De toestand in Oostenrijk
De werkloosheidsverzekering
DE STERKSTE DAM
DE STRIJD TEGEN TWEE
FRONTEN
VERKEERDE GRIEF
Kerkelijk leven
DINSDAG 22 DECEMBER 1936
BUIT ENLAN DSC H OVERZICHT
De legitimisten krijgen
geen kans
VERDEDIGING VAN INDIË
Extra-aflevering van 't Marineblad
LEENING LEIDEN
HET HANDELSVERDRAG MET
DE VER. STATEN
Mitcham
IflVlNDII-WflTER
KERSTVLUCHT IBIS VLOT
VOLBRACHT
Nieuwe Douglas hedenmorgen
onder groote belangstelling
op Tjililitan aangekomen
Te Bandoeng
BEËEDIGING VAN PRINS
BERNHARD
MARKEN VOOR REIS-
DOELEINDEN
Ondersteuning van burgerlijke
ambtenaren
Voogdij en gezins
voogdij
ZUSTER THERESIA t
H.H. WIJDINGEN
Bij de Paters Carmelieten
BENOEMING BIJ DE PATERS
DOMINICANEN
TWEEDE KAMER
Op afdoende wijze heeft de heer
Loerakker mr. Westerman
van repliek gediend
Bouvigne geprezen
Examens
De internationale pers publiceerde in de
laatste dagen herhaaldelijk berichten
over arrestaties van „roode en bruine
illegale elementen" in Oostenrijk. Onze Ween-
sche correspondent bericht ons, dat deze be
richten op waarheid berusten en dat de strijd
tegen twee fronten in Oostenrijk nog altijd
voortduurt. Het roode front bestaat hoofdza
kelijk uit arbeiders, die direct of indirect on
der invloed van Rusland staan en onderaards
tegen den regeeringskoers wroeten. En het erg
ste is, dat de overgroote meerderheid der ar
beiders, inclusief zeer vele Christelijke, met
dit bedrijf sympathiseeren. Het gros der ar
beiders is en blijft anti-fascistisch. Zelfs de
gematigdste arbeidersorganisatie, die der
Christelijke arbeiders onder leiding van Kun-
schak, telt heden ten dage niet weinig radi
cale elementen en voelt zich met de overige
arbeiders min of meer solidair. Dezer dagen
heeft deze organisatie zelfs nog den eisch ge
steld, dat de roode opstand van Febr. '34 einde
lijk geheel moet worden gelikwideerd en dat 'n
uitgebreide amnestie moet worden afgekondigd
ten gunste der nog altijd gevangene werklie
den en werküedenleiders. Naar berichten, die
ons heden bereikten, moet in een opgewonden
ministerraad Bondskanselier Schuschnigg ver
klaard hebben, alleen te vinden te zijn voor
een zeer beperkte amnestie. Onze Weensche
correspondent meldt in dit verband: „De regee
ring heeft sinds Dollfuss' dood steeds welge
meende woorden gesproken, om de arbeiders
voor zich te winnen. In de amnestiekwestie
ontbrak echter de groote lijn. En wat den eco-
nomischen opbouw betreft ontbreekt nog steeds
de physieke mogelijkheid. Er wordt te weinig
aan gedacht, dat de grootsche vernieuwing van
Oostenrijk juist viel in den tijd der hoogste
economische spanning en daardoor een schier
bovenmenschelijk werk werd. Er wordt te wei
nig rekening gehouden met de hardnekkige
a-sociale mentaliteit van zeer vele werkgevers.
Steeds weer worden de loonen verlaagd. De
werkloosheid vermindert niet wezenlijk. En bij
dit alles komen ophitsing van buiten en voor
al de invloed van den rollenden roebel. Het
communisme groeit. Uit betrouwbare bron
weet ik, dat het aantal arrestaties in den laat-
st«n tijd groot was."
Omtrent de sterkte van het bruine front
zijn de cijfers uiteenloopend naar ge
lang ze opgegeven worden door voor-
of tegenstanders. Verkiezingen, kent Oostenrijk
niet meer, zoodat men op gissingen is aange
wezen. Tot vóór het herstel der vriendschap
tusschen Oostenrijk en Duitschland, dateerend
van 11 Juli van dit jaar, viel er in de legiti-
mistische kringen, in de kringen dus, welke
voor den terugkeer der Habsburgsche monar
chie zijn, een sterk optimisme te constateeren.
