd. Nieuwsgierig haastten zich honderden
naar de kerk. Droefgeestig brandden er enkele
spaarzame kaarsen. Op den preekstoel stond
een priester, z'n bleek gelaat omlaag, een boete-
koord om zijn hals.
't Was Jacques Fourette, die met luide stem,
weike beslistheid toonde en onbuigzaam van
wil, het Confiteor begon te bidden:
„Ik belijd voor God Almachtig, voor de H.
Maria, altijd Maagd, voor den H. Aartsengel
Michaël, voor den H. Joannes den Dooper, voor
de heilige Apostelen Petrus en Paulus, voor
alle Heiligen en voor U, mijn parochianen, dat
ik ontzettend heb gezondigd...."
Het was of een, bovenaard sch licht den rouw-
mpedigen priester verscheen, terwijl hij om
vergiffenis smeekte voor zijn slecht voorbeeld
en in het openbaar zich een zware boete op
legde. De visschers en boeren hadden allen
tranen in de oogen. Zij verzoenden, zich met
hun pastoor, zooals deze zich verzoend had met
God en de Kerk. Dien volgenden dag ging
Jacques Fourette van huls tot huis, om al zijn
parochianen persoonlijk vergiffenis te vragen.
Het stadje var» den H. Lodewijk had haar her
der teruggevonden.
De haan kraaide niet meer in Aigues-
Mortes
Met 400 mede-priesters scheepte pastoor
Fourette zich in naar heldhaftige ballingschap;
maar na den dood van Robespierre kon hij te-
rugkeeren om te kunnen sterven in zijn ge
boortestad. Hoog boven de lagunen verheft zich
in Aigues Mortes de geweldige bouw van St.
Lodewijk; „De Toren van Standvastigheid".
Op de muren moest de naam worden ingekrast
van pastoor Fourette, die eens in zijn kerk den
haan hoorde kraaien, maar die boeteling werd
en stierf als een wankelloos kampioen voor het
r»s»1 pA'F
Prachtige f iwren uit een Kerstkribbe-groep
De aanbidding der herders, naar een schilderij van Correggio.