De opgaande zon van het
Japansche militairisme
AKKERTJES
n»
«~vl
m
Schepen met vleugels
IVOROL
Het magere melkdrama
Zoo Grieperig
KINKHOEST
NAAR DE HONDERD
DUIZEND!
ONTBINDING VAN HET
PARLEMENT?
Wanneer verjaart
Prins Bernhard?
SNELLER DUIKEN VAN
ONDERZEEËRS
COÖPERATIES EN PARTI
CULIEREN
Het minste tandbederf
VRIJDAG 22 JANUARI 1937
BUITENLANDSCH OVERZICHT
Grieven en meeningen
der oppositie
Handelsoverleg met
Frankryk
AKKER-CACHETS)
Werkkampen voor
jongeren
OFFICIEELE CRISIS
PUBLICATIE
Octrooi aangevraagd
Afwachten de
boodschap
In de twee Huizen van het Japansche parle
ment is het gisteren zeer rumoerig toege
gaan, zoodat het eerst verdaagd moest wor
den tot Maandag a.s. en ten slotte werd ont
bonden. De ontbinding van het parlement werd
otls geseind door Reuter, Havas en D. N. B. La-
ter binnen gekomen berichten dementeeren het
bericht weer of verklaren, dat de ontbinding
Pas Maandag een feit zal worden.
Het rumoer ontstond tijdens en na de
firoote begrootingsredevoeringen van den mi
nisterpresident Hirota en den minister van Bui
tenlandsche Zaken Arita. Beide bewindslieden
stonden onder een mitrailleurvuur van opgewon
den interrupties. Hirota brak zelfs in hevige ver
legenheid zijn rede af. De oppositie was niet
tot bedaren te brengen. En deze oppositie is zeer
sterk. Zij beslaat bijna het geheele parlement.
'Poch had zij waarschijnlijk niet den wensch, om
bet kabinet te laten vallen, omdat dit dan waar
schijnlijk zou worden opgevolgd door een nog
toéér ongewenscht kabinet, een kabinet der „mi-
btaire regeering". Trouwens kan de oppositie het
kabinet niet tot aftreden dwingen, aangezien in
Japan de regeering direct aan den Keizer ver
antwoording schuldig is. Dit neemt echter niet
^eg, dat ook in Japan een regeering op den
duur geen stand kan houden tegen een opposi
tioneel parlement.
He felste oppositie gold de rede van den Mi-
bister van Buitenlandsche Zaken. Deze rede is
°ok voor Europa en met het oog op Oost-Indië
v°oral ook voor ons van belang. De rede van
AHta moet gemeten worden met den specialen
biaatstaf, dien men aan Japansche uitlatingen
bioet aanleggen, merkt de Daily Telegraph op.
dapan behoort tot de landen, waar bij den strijd
tusschen de gematigde en extreme elementen
d6 laatste er gemakkelijk de overhand krijgen,
sis het op daden aankomt.
He ze extreme elementen zijn in Japan
teger en vloot, die met elkander in ex-
bansiezucht, in imperialisme wedijveren. Daar
tegen verzet zich de oppositie. Arita wijdde een
kroot deel van zijn rede aan het communistische
kcvaar. Dit was klaarblijkelijk bestemd voor bin-
b®hlandsch gebruik. De Duitsch-Japansche over
eenkomst is in het land zéér onvriendelijk ont-
vangen. De burgerlijke partijen, de gematigde
slementen dus, vreezen terecht, dat deze overeen
komst weer leiden zal tot nieuwe versterking van
eSer en vloot. In Japan zelf bestaat geen com
munistisch gevaar. Het gevolg van de overeen
komst met Duitschland zou dus alleen kunnen
k'to, dat Japan in continentale avonturen zou
kunnen worden verwikkeld. De Japansche mili-
teiren willen dit juist. Het communistisch ge-
v®ar moet het voorwendsel worden, om steeds
Heper in China te kunnen doordringen. Arita
®t>rak Japan leert altijd leergierig van de
Uropeesche diplomatie verheven woorden
°ver den vrede en stelde Japan voor als den
Verdediger van het evenwicht in Oost-Azië en
handhaver van den vrede in de wereld. In
bgeland en Amerika zal men daar het zijne we!
