Het mandaatsgebied van
Z.W.-Afrika
Het huisbezoek der Priesters
„BI-ARLITA"
Geef mij
Nieuwe
O ogen!''
GEEN NEIGING TOT
TERUGGAVE
UIT HET DAGBOEK VAN
EEN KAPELAAN
ZATERDAG 19 DECEMBER 1936
N.V. PHILIPS' GLOEI
LAMPENFABRIEKEN, EINDHOVEN
BUITEN LANDSCH OVERZICHT
De S.D.A.P. en de natio-
Houding der Duitschers
De „Ibis" te Basra
De Hooge Commissaris van Pales
tina toont zijn belangstelling
Het Nederlandsch
Gezinsboek
Bestuur der en der Stichting boden
Prinses en Prins een pracht
exemplaar aan
nale gedachte
Waar een parochiegeestelijke alzoo
mee wordt lastig gevallen
Is de priester vogelvrij?
Malversaties door een
notaris?
De Justitie stelt een onderzoek in
Windhoos bij Bandoeng
Een aantal woningen en loodsen
vernield
Pluimveetentoonstelling te
Antwerpen
Mechanisatie in de sigaren-
industrie
Dertig eeuwen geleden leerden de
Chineesche wijzen hun volgelingen,
dat de Goden een bede om
„nieuwe oogen" nimmer verhoog
den. Oogen waren niet te repa-
reeren en bedorven, oogen zijn
nog altijd niet te repareeren.
Daarbij zijn oogen teer. U bederft
ze reeds, wanneer U 's avonds con
stant werkt of leest, terwijl er een
lamp van minder dan 150 dekalu-
men in Uw middenlicht brandt. Con
troleert, of dit minimum aanwezig is.
Let erop, dat er be
hoorlijk licht is bij de
stoel, waarin U zit te
lezen, of op de tafel,
waar U werkt. Een
extra lampje is een zegen voor
oogen en gezondheid!
Daarbij is goed licht uiterst goed
koop.. Een Philips' „Bi-Arlita"-lamp
van 150 dekalumen geeft voor
1 a 2 cent een heelen avond
helder licht, berekend naar de
meest-gebruikelijke stroomtarieven.
Een reeks belangrijke waarheden
over oogen, en verlichting vindt U
vlot uiteengezet in ons werkje: „Van
het Wondere Zien". Vraagt het aan:
het is gratis!'
PHII
- .iii -
Zuid-West-Afrika is de belangrijkste kolo
nie van Duitschland geweest in den kor
ten tijd dat het keizerlijke Duitschland
koloniën heeft gehad. Bismarck had in 1871
het „Tweede Rijk" gesmeed en hij was van
meening, dat koloniën voor het jonge rijk maar
last beteekenden en tenslotte gevaarlijk konden
Worden op het gebied der buitenlandsche po
litiek. Hij wilde niets van koloniën weten.
Duitschland was volgens hem nu eenmaal niet
voorbestemd tot koloniale mogendheid. Ook
het Duitsche volk voelde aanvankelijk niets
voor koloniaal bezit. Onder Wilhelm II werd
het kunstmatig en warm voor gemaakt door
koloniale bonden en vooral door den „Flotte-
verein", welke vereeniging in het bezit van
koloniën een pracht van een voorwendsel zag
om de „Hochseeflotte" uit te breiden, waarbij
zij de vijandschap en den naijver van het mach
tige Albion lichtvaardig in koop nam, wat in
den wereldoorlog leidde tot de vernietiging van
het Keizerlijke Duitschland. In het jaar 1884
bezweek Bismarck voor den aandrang om een
Duitsch protectoraat te vestigen in Zuid-Afrika.
