Hilversum en Velox geven elkaar niets toe <Kdv&tfauU van den daa DREIN DRENTEL EN PIET PRIKKEL 2 nederlagen van e.d.o. sis- Kloosters branden in Barcelona EN 'T GOOI 5-C- MAANDAG 11 JANUARI 1937 TWEEDE KLASSE K.N.V.B. Zeeburgia won met 50 van West-Frisia en blijft de leiders goed volgen D.O.S. klopt U.V.V. na spannenden strijd P. c U. fc. c. iÖ' S' biecht y. l. Zeeburgia—West-Frisia 5—0 Reeds met de rust een 40- voorsprong O.V.V.O.—O.S.V. 0—1 Onverdiende nederlaag voor de Amsterdammers W.F.C.—VELOX O—1 Een lastige klip omzeild HILVERSUM—Z.V.V. 3—1 Een slechte wedstrijd H.F.C.'T GOOI 2—1 Een zwaar bevochten zege BLOEMENDAAL—E.D.O. 2—0 B.F.C.—KENNEMERS 2—1 Een lauwe vertooning ALC. VICTRIX—H.R.C. 2—2 De buit gedeeld Fraaie prestatie der Whites U.V.V.—D.O.S. 2—3 Spannende strijd in de Domstad TWEEDE KLASSE I.V.C.B. De competitiestanden Het sport- souper WIELRENNEN Kropman-Smits winnen te Kopenhagen Eerste plaats in omnium voor amateurs Nacht van Dortmund Overwinning van Deneef Debruycker door DON LOIS ALBARON de tweede klasse A van afdeeling I blijven nnversum en Velox elkaar niets toegeven. Eerst- fatl°emde club won thuis met 31 van ZVV, twijl de Utrechtsche club met een 1—O-zege P WFC uit Wormerveer terugkeerde. Zeebur- a houdt de leiders echter goed in de gaten de Amsterdammers zorgen er voor, dat de 'stand niet grooter wordt. Gisteren wonnen de hites met 5—0 van West-Frisia. De kans, dat s JY0 de onderste plaats nog zal verlaten, nijnt wel heel gering te zijn. Gisteren verloren Qg^öödbroeken op eigen grond met 10 van Ih de tweede klasse B verloor de leidende club Gooi met 21 van HFC, dat met deze zege vel een zeer fraaie prestatie leverde. De club ah de Spanjaardslaan heeft zich na haar zwak e8in keurig hersteld. Voor 't Gooi had deze fr>^rlaag echter Seen verdere gevolgen, daar ,°0 bij Bloemendaal een 2O-nederlaag te ekkensluiters zich bl gaan herstellen, wordt het geducht oppas- baa^611 kreeg- Nu hekkensluiters zich blijk- ib voor Spartaan en ook voor AFC. BFC won Sussum met 21 van de Kennemers, terwijl ctnaria Victrix en HRC in Alkmaar met 22 ëeiÜk speelden. g Ih de tweede klasse A van afdeeling II gaat nog steeds aan den kop met twee punten ,°orsprong op ODS en met drie punten op Nep- 'uPus en HVV. De Utrechtsche derby in de tweede klasse B ^isschen UW en DOS bracht een 32-zege °°r de kanaries, die echter nog steeds zeven Pbten achterstand hebben bij de leiders, hoe- de Utrechtenaren de tweede plaats bezetten, aatstgenoemde club heeft echter nog een wed- rJJd meer te spelen. De standen zijn op het oogenblik: Hilversum Velox eeburgia ,?ercules AFDEELING I TWEEDE KLASSE A s. V. P.O. 'endenschaar V. v. est-Frisia V. v. O. 13 10 1 2 21 31—15 13 9 3 1 21 25—14 13 8 3 2 19 31—12 12 5 4 3 14 29—26 12 6 1 5 13 32—28 12 4 3 5 11 19ITS 12 4 3 5 11 21—23 13 2 3 8 7 16—31 12 2 2 8 6 18—38 12 0 1 11 1 9—23 TWEEDE KLASSE B Gooi D. O. tt c' t-ppnemers t'crn. Victrix P. C. Si, °eniendaal 13 8 3 2 19 36—17 13 7 2 4 16 25—20 13 7 1 5 15 39—36 13 6 2 5 14 42—33 13 6 2 5 14 26—28 13 5 3 5 13 41—42 13 4 4 5 12 28—30 12 3 4 5 10 35—39 12 2 4 6 8 23—28 13 3 1 9 7 25—47 AFDEELING II s TWEEDE KLASSE A 0 V- 13 9 1 3 19 44—19 13 8 1 4 17 34—16 k Ptunus O V. V yv®frnaas v. Holland eds Hooger 13 7 2 4 16 30—18 13 7 2 4 16 33—26 13 7 0 6 14 28—27 13 6 1 6 13 27—32 12 5 2 5 12 21—26 12 4 3 5 11 24—26 13 3 3 7 9 16—26 13 0 1 12 1 11—54 ^aS- ^'hg Hope TWEEDE KLASSE B 13 12 1 0 25 50—19 12 8 2 2 18 34—20 13 6 2 5 14 38—28 13 6 1 6 13 22—19 12 4 4 4 12 24—26 12 5 1 6 11 27—33 12 4 2 6 10 18—29 12 2 4 6 8 19—26 11 2 2 7 6 17—28 12 1 3 8 5 18—37 bi^. een vrij eenzijdigen wedstrijd heeft Zee- tiij, het zwak spelende West-Frisia een ver- •de 5o