Het verkeer eischt zijn slachtoffers De wereld tijdens de dagen van Kerstmis Na de beëediging Grootsche geste van Deterding TWEE AUTO'S TE WATER mm na'i ROOKEN INBRAAK TE DEN HAAG DE DINGEN IN SPANJE EN CHINA Nederlandsch prestige in Ned. Indië MAANDAG 28 DECEMBER 1936 Te Middelburg zijn bij een auto ongeluk twee dames verdron ken; nabij Stadskanaal is een autobestuurder omgekomen Drie aanrijdingen met doodelijken afloop Autobestuurder verdronken Auto ingereden op wielrijders Man doodgereden Chauffeur etnstig gewond Gelukwenschen uit Indië voor Prins Bernhard DE MANGKOE NEGORO VOOR DE MICROFOON EEN FRISSCHE ADEM! Uit een juwelierswinkel is voor twintig duizend gulden aan sieraden gestolen Onze Kamercandidaten Feiten en waarschijnlijkheden HET PRINSELIJK HUWELIJK Aanbieding van geschenken Mijnwerkers vrijaf Hij zou voor tien miUioen Neder landsche landbouwproducten koopen voor noodlijdend Duitschland Zelfbestuurder overleden BUITENLANDSCH OVERZICHT Engelsch-Italiaansch accoord ZWEEDSCH STOOMSCHIP OMHOOG GEVAREN In den nacht van Zaterdag op Zondag om streeks 1 uur, begaven twee dames en drie heeren Uit Goes, die den tweeden Kerstdag te Middel burg hadden doorgebracht, zich per taxi naar hun woonplaats. Op den hoek van de Mais- baai en de loskade is de auto, die bestuurd werd door den heer J. Pantus uit Goes, in het kanaal gereden. De bestuurder en de twee zich in den auto bevindende heeren J. Braam en G. de Pan, konden zich door het verbrijzelen van de voorruit uit het voertuig bevrijden. Zij wer den door een voorbijganger, die op het hooren van den slag in het water was toegesneld, door handreiking op den wal getrokken. De beide dames die zich in den wagen bevonden, de 29-jarige M. van Hoorn, echt- genoote van den heer de Pan en haar 21- jarige zuster C. van Hoorn, konden niet uit den auto komen en verdronken. Eerst toen de wagen met behulp van een kraan tegen den wal was opgetrokken, konden de slachtoffers worden bevrijd. De levensgees ten waren echter reeds geweken. Mevrouw de Pan-van Hoorn was moeder van zes kinderen van drie tot twaalf jaar. Haar zuster was ongehuwd. Zondagmiddag omstreeks half één is een personenauto, waarin vier per sonen gezeten waren, bestuurd door den heer H. Rubingh uit Stadskanaal, nabij de Gasselternijveenschebocht in het kanaal gereden. De bestuurder moest uitwijken voor eenige kinderen, die op den weg aan het spelen wa ren. De wagen slipte, kantelde en kwam in het kanaal terecht. Direct was hulp ter plaatse en men slaagde er in drie der inzittenden, den heer Moesker, diens echtgenoote en den heer Bartels, allen uit Stadskanaal, spoedig op het droge te brengen. Zij waren echter zoodanig geschrokken, dat zij vergaten mede te deelen, dat de bestuurder, de heer Rubingh, nog in den wagen zat. Deze is, ongeveer een half uur la ter, toen men den wagen opgehaald had, le venloos achter het stuur vandaan gehaald. Men heeft nog getracht de levensgeesten op te wekken, doch zulks mocht niet meer baten. Het lijk is naar Stadskanaal overgebracht. De drie overige personen, die geen noemens waardig letsel hadden bekomen, konden later huiswaarts keeren. Zondagmorgen omstreeks kwart over tien heeft zich op den Schaesbergerweg een ernstig auto-ongeluk voorgedaan, waarbij een persoon den dood heeft gevonden en een tweede vrij ernstig verwond werd. De 17-jarige jongeman S. uit Heerlen had den auto van zijn vader, welke voor een reparatie in een garage was gebracht, buiten medeweten van zijn vader, op de Kerstdagen gehaald voor het maken van een uitstapje. Onderweg kreeg de auto een lekken band, zoodat de jongen hem in een garage te Schaesberg