EEN ZUID-SPAANSCHE OVER
VEERTIG-JARIG
ONS LAND
Bij een
jubileum
Indrukken en ver
gelijkingen
ZONDAG 3 JANUARI 1937
Hoe leerde men iemand den
das omdoen?
Droomen vervul
len een belang
rijke rol in het
oude volks
geloof
Aangenaam gekout op Nieuwjaar onder het genot van een kopje gékruiden rijstwijn
vroolijk wil blijven, daarbij een teug gekruiden
rijstwijn (toso) drinkt uit een plat kopje vati
rood lakwerk of porcelein. Eerst daarna trek
ken allen hun beste plunje aan en begint de
kruistocht der gelukwenschen.
Wanneer de avond valt, verpoozen de kinde
ren, ook wel de ouderen, zich met kaartspelen,
waarbij de verliezers worden veroordeeld zich
tc- laten besmeren met zwarten inkt op hun ge
zicht. De geheele week vergeten allen hun zor
gen en denkt men alleen aan pretmaken en
vroolijkheid. De Kowala, een soort van melo
drama, het statige antieke No-schouwspel, de
Kyogen-komedie en tal van populaire ver
maken, trekken volle zalen en alle hebben ten
doel zegen en welstand te vragen, zoowel voor
het gezin als voor het vaderland.
In wezen is de huidige vorm van Nieuwjaar-
vieren nog die ter eere van de Shinto-goden
in dien ouden tijd, terwijl de mochi wijst op
den heiligen spiegel der Shinto-reliquieën.
Des avonds loopen venters onder het geroep
van: O takara! O takara! rond met prenten van
het schip der schatten, waarin de zeven geluks-
goden zijn gezeten. Daarboven staat de ode
van 31 lettergrepen geschreven, een merkwaar
dige palindrome (kreeftvers) vormende. Zij
luidt: Na ka ki yo no to o no ne fu ri no mi
na me za me na mi no ri fu ne no o to no
yo ki ka na. Gelezen van voren naar achteren
of omgekeerd blijven de woorden dezelfde en
de vertaling geeft in het Nederlandsch de vol
gende ontboezeming weer: „Zij zijn allen ont
waakt uit den langen nacht des slaaps en hoe
liefelijk is het geluid wanneer het schip de
golven klieft."
Het oude volksgeloof eischt dat men dit vers
onder zijn hoofdkussen legt. De droomen ge
durende den tweeden nacht van Januari wor
den prompt genoteerd en dan uit het droom
boek verklaard: groot geluk wacht hem, die
droomde van den berg Fuji-San, dan wel van
het opstijgen van een valk, een eierplant oi
mooi weer. Degene, die in zijn droom door den
bliksem wordt getroffen, zal plotseling rijk
worden; droomt hij van vorst, dan kondigt dit
onheil aan. Nuttigt de droomer in zijn droom
natuurlijk een peer, dan wijst dit op een
naderende echtscheiding; doch het zien van
een spiegel of een wijnglas beteekent de komst
van een allerliefst kind. Het droomen van wijn
wijst op ziekte, van regen op feesten, van een
moerbezieboom op krankheid van een kind.
De verbeelding der vrouw, haar vreezen en
hopen, haar diepe belangstelling in kleine ge
beurtenissen, laten aldus gedurende den nacht
aan de werking der hersenen den vrijen teugel.
Dr. Herman ten Kate geeft in „Japanischer
Volksglauben" nog talrijke droomverklaringen.
Wie in den droom ten hemel stijgt, zal het ver
brengen in de wereld; een heldere zonnige he
mel belooft vervulling zijner wenschen; zons
opgang geluk; zonsondergang ongeluk; een
maan door wolken verduisterd, wijst op lasten
enz. enz.
Reeds vroeg in den morgen van 2 Januari
sturen de kooplui der hoofdplaatsen hun eerste
goederen, gestapeld op wagens, getrokken door
ossen en versierd met vlaggen, waarop hun
adres, naar de kleinhandelaren. De eerste in
deze rij wagens draagt veelal zinnebeelden van
geluk, als de Zeven Goden der Portuin, de rij
zende zon, een denneboom, garnalen enz. Daar
achter volgt een rij mannen, meestal geëm
ployeerden der firma, allen op gelijke wijze
gekleed en spelende op fluit of trom. Een for-
meele optocht dus.
