Hilversum en Velox geven
elkaar niets toe
<Kdv&tfauU van den daa
DREIN DRENTEL EN PIET PRIKKEL
2
nederlagen van e.d.o.
sis-
Kloosters branden
in Barcelona
EN 'T GOOI
5-C-
MAANDAG 11 JANUARI 1937
TWEEDE KLASSE K.N.V.B.
Zeeburgia won met 50 van
West-Frisia en blijft de
leiders goed volgen
D.O.S. klopt U.V.V. na
spannenden strijd
P. c
U.
fc. c.
iÖ' S'
biecht
y. l.
Zeeburgia—West-Frisia
5—0
Reeds met de rust een 40-
voorsprong
O.V.V.O.—O.S.V. 0—1
Onverdiende nederlaag voor
de Amsterdammers
W.F.C.—VELOX O—1
Een lastige klip omzeild
HILVERSUM—Z.V.V. 3—1
Een slechte wedstrijd
H.F.C.'T GOOI 2—1
Een zwaar bevochten zege
BLOEMENDAAL—E.D.O. 2—0
B.F.C.—KENNEMERS 2—1
Een lauwe vertooning
ALC. VICTRIX—H.R.C. 2—2
De buit gedeeld
Fraaie prestatie der Whites
U.V.V.—D.O.S. 2—3
Spannende strijd in de Domstad
TWEEDE KLASSE I.V.C.B.
De competitiestanden
Het sport-
souper
WIELRENNEN
Kropman-Smits winnen
te Kopenhagen
Eerste plaats in omnium voor
amateurs
Nacht van Dortmund
Overwinning van Deneef
Debruycker
door DON LOIS ALBARON
de tweede klasse A van afdeeling I blijven
nnversum en Velox elkaar niets toegeven. Eerst-
fatl°emde club won thuis met 31 van ZVV,
twijl de Utrechtsche club met een 1—O-zege
P WFC uit Wormerveer terugkeerde. Zeebur-
a houdt de leiders echter goed in de gaten
de Amsterdammers zorgen er voor, dat de
'stand niet grooter wordt. Gisteren wonnen de
hites met 5—0 van West-Frisia. De kans, dat
s JY0 de onderste plaats nog zal verlaten,
nijnt wel heel gering te zijn. Gisteren verloren
Qg^öödbroeken op eigen grond met 10 van
Ih de tweede klasse B verloor de leidende club
Gooi met 21 van HFC, dat met deze zege
vel een zeer fraaie prestatie leverde. De club
ah de Spanjaardslaan heeft zich na haar zwak
e8in keurig hersteld. Voor 't Gooi had deze
fr>^rlaag echter Seen verdere gevolgen, daar
,°0 bij Bloemendaal
een 2O-nederlaag te
ekkensluiters zich bl
gaan herstellen, wordt het geducht oppas-
baa^611 kreeg- Nu hekkensluiters zich blijk-
ib
voor Spartaan en ook voor AFC. BFC won
Sussum met 21 van de Kennemers, terwijl
ctnaria Victrix en HRC in Alkmaar met 22
ëeiÜk speelden.
g Ih de tweede klasse A van afdeeling II gaat
nog steeds aan den kop met twee punten
,°orsprong op ODS en met drie punten op Nep-
'uPus en HVV.
De Utrechtsche derby in de tweede klasse B
^isschen UW en DOS bracht een 32-zege
°°r de kanaries, die echter nog steeds zeven
Pbten achterstand hebben bij de leiders, hoe-
de Utrechtenaren de tweede plaats bezetten,
aatstgenoemde club heeft echter nog een wed-
rJJd meer te spelen.
De standen zijn op het oogenblik:
Hilversum
Velox
eeburgia
,?ercules
AFDEELING I
TWEEDE KLASSE A
s. V.
P.O.
'endenschaar
V. v.
est-Frisia
V. v. O.
13
10
1
2
21
31—15
13
9
3
1
21
25—14
13
8
3
2
19
31—12
12
5
4
3
14
29—26
12
6
1
5
13
32—28
12
4
3
5
11
19ITS
12
4
3
5
11
21—23
13
2
3
8
7
16—31
12
2
2
8
6
18—38
12
0
1
11
1
9—23
TWEEDE KLASSE B
Gooi
D. O.
tt c'
