Het mandaatsgebied van Z.W.-Afrika Het huisbezoek der Priesters „BI-ARLITA" Geef mij Nieuwe O ogen!'' GEEN NEIGING TOT TERUGGAVE UIT HET DAGBOEK VAN EEN KAPELAAN ZATERDAG 19 DECEMBER 1936 N.V. PHILIPS' GLOEI LAMPENFABRIEKEN, EINDHOVEN BUITEN LANDSCH OVERZICHT De S.D.A.P. en de natio- Houding der Duitschers De „Ibis" te Basra De Hooge Commissaris van Pales tina toont zijn belangstelling Het Nederlandsch Gezinsboek Bestuur der en der Stichting boden Prinses en Prins een pracht exemplaar aan nale gedachte Waar een parochiegeestelijke alzoo mee wordt lastig gevallen Is de priester vogelvrij? Malversaties door een notaris? De Justitie stelt een onderzoek in Windhoos bij Bandoeng Een aantal woningen en loodsen vernield Pluimveetentoonstelling te Antwerpen Mechanisatie in de sigaren- industrie Dertig eeuwen geleden leerden de Chineesche wijzen hun volgelingen, dat de Goden een bede om „nieuwe oogen" nimmer verhoog den. Oogen waren niet te repa- reeren en bedorven, oogen zijn nog altijd niet te repareeren. Daarbij zijn oogen teer. U bederft ze reeds, wanneer U 's avonds con stant werkt of leest, terwijl er een lamp van minder dan 150 dekalu- men in Uw middenlicht brandt. Con troleert, of dit minimum aanwezig is. Let erop, dat er be hoorlijk licht is bij de stoel, waarin U zit te lezen, of op de tafel, waar U werkt. Een extra lampje is een zegen voor oogen en gezondheid! Daarbij is goed licht uiterst goed koop.. Een Philips' „Bi-Arlita"-lamp van 150 dekalumen geeft voor 1 a 2 cent een heelen avond helder licht, berekend naar de meest-gebruikelijke stroomtarieven. Een reeks belangrijke waarheden over oogen, en verlichting vindt U vlot uiteengezet in ons werkje: „Van het Wondere Zien". Vraagt het aan: het is gratis!' PHII - .iii - Zuid-West-Afrika is de belangrijkste kolo nie van Duitschland geweest in den kor ten tijd dat het keizerlijke Duitschland koloniën heeft gehad. Bismarck had in 1871 het „Tweede Rijk" gesmeed en hij was van meening, dat koloniën voor het jonge rijk maar last beteekenden en tenslotte gevaarlijk konden Worden op het gebied der buitenlandsche po litiek. Hij wilde niets van koloniën weten. Duitschland was volgens hem nu eenmaal niet voorbestemd tot koloniale mogendheid. Ook het Duitsche volk voelde aanvankelijk niets voor koloniaal bezit. Onder Wilhelm II werd het kunstmatig en warm voor gemaakt door koloniale bonden en vooral door den „Flotte- verein", welke vereeniging in het bezit van koloniën een pracht van een voorwendsel zag om de „Hochseeflotte" uit te breiden, waarbij zij de vijandschap en den naijver van het mach tige Albion lichtvaardig in koop nam, wat in den wereldoorlog leidde tot de vernietiging van het Keizerlijke Duitschland. In het jaar 1884 bezweek Bismarck voor den aandrang om een Duitsch protectoraat te vestigen in Zuid-Afrika. Dit gebeurde, omdat zendelingen en hande laren van Duitsche komaf hem bescherming verzochten tegen de „lastige" inheemsche be volking. Bismarck had eerst nog Engeland ge vraagd die bescherming op zich te nemen, maar het antwoordde, dat het in Zuid-Afrika geen protectoraat wenschte te vestigen (dit antwoord dateerde van ongeveer 20 jaar vóór den Boe renoorlog!). Bismarck legde toen beslag op het land en de kolonisatie begon, die echter her haaldelijk gestoord werd door opstanden der onderdrukte inheemsche bevolking. Tijdens den wereldoorlog werd de kolonie, die tot betrekke- lijken bloei was gekomen, zeer dapper verdedigd. Na de ineenstorting van Duitschland werd Duitsch Zuid-West-Afrika, dat in 1915 reeds door Botha voor het grootste deel was bezet, mandaatsgebied der Unie van Zuid-Afrika. Het mandaatsgebied is 317.725 vierkante mijl groot, hetgeen meer dan tweederde deel van het grondgebied van de Unie van Zuid-Afrika is. Er wonen 262.000 inboorlingen, 