In dit kamp is de stemming thans zeer ge
drukt. Wel doen de legitimisten veel van zich
hooren en beleggen aldoor bijeenkomsten,
waarbij de oudste zuster van Otto van Habs-
burg, aartshertogin Adelheid, aanwezig is,
maar dat neemt niet weg, dat de kansen van
Otto zeer gering zijn. Dit wordt in nuchtere
legitimistische kringen ook grif toegegeven on
der vier oogen. Men is in deze kringen zeer
teleurgesteld over de houding van Schuschnigg,
die „medeschuldig" is, zoo heet het, aan het
tot stand komen van het accoord van 11 Juli,
door welk accoord de restauratie der Habsbur-
gers voor onbepaalden tijd van de rol van den
dag is verdwenen.
De Oostenrijksche nationalisten, die nogal
sterk nationaal-socialistisch georiën
teerd zijn, voelen zich na het accoord
van 11 Juli veel sterker. Dit beteekent echter
niet, dat daardoor de kwestie van de aanslui
ting bij het Derde Rijk weer acuut is geworden.
De Oostenrijksche nationaal-socialisten respec
teeren tot dusver het accoord, waarin Hitier
uitdrukkelijk de onafhankelijkheid van Oos
tenrijk erkent. Dit beteekent ook niet, dat na
11 Juli het nationaal-socialisme in Oostenrijk
een legitiem karakter zou hebben gekregen,
want „nach wie vor" blijft elke nationaal-so-
cialistische propaganda, ook het dragen van
het hakenkruis verboden. Dit zich sterker voe
len der nationaal-socialisten komt voort uit
het feit, dat na 11 Juli de buitenlandsche po
litiek van Oostenrijk zich beweegt op één lijn
met die van Duitschland en Italië, dat het
verkeer tusschen Oostenrijk en Duitschland
weer in vriendschappelijken vorm is hervat,
wat op economisch gebied natuurlijk groote
gevolgen heeft gehad, dat de anti-communis
tische koers onwillekeurig is verscherpt en dat
achter de regeeringstafel mannen zijn komen
te zitten, die officieus met het nationaal-so
cialisme in verbinding staan. In de bruin ge
schakeerde kringen koestert men de hoop, dat
deze officieuze invloed op de regeering binnen
korten tijd officieel zal worden door het zit
ting nemen in het ministerie van beslist na
tionaal-socialistisch denkende persoonlijkhe
den. Hun bedoeling is dan een plebisciet uit te
schrijven, waarvan het resultaat moet worden
een nationaal-socialistisehe regeering a la
Danzig! In dit alles is nog veel toekomstmuziek,
maar zoo denkt men er nu eenmaal over.
Het Marineblad, orgaan der Marine-vereeni-
ging, geeft een extra-aflevering uit, speciaal
gewijd aan vraagstukken betreffende de mari
tieme defensie van Nederlandsch-Indië. Over
deze verdediging schreef de kapitein ter zee
G. W. Stöne een bijdrage, waarin hij wijst op
de gevaren, die ons Indië kunnen bedreigen
door de mislukking, waarop de kolonisatie van
Japan in de meeste gevallen is uitgeloopen, dus
door het afsluiten der grenzen door de mogend
heden, deels ook door den aard van het Ja-
pansche volk, dat te zeer zich aan zijn vader
land verbonden voelt om in grooten getale te
koloniseeren. Door de eerste oorzaak van het
mislukken der kolonisatie kan Japan zich ge
dwongen gaan voelen om Indië open te breken,
waardoor wij in een gewapend conflict komen.
Ditzelfde zou ook kunnen gebeuren, als Japan
met een andere mogendheid, bijv. Rusland, in
oorlog komt. Indië immers is dan zeer waarde
vol door zijn rijkdom aan olie en andere grond
stoffen. Welke in deze gevallen de taak der
marine in Indië zal zijn, wordt door kapitein
ter zee G. W. Stöne in zijn bijdrage beschreven.
Mr. dr. H. H. A. van Gybland Oosterhoff
geeft een uiteenzetting over de beteekenis van
Nederlandsch-Indië voor het Koninkrijk. Prof.
dr. J. E. de Quay gaat de economische aspecten
voor een versterkte weermacht na. Ten slotte
heeft de luitenant ter zee le klasse F. Pinke
eenige feiten verzameld en aan de hand daar
van grafieken samengesteld.