Mannen in antieke kleeding beproeven door
zang en dans onder het maken van vreemd
soortige grimassen en luid roffelen op de trom,
booze geesten te verdrijven en spreken, in ruil
voor een klein geschenk, gelukwenschen uit
voor de toekomst.
De lente nadert. Aanvankelijk jeugdig en
zwak, doch elke dag draagt iets bij tot
de overwinning op den winter; zelfs en
kele pruimebloesems vertoonen zich tusschen
twee sneeuwbuien, steeds van korten duur. Op
den zevenden dag der maand worden zeven
soorten groenten gekookt en genuttigd, o.a.
taschjeskruid, radijzen, knollen, selderij enz.,
ais voorbehoedmiddel tegen verschillende ziek
ten. De zevende Januari is de Nanakusa, de
dag waarop men vroeger, toen het Nieuwjaar
in Februari viel, naar buiten ging om zeven
Wy in ons land hebben een schier
smachtenden eerbied voor allerlei ju
bilea. Daar tegenover valt heel een
leven in het niet. De ééne groote dag dringt
alle andere weg en roept de volle aandacht
op, van allen, en voor één.
De eene is zoogenaamd een slachtoffer; de
ander, naar hij beweert, een feestvarken tegen
wil en dank. Ook wil het wel gebeuren, dat er
een in zijn schulp kruipt, omdat hij tegen al
die jubileum-beslommeringen opziet, om di
verse redenen. Een daarvan is, dat hij niet on
der de sprekers kan worden gerangschikt en je
kunt moeilijk daarvoor een spreekcursus vol
gen, al is daartoe tegenwoordig gelegenheid
te over. Degene, die „niets gedaan wil hebben"
is nog de verstandigste van allen. Maar hoe
het ook zij, we zouden al die jubilea niet gaarne
missen. Zij geven afleiding in vaak muffe din
gen en het komt ook voor, dat werkelijke ver
diensten in het volle licht worden gesteld. Ge
meend!
Naast de personen-jubilea hebben we de
herdenkingen. Er zijn specialiteiten in het uit
zoeken van eeuwfeesten. Ook de waarde daar
van is er een in soorten. Groote mannen wor
den dan door het nageslacht geëerd en, wat
niet van minder, menigmaal van meer belang
is, hun werk, het wezen en de beteekenis er
van, en de omstandigheden, waaronder zij ge
leefd hebben, dat alles wordt nog eens extra
onder de groote massa gebracht. Dit is een dei-
zeer nuttige kanten. Eeuwfeest- en andere
herdenkingen zijn ook daarom uiterst leer
zaam.
Dat behoeft nog niet eens altijd in het
groote te zitten. De meest gewone dingen van
het dagelijksche leven hebben hun geschiede
nis, die zoo nu en dan, met en zonder gereede
aanleiding, wordt opgehaald. En zelden of
nooit geven wij ons ernstig rekenschap van de
vraag, die curiositeitshalve kan worden gesteld,
hoe lang die dingen van iederen dag- eigenlijk
reeds een plaats in het leven hebben. Om eens
bij een heel gewoon artikel te blijven. Iedere
man kent den zoogenaamden „zelfstrikker", de
das, die bij de gewone kleeding behoort en ook
voor het dames-toilet niet onbekend is. Dit
kleedingstuk als we dat zoo mogen noemen
bestaat uit heel wat variaties. Het verving
de gewone, trouwens nog bestaande, genaaide
dassen, die met een gesp (de meeste menschen
zeggen geps!") om den boord werden vast
gemaakt. De vaste dassen en dasjes waren
stijf, konden, wilde men de dracht, die duur
kon zijn, netjes hebben, niet zoo bijzonder lang
mee, deden en doen on-modern aan. Vergelijk
daarbij maar eens de elegant-vlugge vlinder-
zelfstrikkertjes, die van de vaste vlinderdasjés
wel degelijk te onderscheiden zijn.