nederlaag toegebracht. Het veld was zeer moeilijk te bespelen, daar de grasmat door de vorst zeer hard was geworden, waar noor de spelers veelal hun contróle over den bal misten. In de eerste helft nam de thuisclub door toedoen van Bonkink de leiding. Van Dam en wederom Bonkink brachten den stand op 30. Nog voor de rust scoorde de beweeglijke Van Dam nummer vier, waardoor de „whites" zich van een veiligen voorsprong hadden ver zekerd. Ook na de rust bleek de West-Fiisia-achter- hoede niet tegen het vlotte aanvalsspel der Am sterdammers opgewassen, hoewel het toch voor haar pleit, dat zij in deze periode slechts een maal gepasseerd werd. Wederom was het Bon kink, die het Enkhuizer net deed trillen en tevens de hattrick verrichtte. (50). Het einde kwam met onveranderden stand. Ook in het nieuwe jaar blijft het lot den Amsterdamsche roodbroeken minder gunstig gezind. De Kruislaanclub, die Meeuwsen op de middenvoorplaats, had, leed tegen 't bezoekende O.S.V. een alleszins onverdiende ^nederlaag. In de eerste helft had de thuisclub ontegen zeglijk het beste van het spel en de anders minder vlot spelende voorhoede kwam vooral bijzonder goed voor den dag. Er werd meerdere malen verdienstelijk gecombineerd en gescho ten, doch de O.S.V.-spelers stonden op bijster gespannen voet met Fortuna en moesten toe zien hoe ettelijke fraaie kansen verloren gingen. Doch niet alleen het feit, dat de gastheeren door pech achtervolgd werden, verklaard hun weinig succesvol optreden, ook het prima spel van de beide Wormerveersche backs de Wit en Keizer maakte, dat Meeuwsen c.s. niet tot doel punten geraakte. Na de thee werd het spel van de hoofdstede lingen iets minder, hoewel het toch nog geens zins voor dat der Zaankanters behoefde onder te doen. Vele spannende momenten speelden zich voor de doelen af, doch geen der partijen scheen het net te kunnen vinden. Tenslotte was het echter de linksachter der bezoekers, Keizer, die ver opgedrongen een vrijen schop onhoudbaar langs van Rhoon plaatste, waar door de rood-witten zich op het laatste moment een gelijk spel zagen ontgaan. (01) Toch bleven beide doelen tot de rust verder schoon. Direct in de tweede helft volgden eenige Zaansche aanvallen, waarbij het Hilversumsche doel nauwelijks aan doorboring ontsnapte, dank zij een schot tegen de lat en enkelen fraaien safes van doelman Bouwman. Na een kwar tier spelens kwam de verdiende gelijkmaker door Bijpost, die een vrije kans benutte (11). Het spel werd van Z.V.V.-zijde forscher en daar de thuisclub haar snelle combinaties door het gladde, harde terrein niet kon uitvoeren, bleven de kansen gelijk. Hilversum hernam de leiding, toen uit een goed door v. Schaik ge- openden aanval Bannink een voorzet inschoot (21). De zege werd in veiligheid gebracht, toen uit een corner Huizinga den bal in den doelmond kopte, waarna Bannink het leer over de lijn werkte (3—1). Het resultaat van dezen slechten wedstrijd bleef verder ongewijzigd. De bezoekers verschijnen met drie invallers, terwijl de thuisclub er één telt. WFC pakt di rect flink aan, waardoor de Utrechtsche ver dediging alle zeilen moet bijzetten, doch doel man Cabot is de grootste hinderpaal voor een Wormerveersch succes. Tot aan de rust be houdt WFC het beste van het spel, maar in de tweede helft zijn de rollen omgedraaid. De Utrechtenaren domineeren over alle linies. Na 20 minuten krijgt Hoevers het leder in goede positie en op fraaie wijze nemen de bezoekers de leiding, O—l. Wel komt WFC nog sterk op zetten en onder groote spanning komt het ein de, doch de stand ondergaat geen verdere wij ziging. Hilversum was het eerst aanvallend en reeds na tien minuten kreeg de snel doorzettende van Schaik een kans, welke hij zich niet liet ontglippen (10). Van de wederzijdsche aan vallen, welke daarna werden opgezet, waren die van Z.V.V. gevaarlijker dan die der thuisclub. Direct zijn de Haarlemmers in den aanval, maar de verdediging der gasten is op dreef. Het spel der Gooi-menschen is overigens zeer be weeglijk en hun uitvallen zijn uiterst gevaar lijk. Eens heeft 't Gooi bepaald pech, wanneer na een goed schot de bal tegen den zijpaal be landt over de geheele lengte van 't doel rolt en daarna nog juist door 'n H.F.C.