t-ppnemers
t'crn. Victrix
P. C.
Si,
°eniendaal
13
8
3
2
19
36—17
13
7
2
4
16
25—20
13
7
1
5
15
39—36
13
6
2
5
14
42—33
13
6
2
5
14
26—28
13
5
3
5
13
41—42
13
4
4
5
12
28—30
12
3
4
5
10
35—39
12
2
4
6
8
23—28
13
3
1
9
7
25—47
AFDEELING II
s TWEEDE
KLASSE
A
0 V-
13
9
1
3
19
44—19
13
8
1
4
17
34—16
k Ptunus
O V. V
yv®frnaas
v. Holland
eds Hooger
13
7
2
4
16
30—18
13
7
2
4
16
33—26
13
7
0
6
14
28—27
13
6
1
6
13
27—32
12
5
2
5
12
21—26
12
4
3
5
11
24—26
13
3
3
7
9
16—26
13
0
1
12
1
11—54
^aS-
^'hg Hope
TWEEDE KLASSE B
13
12
1
0
25
50—19
12
8
2
2
18
34—20
13
6
2
5
14
38—28
13
6
1
6
13
22—19
12
4
4
4
12
24—26
12
5
1
6
11
27—33
12
4
2
6
10
18—29
12
2
4
6
8
19—26
11
2
2
7
6
17—28
12
1
3
8
5
18—37
bi^. een vrij eenzijdigen wedstrijd heeft Zee-
tiij, het zwak spelende West-Frisia een ver-
•de 5o nederlaag toegebracht. Het veld
was zeer moeilijk te bespelen, daar de grasmat
door de vorst zeer hard was geworden, waar
noor de spelers veelal hun contróle over den bal
misten. In de eerste helft nam de thuisclub
door toedoen van Bonkink de leiding. Van Dam
en wederom Bonkink brachten den stand op
30. Nog voor de rust scoorde de beweeglijke
Van Dam nummer vier, waardoor de „whites"
zich van een veiligen voorsprong hadden ver
zekerd.
Ook na de rust bleek de West-Fiisia-achter-
hoede niet tegen het vlotte aanvalsspel der Am
sterdammers opgewassen, hoewel het toch voor
haar pleit, dat zij in deze periode slechts een
maal gepasseerd werd. Wederom was het Bon
kink, die het Enkhuizer net deed trillen en
tevens de hattrick verrichtte. (50).
Het einde kwam met onveranderden stand.
Ook in het nieuwe jaar blijft het lot den
Amsterdamsche roodbroeken minder gunstig
gezind. De Kruislaanclub, die Meeuwsen op de
middenvoorplaats, had, leed tegen 't bezoekende
O.S.V. een alleszins onverdiende ^nederlaag.
In de eerste helft had de thuisclub ontegen
zeglijk het beste van het spel en de anders
minder vlot spelende voorhoede kwam vooral
bijzonder goed voor den dag. Er werd meerdere
malen verdienstelijk gecombineerd en gescho
ten, doch de O.S.V.-spelers stonden op bijster
gespannen voet met Fortuna en moesten toe
zien hoe ettelijke fraaie kansen verloren gingen.
Doch niet alleen het feit, dat de gastheeren
door pech achtervolgd werden, verklaard hun
weinig succesvol optreden, ook het prima spel
van de beide Wormerveersche backs de Wit en
Keizer maakte, dat Meeuwsen c.s. niet tot doel
punten geraakte.
Na de thee werd het spel van de hoofdstede
lingen iets minder, hoewel het toch nog geens
zins voor dat der Zaankanters behoefde onder
te doen. Vele spannende momenten speelden
zich voor de doelen af, doch geen der partijen
scheen het net te kunnen vinden. Tenslotte
was het echter de linksachter der bezoekers,
Keizer, die ver opgedrongen een vrijen schop
onhoudbaar langs van Rhoon plaatste, waar
door de rood-witten zich op het laatste moment
een gelijk spel zagen ontgaan. (01)
Toch bleven beide doelen tot de rust verder
schoon.
Direct in de tweede helft volgden eenige
Zaansche aanvallen, waarbij het Hilversumsche
doel nauwelijks aan doorboring ontsnapte, dank
zij een schot tegen de lat en enkelen fraaien
safes van doelman Bouwman. Na een kwar
tier spelens kwam de verdiende gelijkmaker
door Bijpost, die een vrije kans benutte (11).
Het spel werd van Z.V.V.-zijde forscher en
daar de thuisclub haar snelle combinaties door
het gladde, harde terrein niet kon uitvoeren,
bleven de kansen gelijk. Hilversum hernam de
leiding, toen uit een goed door v. Schaik ge-
openden aanval Bannink een voorzet inschoot
(21). De zege werd in veiligheid gebracht,
toen uit een corner Huizinga den bal in den
doelmond kopte, waarna Bannink het leer over
de lijn werkte (3—1). Het resultaat van dezen
slechten wedstrijd bleef verder ongewijzigd.