Die zelfstrikker nu, dat wil zeggen de lange
zelfbinder, viert een jubileum: hij bestaat
veertig jaar!
Dat wist U niet?
Wij wel en daarom hebben wij dit jubileum,
dat u toch zeer na is, uitgewerkt. In 1896
kwam de zelfstrikker als heel bijzondere nieu
wigheid in de mode. Voor dames zoowel als
voor herren. Hij wierp, om zoo te zeggen, de
heele dassenmode onderste boven.
De meeste menschen wilden er eerst niet
aan. Niet zoozeer omdat zij er niet mee ac-
coord konden gaan, maar omdat zij niet wis
ten.... hoe het ding precies moest worden ge
strikt. Men wist zich de das niet om te doen
Men had er geen slag van om een zoo sier
lijk mogelijken knoop te leggen. Want dat was
een heele kunst.
De mode-ontwerpers kwamen er aan tege
moet door het wordings- of bindings-proces
van de zelfgestrikte das en den sierlijken
knoop in beeld op te voeren. Tegenwoordig zou
men er een filmpje van maken.
Aanvankelijk bestond de zelfbinder uit licht
en donker batist of uit zijde. Hij was bedoeld
om meer elegance aan de heerenkleeding te
geven, wat hard noodig was. Het middel was:
zwier van binden; zwier van knoop-leggen, wat
intusschen met eenige zeemans- of andere uit
drukking figuurlijk en letterlijk niets te maken
heeft.
De mode-creatie werd aanschouwelijk voor
gesteld door acht teekeningen, die als handlei
ding golden om den knoop gemakkelijk, met
zwier en kunstig te leggen. Dat viel niet mee
en dat doet het tegenwoordig, ondanks de veer
tig-jarige practijk, vaak nog niet.
Hoe het moest, werd toen aangegeven dooi
de origineele teekeningen, die hierbij zijn af
gedrukt en voor zich zelf spreken, al kan deze
das, die vlug moest heeten en nu stijf aandoet,
het niet halen bij de modellen, zooals wij ze
tegenwoordig kennen: onkreukbare, allerlei
dessins, recht toe recht aan en breed uitloo
pend. Het strik-filmpje uit 1896 is enkel droge
techniek. Want een knoop in een das is iets
persoonlijks; daar zit iets in van het eigen ik.
Een das kenschetst den drager, niet alleen
voor wat de kleur betreft, maar ook juist voor
het levendsprekend aanzien, dat de drager er
aan heeft weten te geven. Uit een knoop in
de das spreekt snit, voornaamheid, geestig
heid, soepelheid, vlugheid bovenmate.
Tegenwoordig besteden kunstenaars van
naam hun aandacht aan kleur en patroon en
een goede das helpt den man maken.
Voor het zelfstrikken zijn verschillende ver
nuftige draad- en celluloid-vormpjes bedacht,
die in den beginne behoorden tot de handels
waar van marktkooplieden en op gezette tij
den, want ook daarin bestaat een kringloop, in
mode-winkels te koop waren of zijn. Maar
niets gaat boven den werkelijk eigen-gestrik-
ten zelfstrikker, dat wil zeggen boven de das,
die z'n zwier ontleent, zuiver en geheel en al
aan de eigen-knoop-creatie. Laat me zien hoe
je das zit en ik zal je zeggen wie je bent. Dat
is moderne levensfilosofie. Dat strikken ver-
eischt bovendien een virtuositeit, die niet ieder
bezit en waarin de kwaliteit van de das niet
eens altijd werkelijk een rol meespeelt. Een
dure das kan aartsgruwelijk gestrikt zijn en
een goedkoope, maar niettemin smaakvolle,
kan er een zijn van superieure kwaliteit. Iets
eigens in knoop en plooiing. Ziedaar de filo
sofie van den das, die toch ieder zich 's mor
gens zelf omdoet.