De inschrijving op f 1.500.000 nominaal 3V4
pCt. obligatiën ten laste van de gemeente Lei-
defl in stukken van 1000 en 500 nominaal,
zal zijn opengesteld bij de Amsterdamsche Bank
en de Rotterdamsche Bankvereeniging te Am
sterdam, Rotterdam en Leiden, alsmede bij
den gemeente-ontvanger te Leiden op Maandag,
28 December a.s. tot den koers van 98 pCt., ver
meerderd met 7 dagen rente a 3'A pCt. 's jaars
van Januari 1937 af tot den dag van betaling.
Houders van obligatiën van de per 31 Decem
ber 1936 aflosbare 5 pCt. vijfjarige leening van
1931 ten laste van de gemeente Leiden, hebben
voor iedere obligatie, voorzien van de coupon
per 31 December 1936, recht op toewijzing van
een zooveel mogelijk gelijk nominaal öedrag
aan 3'/2 pCt. obligatiën van bovengenoemde
uitgifte, voorzien van coupons per 1 Juli 1937 en
Verschenen is de memorie van antwoord op
het voorloopig verslag der Eerste Kamer nopens
het ontwerp van wet tot goedkeuring van het
op 20 December 1935 te Washington, tusschen
het Koninkrijk der Nederlanden en de Vereenig-
de Staten van Amerika gesloten handelsverdrag
met bijlagen en bijbehoorende notawisseling.
Voor de door sommige leden geuite vrees, dat
op grond van de betreffende clausule in het
verdrag al te spoedig termen aanwezig zouden
kunnen worden geacht, om over te gaan tot de
verlenging van de periode, gedurende welke de
verlaagde monopolieheffingen op versche appe
len en peren worden toegepast, bestaat naar de
meening van de regeering geen aanleiding.
Immers, de betreffende clausule bepaalt, dat
slechts in het geval van misoogst in Nederland
tot een verlenging van bedoelde periode zal
moeten worden overgegaan. De beoordeeling van
de vraag of en in hoeverre van misoogst in
Nederland sprake is, blijft echter ter beoordee
ling van de Nederlandsche regeering.
Imp.: C. F. G. - Bierkade 10 - Den Haag
volgende. Dit recht vervalt, indien de houders
der 5 pCt. obligatiën niet vóór de sluiting der
inschrijving, met gebruikmaking van daartoe bij
de inschrijvingskantoren verkrijgbare speciale
inschrijvingsbiljetten, op de 3V2 pCt. obligatiën
hebben ingeschreven. Indien de inschrijvingen
van zoodanige houders het beschikbare bedrag
te boven gaan, zal de toewijzing pondspondsge
wijze geschieden.
Indien de inschrijvingen voor de 3% pCt. obli
gatiën, die niet door houders van 5 pCt. obliga
tiën krachtens hun recht van voorkeur, moch
ten worden genomen, het beschikbare bedrag
te boven gaan, zal de toewijzing op eerstge
noemde inschrijvingen systematisch geschieden.
Het zegelrecht op de nota van toewijzing
komt ten laste van den inschrijver.
De betaling der toegewezen obligatiën moet
plaats hebben op Vrijdag, 8 Januari 1937, ten
kantore waar de inschrijving is geschied, tegen
ontvangst van de obligatiën, den inschrijver toe
komende.
De inschrijvers, die het recht van voorkeur
hebben uitgeoefend, verplichten zich door hun
aanmelding, hunne 5 pCt. vijfjarige obligatiën
1931 op 8 Januari 1937 in te leveren ten kan
tore waar de inschrijving is geschied. Hun zal
voor de door hen ingeleverde 5 pCt. obligatiën
worden uitgereikt een zooveel mogelijk gelijk
nominaal bedrag aan 3% pCt. obligatiën met
coupons per 1 Juli 1937 en volgende, zonder bij
betaling van rente, terwijl het door hen ver
schuldigde ter zake van de hun toegewezen 3y2
pCt. obligatiën verrekend zal worden met het
hun toekomende bedrag wegens inlevering ter
aflossing hunner 5 pCt. obligatiën.