De bezoekers verschijnen met drie invallers,
terwijl de thuisclub er één telt. WFC pakt di
rect flink aan, waardoor de Utrechtsche ver
dediging alle zeilen moet bijzetten, doch doel
man Cabot is de grootste hinderpaal voor een
Wormerveersch succes. Tot aan de rust be
houdt WFC het beste van het spel, maar in de
tweede helft zijn de rollen omgedraaid. De
Utrechtenaren domineeren over alle linies. Na
20 minuten krijgt Hoevers het leder in goede
positie en op fraaie wijze nemen de bezoekers
de leiding, O—l. Wel komt WFC nog sterk op
zetten en onder groote spanning komt het ein
de, doch de stand ondergaat geen verdere wij
ziging.
Hilversum was het eerst aanvallend en reeds
na tien minuten kreeg de snel doorzettende
van Schaik een kans, welke hij zich niet liet
ontglippen (10). Van de wederzijdsche aan
vallen, welke daarna werden opgezet, waren die
van Z.V.V. gevaarlijker dan die der thuisclub.
Direct zijn de Haarlemmers in den aanval,
maar de verdediging der gasten is op dreef. Het
spel der Gooi-menschen is overigens zeer be
weeglijk en hun uitvallen zijn uiterst gevaar
lijk. Eens heeft 't Gooi bepaald pech, wanneer
na een goed schot de bal tegen den zijpaal be
landt over de geheele lengte van 't doel rolt en
daarna nog juist door 'n H.F.C.-er weggewerkt
kan worden. Tot rust blijft het spel vrij leven
dig, zonder dat een der partijen succes weet te
boeken. Rust 00.
Na de hervatting aan weerszijden enthousiast
spel, waar al heel spoedig Koper met een fraai
schot aan H.F.C. de leiding bezorgt: 10.
't Gooi komt heftig opzetten en een tijd lang
wordt het H.F.C.-doel heftig belegerd. Eindelijk
weet 't Gooi verdiend den gelijkmaker te scoren,
als de rechtsbinnen handig een hem toege-
speelden bal ineens weet in te zetten: 1—1.
Plotseling, ongeveer vijf minuten voor tijd,
onderneemt de vrij onsamenhangende voor
hoede der H.F.C.-ers een aanval. Kort voor
doel bemachtigt Koper den bal. Handig draait
hij om eenige tegenstanders heen en lost een
fraai schot, hetwelk Coten in het Gooi-doel
niet kan keeren: 21. Enorm gejuich uiteraard
bij den H.F.C.-aanhang. 't Gooi doet nog enkele
pogingen om gelijk te maken, maar heel H.F.C.
verdedigt. Het blijft 21 voor H.F.C.
Na de hervatting werd de strijd spannender
en ook vinniger. Na ongeveer een half uur spe
lens wist Gerritse, die intusschen voor was
gaan spelen, Alcmaria opnieuw de leiding te
geven, 21. Alcmaria trachtte dezen voorsprong
te verdedigen en dat was wellicht gelukt, ware
't niet, dat Venema „hands" maakte in het
strafgebied. De aan HRC toegekende strafschop
werd in een doelpunt omgezet, 22, met wel
ken stand 't einde kwam, al kreeg de links
buiten van HRC vlak voor 't einde nog een kans
om zijn club beide punten te bezorgen.
Een lauwe vertooning van beide zijden bracht
in de eerste helft een flinke veldmeerderheid
voor de gasten, die hun grooter initiatief echter
niet in doelpunten wisten uit te drukken.
Slechts eens, na acht minuten spelen, kon mid-
voor Groot den bal achter Loeff deponeeren
(01). Beugelaar wist uit moeilijke positie even
voor rust gelijk te maken.
Het bleef na de thee even slap, waaraan het
harde veld veel schuld had. De partijen wogen
tegen elkaar op, totdat B.F.C. in het laatste
kwartier een belegering van de veste der Ken-
nemers begon. Van Urk in het doel der gasten
weerde zich kranig, maar uiteindelijk moest hij
in een der laatste minuten zwichten voor een
schot van Boukamp, die uit een corner - zij
het onder protesten der Kennemers den win
ning goal scoorde (21).
In een vooral na de rust spannenden wed
strijd hebben Alcmaria en H.R.C. de punten
gedeeld.
Door de vorst van den afgeloopen nacht
was de grond wat hard en daardoor was 't niet
gemakkelijk spelen.