-er weggewerkt kan worden. Tot rust blijft het spel vrij leven dig, zonder dat een der partijen succes weet te boeken. Rust 00. Na de hervatting aan weerszijden enthousiast spel, waar al heel spoedig Koper met een fraai schot aan H.F.C. de leiding bezorgt: 10. 't Gooi komt heftig opzetten en een tijd lang wordt het H.F.C.-doel heftig belegerd. Eindelijk weet 't Gooi verdiend den gelijkmaker te scoren, als de rechtsbinnen handig een hem toege- speelden bal ineens weet in te zetten: 1—1. Plotseling, ongeveer vijf minuten voor tijd, onderneemt de vrij onsamenhangende voor hoede der H.F.C.-ers een aanval. Kort voor doel bemachtigt Koper den bal. Handig draait hij om eenige tegenstanders heen en lost een fraai schot, hetwelk Coten in het Gooi-doel niet kan keeren: 21. Enorm gejuich uiteraard bij den H.F.C.-aanhang. 't Gooi doet nog enkele pogingen om gelijk te maken, maar heel H.F.C. verdedigt. Het blijft 21 voor H.F.C. Na de hervatting werd de strijd spannender en ook vinniger. Na ongeveer een half uur spe lens wist Gerritse, die intusschen voor was gaan spelen, Alcmaria opnieuw de leiding te geven, 21. Alcmaria trachtte dezen voorsprong te verdedigen en dat was wellicht gelukt, ware 't niet, dat Venema „hands" maakte in het strafgebied. De aan HRC toegekende strafschop werd in een doelpunt omgezet, 22, met wel ken stand 't einde kwam, al kreeg de links buiten van HRC vlak voor 't einde nog een kans om zijn club beide punten te bezorgen. Een lauwe vertooning van beide zijden bracht in de eerste helft een flinke veldmeerderheid voor de gasten, die hun grooter initiatief echter niet in doelpunten wisten uit te drukken. Slechts eens, na acht minuten spelen, kon mid- voor Groot den bal achter Loeff deponeeren (01). Beugelaar wist uit moeilijke positie even voor rust gelijk te maken. Het bleef na de thee even slap, waaraan het harde veld veel schuld had. De partijen wogen tegen elkaar op, totdat B.F.C. in het laatste kwartier een belegering van de veste der Ken- nemers begon. Van Urk in het doel der gasten weerde zich kranig, maar uiteindelijk moest hij in een der laatste minuten zwichten voor een schot van Boukamp, die uit een corner - zij het onder protesten der Kennemers den win ning goal scoorde (21). In een vooral na de rust spannenden wed strijd hebben Alcmaria en H.R.C. de punten gedeeld. Door de vorst van den afgeloopen nacht was de grond wat hard en daardoor was 't niet gemakkelijk spelen. Voor de rust hebben beide partijen hard ge werkt om een doelpunt te maken, maar daarin slaagde men eerst kort voor de rust. Eerst wist Alcmaria na een stormloop op 't HRC-doel de leiding te nemen, 1—0. De vreugde was echter van korten duur, want kort nadat Alcmaria de leiding genomen had, zette de linksbuiten den bal schuin voor doel, de Alcmaria-doelman miste en via den paal ging de bal in het doel, 11. Met dezen stand ging de rust in. Niettegenstaande het harde veld werd er on middellijk in een vrij snel tempo gespeeld al duurde het eenigen tijd voor de spelers zich aan de omstandigheden hadden aangepast. Bloe mendaal bracht spoedig het E.D.O.