Mdwbfiaal ma dm da$
DREIN DRENTEL EN PIET PRIKKEL
F
e)
ck ckjfosfa
Wie doodde
B Marco Graffi? B
MAANDAG 28 DECEMBER 1936
VOETBAL
D. E. M.Santpoort 2 04
D.H.V.B.-uitslagen
BloemendaalV. S. V. 24
H. V. B.-uitslagen
WIELRENNEN
R.K.W. V. Achilles
ScheveningenHillinen 20
KAMPIOENSCHAP VAN
HAARLEM
HaarlemDe Kennemers 52
S. D. Z.Zandvoort 10
H. R. C. Excelsior
HOCKEY
De Kerstwedstrijden
TURNEN
H. S. V. de Kampioen
R. K. Sportvereenigingen
HerculesWinfried
HAARLEM
BURGERLIJKE STAND
BLOEMENTENTOONSTELLING
AALSMEER
PERSIL GAAT VERHUIZEN
RIJKSVISCHAFSLAG
3?
De thuisclub komt met eenige invallers uit en
dank zij 't feit, dat zij in geen vier weken heeft
gespeeld, is het verband nogal zoek. Santpoort
begint met de beste voornemens om er tan te
maken wat er van te maken is en het blijkt dat
de roodbroeken in het veld lang niet de minsten
zijn, al zijn de D.E.M.-ers over het algemeen in
dividueel beter. Na een blunder in de achter
hoede van de thuisclub wordt het 01 en kort
voor rust weten de gasten nogmaals den goed
werkenden Slotemaker te passeeren. 02.
Na de rust gaat het spel wederom gelijk op.
De thuisclub krijgt nu spoedig achtereen eenige
goede kansen om gelijk te maken, maar ook nu
faalt men. Wittebrood heeft eenmaal het doel
zonder doelman voor zich, maar hij loopt den
bal voorbij. Een goal op dit moment had een
keerpunt in den strijd kunnen brengen. Nu liep
het juist andersom, toen Santpoort kort hierna
een door Slotemaker gekeerden harden bal in
schoot. 03. D.E.M. blijft volhouden, maar pech
blijft de voorhoede bij en een doelpunt wil niet
komen. Slotemaker, die zich overigens kranig
weerde, deelt dan in de malaise, als hij over
een gemakkelijk te houden bal heenvalt. De
thuisclub blijft zwoegen om de eer te redden,
maar als de scheidsrechter einde blaast, heeft
Santpoort de eerste overwinning binnen.
Afdeeling Noord
Reserve le klasse
A Wilskracht 2Volendam 3
DOSS 2—RKAV 2
Reserve 2e klasse
St. Mart. 2The Victory 2
Reserve 3e klasse
A DOSS 4—RKAV 3
WA 4—Wilskracht 4
B India 2Or. Zwart 2
C The Unity 3—RKAV 4
Wilskracht 5—St. Mart. 3
DES 2—VDO 2
Reserve 4e klasse
B ZPC 4—DOSS 6
Gez. Vier 3—NAS 2
RODA 3India 4
D Onze Gez. 4—Vogelenzang 2
Afdeeling Zuid
le klasse
A AW 1—Westl. 1
Afdeeling Noord
Reserve le klasse
A RKAV 2—DOSS 2
2e klasse
WSV 1—Berdos 1
Afdeeling Centrum
le klasse
A C-ez. Vier 1—OIV 1
St. Mart. 1Purmerend 1
ZPC 1—The Unity 1
India 1Roda 1
Reserve le klasse
A Lisse 2TYBB 2
Onze Gez. 2—HBC 2
2e klasse
A SVO 1—DES 1
RCM 1NV A 1
B St Bern. 1Cone. 1
Reserve 2e klasse
A The Unity 2Wilskracht 3
DOSS 3—VVZ 3
B BSM 2—DEM 3
HBC 3—TYBB 3
Teylingen 2Lisse 3
Reserve 3e klasse
A Zwal. 3—VIC 2
Wilskracht 4—WA 4
PVCB 2—Gez. Vier 2
RKAV 4—The Unity 3
St Mart. 3Wilskracht 5
Onze Gez. 3TZB 1
HBC 4Lisse 4
Concordia 2TYBB 4
Reserve 4e klasse
NAS 2—Gez. Vier 3
India 4Roda 3
Vcg.zang 2Onze Gezellen 4
Lisse 6IEV 3
Afdeeling Zuid
le klasse
A Westl. 1-AW 1
RCD 1Lenig en Snel 1
St. Ignatius 1Velo 1
GDS 1—SGV 1
St. Lode wijk 1PFC 1
B Van Nispen 1—Alliance 1
Reserve le klasse
A Gr Willem 2—BI. Zwart 2
GDA 2—DONK 2
Aeolus 2DHL 2
dezen doelman verkleint De Winter den ach
terstand 12. De goede verdediging van De
Kennemers weet tegen een sterk aanvallend
Haarlem dezen stand tot de rust te houden.
Rust 12.