Voor de rust hebben beide partijen hard ge
werkt om een doelpunt te maken, maar daarin
slaagde men eerst kort voor de rust. Eerst wist
Alcmaria na een stormloop op 't HRC-doel de
leiding te nemen, 1—0. De vreugde was echter
van korten duur, want kort nadat Alcmaria de
leiding genomen had, zette de linksbuiten den
bal schuin voor doel, de Alcmaria-doelman
miste en via den paal ging de bal in het doel,
11. Met dezen stand ging de rust in.
Niettegenstaande het harde veld werd er on
middellijk in een vrij snel tempo gespeeld al
duurde het eenigen tijd voor de spelers zich
aan de omstandigheden hadden aangepast. Bloe
mendaal bracht spoedig het E.D.O.-doel in ge
vaar en de supporters der thuisclub riepen zelfs
om een doelpunt, toen de Haarlemsche doelman
het leder op de lijn wegwerkte.
Daarna werkte E.D.O. zich los. De bezoekers
slaagden er in eenig overwicht uit te oefenen,
doch voor 't Bloemendaal-doel viel het spel der
roodzwarten toch wel tegen. Keeper de Haas
kon het werk makkelijk af, doch zag zich niet
temin eenmaal door zijn beide backs uitstekend
geassisteerd, toen dezen op hun beurt den bal
uit het doel kopten. Na ongeveer een half uur
spelen leverde een Büoemendaal-aanval een
strafschop wegens hands op, waaruit Beijk met
een hard schot via den paal den gastheeren de
leiding gaf: 10. E.D.O. viel hierna weer ge
ducht aan, doch voor het Bloemendaal-doel
brachten de roodzwarte aanvallers er ook in
deze periode niet veel van terecht. Met een on-
gewijzigden stand kwam de rust.
E.D.O. was na de hervatting weer iets ster
ker, doch na ongeveer vijf minuten werkte
Kesting zich na goed doorzetten vrij en pas
seerde keeper Verhagen met een tam schot:
2—0.
Dit was het sein voor E.D.O. om nog eens
extra aan te pakken. Wel leidde dit er toe dat
in het veld het geringe overwicht der gasten
gehandhaafd bleef, doch hoe meer de tijd verJ
streek, hoe minder de E.D.O.-aanvallers zich
voor het Bloemendaal-doel thuis bleken te
voelen. Een groot aantal corners was van een
en ander het resultaat, doch ze werden meestal
zóó slecht genomen, dat ze achter het doel be
landden.
Het samentreffen tusschen de plaatsgenooten
U.V.V. en D.O.S. had niet die belangstelling ge
trokken, die men er van verwachtte. En de
strijd zelf is meer spannend dan fraai geweest.
Na een gelijk opgaand begin wist Veltmeier aan
de bezoekers de leiding te geven, en al spoedig
vergrootte Dumortier den voorsprong. Geprik
keld door dezen achterstaand pakte U.V.V. goed
aan, en Schippers slaagde er in den achterstand
te verminderen. Nog vóór de rust aanbrak
scoorde Stegeman, zoodat met 22 gelijken
stand de rust kon ingaan.
In de tweede helft was de strijd zeer span
nend. Beide elftallen kregen volop kansen, doch
wisten ze voorloopig niet te benutten. Totdat
vijf minuten voor het einde D.O.S. er in slaagde
den U.V.V.-doelman te passeeren en de D.O.S.-
zege een feit te maken.
Na de gisteren gespeelde wedstrijden zijn de
competitiestanden in de Westelijke tweede
klasse van den IVCB als volgt:
Phileas Dolittle had een uitnoodiging ont
vangen. Een invitatie voor een souper van
sportvrienden.
Phileas kreeg een kleur van opwinding: een
officieel souper van sportvrienden, en hij zou
tronen temidden van de grootste beroemdhe
den en kampioenen van de moderne sport.
Hij voelde zich of de bliksem bij hem was in
geslagen en hij kreeg hartkloppingen van den
schrik. Een beroep zelfs op de directie baatte
niet. Phileas, die uitsluitend dilettanten-too-
neeluitvoeringen versloeg, was aangewezen en
bleef aangewezen voor deze journalistieke taak.
Op den gestelden avond wrong zich de be
scheiden Phileas in een gehuurd smoking en
hoopte dat het souper hem zou bekomen.
Hy maakte kennis en gaf benijde handdruk
ken aan kampioenen, van wier bestaan hij zelfs
nooit gehoord had en zat mede aan tafel. Zijn
dame was een allorcharmantste kampioene in
skiën en Phileas verzuchtte: „Kon ik maar
spreken over schmink, maar dit genre grimee
ren ligt me niet." Doch hij besloot toch een
poging te wagen om een sportpraatje te be
ginnen.
„Doet u ook aan sport?" begon Phileas voor
zichtig. De dame nam zijn vraag op als een
aardigheidje en antwoordde:
„Inderdaad, ik doe wel eens aan skiën."