°Ver denken. Voor Japan houdt het behoud van
beu wereldvrede wijziging in van den status quo
ih
hen Pacific, terwijl voor Engeland en Ame-
l'ka status quo en wereldvrede vrijwel synoniem
«in.
Ih cauda venenum. In den staart van Arita's
rede zat een behoorlijke portie venijn. Hij le
verde een pleidooi voor het herstel van de
kilheid van den wereldhandel en dat pleidooi
V erd doorvlochten met de opmerking, dat dit
debat breedvoerig gesproken. Een samenvatting
vinden we in twee uitlatingen van Japansche
parlementsleden. Een lid der krachtige Min-
seito-partij verklaarde aan Havas, dat zijn
partij in ieder geval haar strijd zal voortzetten
om de administratieve hervormingen, die Hiro
ta beloofd had, te verkrijgen. Verder eischt de
partij, dat het leger zich niet zal bezig houden met
de buitenlandsche politiek van het land en dat
deze politiek openhartig gevoerd zal worden,
wat afschaffing van de geheime diplomatie met
zich mede moet brengen. Met betrekking tot
Arita's verklaringen over het Japansch-Duit-
sche verdrag zeide hij den indruk gekregen te
hebben, dat de onderhandelingen, die tot de
onderteekening van dit verdrag geleid hebben
niet door de regeering, doch door het leger ge
vierd zijn. En in het Hoogerhuis zeide burg
graaf Watanaba, dat de dictatuur in Europa
een overwonnen mogendheid (Duitschland)
heeft gerehabiliteerd, maar dat Japan een land
is, dat in den oorlog heeft overwonnen en een
zoodanig regime niet kan aanvaarden. Voorts
stelde hij in het licht dat de dictatuur niet in
overeenstemming kan worden gebracht met den
eerbied, die aan den Keizer verschuldigd is
noch met de beginselen der grondwet.
In Japan heerscht dus thans een openlijk
reeds lang latent conflict zooals in zoovele lan
den van Europa tusschen regeering en volks
vertegenwoordiging. Zal het parlement worden
ontbonden? Er blijft niets over dan afwachten.
Besprekingen te Parijs begonnen
Donderdagmorgen zijn op het departement
van Handel te Parijs de Fransch-Nederlandsche
onderhandelingen begonnen over de vernieu
wing van het contingenteeringsverdrag.
De vraagstukken welke Nederlandsch-Indië
betreffen, zullen later behandeld worden tijdens
afzonderlijke besprekingen, waarmede aan het
eind van dit kwartaal een aanvang zal worden
gemaakt.
'erstel samen moet gaan met een nauwkeurige
espreking van het vraagstuk der herverdeeling
^er grondstoffen.
Hier komt de bokspoot duidelijk voor den
Een correspondent der N. R. C. schrijft
erbij de volgende belangrijke opmerkingen:
"IVpeerend voor de mentaliteit is dan de op
merking, dat men op die wijze den wereldvrede
échter bij zal kunnen brengen en dat Japan
®ah deze pogingen altijd de grootste hiedewer-
zal verleenen. Wat beteekent, dat de we-
midvrede het best gewaarborgd wordt door zoo
'moedig mogelijk aan de expansionistische wten-
s°hen tegemoet te komen. Niet Japan, doch hij
dit zou weigeren, zou de ware oorzaak van
werkelijk conflict zijn. En om te voorko-
j^n, dat iemand nog den moed zal hebben zich
Verzetten en aldus „den wereldvrede te ver
boren.", dienen de „defensieve" Japansche
machtsmiddelen. Arita's schijnbaar vredelieven-
rede, laat weer eens duidelijk het gevaar
waaraan de Pacific en daarbij Neder-
ddsch-lndië niet het minst bloot staat."