Dit gebeurde, omdat zendelingen en hande
laren van Duitsche komaf hem bescherming
verzochten tegen de „lastige" inheemsche be
volking. Bismarck had eerst nog Engeland ge
vraagd die bescherming op zich te nemen, maar
het antwoordde, dat het in Zuid-Afrika geen
protectoraat wenschte te vestigen (dit antwoord
dateerde van ongeveer 20 jaar vóór den Boe
renoorlog!). Bismarck legde toen beslag op het
land en de kolonisatie begon, die echter her
haaldelijk gestoord werd door opstanden der
onderdrukte inheemsche bevolking. Tijdens den
wereldoorlog werd de kolonie, die tot betrekke-
lijken bloei was gekomen, zeer dapper verdedigd.
Na de ineenstorting van Duitschland werd
Duitsch Zuid-West-Afrika, dat in 1915 reeds
door Botha voor het grootste deel was bezet,
mandaatsgebied der Unie van Zuid-Afrika. Het
mandaatsgebied is 317.725 vierkante mijl groot,
hetgeen meer dan tweederde deel van het
grondgebied van de Unie van Zuid-Afrika is.
Er wonen 262.000 inboorlingen, 66.000 kleurlin
gen en 31.000 Europeanen, volgens de telling
van 1936. Het Oostelijk deel en het Westelijk
grensgebied zijn woestijnachtig en onbewoon
baar. Het Noordelijk grensgebied wordt bewoond
door inboorlingen en eenige Europeesche be
stuursambtenaren.
Zelfs onder condities van ingespannen licha-
melijken arbeid kan de Europeaan in Zuid
west Afrika heel goed leven. De bodemgesteld
heid heeft van Zuid-West Afrika deels een in
dustrieland, deels een landbouw- en veeteelt-
land gemaakt. De diamantmijnen vormen de
voornaamste industrie. Het boerenbedrijf heeft
voornamelijk den vorm van de groote 2uid-Af-
rikaansche „ranches" met een gemiddeld grond
oppervlak van 32 vierkante mijlen. Er zijn bijna
4000 van deze „ranches".
De bevolking is nog zeer onontwikkeld. Er is
geen geld voor ontwikkeling tengevolge van een
groot begrootingsdeficit. Het financieele pro
bleem van Zuid-Afrika is urgent. Van het be
gin af aan leverde de begrooting een tekort op.
Ofschoon de regeering van de Unie op grond
van haar mandaat niet gehouden is op te ko
men voor dat tekort, heeft de schatkist van de
Unie het toch gedragen.
In 1925 kreeg het land een constitutie, die
voorzag in een wetgevende vergadering.
Deze bestaat uit 18 leden, van wie er 12
verkozen worden en 6 worden aangewezen door
den administrateur van het mandaatsgebied,
welke benoemd wordt door de regeering dei-
Unie van Zuid-Afrika. Dit systeem van bestuur
is echter feitëlijk nooit doorgevoerd, omdat de
Duitschers w'eigerden er aan mede te werken.
Zij bleven passief. Actief werden ze, toen Hit-
Ier aan het bewind was gekomen, zóó actief,
dat de regeering der Unie de nationaal-socia-
listische beweging in 1934 verbood. Bij een huis
zoeking in het hoofdkwartier der beweging te
Windhoek werden documenten gevonden, waar
uit bleek, dat de Duitschers onder direct bevel
stonden van de buitenlandsche afdeeling der
N.S.D.A.P. te Berlijn. De Duitschers willen na
tuurlijk, dat het mandaatgebied weer een
Duitsche kolonie zal worden. Tegenover hen
staan de Engelschen en Nederlanders, hoofd
zakelijk georganiseerd in de Unie-partij, welke
het land wil maken tot de vijfde provincie der
Unie van Zuid-Afrika. Het botert, zooals van
zelf spreekt, allerminst tusschen Duitschers
eenerzijds en Nederlanders en Engelschen an
derzijds. Langen tijd heeft de Unie den schijn
gewekt, dat zij het bestuur van Zuid-West-
Afrika geheel aan zich zou trekken, maar ten
slotte besloot zij de twee administraties apart
de houden. Tengevolge der redevoeringen van
Hitier, Schacht en Von Ribbentrop in den laat-
sten tijd kw'am het vroegere Duitsche koloniaal
bezit en vboral Zuid-West-Afrika in het mid
delpunt der wereldpolitiek. De verklaring der
Unie-regeering, dat zij er niet aan denkt het
mandaat op te geven, heeft in Duitschland zéér
afkoelend gewerkt. Men zal echter de hoop niet
opgeven de kolonie terug te winnen, al is het
dan voorloopig niet in volle souvereiniteit. Dit
is namelijk een nieuwe (eenigszins met haken
en oogen voorziene) idee van Dr. Schacht, die
wel nergens ingang zal vinden. Ondertusschen
zetten de Duitschers hun actie in hun vroegere
kolonie voort. Een bijzondere correspondent
van de Times meent, dat zij met deze actie
niets te verliezen enveel te winnen hebben.