„O juist," zeide Phileas, „maar ik vind het
wel wat onprettig voor de paarden."
„De paarden? Hoe bedoelt u dat?'* vroeg de
dame verwonderd.
„Wel, die krijgen nog al eens een knauw en
in ieder geval worden die stomme beesten vree-
selijk afgejakkerd."
„O, u verstond mij verkeerd, ik zei skiën,
niet rennen met paarden," lachte de dame
toegevend.
„Ach, natuurlijk," lachte Phileas eveneens,
maar wat nuchter, „dat is dat spel met die
ijzeren haken in den grond."
„Weineen, mijnheer, dat is croquet. Dat
wordt haast niet meer gespeeld."
,Ah," knikte Phileas, „dank u wel." Hij be
dacht met een glimlach, dat een nieuwe stom
miteit hem was bespaard, want hij meende dat
croquet eigenlijk een kaartspel was.
Na enkele oogenblikken begon zijn tafeldame
een nieuw gesprek.
„Ziet u daar tegenover u die dame? Dat is
Suzanne Derling."
„Die het Kanaal overzwom? Ja, geweldig,
nietwaar?" antwoordde Phileas enthousiast.
„Neen, zij schermt. Heeft u haar nooit zien
vechten?" verbaasde zich de dame.
„Nog nooit," bekende Phileas naar waarheid
en durfde weer zijn dame aan te zien. „Maar
wat heeft men er aan, zijn tegenstander bont
en blauw te slaan?"
„Haar uitvallen zijn wereldberoemd, weet u
dat wel?" verdedigde de dame.
„Dat zou je niet zeggen. Ze ziet er eigenlijk
niets kwaadaardig uit."
De dame zag Phileas even aan; hij doorstond
de verontwaardiging van zijn buurvrouw zelfs
zonder met de oogen te knippen. Er volgde een
nieuwe pauze; Phileas wierp zich met alle aan
dacht op de ontleding van een moot schelvisch.
„Doet u niet aan sport?" stoorde hem zijn
eet-genoote.
u
„O jawel. Boksen," zei Phileas met een mond
vol.
„Is 't heusch? Bokst u?"
„Neen. Ik kijk er naar," lachte Phileas en
nam een slok wijn.
„Ach, ik bedoel: beoefent u niet zelf een of
andere sport? Zwemmen bijvoorbeeld of voet
bal, of athletiek, of tennis, of snelwandelen
of
Toen Phileas op alles „neen" schudde met
het hoofd en zelfs den neus wat optrok, werd
de dame eenigszins nijdig.
„Maar voor bergsport interesseert u zich
toch zeker in ieder geval?"
„Ja, de frissche lucht in Partenkisch.
„Wat bedoelt u eigenlijk: Garmisch of Par-
tenkirchen? U is er immers toch nooit ge
weest?" viel de
dame onverwacht
tegen hem uit.
„Weineen, geen
van beide. Daar
zijn immers wie
lerbanen. Van
die sport word
ik duizelig.
„Hoe jammer," snibde de dame. „Heeft
eigenlijk wel eens ooit ski-loopen gezien?"
„Och jawel," loog Phileas om de dreigende
ruzie te bezweren, ,.'t is niets voor mij al das
gedraaf."
,Men doet 't glijdend en springend en in de
sneeuw, mijnheer," beet de dame hem woe
dend toe.
„Dat weet ik," loog Phileas verder, „maar 't
is mij te koud. De zalen zijn niet eens ver
warmd."
Plotseling sloeg een bord tegen Phileas' arme
hoofd aan stukken. De tafeldame sprong op en
vorderde op luiden schellen toon een anderen
dischgenoot.
Zooiets geeft natuurlijk de grootste narigheid,
vooral van de zijde van de mede-eters, die nog
niet weten, waar het om gaat en vanzelfspre
kend op voorhand een dame in bescherming
nemen. Doch ook phileas, die zich zenuwach
tig de mayonnaise van het gezicht veegde,
kreeg om zijn hulpeloosheid eenigen steun. Er
ontstond een algemeen rumoer en heen en
weer roepen. Men scheen elkander verkeerd te
begrijpen, of minstens te verstaan en enkele
fruitschalen vertoonden een vroegtijdige leegte.
De dame aan Phileas' besmeurde zijde weerde
zich het heftigst en gebaarde gevaarlijk met een
wijnflesch in de hand, wat slechts de bedoe
ling had meer hoorbaar on het tafelblad haar
beweringen te bekrachtigen. Te midden van
haar argumenteering echter vergat zij, dat
Phileas, in doodsangsten, nog steeds op zijn
plaats was blijven zitten. Onverwacht, natuur
lijk met geen andere bedoeling dan naar hem
te wijzen, raakte zij, daar de flesch zich ook
nog steeds in die hand bevond, met een krach-
tigen kampioenszwaai het ongetrainde hoofd
van Phileas, die achterover viel en onmiddellijk
moest worden uitgeteld.