De zelfstrikker is inderdaad een voornaam
bestanddeel in het heerentoilet. Daarom gelde
dit jubileum-artikel als een opgeschroefd,
maar oprechtgemeend loflied. De das, die we
ons des morgens omdoen, is veertig jaar. Hoog
de das. Hij levell
Een aardige Andalu-
zische dame, die
reeds geruimen tijd
in ons land verblijf
houdt en met onze sa
menleving voldoende op
de hoogte is om er over
te kunnen oordeelen,
heeft de welwillendheid
gehad om aan ons ver
zoek, haar meeningen
over ons land te mogen
publ(!ceteren, te voldoen,
zij het na eenige aarzeling en onder voorwaar
de de volgende zinsnede ook onvertaald te wil
len overnemen: „Soy muy espanola, muy aman-
te de mi pais, (ik ben door en door Spaansche
en houd zeer veel van mijn land). Nu aan deze
voorwaarde, die duidelijk bewijst hoe intens
onze Andaluzische haar eigen verre land lief
heeft, is voldaan, kan hieronder het, in den
vorm van een vraaggesprek gehouden relaas
volgen, dat vooral interessant is om de verge
lijkingen met Spanje, waartoe deze bewon
deraarster van de Nederlandsche samenleving
onwillekeurig wel moest komen.
Ik was, zoo begon onze gastvrouw uit de meest
Zuidelijke streek van Spanje, niet geheel on
kundig van sommige aspecten der Hollandsche
samenleving, ik had, voordat ik besloot
naar het Noorden te rezien, al vee» over
uw land hooren vertellen, o.a. door den Spaan-
schen romancier Fernandez Flórez, dien ik in
Madrid leerde kennen en wiens boekje over
Holland („Mi viaje por Holanda") ik met on
verdeeld genoegen heb gelezen. Maar dat uw
kleine landje zoo groot, zoo in alle opzichten
waardeerbaar zou zijn, heb ik nimmer kunnen
vermoeden en dringt pas goed tot mij door, nu
ik er, als ik het zoo mag zeggen, woon en da
gelijks met de Hollanders moet omgaan.
Is het lang geleden., dat u Spanje verliet?
Er komt even een trek van tristeza om haar
mond, maar bedroefdheid duurt bij een Anda
luzische nooit lang: Eind April van dit jaar
heb ik Spanje verlaten, minder uit persoonlijke
overwegingen dan wel om dingen, die ik in mijn
land gebeuren zag en nimmer heb kunnen be
grepen, die ik dag in dag uit gedwongen werd
in mij op te nemen en niet kon verwerken;
dingen, die ik verafschuwde met hart en ziel.
Veel, zeer veel pijn heeft het mij gedaan, dat
het Spaansche volk, dat in 1930 nog bewees een
diep, vurig geloof te bezitten, welks vitaliteit
van dagen als Viemes Santo (Goeden Vrijdag)
en Corpus Christi onbegrensde vreugden maak
te, binnen een tijdsverloop van zes jaren een
houding heeft aangeleerd, die even onspaansch
is als goddeloos, en met den vroegeren eerbied
een tegenstelling vormt zoo volkomen, dat het
volk van mijn land zelf niet meer weet waar
het aan toe is. In Spanje
Mag ik even onderbreken met u te herin-
kruiden te plukken en den pruimebloesem, de
eerste lentebloem, te bewonderen. Sinds de
oude Chineesche tijdrekening, die met manen
rekende, door de zonnejaren is vervangen, is
Nieuwjaar niet meer het oud-Arische Lente
feest, waarop onze Bataafsche voorouders hun
godin Astara aanbaden en dat later verdron
gen werd door het Paaschfeest. Het was ook
op dezen dag, dat de keizer de Horakuin be
zocht, waar 21 schimmels stonden uit den kei
zerlijken stal, waarna een banket werd gegeven
aan de hofambtenaren. Dit bezoek aan de witte
paarden moest dienen als een remedie tegen
besmettelijke ziekten, daar het paard een zeer
gezond en actief dier is en de witte kleur duidt
op de vroolijke lentedagen.