achterliet. Een plotseling sterfgeval maakte het echter nood zakelijk, dat de vader de beschikking kreeg over zijn auto, zoodat de jongeman Zondag in allerijl naar Schaesberg toog om den wagen op te halen. Met een vaart van naar schatting 60 tot 70 K.M. reed hij langs den Schaesbergerweg naar Heerlen. Zijn nervositeit was naar het schijnt nog grooter geworden door de omstandigheid, dat de weg beijzeld was, althans, toen hij voor ach uit een aantal wielrijders zag rijden, rem de hij plotseling, zonder dat daartoe eenige noodzaak aanwezig was, met het gevolg, dat de wagen slipte, het trottoir op vloog en vervol gens nog drie maal heen en weer over den weg zeulde. Een der genoemde wielrijders, de heer Buebrmann, werd door den auto gegrepen en zoo ernstig gewond,, dat hij zeer spoedig daarna overleed. Een tweede, de schoonzoon van den heer Buehrmann, bekwam een hoofdwon de en eenige schaafwonden, terwijl een derde, de heer Plannings, eenige kleine kneuzingen opliep. Van nog een vierden wielrijder werd het rijwiel totaal vernield, doch de man zelf bleef ongedeerd. De auto schoot na deze verrichtingen in een heg en bleef daar steken. De jongeman kwam er met den schrik af. Hij is in arrest gesteld en zal ter beschikking van de justitie gesteld worden. Uiteraard had hij geen rijbewijs, noch num- merbewijs bij zich. Op den weg tusschen Vlissingen en Koude- kerke is de arbeider Kopejan, die daar wan delde, door een personenauto aangereden en op slag jgedood. Het slachtoffer, dat te Koudekerke woor.de, was ongeveer 35 jaar. Aanrijding met doodelijken afloop Zaterdagochtend omstreeks 11 uur werd op den Delfgauwscheweg nabij den Pauwmolen de wielrijder M. van der Steenhoven uit Delft door een auto aangereden. Ofschoon de verwondin gen zich aanvankelijk niet ernstig lieten aan zien, is het slachtoffer Zondag in het gasthuis te Delft aan de bekomen kwetsuren overleden. De bestuurder van den auto, welke de aan rijding veroorzaakt had, is na het ongeval door gereden. In verband met deze aanrijding verzoekt de commissaris van politie te Delft, den autobe stuurder, die direct na het ongeval aan om standers verklaard heeft, de juiste toedracht van het gebeurde te weten, zich zoo spoedig mogelijk aan zijn bureau, afdeeling recherche, te vervoegen. Zondagmorgen zijn ten gevolge van den dik ken mist twee auto's, bestuurd door de chauf feurs J. N. te Scheveningen en W. R. uit de Appelstraat te Den Haag met vrij groote vaart tegen elkaar gereden. De slag was zoo hevig, dat de beide wagens geheel in elkaar gedrukt werden. De chauffeur J. N. was er zeer ernstig aan toe. Met een schedelbasisfractuur en inwen dige kneuzingen is hij naar het ziekenhuis aan den Zuidwal overgebracht. W. R. had slechts lichte kwetsuren opgeloo- pen, o.m. een neusbeen gekneusd. Hij kon na verbonden te zijn huiswaarts keeren. BUITENZORG, 28 Dec. (Aneta) De Gou verneur-Generaal zond het volgend telegram aan Prins Bernhard: „Uwe Doorluchtige Hoogheid moge mij ver oorloven eerbiedig jegens haar te getuigen van de oprechte verheugenis en de innige voldoe ning, welke de Ned.-Indische regeering en het Kon. Ned.-Indische Leger bezielen bij de ge dachte aan den band, welke door haar benoe ming tot kapitein en ritmeester en de plechtige eedsaflegging, gisteren tusschen Uwe Doorluch tige Hoogheid en dit leger is gelegd". Heden ontving de Gouverneur-Generaal hier op het volgende antwoord: „Zeer gevoelig voor de, door Uwe Excellentie uitgesproken, voldoening van de Ned.-Indische regeering en het Kon. Ned.