De toestand in Oostenrijk De werkloosheidsverzekering DE STERKSTE DAM DE STRIJD TEGEN TWEE FRONTEN VERKEERDE GRIEF Kerkelijk leven DINSDAG 22 DECEMBER 1936 BUIT ENLAN DSC H OVERZICHT De legitimisten krijgen geen kans VERDEDIGING VAN INDIË Extra-aflevering van 't Marineblad LEENING LEIDEN HET HANDELSVERDRAG MET DE VER. STATEN Mitcham IflVlNDII-WflTER KERSTVLUCHT IBIS VLOT VOLBRACHT Nieuwe Douglas hedenmorgen onder groote belangstelling op Tjililitan aangekomen Te Bandoeng BEËEDIGING VAN PRINS BERNHARD MARKEN VOOR REIS- DOELEINDEN Ondersteuning van burgerlijke ambtenaren Voogdij en gezins voogdij ZUSTER THERESIA t H.H. WIJDINGEN Bij de Paters Carmelieten BENOEMING BIJ DE PATERS DOMINICANEN TWEEDE KAMER Op afdoende wijze heeft de heer Loerakker mr. Westerman van repliek gediend Bouvigne geprezen Examens De internationale pers publiceerde in de laatste dagen herhaaldelijk berichten over arrestaties van „roode en bruine illegale elementen" in Oostenrijk. Onze Ween- sche correspondent bericht ons, dat deze be richten op waarheid berusten en dat de strijd tegen twee fronten in Oostenrijk nog altijd voortduurt. Het roode front bestaat hoofdza kelijk uit arbeiders, die direct of indirect on der invloed van Rusland staan en onderaards tegen den regeeringskoers wroeten. En het erg ste is, dat de overgroote meerderheid der ar beiders, inclusief zeer vele Christelijke, met dit bedrijf sympathiseeren. Het gros der ar beiders is en blijft anti-fascistisch. Zelfs de gematigdste arbeidersorganisatie, die der Christelijke arbeiders onder leiding van Kun- schak, telt heden ten dage niet weinig radi cale elementen en voelt zich met de overige arbeiders min of meer solidair. Dezer dagen heeft deze organisatie zelfs nog den eisch ge steld, dat de roode opstand van Febr. '34 einde lijk geheel moet worden gelikwideerd en dat 'n uitgebreide amnestie moet worden afgekondigd ten gunste der nog altijd gevangene werklie den en werküedenleiders. Naar berichten, die ons heden bereikten, moet in een opgewonden ministerraad Bondskanselier Schuschnigg ver klaard hebben, alleen te vinden te zijn voor een zeer beperkte amnestie. Onze Weensche correspondent meldt in dit verband: „De regee ring heeft sinds Dollfuss' dood steeds welge meende woorden gesproken, om de arbeiders voor zich te winnen. In de amnestiekwestie ontbrak echter de groote lijn. En wat den eco- nomischen opbouw betreft ontbreekt nog steeds de physieke mogelijkheid. Er wordt te weinig aan gedacht, dat de grootsche vernieuwing van Oostenrijk juist viel in den tijd der hoogste economische spanning en daardoor een schier bovenmenschelijk werk werd. Er wordt te wei nig rekening gehouden met de hardnekkige a-sociale mentaliteit van zeer vele werkgevers. Steeds weer worden de loonen verlaagd. De werkloosheid vermindert niet wezenlijk. En bij dit alles komen ophitsing van buiten en voor al de invloed van den rollenden roebel. Het communisme groeit. Uit betrouwbare bron weet ik, dat het aantal arrestaties in den laat- st«n tijd groot was." Omtrent de sterkte van het bruine front zijn de cijfers uiteenloopend naar ge lang ze opgegeven worden door voor- of tegenstanders. Verkiezingen, kent Oostenrijk niet meer, zoodat men op gissingen is aange wezen. Tot vóór het herstel der vriendschap tusschen Oostenrijk en Duitschland, dateerend van 11 Juli van dit jaar, viel er in de legiti- mistische kringen, in de kringen dus, welke voor den terugkeer der Habsburgsche monar chie zijn, een sterk optimisme te constateeren. In dit kamp is de stemming thans zeer ge drukt. Wel doen de legitimisten veel van zich