En hij voegt hier aan toe: „Indien het land
aan Duitschland teruggegeven zou worden, zou
het moederland inderdaad kunnen voorzien in
een groot deel van den import, terwijl het Der
de Rijk vrijwel den geheelen export zou. kunnen
absorbeeren, met een gunstig gevolg voor den
deviezenvoorraad. Maar men houdt daarbij
geen rekening met de vraag hoe de noodige
invoer van levensmiddelen in Zuid-West Afrika
bekostigd moet worden, noch met de compen
satie van hen die sinds 1920 hun geld in het
land hebben belegd." Deze bezwaren voelt Dr.
Schacht ook. Vandaar zijn eisch, dat in even
tueel nieuwe Duitsche koloniale gebieden (zij
het dan zonder volle souvereiniteit) de Duit
sche valuta (met al haar minderwaardige soor
ten van marken) de officieele munt zou moe
ten zijn. Aanknoopend aan het groote begroo
tingsdeficit van Zuid-West-Afrika, dat, zooals
wij zagen, de regeering der Unie onverplicht
bijpast, komt de Times tot de volgende conclu
sie: „De houding van de Unie van Zuid-Afrika
tegenover Zuid-West-Afrika is duidelijk. Het
land grenst onmiddellijk aan de Kaapprovincie
en aan de andere provincies. Het spreekt van
zelf dat de Unie nog liever een bankroet land
wil subsidieeren dan dat land in handen zien
komen van Duitschland."
Zooals mij ziet, zijn de kansen van het Derde
voorloopig nog uiterst gering.
Vrijdagavond ontving de K. L. M., te Den
Haag, een telegram van gezagvoerder Scholte,
dat de derde dag van de eerste vlucht naar
Indië met de nieuwe Douglas DC 3 „Ibis"
volkomen volgens schema is verloopen.
Van Alexandrië zetten Scholte en Parmen-
tier koers naar Lydda, het nieuwe en voor
treffelijk uitgeruste vliegveld van Palestina,
waar de Hooge Commissaris Sir Arthur Granvcll
Wauchope, met eenige militaire luchtvaart
autoriteiten aanwezig was. Sir Arthur toonde
zijn levendige belangstelling voor de nieuwste
aanwinst der K. L. M.-vloot.
Onmiddellijk na de huwelijksaangifte van
H. K. H. Prinses Juliana en Z. D. H. Prins
Bernhard werd hedenmorgen ten stadhuize van
's Gravenhage in tegenwoordigheid van burge
meester mr. S. J. R. de Monchy, die als ambte
naar van den burgerlijken stand was opgetre
den, een prachtexemplaar van het Nederlandsch
Gezinsboek aan het Bruidspaar aangeboden.
Deze aanbieding geschiedde door den voorzitter
en secretaris van de Stichting „Het Neder
landsch Gezinsboek", de heeren dr. J. Th. Ter-
burgh en A. J. G. P. Septer. De Prinses en de
Prins hebben met groote ingenomenheid dit ge
schenk willen aanvaarden.