-doel in ge vaar en de supporters der thuisclub riepen zelfs om een doelpunt, toen de Haarlemsche doelman het leder op de lijn wegwerkte. Daarna werkte E.D.O. zich los. De bezoekers slaagden er in eenig overwicht uit te oefenen, doch voor 't Bloemendaal-doel viel het spel der roodzwarten toch wel tegen. Keeper de Haas kon het werk makkelijk af, doch zag zich niet temin eenmaal door zijn beide backs uitstekend geassisteerd, toen dezen op hun beurt den bal uit het doel kopten. Na ongeveer een half uur spelen leverde een Büoemendaal-aanval een strafschop wegens hands op, waaruit Beijk met een hard schot via den paal den gastheeren de leiding gaf: 10. E.D.O. viel hierna weer ge ducht aan, doch voor het Bloemendaal-doel brachten de roodzwarte aanvallers er ook in deze periode niet veel van terecht. Met een on- gewijzigden stand kwam de rust. E.D.O. was na de hervatting weer iets ster ker, doch na ongeveer vijf minuten werkte Kesting zich na goed doorzetten vrij en pas seerde keeper Verhagen met een tam schot: 2—0. Dit was het sein voor E.D.O. om nog eens extra aan te pakken. Wel leidde dit er toe dat in het veld het geringe overwicht der gasten gehandhaafd bleef, doch hoe meer de tijd verJ streek, hoe minder de E.D.O.-aanvallers zich voor het Bloemendaal-doel thuis bleken te voelen. Een groot aantal corners was van een en ander het resultaat, doch ze werden meestal zóó slecht genomen, dat ze achter het doel be landden. Het samentreffen tusschen de plaatsgenooten U.V.V. en D.O.S. had niet die belangstelling ge trokken, die men er van verwachtte. En de strijd zelf is meer spannend dan fraai geweest. Na een gelijk opgaand begin wist Veltmeier aan de bezoekers de leiding te geven, en al spoedig vergrootte Dumortier den voorsprong. Geprik keld door dezen achterstaand pakte U.V.V. goed aan, en Schippers slaagde er in den achterstand te verminderen. Nog vóór de rust aanbrak scoorde Stegeman, zoodat met 22 gelijken stand de rust kon ingaan. In de tweede helft was de strijd zeer span nend. Beide elftallen kregen volop kansen, doch wisten ze voorloopig niet te benutten. Totdat vijf minuten voor het einde D.O.S. er in slaagde den U.V.V.-doelman te passeeren en de D.O.S.- zege een feit te maken. Na de gisteren gespeelde wedstrijden zijn de competitiestanden in de Westelijke tweede klasse van den IVCB als volgt: Phileas Dolittle had een uitnoodiging ont vangen. Een invitatie voor een souper van sportvrienden. Phileas kreeg een kleur van opwinding: een officieel souper van sportvrienden, en hij zou tronen temidden van de grootste beroemdhe den en kampioenen van de moderne sport. Hij voelde zich of de bliksem bij hem was in geslagen en hij kreeg hartkloppingen van den schrik. Een beroep zelfs op de directie baatte niet. Phileas, die uitsluitend dilettanten-too- neeluitvoeringen versloeg, was aangewezen en bleef aangewezen voor deze journalistieke taak. Op den gestelden avond wrong zich de be scheiden Phileas in een gehuurd smoking en hoopte dat het souper hem zou bekomen. Hy maakte kennis en gaf benijde handdruk ken aan kampioenen, van wier bestaan hij zelfs nooit gehoord had en zat mede aan tafel. Zijn dame was een allorcharmantste kampioene in skiën en Phileas verzuchtte: „Kon ik maar spreken over schmink, maar dit genre grimee ren ligt me niet." Doch hij besloot toch een poging te wagen om een sportpraatje te be ginnen. „Doet u ook aan sport?" begon Phileas voor zichtig. De dame nam zijn vraag op als een aardigheidje en antwoordde: „Inderdaad, ik doe wel eens aan skiën." „O juist," zeide Phileas, „maar ik vind het wel wat onprettig voor de paarden." „De paarden? Hoe bedoelt u dat?'