66.000 kleurlin gen en 31.000 Europeanen, volgens de telling van 1936. Het Oostelijk deel en het Westelijk grensgebied zijn woestijnachtig en onbewoon baar. Het Noordelijk grensgebied wordt bewoond door inboorlingen en eenige Europeesche be stuursambtenaren. Zelfs onder condities van ingespannen licha- melijken arbeid kan de Europeaan in Zuid west Afrika heel goed leven. De bodemgesteld heid heeft van Zuid-West Afrika deels een in dustrieland, deels een landbouw- en veeteelt- land gemaakt. De diamantmijnen vormen de voornaamste industrie. Het boerenbedrijf heeft voornamelijk den vorm van de groote 2uid-Af- rikaansche „ranches" met een gemiddeld grond oppervlak van 32 vierkante mijlen. Er zijn bijna 4000 van deze „ranches". De bevolking is nog zeer onontwikkeld. Er is geen geld voor ontwikkeling tengevolge van een groot begrootingsdeficit. Het financieele pro bleem van Zuid-Afrika is urgent. Van het be gin af aan leverde de begrooting een tekort op. Ofschoon de regeering van de Unie op grond van haar mandaat niet gehouden is op te ko men voor dat tekort, heeft de schatkist van de Unie het toch gedragen. In 1925 kreeg het land een constitutie, die voorzag in een wetgevende vergadering. Deze bestaat uit 18 leden, van wie er 12 verkozen worden en 6 worden aangewezen door den administrateur van het mandaatsgebied, welke benoemd wordt door de regeering dei- Unie van Zuid-Afrika. Dit systeem van bestuur is echter feitëlijk nooit doorgevoerd, omdat de Duitschers w'eigerden er aan mede te werken. Zij bleven passief. Actief werden ze, toen Hit- Ier aan het bewind was gekomen, zóó actief, dat de regeering der Unie de nationaal-socia- listische beweging in 1934 verbood. Bij een huis zoeking in het hoofdkwartier der beweging te Windhoek werden documenten gevonden, waar uit bleek, dat de Duitschers onder direct bevel stonden van de buitenlandsche afdeeling der N.S.D.A.P. te Berlijn. De Duitschers willen na tuurlijk, dat het mandaatgebied weer een Duitsche kolonie zal worden. Tegenover hen staan de Engelschen en Nederlanders, hoofd zakelijk georganiseerd in de Unie-partij, welke het land wil maken tot de vijfde provincie der Unie van Zuid-Afrika. Het botert, zooals van zelf spreekt, allerminst tusschen Duitschers eenerzijds en Nederlanders en Engelschen an derzijds. Langen tijd heeft de Unie den schijn gewekt, dat zij het bestuur van Zuid-West- Afrika geheel aan zich zou trekken, maar ten slotte besloot zij de twee administraties apart de houden. Tengevolge der redevoeringen van Hitier, Schacht en Von Ribbentrop in den laat- sten tijd kw'am het vroegere Duitsche koloniaal bezit en vboral Zuid-West-Afrika in het mid delpunt der wereldpolitiek. De verklaring der Unie-regeering, dat zij er niet aan denkt het mandaat op te geven, heeft in Duitschland zéér afkoelend gewerkt. Men zal echter de hoop niet opgeven de kolonie terug te winnen, al is het dan voorloopig niet in volle souvereiniteit. Dit is namelijk een nieuwe (eenigszins met haken en oogen voorziene) idee van Dr. Schacht, die wel nergens ingang zal vinden. Ondertusschen zetten de Duitschers hun actie in hun vroegere kolonie voort. Een bijzondere correspondent van de Times meent, dat zij met deze actie niets te verliezen enveel te winnen hebben. En hij voegt hier aan toe: „Indien het land aan Duitschland teruggegeven zou worden, zou het moederland inderdaad kunnen voorzien in een groot deel van den import, terwijl het Der de Rijk vrijwel den geheelen export zou. kunnen absorbeeren, met een gunstig gevolg voor den deviezenvoorraad. Maar men houdt daarbij geen rekening met de vraag hoe de noodige invoer van levensmiddelen in Zuid-West Afrika bekostigd moet worden, noch met de compen satie van hen die sinds 1920 hun geld in het land hebben belegd." Deze bezwaren