Mdwbfiaal ma dm da$ DREIN DRENTEL EN PIET PRIKKEL F e) ck ckjfosfa Wie doodde B Marco Graffi? B MAANDAG 28 DECEMBER 1936 VOETBAL D. E. M.Santpoort 2 04 D.H.V.B.-uitslagen BloemendaalV. S. V. 24 H. V. B.-uitslagen WIELRENNEN R.K.W. V. Achilles ScheveningenHillinen 20 KAMPIOENSCHAP VAN HAARLEM HaarlemDe Kennemers 52 S. D. Z.Zandvoort 10 H. R. C. Excelsior HOCKEY De Kerstwedstrijden TURNEN H. S. V. de Kampioen R. K. Sportvereenigingen HerculesWinfried HAARLEM BURGERLIJKE STAND BLOEMENTENTOONSTELLING AALSMEER PERSIL GAAT VERHUIZEN RIJKSVISCHAFSLAG 3? De thuisclub komt met eenige invallers uit en dank zij 't feit, dat zij in geen vier weken heeft gespeeld, is het verband nogal zoek. Santpoort begint met de beste voornemens om er tan te maken wat er van te maken is en het blijkt dat de roodbroeken in het veld lang niet de minsten zijn, al zijn de D.E.M.-ers over het algemeen in dividueel beter. Na een blunder in de achter hoede van de thuisclub wordt het 01 en kort voor rust weten de gasten nogmaals den goed werkenden Slotemaker te passeeren. 02. Na de rust gaat het spel wederom gelijk op. De thuisclub krijgt nu spoedig achtereen eenige goede kansen om gelijk te maken, maar ook nu faalt men. Wittebrood heeft eenmaal het doel zonder doelman voor zich, maar hij loopt den bal voorbij. Een goal op dit moment had een keerpunt in den strijd kunnen brengen. Nu liep het juist andersom, toen Santpoort kort hierna een door Slotemaker gekeerden harden bal in schoot. 03. D.E.M. blijft volhouden, maar pech blijft de voorhoede bij en een doelpunt wil niet komen. Slotemaker, die zich overigens kranig weerde, deelt dan in de malaise, als hij over een gemakkelijk te houden bal heenvalt. De thuisclub blijft zwoegen om de eer te redden, maar als de scheidsrechter einde blaast, heeft Santpoort de eerste overwinning binnen. Afdeeling Noord Reserve le klasse A Wilskracht 2Volendam 3 DOSS 2—RKAV 2 Reserve 2e klasse St. Mart. 2The Victory 2 Reserve 3e klasse A DOSS 4—RKAV 3 WA 4—Wilskracht 4 B India 2Or. Zwart 2 C The Unity 3—RKAV 4 Wilskracht 5—St. Mart. 3 DES 2—VDO 2 Reserve 4e klasse B ZPC 4—DOSS 6 Gez. Vier 3—NAS 2 RODA 3India 4 D Onze Gez. 4—Vogelenzang 2 Afdeeling Zuid le klasse A AW 1—Westl. 1 Afdeeling Noord Reserve le klasse A RKAV 2—DOSS 2 2e klasse WSV 1—Berdos 1 Afdeeling Centrum le klasse A C-ez. Vier 1—OIV 1 St. Mart. 1Purmerend 1 ZPC 1—The Unity 1 India 1Roda 1 Reserve le klasse A Lisse 2TYBB 2 Onze Gez. 2—HBC 2 2e klasse A SVO 1—DES 1 RCM 1NV A 1 B St Bern. 1Cone. 1 Reserve 2e klasse A The Unity 2Wilskracht 3 DOSS 3—VVZ 3 B BSM 2—DEM 3 HBC 3—TYBB 3 Teylingen 2Lisse 3 Reserve 3e klasse A Zwal. 3—VIC 2 Wilskracht 4—WA 4 PVCB 2—Gez. Vier 2 RKAV 4—The Unity 3 St Mart. 3Wilskracht 5 Onze Gez. 3TZB 1 HBC 4Lisse 4 Concordia 2TYBB 4 Reserve 4e klasse NAS 2—Gez. Vier 3 India 4Roda 3 Vcg.zang 2Onze Gezellen 4 Lisse 6IEV 3 Afdeeling Zuid le klasse A Westl. 1-AW 1 RCD 1Lenig en Snel 1 St. Ignatius 1Velo 1 GDS 1—SGV 1 St. Lode wijk 1PFC 1 B Van Nispen 1—Alliance 1 Reserve le klasse A Gr Willem 2—BI. Zwart 2 GDA 2—DONK 2 Aeolus 2DHL 2 dezen doelman verkleint De Winter den ach terstand 12. De goede verdediging van De Kennemers weet tegen een sterk aanvallend Haarlem dezen stand tot de rust te houden. Rust 12. Na een korte rust wordt het spel weer hervat waarbij Haarlem in witte shirts speelt. De op stelling van den Haarlem-aanval is nu gewijzigd en goed gesteund door Van Gooi speelt deze linie nu veel beter en vooral Van der Hulst als rechtsbinnen doet nu goed werk. De Kennemers bepalen zich tot enkele uitvallen die weinig ge vaarlijk zijn en moeten zich tegen een sterk op den aanval spelend Haarlem met alle kracht verdedigen. Geruimen tijd heeft dit succes. Wel scoort Van der Hulst een fraai doelpunt, maar Effern staat buitenspel. Na goed samenspel met Po- lanen slaagt Smit er na een kwartier in op keurige wijze gelijk te maken, 22. Ook hierna blijft Haarlem overwegend ster