* vroeg de dame verwonderd. „Wel, die krijgen nog al eens een knauw en in ieder geval worden die stomme beesten vree- selijk afgejakkerd." „O, u verstond mij verkeerd, ik zei skiën, niet rennen met paarden," lachte de dame toegevend. „Ach, natuurlijk," lachte Phileas eveneens, maar wat nuchter, „dat is dat spel met die ijzeren haken in den grond." „Weineen, mijnheer, dat is croquet. Dat wordt haast niet meer gespeeld." ,Ah," knikte Phileas, „dank u wel." Hij be dacht met een glimlach, dat een nieuwe stom miteit hem was bespaard, want hij meende dat croquet eigenlijk een kaartspel was. Na enkele oogenblikken begon zijn tafeldame een nieuw gesprek. „Ziet u daar tegenover u die dame? Dat is Suzanne Derling." „Die het Kanaal overzwom? Ja, geweldig, nietwaar?" antwoordde Phileas enthousiast. „Neen, zij schermt. Heeft u haar nooit zien vechten?" verbaasde zich de dame. „Nog nooit," bekende Phileas naar waarheid en durfde weer zijn dame aan te zien. „Maar wat heeft men er aan, zijn tegenstander bont en blauw te slaan?" „Haar uitvallen zijn wereldberoemd, weet u dat wel?" verdedigde de dame. „Dat zou je niet zeggen. Ze ziet er eigenlijk niets kwaadaardig uit." De dame zag Phileas even aan; hij doorstond de verontwaardiging van zijn buurvrouw zelfs zonder met de oogen te knippen. Er volgde een nieuwe pauze; Phileas wierp zich met alle aan dacht op de ontleding van een moot schelvisch. „Doet u niet aan sport?" stoorde hem zijn eet-genoote. u „O jawel. Boksen," zei Phileas met een mond vol. „Is 't heusch? Bokst u?" „Neen. Ik kijk er naar," lachte Phileas en nam een slok wijn. „Ach, ik bedoel: beoefent u niet zelf een of andere sport? Zwemmen bijvoorbeeld of voet bal, of athletiek, of tennis, of snelwandelen of Toen Phileas op alles „neen" schudde met het hoofd en zelfs den neus wat optrok, werd de dame eenigszins nijdig. „Maar voor bergsport interesseert u zich toch zeker in ieder geval?" „Ja, de frissche lucht in Partenkisch. „Wat bedoelt u eigenlijk: Garmisch of Par- tenkirchen? U is er immers toch nooit ge weest?" viel de dame onverwacht tegen hem uit. „Weineen, geen van beide. Daar zijn immers wie lerbanen. Van die sport word ik duizelig. „Hoe jammer," snibde de dame. „Heeft eigenlijk wel eens ooit ski-loopen gezien?" „Och jawel," loog Phileas om de dreigende ruzie te bezweren, ,.'t is niets voor mij al das gedraaf." ,Men doet 't glijdend en springend en in de sneeuw, mijnheer," beet de dame hem woe dend toe. „Dat weet ik," loog Phileas verder, „maar 't is mij te koud. De zalen zijn niet eens ver warmd." Plotseling sloeg een bord tegen Phileas' arme hoofd aan stukken. De tafeldame sprong op en vorderde op luiden schellen toon een anderen dischgenoot. Zooiets geeft natuurlijk de grootste narigheid, vooral van de zijde van de mede-eters, die nog niet weten, waar het om gaat en vanzelfspre kend op voorhand een dame in bescherming nemen. Doch ook phileas, die zich zenuwach tig de mayonnaise van het gezicht veegde, kreeg om zijn hulpeloosheid eenigen steun. Er ontstond een algemeen rumoer en heen en weer roepen. Men scheen elkander verkeerd te begrijpen, of minstens te verstaan en enkele fruitschalen vertoonden een vroegtijdige leegte. De dame aan Phileas' besmeurde zijde weerde zich het heftigst en gebaarde gevaarlijk met een wijnflesch in de hand, wat slechts de bedoe ling had meer hoorbaar on het tafelblad haar beweringen te bekrachtigen. Te midden van haar argumenteering echter vergat zij, dat Phileas, in doodsangsten, nog steeds op zijn plaats was blijven zitten. Onverwacht, natuur lijk met geen andere bedoeling dan naar hem te wijzen, raakte zij, daar de flesch zich ook nog steeds in die hand bevond, met een krach- tigen kampioenszwaai het ongetrainde hoofd van Phileas, die achterover viel en onmiddellijk moest worden uitgeteld. Phileas