Den volgenden dag vangt de meeste arbeid
in Japan weer aan. De mannelijke en vrouwe
lijke bedienden in de winkels en warenhuizen
zien ruim een week later vol vreugde hun vrijen
dag (yadori) naderen, waarop zij hun familie
bezoeken kunnen afleggen. Van 5 of 6 Januari,
tot dertig dagen later is het de bedevaart der
ambachtsleerlingen naar den tempel. De jonge
knechts, die als timmerman, metselaar, smid
enz. hun brood willen verdienen, rennen des
avonds in dunne witte kleeren door de straten,
ferm met bellen rinkelend onder luidkeelsche
uitroepen en haasten zich naar de tempels hun
ner keuze, meermalen aan god Fudo gewijd.
Aldaar aangekomen, ontkleeden zij zich en
storten emmers vol koud water over hun licha
men, steeds vurige gebeden uitende tot God,
om te mogen slagen in hun carrière. Soms ziet
men ook vrouwen onder deze fanatieke me
nigte, die dezelfde koudwaterproef doorstaan.
Op den 16en Januari, waarop Emma, de
heerscher der Boeddhistische hel wordt her
dacht, eindigen de talrijke feesten dezer maand
om in Februari, wanneer de pruimeboomen zich
met hun fraaie bloesems vertoonen, weer op
nieuw te worden hervat.
neren aan de oorspronke
lijke bedoeling van ons
onderhoud? Over Spanje
krijgt u straks volop de
gelegenheid te spreken. U
vergeeft mij toch?
Esta usted perdona-
do, caballero. (Is al lang
vergeven, gentleman).
Welke en hoe zijn de
indrukken, en ervaringen,
mag ik wel zeggen, die u
gedurende het verblijf in
ons land hebt opgedaan?
Dat zijn er vele, en meestal erg prettige.
Wanneer ik, om eerst het karakter van het
Nederlandsche volk recht te doen wedervaren,
zie met welk een zorgvuldigheid en toewijding
uw landgenooten de dieren behandelen en
dieren zijn altijd arm dan kan ik niet an
ders dan oprechte bewondering voor hen heb
ben. In Spanje u vergeeft mij? valt den
Spanjaard niet een tiende van de behandeling
ten deel, welke hier aan een hond, een kat of
een ongekooiden vogel te beurt valt. Ik bedoel
den Spanjaard, die arm is, natuurlijk, en hulp
behoevend. In Amsterdam, dat ik prachtig vind
om z'n grachten met boomen en waterspiegels,
werd ik in de gelegenheid gesteld_ om van zeer
dichtbij die ervaringen op te doên, welke nog
slechts noodig waren om dit land lief te krij
gen. Zoo constateerde ik in een der vele zie
kenhuizen van de hoofdstad, dat hier geen on
derscheid wordt gemaakt tusschen een zieke
die betalen kan en een die slechts dankbaar
kan zijn zonder meer. Dit wat de behande
ling betreft, wel te verstaan.
In mijn land ik kan het niet helpen, ik
ben Spaansche en kan moeilijk de dingen ver
zwijgen in mijn rijke land worden arme
zieken, zieken zonder geld, traag geholpen op
vertoon van aanbevelingsbrieven en vrijwel
steeds te laat, wanneer zij deze papieren niet
hebben kunnen bemachtigen.
Maar, senora, hoe is het mogelijk, dat in
uw land dat sinds '31 een republiek is en op
weg naar juister, menschelijker verhoudingen
moest zijn, aan dergelijke wantoestanden geen
einde komt? Er is toch een regeering?
Zeker, er is een regeering, maar die doet
als alle andere Spanjaarden, enkele groote
geesten uitgezonderd, slechts aan politiek. En
aan politiek doen beteekent in Spanje: no ha-
cer nada, niets uitvoeren, zelfs geen plannen.
Wilt u dit toelichten met enkele voor
beelden?
Met genoegen. Kort na de proclamatie van
de republiek besloot de regeering-Azana in
Sevilla een groot aantal goedkoope arbeiders
woningen te bouwen; de oude gingen niet meer.