hooren en beleggen aldoor bijeenkomsten, waarbij de oudste zuster van Otto van Habs- burg, aartshertogin Adelheid, aanwezig is, maar dat neemt niet weg, dat de kansen van Otto zeer gering zijn. Dit wordt in nuchtere legitimistische kringen ook grif toegegeven on der vier oogen. Men is in deze kringen zeer teleurgesteld over de houding van Schuschnigg, die „medeschuldig" is, zoo heet het, aan het tot stand komen van het accoord van 11 Juli, door welk accoord de restauratie der Habsbur- gers voor onbepaalden tijd van de rol van den dag is verdwenen. De Oostenrijksche nationalisten, die nogal sterk nationaal-socialistisch georiën teerd zijn, voelen zich na het accoord van 11 Juli veel sterker. Dit beteekent echter niet, dat daardoor de kwestie van de aanslui ting bij het Derde Rijk weer acuut is geworden. De Oostenrijksche nationaal-socialisten respec teeren tot dusver het accoord, waarin Hitier uitdrukkelijk de onafhankelijkheid van Oos tenrijk erkent. Dit beteekent ook niet, dat na 11 Juli het nationaal-socialisme in Oostenrijk een legitiem karakter zou hebben gekregen, want „nach wie vor" blijft elke nationaal-so- cialistische propaganda, ook het dragen van het hakenkruis verboden. Dit zich sterker voe len der nationaal-socialisten komt voort uit het feit, dat na 11 Juli de buitenlandsche po litiek van Oostenrijk zich beweegt op één lijn met die van Duitschland en Italië, dat het verkeer tusschen Oostenrijk en Duitschland weer in vriendschappelijken vorm is hervat, wat op economisch gebied natuurlijk groote gevolgen heeft gehad, dat de anti-communis tische koers onwillekeurig is verscherpt en dat achter de regeeringstafel mannen zijn komen te zitten, die officieus met het nationaal-so cialisme in verbinding staan. In de bruin ge schakeerde kringen koestert men de hoop, dat deze officieuze invloed op de regeering binnen korten tijd officieel zal worden door het zit ting nemen in het ministerie van beslist na tionaal-socialistisch denkende persoonlijkhe den. Hun bedoeling is dan een plebisciet uit te schrijven, waarvan het resultaat moet worden een nationaal-socialistisehe regeering a la Danzig! In dit alles is nog veel toekomstmuziek, maar zoo denkt men er nu eenmaal over. Het Marineblad, orgaan der Marine-vereeni- ging, geeft een extra-aflevering uit, speciaal gewijd aan vraagstukken betreffende de mari tieme defensie van Nederlandsch-Indië. Over deze verdediging schreef de kapitein ter zee G. W. Stöne een bijdrage, waarin hij wijst op de gevaren, die ons Indië kunnen bedreigen door de mislukking, waarop de kolonisatie van Japan in de meeste gevallen is uitgeloopen, dus door het afsluiten der grenzen door de mogend heden, deels ook door den aard van het Ja- pansche volk, dat te zeer zich aan zijn vader land verbonden voelt om in grooten getale te koloniseeren. Door de eerste oorzaak van het mislukken der kolonisatie kan Japan zich ge dwongen gaan voelen om Indië open te breken, waardoor wij in een gewapend conflict komen. Ditzelfde zou ook kunnen gebeuren, als Japan met een andere mogendheid, bijv. Rusland, in oorlog komt. Indië immers is dan zeer waarde vol door zijn rijkdom aan olie en andere grond stoffen. Welke in deze gevallen de taak der marine in Indië zal zijn, wordt door kapitein ter zee G. W. Stöne in zijn bijdrage beschreven. Mr. dr. H. H. A. van Gybland Oosterhoff geeft een uiteenzetting over de beteekenis van Nederlandsch-Indië voor het Koninkrijk. Prof. dr. J. E. de Quay gaat de economische aspecten voor een versterkte weermacht na. Ten slotte heeft de luitenant ter zee le klasse F. Pinke eenige feiten verzameld en aan de hand daar van grafieken samengesteld. De inschrijving op f 1.500.000 nominaal 3V4 pCt. obligatiën ten laste van de gemeente Lei- defl in stukken van 1000 en 500 nominaal, zal zijn opengesteld bij de Amsterdamsche Bank en de Rotterdamsche Bankvereeniging te Am sterdam, Rotterdam en Leiden, alsmede bij den gemeente-ontvanger te Leiden op Maandag, 28 December a.s. tot den koers van 98 pCt., ver meerderd met 7 dagen rente a 3'A pCt. 