-Indische Leger met mijne benoeming tot kapitein en ritmeester en de plechtige eedsaflegging, betuig ik Uwe re- regeering en het leger daarvoor mijn welgemeen- den dank. BERNHARD" Zondag werd in Hotel Het Kasteel van Antwerpen" te Utrecht een congres gehouden door de Ned. R.K. Vereeniging van Handelsreizigers en Handelsagenten „St. Christoffel" nu het 20 jaar was geleden, dat een fusie tot stand kwam. Het congres werd bijgewoond door den Aartsbisschop, Z. H. Exc. Mgr. dr. J. de Jong Hedenavond om 22.30 uur brengt de N. C. R. V. een korte toespraak van Z. H. den Mangkos Negoro vn tot het Nederlandsche volk. Verzachten de keel. Hebben een frissche smaak en geven Gedurende de afwezigheid van den eigenaar hebben inbrekers zich Zaterdagavond tusschen 8 en 11 uur toegang verschaft tot een juweliers winkel in de Boekhorststraat te Den Haag en voor een bedrag van onge veer f 20.000 aan gouden sieraden, juweelen, horloges enz. ontvreemd. Een onderzoek heeft uitgewezen, dat de da ders via het dak van een belendend perceel en door het breken van een ruit in het zolderraam op de bovenverdieping van de bewuste zaak zijn binnengekomen. Toen ze in den winkel daarna hun slag sloe gen, hebben ze, opdat ze niet in hun werk ge stoord zouden worden, de buitendeur gegren deld en het rolluik voor de vitrine laten zakken. Nadat ze wat van hun gading was, ingepakt hadden, zijn ze vermoedelijk weer op dezelfde wijze, waarop ze gekomen waren, verdwenen. Hoewel op dit moment omtrent de defini tieve samenstelling van de candidatenlijsten der R. K. Staatspartij voor de komende Tweede Kamerverkiezing natuurlijk nog vrijwel niets met absolute zekerheid vast kan staan in de hoogste regionen van onze betreffende partij- organisatie wordt het belangrijke vraagstuk in zijn breedte en diepte nog overwogen en de Rijkskieskringen moeten hun stem nog laten hooren toch zijn enkele feiten en waar schijnlijkheden in verband met de partij-elec torale gebeurtenissen de laatste dagen wel in een zoo helder licht gekomen, dat wij, na ze kere inlichtingen ingewonnen te hebben, het doen van eenige mededeelingen daaromtrent niet langer praematuur achten. Vijf der thans zittende Kamerleden zul len in ieder geval geen deel meer uitmaken van de nieuwe Tweede Kamerfractie, te weten: de heer G. W. Kampschöer, de heer A. H. J. Engels, Mej. Anny Meyer, de heer L. F. J. M. Baron van Voorst tot Voorst en de heer G. W. J. van Koeverden. Daar staat tegenover, dat men minstens vijf nieuwen katholieken afgevaardigden een zetel in de Tweede Kamer zou willen verzekeren: den heeren P. J. S. Serrarens, H. Ruyter, die van de Eerste Kamer naar de overzijde van het Binnenhof zouden moeten verhuizen, oud minister Mr. M. P. L. Steenberghe, Pater Mr. Dr. D. Beaufort O.F.M., en oud-minister ir. Ch. J. I. M. Weiter, voorzitter van den Onderne mingsraad voor Ned.-Indië; bovendien wordt als koloniale en missiologische specialist nog genoemd M. Bajetto, die in Nijmegen woon achtig is, alsook speciaal ter vervanging van den aftredenden heer Engels de heer W. J. Andriessen, lid van het Dagelij ksch bestuur van het R. K. Werkliedenverbond, thans lid der Eerste Kamer. Van de zittende katholieke ministers zou den als Kamerlid moeten terugkeeren Mr. Dr L. N. Deckers en Mr. J. R. H. van Schaik. Ook oud-minister Mr. T. J. Verschuur zou men in de Kamer terugwenschen, evenals Prof. Mr. C. Romme, doch van beiden schijnt op het oogenblik vast te staan, dat zij geen candida- tuur zullen aanvaarden. Hoe de candidaten over de verschillende kieskringenlijsten verdeeld zullen worden, is voorloopig natuurlijk nog een puzzle, maar in HaarlemHelder verwacht men als lijst-aan- voerder Mr. Dr. Beaufort; in de groote steden (Amsterdam-Den Haag-Rotterdam) ir. Ch. Welter; in 