De leening is aflosbaar van 1937 af, uiterlijk
in 40 jaarlijksche termijnen.
De coupons zijn betaalbaar op 2 Jan. en 1 Juli.
BATAVIA, 22 Dec. (Aneta) De nieuwe Dou
glas van de K. L. M., de Ibis, is hedenmorgen
te 9 uur 15 op het vliegveld Tjililitan aangeko
men. Een groote schare belangstellenden was
aanwezig ter verwelkoming van het nieuwe toe
stel, o.a. een groot aantal schoolkinderen, die
het fraaie toestel belegerden, teneinde auto-
grammen van de bemanning los te krijgen.
De bemanning verklaarde, dat de vlucht een
zeer vlot verloop had gehad. Onderweg was
overal de grootste belangstelling betoond.
Op den terugweg zullen te Rangoon demon
stratievluchten worden gemaakt.
De Ibis is hedenmorgen tegen het middag
uur, op het vliegveld Bandoeng aangekomen.
Morgenochtend te 10.30 zal de N.C.R.V. op
golflengte 1875 Meter uitzenden de plechtige
beëediging van Z. D. H. Prins Bernhard.
Het Nederlandsche Clearinginstituut maakt
bekend, dat met de betreffende Duitsche in
stanties een nadere regeling is getroffen nopens
de toepassing van het z.g. menggebod bij net
gebruik van de Dawes- en Youngmarken voor
reisdoeleinden in Duitschland.
Deze regeling treedt in werking 1 Jan. 1937.
De vereeniging tot ondersteuning van burger
lijke ambtenaren (H.O.R.A.) te 's Gravenhage,
hield dezer dagen haar jaarlijksche algemeene
vergadering te Utrecht. Na de openingsrede
van den voorzitter werd met algemeene stem
men tot voorzitter van den raad van commis
sarissen gekozen ir. M. C. E. Bongaerts, ter
voorziening in de vacature, ontstaan door het
overlijden van jhr. mr. Ch. J. M. Ruijs de Bee-
renbrouck. Tevens werd met algemeene stem
men als lid van dezen raad herkozen de heer
A. W. IJzerman.
Ook in het hoofdbestuur kwamen verschil
lende wijzigingen. Als voorzitter trad af de heer
P. J. Fortanier en in die functie werd voorzien
door de verkiezing van dr. Joh. J. Hanrath.
Diens plaats als vice-voorzitter werd vervuld
door verkiezing van den heer H. J. Hendrikse,
lid van het hoofdbestuur. Verder werden tot le
den van dit bestuurscollege gekozen de heeren
dr. F. Breedveld en G. J. Heemstra. Secretaris
van het hoofdbestuur is de heer W. J. A. van
Kasteel, hoofdcommies ter provinciale griffie
van Zuid-Holland, te 's Gravenhage.
Het bestuur der vereeniging voor R. K. Ge
zinsvoogden schrijft ons:
De twee woorden, in den titel genoemd,
beide van zeer verschillende beteekenis, geven
vaak aanleiding tot vergissingen, omdat velen
de juiste beteekenis er niet van weten of be
grijpen. Voor volkomen ingewijden zijn de woor
den en de beteekenis duidelijk genoeg.
Wij willen hier in het kort het verschil dat
bestaat tusschen voogdij en gezinsvoogdij uiteen
zetten.
Het verschil is zeer groot, alhoewel zij beide
bedoelen minderjarigen te verzorgen en te be
schermen tegen kwade invloeden.
Een ouderloos kind, of een kind waarvan de
ouders om hun slecht gedrag of andere oorza
ken uit de ouderlijke macht zijn ontzet, wordt
onder voogdij gesteld. Deze voogdij-stelling wordt
uitgesproken, in het eerste geval door den kan
tonrechter en in het tweede geval door de recht
bank. Beide duren tot de meerderjarigheid var-
het kind.
Wie wordt met deze voogdij belast?
Na verhoor van bloedverwanten kan de kan
tonrechter een particulier persoon aanwijzen
van wien hij verzekerd is dat deze voor een
goede opvoeding zal zorgen. Is er geen par
ticulier persoon te benoemen, dan wordt een
voogdij-gesticht aangewezen. Meestal wordt bij
een ontzetting een gesticht aangewezen als
voogd. In deze gevallen wordt door de Regeering
een subsidie verstrekt.