Na een korte rust wordt het spel weer hervat
waarbij Haarlem in witte shirts speelt. De op
stelling van den Haarlem-aanval is nu gewijzigd
en goed gesteund door Van Gooi speelt deze
linie nu veel beter en vooral Van der Hulst als
rechtsbinnen doet nu goed werk. De Kennemers
bepalen zich tot enkele uitvallen die weinig ge
vaarlijk zijn en moeten zich tegen een sterk op
den aanval spelend Haarlem met alle kracht
verdedigen.
Geruimen tijd heeft dit succes. Wel scoort
Van der Hulst een fraai doelpunt, maar Effern
staat buitenspel. Na goed samenspel met Po-
lanen slaagt Smit er na een kwartier in op
keurige wijze gelijk te maken, 22.
Ook hierna blijft Haarlem overwegend ster
ker en als de verdediging van De Kennemers
ten slotte dezen druk niet kan weerstaan, scoort
Effern na goed werk van den Haarlem-aanval
een drietal goede doelpunten, waardoor het
einde van dezen in den mist gespeelden wed
strijd Haarlem na een 20 achterstand nog een
52 overwinning brengt.
B
C
D
E
7—1
8—0
9—0
4—3
0—4
5—2
6—1
0—4
4—3
62
0—3
1—2
2—5
1—2
0—4
3—1
2—4
20
0—2
2—1
4—1
4-5
1—14
1—2
3—1
3—2
0—4
2—1
0—2
1—1
3—2
1—0
1—4
1—5
11—0
11—1
0—6
7—2
11—1
2—4
5—2
0—2
2—1
5—3
1—5
5—1
3—1
4—5
7—2
5—2
3—3
Voor de rust gaven de Bloemendalers hun te
genstanders uitstekend partij. Gedurende het
eerste kwartier ging de strijd volkomen gelijk
op. Reeds na vijf minuten spelen was Hartman
er in geslaagd met een goeden kopbal uit een
voorzet van De Bock te scoren, 10.
Kort hierop moest eer.igen tijd voor den V.S.
V.-keeper worden gestopt, die na een botsing
met Hartman geblesseerd was geraakt. Nadat
het spel hervat was ontstond er een'schermutse
ling voor het doel der gasten, waaraan De Bock
een einde maakte door den bal hard in het V.
S.V.-doel te schieten, 20.
Hierna kwamen de Velseroorders er echter wat
beter in. Spoedig was Teeling er na goed soio-
werk in geslaagd de geheele Bloemendaal-verae-
diging te passeeren en nog geen vijf minuten
later kwam V.S.V. op een billijke wijze aan den
gelijkmaker, door een door Sterk genomen straf
schop wegens hands. 22.
Na de hervatting was het spel der gastheeren
veel minder. De linkervleugel presteerde weinig
meer; Hartendorp als rechtsbinnen faalde nu
geheel, terwijl de Bock het herhaalde malen
zonder succes alleen probeerde, v. d. Griendt
c.s. bieef de situatie dan ook zonder veel moeite
meester. Nadat de Bloemendaal-verdediging tal
rijke aanvallen der bezoekers onderbroken had,
scoorde Sterk na ongeveer 25 minuten uit een
voorzet van rechts, 23.
V.S.V. behield ook hierna het beste deel van
het spel. Vijf minuten voor het einde kwam er
nog een goedkoop vierde doelpunt voor de rood-
witten bij, toen Bot ongehinderd een lagen voor
zet van rechts in het Bloemendaaldoel kon
loopen, 24.
IA
SpaarnestadEDO 3
1—1
VVBHaarlem 3a
2—3
1B
Stormvogels 4Haarlem 3
1—1
EDO 4—RCH 3
1—1
DWO—EDO 5
1—5
2A
RCH 6Kennemers 3
2—2
Kinhsim 5Haarlem 5
1—2
2B
Bloemendaal 2RCH 7
5—0
Spaamevogels 2Swastika
3—3
2C
THB 2—Kennemers 4
6—5
RCH 8Kenau
42
2D
Bloemendaal 3EDO 6
4—3
Haarlem 4VI. Vogels 2
6—1
3B
RCH 9—EDO 8
5—4
3D
Haarlem 7—Zandvoort 6
uitg.
Spaarnevogels 3Halfweg 3
4—2
3G
IVO 2—Hillegom 4
1—2
3H
EHS 2—HSV
102
EDO 7—VVB 3
6—0
4A
EDO 10Spaamevogels 4
2—6
4B
RCH 13Zandvoort 7
1—2
Vijfhuizen 2—Haarlem 9
Uitg.
Op Woensdag 30 Dec. as. te 8.30 uur geeft
„Achilles'* zijn tweeden gezelligen avond van dit
seizoen. Dit Oudejaarsfeest wordt gegeven in de
groote zaal van gebouw Olympia, met medewer
king van den bekenden humorist Harrie Durant
en een prima jazz-band.
Tevens zal op dezen avond de trekking van de
loterij onder toezicht van een inspecteur van
politie geschieden. Deze avonden zijn alleen
toegankelijk voor leden, donateurs of -trices en
genoodigden.