ker en als de verdediging van De Kennemers ten slotte dezen druk niet kan weerstaan, scoort Effern na goed werk van den Haarlem-aanval een drietal goede doelpunten, waardoor het einde van dezen in den mist gespeelden wed strijd Haarlem na een 20 achterstand nog een 52 overwinning brengt. B C D E 7—1 8—0 9—0 4—3 0—4 5—2 6—1 0—4 4—3 62 0—3 1—2 2—5 1—2 0—4 3—1 2—4 20 0—2 2—1 4—1 4-5 1—14 1—2 3—1 3—2 0—4 2—1 0—2 1—1 3—2 1—0 1—4 1—5 11—0 11—1 0—6 7—2 11—1 2—4 5—2 0—2 2—1 5—3 1—5 5—1 3—1 4—5 7—2 5—2 3—3 Voor de rust gaven de Bloemendalers hun te genstanders uitstekend partij. Gedurende het eerste kwartier ging de strijd volkomen gelijk op. Reeds na vijf minuten spelen was Hartman er in geslaagd met een goeden kopbal uit een voorzet van De Bock te scoren, 10. Kort hierop moest eer.igen tijd voor den V.S. V.-keeper worden gestopt, die na een botsing met Hartman geblesseerd was geraakt. Nadat het spel hervat was ontstond er een'schermutse ling voor het doel der gasten, waaraan De Bock een einde maakte door den bal hard in het V. S.V.-doel te schieten, 20. Hierna kwamen de Velseroorders er echter wat beter in. Spoedig was Teeling er na goed soio- werk in geslaagd de geheele Bloemendaal-verae- diging te passeeren en nog geen vijf minuten later kwam V.S.V. op een billijke wijze aan den gelijkmaker, door een door Sterk genomen straf schop wegens hands. 22. Na de hervatting was het spel der gastheeren veel minder. De linkervleugel presteerde weinig meer; Hartendorp als rechtsbinnen faalde nu geheel, terwijl de Bock het herhaalde malen zonder succes alleen probeerde, v. d. Griendt c.s. bieef de situatie dan ook zonder veel moeite meester. Nadat de Bloemendaal-verdediging tal rijke aanvallen der bezoekers onderbroken had, scoorde Sterk na ongeveer 25 minuten uit een voorzet van rechts, 23. V.S.V. behield ook hierna het beste deel van het spel. Vijf minuten voor het einde kwam er nog een goedkoop vierde doelpunt voor de rood- witten bij, toen Bot ongehinderd een lagen voor zet van rechts in het Bloemendaaldoel kon loopen, 24. IA SpaarnestadEDO 3 1—1 VVBHaarlem 3a 2—3 1B Stormvogels 4Haarlem 3 1—1 EDO 4—RCH 3 1—1 DWO—EDO 5 1—5 2A RCH 6Kennemers 3 2—2 Kinhsim 5Haarlem 5 1—2 2B Bloemendaal 2RCH 7 5—0 Spaamevogels 2Swastika 3—3 2C THB 2—Kennemers 4 6—5 RCH 8Kenau 42 2D Bloemendaal 3EDO 6 4—3 Haarlem 4VI. Vogels 2 6—1 3B RCH 9—EDO 8 5—4 3D Haarlem 7—Zandvoort 6 uitg. Spaarnevogels 3Halfweg 3 4—2 3G IVO 2—Hillegom 4 1—2 3H EHS 2—HSV 102 EDO 7—VVB 3 6—0 4A EDO 10Spaamevogels 4 2—6 4B RCH 13Zandvoort 7 1—2 Vijfhuizen 2—Haarlem 9 Uitg. Op Woensdag 30 Dec. as. te 8.30 uur geeft „Achilles'* zijn tweeden gezelligen avond van dit seizoen. Dit Oudejaarsfeest wordt gegeven in de groote zaal van gebouw Olympia, met medewer king van den bekenden humorist Harrie Durant en een prima jazz-band. Tevens zal op dezen avond de trekking van de loterij onder toezicht van een inspecteur van politie geschieden. Deze avonden zijn alleen toegankelijk voor leden, donateurs of -trices en genoodigden. Het derde jaarfeest zal met bijzonderen luister op 30 Januari 1937 in de Gemeente Concertzaal gevierd worden, met medewerking van den be kenden Amsterdamschen Klokkemeijers-Band, die uit 14 musici bestaat. Voorts wordt er een schitterend variété-programma gegeven. Het bal zal wederom staan onder leiding van den heer Schroder. Voor de rust waren de aanvallen op het doel der thuisclub en de kansen, die zich voordeden om te doelpunten, zeer talrijk. Nochtans wist geen der voorwaartsen ook maar een dezer te benutten. Dit stempelde dan ook de aanvalsli- nie tot het zwakste gedeelte van de ploeg. De verdediging met E. Scholte aan het hoofd was wederom prima. Ook na de rust een aanvallend Hillinen, maar geheel onverwacht neemt Scheveningen de lei ding uit een aanval van links, 10. Langen tijd blijven de bezoekers in de meerderheid, maar het schieten is verbazend slecht. Een penalty, tien minuten voor