Er kwamen ministers, om het aangewezen ter
rein in oogenschouw te nemen. In '34, dus drie
jaren daarna, nam de regeering-Lerroux het
zelfde besluit, daar de vorige in gebreke bleef
haar decreet uit te voeren. Er kwamen opnieuw
ministers, die opnieuw het terrein in oogen
schouw namen. En toen in '36 de oude arbei
derswoningen door een natuurramp, de over
stroomingen, grootendeels werden verwoest
ach, toen waren de nieuwe huizen er niet.
En het onderwijs? Ik vraag dit, omdat ik
weet van hoe groot belang dit vraagstuk kan
zijn voor een land.
Van zeer groot belang, inderdaad daar
het de basis vormit, behoort te vormen, voor
de toekomst van een volk. In dit verband heb
ik den naam van uw land heel dikwijls hoo
ien noemen. Ik heb hier scholen bezichtigd, die
zoo volmaakt, zoo voor het doel geschikt zijn,
dat ik niet meer kan twijfelen en als
Spaansche deed ik dat soms aan wat ik in
Spanje over het onderwijs in Holland hoorde
beweren. Pas nu ben ik mij pijnlijk bewust van
wat Spanje zoo heel erg mist: goede scholen,
goed onderwijs, goede ministers. Zonder goede
scholen geen goede ministers.
Hoewel ik heb gemerkt dat het u niet
erg bevalt op zuiver politieke kwesties in te
gaan, zou ik toch gaarne een allerlaatste
vraag in die richting willen doen. Mag het?
No tengo inconveniente. (ik heb er geen
bezwaar tegen).
Welke krachten staan achter de beweging
van generaal Franco, behalve die_ welke zich
om redenen van godsdienstigen aard onmid
dellijk bij hem aansloten?
U maakt het mij niet gemakkelijk, maar
de vraag beantwoorden zal ik, zij het op mijn
wijze. Ik geloof dat heel Spanje achter hem
zou staan, wanneer het zeker zou kunnen zijn
dit keer eens niet bedrogen te worden, maar,
integendeel, de kans te krijgen vooruit te ko
men. U moet echter niet denken, dat het
Spaansche vraagstuk opgelost zou 2ijn met het
staan of vallen van een bewind, want het
Spaansche volk en dit is de pijnlijkste be
kentenis die ik voor u afleg zorgt steeds
voor de rest, d.w.z. het wil niet. Het is daar
om het veiligst in Gods hand.
Verkoop van Nieuwfaarsversieringen
Vóór dat de Gregoriaansche kalender werd
opgevolgd, viel vroeger het Nieuwjaar in
Nippon veel later in dan thans en wel
tegen het eind van Januari of in de eerste
dagen van Februari. Onverschillig hoe de dan
heerschende temperatuur was deze datum
werd toen beschouwd als het begin van de
lente. De associatie van dezen feestdag met het
seizoen der bloesems en van het jonge gras
sprak meer tot de gemoederen dan het huidige
tijdstip; doch Japan offerde gewillig zijn oude
gewoonte en zijn schoonheidsgevoel op, om in
overeenstemming te komen met de rest der
wereld.
De eerste drie dagen van het jaar worden
beschouwd als een geschikte gelegenheid om
elkaar voorspoed en geluk te verzekeren. Om
dit gedaan te krijgen, worden eenige eigen
aardige en oude gebruiken in acht genomen.
Den geheelen nacht waakt bijna iedereen, om
een welkom toe te roepen aan den nieuweling,
die wellicht geluk, wellicht lijden zal brengen.
Zelfs de meest onverschillige ontwaakt om
4 uur des morgens „op het uur van den tijger,"
wascht zijn handen en voeten, knipt zijn na
gels, neemt een bad en trekt nieuwe kleeren
aan om zijn eerbied te betuigen voor dezen
eerwaardigen dageraad. Geluk wacht hen, die
op dezen dag een groet brengen aan de op
komende zon en velen begeven zich dan oo<
naar een plaats, gunstig gelegen, om de eerste
stralen van het morgenrood te aanschouwen.