Zooals men weet wordt dit buitengewoon in
teressante werk, dat door de artikelen van tal
rijke deskundigen van bijzondere waarde is voor
jonge menschen, reeds in een groot aantal ge
nieenten van ons land verstrekt aan hen, die in
ondertrouw gaan. Steeds breidt het aantal ge
meenten zich uit, waar de plaatselijke autori
teiten hun medewerking verleenen, zoodat dit
nuttige boek binnen afzienbaren tijd in de
meeste gemeenten zal worden uitgereikt.
Het fraaie exemplaar, het vorstelijk paar aan
geboden is, geborgen in 'n oranje etui met em
bleem van den Nederlandschen Leeuw en titel
„Nederlandsch Gezinsboek" in blauw gedrukt.
(Het Nederl. Gezinsboek wordt normaal in
oranjeband verstrekt). Het boek zelf is gebon
den in een band van grijs peau de suède, waar
op in teere kleuren de wapens zijn aangebracht
van Prinses en Prins tegen een achtergrond van
de Nederlandsche landkaart, terwijl het geheel
wordt overspannen door een Oranje-band,
waarbij aan de Koningskroon een passende
plaats werd gegeven. De bandteekening is van
den heer D. Stelling, het bindwerk van de N.V.
Samsom en Zonen, Alphen a. d. Rijn, de uitgave
van Numa te Amsterdam.
Het boek is voorzien van een oorkonde, welke
onderteekend is namens het bestuur der Stich
ting door den voorzitter, secretaris en penning
meester, de heeren J. Th. Terburgh, A. J. G. P.
Septer en A. van der Laan en namens de Pro-
pagandacommissie door den voorzitter en secre
taris, de heeren mr. J. N. J. E. Heerkens Thijs-
sen op C. J. Ströer.
De opdracht luidt: „Aan Hare Koninklijke
Hoogheid Prinses Juliana en Zijne Doorluchtige
Hoogheid Prins Bernhard wordt dit boekwerk
eerbiedig opgedragen door de Stichting „Het
Nederlandsch Gezinsboek".
Er wordt vaak geklaagd, dat de parochie
geestelijken het toch zoo hoogst-noodza-
kelijke en nuttige huisbezoek te veel zou
den verwaarloozen en daardoor te weinig con
tact met hun parochianen zouden onderhou
den. In verband met deze klacht heeft „St.
Bavo" godsdienstig tijdschrift voor het Bis
dom Haarlem een kapelaan van een groote
volksparochie verzocht, om, voor zoover het
gevoeglijk kon geschieden, eens op te schrij-
Omniddellijk na de
huwelijksaangiftevan
Prinses Juliana en
Prins Bernhard werd
hedenmorgen ten stad
huize van 's-Gravenha-
ge 'n prachtexemplaar
aangeboden van het
Nederlandsche Gezins
boek door bestuurderen
der gelijknamige
stichting
ven, de opdrachten, die hem in een week tijds
werden gegeven. En ziehier het in telegram
stijl gehouden resultaat zijner aanteekeningen,
welke in het nummer van 20 Dec. van voor
noemd tijdschrift wordt gepubliceerd.
Maandagavond: Van half 8 tot half 9: A.
over persoonlijke aangelegenheden. B. over
gedrag van oudsten zoon. 'n Half uur. Heb
zoon laten komen en na samenspraak gevraagd
om elke week op bepaalden tijd bij mij terug te
komen. Is een zaak die alleen door dikwijls
samen praten in 't reine komt.
Dinsdag: C. heeft eenzelfde geval als gister
avond. Heb ook dezen jongen ontboden. Zelfde
afspraak als met vorigen: elke week 'ns komen
praten. D. over toekomstplannen van haar
oudste dochter. Leert moeilijk. Verzoek om eens
naar hoofd van de school te gaan om advies
in te winnen, en belet te vragen. E. heeft
kans op arbeid. Vraagt 'n goed woordje van
mij bij den directeur. F. wil verhuizen. Weet
'n goede woning, waarom echter reeds door
meerdere menschen is gevraagd. Verzoek om
voorspraak bij de bevoegde instantie. G.
deelt mee, dat ze staat voor executorialen ver
koop van haar zaak. Vertelt 'n onbegrijpelijk
verhaal over verzekeringen, premieaflossingen.