Gezinsvoogdij, een veel jongere instelling, be
oogt de belangen te behartigen van on
handelbare en verwaarloosde minderjarigen.
Deze kinderen worden door den kinder
rechter onder toezicht gesteld van een ge
zinsvoogdfes), met de bedoeling om het kind in
het gezin te laten blijven bij de ouders, waar
door het gezinsverband niet uit elkaar wordt
gerukt.
Moch door zoo'n onder-toezichtstelling het
gewenschte doel niet worden bereikt, dan kan de
kinderrechter het kind in een gesticht, speciaal
geschikt voor dit kind, plaatsen. De duur dezer
plaatsing is afhankelijk van het gedrag van. het
kind en den toestand van het gezin waarin het
kind zal terugkeeren.
De ouders blijven bij deze onder-toezichtstel
ling hun ouderlijke rechten behouden, doch moe
ten zich gedragen naar de voorschriften van
den kinderrechter en de aanwijzingen van den
gezinsvoogd. Vanzelfsprekend is, dat het kind
in de eerste plaats zulks verplicht is.
Deze onder-toezichtstelling wordt uitgespro
ken voor een jaar, kan van jaar tot jaar wor
den verlengd, doch niet langer dan tot de meer
derjarigheid of tot het huwelijk van de onder-
toezichtgestelde.
Wij hopen dat deze uiteenzetting er toe mag
bijdragen, een verkeerd begrijpen omtrent voog
dij en gezinsvoogdij op te helderen.
In het klooster der Ursulinen te Weert is op
81-jarigen leeftijd overleden zuster Theresia
van het Kindje Jezus.
Meer dan vijftig jaar verbleef Zuster Theresia
in het klooster te Weert Jarenlang was ze
onderwijzeres in het St. Ursula-pensionaat.
Ook is zij langen tijd novicen-meesteresse,
assistente van de overste geweest.
Z. H. Exc. Mgr. J. M. Buckx heeft het sub
diaconaat en het diaconaat toegediend aan de
fraters Gerardus Padnowyolo, Laurentius Me-
kenkamp, Florentius Haagen, Leo van den
Nieuwboer en Eliseus Haarhuis, allen fraters
van de Carmelieten te Merkelbeek.
Z. H. Exc. de Bisschop van Hiaarlem heeft
benoemd tot kapelaan te Amsterdam, H. Tho
mas van Aquino, den Eerw. Pater Th. J. G.
Tesser O.P.
Den Haag, 21 December 1936.
In het avonduur werd de afdeeling Werkloos
heidsverzekering afgedaan. En dan dient vooral
melding gemaakt van een uitmuntende impro
visatie van den katholieken afgevaardigde
Loerakker aan het adres van mr. Westerman.
De heer Westerman, dien men ook in de Ka
mer nu wel vrij algemeen als N.S.B.-er in bui
tengewonen dienst beschouwt, had een typisch
liberaal stokpaardje van stal gehaald, de grief
n.l., dat de uitvoering van de werkloosheidsver
zekering aan de vakorganisaties der arbeiders is
in handen gegeven. De liberalen voerden hier
tegen altijd aan, dat op die wijze organisatie-
dwang werd geoefend, hetgeen niet waar is, om
dat volledige vrijheid bestaat óók voor inrichting
van „neutrale" werkloozenkassen, indien be
paalde groepen zich bij de bestaande kassen
niet thuis zouden voelen.
Ook WESTERMAN herhaalde niettemin dit
..argument" en bepleitte, dat de Staat zelf deze
verzekering voortaan zou uitvoeren. Want hij
had de ontdekking gedaan, dat de R. K. Bouw
vakarbeidersbond een lid, dat hem niet aan
stond geroyeerd had. En zoo was deze arme dus
tegelijk óók van de verzekering tegen werkloos
heid uitgesloten! De heer Westerman zou ech
ter allicht zijn klacht achterwege hebben gela-
ten, hadde hij geweten, dat de geroyeerde een.,,
communist was geweest, die in de katholieke
organisatie een cel had willen zijn!