voelt Dr. Schacht ook. Vandaar zijn eisch, dat in even tueel nieuwe Duitsche koloniale gebieden (zij het dan zonder volle souvereiniteit) de Duit sche valuta (met al haar minderwaardige soor ten van marken) de officieele munt zou moe ten zijn. Aanknoopend aan het groote begroo tingsdeficit van Zuid-West-Afrika, dat, zooals wij zagen, de regeering der Unie onverplicht bijpast, komt de Times tot de volgende conclu sie: „De houding van de Unie van Zuid-Afrika tegenover Zuid-West-Afrika is duidelijk. Het land grenst onmiddellijk aan de Kaapprovincie en aan de andere provincies. Het spreekt van zelf dat de Unie nog liever een bankroet land wil subsidieeren dan dat land in handen zien komen van Duitschland." Zooals mij ziet, zijn de kansen van het Derde voorloopig nog uiterst gering. Vrijdagavond ontving de K. L. M., te Den Haag, een telegram van gezagvoerder Scholte, dat de derde dag van de eerste vlucht naar Indië met de nieuwe Douglas DC 3 „Ibis" volkomen volgens schema is verloopen. Van Alexandrië zetten Scholte en Parmen- tier koers naar Lydda, het nieuwe en voor treffelijk uitgeruste vliegveld van Palestina, waar de Hooge Commissaris Sir Arthur Granvcll Wauchope, met eenige militaire luchtvaart autoriteiten aanwezig was. Sir Arthur toonde zijn levendige belangstelling voor de nieuwste aanwinst der K. L. M.-vloot. Onmiddellijk na de huwelijksaangifte van H. K. H. Prinses Juliana en Z. D. H. Prins Bernhard werd hedenmorgen ten stadhuize van 's Gravenhage in tegenwoordigheid van burge meester mr. S. J. R. de Monchy, die als ambte naar van den burgerlijken stand was opgetre den, een prachtexemplaar van het Nederlandsch Gezinsboek aan het Bruidspaar aangeboden. Deze aanbieding geschiedde door den voorzitter en secretaris van de Stichting „Het Neder landsch Gezinsboek", de heeren dr. J. Th. Ter- burgh en A. J. G. P. Septer. De Prinses en de Prins hebben met groote ingenomenheid dit ge schenk willen aanvaarden. Zooals men weet wordt dit buitengewoon in teressante werk, dat door de artikelen van tal rijke deskundigen van bijzondere waarde is voor jonge menschen, reeds in een groot aantal ge nieenten van ons land verstrekt aan hen, die in ondertrouw gaan. Steeds breidt het aantal ge meenten zich uit, waar de plaatselijke autori teiten hun medewerking verleenen, zoodat dit nuttige boek binnen afzienbaren tijd in de meeste gemeenten zal worden uitgereikt. Het fraaie exemplaar, het vorstelijk paar aan geboden is, geborgen in 'n oranje etui met em bleem van den Nederlandschen Leeuw en titel „Nederlandsch Gezinsboek" in blauw gedrukt. (Het Nederl. Gezinsboek wordt normaal in oranjeband verstrekt). Het boek zelf is gebon den in een band van grijs peau de suède, waar op in teere kleuren de wapens zijn aangebracht van Prinses en Prins tegen een achtergrond van de Nederlandsche landkaart, terwijl het geheel wordt overspannen door een Oranje-band, waarbij aan de Koningskroon een passende plaats werd gegeven. De bandteekening is van den heer D. Stelling, het bindwerk van de N.V. Samsom en Zonen, Alphen a. d. Rijn, de uitgave van Numa te Amsterdam. Het boek is voorzien van een oorkonde, welke onderteekend is namens het bestuur der Stich ting door den voorzitter, secretaris en penning meester, de heeren J. Th. Terburgh, A. J. G. P. Septer en A. van der Laan en namens de Pro- pagandacommissie door den voorzitter en secre taris, de heeren mr. J. N. J. E. Heerkens Thijs- sen op C. J. Ströer. De opdracht luidt: „Aan Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Juliana en Zijne Doorluchtige Hoogheid Prins Bernhard wordt dit boekwerk eerbiedig opgedragen door de Stichting „Het Nederlandsch Gezinsboek". Er wordt vaak geklaagd, dat de parochie geestelijken het toch zoo hoogst-noodza- kelijke en nuttige huisbezoek te veel