Eind van het zeer lange gesprek is, dat ze van
daag nog 490 gulden moet hebben anders is de
familie geblameerd. H. heeft aanzegging
gekregen: óf huur te betalen óf huis te ver
laten. Hij heeft geen geld. Z'n oom echter
(wonend in 'n naburige plaats) zou hem kun
nen helpen. Deze doet het echter niet. Ver
zoek om naar déze toe te gaan om z'n hart
te verwurmen. I. ziet haar zaak ten gronde
gaan. Verzoek om bij een bepaald grootbedrijf,
met vele filialen, voorspraak aan te wenden,
dat dit bedrijf haór winkel overneemt als fi
liaal en zij met echtgenoot als filiaalhouders.
J., Eenzelfde geval als zooeven, van een za
kenman in zelfde straat! K. komt raad vra
gen in 't regelen van erfeniskwestie. Verzoek
om de zaak te bestudeeren en m'n meening te
geven. L. vertelt dat broer thuis is heen
gegaan. Is ergens in 'n kosthuis getrokken.
Familie kan moeilijk 't loon missen. Verzoek
om den jongeman in z'n kosthuis te gaan op
zoeken en te bewegen weer bij z'n ouders te
gaan. M. heeft gehoord, dat ergens 'n be
trekking vrij zal komen. Verzoek om onmid
dellijk voorspraak aan te wenden.
Woensdag: N. en O. om voorspraak voor werk
by 't geeft niet wie. Ze zijn tot elk werk be
reid. P. vertelt 'n zeer treurige niet voor
publicatie geschikte historie, die my noopt
vooreerst elke week naar bepaalde familie te
gaan.
Donderdag: Van 9 tot 10 uur gesprek met Q.
over familie-aangelegenheden. Verzoek om
eens thuis te komen praten. Is noodig! R.
heeft hoop op 'n baantje. Verzoek om naar de
gemeente te gaan en dit voor hem klaar te
spelen. S. krijgt z. i. te weinig steun. Pro
test bü bevoegde instanties heeft niet gehol
pen. Verzoek om mijn invloed aan te wen
den. T. zit in zwaren nood. Verzoek om hier
of daar voor hem te leenen. U., wil zyn zaak
'n anderen uitgang geven. Hiervoor is permissie
noodig van gemeente. Verzoek om dit te be
pleiten. V. vertelt dat z'n vrouw is heenge
gaan. Ze moet ergens in die of die straat zit
ten. Verzoek om haar op te sporen en te bewe
gen weer naar haar man terug te keeren.
Vrijdag: W. kan 'n aardig huis huren. Moet
daarvoor echter 'n borg storten. Verzoek om
naar bevoegde instantie te gaan en te beplei
ten, dat deze borgstorting niet behoeft te ge
schieden. Indien dit niet lukt, dan naar be
drijf gaan waar W. werkzaam is, om 'n voor
schot voor hem te zien los te krijgen. X. is
armlastig. Wil een zaakje beginnen. Verzoek om
by de gemeente een voorschot voor hem te
vragen. Y. heeft zaak in uitgestorven straat.
Gaat niet. Wil ergens anders opnieuw begin
nen. Heeft daarvoor f 10.000 noodig. Verzoek
om deze voor hem ergens te leenen!!! Z.
heeft al meermalen geprotesteerd tegen te lagen
steun. Heeft niet geholpen. Verzoek om voor
hem te schrijven naar den minister.