's jaars van Januari 1937 af tot den dag van betaling. Houders van obligatiën van de per 31 Decem ber 1936 aflosbare 5 pCt. vijfjarige leening van 1931 ten laste van de gemeente Leiden, hebben voor iedere obligatie, voorzien van de coupon per 31 December 1936, recht op toewijzing van een zooveel mogelijk gelijk nominaal öedrag aan 3'/2 pCt. obligatiën van bovengenoemde uitgifte, voorzien van coupons per 1 Juli 1937 en Verschenen is de memorie van antwoord op het voorloopig verslag der Eerste Kamer nopens het ontwerp van wet tot goedkeuring van het op 20 December 1935 te Washington, tusschen het Koninkrijk der Nederlanden en de Vereenig- de Staten van Amerika gesloten handelsverdrag met bijlagen en bijbehoorende notawisseling. Voor de door sommige leden geuite vrees, dat op grond van de betreffende clausule in het verdrag al te spoedig termen aanwezig zouden kunnen worden geacht, om over te gaan tot de verlenging van de periode, gedurende welke de verlaagde monopolieheffingen op versche appe len en peren worden toegepast, bestaat naar de meening van de regeering geen aanleiding. Immers, de betreffende clausule bepaalt, dat slechts in het geval van misoogst in Nederland tot een verlenging van bedoelde periode zal moeten worden overgegaan. De beoordeeling van de vraag of en in hoeverre van misoogst in Nederland sprake is, blijft echter ter beoordee ling van de Nederlandsche regeering. Imp.: C. F. G. - Bierkade 10 - Den Haag volgende. Dit recht vervalt, indien de houders der 5 pCt. obligatiën niet vóór de sluiting der inschrijving, met gebruikmaking van daartoe bij de inschrijvingskantoren verkrijgbare speciale inschrijvingsbiljetten, op de 3V2 pCt. obligatiën hebben ingeschreven. Indien de inschrijvingen van zoodanige houders het beschikbare bedrag te boven gaan, zal de toewijzing pondspondsge wijze geschieden. Indien de inschrijvingen voor de 3% pCt. obli gatiën, die niet door houders van 5 pCt. obliga tiën krachtens hun recht van voorkeur, moch ten worden genomen, het beschikbare bedrag te boven gaan, zal de toewijzing op eerstge noemde inschrijvingen systematisch geschieden. Het zegelrecht op de nota van toewijzing komt ten laste van den inschrijver. De betaling der toegewezen obligatiën moet plaats hebben op Vrijdag, 8 Januari 1937, ten kantore waar de inschrijving is geschied, tegen ontvangst van de obligatiën, den inschrijver toe komende. De inschrijvers, die het recht van voorkeur hebben uitgeoefend, verplichten zich door hun aanmelding, hunne 5 pCt. vijfjarige obligatiën 1931 op 8 Januari 1937 in te leveren ten kan tore waar de inschrijving is geschied. Hun zal voor de door hen ingeleverde 5 pCt. obligatiën worden uitgereikt een zooveel mogelijk gelijk nominaal bedrag aan 3% pCt. obligatiën met coupons per 1 Juli 1937 en volgende, zonder bij betaling van rente, terwijl het door hen ver schuldigde ter zake van de hun toegewezen 3y2 pCt. obligatiën verrekend zal worden met het hun toekomende bedrag wegens inlevering ter aflossing hunner 5 pCt. obligatiën. De leening is aflosbaar van 1937 af, uiterlijk in 40 jaarlijksche termijnen. De coupons zijn betaalbaar op 2 Jan. en 1 