tijd aan Scheveningen toe gewezen, brengt den stand op 2—0 en direct hierop mag Hillinen een strafschop nemen, maar het schot van E. Scholte is te zacht om doelman Tap te passeeren. Vooral in de eerste helft van dezen wedstrijd speelde De Kennemers een snel en open spel dat reeds in de eerste minuten een goed doel punt bracht toen Veenstra een voorzet van den rechtervleugel hard inschoot, 01. De tegenaanvallen van Haarlem waren aan vankelijk vrij ongevaarlijk. De vleugelspelers kwamen te veel naar binnen en waar bovendien Smit wat veel achterbleef, hadden Dinkla en Van Urk niet veel moeite met deze eerste aan vallen. Na een voorzet van Polanen kreeg De Winter een vrije kans, maar zijn schot was te zacht en Van Urk bracht redding. Als bij een der gevaarlijke aanvallen van De Kennemers een Haarlem-achterspeler mist, brengt Bret- houwer den stand op 02. Haarlem pakt dan wat energieker aan en een fraaie pass van Smit bqengt De Winter vrij voor Van Urk en via Met de rust was de stand nog 00 hoewel Zandvoort legio kansen om te doelpunten had gekregen. Ook in de tweede helft kon men zich niet voldoende verplaatsen. Het bleek, dat goed voetbal onmogelijk was. Kort voor het einde kreeg S. D. Z. een vrijen trap toegewezen, en toen Kemp het uitsicht werd benomen verdween de bal in het net. Het pleit was hiermede be slecht. Onder begunstiging van mooi winterweer hield bovengenoemde vereeniging haar Kerstrit 1930, voor leden en donateurs. Er waren verschillende firma's die daar prijzen voor beschikbaar stelden. De uitslag van den Kerstrit luidt: 1 W. Fennis; 2 P. Korthals; 3 J. Walgien; 4 J. Lasschuit, 5 Taverne, 6 J. Banken; 7 F. de Nijs; 8 de Jong; 9 H. van Es; 10 J. Jas; 11 B. Jansen; 12 G. Jansen; 13 L. Kuijl; 14 De Vries; 15 W- Kleef; 16 J. Kruif; 17 Philippo; 18 N.N. Junioren; 1 Van Dijk; 2. H. van Sinderen. Donateurs: 1 J. Jonker; 2 B. Fennis; 3 van der Berg; 4 Dun; 5. Lasschuit; 6 Kleef. Op den 2den Kerstdag werd te Bloemendaal een mixed hockey-tournooi, georganiseerd door de BMHC, gehouden. Tot de deelnemende vereeniglngen behoorden HHYC (met 2 elftallen), HCC, HDM, Togo en de ontvangende vereeniging BMHC met 4 elftallen. De Haarlemsche dames behoorden tot de leden van Rood Wit en BDHC. Doordat HDM na af zegging onverwachts toch verscheen, moest de wedstrijdleiding een nieuw programma samen stellen. dat een vlot verloop had. De wedstrijden waren het aanzien ten volle waard en werden dan ook, ondanks den mist, door een groot aantal belangstellenden gevolgd. De stemming onder de deelnemende ploegen was voortreffelijk en er werd met zeer veel animo gestreden. De speeltijd moest tot 2 maal 15 mi nuten teruggebracht worden. HHYC 1 en BMHC 1 bleven ongeslagen, doch de duisternis viel reeds in, toen de voorlaatste wedstrijden een einde vonden, waardoor de finale niet meer gespeeld kon worden. Het tournooi dat een slot vond in Hotel den Hout slaagde buitengewoon. Te Heemstede had Alliance een tournooi ge organiseerd dat niet minder goed slaagde. Ge speeld werd om den Peek en Cloppenburg-beker door de uitgenoodigde vereenigingen: Alkmaar, Be Fair, BMHC IV en de ontvangende vereeni ging die met één elftal kwam. In de 1ste ronde won Alkmaar na een spannenden strijd met 2-1 van Allicance dat eerst in de verlenging werd geslagen. De onvoltallige BMHC-ploeg gaf Be Fair prachtig partij en verloor met slechts 45. Ver volgens legde Alkmaar beslag op den fraaien wisselprijs door Be Fair (10 man) met 21 te slaan. De verliezers speelden een troostwedstrijd die door BMHC, dat eveneens een speler miste, met 21 gewonnen werd. De captain van Allian ce reikte bij verhindering van den schenker, den beker met eenige toepasselijke woorden aan het winnende elftal uit. Zondag speelde BMHC zonder Scheffer, A. de Roos, Schmeink en van Geyn een wedstrijd tegen Hilversum dat eveneens verre van volledig was. In de eerste helft domineerde de thuisclub. Het spel golfde zeer snel op en neer