Zaterdag: Aa, staat op trouwen. Heeft geen
geld om uitzet te bekostigen. Heeft 'n familie
lid dat er nogal warm bijzit en waarvan la
ter geërfd wordt. Dit familie-lid heeft hulp ge
weigerd. Verzoek om persoonlijken invloed aan
te wenden, om énkele honderden guldens los
te krijgen. Bb. vertelt, dat z'n huisbaas op
sterven ligt. Heeft gehoord, dat diens erfgena
men het plan hebben, om het huis waarin Bb.
woont te verkoopen aan 'n nevenwonend za
kenman. Deze wil 't huis afbreken en z'n zaak
vergrooten. Verzoek om naar huisbaas te gaan
en te vragen, dat hij in z'n testament 'n clau
sule zal invoegen waarin de verkoop van het
huis verboden wordt. Ik merk op dat dit geen
erg priesterlijke boodschap is op een sterfbed
en dat ik dat niet van plan ben, waarna Bb.
me verzoekt, dan tenminste naar de erfgena
men te gaan en dringend te verzoeken, om het
huis niet te verkoopen. (Dit laatste geval is er
weer één uit de vele, waarin 'n priester zeker
vijanden maakt. Immers helpt hij wél en lukt
't, dan klaagt de zakenman hem aan; helpt
hü niet, dan is Bb. boos en vertelt overal rond
dat de parochie-geesteiyken niets voor je over
hebben). Cc. vertelt 'n omstandig verhaal,
't Komt hier op neer, dat 'n familielid onschul
dig (volgens zijn zeggen) gevangen zit. Ver
zoekt om advocaat op te scharrelen die gratis
wil helpen.
Zondag: Rustig!
Tot zoover 't dagboek van een week.
Indien dit de gewone ondervinding is van een
stadspastoor of -kapelaan met gemiddelden
aanloop en indien men weet, dat de morgens
en avonden veelal bezet zün met regelmatig
terugkeerende bezigheden ('s morgens soms la
te diensten in de kerk, geestelijke oefeningen,
spreekkamer, brevier, catechismuslessen, 's
avonds ófwel jeugdwerk, ófwel verenigings
werk, ófwel onderricht bekeerlingen, ófwel cor
respondentie, ófwel voorbereiden van predika
tie, enz.), mag men zich met recht afvragen,
waar zoo'n parochiegeesteiyke den tyd nog
vandaan haalt om geregeld z'n honderden ge
zinnen te bezoeken. Terecht doet „St. Bavo",
dat niet eiken zielzorger wil voorspreken of
vrupleiten, een beroep op de katholieken om
niet onredelijk anticlericaal te criticasteren en
de tekortkomingen van enkelen niet aan
beroep willen toevoegen op de leeken om de
geestelijken niet met zaken lastig te vallen,
waar dezen zich principieel en ex professo bui
ten moeten houden, doch zich uitsluitend te
bepalen tot alle aangelegenheden van directe
of indirecte zielzorg. Immers, hij, die den pa
rochiegeestelijke in beslag neemt met aangele
genheden, welke niet bij deze thuishooren, ont
steelt daardoor tijd aan dien geesteiyke, wel
ken deze nuttiger en vruchtbaarder voor wezen
lijke zielzorg zou hebben kunnen gebruiken.
Nieuwe malversaties zijn te Gemert aan het
licht gekomen. Nadat dezer dagen een ambte
naar was gearresteerd, die zich op oneeriyke
wüze geld had toegeëigend, heeft de Officier
van Justitie by de rechtbank te Roermond
thans een onderzoek ingesteld ten kantore van
notaris A. v. d. L. Deze zou in den loop der
jaren duizenden guldens hebben verduisterd.
Nadere bijzonderheden konden nog niet wor
den meegedeeld.
BANDOENG, (Aneta.) Een windhoos,
welke bezuiden Bandoeng woedde, vernielde
zeven woonhuisjes en 27 loodsen tot een
steenbakker^ behoorende. Van drie wonin
gen woeien de daken af en een huisje werd
compleet een meter verplaatst.
De Koninklijke kring voor Neerhofdierenteelt
en Avicultura houdt zyn 34e internationale
tentoonstelling op 24, 25, 26, 27 en 28 December,
in de lokalen van de N.V. Handels- en Nyver-
heidsbelangen, Kerkstraat 45 te Antwerpen.