De heer LOERAKKER heeft den fascistischen
afgevaardigde over zijn ongerechtvaardigde cri-
tiek deugdelijk de les gelezen, erop wijzend, dat
op dit gebied het vrije initiatief der vakorgani
saties zoo zegenrijk werk gedaan heeft en dat
hier aan den Staat geen andere taak toekomt
dan financieele hulp bij dit door particulieren
met groot verantwoordelijkheidsbesef en op wei
nig kostbare wijze verrichte werk. Het is trou
wens wel bijzonder vrijmoedig, dat een afgevaar
digde, wiens sympathieën uitgaan naar het im
mers alles met dwang gelijkschakelend fascisme,
een dergelijk bezwaar dorst aandragen. Alsof,
zeide ook minister SLINGENBERG, de organi
saties niet het recht van zeggenschap in haar
eigen huis zouden hebben!
Gelijk hieruit reeds blijkt, heeft de minis
ter zich volkomen aan de zijde van den heer
Loerakker gesteld. Hij kon zich zelfs niet
voorstellen, dat er nog iemand gevonden
werd, die tegen het zoo gezond gegroeide
stelsel van de werkloosheidsverzekering be
denking opperen kon.
Maar mr. Westerman had blijkbaar geen be
hoefte aan repliek.
Wat de buitenlandsche arbeidskrachten be
treft, merkte de minister op, dat zich hier even
als bij den in- en uitvoer een soort van com-
pensatieverkeer aan het ontwikkelen is, waar
door het zeer moeilijk wordt, in te grijpen zon
der de belangen van de Nederlanders, die in
Duitschland en België werken, te schaden. Ove
rigens is het aantal hier te lande werkzame
vreemdelingen sedert de wet van 16 Mei 1934
van circa 100.000 tot ongeveer 76.000 teruggeloo-
pen. De Nederlandsche artisten en musici met
name zijn door de wet zeer gebaat. Twee jaar
geleden hadden er 400 werk, thans is hun aan
tal toegenomen tot tusschen de 600 en 700. De
Belgen, die in Zeeuwsch-Vlaanderen in allerlei
bedrijven werken en die men volgens den katho
lieken afgevaardigde Lockefeer, omdat zij zoo
zijn ingeburgerd, tegemoet moest komen door
een verlaagd tarief voor de werkvergunning,
kunnen zich volgens den minister beter laten
naturaliseeren.
Voorts heeft de minister tegenover de so-
ciaal-democrate mevrouw De Vries-Bruins
de spoedcursussen tot opleiding voor dienst
bode verdedigd. Vooral voor het door deze
feministe aangevallen werk van de katholie-
de stichting Bouvigne had hij grooten lof.
En aardig zette hij de door mevrouw de Vries
verheerlijkte theoretische kennis omtrent de in
houdsmaat van potten en pannen en de schei
kundige samenstelling van voedingsmiddelen in
het zonnetje.
Hoezeer de Kamer bij de begrooting nu en
dan in détails kan afdalen, bleek weer bij de
afdeeling „Werkverschaffing en Steunverlee-
ning", een deel der Regeeringszorg, dat gedu
rende de crisisjaren onderwerp geweest is van
talrijke interpellaties.
De eerste spreker reeds, de heer Loerakker,
verdiepte zich in de finesses der steunregeling
op een wijze, die ongetwijfeld van deskundig
heid blijk gaf. Wij noteeren van zijn wenschen
een loonbijslagregeling voor bijzondere werk
zaamheden in den landbouw, een Kerstgave ook
voor hen, wier werkloosheid toevallig op 12 De
cember een aanvang nam, een soepeler regeling
van den aftrek van gezinsinkomsten., opneming
in de steunregeling van sommige kleine zelf
standigen (b.v. bollenkweekertjes), te werk
stelling van kleine boeren op hun eigen bedrijf
je, afschaffing van de in sommige industrie
plaatsen bestaande afzonderlijke klasse in de
steunregeling voor landarbeiders en opheffing
van de bezwaren, in bepaalde gevallen ver
bonden aan den regel, dat slechts één persoon
uit elk gezin voor steun in aanmerking komt.
De katholieke afgevaardigde Kuiper heeft nog
eens de afschaffing van den huurbijslag bespro
ken. Principieel acht hij die juist, doch oordeelt
de gegeven compensatie speciaal voor de nieu
we werkloozen te gering. En wat de standaard-
loonen betreft, merkte hij op, dat hier terdege
onderscheid dient te worden gemaakt tusschen
al dan niet bona fide werkloozen.