br(
et debat, dat de gematigde partijen in
het parlement te Tokio ontketen
den, was voornamelijk gericht tegen het
'even naar overmacht der militairen in de
jmiitiek en tegen de daarmede nauw samen
hangende dictatuur. Dit wil niet zeggen, dat
parlement te kort zou schieten in eerbied
°°r net leger. Dit bleek op echt-Japansche
1JZe duidelijk, toen de minister van Oorlog Te-
^v®tsji den oppositioneelen - afgevaardigde Ha-
ada dit verweet. Deze vloog op en verklaarde.
hij op staanden voet harakiri zou plegen,
ahneer uit het stenographisch verslag zou
v 'Jken, dat hij tekort was geschoten in eerbied
^°r het leger, waarop de minister lakoniek-
~°stersch zeide: „Ik zal het verslag raadple-
h h". Hamada moet dus nog afwachten, of hij
zijden snoer thuis gestuurd krijgt! De oppo-
'tie richt zich dus niet tegen het leger zelf,
*ar tegen de, overmacht der militairen in de
'itiek. Daarmede hangen nog twee andere
i -gstukken samen, dat der administratieve
^•"Vormingen, die Hirota had beloofd, maar
d6r druk der militairen achterwege liet en
1 der dictatuur. Over beide kwesties is in het
Zoo rillerig, zoo koortsig, geen
wonder met dat slechte gure
weer en al die zieke menschen
om U heen. Weest Gij echter
verstandig en neem dadelijk
'n "AKKERTJE" en vanavond
voor 't naar bed gaan weer 'n
"AKKERTJE" (Akker-Cachet).
Tien tegen één dat Ge daar
mede alle narigheid voorkomt
en morgen gezond en frisch
opstaat, want de "AKKERTJES"
werken buitengewoon bij griep,
gevalle koude, rheumatische
pijnen, spier- en zenuwpijnen.
Verdrijven ook direct hoofd
pijn, migraine, tand-en kiespijn.
Per 12 stuks slechts 52 cent.
NEDERLANDSCH PRODUCT
Geen "geneesmiddel"—maar helpt
de vlagen W| CMC
verminderen yf oHub
WERKT OP 2 MANIEREN TEGELIJK
In het door de N.V. Drukkerij „De Spaar-
nestad" te Haarlem ter gelegenheid van het
vorstelijk huwelijk uitgegeven gedenknummer
staan o.a. reproducties van de geboorteacte
van Prins Bernhard en van den tekst van de
wet, regelende de naturalisatie van Z. D. H.,
in het „Staatsblad van het Koninkrijk der Ne
derlanden."
De Duitsche geboorteacte, zooals deze 30
Juni 1911 in het bevolkingsregister der stad
Jena is ingeschreven, vermeldt, dat Prins Bern
hard den acht-en-twintigsten Juni 1911 voor
middags om kwart voor 3 geboren is, terwijl
in de naturalisatie-wet van den 24en Novem
ber 1936 als geboortedatum wordt aangegeven
29 Juni 1911.
Welke datum de juiste is, zullen de Neder
landers, die ter eere van den gemaal van
Prinses Juliana willen vlaggen, gaarne willen
weten, om mogelijke of onmogelijke vlaginci-
denten voor eens en altijd te voorkomen.