In het eere-comité hebben ook eenige Neder
landers zitting genomen.
Op deze internationale tentoonstelling, waar
voor ongeveer drieduizend dieren zijn inge
schreven, Zullen de Nederlanders met een in
zending van driehonderd dieren komen.
Uitgegeven is Staatsblad 639 e, wet van 5 No
vember 1936, houdende tijdelijke maatregelen
betreffende de mechanisatie in de sigaren-
industrie (dag van inwerktreding 19 December
De V.A.R.A. zal voortaan op de nationale
feestdagen uitzenden.
De Vereenigingsraad heeft besloten ook op
die dagen haar een programma te doen ver
zorgen, indien zij daartoe door de zendtijdre
geling is aangewezen.
En op bedoelde dagen zal het door de
V.A.R.A. verzorgde programma met het uitzen
den van het volkslied (het Wilhelmus) Worden
geopend en gesloten.
Het Volk bevat in zijn nummer van 14 dezer
een uitvoerig verslag van de door den Veree
nigingsraad der V.A.R.A. gehouden vergade
ring, waarin dit besluit genomen werd.
Met veel vieren en vijven wordt het gemo
tiveerd, en een viertal sprekers voerden het
woord, om te betoogen, dat er geen tegenstel
ling bestaat tusschen de nationale en de inter
nationale gedachte, dat de democratie door het
besluit niet in gevaar komt, enz., enz.
Dit alles is heel juist, en wij zouden dan ook
geen reden hebben, ons met het geval bezig te
houden, ware 't niet, dat ook thans weer werd
getracht de ön-, om niet te zeggen anti-natio
nale houding gedurende zooveel jaren door de
sociaal-democratie aangenomen, te stellen op
rekening hunner tegenstanders.
Die tegenstanders zoo luidt het ongeveer
misbruikten alles, wat nationaal was, vooral
de nationale symbolen, tegen de S.D.A.P., en
daarom keerde deze zich op haar beurt tegen
de nationale gedachte, negeerde haar althans.
Deze voorstelling van zaken is niet juist.
Het zou een klein kunstje zijn uit het ver
leden der S.D.A.P., uit de geschiedenis van
haar ontstaan en ontwikkeling een aantal ge
tuigenissen naar voren te brengen, welke om
trent haar on- en anti-nationaal karakter geen
twijfel overlaten.
De nationale gedachte liet haar ijskoud, om
het maar niet scherper te zeggen.
En voor onze nationale instellingen, de Mo
narchie voorop, voelde zij het tegenovergestelde
van sympathie.
Dit staat voor iedereen, die den loop van
zaken heeft gevolgd, onomstootelijk vast.
En er was niemand, die de sociaal-democra
ten dwong, noch direct noch indirect, een der
gelijke houding aan te nemen.
Zij deden het uit eigen beweging en uit vrijen
wil, krachtens hun overtuiging.
Het gaat dan ook niet op thans aan tegen
standers in de schoenen te schuiven, wat al
léén voor hun eigen verantwoording komt.
Niemand zal, of kan er hun een grief van
maken, dat zij van opinie veranderd zijn en
thans hun houding op dit punt hebben gewij
zigd.
Maar zij moeten niet trachten de rollen om
te keeren.
Dit is niet juist en niet groot.
P. S.
te verwyten, doch eerst te onderzoeken vóór een
vonnis te formuleeren.
De priester is geen vogelvrij verklaarde, ten-
opzichte van wien het gebod der naastenliefde
niet zou gelden.
Het behoeft geen betoog, dat de kapelaan niet
op alle opdrachten, welke hij in zijn weekstaat
vermeldt, zal zijn ingegaan, want daaronder
zijn er zóó zonderlinge, dat hij zich van inmen
ging moet onthouden. Wij voor ons, zouden
aan den commentaar van „St. Bavo" nog een