Ook is het een algemeen gevolgd gebruik, om
dan een Shinto-tempel te bezoeken. Op z'n
Paaschbest gekleed, betuigt de Japanner zijn
eerbied voor de hemelsche en aardsche groot
heden en zendt zijn beste wenschen aan zijn
ouders en bloedverwanten, terwijl met vrien
den en kennissen geschenken worden gewisseld.
Deze bestaan doorgaans uit eieren, vruchten
en koeken, indien niet op meer kostbare wijze
uiting wordt gegeven aan deze gevoelens. De
Winkels blijven dan ook dag en nacht geopend.
Het is een wet van Meden en Perzen, dat
ieder Japanner al zijn schulden op Nieuwjaars
dag moet hebben afgelost. Hierin in gebreke
blijven is voor zijn crediet in het volgend jaar
noodlottig en men tracht tijdig overal de noo-
dige gelden bijeen te krijgen, zelfs door ver
koop van zijn eigendommen tegen lagen prijs.
Iedereen zou zich onteerd achten, indien dat
niet zou lukken, tenzij de crediteur uitstel van
betaling verleent.
Het uiterlijk der steden en dorpen verandert
enkele dagen vóór Nieuwjaar geheel. Van 's mor
gens vroeg tot 's avonds laat reppen rappe
handen zich en sleepen plantjes maagdepalm
door de straten, om deze voor de deuren der
huizen te planten. Zelfs de armsten onder de
de altaren en op den binnenhof, vaak versterkt
door houtskool, om de booze invloeden af te
weren.
overal schijnen de straten veranderd in
groene lanen van donkere denne- en veder
achtige bamboetakken, zachtkens door het
briesje bewogen. Des avonds, wanneer voor elk
huis papieren lantaarns zijn geplaatst, vol
vreemde en esoterische opschriften, biedt de
geheele stad een sprookjesachtigen aanblik door
den gloed van kleurenlicht, waarvan de drom
men wandelaars ten volle genieten. Den gehee
len dag bij mooi weer vooral is er een
levendig verkeer langs de hoofdwegen: som
migen rijden in auto's, anderen in jinrikisha,
dan we! zijn gedwongen per pedes apostolorum
te gaan. Officieren en ambtenaren bewegen zich
in uniform of dragen Europeesche kleeding,
doch een groot deel van de bevolking blijft
trouw aan haar opperkleed en breede broek
en vroolijk kletteren de houten geta der vrou
wen op het plaveisel der straten. Deze worden
opgevroolijkt door kinderen, praalziek rond-
loopend in hun nieuwe kleeren. De meisjes spe
len met raket, pluimbal ofwel huppelen al kaat
sende rond. De jongens vermaken zich met
draaitollen of keurig gevormde, brommende
vliegers, waarvoor zij elk geschikt terrein in
palmen. Vrouwen met een zwarte kap over
het hoofd en een kleinen bediende achter zich,
dragen op den rug den dubbelgevouwen boog,
die „demonen breekt," het gebruikelijk Nieuw
jaarsgeschenk aan jongens. Zangers met mas
kers en leeuwenkoppen, die op de maat der
muziek heen en weer schommelen, gaan, met
een rammelaar of fluit in de hand, vergezeld
van een jongen met een lange trommel, van
huis tot huis. Ook goochelaars komen hun
meest verrassende toeren vertoonen. Vrouwelijke
minstreelen begeleiden haar gezang met het
getokkel der samisen. Fluitspelers, het hoofd
onder een grooten hoed van gevlochten gras
verborgen, gaan van deur tot deur. Dansende
apen amuseeren de menigte en bloemenventers
hebben druk werk. De feestviering is algemeen
en zij duurt niet één, maar tien dagen. Terwijl
de volwassenen, tot zelfs de oude grootvaders,
bezoeken afleggen dan we! ontvangen, ver
meien de kinderen zich met verschillende ge
zelschapsspelen.