zou den verwaarloozen en daardoor te weinig con tact met hun parochianen zouden onderhou den. In verband met deze klacht heeft „St. Bavo" godsdienstig tijdschrift voor het Bis dom Haarlem een kapelaan van een groote volksparochie verzocht, om, voor zoover het gevoeglijk kon geschieden, eens op te schrij- Omniddellijk na de huwelijksaangiftevan Prinses Juliana en Prins Bernhard werd hedenmorgen ten stad huize van 's-Gravenha- ge 'n prachtexemplaar aangeboden van het Nederlandsche Gezins boek door bestuurderen der gelijknamige stichting ven, de opdrachten, die hem in een week tijds werden gegeven. En ziehier het in telegram stijl gehouden resultaat zijner aanteekeningen, welke in het nummer van 20 Dec. van voor noemd tijdschrift wordt gepubliceerd. Maandagavond: Van half 8 tot half 9: A. over persoonlijke aangelegenheden. B. over gedrag van oudsten zoon. 'n Half uur. Heb zoon laten komen en na samenspraak gevraagd om elke week op bepaalden tijd bij mij terug te komen. Is een zaak die alleen door dikwijls samen praten in 't reine komt. Dinsdag: C. heeft eenzelfde geval als gister avond. Heb ook dezen jongen ontboden. Zelfde afspraak als met vorigen: elke week 'ns komen praten. D. over toekomstplannen van haar oudste dochter. Leert moeilijk. Verzoek om eens naar hoofd van de school te gaan om advies in te winnen, en belet te vragen. E. heeft kans op arbeid. Vraagt 'n goed woordje van mij bij den directeur. F. wil verhuizen. Weet 'n goede woning, waarom echter reeds door meerdere menschen is gevraagd. Verzoek om voorspraak bij de bevoegde instantie. G. deelt mee, dat ze staat voor executorialen ver koop van haar zaak. Vertelt 'n onbegrijpelijk verhaal over verzekeringen, premieaflossingen. Eind van het zeer lange gesprek is, dat ze van daag nog 490 gulden moet hebben anders is de familie geblameerd. H. heeft aanzegging gekregen: óf huur te betalen óf huis te ver laten. Hij heeft geen geld. Z'n oom echter (wonend in 'n naburige plaats) zou hem kun nen helpen. Deze doet het echter niet. Ver zoek om naar déze toe te gaan om z'n hart te verwurmen. I. ziet haar zaak ten gronde gaan. Verzoek om bij een bepaald grootbedrijf, met vele filialen, voorspraak aan te wenden, dat dit bedrijf haór winkel overneemt als fi liaal en zij met echtgenoot als filiaalhouders. J., Eenzelfde geval als zooeven, van een za kenman in zelfde straat! K. komt raad vra gen in 't regelen van erfeniskwestie. Verzoek om de zaak te bestudeeren en m'n meening te geven. L. vertelt dat broer thuis is heen gegaan. Is ergens in 'n kosthuis getrokken. Familie kan moeilijk 't loon missen. Verzoek om den jongeman in z'n kosthuis te gaan op zoeken en te bewegen weer bij z'n ouders te gaan. M. heeft gehoord, dat ergens 'n be trekking vrij zal komen. Verzoek om onmid dellijk voorspraak aan te wenden. Woensdag: N. en O. om voorspraak voor werk by 't geeft niet wie. Ze zijn tot elk werk be reid. P. vertelt 'n zeer treurige niet voor publicatie geschikte historie, die my noopt vooreerst elke week naar bepaalde familie te gaan. Donderdag: Van 9 tot 10 uur gesprek met Q. over familie-aangelegenheden. Verzoek om eens thuis te komen praten. Is noodig! R. heeft hoop op 'n baantje. Verzoek om naar de gemeente te gaan en dit voor hem klaar te spelen. S. krijgt z. i. te weinig steun. Pro test bü bevoegde instanties heeft niet gehol pen. Verzoek om mijn invloed aan te wen den. T. zit in zwaren nood. Verzoek om hier of daar voor hem te leenen. U., wil zyn zaak 'n anderen uitgang geven. Hiervoor is permissie noodig van gemeente. Verzoek om dit te be pleiten. V. vertelt dat z'n vrouw is heenge gaan. Ze moet ergens in die of die straat zit ten. Verzoek om haar op te sporen en te bewe gen weer naar haar man terug te keeren. Vrijdag: W. kan 'n aardig huis huren. Moet