Om jeugdige veroordeelden tot
goede menschen te vormen
Onder leiding van mr. G. C. Th. de Jongh
houdt zich een comité reeds eenigen tijd bezig
met voorbereiding van werkkampen om voor
waardelijk veroordeelde jeugdige werkloozen en
andere daarvoor in aanmerking komende jon
geren die met den rechter in aanraking komen,
in de gelegenheid te stellen goede menschen
te worden en buiten de opvoedingsgestichten
e.d. te blijven. Dit denkbeeld om jongelieden
tusschen 1623 jaar, die geen slechte inborst
hebben, maar het spoor bijster zijn geworden,
in een werkkamp weer op het goede pad te
brengen, vond instemming bij den minister die
in voorzichtige bewoording steun in uitzicht
heeft gesteld. Voorloopig werken samen vier
reclasseeringsverëenigingenhet Genootschap
tot Zedelijke Verbetering van Gevangenen; de
Prot. Chr. Reclasseeringsvereeniging, het Leger
des Heils en het verbond „Pro Juventute". De
R. K. Reclasseering voelde sympathie voor het
denkbeeld, maar wenscht haar eigen weg* te
gaan, zoo werd ons op een conferentie meege
deeld.
Er moet een stichting worden opgericht,
maar de voorbereidingen zijn reeds zóó ver,
dat spoedig de inrichting van een Werkkamp
voor circa 25 jongens kan verwacht worden. De
stichting zal heeten Laboro ergo sum, „ik werk
en daarom ben ik een mensch", afgekort tot
L. E. S. Men rekent op veler hulp. Het adres
is bij mr. De Jongh, van Miereveldstraat 9,
Amsterdam.
W addenzeeharing
De Nederlandsche Visscherijcentrale maakt
bekend, dat aanvraagformulieren tot toelating
in de groep „Waddenzeeharingvisschers" of
„Waddenzeeharinghandelaars", welke toelating
ingevolge het Crisis-Waddenzeeharingbesluit '37
voor het aanvoeren respectievelijk verhandelen
van Waddenzeeharing vereischt is, verkrijgbaar
zijn bij de volgende adressen:
Nederlandsche Visscherijcentrale, Jul. v. Stol
bergplein 34, 's-Gravenhage; Directeuren der
Vischafslagen te Den Helder, Den Oever, Mak-
kum, Harlingen; Den heer H. Brands, Haven
straat C 73, Zoutkamp.
Aanvraagformulieren voor visschers worden
bovendien beschikbaar gesteld ter Gemeentese
cretarie te Urk, terwijl de formulieren voor han
delaars voorts nog verkrijgbaar zijn aan het
Vischuitvoercertificatenbureau, Rijksvischhal,
IJmuiden.
's-Gravenhage, 21 Januari 1937.
MMl
Luitenant-generaal M. Boerstra, commandant van het Ned. Indische Leger, bracht
Donderdagmiddag een bezoek aan de Fokker-fabrieken te Amsterdam. Een toto
tijdens de bezichtiging
Uitvinding van een inwoner
van Wijk aan Zee
Fen inwoner van Wijk aan Zee, de heer
A. Schellevis, is door een toevallige aanlei
ding op het denkbeeld gekomen, dat het
mogelijk moet zijn om onderzeebooten zeer
snel te laten duiken en naar de oppervlakte
te doen stijgen, zonder daarbij gebruik te
maken van ballasttanks.
Bij onderzeebooten behoort de duikbeweging
tot een der belangrijkste functies, die het schip
en de schoonste tanden,
indien U poetst met de
antiseptische tandpasta
Tube 60 en 40 ct. Doos 20 ct.
k
De moeilijkheden bij den uitvoer
naar Engeland
Onder de producenten van gecondenseerde
melk heerscht geen volledige eensgezindheid.
Het zijn voornamelijk de particuliere fabrikan
ten en de coöperatieve producenten, die hier
tegenover elkaar staan en die elkaar over en
weer verwijten doen hooren nopens de schuld
aan den slechten gang van zaken in deze in
dustrie.
De grondslag van deze meeningsverschillen is
te vinden in het antwoord op de vraag: Is de
productie van gecondenseerde melk een land
bouwbedrijf in den eigenlijken zin van het
woord?
„Neen," antwoorden de particuliere fabrikan
ten. „Ja," zeggen de coöperatieve bedrijven.