Juli. BATAVIA, 22 Dec. (Aneta) De nieuwe Dou glas van de K. L. M., de Ibis, is hedenmorgen te 9 uur 15 op het vliegveld Tjililitan aangeko men. Een groote schare belangstellenden was aanwezig ter verwelkoming van het nieuwe toe stel, o.a. een groot aantal schoolkinderen, die het fraaie toestel belegerden, teneinde auto- grammen van de bemanning los te krijgen. De bemanning verklaarde, dat de vlucht een zeer vlot verloop had gehad. Onderweg was overal de grootste belangstelling betoond. Op den terugweg zullen te Rangoon demon stratievluchten worden gemaakt. De Ibis is hedenmorgen tegen het middag uur, op het vliegveld Bandoeng aangekomen. Morgenochtend te 10.30 zal de N.C.R.V. op golflengte 1875 Meter uitzenden de plechtige beëediging van Z. D. H. Prins Bernhard. Het Nederlandsche Clearinginstituut maakt bekend, dat met de betreffende Duitsche in stanties een nadere regeling is getroffen nopens de toepassing van het z.g. menggebod bij net gebruik van de Dawes- en Youngmarken voor reisdoeleinden in Duitschland. Deze regeling treedt in werking 1 Jan. 1937. De vereeniging tot ondersteuning van burger lijke ambtenaren (H.O.R.A.) te 's Gravenhage, hield dezer dagen haar jaarlijksche algemeene vergadering te Utrecht. Na de openingsrede van den voorzitter werd met algemeene stem men tot voorzitter van den raad van commis sarissen gekozen ir. M. C. E. Bongaerts, ter voorziening in de vacature, ontstaan door het overlijden van jhr. mr. Ch. J. M. Ruijs de Bee- renbrouck. Tevens werd met algemeene stem men als lid van dezen raad herkozen de heer A. W. IJzerman. Ook in het hoofdbestuur kwamen verschil lende wijzigingen. Als voorzitter trad af de heer P. J. Fortanier en in die functie werd voorzien door de verkiezing van dr. Joh. J. Hanrath. Diens plaats als vice-voorzitter werd vervuld door verkiezing van den heer H. J. Hendrikse, lid van het hoofdbestuur. Verder werden tot le den van dit bestuurscollege gekozen de heeren dr. F. Breedveld en G. J. Heemstra. Secretaris van het hoofdbestuur is de heer W. J. A. van Kasteel, hoofdcommies ter provinciale griffie van Zuid-Holland, te 's Gravenhage. Het bestuur der vereeniging voor R. K. Ge zinsvoogden schrijft ons: De twee woorden, in den titel genoemd, beide van zeer verschillende beteekenis, geven vaak aanleiding tot vergissingen, omdat velen de juiste beteekenis er niet van weten of be grijpen. Voor volkomen ingewijden zijn de woor den en de beteekenis duidelijk genoeg. Wij willen hier in het kort het verschil dat bestaat tusschen voogdij en gezinsvoogdij uiteen zetten. Het verschil is zeer groot, alhoewel zij beide bedoelen minderjarigen te verzorgen en te be schermen tegen kwade invloeden. Een ouderloos kind, of een kind waarvan de ouders om hun slecht gedrag of andere oorza ken uit de ouderlijke macht zijn ontzet, wordt onder voogdij gesteld. Deze voogdij-stelling wordt uitgesproken, in het eerste geval door den kan tonrechter en in het tweede geval door de recht bank. Beide duren tot de meerderjarigheid var- het kind. Wie wordt met deze voogdij belast? Na verhoor van bloedverwanten kan de kan tonrechter een particulier persoon aanwijzen van wien hij verzekerd is dat deze voor een goede opvoeding zal zorgen. Is er geen par ticulier persoon te benoemen, dan wordt een voogdij-gesticht aangewezen. Meestal wordt bij een ontzetting een gesticht aangewezen als voogd. In deze gevallen wordt door de Regeering een subsidie verstrekt. Gezinsvoogdij, een veel jongere instelling, be oogt de belangen te behartigen van on handelbare en verwaarloosde minderjarigen. Deze kinderen worden door den kinder