Dolittle werd uitgedragen en verder onbeschadigd aan zijn adres afgeleverd. Ove rigens verscheen in geen enkel blad een ver slag over de feestelijkheden van de kampioens- vereeniging. West I b Alw. Forward 11 8 1 2 17 33—11 NEA 11 7 3 1 17 40—17 RKAV 11 8 0 3 16 22—12 Volendam 2 13 7 1 5 15 28—31 DOSS 13 6 1 6 13 39-31 Zwaluwen 12 3 4 5 10 21—32 WA 2 12 4 0 8 8 22—42 Constantius 11 3 1 7 7 20—36 VIO 12 2 2 8 6 26—35 The Victory 8 2 1 5 5 20—28 West I a GVO Fortitudo 10 9 1 0 19 37—5 Lisse LVV 10 6 3 1 15 27—14 DSSH Olympia 9 6 0 3 12 21—13 WE Saestum 8 3 2 3 8 21—15 Vitesse Zwal, Vooruit 9 2 3 4 7 17—24 Teijlingen MSV 8 2 2 4 6 16—19 Santpoort 2 Hertha 8 3 0 5 6 13—18 A.D.O. WIJ 2 9 1 3 5 5 13—22 DEM Semper Avanti 7 0 0 7 0 944 Geel Wit West II a 13 9 1 3 19 24—16 12 8 2 2 18 32—21 13 7 3 3 17 32—23 11 7 2 2 16 28—12 11 5 1 5 11 20—19 10 4 2 4 10 19—19 12 2 5 6 9 21—25 11 2 4 5 8 11—17 11 1 4 6 6 14—24 13 0 4 9 4 9—31 ff*-*- Piet kon echter zijn handen niet thuis houden en begon met Door de verkeerde wisselstand was de trein, die Piet en Drein Piet en Drein, hadden zelf het meest de last van hun ondeu- de wissel te spelen. Na veel moeite had hij het zoover gebracht, moesten hebben, een zijlijn ingereden en nu zagen de stations- sendheid. De nacht was koud en toch moesten ze die onder den dat hij de wissel had omgegooid. De gevolgen waren echter eTw^._f_blooten hemel doorbrengen. En Drein zat Piet den heelen tijd zeer leelijk. chef en Drein en Piet hun trein heel in de verte voorbij rijden. te plagen met zijn verwijten. Op de winterbaan te Kopenhagen werden Zondagmiddag wedstrijden voor amateurs ge houden, waarbij het Nederlandsche koppel KropmanSmits zich bijzonder onderscheidde. In het omnium-nummer werden onze landge noten eersten, terwijl zij in den een-uurs-kop- pelwedstrijd op de tweede plaats eindigden. De uitslagen waren: Omnium 1. KropmanSmits (Nederland) 12 punten. 2. PetersenJacobsen (Denemarken) 10 punten. 3. MertensSchorn (Duitschland) 10 punten. 4. GeorgetCouderc (Frankrijk) 9 punten. 5. PutzeijsAlexandre (België) 4 punten. Een-uurs-koppelwedstrijd 1. PedersenJacobsen 15 punten, afgelegd 40.120 K.M. 2. Kropman—Smits, 12 punten. 3. PetersenQene 8 punten. 4. MertensSchorn 7 punten. In den nacht van Zaterdag op Zondag is te Dortmund een achtuurs-koppelwedstrijd gere den, welke door de Belgen DeneefDebruycker gewonnen werd met Slaats—Peutzfeld .op de tweede plaats. Pijnenburg, Pellenaars, Rausch en Huertgen staakten den strijd. Het resultaat was: 1. DeneefDebruycker 66 punten, afgelegd 331.450 K.M. 2. SlaatsPeutzfeld 8 punten. Met twee ronden achterstand: 3. ZimsKuester 13 punten. Met vier ronden achterstand: 4. WalsGoebel 51 punten. Met negen ronden achterstand: 5. BautzWengler 64 punten. Met twaalf punten achterstand: 6. KyewskiMetterlinck 28 punten. was voor den man een ware verlossing, een der toekomstige slachtoffers uit zich- dood ging. „De andere zou nu ook wel gauw 8aatV' zei hij. r* Vertelde een en ander tegen Don Pedro, "ii keek mij van terzijde aan, alsof hij mü v&n sympathieën jegens Moskou verdacht. v°°r de vuist weg noemde hij mij een paar Vallen op van moord en brandstichting en wel >t)r zit overal pog wat Moorenbloed.en ja.. wj hier en daarMisschien bestond er ook p 1 Wat aanleiding voorAudiatur et altera s Je moet alle dingen van twee kanten enik ken heel BarcelonaDaar is recenten datum. 