Het derde jaarfeest zal met bijzonderen luister
op 30 Januari 1937 in de Gemeente Concertzaal
gevierd worden, met medewerking van den be
kenden Amsterdamschen Klokkemeijers-Band,
die uit 14 musici bestaat. Voorts wordt er een
schitterend variété-programma gegeven. Het bal
zal wederom staan onder leiding van den heer
Schroder.
Voor de rust waren de aanvallen op het doel
der thuisclub en de kansen, die zich voordeden
om te doelpunten, zeer talrijk. Nochtans wist
geen der voorwaartsen ook maar een dezer te
benutten. Dit stempelde dan ook de aanvalsli-
nie tot het zwakste gedeelte van de ploeg. De
verdediging met E. Scholte aan het hoofd was
wederom prima.
Ook na de rust een aanvallend Hillinen, maar
geheel onverwacht neemt Scheveningen de lei
ding uit een aanval van links, 10. Langen tijd
blijven de bezoekers in de meerderheid, maar
het schieten is verbazend slecht. Een penalty,
tien minuten voor tijd aan Scheveningen toe
gewezen, brengt den stand op 2—0 en direct
hierop mag Hillinen een strafschop nemen,
maar het schot van E. Scholte is te zacht om
doelman Tap te passeeren.
Vooral in de eerste helft van dezen wedstrijd
speelde De Kennemers een snel en open spel
dat reeds in de eerste minuten een goed doel
punt bracht toen Veenstra een voorzet van den
rechtervleugel hard inschoot, 01.
De tegenaanvallen van Haarlem waren aan
vankelijk vrij ongevaarlijk. De vleugelspelers
kwamen te veel naar binnen en waar bovendien
Smit wat veel achterbleef, hadden Dinkla en
Van Urk niet veel moeite met deze eerste aan
vallen. Na een voorzet van Polanen kreeg De
Winter een vrije kans, maar zijn schot was te
zacht en Van Urk bracht redding. Als bij een
der gevaarlijke aanvallen van De Kennemers
een Haarlem-achterspeler mist, brengt Bret-
houwer den stand op 02. Haarlem pakt dan
wat energieker aan en een fraaie pass van Smit
bqengt De Winter vrij voor Van Urk en via
Met de rust was de stand nog 00 hoewel
Zandvoort legio kansen om te doelpunten had
gekregen. Ook in de tweede helft kon men zich
niet voldoende verplaatsen. Het bleek, dat goed
voetbal onmogelijk was. Kort voor het einde
kreeg S. D. Z. een vrijen trap toegewezen, en toen
Kemp het uitsicht werd benomen verdween
de bal in het net. Het pleit was hiermede be
slecht.
Onder begunstiging van mooi winterweer hield
bovengenoemde vereeniging haar Kerstrit 1930,
voor leden en donateurs. Er waren verschillende
firma's die daar prijzen voor beschikbaar stelden.
De uitslag van den Kerstrit luidt:
1 W. Fennis; 2 P. Korthals; 3 J. Walgien; 4 J.
Lasschuit, 5 Taverne, 6 J. Banken; 7 F. de Nijs;
8 de Jong; 9 H. van Es; 10 J. Jas; 11 B. Jansen;
12 G. Jansen; 13 L. Kuijl; 14 De Vries; 15 W-
Kleef; 16 J. Kruif; 17 Philippo; 18 N.N.
Junioren; 1 Van Dijk; 2. H. van Sinderen.
Donateurs: 1 J. Jonker; 2 B. Fennis; 3 van der
Berg; 4 Dun; 5. Lasschuit; 6 Kleef.
Op den 2den Kerstdag werd te Bloemendaal
een mixed hockey-tournooi, georganiseerd door
de BMHC, gehouden.
Tot de deelnemende vereeniglngen behoorden
HHYC (met 2 elftallen), HCC, HDM, Togo en de
ontvangende vereeniging BMHC met 4 elftallen.
De Haarlemsche dames behoorden tot de leden
van Rood Wit en BDHC. Doordat HDM na af
zegging onverwachts toch verscheen, moest de
wedstrijdleiding een nieuw programma samen
stellen. dat een vlot verloop had.
De wedstrijden waren het aanzien ten volle
waard en werden dan ook, ondanks den mist, door
een groot aantal belangstellenden gevolgd. De
stemming onder de deelnemende ploegen was
voortreffelijk en er werd met zeer veel animo
gestreden. De speeltijd moest tot 2 maal 15 mi
nuten teruggebracht worden. HHYC 1 en BMHC
1 bleven ongeslagen, doch de duisternis viel reeds
in, toen de voorlaatste wedstrijden een einde
vonden, waardoor de finale niet meer gespeeld
kon worden. Het tournooi dat een slot vond in
Hotel den Hout slaagde buitengewoon.
Te Heemstede had Alliance een tournooi ge
organiseerd dat niet minder goed slaagde. Ge
speeld werd om den Peek en Cloppenburg-beker
door de uitgenoodigde vereenigingen: Alkmaar,
Be Fair, BMHC IV en de ontvangende vereeni
ging die met één elftal kwam. In de 1ste ronde
won Alkmaar na een spannenden strijd met 2-1
van Allicance dat eerst in de verlenging werd
geslagen.