's-Hertcgenbosch Mr. Dr. Deckers, (met de heeren Mr. F. Teulings en Max van Poll)in Gelderland oud-minister Prof. Mr. P. J. M. Aalberse (met minister van Schaik), in Tilburg oud-minister Steenberghe (met Dr. H. W. E. Moller) en in Zeeland den heer P. Serrarens. In aansluiting bij het bericht, dat op 29 De cember het uitvoerend comité en eenige leden van de technische commissie in het paleis Noordeinde te Den Haag het nationaal huwe lijksgeschenk zullen aanbieden, kan nog worden medegedeeld, dat op Woensdag 30 December in het paleis Kneuterdijk een aantal comité's en deputaties in de gelegenheid zal worden gesteld geschenken aan Prinses Juliana en Prins Bern hard te overhandigen. In verband met het Vorstelijk Huwelijk heb ben de directies der Limburgsehe mijnen be sloten op 7 Januari aan alle mijnwerkers een vrijen dag te geven met behoud van loon. Naar Het Volk verneemt is sir Henry Deterding voornemens om ten behoeve der Duitsche voedsel voorziening voor een bedrag van tien millioen gulden aan Nederlandsch vee en Nederlandsche landbouwpro ducten aan te koopen. Hij zou deze voedselvoorraden ter gelegenheid van zijn heengaan uit het directoraat van de Koninklijke geheel belangeloos ter beschikking van de Duitsche regee ring stellen en anderzijds den aankoop daarvan in Nederland als een geste bij zijn afscheid bedoelen. Officieel zou van een en ander nog voor 1 Januari den datum van zijn aftreden ken nis gegeven worden. Het blad kan echter reeds thans meedeelen, dat de aankoop neer zal ko men op een uitvoer van 7u6 wagons landbouw producten. De aankoop daarvan zal via afzon derlijk daartoe gestichte provinciale inkoop- bureau's geschieden. Het centrale inkoopbureau zal te Haarlem, Iepenrodestraat 8, gevestigd worden en onder leiding staan van dr. M. D. Dijt, die thans de Duitsche landgoederen van sir Henry beheert. Zooals men weet is sir Henry onlangs met een Duitsche vrouw getrouwd en heeft hij zich een woning aan de Wannsee bij Berlijn ge kocht. Aan een en ander zal zijn daadwerkelijke belangstelling voor den huidigen Duitschen voedselnood niet vreemd zijn. Naar wij vernemen, heeft de Nederlandsche regeering in zooverre haar medewerking ver leend, dat de noodige vergunningen voor de uitvoering van bovenbedoelde transactie, die een extra-uitvoer naar Duitschland beteekent, verstrekt zullen worden. LABOEHANBILIK, 28 Dec. (Aneta). Na een langdurige ziekte is overleden de zelfbestuurder van Panai in de onderafdeeling Laboehanbatoe, Tengkoe Soetan Gagar Alam Rachmatoe'allhoe. Het groote moment van den Kersttijd is de rede geweest, welke de zieke Vader der Christenheid of wellicht beter, de Vader der zieke Christenheid van Zijn ziekbed af heeft gehouden, om aan een afgedwaalde wereld den vrede en het welbehagen dat in dien vrede is, voor te houden en op regeerders en volken een beroep te doen om den vrede te handhaven waar deze nog heerscht en te herstellen, daar waar hij nog slechts een smartelijke herinnering is. Deze laatste droeve woorden sloegen op den ontzettenden burgeroorlog in Spanje. En in ver band hiermede riep de H. Vader allen op ter bestrijding der communistische machten. Maar niet iedere bestrijding is de juiste. En zonder den naam te noemen wijst de Paus de bestrij ding van het communisme, zooals het Derde Rijk deze voert, als principieel onjuist van de hand: „Maar onder hen, die zich verdedigers noe men van de beschaving en bestrijders van het atheïstische communisme, ja, die zelfs aan spraak maken op het primaat bij die bestrij ding, bevinden er zich wij moeten het met droefheid constateeren niet weinigen die zich in de keuze van hun middelen en