'll1 het Zuiden verdedigde ik zwakjes. c 's. uek«ke het hfoorsche element niet zoo sterk." ka belangstelling had ik altijd de Moorsche pT^aktertrekken in ons volk bestudeerd en ik Sc,etlde daarmee veel te verklaren, dat in strijd met andere hoedanigheden. Pedro was zoo opgewonden, dat de raen- schen hier en daar bleven staan om ons na te kijken. In den glimlach van de voorbijgangers op het breede boulevardtrottoir zag ik niets, dat mij deed vermoeden, dat men naar het bloed van Don Pedro zou verlangen. Een agent van de Guardia Civil droeg een karabijn. Dit was midden in de drukke stad een beetje ongewoon, maar na de gebeurtenis van 13 Juli (den moord op Calvo Sotelo, den leider van de Renovacion Espanola) en de opwinding, die daardoor in het heele land ontstaan was, viel deze bewapening licht te verklaren. Don Pedro wilde den politieman reeds aan spreken om zijn bescherming in te roepen. Zijn assistentie scheen hem op eens veel meer waard dan de mijne, iets wat gemakkelijk te verklaren was uit het uniform en de karabijn. Ik hield hem er van af. Er was immers nog niets aan de hand, waarom zouden we dus een oploopje veroorzaken. Als de menschen priesters zagen loopen in gezelschap van een gewapend politieman, dan hadden we binnen enkele minu ten een heelen oploop achter ons aan. De scheepvaart lag voor de helft stil en er waren genoeg opzettelijke en onopzettelijke leeploopers om in een oogwenk een relletje te formeeren. Voor het bureau, waar een heele rits nummers hingen van het dagblad van Navarra (Diario de Navarra), was een oploop ontstaan. De gemeen teraad scheen het daar oneens te zijn met Mar tinez Barrio, den president van het Uitvoerend Comité. Er was een opgewonden stemming, daar men in Barcelona een bijna ziekelijken angst had voor alles wat naar „reactie" zweemt. En er is weinig voor noodig om „reactionnair" te heeten. Zelfs het dragen van een zwarte strikdas heeft al iets reactionnairs en er is geen enkele hoedenzaak meer, die het waagt een hoogen hoed te etalee- ren. Hetgeen uit handelsoogpunt niet alleen ver klaarbaar, maar verstandig is. Juist toen wij langs het krantenbureau kwa men, gingen ratelend de rolluiken omlaag en een gegallonneerde bediende, die zich voor deze gelegenheid getooid had met een gewone pet schoof het traliehek ,voor het breede portieK Intusschen ging de luidspreker voort met het uitbrullen van een onverstaanbaren klanken- chaos. Meesmuilend, zooals men dat meer ziet bij op stootjes, die niet doorgaan, gingen de menschen uiteen, een enkele, die onze soutanes zag, gaf een kleine hatelijkheid ten beste, maar in dit alles was toch niets bijzonders gelegen, dat aan bloed en burgeroorlog deed denken, Ronduit gezegd: men gelooft gaarne, wat men hoopt en het was dus niet te verwonderen, dat ik een neiging had om alles te verzachten. Zóó bereikten we de bewuste plaats van den „opstand," waar Don Pedro mij voor gehaald had. De kleine kapel lag blind te droomen in de stille nauwe straat, waarvan de eene zijde werd ingenomen door hooge kloostermuren, de andere door een paar fabrieksopslagplaatsen, die aan deze zijde geen vensters hadden. Het was tamelijk warm en in het smalle straatje, dat lag te bakken in de heete middag zon, was niets anders te zien dan een jongen met een karretje, die dit met één hand voort duwde over de hobbelige keien, een goedkoope branie, daar het straatje eenigszins afliep. Ik voelde mij al opgelucht, toen Don Pedro opeens zei: „Neen.... neenze zullen er nog wel zijn Het was mij niet kwalijk te nemen, dat ik van een revolutionnair tooneel een ander beeld had, dan hetgeen ik te zien kreeg. Maar in de breede poort begon het. In plaats van de gewone drie oude bedelaars, die den heelen dag de Liefde Gods misbruikten om peseta's te innen, stonden er nu drie jonge bedelaars, even haveloos gekleed en zonder schoenen aan de bloote voeten. Het eenige verschil met de oude bedelaars was, dat ze niet onderdanig stonden te mum melen, maar zelfs een aanmatigende houding