De minister van Sociale Zaken, de heer
SLINGENBERG, gelooft, dat er een blijvend
aantal werkloozen te verwachten is, reeds nu
moet daar het oog op gevestigd blijven.
Er is eenige opleving. De stijging der werk
loosheid heeft plaats gemaakt voor een daling,
doch alles kan nog niet worden overgelaten
aan het vrije bedrijf. We moeten de verschil
lende krachten laten samenwerken. In de rich
ting van werkverruiming, werkverschaffing,
Werkfonds, zal niettemin moeten blijven
gewerkt; ook in dit opzicht is er eenige
reden voor optimisme.
Velen hebben van het werkfonds steeds te
hooge verwachtingen gehad. De moeilijkheden
zijn vele en groot. Spr. zal snelheid bij de uit
voering der werken bevorderen.
Sociale Zaken heeft eigenlijk met kleine boe
ren en tuinders niets te maken, maar nu Socia
le Zaken zich eenmaal eenigszins hun lot heeft
aangetrokken, wil men weer uitbreiding. Spr.
kan zich niet op dien weg begeven.
Loonbijslag kan in bepaalde gevallen gehand
haafd worden.
De huurbijslag blijft afgeschaft. Voor de
nieuwe werkloozen geldt de overgangstoestand
niet.
Waar mogelijk, zullen de stille armen in de
distributie van gehakt enz. worden betrokken,
als de gemeentebesturen hen kennen en daartoe
het verzoek doen.
Waarom zou spr. den middenstand bij de
distributie van gehakt in blik niet willen in
schakelen? Maar niet de geheele middenstand
is spr. betrouwbaar gebleken. De rijkscontro
leurs konden dikwijls zonder meer een blikje
krijgen, wat een ernstige overtreding was. Spr.
gelooft echter dat de zaak nu wel in goede oide
is.
De vischhandelaars in IJmuiden zijn begonnen
niet te protesteeren tegen de distributieplannen
van spr. Spr. heeft opdracht gegeven, te trach
ten de middenstanders in te schakelen.
Spr. erkent, dat de tijd is gekomen om een
nieuwe regeling voor den aftrek van gezinsin-
Uomsten bij de steunverleening te overwegen.
De bezwaren in de Kamer zijn ten deele juist.
Spr. stemt toe, dat thans de lust om te werken
niet altijd bevorderd wordt. Als de aftrek van
2/3 op 1/3 wordt gebracht, kost dat 7 millioen
minder inkomsten voor het Werkloosheidssubsi-
diefonds. De minister kan echter nog geen bij
zonderheden mededeelen. Spr. zal de kwestie
nog nagaan.
Het begrootingshoofdstuk wordt z.h.s. aange
nomen.
De vergadering wordt te 4.05 des ochtends
verdaagd tot des middags 1 uur.
Ter gelegenheid van het achtste
eeuwfeest van den dood van den
landspatroon van Oostenrijk, den
H. Leopold, heeft de Bisschop van Linz
in alle kerken van zijn bisdom een her
derlijk schrijven laten voorlezen, dat,
hoewel het geheel was ingesteld op
Oostenrijksche toestanden, toch ook
voor ons en ons land van groote be
teekenis is.
Eerst dan, wanneer vooral de hooge-
re standen van de maatschappij, in-
tellectueelen en academisch gevorm-
den, professoren en ambtenaren, lei
dende persoonlijkheden in het openba
re en staatkundige leven, zich ware
christenen toonen, zal met recht van
een christelijken staat kunnen worden
gesproken en het christelijk program
kunnen worden verwezenlijkt, aldus
betoogt deze herderlijke brief.
In ons land hebben mannen als Prof.