Phileas Dolittle werd uitgedragen en verder
onbeschadigd aan zijn adres afgeleverd. Ove
rigens verscheen in geen enkel blad een ver
slag over de feestelijkheden van de kampioens-
vereeniging.
West I b
Alw. Forward
11
8
1
2
17
33—11
NEA
11
7
3
1
17
40—17
RKAV
11
8
0
3
16
22—12
Volendam 2
13
7
1
5
15
28—31
DOSS
13
6
1
6
13
39-31
Zwaluwen
12
3
4
5
10
21—32
WA 2
12
4
0
8
8
22—42
Constantius
11
3
1
7
7
20—36
VIO
12
2
2
8
6
26—35
The Victory
8
2
1
5
5
20—28
West I a
GVO
Fortitudo
10
9
1
0 19
37—5
Lisse
LVV
10
6
3
1 15
27—14
DSSH
Olympia
9
6
0
3 12
21—13
WE
Saestum
8
3
2
3 8
21—15
Vitesse
Zwal, Vooruit
9
2
3
4 7
17—24
Teijlingen
MSV
8
2
2
4 6
16—19
Santpoort 2
Hertha
8
3
0
5 6
13—18
A.D.O.
WIJ 2
9
1
3
5 5
13—22
DEM
Semper Avanti
7
0
0
7 0
944
Geel Wit
West II a
13
9
1
3
19
24—16
12
8
2
2
18
32—21
13
7
3
3
17
32—23
11
7
2
2
16
28—12
11
5
1
5
11
20—19
10
4
2
4
10
19—19
12
2
5
6
9
21—25
11
2
4
5
8
11—17
11
1
4
6
6
14—24
13
0
4
9
4
9—31
ff*-*-
Piet kon echter zijn handen niet thuis houden en begon met Door de verkeerde wisselstand was de trein, die Piet en Drein Piet en Drein, hadden zelf het meest de last van hun ondeu-
de wissel te spelen. Na veel moeite had hij het zoover gebracht, moesten hebben, een zijlijn ingereden en nu zagen de stations- sendheid. De nacht was koud en toch moesten ze die onder den
dat hij de wissel had omgegooid. De gevolgen waren echter eTw^._f_blooten hemel doorbrengen. En Drein zat Piet den heelen tijd
zeer leelijk.
chef en Drein en Piet hun trein heel in de verte voorbij rijden.
te plagen met zijn verwijten.
Op de winterbaan te Kopenhagen werden
Zondagmiddag wedstrijden voor amateurs ge
houden, waarbij het Nederlandsche koppel
KropmanSmits zich bijzonder onderscheidde.
In het omnium-nummer werden onze landge
noten eersten, terwijl zij in den een-uurs-kop-
pelwedstrijd op de tweede plaats eindigden.
De uitslagen waren:
Omnium
1. KropmanSmits (Nederland) 12 punten.
2. PetersenJacobsen (Denemarken) 10
punten.
3. MertensSchorn (Duitschland) 10 punten.
4. GeorgetCouderc (Frankrijk) 9 punten.
5. PutzeijsAlexandre (België) 4 punten.
Een-uurs-koppelwedstrijd
1. PedersenJacobsen 15 punten, afgelegd
40.120 K.M.
2. Kropman—Smits, 12 punten.
3. PetersenQene 8 punten.
4. MertensSchorn 7 punten.
In den nacht van Zaterdag op Zondag is te
Dortmund een achtuurs-koppelwedstrijd gere
den, welke door de Belgen DeneefDebruycker
gewonnen werd met Slaats—Peutzfeld .op de
tweede plaats. Pijnenburg, Pellenaars, Rausch
en Huertgen staakten den strijd.
Het resultaat was:
1. DeneefDebruycker 66 punten, afgelegd
331.450 K.M.
2. SlaatsPeutzfeld 8 punten.
Met twee ronden achterstand:
3. ZimsKuester 13 punten.
Met vier ronden achterstand:
4. WalsGoebel 51 punten.
Met negen ronden achterstand:
5. BautzWengler 64 punten.
Met twaalf punten achterstand:
6. KyewskiMetterlinck 28 punten.
was voor den man een ware verlossing,
een der toekomstige slachtoffers uit zich-
dood ging. „De andere zou nu ook wel gauw
8aatV' zei hij.
r* Vertelde een en ander tegen Don Pedro,
"ii keek mij van terzijde aan, alsof hij mü
v&n
sympathieën jegens Moskou verdacht.
v°°r de vuist weg noemde hij mij een paar
Vallen op van moord en brandstichting en wel
>t)r
zit overal pog wat Moorenbloed.en ja..
wj hier en daarMisschien bestond er ook
p 1 Wat aanleiding voorAudiatur et altera
s Je moet alle dingen van twee kanten
enik ken heel BarcelonaDaar is
recenten datum.