en was rijk aan zeer goede spelmomenten. Bij de gasten was Schook in de voorhoede een doorloopend gevaar voor de BMHC-achterhoede, waarin naast Brusse Striker weer uitblonk en dus een welkome ver sterking voor BMHC beteekent. In de eerste helft scoorde van Kempen een goed doelpunt. Na de rust was Hilversum sterker en na een fraai doel punt dat den stand 1—1 gelijk maakte, maakte de achterhoede der thuisclub geen fout meer. In de verlenging scoorde Muller na fraai werk van P. Gunning het winnende punt. Zondag werd de 3e rit van de home-trainer- competitie verreden voor A. J en C-klasse over 3 K.M. en voor de juniores over 1 K.M. De uitslag was: over 3. K.M.: A-klasse: Kinket 1, 51, 3; Oudolf 2, 0, 1; Schelvis 2, 0, 4; Fruitema 2, 7, 2. B-klasse: R. Hessels 1, 59, 2; L. Sytsma 2, 2, 1; Jansen 2, 3, 1; v. Halst, 2, 7, 4; Terburg 2, 8, 4; De Winter 2, 14, 2. C-klasse: S. Bos 2, 5, 4; Stijnman 2, 6, 1; v. d. Pols 2, 8, 4; 7. Bos 2, 13, 2; Koelemeyer 2, 14, 1; Krom 2, 21, 2; Feye 2, 24, 2; Vos 2, 33, 4. Juniores over l>/, K.M. J. Sterke 1, 1, 3; Sip- ma 1, 4, 1; Keizer 1, 6, 4; Veen 1, 7, 3; Laan 1, 15, 0. Dinsdagavond 29 December 1936 houdt boven genoemde vereeniging voor leden en donateurs een belangrijke buitengewone vergadering ten huize Scheffer, KI. Houtstraat 44. Aanvang 8 u. De voornaamste punten der zeer uitgebreide agenda zijn: besprekingen der te houden Crite riums in Haarlem en Zandvoort, deelname aan den lichtstoet op 7 Januari a.s. en het te houden jaaffeest. Verder zullen in verband met het nieuwe reg lement benoemd worden een kascommissie, een protestcommissie en een wedstrijd-commissie. Ook zal voorzien worden in de vacature van tweeden voorzitter. In verband met de feestdagen zullen de trai ningsavonden welke zich in een groote activiteit mogen verheugen, weder aanvangen opjü'ijdag 8 Januari 1937. De dames turnen a.s. Woensdag aan het Zandvoorterpad, ook de meisjes. De adspiranten van de heerenafdeeling turnen allen ook daar van 5 tot 6 uur. De uitslag van de loterij van den Haarlemschen Turnkring is 5 uur 55 min. 46 sec. Op dit tijd stip is het horloge gevallen. Geboren: 24 Dec.: K. Buter—Drcs, d. A. C. Leijenaar—Kloes, d. 25 Dec.: H. G. Land- wehr Johann—v. Altena, d. J. B. Dijkers- Koster, d. D. K. v. Dijk—Sandhoff, d. 26 Dec.: J. T. Reijns—Knol, z. J. v. d. Lincjen—Wij man, d. G. M. Dijkzeulv. d. Berg, d. 27 Dec.: M. M. v. d. KroftSmeets, z. E. R. M. Heemskerk—v. d. Goes, d. M. Hertog- Bakker, z. Ondertrouwd: 28 Dec.: G. J. Puister en J. C. M. de Man. Getrouwd: 28 Dec.: H. J. P. K. Ziebell en J. Schouten. Overleden: 24 Dec.: A. Mulder—Boekei, 74 jaar, Timorstraat T. Kamminga—Bloot- hooft, 42 jaar, Weltevredenpl. H. J. C. de Graaff, 85 jaar, Ripperdapark M. Haamans v. Gelder, 68 jaar, Gen. Bothastr. A. M. ten Boschv. d. Eijkhoff, 63 jaar, Linschoten- str. J. J. Kempenaar, 74 jaar, Westerhout- park C. H. Zethof, 37 jaar, M. v. Heems kerkstraat 25 Dec.: A. Scherpenhuyzen, 30 Een zóó kostbaar parelsnoer had de juwee lenfirma Bookers Cy. nimmer in haar safe gehad. De boekhouder, Donnald, had juist alle be treffende papieren en bescheiden gecontroleerd op het kostbaar kleinood, zooals het uit Parijs was aangekomen. Meer dan dertig jaren was hij bij Bookers Cy. en had voor millioenen waarde door zijn vingers laten glijden of, even bewonderend, in handen gehouden. Doch er was nimmer een sieraad geweest, dat op zich zelf een zoo hooge waarde vertegenwoordigde. „Vijftig duizend pond! Dat is een bedrag," merkte Donnald voor zichzelf op. '„En waar biijft het? Over drie weken op transport naar Amerika. Daar zal het den hals sieren van een of andere luxueuze vrouw, die het ontving van een of ander multi-millionnair. Uit verveling om het voortdurende aanhou den of in een vlaag van onverantwoordelijke vrijgevigheid gekocht misschien. Waar is dat alles goed voor? Vijftigduizend pond. Mij zou een dergelijk bedrag mijn onmogelijkste wen- schen