De onvoltallige BMHC-ploeg gaf Be Fair
prachtig partij en verloor met slechts 45. Ver
volgens legde Alkmaar beslag op den fraaien
wisselprijs door Be Fair (10 man) met 21 te
slaan. De verliezers speelden een troostwedstrijd
die door BMHC, dat eveneens een speler miste,
met 21 gewonnen werd. De captain van Allian
ce reikte bij verhindering van den schenker, den
beker met eenige toepasselijke woorden aan het
winnende elftal uit.
Zondag speelde BMHC zonder Scheffer, A. de
Roos, Schmeink en van Geyn een wedstrijd tegen
Hilversum dat eveneens verre van volledig was.
In de eerste helft domineerde de thuisclub. Het
spel golfde zeer snel op en neer en was rijk aan
zeer goede spelmomenten. Bij de gasten was
Schook in de voorhoede een doorloopend gevaar
voor de BMHC-achterhoede, waarin naast Brusse
Striker weer uitblonk en dus een welkome ver
sterking voor BMHC beteekent. In de eerste helft
scoorde van Kempen een goed doelpunt. Na de
rust was Hilversum sterker en na een fraai doel
punt dat den stand 1—1 gelijk maakte, maakte
de achterhoede der thuisclub geen fout meer. In
de verlenging scoorde Muller na fraai werk van
P. Gunning het winnende punt.
Zondag werd de 3e rit van de home-trainer-
competitie verreden voor A. J en C-klasse over
3 K.M. en voor de juniores over 1 K.M.
De uitslag was: over 3. K.M.:
A-klasse: Kinket 1, 51, 3; Oudolf 2, 0, 1;
Schelvis 2, 0, 4; Fruitema 2, 7, 2.
B-klasse: R. Hessels 1, 59, 2; L. Sytsma 2, 2, 1;
Jansen 2, 3, 1; v. Halst, 2, 7, 4; Terburg 2, 8, 4;
De Winter 2, 14, 2.
C-klasse: S. Bos 2, 5, 4; Stijnman 2, 6, 1; v. d.
Pols 2, 8, 4; 7. Bos 2, 13, 2; Koelemeyer 2, 14, 1;
Krom 2, 21, 2; Feye 2, 24, 2; Vos 2, 33, 4.
Juniores over l>/, K.M. J. Sterke 1, 1, 3; Sip-
ma 1, 4, 1; Keizer 1, 6, 4; Veen 1, 7, 3; Laan
1, 15, 0.
Dinsdagavond 29 December 1936 houdt boven
genoemde vereeniging voor leden en donateurs
een belangrijke buitengewone vergadering ten
huize Scheffer, KI. Houtstraat 44. Aanvang 8 u.
De voornaamste punten der zeer uitgebreide
agenda zijn: besprekingen der te houden Crite
riums in Haarlem en Zandvoort, deelname aan
den lichtstoet op 7 Januari a.s. en het te houden
jaaffeest.
Verder zullen in verband met het nieuwe reg
lement benoemd worden een kascommissie, een
protestcommissie en een wedstrijd-commissie.
Ook zal voorzien worden in de vacature van
tweeden voorzitter.
In verband met de feestdagen zullen de trai
ningsavonden welke zich in een groote activiteit
mogen verheugen, weder aanvangen opjü'ijdag 8
Januari 1937.
De dames turnen a.s. Woensdag aan het
Zandvoorterpad, ook de meisjes.
De adspiranten van de heerenafdeeling turnen
allen ook daar van 5 tot 6 uur.
De uitslag van de loterij van den Haarlemschen
Turnkring is 5 uur 55 min. 46 sec. Op dit tijd
stip is het horloge gevallen.
Geboren: 24 Dec.: K. Buter—Drcs, d. A. C.
Leijenaar—Kloes, d. 25 Dec.: H. G. Land-
wehr Johann—v. Altena, d. J. B. Dijkers-
Koster, d. D. K. v. Dijk—Sandhoff, d. 26 Dec.:
J. T. Reijns—Knol, z. J. v. d. Lincjen—Wij
man, d. G. M. Dijkzeulv. d. Berg, d. 27
Dec.: M. M. v. d. KroftSmeets, z. E. R.
M. Heemskerk—v. d. Goes, d. M. Hertog-
Bakker, z.
Ondertrouwd: 28 Dec.: G. J. Puister en J.
C. M. de Man.
Getrouwd: 28 Dec.: H. J. P. K. Ziebell en J.
Schouten.
Overleden: 24 Dec.: A. Mulder—Boekei, 74
jaar, Timorstraat T. Kamminga—Bloot-
hooft, 42 jaar, Weltevredenpl. H. J. C. de
Graaff, 85 jaar, Ripperdapark M. Haamans
v. Gelder, 68 jaar, Gen. Bothastr. A. M.
ten Boschv. d. Eijkhoff, 63 jaar, Linschoten-
str. J. J. Kempenaar, 74 jaar, Westerhout-
park C. H. Zethof, 37 jaar, M. v. Heems
kerkstraat 25 Dec.: A. Scherpenhuyzen, 30
Een zóó kostbaar parelsnoer had de juwee
lenfirma Bookers Cy. nimmer in haar
safe gehad.