in het beoor- deelen van hun tegenstanders laten beheer- schen en leiden door denkbeelden, die valsch zijn en funest." De vredesboodschap van den Paus is in Span je ongehoord gebleven. Zelfs ,op de dagen van het vredesfeest. Juist op de Kerstdagen hebben de witten, in wier rijen thans reeds ongeveer 30.000 Duitschers medestrijden, de hoofdstad Madrid allerhevigst gebombardeerd. Op „hei ligen avond" hadden Franco's troepen Kerst- gaven ontvangen, bij welke geschenken een „Kerstmannetje in Khaki" overal „veel bijval" vond. Op den eersten Kerstdag werd tot den overrompelenden aanval geblazen. Het was de vijftigste dag van het beleg. De witten schijnen eenige successen te hebben kunnen boeken, schijnen zelfs de rivier Manzanares te zijn overgestoken, wat van groote beteekenis zou kunnen zijn. Het regeeringscommuniqué geeft dit feit zelfs bedekt toe. Maar dit alles heeft tenslotte voor het verder verloop van den bur geroorlog maar weinig te beduiden. Het moreele succes der witten is al lang ver te zoeken. Ver ontrustend blijft het optreden der Duitschers. Naar aanleiding van het aanhouden van het schip Palos, toebehoorende aan een Olden- burgsch-Portugeesche reederij, buiten de Spaan- sche territoriale wateren, heeft de Duitsche regeering maar eventjes drie kruisers, de „Deutschland", de „Admiral von Scheer" en de „Köln", vergezeld van twee torpedojagers- flottiljes, naar Bilbao gezonden. Het zich meer en meer bemoeien van Duitschland met Spanje, óók en zélfs na het afzwaaien van Italië, als het ware gesymboliseerd in net te rugroepen van den Italiaanschen vechtjas graaf Rossi, die het grootste eiland der Balea- rengroep, Majorca beheerschte, doet in de Euro- peesche kabinetten een nerveuze en zéér onbe haaglijke stemming ontstaan. Berlijn is ook onder dit opzicht een zorgenkind. In al deze somberheid heeft China weer eens voor een vroolijke noot gezorgd. Wij hebben er hier ter plaatse eenige malen op gewe zen, dat naar eeuwenoude Chineesche traditie het conflict tusschen de twee maarschalken Tsjang Kai Sjek en Tsjang Soe Liang wel zon der bloedvergieten zou afloopen en dat de kleine maarschalk, zich tegenover den grooten tot zelf-verguizing verdoemend, tenslotte het veld zou ruimen. Deze schoone traditie is al geheel gehandhaafd. Het is alles een „misverstand" ge weest. De kleine heeft verklaard, dat hem ge bleken is, dat Nanking wel degelijk zijn troepen goed betaalde, maar dat een ondergeschikte lachen we! de Nankinggelden had verduis terd en de groote doet ook een duit in den boe- tezak door de edelaardige verklaring, dat ook hij niet zonder schuld is, wat aangaat de ver slapping der discipline. Hij verzoekt Tsjang Soe Liang zich te onder werpen aan de regeering: „opdat gij gestraft kunt worden, doch 'ik beloof u, voor u op te komen, omdat gij oprecht berouw hebt over uw vergissing." Waarop deze, verpletterd door berouw1, uitroept, dat hij „natuurlijk slechts een ruwe, onbeschaafde boer" is en zelfs den dood als straf wil aanvaarden. Hij bevestigt, dat hij Tsjang Kai Sjek „zonder eenige voorwaarde" heeft vrijgelaten en ontkent, dat het conflict langs den weg der zilveren kogels is bijgelegd. Een vreemdeling in Chineesche zaken, die dit gelooft! Leest u maar het volgende bericht: „Twee uur later na Tsjang Kai Sjek kwam ook Tsjang Soe Liang te Nanking aan en begaf zich naar de woning van den.... directeur der Bank van China". Ondertusschen schijnt het gezicht van Tsjang Kai Sjek wel eenigermate „vertrokken" te zijn, zooals het op z'n Chi- neesch heet, wat op z'n Europeesch beduidt, dat zijn prestige schade heeft geleden, want de laatste berichten, ofschoon ook