'll1 het Zuiden
verdedigde ik zwakjes.
c 's.
uek«ke
het
hfoorsche element niet zoo sterk."
ka belangstelling had ik altijd de Moorsche
pT^aktertrekken in ons volk bestudeerd en ik
Sc,etlde daarmee veel te verklaren, dat in strijd
met andere hoedanigheden.
Pedro was zoo opgewonden, dat de raen-
schen hier en daar bleven staan om ons na te
kijken.
In den glimlach van de voorbijgangers op het
breede boulevardtrottoir zag ik niets, dat mij
deed vermoeden, dat men naar het bloed van
Don Pedro zou verlangen.
Een agent van de Guardia Civil droeg een
karabijn. Dit was midden in de drukke stad een
beetje ongewoon, maar na de gebeurtenis van 13
Juli (den moord op Calvo Sotelo, den leider van
de Renovacion Espanola) en de opwinding, die
daardoor in het heele land ontstaan was, viel
deze bewapening licht te verklaren.
Don Pedro wilde den politieman reeds aan
spreken om zijn bescherming in te roepen. Zijn
assistentie scheen hem op eens veel meer waard
dan de mijne, iets wat gemakkelijk te verklaren
was uit het uniform en de karabijn.
Ik hield hem er van af. Er was immers nog
niets aan de hand, waarom zouden we dus een
oploopje veroorzaken. Als de menschen priesters
zagen loopen in gezelschap van een gewapend
politieman, dan hadden we binnen enkele minu
ten een heelen oploop achter ons aan. De
scheepvaart lag voor de helft stil en er waren
genoeg opzettelijke en onopzettelijke leeploopers
om in een oogwenk een relletje te formeeren.
Voor het bureau, waar een heele rits nummers
hingen van het dagblad van Navarra (Diario de
Navarra), was een oploop ontstaan. De gemeen
teraad scheen het daar oneens te zijn met Mar
tinez Barrio, den president van het Uitvoerend
Comité.
Er was een opgewonden stemming, daar men
in Barcelona een bijna ziekelijken angst had voor
alles wat naar „reactie" zweemt. En er is weinig
voor noodig om „reactionnair" te heeten. Zelfs
het dragen van een zwarte strikdas heeft al iets
reactionnairs en er is geen enkele hoedenzaak
meer, die het waagt een hoogen hoed te etalee-
ren. Hetgeen uit handelsoogpunt niet alleen ver
klaarbaar, maar verstandig is.
Juist toen wij langs het krantenbureau kwa
men, gingen ratelend de rolluiken omlaag en
een gegallonneerde bediende, die zich voor deze
gelegenheid getooid had met een gewone pet
schoof het traliehek ,voor het breede portieK
Intusschen ging de luidspreker voort met het
uitbrullen van een onverstaanbaren klanken-
chaos.
Meesmuilend, zooals men dat meer ziet bij op
stootjes, die niet doorgaan, gingen de menschen
uiteen, een enkele, die onze soutanes zag, gaf
een kleine hatelijkheid ten beste, maar in dit
alles was toch niets bijzonders gelegen, dat aan
bloed en burgeroorlog deed denken,
Ronduit gezegd: men gelooft gaarne, wat men
hoopt en het was dus niet te verwonderen, dat
ik een neiging had om alles te verzachten.
Zóó bereikten we de bewuste plaats van den
„opstand," waar Don Pedro mij voor gehaald
had. De kleine kapel lag blind te droomen in
de stille nauwe straat, waarvan de eene zijde
werd ingenomen door hooge kloostermuren, de
andere door een paar fabrieksopslagplaatsen, die
aan deze zijde geen vensters hadden.
Het was tamelijk warm en in het smalle
straatje, dat lag te bakken in de heete middag
zon, was niets anders te zien dan een jongen
met een karretje, die dit met één hand voort
duwde over de hobbelige keien, een goedkoope
branie, daar het straatje eenigszins afliep.
Ik voelde mij al opgelucht, toen Don Pedro
opeens zei:
„Neen.... neenze zullen er nog wel
zijn
Het was mij niet kwalijk te nemen, dat ik van
een revolutionnair tooneel een ander beeld had,
dan hetgeen ik te zien kreeg.
Maar in de breede poort begon het.