De boekhouder, Donnald, had juist alle be
treffende papieren en bescheiden gecontroleerd
op het kostbaar kleinood, zooals het uit Parijs
was aangekomen. Meer dan dertig jaren was
hij bij Bookers Cy. en had voor millioenen
waarde door zijn vingers laten glijden of, even
bewonderend, in handen gehouden. Doch er
was nimmer een sieraad geweest, dat op zich
zelf een zoo hooge waarde vertegenwoordigde.
„Vijftig duizend pond! Dat is een bedrag,"
merkte Donnald voor zichzelf op. '„En waar
biijft het? Over drie weken op transport naar
Amerika. Daar zal het den hals sieren van een
of andere luxueuze vrouw, die het ontving van
een of ander multi-millionnair.
Uit verveling om het voortdurende aanhou
den of in een vlaag van onverantwoordelijke
vrijgevigheid gekocht misschien. Waar is dat
alles goed voor? Vijftigduizend pond. Mij zou
een dergelijk bedrag mijn onmogelijkste wen-
schen vervullen. Reizen, de wereld zien, en dan
een groot, schitterend huis, waarin ik mijn lief
hebberijen allen tijd kan toemeten, dien ik er
voor zou willen over hebben."
Donnald peinsde en peinsde over zijn geopend
kasboek en hij deed den geheelen middag niets
meer. Thuis lieten hem die gedachten niet los;
de oude boekhouder was voor het eerst aan
gegrepen door het verlangen naar geld. Dertig
jaren hadden alle sieraden en diamanten en
parels hem onverschillig gelaten en dacht hij
er niet aan zijn positie en vooruitzichten te
vergelijken met de waarde van al die verschil
lende kostbaarheden.
„En het is eigenlijk zoo gemakkelijk," was
Donnald's gedachtengang reeds gevorderd, „nog
veertien dagen vóór Bookers er zelf maar naar
vragen zal en niemand anders kan buiten hem
en mij in de safe komen. Ik moest eens
doch Donnald schudde het hoofd. „Ik ben er
te oud voor. Mijn oude dag zal, zonder reizen,
niet minder rustig zijn."
jaar, Weltevredenplein J. v. Rijswijk, 59 jaar,
Havenplein A. H. NieuwenhuizenPieterse,
30 jaar, Havikstr. A. Snijders, 73 jaar, v. Nes
straat F. de Konink, 79 jaar, Molijnstraat
26 Dec.: J. v. d. Horst, 85 jaar, Karei v. Man-
derstr. J. Rooseboom de Vries, 62 jaar, Ge
weerstraat J. Bonselaar, 57 jaar, Güsbr. v.
Aemstelstraat 27 Dec.: G. J. Droste, 65 jaar,
Zijlweg E. P. DerogeeWeber, 63 jaar, El
zenplein M. Burger—Rijser, 76 jaar, Vergier-
deweg A. C. Verkoren—v. Hemert, Amp-
zingstraat.
Voor de Aalsmeersche jubileumtentoonstel
ling „Lente in Januari" hebben H. M. de Ko
ningin en H. K. H. Prinses Juliana een zilveren
medaille ter beschikking gesteld van de ten
toonstellingscommissie.
Naar ons van welingelichte zijde wordt mede
gedeeld, zullen de E. Ostermann Co's Handel
Mij. N.V. de Nederlandsche Persil Mij. N.V. en
de E. Ostermann's „Chemphar" Chemisch
Pharm. Handel Mij. N.V. hun kantoren begin
1937 vestigen in het gebouw, voorheen betrokken
door Duwaer Naessens aan het Leidsche-
boschje te Amsterdam.
IJMUIDEN, 28 Dec. Rijksvischafslag. Tarbot
1.201.5o per kg. Griet 15.0032 per 50 kg. Tong
1.04—1.25 per kg. Groote Schol 13—17.50, middel
Schol 15.0019, Zetschol 21.0025. kleine Schol
6.5020, Schar 7.0010, Tongschar 20.0040 per
5 kg. Rog 1020.50 per 20 stuks. Vleet 1.102.70
per stuk. Pieterman en Poon 5.508. groote
Sehelvisch 30.0032, middel Schelvisch 23.00
26. kl. midd. Schelvisch 13.0020, kleine Schel
visch 6.2016 per 50 kg. Kabeljauw 18.0052 p.
125 kg. Gullen 2.307.50 per 50 kg. Leng 0.351
per stuk. Hielbot 0.501 per kg. Wijting 2.005
per 50 kg. Koolvisch 665 cent per stuk. Makreel
4.80—12, kl. midd. Heek 27.00—31, kleine Heek
8.0018 per 50 kg. Versche Haring 1.753.40 per
kist.
VOETOMDE^.-
ZOEK
VOOR.