vervullen. Reizen, de wereld zien, en dan een groot, schitterend huis, waarin ik mijn lief hebberijen allen tijd kan toemeten, dien ik er voor zou willen over hebben." Donnald peinsde en peinsde over zijn geopend kasboek en hij deed den geheelen middag niets meer. Thuis lieten hem die gedachten niet los; de oude boekhouder was voor het eerst aan gegrepen door het verlangen naar geld. Dertig jaren hadden alle sieraden en diamanten en parels hem onverschillig gelaten en dacht hij er niet aan zijn positie en vooruitzichten te vergelijken met de waarde van al die verschil lende kostbaarheden. „En het is eigenlijk zoo gemakkelijk," was Donnald's gedachtengang reeds gevorderd, „nog veertien dagen vóór Bookers er zelf maar naar vragen zal en niemand anders kan buiten hem en mij in de safe komen. Ik moest eens doch Donnald schudde het hoofd. „Ik ben er te oud voor. Mijn oude dag zal, zonder reizen, niet minder rustig zijn." jaar, Weltevredenplein J. v. Rijswijk, 59 jaar, Havenplein A. H. NieuwenhuizenPieterse, 30 jaar, Havikstr. A. Snijders, 73 jaar, v. Nes straat F. de Konink, 79 jaar, Molijnstraat 26 Dec.: J. v. d. Horst, 85 jaar, Karei v. Man- derstr. J. Rooseboom de Vries, 62 jaar, Ge weerstraat J. Bonselaar, 57 jaar, Güsbr. v. Aemstelstraat 27 Dec.: G. J. Droste, 65 jaar, Zijlweg E. P. DerogeeWeber, 63 jaar, El zenplein M. Burger—Rijser, 76 jaar, Vergier- deweg A. C. Verkoren—v. Hemert, Amp- zingstraat. Voor de Aalsmeersche jubileumtentoonstel ling „Lente in Januari" hebben H. M. de Ko ningin en H. K. H. Prinses Juliana een zilveren medaille ter beschikking gesteld van de ten toonstellingscommissie. Naar ons van welingelichte zijde wordt mede gedeeld, zullen de E. Ostermann Co's Handel Mij. N.V. de Nederlandsche Persil Mij. N.V. en de E. Ostermann's „Chemphar" Chemisch Pharm. Handel Mij. N.V. hun kantoren begin 1937 vestigen in het gebouw, voorheen betrokken door Duwaer Naessens aan het Leidsche- boschje te Amsterdam. IJMUIDEN, 28 Dec. Rijksvischafslag. Tarbot 1.201.5o per kg. Griet 15.0032 per 50 kg. Tong 1.04—1.25 per kg. Groote Schol 13—17.50, middel Schol 15.0019, Zetschol 21.0025. kleine Schol 6.5020, Schar 7.0010, Tongschar 20.0040 per 5 kg. Rog 1020.50 per 20 stuks. Vleet 1.102.70 per stuk. Pieterman en Poon 5.508. groote Sehelvisch 30.0032, middel Schelvisch 23.00 26. kl. midd. Schelvisch 13.0020, kleine Schel visch 6.2016 per 50 kg. Kabeljauw 18.0052 p. 125 kg. Gullen 2.307.50 per 50 kg. Leng 0.351 per stuk. Hielbot 0.501 per kg. Wijting 2.005 per 50 kg. Koolvisch 665 cent per stuk. Makreel 4.80—12, kl. midd. Heek 27.00—31, kleine Heek 8.0018 per 50 kg. Versche Haring 1.753.40 per kist. VOETOMDE^.- ZOEK VOOR. CÏE-VA nüenen Veertien dagen later lag in de lade van Don nald's bureau een parelsnoer, een voortreffe lijke imitatie van het kleinood, dat in de safe was weggeborgen en dat Donnald had laten vervaardigen naar de gegevens, welke hij uit de begeleidende papieren had verzameld. Toen Lookers hem opdracht gaf het kostbaar collier te halen voor de verzending naar Amerika, stak Donnald zijn étui uit de lade in zijn binnenzak, stond op en ging naar de safe. Alles ging nog gemakkelijker dan hij zich had voorgesteld Staande in de safe, kon hij zonder moeite de étuis verwisselen. Bookers zag slechts vluchtig naar het collier, daar hij veel te druk bezig was en Donnald was immers volkomen betrouw baar. Toch had Donnald klam zweet op het voor hoofd, toen hij naar zijn bureau terugging en hij kon niet meer regelmatig werken. 