al weer ten halve gedementeerd, luiden, dat zijn zwager Soeng, die in het conflict als voornaamste be middelaar optrad, hem voorloopig in zijn dic tatoriale functies zal vervangen. De ten dood bereide berouwvolle Tsjang Soe Liang zal ver moedelijk naar Europa in verbanning gaan. Een aardig bedrag aan Chineesche dollars zal hem in de verbanning volgen, al zullen het er geen driehonderd millioen zijn, die hij in zijn schuchtere bescheidenheid had geëischt. De stichting van consulaten door Frank rijk, Engeland, de Vereenigde Staten, Roe menië en nog andere te Addis Abeba betee- teekent impliciet de erkenning van het Italiaan- sche imperium in Abessinië. De ongelukkige Ne gus heeft straks geen bord meer om van te eten, nu hij al zijn zilveren borden liet veilen en straks geen middelen van bestaan meer, nu Italië zijn aandeelenbezit van den Abessini- schen spoorweg onwettig verklaarde. Maar wat bekommert de officieele wtereld zich nog om deze gevallen grootheid, wier getrouwen ook spoedig den Volkenbond zullen moeten verla ten! Deze wending der dingen heeft een voor den wereldvrede gelukkige wending gebracht in de betrekkingen tusschen Italië en Engeland. Onder de telegrammen van heden is er een opgenomen, waarin de bijzonderheden worden opgesomd Van het Italiaansch-Engelsche ac coord in de Middellandsche Zee. Van wereld- beteekenis is het, dat beide partijen zicli ver binden met alle middelen en onder alle om standigheden den vrede te behouden en den bestaanden status quo in de Middellandsche Zee te handhaven, zoodat beide landen iedere poging tot gebiedsuitbreiding door derden zou den beletten. Italië bevestigt geen plannen te hebben ten aanzien der Aegeïsche Zee, Joego slavië en der Balearen. De kwestie van nieuw koloniaal bezit voor Duitschland, bij wier niet-regeling, volgens Dr. Schacht, in Duitschland een „explosie" zou ontstaan, is tijdens de Kerstdagen niet verder gekomen, maar blijft op het tapijt. De wereld gaat het nieuwe jaar tegemoet met allerlei nog onopgeloste vraagstukken. Maar overal is overleg gaande. Dat stemt tenminste eenigszins bemoedigend. Zooals men weet, hebben eenigen tijd geleden in Indië N.S.B.-ers een vergadering van de Indische Ka tholieke Partij verstoord, aan welke orde verstoring ook een politie-autoriteit zou hebben deelgenomen. Naar aanleiding van dit feit heeft het communistische Tweede Kamerlid Roestam Effendi on langs schriftelijke vragen gericht tot minister Colijn. Het is vanzelfsprekend, dat het communistische Kamerlid geens zins bezorgd was over het welzijn van de Indische Katholieke Partij en het ordelijk verloop harer vergaderingen, maar alleen bedacht was op het slaan van politieke anti-fascistische munt uit dit geval. Het is daarom jammer, dat het juist een communist en niet een katho liek is geweest, die schriftelijk dit geval bij minister Colijn signaleerde. Welke de bedoelingen van den heer Effendi ook zijn geweest, het geval als zoodanig is van een grootere beteekenis dan ve len hier te lande, die zoo langzamer hand gewend zijn, geraakt aan al of niet uitgelokte ordeverstoringen van poli tieke vergaderingen en bijeenkomsten, misschien wel denken. Hoe ernstig dit geval is, komt slechts ten deele uit in het antwoord, dat minister Colijn op de vragen van Roestam Effendi heeft ge geven. De minister erkende de feiten en deelde mede, dat de commissaris van po litie 1ste klas, die daarbij betrokken was, in de termen viel om terzake van zijn houding administratief gestraft te wor den op grond van art. 2 der Straffen- en Beroepordonnantie. Ordeverstoringen van welken aard en bij welke gelegen heid ook mogen, gaat de minister voort, ongeacht de gevolgen, in geen geval worden geduld. De heer Effendi en zijn geestverwanten mogen zich dit evenzeer voor gezegd houden als onbeheerschte N.S.B.