CÏE-VA nüenen
Veertien dagen later lag in de lade van Don
nald's bureau een parelsnoer, een voortreffe
lijke imitatie van het kleinood, dat in de safe
was weggeborgen en dat Donnald had laten
vervaardigen naar de gegevens, welke hij uit
de begeleidende papieren had verzameld. Toen
Lookers hem opdracht gaf het kostbaar collier
te halen voor de verzending naar Amerika, stak
Donnald zijn étui uit de lade in zijn binnenzak,
stond op en ging naar de safe. Alles ging nog
gemakkelijker dan hij zich had voorgesteld
Staande in de safe, kon hij zonder moeite de
étuis verwisselen. Bookers zag slechts vluchtig
naar het collier, daar hij veel te druk bezig
was en Donnald was immers volkomen betrouw
baar.
Toch had Donnald klam zweet op het voor
hoofd, toen hij naar zijn bureau terugging en
hij kon niet meer regelmatig werken.
's Avonds, thuis op zijn kamers, stond hij
vreeseljjke angsten uit door de gedachten,
welke hem nu eerst invielen. Voor hem lag het
parelsnoer van duizenden ponden waarde. Hij
had zich van het bezit zooveel geluk voorge
steld, in waarheid was hij nu doodelijk beangst
Nu eerst dacht hij aan de moeilijkheid zoo'n
sieraad te gelde te maken. Maar ook de moge
lijkheid van ontdekking liet hem niet met rust.
Natuurlijk zou over eenigen tijd Bookers de
mededeeling uit Amerika ontvangen, dat het
halssnoer valsch was. Dan zou onmiddellijk
Donnald verdacht worden, wanneer hij niet
meer in de zaak was, doch op reis, wie weet
waar. Om nóg eenige jaren in zijn betrekking
te blijven, terwijl hier dat parelsnoer verborgen
was, scheen hem onmogelijk. Maar toch, toch
scheen dit de eenige oplossing om niet ontdekt
te worden. Bo-
vendien had hij i'
hier in zijn kast
een flesch vloei- jj /V/7 C/7/7/7
stof staan, waar- IrJ-
in hij de parels
slechts behoefde
te werpen, om ze
totaal op te lossen en elk spoor ervan volko
men te doen verdwijnen.
'tWas diep in den nacht, toen Donnald ein
delijk er ook aan dacht ter ruste te gaan. Hij
stond moeizaam op, zag plotseling tot zijn ont
zetting dat hij totaal vergeten had de gordij
nen te sluiten, terwijl hier het parelsnoer voer
hem op tafel lag. Hij deed een paar snelle pas
sen naar het venster, daaraan den over
kant stonden twee politie-agenten. Donnald
sprong terug en hield den adem in. De agenten
bleven staan en zagen naar boven. Bevend liep
Donnald achteruit en draaide bij zijn kamer
deur het licht uit. Nu kon hij ongezien naar
buiten kijken. De agenten spraken met elkaar,
daar staken zij opeens de straat over, recht op
de deur naar Donnald's huis af. Doodsschrik
beving hem. Er werd plotseling gebeld. Dat
was het einde. „Neen," verzette zich Donnald,
„er is nog één uitkomst, nog één redmiddel!"
Hij liep naar de kast, rukte de deur open en
greep de flesch vloeistof. Dan gritste hij het
parelsnoer van tafel en met sidderende handen
liet hij het snoer door de halsopening in de
vloeistof glijden. Er werd opnieuw gebeld, lui
der nog. Donnald stond onbeweeglijk in de
flesch te staren. Nog een paar seconden en de
parels waren in de vloeistof verzonken, opge
lost, spoorloos verdwenen. Nog eens werd er
gebeld. Donnald kwam tot zichzelf, doch zijn
hersens werkten niet meer, automatisch ging
hij door de gang en opende de deur. Voor hem
stonden de agenten. Eén van hen zeide: „Wij
zagen nog zoo laat licht branden bij u en za
gen het daarop plotseling verdwijnen. U wilde
zeker juist naar bed gaan. Maar u heeft waar
schijnlijk vergeten, dat het licht in uw gang
nog steeds is blijven branden. In den laatsten
tijd wordt hier in de buurt nog al eens inge
broken en wij wilden liever zekerheid. U neemt
ons niet kwalijk, de zaak is hier in orde, niet
waar?"
„Zeker," zei Donnald wezenloos.
De agenten groetten en gingen heen. Donnald
bleef in de deuropening staan.
„Vreemde kerel," zei de agent tegen zijn
collega, „hij vertrouwt ons zeker niet."
Een paar uur later kwamen de agenten op
hun surveillance opnieuw voorbij.
„Kijk nu eens!" riep één van hen.
Donnald's deur stond nog wijd-open, het licht
in de gang brandde nog, Donnald lag dood,
van den deurdrempel gegleden, met een ga
pende wonde in het hoofd, achterover op de
steenen stoep.
„Heeren", zei de burgemeester, „t spijt me erg, maar U wordt
verdacht van brandstichting. U hebt gisteren het hotel in brand
gestoken, en zeg maar eens, dat het niet waar is. ,,'t Is niet
waar", zeiden Piet en Drein tegelijk. ,,En ik zeg, dat 't wei
waar is", antwoordde de burgemeester, „en ik ben hier de baas."