„Neen," zeggen de particuliere fabrikanten en
als argument voor hun bewering halen zij aan,
dat zij, voor zij zoover zijn, dat het eindpro
duct hun bedrijf kan verlaten, behalve de melk
zooveel andere grondstoffen hebben moeten
koopen, die met landbouw weinig of niets meer
gemeen hebben, dat het bedrijf eigenlijk zijn
agrarisch karakter verliest. Zij noemen dan:
suiker voor het eigenlijke product, tin en hout
voor de verpakking.
Maar hun voornaamste argument is dit: zij
beschouwen het niet als hun voornaamste doel
een zoo groote hoeveelheid melk te verwerken
als de landbouw hun leveren kan, maar zij wil
len een productie, die gebaseerd is op de afzet
mogelijkheden. Een gevolg van deze opvatting
der zaken is geweest dat de particuliere fabri
kanten een uiteraard nogal duur verkoop-appa
raat hebben moeten scheppen en in stand heb
ben moeten houden; dat het aanknoopen van
relaties op de afzetmarkt voor hen van groot
belang was en thans ook nog is.
De coöperatieve producenten zijn van een
heel andere opvatting. Zij zijn van oordeel, dat
de productie van gecondenseerde melk wel een
landbouwbedrijf is. Zij wenschen ook geen be
drijf, dat gebaseerd is op de afzetmogelijkheden,
maar zij achten het zich een plicht, dat zij de
melk kwijt raken, die hun door de boeren wordt
geleverd. Men kan zich afvragen, of deze op
vatting wel de meest gezonde is, maar men
voelt hier de moeilijkheden, waarvoor de coöpe
ratieve bedrijven zich geplaatst zien. Deze be
drijven zijn inderdaad opgericht door de boe
ren om op de wijze, die de meeste winst zou
geven, hun melk kwijt te raken. Doch wanneer
deze melk niet heelemaal kan worden opgeno
men in de gewone consumptie, ligt het voor de
hand, dat de leiders der bedrijven gaan zoeken
naarmogelijkheden, waarop zij de melk wel
konden verwerken. Dit was voor hen het voor
naamste doel in tegenstelling tot de particuliere
ondernemingen. Voor deze laatsten was een
sterk, winstgevend bedrijf het belangrijkste,
voor de coöperatieve ondernemingen was het 't
belangrijkst de melk van de boeren te verwer
ken. Aan verwerken alleen echter had men
niet veel, men moest het product ook kwijt ra
ken. De Engelsche markt is tot voor kort een
dankbaar gebied geweest voor gecondenseerde
melk, en daarom hebben de coöperatieve be
drijven hun product ook naar deze markt gedi
rigeerd.
De gevolgen hiervan zijn, zooals voor de hand
ligt, niet gunstig geweest. De particuliere be
drijven, die ouder zijn dan de andere, hadden
op deze markt hun relaties. Zij hadden hun
productie gebaseerd op de afzetmogelijkheden
en hadden dus een zeker evenwicht bereikt. Dit
evenwicht nu werd ernstig verstoord door het
nieuwe aanbod, dat door den drang der om
standigheden veel te groot was voor de markt.
Hierdoor werd ook de toestand van de bedrijven
in Nederland niet gezonder.
Dit alles speelde zich reeds af ten tijde van
de hbogconjunctuur, en toen deze 'n einde nam,
bereikte de verwarring haar hoogtepunt. Er
ontstond een toestand, die onhoudbaar was en
die ernstig gevaar opleverde voor het aanzien
der Nederlandsche industrie in het buitenland.
In den loop der laatste jaren zijn zoowel van
Engelsche als van Nederlandsche zijde verschil
lende maatregelen genomen om den toestand
gezonder te maken. Het begon in 1933 met de
beperking van den invoer in Engeland tot 80
pet. van den invoer in de basisperiode, een
maatregel, waarop door de Engelsche producen
ten reeds 'langer was aangedrongen. Het voor
naamste doel hiervan was, dat de prijzen zou
den stijgen, waardoor de Engelsche producten
meer concurrentie-mogelijkheden zouden ver
krijgen. Dit doel werd echter niet bereikt, want
om de boven aangehaalde redenen was een
deel der Nederlandsche industrie verplicht haar
producten tegen alle mogelijke prijzen te ver-
koopen; zij moest immers de melk van de boe
ren kwijt raken.