's Avonds, thuis op zijn kamers, stond hij vreeseljjke angsten uit door de gedachten, welke hem nu eerst invielen. Voor hem lag het parelsnoer van duizenden ponden waarde. Hij had zich van het bezit zooveel geluk voorge steld, in waarheid was hij nu doodelijk beangst Nu eerst dacht hij aan de moeilijkheid zoo'n sieraad te gelde te maken. Maar ook de moge lijkheid van ontdekking liet hem niet met rust. Natuurlijk zou over eenigen tijd Bookers de mededeeling uit Amerika ontvangen, dat het halssnoer valsch was. Dan zou onmiddellijk Donnald verdacht worden, wanneer hij niet meer in de zaak was, doch op reis, wie weet waar. Om nóg eenige jaren in zijn betrekking te blijven, terwijl hier dat parelsnoer verborgen was, scheen hem onmogelijk. Maar toch, toch scheen dit de eenige oplossing om niet ontdekt te worden. Bo- vendien had hij i' hier in zijn kast een flesch vloei- jj /V/7 C/7/7/7 stof staan, waar- IrJ- in hij de parels slechts behoefde te werpen, om ze totaal op te lossen en elk spoor ervan volko men te doen verdwijnen. 'tWas diep in den nacht, toen Donnald ein delijk er ook aan dacht ter ruste te gaan. Hij stond moeizaam op, zag plotseling tot zijn ont zetting dat hij totaal vergeten had de gordij nen te sluiten, terwijl hier het parelsnoer voer hem op tafel lag. Hij deed een paar snelle pas sen naar het venster, daaraan den over kant stonden twee politie-agenten. Donnald sprong terug en hield den adem in. De agenten bleven staan en zagen naar boven. Bevend liep Donnald achteruit en draaide bij zijn kamer deur het licht uit. Nu kon hij ongezien naar buiten kijken. De agenten spraken met elkaar, daar staken zij opeens de straat over, recht op de deur naar Donnald's huis af. Doodsschrik beving hem. Er werd plotseling gebeld. Dat was het einde. „Neen," verzette zich Donnald, „er is nog één uitkomst, nog één redmiddel!" Hij liep naar de kast, rukte de deur open en greep de flesch vloeistof. Dan gritste hij het parelsnoer van tafel en met sidderende handen liet hij het snoer door de halsopening in de vloeistof glijden. Er werd opnieuw gebeld, lui der nog. Donnald stond onbeweeglijk in de flesch te staren. Nog een paar seconden en de parels waren in de vloeistof verzonken, opge lost, spoorloos verdwenen. Nog eens werd er gebeld. Donnald kwam tot zichzelf, doch zijn hersens werkten niet meer, automatisch ging hij door de gang en opende de deur. Voor hem stonden de agenten. Eén van hen zeide: „Wij zagen nog zoo laat licht branden bij u en za gen het daarop plotseling verdwijnen. U wilde zeker juist naar bed gaan. Maar u heeft waar schijnlijk vergeten, dat het licht in uw gang nog steeds is blijven branden. In den laatsten tijd wordt hier in de buurt nog al eens inge broken en wij wilden liever zekerheid. U neemt ons niet kwalijk, de zaak is hier in orde, niet waar?" „Zeker," zei Donnald wezenloos. De agenten groetten en gingen heen. Donnald bleef in de deuropening staan. „Vreemde kerel," zei de agent tegen zijn collega, „hij vertrouwt ons zeker niet." Een paar uur later kwamen de agenten op hun surveillance opnieuw voorbij. „Kijk nu eens!" riep één van hen. Donnald's deur stond nog wijd-open, het licht in de gang brandde nog, Donnald lag dood, van den deurdrempel gegleden, met een ga pende wonde in het hoofd, achterover op de steenen stoep. „Heeren", zei de burgemeester, „t spijt me erg, maar U wordt verdacht van brandstichting. U hebt gisteren het hotel in brand gestoken, en zeg maar eens, dat het niet waar is. ,,'t Is niet waar", zeiden Piet en Drein tegelijk. ,,En ik zeg, dat 't wei waar is", antwoordde de burgemeester, „en ik ben hier de baas." Daar er met den burgemeester niet te praten was, bleef er In de gevangenis moesten Piet en Drein zich aan een onder voor Piet en Drein niets anders over dan mee te gaan met een zoek onderwerpen. Hier ontdekte de gevangenisdokter, dat Piet paar mannen, waar je eigenlijk niet aan kon zien of het sol- één gröoten teen miste. „Dat is heel erg", zei do dokter, „ik zal daten of politie-agenten waren. U een briefje geven, dat U voor de gevangenis ongeschikt bent." 49 „Nog altijd", gaf Wirlescombe toe. „Wacht eens, komt u niet uit Rome? Wel, ik ga er van daag naar toe. Maar ik ben er nog nooit ge weest. Hoe lang doe je er over?" „Zes en dertig uur met den sneltrein", ant woordde Aldobrandini. „Als alle sneltreinen en luxe treinen ten minste niet te laat waren in Italië." .Reden te meer dan om me te haasten", zei Wirlescombe. En hij knoopte zijn jas dicht en vertrok. HOOFDSTUK VI Naar de eeuwige stad Voor de tweede maal in een paar uur tijd liep Adrian Graye te ijsberen in 'n wachtka mer. Maar in zoo een als hij nu stond, was hij nog nooit geweest. De houten vloer, zonder kar pet, zonder kleedje, blank wit geschuurd en glad door het vele loopen, deed zelfs daar in het land van warmte en zonneschijn koud aan. 