aannamen. Hun optreden was zacht uitgedrukt on plezierig, maar het was nog geen revolutie. Het leek meer op brutaliteit. Een der knapen, want méér waren het niet, trad op mij toe en liet zijn handen langs mijn soutane glijden, zooals een wantrouwend douane-ambtenaar dat zou doen. De bedoeling van deze manipulatie was om vast te stellen of ik geen wapens bij mij droeg. Dit geheele optreden was echter niets dan bluf en al had ik een sterke aanvechting om den jongen een draai om zijn ooren te verkoopen, ik was tactvol genoeg om lachend te zeggen, dat ik een man des vredes was, een aardigheid die werd geapprecieerd, daar de jeugdige bandiet familiair zijn hand op mijn schouder legde. Hier zat iets grappigs voor mü in, daar het tot nogtoe mijn gewoonte is geweest om zélf mijn hand op een ander zijn schouder te leggen. Nu ik echter weet welke gevoelens dit teweeg brengt, zal ik het niet meer doen. Van Don Pedro werd geen notitie genomen. Ze hadden blijkbaar zijn bevende handen ge zien en waren intelligent genoeg om te begrijpen, dat een schot van de zijde van Don Pedro niet veel kwaad kon doen. Het angstzweet brak mij echter uit, toen ik zag, dat de oude Rector maar steeds onverdroten voortging het voorhoofd af te drogen met zijn bekroonden zakdoek. Zooals Don Pedro had afgesproken, trok hij vijf keer aan den trekker van de bel: twee keer lang en drie keer kort. De jeugdige revolutie makers. die begrepen, dat het hier een afgespro ken teeken gold, rukten hem de bel uit de hand en bleven staan luiden, zoodat het moeilijk werd een pak slaag langer uit te stellen. De moderne vrijheid van opvoeding nam hier wat al te tast bare vormen aan. Door het getraliede luikje van de deur stak een smalle hand, die ons een sleutel reikte. We openden de eerste poort en stonden voor de tweede deur, die de zuster zelf ontsloot Er gebeurde niets, de kwajongens buiten nu durfde ik ze „kwajongens" noemen gingen vooi't met het rinkelen van de bel, waardoor het moeilijk werd in de gang te praten. In het pand was de onrust voelbaar. De oude mannen in het aangrenzende zieken huis waren niet meer te houden. Onder deze verpleegden was een heel gamma van mensch- Hjke aandoeningen waar te nemen. De een bib berde als een klein kind, een ander, een oud militair, speelde voor kolonel en wilde „eruit" om den vijand te verjagen. Die oude mannen waren het juist, die den laatsten tijd nogal eens wat stof deden opwaaien. Er waren al eens meer dreigbrieven gekomen van belangstellenden, die in de overtuiging schenen te verkeeren, dat de zusters van St. Joseph het er op toelegden, de oude heeren zoo spoedig mogelijk uit den weg te ruimen, om daarna hun bezittingen op te slokkenzooals dat in de taal van die menschen heet. Deze meening was waarschijnlijk ontstaan door het feit, dat alle 'oude mannen toch ééns moesten sterven en dit dan ook prompt deden, de een na een jaar, de ander na tien jaar. Bovendien zagen de verpleegden er altijd nogal behoorlijk uit. De meesten waren arme men schen, maar ze gingen boven hun stand gekleed. Ze droegen de afdragertjes van vriendelijke weldoeners of van vroegere verpleegden, die de beslotenheid van het oude gebouw geruild had den voor de Eeuwige Heerlijkheid. „Wat willen die apen?" vroeg ik, toen de eerwaarde overste mij in de gang tegemoet kwam. „Schoenen," zei zij. „Schoenen," herhaalde ik verbaasd. Deze verbazing was echter ongegrond, ik had kunnen weten, dat de jongelui inderdaad schoe nen noodig hadden. „En kunnen ze die niet krijgen?" Voor zoover ik mij herinnerde, was de stad nog wel eenige instellingen rijk, waar men nog wel een paar oude schoenen kon krijgen. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 11