rechter onder toezicht gesteld van een ge zinsvoogdfes), met de bedoeling om het kind in het gezin te laten blijven bij de ouders, waar door het gezinsverband niet uit elkaar wordt gerukt. Moch door zoo'n onder-toezichtstelling het gewenschte doel niet worden bereikt, dan kan de kinderrechter het kind in een gesticht, speciaal geschikt voor dit kind, plaatsen. De duur dezer plaatsing is afhankelijk van het gedrag van. het kind en den toestand van het gezin waarin het kind zal terugkeeren. De ouders blijven bij deze onder-toezichtstel ling hun ouderlijke rechten behouden, doch moe ten zich gedragen naar de voorschriften van den kinderrechter en de aanwijzingen van den gezinsvoogd. Vanzelfsprekend is, dat het kind in de eerste plaats zulks verplicht is. Deze onder-toezichtstelling wordt uitgespro ken voor een jaar, kan van jaar tot jaar wor den verlengd, doch niet langer dan tot de meer derjarigheid of tot het huwelijk van de onder- toezichtgestelde. Wij hopen dat deze uiteenzetting er toe mag bijdragen, een verkeerd begrijpen omtrent voog dij en gezinsvoogdij op te helderen. In het klooster der Ursulinen te Weert is op 81-jarigen leeftijd overleden zuster Theresia van het Kindje Jezus. Meer dan vijftig jaar verbleef Zuster Theresia in het klooster te Weert Jarenlang was ze onderwijzeres in het St. Ursula-pensionaat. Ook is zij langen tijd novicen-meesteresse, assistente van de overste geweest. Z. H. Exc. Mgr. J. M. Buckx heeft het sub diaconaat en het diaconaat toegediend aan de fraters Gerardus Padnowyolo, Laurentius Me- kenkamp, Florentius Haagen, Leo van den Nieuwboer en Eliseus Haarhuis, allen fraters van de Carmelieten te Merkelbeek. Z. H. Exc. de Bisschop van Hiaarlem heeft benoemd tot kapelaan te Amsterdam, H. Tho mas van Aquino, den Eerw. Pater Th. J. G. Tesser O.P. Den Haag, 21 December 1936. In het avonduur werd de afdeeling Werkloos heidsverzekering afgedaan. En dan dient vooral melding gemaakt van een uitmuntende impro visatie van den katholieken afgevaardigde Loerakker aan het adres van mr. Westerman. De heer Westerman, dien men ook in de Ka mer nu wel vrij algemeen als N.S.B.-er in bui tengewonen dienst beschouwt, had een typisch liberaal stokpaardje van stal gehaald, de grief n.l., dat de uitvoering van de werkloosheidsver zekering aan de vakorganisaties der arbeiders is in handen gegeven. De liberalen voerden hier tegen altijd aan, dat op die wijze organisatie- dwang werd geoefend, hetgeen niet waar is, om dat volledige vrijheid bestaat óók voor inrichting van „neutrale" werkloozenkassen, indien be paalde groepen zich bij de bestaande kassen niet thuis zouden voelen. Ook WESTERMAN herhaalde niettemin dit ..argument" en bepleitte, dat de Staat zelf deze verzekering voortaan zou uitvoeren. Want hij had de ontdekking gedaan, dat de R. K. Bouw vakarbeidersbond een lid, dat hem niet aan stond geroyeerd had. En zoo was deze arme dus tegelijk óók van de verzekering tegen werkloos heid uitgesloten! De heer Westerman zou ech ter allicht zijn klacht achterwege hebben gela- ten, hadde hij geweten, dat de geroyeerde een.,, communist was geweest, die in de katholieke organisatie een cel had willen zijn! De heer LOERAKKER heeft den fascistischen afgevaardigde over zijn ongerechtvaardigde cri- tiek deugdelijk de les gelezen, erop wijzend, dat op dit gebied het vrije initiatief der vakorgani saties zoo zegenrijk werk gedaan heeft en dat hier aan den Staat geen andere taak toekomt dan financieele hulp bij dit door particulieren met groot verantwoordelijkheidsbesef en op wei nig kostbare wijze verrichte werk. Het is trou