daarvoor echter 'n borg storten. Verzoek om naar bevoegde instantie te gaan en te beplei ten, dat deze borgstorting niet behoeft te ge schieden. Indien dit niet lukt, dan naar be drijf gaan waar W. werkzaam is, om 'n voor schot voor hem te zien los te krijgen. X. is armlastig. Wil een zaakje beginnen. Verzoek om by de gemeente een voorschot voor hem te vragen. Y. heeft zaak in uitgestorven straat. Gaat niet. Wil ergens anders opnieuw begin nen. Heeft daarvoor f 10.000 noodig. Verzoek om deze voor hem ergens te leenen!!! Z. heeft al meermalen geprotesteerd tegen te lagen steun. Heeft niet geholpen. Verzoek om voor hem te schrijven naar den minister. Zaterdag: Aa, staat op trouwen. Heeft geen geld om uitzet te bekostigen. Heeft 'n familie lid dat er nogal warm bijzit en waarvan la ter geërfd wordt. Dit familie-lid heeft hulp ge weigerd. Verzoek om persoonlijken invloed aan te wenden, om énkele honderden guldens los te krijgen. Bb. vertelt, dat z'n huisbaas op sterven ligt. Heeft gehoord, dat diens erfgena men het plan hebben, om het huis waarin Bb. woont te verkoopen aan 'n nevenwonend za kenman. Deze wil 't huis afbreken en z'n zaak vergrooten. Verzoek om naar huisbaas te gaan en te vragen, dat hij in z'n testament 'n clau sule zal invoegen waarin de verkoop van het huis verboden wordt. Ik merk op dat dit geen erg priesterlijke boodschap is op een sterfbed en dat ik dat niet van plan ben, waarna Bb. me verzoekt, dan tenminste naar de erfgena men te gaan en dringend te verzoeken, om het huis niet te verkoopen. (Dit laatste geval is er weer één uit de vele, waarin 'n priester zeker vijanden maakt. Immers helpt hij wél en lukt 't, dan klaagt de zakenman hem aan; helpt hü niet, dan is Bb. boos en vertelt overal rond dat de parochie-geesteiyken niets voor je over hebben). Cc. vertelt 'n omstandig verhaal, 't Komt hier op neer, dat 'n familielid onschul dig (volgens zijn zeggen) gevangen zit. Ver zoekt om advocaat op te scharrelen die gratis wil helpen. Zondag: Rustig! Tot zoover 't dagboek van een week. Indien dit de gewone ondervinding is van een stadspastoor of -kapelaan met gemiddelden aanloop en indien men weet, dat de morgens en avonden veelal bezet zün met regelmatig terugkeerende bezigheden ('s morgens soms la te diensten in de kerk, geestelijke oefeningen, spreekkamer, brevier, catechismuslessen, 's avonds ófwel jeugdwerk, ófwel verenigings werk, ófwel onderricht bekeerlingen, ófwel cor respondentie, ófwel voorbereiden van predika tie, enz.), mag men zich met recht afvragen, waar zoo'n parochiegeesteiyke den tyd nog vandaan haalt om geregeld z'n honderden ge zinnen te bezoeken. Terecht doet „St. Bavo", dat niet eiken zielzorger wil voorspreken of vrupleiten, een beroep op de katholieken om niet onredelijk anticlericaal te criticasteren en de tekortkomingen van enkelen niet aan beroep willen toevoegen op de leeken om de geestelijken niet met zaken lastig te vallen, waar dezen zich principieel en ex professo bui ten moeten houden, doch zich uitsluitend te bepalen tot alle aangelegenheden van directe of indirecte zielzorg. Immers, hij, die den pa rochiegeestelijke in beslag neemt met aangele genheden, welke niet bij deze thuishooren, ont steelt daardoor tijd aan dien geesteiyke, wel ken deze nuttiger en vruchtbaarder voor wezen lijke zielzorg zou hebben kunnen gebruiken. Nieuwe malversaties zijn te Gemert aan het licht gekomen. Nadat dezer dagen een ambte naar was gearresteerd, die zich op oneeriyke wüze geld had toegeëigend, heeft de Officier van Justitie by de rechtbank te Roermond thans een onderzoek ingesteld ten kantore van notaris A. v. d. L. Deze zou in den loop der jaren duizenden guldens hebben verduisterd. Nadere bijzonderheden konden nog niet wor den meegedeeld. BANDOENG, (Aneta.) Een