Daarop is gekomen een stelsel van minimum
prijzen, waaraan niet altijd even streng de hand
is gehouden. Toen eenigen tijd daarna de En
gelsche producenten hun prijzen hebben ver
laagd, is op aandrang voornamelijk van de coö
peratieve bedrijven in Nederland, het stelsel der
minimumprijzen opgeheven. Door deze ophef
fing was het hek van den dam en was de mo
gelijkheid voor de meest wilde concurrentie
weer open. Er is daarna nog geweest een zgn.
pool, die prijsregelend is opgetreden, doch ook
deze is na verloop van niet al te langen tijd uit
elkaar gevallen.
De waarschijnlijk nog maar voortoopig
laatste akte van het gecondenseerde-melkdrama
is opgevoerd enkele maanden geleden, toen ae
Nederlandsche regeering onderhandelingen
heeft gevoerd met de Engelsche en daarbij een
resultaat heeft bereikt, waarover niemand van
de belanghebbenden tevreden is. Aan de regee
ring wordt verweten, dat zij te autoritair heeft
ingegrepen en dat zij met ingrijpen veel te lang
heeft gewacht. Zü had reeds veel vroeger moe
ten optreden, doch daarbij niet die autoritaire
houding moeten aannemen. Een van de voor
naamste grieven is daarenboven, dat zij de met
moeite en zorg opgebouwde handelsrelaties der
particuliere industrie met een slag waardeloos
heeft gemaakt door enkele industrieën en bun
importeurs aan te wijzen, die den geheelen in
voer in Engeland zullen moeten verzorgen. Men
troost zich echter met de toezegging der regee
ring, dat deze regeling slechts voorloopig zal
gelden en wacht de verdere maatregelen af.
En gedurende dit afwachten kan men zich
met een ander melkprobleem bezig houden, n.l.
de regeling nopens de consumptiemelk in Ne
derland, die binnenkort ook woer veranderd zal
worden.
moet kunnn verrichten, maar zij moest tot nog
toe steeds worden ingeleid door het vullen van
ballasttanks, een manoeuvre, die tijd vordert
en daarmede de duiksnelheid beperkt.
Men heeft getracht voor dit belangrijke vraag
stuk een oplossing te vinden door het aan
brengen van twee paar hoogte-roeren nabij den
voor- en achtersteven van het schip. Door deze
hoogte-roeren hellend naar voren te stellen,
ontstaat bij voldoende snelheid van het schip
een naar beneden gerichte kracht, die het
schip in horizontalen stand naar beneden drukt,
indien door watervoorziening de stijgkracht
van het geheel ondergedompelde schip vol
doende is verkleind. Het bezwaar van deze op
lossing is dat hierbij de weerstand van het schip
tegen de voortbeweging zeer groot is, zoodat de
duikbootsnelheid slechts klein kan zijn, terwijl
tevens het nadeel blijft bestaan, dat het duiken
slechts mogelijk is, nadat voldoende waterbal-
last is ingenomen.
Het denkbeeld van den uitvinder is met
deskundige hulp volledig uitgewerkt. De uit
vinding bestaat daarin, dat langszij het schip
doorloopende horizontale of nagenoeg hori
zontale vleugels zijn aangebracht, die in sa
menwerking met een hoogteroer op het schip
bü langscheepsche beweging een positieve
of negatieve liftbeweging teweegbrengen. Zü
beoefenen dezelfde functie in het water als
de vleugels van een vliegtuig in de lucht
Wanneer de boot een zekere snelheid heeft
bereikt kan door instelling van het hoogteroer
in neerwaartsche richting de boot in een hel
lenden stand naar omlaag worden gebracht,
zoodat zij begint te duiken. Hierbij wordt de
duikende werking ondersteund door de stroo
ming van het water tegen de langszij aange
brachte vleugels, zoodat het niet noodig is ge
bruik te maken van ballasttanks om de boot
verder onder water te brengen. Wanneer om
gekeerd het hoogteroer in opwaartschen stand
wordt gebracht, zullen de vleugels veroorzaken
dat de boot, ook zonder dat ballast wordt ver
wijderd, vlug naar de oppervlakte terugkeert.