wens wel bijzonder vrijmoedig, dat een afgevaar digde, wiens sympathieën uitgaan naar het im mers alles met dwang gelijkschakelend fascisme, een dergelijk bezwaar dorst aandragen. Alsof, zeide ook minister SLINGENBERG, de organi saties niet het recht van zeggenschap in haar eigen huis zouden hebben! Gelijk hieruit reeds blijkt, heeft de minis ter zich volkomen aan de zijde van den heer Loerakker gesteld. Hij kon zich zelfs niet voorstellen, dat er nog iemand gevonden werd, die tegen het zoo gezond gegroeide stelsel van de werkloosheidsverzekering be denking opperen kon. Maar mr. Westerman had blijkbaar geen be hoefte aan repliek. Wat de buitenlandsche arbeidskrachten be treft, merkte de minister op, dat zich hier even als bij den in- en uitvoer een soort van com- pensatieverkeer aan het ontwikkelen is, waar door het zeer moeilijk wordt, in te grijpen zon der de belangen van de Nederlanders, die in Duitschland en België werken, te schaden. Ove rigens is het aantal hier te lande werkzame vreemdelingen sedert de wet van 16 Mei 1934 van circa 100.000 tot ongeveer 76.000 teruggeloo- pen. De Nederlandsche artisten en musici met name zijn door de wet zeer gebaat. Twee jaar geleden hadden er 400 werk, thans is hun aan tal toegenomen tot tusschen de 600 en 700. De Belgen, die in Zeeuwsch-Vlaanderen in allerlei bedrijven werken en die men volgens den katho lieken afgevaardigde Lockefeer, omdat zij zoo zijn ingeburgerd, tegemoet moest komen door een verlaagd tarief voor de werkvergunning, kunnen zich volgens den minister beter laten naturaliseeren. Voorts heeft de minister tegenover de so- ciaal-democrate mevrouw De Vries-Bruins de spoedcursussen tot opleiding voor dienst bode verdedigd. Vooral voor het door deze feministe aangevallen werk van de katholie- de stichting Bouvigne had hij grooten lof. En aardig zette hij de door mevrouw de Vries verheerlijkte theoretische kennis omtrent de in houdsmaat van potten en pannen en de schei kundige samenstelling van voedingsmiddelen in het zonnetje. Hoezeer de Kamer bij de begrooting nu en dan in détails kan afdalen, bleek weer bij de afdeeling „Werkverschaffing en Steunverlee- ning", een deel der Regeeringszorg, dat gedu rende de crisisjaren onderwerp geweest is van talrijke interpellaties. De eerste spreker reeds, de heer Loerakker, verdiepte zich in de finesses der steunregeling op een wijze, die ongetwijfeld van deskundig heid blijk gaf. Wij noteeren van zijn wenschen een loonbijslagregeling voor bijzondere werk zaamheden in den landbouw, een Kerstgave ook voor hen, wier werkloosheid toevallig op 12 De cember een aanvang nam, een soepeler regeling van den aftrek van gezinsinkomsten., opneming in de steunregeling van sommige kleine zelf standigen (b.v. bollenkweekertjes), te werk stelling van kleine boeren op hun eigen bedrijf je, afschaffing van de in sommige industrie plaatsen bestaande afzonderlijke klasse in de steunregeling voor landarbeiders en opheffing van de bezwaren, in bepaalde gevallen ver bonden aan den regel, dat slechts één persoon uit elk gezin voor steun in aanmerking komt. De katholieke afgevaardigde Kuiper heeft nog eens de afschaffing van den huurbijslag bespro ken. Principieel acht hij die juist, doch oordeelt de gegeven compensatie speciaal voor de nieu we werkloozen te gering. En wat de standaard- loonen betreft, merkte hij op, dat hier terdege onderscheid dient te worden gemaakt tusschen al dan niet bona fide werkloozen. De minister van Sociale Zaken, de heer SLINGENBERG, gelooft, dat er een blijvend aantal werkloozen te verwachten is, reeds nu moet daar het oog op