windhoos, welke bezuiden Bandoeng woedde, vernielde zeven woonhuisjes en 27 loodsen tot een steenbakker^ behoorende. Van drie wonin gen woeien de daken af en een huisje werd compleet een meter verplaatst. De Koninklijke kring voor Neerhofdierenteelt en Avicultura houdt zyn 34e internationale tentoonstelling op 24, 25, 26, 27 en 28 December, in de lokalen van de N.V. Handels- en Nyver- heidsbelangen, Kerkstraat 45 te Antwerpen. In het eere-comité hebben ook eenige Neder landers zitting genomen. Op deze internationale tentoonstelling, waar voor ongeveer drieduizend dieren zijn inge schreven, Zullen de Nederlanders met een in zending van driehonderd dieren komen. Uitgegeven is Staatsblad 639 e, wet van 5 No vember 1936, houdende tijdelijke maatregelen betreffende de mechanisatie in de sigaren- industrie (dag van inwerktreding 19 December De V.A.R.A. zal voortaan op de nationale feestdagen uitzenden. De Vereenigingsraad heeft besloten ook op die dagen haar een programma te doen ver zorgen, indien zij daartoe door de zendtijdre geling is aangewezen. En op bedoelde dagen zal het door de V.A.R.A. verzorgde programma met het uitzen den van het volkslied (het Wilhelmus) Worden geopend en gesloten. Het Volk bevat in zijn nummer van 14 dezer een uitvoerig verslag van de door den Veree nigingsraad der V.A.R.A. gehouden vergade ring, waarin dit besluit genomen werd. Met veel vieren en vijven wordt het gemo tiveerd, en een viertal sprekers voerden het woord, om te betoogen, dat er geen tegenstel ling bestaat tusschen de nationale en de inter nationale gedachte, dat de democratie door het besluit niet in gevaar komt, enz., enz. Dit alles is heel juist, en wij zouden dan ook geen reden hebben, ons met het geval bezig te houden, ware 't niet, dat ook thans weer werd getracht de ön-, om niet te zeggen anti-natio nale houding gedurende zooveel jaren door de sociaal-democratie aangenomen, te stellen op rekening hunner tegenstanders. Die tegenstanders zoo luidt het ongeveer misbruikten alles, wat nationaal was, vooral de nationale symbolen, tegen de S.D.A.P., en daarom keerde deze zich op haar beurt tegen de nationale gedachte, negeerde haar althans. Deze voorstelling van zaken is niet juist. Het zou een klein kunstje zijn uit het ver leden der S.D.A.P., uit de geschiedenis van haar ontstaan en ontwikkeling een aantal ge tuigenissen naar voren te brengen, welke om trent haar on- en anti-nationaal karakter geen twijfel overlaten. De nationale gedachte liet haar ijskoud, om het maar niet scherper te zeggen. En voor onze nationale instellingen, de Mo narchie voorop, voelde zij het tegenovergestelde van sympathie. Dit staat voor iedereen, die den loop van zaken heeft gevolgd, onomstootelijk vast. En er was niemand, die de sociaal-democra ten dwong, noch direct noch indirect, een der gelijke houding aan te nemen. Zij deden het uit eigen beweging en uit vrijen wil, krachtens hun overtuiging. Het gaat dan ook niet op thans aan tegen standers in de schoenen te schuiven, wat al léén voor hun eigen verantwoording komt. Niemand zal, of kan er hun een grief van maken, dat zij van opinie veranderd zijn en thans hun houding op dit punt hebben gewij zigd. Maar zij moeten niet trachten de rollen om te keeren. Dit is niet juist en niet groot. P. S. te verwyten, doch eerst te onderzoeken vóór een vonnis te formuleeren. De priester is geen vogelvrij verklaarde, ten- opzichte van wien het gebod der naastenliefde niet zou gelden. Het behoeft geen betoog, dat de kapelaan niet op alle opdrachten, welke hij in zijn weekstaat vermeldt, zal zijn ingegaan, want daaronder zijn er zóó zonderlinge, dat hij zich van inmen ging moet onthouden. Wij voor ons, zouden aan den commentaar van „St. Bavo" nog een

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 9