In plaats van de gewone drie oude bedelaars,
die den heelen dag de Liefde Gods misbruikten
om peseta's te innen, stonden er nu drie jonge
bedelaars, even haveloos gekleed en zonder
schoenen aan de bloote voeten.
Het eenige verschil met de oude bedelaars
was, dat ze niet onderdanig stonden te mum
melen, maar zelfs een aanmatigende houding
aannamen.
Hun optreden was zacht uitgedrukt on
plezierig, maar het was nog geen revolutie. Het
leek meer op brutaliteit. Een der knapen, want
méér waren het niet, trad op mij toe en liet
zijn handen langs mijn soutane glijden, zooals
een wantrouwend douane-ambtenaar dat zou
doen. De bedoeling van deze manipulatie was om
vast te stellen of ik geen wapens bij mij droeg. Dit
geheele optreden was echter niets dan bluf en al
had ik een sterke aanvechting om den jongen
een draai om zijn ooren te verkoopen, ik was
tactvol genoeg om lachend te zeggen, dat ik
een man des vredes was, een aardigheid die
werd geapprecieerd, daar de jeugdige bandiet
familiair zijn hand op mijn schouder legde.
Hier zat iets grappigs voor mü in, daar het tot
nogtoe mijn gewoonte is geweest om zélf mijn
hand op een ander zijn schouder te leggen. Nu
ik echter weet welke gevoelens dit teweeg brengt,
zal ik het niet meer doen.
Van Don Pedro werd geen notitie genomen.
Ze hadden blijkbaar zijn bevende handen ge
zien en waren intelligent genoeg om te begrijpen,
dat een schot van de zijde van Don Pedro niet
veel kwaad kon doen. Het angstzweet brak mij
echter uit, toen ik zag, dat de oude Rector maar
steeds onverdroten voortging het voorhoofd af
te drogen met zijn bekroonden zakdoek.
Zooals Don Pedro had afgesproken, trok hij
vijf keer aan den trekker van de bel: twee keer
lang en drie keer kort. De jeugdige revolutie
makers. die begrepen, dat het hier een afgespro
ken teeken gold, rukten hem de bel uit de hand
en bleven staan luiden, zoodat het moeilijk werd
een pak slaag langer uit te stellen. De moderne
vrijheid van opvoeding nam hier wat al te tast
bare vormen aan. Door het getraliede luikje
van de deur stak een smalle hand, die ons een
sleutel reikte.
We openden de eerste poort en stonden voor
de tweede deur, die de zuster zelf ontsloot
Er gebeurde niets, de kwajongens buiten
nu durfde ik ze „kwajongens" noemen gingen
vooi't met het rinkelen van de bel, waardoor het
moeilijk werd in de gang te praten.
In het pand was de onrust voelbaar.
De oude mannen in het aangrenzende zieken
huis waren niet meer te houden. Onder deze
verpleegden was een heel gamma van mensch-
Hjke aandoeningen waar te nemen. De een bib
berde als een klein kind, een ander, een oud
militair, speelde voor kolonel en wilde „eruit"
om den vijand te verjagen. Die oude mannen
waren het juist, die den laatsten tijd nogal eens
wat stof deden opwaaien.
Er waren al eens meer dreigbrieven gekomen
van belangstellenden, die in de overtuiging
schenen te verkeeren, dat de zusters van St.
Joseph het er op toelegden, de oude heeren zoo
spoedig mogelijk uit den weg te ruimen, om
daarna hun bezittingen op te slokkenzooals
dat in de taal van die menschen heet.
Deze meening was waarschijnlijk ontstaan
door het feit, dat alle 'oude mannen toch ééns
moesten sterven en dit dan ook prompt deden,
de een na een jaar, de ander na tien jaar.
Bovendien zagen de verpleegden er altijd nogal
behoorlijk uit. De meesten waren arme men
schen, maar ze gingen boven hun stand gekleed.
Ze droegen de afdragertjes van vriendelijke
weldoeners of van vroegere verpleegden, die de
beslotenheid van het oude gebouw geruild had
den voor de Eeuwige Heerlijkheid.
„Wat willen die apen?" vroeg ik, toen de
eerwaarde overste mij in de gang tegemoet
kwam.
„Schoenen," zei zij.
„Schoenen," herhaalde ik verbaasd.
Deze verbazing was echter ongegrond, ik had
kunnen weten, dat de jongelui inderdaad schoe
nen noodig hadden.
„En kunnen ze die niet krijgen?"
Voor zoover ik mij herinnerde, was de stad
nog wel eenige instellingen rijk, waar men nog
wel een paar oude schoenen kon krijgen.
(Wordt vervolgd)