'n Houten tafel even eenvoudig als de vloer waar op ze stond, 'n houten stoel, 'n paar heiligen, prenten, mat van kleur en slecht van teekening tegen den muur, in den eenen hoek een piëta, en een kruisbeeld in een andere, maakten heel het ameublement van de kamer uit. De cel van een trappist, dacht de bezoeker, kon niet kaler zijn. En overal rond hem was het doodstil. Het lawaai van Napels drong niet door deze dikke muren. Adrian was benieuwd naar zijn aanstaand gesprek met den priester, naar wien hij verwezen was. Hij had wel een tolk meegebracht, maar had deze aan de poort van het klooster laten wachten. Eerst wilde hü eens zien, wat hij er zonder hulp van terecht zou brengen. Zijn Ita- liaansch woordenboekje had hij bij zich. HU zou het probeeren met het Italiaansch, dat hij daaruit al had geleerd, en anders zou hij het als de priester die taal verstond, met Fransch pro beeren. En als puntje bij paaltje kwam, kende hij nog wat Latijn. En terwijl hij stond te wach ten, verdiepte hij zich nog eens in zijn woor denboekje. Maar hij was er zich van bewust, dat hij er weinig mee opschoot, want al zijn ge dachten waren geconcentreerd op die eene vraag waar was Ottilia Morro? Het bijna geluidloos opengaan van de deur achter hem deed Graye van zijn houten stoel opstaan, en zich tot den binnenkomende wen den. Hij zag een ouden man voor zich, lang en mager (hetgeen des te meer uitkwam door de zwarte soutane en de biretta die hij droeg), die met een vriendelijken glimlach en met uit gestrekte hand op hem toekwam, en wiens vra gende oogen hem, door de glazen van den bril, die op zijn gebogen neus stond, benieuwd aan keken. Het was een opvallende grijsaard. Zijn gelaatskleur was ivoor wit, zijn oogen die nog vol vuur en leven glinsterden, waren zacht blauw, en de uitdrukking van zijn gezicht was goed en zachtaardig. Deze man zou hem mis schien kunnen helpen. Graye begon hortend en stootend met zijn Italiaansch. En toen hij de conventioneele ope ningszinnen er uit had gekregen, hief de grijs aard zijn magere hand op en glimlachte goe dig. „Ik spreek Engelsch," zei hij. „Uw Itali aansch belooft veel, maar we zullen elkaar beter verstaan denk ik, als we ons van uw eigen taal bedienen. Gaat u zitten, Dr. Graye". Graye schoof den stoel naar den ouden pries ter. „Ik ga wel op den rand van de tafel zitten, pater," zei hij. „Ik ben blij, dat u me hebt wil len ontvangen. En 't is 'n groote opluchting voor me, dat u Engelsch spreekt. Ik ben nog maar sinds twee dagen aan het Italiaansch leecen en daarbij heb ik al dien tijd gereisd." „Dan hebt u al goede vorderingen gemaakt", zei pater Parenti, terwijl hij ging zitten. „Ja ik spreek het Engelsch vrij goed. Maar ik heb dan ook in Londen gewoond zeker, tien jaar lang. Ik ben pas laat me eens kijken acht jaar geleden naar Napels terug gekomen. Komt u uit Londen?" „Ik kom uit Londen, en met een zeer drin gende zaak, pater. U hebt daar mijn kaartje. Ik heb de beste aanbevelingsbrieven in mijn zak. Misschien Hü haalde zijn portefeuille voor den dag, maar de oude man schudde zün hoofd. „Dat is allemaal niet noodig. En die drin gende zaak. Is het iets, waarbij ik u behulpzaam kan zijn?" „Ik geloof, dat u me ten zeerste behulp zaam kunt zijn, pater. Ik zoek naar een jonge vrouw, die Ottilia Morro heet. Ik weet, dat ze zich wel anders genoemd heeft, maar men heeft mij gezegd, dat dit haar werkelijke naam is. Ik kan u beter alles vertellen, wat ik van haar