Daar er met den burgemeester niet te praten was, bleef er In de gevangenis moesten Piet en Drein zich aan een onder
voor Piet en Drein niets anders over dan mee te gaan met een zoek onderwerpen. Hier ontdekte de gevangenisdokter, dat Piet
paar mannen, waar je eigenlijk niet aan kon zien of het sol- één gröoten teen miste. „Dat is heel erg", zei do dokter, „ik zal
daten of politie-agenten waren. U een briefje geven, dat U voor de gevangenis ongeschikt bent."
49
„Nog altijd", gaf Wirlescombe toe. „Wacht
eens, komt u niet uit Rome? Wel, ik ga er van
daag naar toe. Maar ik ben er nog nooit ge
weest. Hoe lang doe je er over?"
„Zes en dertig uur met den sneltrein", ant
woordde Aldobrandini. „Als alle sneltreinen en
luxe treinen ten minste niet te laat waren in
Italië."
.Reden te meer dan om me te haasten",
zei Wirlescombe. En hij knoopte zijn jas dicht
en vertrok.
HOOFDSTUK VI
Naar de eeuwige stad
Voor de tweede maal in een paar uur tijd
liep Adrian Graye te ijsberen in 'n wachtka
mer. Maar in zoo een als hij nu stond, was hij
nog nooit geweest. De houten vloer, zonder kar
pet, zonder kleedje, blank wit geschuurd en glad
door het vele loopen, deed zelfs daar in het
land van warmte en zonneschijn koud aan. 'n
Houten tafel even eenvoudig als de vloer waar
op ze stond, 'n houten stoel, 'n paar heiligen,
prenten, mat van kleur en slecht van teekening
tegen den muur, in den eenen hoek een piëta,
en een kruisbeeld in een andere, maakten heel
het ameublement van de kamer uit. De cel
van een trappist, dacht de bezoeker, kon niet
kaler zijn. En overal rond hem was het doodstil.
Het lawaai van Napels drong niet door deze
dikke muren.
Adrian was benieuwd naar zijn aanstaand
gesprek met den priester, naar wien hij verwezen
was. Hij had wel een tolk meegebracht, maar
had deze aan de poort van het klooster laten
wachten. Eerst wilde hü eens zien, wat hij er
zonder hulp van terecht zou brengen. Zijn Ita-
liaansch woordenboekje had hij bij zich. HU
zou het probeeren met het Italiaansch, dat hij
daaruit al had geleerd, en anders zou hij het als
de priester die taal verstond, met Fransch pro
beeren. En als puntje bij paaltje kwam, kende
hij nog wat Latijn. En terwijl hij stond te wach
ten, verdiepte hij zich nog eens in zijn woor
denboekje. Maar hij was er zich van bewust,
dat hij er weinig mee opschoot, want al zijn ge
dachten waren geconcentreerd op die eene vraag
waar was Ottilia Morro?
Het bijna geluidloos opengaan van de deur
achter hem deed Graye van zijn houten stoel
opstaan, en zich tot den binnenkomende wen
den. Hij zag een ouden man voor zich, lang en
mager (hetgeen des te meer uitkwam door de
zwarte soutane en de biretta die hij droeg), die
met een vriendelijken glimlach en met uit
gestrekte hand op hem toekwam, en wiens vra
gende oogen hem, door de glazen van den bril,
die op zijn gebogen neus stond, benieuwd aan
keken. Het was een opvallende grijsaard. Zijn
gelaatskleur was ivoor wit, zijn oogen die nog
vol vuur en leven glinsterden, waren zacht
blauw, en de uitdrukking van zijn gezicht was
goed en zachtaardig. Deze man zou hem mis
schien kunnen helpen.
Graye begon hortend en stootend met zijn
Italiaansch. En toen hij de conventioneele ope
ningszinnen er uit had gekregen, hief de grijs
aard zijn magere hand op en glimlachte goe
dig.
„Ik spreek Engelsch," zei hij. „Uw Itali
aansch belooft veel, maar we zullen elkaar beter
verstaan denk ik, als we ons van uw eigen taal
bedienen. Gaat u zitten, Dr. Graye".
Graye schoof den stoel naar den ouden pries
ter.
„Ik ga wel op den rand van de tafel zitten,
pater," zei hij. „Ik ben blij, dat u me hebt wil
len ontvangen. En 't is 'n groote opluchting voor
me, dat u Engelsch spreekt. Ik ben nog maar
sinds twee dagen aan het Italiaansch leecen
en daarbij heb ik al dien tijd gereisd."
„Dan hebt u al goede vorderingen gemaakt",
zei pater Parenti, terwijl hij ging zitten. „Ja
ik spreek het Engelsch vrij goed. Maar ik heb
dan ook in Londen gewoond zeker, tien jaar
lang. Ik ben pas laat me eens kijken acht
jaar geleden naar Napels terug gekomen. Komt
u uit Londen?"
„Ik kom uit Londen, en met een zeer drin
gende zaak, pater. U hebt daar mijn kaartje.
Ik heb de beste aanbevelingsbrieven in mijn zak.
Misschien
Hü haalde zijn portefeuille voor den dag,
maar de oude man schudde zün hoofd.
„Dat is allemaal niet noodig. En die drin
gende zaak. Is het iets, waarbij ik u behulpzaam
kan zijn?"