A. Steger en Jhr. Ch. Ruys de Beeren-
brouck z.g. de noodzakelijkheid en het
belang van een diepe en sterke geloofs
beleving in het bijzonder onder de lei
ding gevende standen ingezien en aan
dit inzicht heeft de St. Adelbertsver-
eeniging, de standsorganisatie voor hen,
die uit een oogpunt van cultuur bij el
kander hooren, haar ontstaan te dan
ken. Doch niet alleen de zgn. hoogere
of leiding gevende standen, maar allen
zonder uitzondering dienen hun ge
loofsleven te verdiepen en de christelij
ke beginselen zoo zuiver en consequent
mogelijk uit te dragen en toe te pas
sen in de dagelijksche practijk, hoe
nederig en bescheiden hun maatschap
pelijke functie en omgeving ook mogen
zijn. De leidende standen kunnen geen
vruchtbaar werk doen, wanneer zij
geen weerklank vinden voor hun begin
selen in het Christen-volk, en het
Christen-volk kan alleen maar eerbied
hebben voor en medewerking verleenen
aan leiders, die diep doordrongen blij
ken van een zuiver godsdienstigen geest
en hun geloof niet slechts met den
mond belijden, maar het ook tot richt
snoer maken voor al hun daden.
Meer dan ooit is dat heden ten
dage gebiedend noodzakelijk, nu
van verschillende zijden gewel
dige en massale aanvallen gericht wor
den tegen ons geloof, onze Kerk, en al
de moeizaam gewonnen verworvenheden
van onze katholieke voorvaderen. Er is
geen andere keuze meer. Wie niet rond
uit en zonder voorbehoud vóór Christus
is, is tegen Hem. De strijdende Kerk
kan geen halfslachtigen, geen lauwen
en laffen, geen christenen, die het met
hun geweten op een zakelijk accoordje
gooien, gebruiken. Dezulken zijn soms
gevaarlijker vijanden, dan zij, die bui
ten staan, want zij bevinden zich binnen11
de muren en zijn spms moeilijk als vij
anden te herkennen. Wij moeten in den
waren en goeden zin des woords strijders
zijn van de strijdende Kerk op aarde om
eenmaal opgenomen te kunnen worden
in de zegevierende Kerk in den hemel.
Strijders voor orde en vrede in een tijd
vol oorlogsgerucht, politieken hartstocht
en verwarring, want de vrede en de orde
worden het beste beschermd door een
actieve Christenheid, door goede samen
werking tusschen priesters en leeken,
tusschen kerk en staat. In Zijn rede tot
de Spaansche vluchtelingen heeft de H.
Vader daar met nadruk op gewezen en
de Bisschop van Linz herinnert daaraan
in Zijn schrijven om te betoogen, dat de
Katholieke politiek hand in hand moet
gaan met de Katholieke Actie en de lee
ken met apostolischen geest het kerke
lijk leven en de belangen der Kerk moe
ten bevorderen en ondersteunen. Ook in
ons land zal eerlang de Katholieke Actie
georganiseerd gaan worden overeen
komstig de door den Paus aangegeven
richtlijnen en dan zullen de woorden
van het schrijven van den Bisschop van
Linz voor ons een bijzondere actualiteit
bezitten.
Het groeiende gevaar van het
bolsjewisme wordt niet afdoende
bestreden door een zuiver politiek
anti-bolsjewisme, dat machtige leiders
op hun vaandels hebben geschreven, en
ook niet door een militair anti-bolsje-
wisme van een bewapeningswedloop met
het millioenenleger van het Roode Rus
land, maar op de eerste plaats door een
godsdienstig anti-bolsjewisme, dat de
heilige godsidee tegenover de satanische
goddeloosheid der bolsjewisten stelt, en
het geestelijk koningschap van Christus
verkondigt. Een practisch Christendom
is de sterkste dam tegen het aanstor
mende bolsjewisme, aldus jiet herderlijk
schrijven. Inderdaad, een practisch
Christendom, gegrondvest op sociale
rechtvaardigheid en christelijke naas
tenliefde, op een diep geloof en ijverige
plichtsvervulling, is de sterkste dam niet
enkel tegen het bolsjewisme van Mos
kou, maar ook tegen de wilde stroomin
gen van hen, die God en Zijn Kerk min
der achten dan den Staat en zich op
genade of ongenade hebben overgeleverd
of wenschen over te leveren aan één
enkelen feilbaren mensch, wiens wil en
willekeur tot wet voor allen wordt ver
klaard.
Aan dezen dam te bouwen is onze dure
plicht. Geen Christen kan dien plicht
verwaarloozen, zonder medeverantwoor
delijk te worden voor de rampzalige ge
volgen, wanneer deze sterkste dam ooit
zou scheuren of bezwijken.
AMSTERDAM (Duitsch (M.O.B.) Geslaagd!
de heer D. Hoogkamer te Nieuw-Helvoet,