Op Nieuwjaarsdag is in theorie elke arbeid
uitgesloten. De regeering geeft drie offi-
cieele feestdagen. Zelfs de dagelijksche
bezigheid van het vegen der vloermatten is
verboden, uit vrees dat eenig element van het
„mannelijk beginsel" met het stof zou worden
uitgedreven. Doch dat niets doen bestaat slechts
in naam, door de verplichting tot het afleggen
aimen zetten eenige dezer groene takken of
bamboetwijgen voor hun woning. De meer ge
goeden plaatsen voor hun hoofddeur een soort
van eerepoort, bestaande uit dunne denne-
bcompjes van boven op smaakvolle wijze met
bamboebladeren versierd. Die kaarsrechte stam
men zijn voor Japansche hersenen het symbool
van oprechtheid in een regelmatig en deugd
zaam leven. Zeewier wordt eveneens gebruikt
als synoniem met geluk. Bamboetwijgen zoowel
als denneboomen acht men teekenen van voor
spoed, omdat zij zelfs gedurende de koudste
windvlagen in den barren winter hun bladeren
behouden.
Ter herinnering aan de zonnegodin Amate-
rasu spant iedereen, arm of rijk, een touw van
riistestroo op palen voor de deur; een gevloch
ten koord, nog steeds bij de Shinto-tempels in
gebruik, om aan te duiden de afscheiding van
de gereinigde ruimte der miya van de onreine
buitenwereld. Bij andere feesten wordt het voor
den ingang der woningen opgehangen, om ziek
ten, booze geesten en onheil te weren. Op
Nieuwjaarsdag worden daaraan vruchten, va
rens, kreeften en papierstrooken opgehangen,
waarvan elk zijn symbolische beteekenis heeft.
Het stroo wijst op godsdienst, de vruchten op
aardsche zegeningen en de kreeft geeft uitdruk
king aan den wensch: „dat gij zoo lang zult
leven tot uw rug even gekromd is als die van
dat weekdier." De ooievaar en de denneboom
zijn eveneens zinnebeelden van lang leven. Men
beweert dan ook, dat er in Japan dennen van
duizend jaar oud worden gevonden. Naar men
verwacht, zal. waar deze stroowisch hangt, de
fnssche lentewind doordringen en men vindt
ze dan ook niet alleen aan den hoofdingang,
li och ook voor de badkamer, bü de pomp, bij
van tallooze bezoeken aan vrienden en ken
nissen. Ook de huiselijke festiviteiten zijn tal
rijk en nemen veel tijd in beslag, terwijl de
voeding aan vaste voorschriften is gebonden
en afwijkt van de dagelijksche gebruiken. De
thee b.v. moet worden gezet van „jong water",
uit de bron geput, zoodra de eerste stralen van
de nieuwjaarszon daarop schijnen. Verder wor
den op dien dag stapels groote ronde rijstkoe-
ken gebakken, bestrooid met snippers, gedroog
de dadelpruimen, varens, maagdepalm en gar
nalen. Tevens worden daarop kreeften, kas
tanjes, gedroogde sardines en haringkuit ge
legd, om dan deze pyramide neer te zetten op
een houten tafel, op de eereplaats in elke Ja
pansche kamer. Deze tafel en die eetwaren
hebben een allegorische beteekenis in verband
met een oude Chineesche legende, die verhaalt
van drie eilanden, waar de jeugd eeuwig duurt,
waar vogels en dieren alle een zuiver witte
kleur hebben en de bergen en paleizen zijn op
gebouwd uit goud en zilver. Al die voorwerpen
wijzen dan ook op welvaart, geluk en lang le
ven: de sardientjes, die nooit alleen, doch
steeds in paren zwemmen, op trouw in de lief
de; de haring en de aardappelen op vrucht
baarheid; de maagdepalm brengt geluk; de
kastanjes beloven succes in iemands onderne
mingen enz.
Reeds vroeg in den morgen wordt een fami
liemaaltijd genuttigd, waarbij behalve de mo
chi, van kleverige rijst gemaakt voor Euro
peesche magen noodlottig, doch voor de Japan
ners een lekkernij de zoni de hoofdschotel
vormt. Deze zoni is een hutspot van zes ingre
diënten, waaronder rijst, visch en groenten;
en het is absoluut noodzakelijk, dat een ieder,
die gedurende het yolgende jaar gezond en
Mooi beschilderde vliegers, welke de Japansche jongens op Nieuwjaarsdag oplaten