-ers en met hen sympathiseeren- de politiedienaren. Het meedoen van ambtenaren aan ordeverstoringen van vergaderingen is ten eenenmale onge oorloofd en de Indische regeering heeft dan ook onverwijld de noodige maatre gelen getroffen ter voorkoming van her haling van dergelijke afkeurenswaardi ge excessen. Het moet, volgens minister Colijn, echter aan het oordeel van de Indische regeering worden overgelaten, of er toe dient te worden overgegaan de N.S.B. in Ned. Indië te verbieden. Wij hebben het nimmer goed be grepen, waarom de Indische re geering het hier te lande gel dende verbod voor ambtenaren lid te zijn van de N.SB. niet heeft overge nomen, en dit te minder, waar de lei ding van de N.S.B. steeds met grooten ophef heeft verklaard, dat zij juist on der de ambtenaren en in het leger in Indië zooveel aanhangers telt. Evenmin hebben wij het begrepen, dat ten aan zien van de partij van den heer Roestam Effendi zoowel hier te lande als in Indië niet een dergelijk verbod is uitgevaar digd. De denkwijzen van N.S.B. en com munisme mogen al diametraal tegenover elkander staan, de strijdwijzen zoowel in woord als in daad vertoonen een overeenkomst gelijk aan de overeen komst in hun dictatoriale doelstellingen. Indien ergens dan is het zeker in Neder landsch Indië absoluut noodzakelijk, dat de Nederlanders tegenover de inlandsche bevolking hun prestige van Europeanen door een zoo groot mogelijke eenheid van optreden naar buiten handhaven. Zeer juist schrijft de „Deli-Courant", die scherper dan minister Colijn de punt jes op de „i" zet, daarover het volgende: „Een der eerste voorwaarden om te kunnen besturen ligt voor een koloniale regeering in de kracht van haar mach- tigsten pijler: de gemeenschap der on derdanen van de koloniseerende mogend heden. Deze gemeenschap dient een hechte éénheid te zijn, een aanéénge sloten blok, dat in ieder geval achter deze regeering staat, waarop zij vermag te bouwen, die een garantie vormt voor hare aanwezigheid, zooals zij óók de oor zaak van de existentie dier regeering is. Het blok mog:e quantitatief klein zijn, qualitatief beduide het een onwrikbaar fundament, waarop het koloniaal gezag volkomen steunen kan. De vorige Gouverneur-Generaal heeft eens in een persgesprek gezegd: „Een landvoogd kan niet regeeren, wanneer de Nederlandsche groep in Indië ver deeld en verscheurd is." Versnippering in elkander fel bestrijdende politieke partijen moge in Holland ongelukkig zijn, voor Ned. Indië wordt het gevolg op den duur fataal." De N.S.B.-ers, die steeds den mond meer dan vol hebben over het gemeen schapsbelang, dat voor het eigen en het partijbelang gaat, blijken evenals de re- volutionnaire aanhangers van Moskou bereid door hun actie fatale gevolgen voor de eenheid van het Rijk te riskee- ren. En dat zijn nu de zgn. eenig-was- echte vaderlanders, die ons land en volk van den ondergang willen redden! Hun gedrag lijkt veel op dat van den zonder ling, die branden stichtte om ze te kun nen blusschen en dientengevolge niet- toerekeningsvatbaar werd verklaard en in een inrichting voor geesteszieken buiten de maatschappij, waarvoor hij gevaarlijk was, werd gesloten. Het Zweedsche s.s. Lennart, dat geladen met hout onderweg is, is tengevolge van den mist bij Kaapduinen omhoog gevaren. Sleepbooten hebben vannacht vergeefs ge tracht het schip vlot te krijgen. Bij hoog water zullen de pogingen daartoe worden hervat. f

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 2