„Ik geloof, dat u me ten zeerste behulp
zaam kunt zijn, pater. Ik zoek naar een jonge
vrouw, die Ottilia Morro heet. Ik weet, dat ze
zich wel anders genoemd heeft, maar men
heeft mij gezegd, dat dit haar werkelijke
naam is. Ik kan u beter alles vertellen,
wat ik van haar weet. Haar Engelsche vrienden
hebben 't laatst iets van haar gehoord, toen ze
zes jaar geleden hier in een ziekenhuis lag.
Vanmorgen ben ik naar dat ziekenhuis geweest,
en ben te weten gekomen dat ze volkomen ge
nezen is weggegaan, en dat niemand daar sinds
dien iets van haar gehoord heeft. Toen heb ik
uitgevonden dat ze 'n tijdlang onder 'n an
deren naam die van Adelina Di Bramante
in een van de cabarets van deze stad is op
getreden. Ze is daar weggegaan, volgens den
directeur, en nooit meer teruggekomen. De
directeur gaf me den naam en het adres van
een vrouw, bij wie ze gewoond had, en ik ben
naar die vrouw toegegaan. Ze zei, dat als
iemand wist waar Ottilia Morro was, u het zou
zijn. En kunt u me vertellen waar ze is, pater?
Kent u haar? Want het gaat om een men-
schenleven."
De oude priester, die oplettend geluisterd
had, knikte met het hoofd.
„Ik ken Ottilia Morro", zei hij.
„Goddank", riep Graye uit met zulk 'n vuur,
dat de priester het wel moest opmerken.
„Ottilia Morro, mijn zoon, is dood...."
Graye onderdrukte een kreet van wanhoop.
„Dood!" mompelde hij. „Dood! Dan...."
De oude man hief zijn hand op.
„Dood voor de wereld", zei hij. „Zij leeft zéér
teruggetrokken, onbekend voor nagenoeg ieder
een, een leven vol zelfopoffering en verdienste."
Graye antwoordde niet. Van af de tafel keek
hij den ouden man onderzoekend aan en op
zijn beurt keek de oude man vragend naar hem.
„Je zei, mijn zoon, dat het om een menschen-
leven ging", merkte hij op. „Wat gaat om een
menschenleven? Leg het me duidelijk uit, als ik
je van eenige hulp moet zijn. Doe het op je ge
mak. Ik ben een goed luisteraar, zeggen ze."
„Welnu, het zit zoo" antwoordde Graye. „De
vriendin van Ottilia Morro, ook 'n Italiaansch
meisje, Gemma Graffi genaamd, maar nu de
weduwe van een bekend Engelschman, wijlen
Sir Robert Wargrave, is beschuldigd van moord.
Ze is even onschuldig als u en ik, pater, maar
er rust toch een zware verdenking op haar. De
getuigenis van Ottilia Morro
Graye hield plotseling op. De priester was
hevig geschrokken bij het hooren van den naam
Graffi en keek hem nu aan met oogen waarin
verbazing en verdenking waren, vermengd met
'n plotseling opgekomen vrees.
„Van moord!" riep hij uit. „Toch niet van den
moord op Marco Graffi, zeven jaar geleden?"
„O, weet u daar iets van, pater?" vroeg Graye.
„Ik heb er van gehoord. Ik heb vrienden m
Londen, die me geregeld Engelsche kranten
sturen. Ik heb er van gehoord, ja, Gemma Graf
fi was de kleindochter. Ik heb haar niet gekend,
maar Marco ken ik heel goed. Ja, van dien
moord weet ik alles. En wordt ze nu, na al die
jaren, daar van beschuldigd?"
„Na al die jaren, ja."
De oude priester vouwde zijn handen samen,
en schudde zijn gebogen hoofd. En terwijl Gray a
hem in spanning gade sloeg, keek hij plotse
ling op.
„Vertel me eens, waarom zij er van beschul
digd is. Vertel me er alles van, mijn zoon. Ik
word al oud, en al heb ik een goed geheugen,
misschien ben ik toch een paar details vergeten.
Vertel me er alles van."
En Graye vertelde zoo precies en nauwkeurig
mogelijk, alles wat hij geloofde, dat van belang
was, van den eersten keer af, dat hij met Graffi
in contact kwam, tot aan den huidigen stand
van het proces.
De oude priester luisterde, nu en dan zijn
hoofd schuddend: aandachtig en van tijd tot tijd
stelde hij een vraag.
„En zoo ziet u, dat, kan ze niet bewijzen, wie
het was, die Graffi vermoord heeft, zelfs al
kan ze niet bewijzen, dat Lady Wargrave niets
met die moord te maken had, ze vermoedelijk
toch het meest waardevolle getuigenis voor Lady
Wargrave kan afleggen. Ben u het daarmee
eens?"
Pater Parenti boog het hoofd.
„Dat ben ik met u eens, dr. Graye," zei hij. „Ja,
dat ben ik met u eens".
„Dan helpt u me, om haar te vinden, of zorgt
u, dat ik haar kan spreken, om haar de moeilijk
heden van haar oude vriendin te vertellen. U
zegt, dat ze teruggetrokken leeft?"
(Wordt vervolgd)