gevestigd blijven. Er is eenige opleving. De stijging der werk loosheid heeft plaats gemaakt voor een daling, doch alles kan nog niet worden overgelaten aan het vrije bedrijf. We moeten de verschil lende krachten laten samenwerken. In de rich ting van werkverruiming, werkverschaffing, Werkfonds, zal niettemin moeten blijven gewerkt; ook in dit opzicht is er eenige reden voor optimisme. Velen hebben van het werkfonds steeds te hooge verwachtingen gehad. De moeilijkheden zijn vele en groot. Spr. zal snelheid bij de uit voering der werken bevorderen. Sociale Zaken heeft eigenlijk met kleine boe ren en tuinders niets te maken, maar nu Socia le Zaken zich eenmaal eenigszins hun lot heeft aangetrokken, wil men weer uitbreiding. Spr. kan zich niet op dien weg begeven. Loonbijslag kan in bepaalde gevallen gehand haafd worden. De huurbijslag blijft afgeschaft. Voor de nieuwe werkloozen geldt de overgangstoestand niet. Waar mogelijk, zullen de stille armen in de distributie van gehakt enz. worden betrokken, als de gemeentebesturen hen kennen en daartoe het verzoek doen. Waarom zou spr. den middenstand bij de distributie van gehakt in blik niet willen in schakelen? Maar niet de geheele middenstand is spr. betrouwbaar gebleken. De rijkscontro leurs konden dikwijls zonder meer een blikje krijgen, wat een ernstige overtreding was. Spr. gelooft echter dat de zaak nu wel in goede oide is. De vischhandelaars in IJmuiden zijn begonnen niet te protesteeren tegen de distributieplannen van spr. Spr. heeft opdracht gegeven, te trach ten de middenstanders in te schakelen. Spr. erkent, dat de tijd is gekomen om een nieuwe regeling voor den aftrek van gezinsin- Uomsten bij de steunverleening te overwegen. De bezwaren in de Kamer zijn ten deele juist. Spr. stemt toe, dat thans de lust om te werken niet altijd bevorderd wordt. Als de aftrek van 2/3 op 1/3 wordt gebracht, kost dat 7 millioen minder inkomsten voor het Werkloosheidssubsi- diefonds. De minister kan echter nog geen bij zonderheden mededeelen. Spr. zal de kwestie nog nagaan. Het begrootingshoofdstuk wordt z.h.s. aange nomen. De vergadering wordt te 4.05 des ochtends verdaagd tot des middags 1 uur. Ter gelegenheid van het achtste eeuwfeest van den dood van den landspatroon van Oostenrijk, den H. Leopold, heeft de Bisschop van Linz in alle kerken van zijn bisdom een her derlijk schrijven laten voorlezen, dat, hoewel het geheel was ingesteld op Oostenrijksche toestanden, toch ook voor ons en ons land van groote be teekenis is. Eerst dan, wanneer vooral de hooge- re standen van de maatschappij, in- tellectueelen en academisch gevorm- den, professoren en ambtenaren, lei dende persoonlijkheden in het openba re en staatkundige leven, zich ware christenen toonen, zal met recht van een christelijken staat kunnen worden gesproken en het christelijk program kunnen worden verwezenlijkt, aldus betoogt deze herderlijke brief. In ons land hebben mannen als Prof. A. Steger en Jhr. Ch. Ruys de Beeren- brouck z.g. de noodzakelijkheid en het belang van een diepe en sterke geloofs beleving in het bijzonder onder de lei ding gevende standen ingezien en aan dit inzicht heeft de St. Adelbertsver- eeniging, de standsorganisatie voor hen, die uit een oogpunt van cultuur bij el kander hooren, haar ontstaan te dan ken. Doch niet alleen de zgn. hoogere of leiding gevende standen, maar allen zonder uitzondering dienen hun ge loofsleven te verdiepen en de christelij ke beginselen zoo zuiver en consequent mogelijk uit te dragen en toe te pas sen in de dagelijksche practijk, hoe nederig en bescheiden hun maatschap