weet. Haar Engelsche vrienden hebben 't laatst iets van haar gehoord, toen ze zes jaar geleden hier in een ziekenhuis lag. Vanmorgen ben ik naar dat ziekenhuis geweest, en ben te weten gekomen dat ze volkomen ge nezen is weggegaan, en dat niemand daar sinds dien iets van haar gehoord heeft. Toen heb ik uitgevonden dat ze 'n tijdlang onder 'n an deren naam die van Adelina Di Bramante in een van de cabarets van deze stad is op getreden. Ze is daar weggegaan, volgens den directeur, en nooit meer teruggekomen. De directeur gaf me den naam en het adres van een vrouw, bij wie ze gewoond had, en ik ben naar die vrouw toegegaan. Ze zei, dat als iemand wist waar Ottilia Morro was, u het zou zijn. En kunt u me vertellen waar ze is, pater? Kent u haar? Want het gaat om een men- schenleven." De oude priester, die oplettend geluisterd had, knikte met het hoofd. „Ik ken Ottilia Morro", zei hij. „Goddank", riep Graye uit met zulk 'n vuur, dat de priester het wel moest opmerken. „Ottilia Morro, mijn zoon, is dood...." Graye onderdrukte een kreet van wanhoop. „Dood!" mompelde hij. „Dood! Dan...." De oude man hief zijn hand op. „Dood voor de wereld", zei hij. „Zij leeft zéér teruggetrokken, onbekend voor nagenoeg ieder een, een leven vol zelfopoffering en verdienste." Graye antwoordde niet. Van af de tafel keek hij den ouden man onderzoekend aan en op zijn beurt keek de oude man vragend naar hem. „Je zei, mijn zoon, dat het om een menschen- leven ging", merkte hij op. „Wat gaat om een menschenleven? Leg het me duidelijk uit, als ik je van eenige hulp moet zijn. Doe het op je ge mak. Ik ben een goed luisteraar, zeggen ze." „Welnu, het zit zoo" antwoordde Graye. „De vriendin van Ottilia Morro, ook 'n Italiaansch meisje, Gemma Graffi genaamd, maar nu de weduwe van een bekend Engelschman, wijlen Sir Robert Wargrave, is beschuldigd van moord. Ze is even onschuldig als u en ik, pater, maar er rust toch een zware verdenking op haar. De getuigenis van Ottilia Morro Graye hield plotseling op. De priester was hevig geschrokken bij het hooren van den naam Graffi en keek hem nu aan met oogen waarin verbazing en verdenking waren, vermengd met 'n plotseling opgekomen vrees. „Van moord!" riep hij uit. „Toch niet van den moord op Marco Graffi, zeven jaar geleden?" „O, weet u daar iets van, pater?" vroeg Graye. „Ik heb er van gehoord. Ik heb vrienden m Londen, die me geregeld Engelsche kranten sturen. Ik heb er van gehoord, ja, Gemma Graf fi was de kleindochter. Ik heb haar niet gekend, maar Marco ken ik heel goed. Ja, van dien moord weet ik alles. En wordt ze nu, na al die jaren, daar van beschuldigd?" „Na al die jaren, ja." De oude priester vouwde zijn handen samen, en schudde zijn gebogen hoofd. En terwijl Gray a hem in spanning gade sloeg, keek hij plotse ling op. „Vertel me eens, waarom zij er van beschul digd is. Vertel me er alles van, mijn zoon. Ik word al oud, en al heb ik een goed geheugen, misschien ben ik toch een paar details vergeten. Vertel me er alles van." En Graye vertelde zoo precies en nauwkeurig mogelijk, alles wat hij geloofde, dat van belang was, van den eersten keer af, dat hij met Graffi in contact kwam, tot aan den huidigen stand van het proces. De oude priester luisterde, nu en dan zijn hoofd schuddend: aandachtig en van tijd tot tijd stelde hij een vraag. „En zoo ziet u, dat, kan ze niet bewijzen, wie het was, die Graffi vermoord heeft, zelfs al kan ze niet bewijzen, dat Lady Wargrave niets met die moord te maken had, ze vermoedelijk toch het meest waardevolle getuigenis voor Lady Wargrave kan afleggen. Ben u het daarmee eens?" Pater Parenti boog het hoofd. „Dat ben ik met u eens, dr. Graye," zei hij. „Ja, dat ben ik met u eens". „Dan helpt u me, om haar te vinden, of zorgt u, dat ik haar kan spreken, om haar de moeilijk heden van haar oude vriendin te vertellen. U zegt, dat ze teruggetrokken leeft?" (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 10