pelijke functie en omgeving ook mogen zijn. De leidende standen kunnen geen vruchtbaar werk doen, wanneer zij geen weerklank vinden voor hun begin selen in het Christen-volk, en het Christen-volk kan alleen maar eerbied hebben voor en medewerking verleenen aan leiders, die diep doordrongen blij ken van een zuiver godsdienstigen geest en hun geloof niet slechts met den mond belijden, maar het ook tot richt snoer maken voor al hun daden. Meer dan ooit is dat heden ten dage gebiedend noodzakelijk, nu van verschillende zijden gewel dige en massale aanvallen gericht wor den tegen ons geloof, onze Kerk, en al de moeizaam gewonnen verworvenheden van onze katholieke voorvaderen. Er is geen andere keuze meer. Wie niet rond uit en zonder voorbehoud vóór Christus is, is tegen Hem. De strijdende Kerk kan geen halfslachtigen, geen lauwen en laffen, geen christenen, die het met hun geweten op een zakelijk accoordje gooien, gebruiken. Dezulken zijn soms gevaarlijker vijanden, dan zij, die bui ten staan, want zij bevinden zich binnen11 de muren en zijn spms moeilijk als vij anden te herkennen. Wij moeten in den waren en goeden zin des woords strijders zijn van de strijdende Kerk op aarde om eenmaal opgenomen te kunnen worden in de zegevierende Kerk in den hemel. Strijders voor orde en vrede in een tijd vol oorlogsgerucht, politieken hartstocht en verwarring, want de vrede en de orde worden het beste beschermd door een actieve Christenheid, door goede samen werking tusschen priesters en leeken, tusschen kerk en staat. In Zijn rede tot de Spaansche vluchtelingen heeft de H. Vader daar met nadruk op gewezen en de Bisschop van Linz herinnert daaraan in Zijn schrijven om te betoogen, dat de Katholieke politiek hand in hand moet gaan met de Katholieke Actie en de lee ken met apostolischen geest het kerke lijk leven en de belangen der Kerk moe ten bevorderen en ondersteunen. Ook in ons land zal eerlang de Katholieke Actie georganiseerd gaan worden overeen komstig de door den Paus aangegeven richtlijnen en dan zullen de woorden van het schrijven van den Bisschop van Linz voor ons een bijzondere actualiteit bezitten. Het groeiende gevaar van het bolsjewisme wordt niet afdoende bestreden door een zuiver politiek anti-bolsjewisme, dat machtige leiders op hun vaandels hebben geschreven, en ook niet door een militair anti-bolsje- wisme van een bewapeningswedloop met het millioenenleger van het Roode Rus land, maar op de eerste plaats door een godsdienstig anti-bolsjewisme, dat de heilige godsidee tegenover de satanische goddeloosheid der bolsjewisten stelt, en het geestelijk koningschap van Christus verkondigt. Een practisch Christendom is de sterkste dam tegen het aanstor mende bolsjewisme, aldus jiet herderlijk schrijven. Inderdaad, een practisch Christendom, gegrondvest op sociale rechtvaardigheid en christelijke naas tenliefde, op een diep geloof en ijverige plichtsvervulling, is de sterkste dam niet enkel tegen het bolsjewisme van Mos kou, maar ook tegen de wilde stroomin gen van hen, die God en Zijn Kerk min der achten dan den Staat en zich op genade of ongenade hebben overgeleverd of wenschen over te leveren aan één enkelen feilbaren mensch, wiens wil en willekeur tot wet voor allen wordt ver klaard. Aan dezen dam te bouwen is onze dure plicht. Geen Christen kan dien plicht verwaarloozen, zonder medeverantwoor delijk te worden voor de rampzalige ge volgen, wanneer deze sterkste dam ooit zou scheuren of bezwijken. AMSTERDAM (Duitsch (M.O.B.) Geslaagd! de heer D. Hoogkamer te Nieuw-Helvoet,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 2