Door de vleugels onder een bepaalden hoek
te plaatsen zal het mogelijk zijn bij voldoende
snelheid de boot op een bepaalde hoogte onder
water te houden.
Hoewel om te voldoen aan den eisch, dat een
onderzeeboot ook stilliggende onder water moet
kunnen blijven, het gebruik van ballasttanks
wel Rfet geheel gemist zal kunnen worden, zal
men volgens den uitvinder zonder de
werking daarvan door toepassing der uitvinding
de manoeuvres voor het dalen en stijgen kun
nen uitvoeren en wel in sterk versneld tempo.
Voorts is de toepassing, volgens den uitvin
der, ook denkbaar op een normaal schip. Wan
neer hierbq de vleugels onder een positieven
invalshoek worden aangebracht, zal door de
strooming van het water bij de voortbeweging
een opwaarts werkende kracht op het schip
worden uitgeoefend. Daardoor wordt het schip
opgelicht, zoodat de waterverplaatsing door
den weerstand geringer wordt en een grootere
snelheid wordt verkregen.
Door den uitvinder is octrooi aangevraagd.
Het internationaal vóór-onderzoek heeft
reeds plaats gehad en dezer dagen is de
aanvrage openbaar gemaakt.
Indische delegaties nemen deel
aan lunch
De delegaties van Indische vorsten hebben
vandaag in hotel Du Vieux Doelen te Den Haag
deelgenomen aan een lunch, hun aangeboden
door den Bond van Vorstenlandsche onderne
mers. Tafelpresident was de heer A. H. Klop
penburg, directeur van de Klattensche Cultuur-
Maatschappy.
Blijkens de communiqué's van de
R. K. Staatspartij heeft de 100.000-
nieuwe-leden-actie, welke op 1
Nov. j.l. krachtig werd ingezet, tot nu
toe groote resultaten afgeworpen. Reeds
meer dan 50.000 nieuwe leden zijn aan
gewonnen en ingeschreven, m. a. w. de
R. K. Staatspartij heeft reeds thans een
aantal nieuwe leden kunnen boeken dat
maar 5000 minder is dan het totaal le
dental der N. S. B., dat onlangs door
Mussert zelf op 55.000 werd gesteld.
Hoe verheugend dit feit ook is, het
mag voor de R. K. Staatspartij geen
reden worden om zich te verhoovaardi-
gen of om in de verzekerdheid van dit
succes te gaan meenen, dat er nu
practisch geen noemenswaardig „vuiltje"
meer aan den politieken hemel is. De
R. K. Staatspartij geeft gelukkig nog
geen enkel teeken van een dergelijke
mentaliteit, maar niettemin lijkt het ons
toch niet ondienstig om tegen zulk een
mentaliteit juist nu, ten overstaan van
het reeds behaalde succes, ernstig te
waarschuwen. Vijftig duizend nieuwe le
den is een prachtige winst, maar daar
mee zijn wij nog niet, daar waar wij wil
len en moeten komen. Met enthousiasme
en activiteit zet de R. K. Staatspartij
haar werfcampagne voor de a.s. verkie
zingen voort. Op naar de 100.000 nieu
we leden, blijft haar leus. Maar ook,
wanneer deze leus werkelijkheid zal zijn
geworden, ook wanneer deze nieuwe le
den geen „papieren" leden zullen blij
ken, gelijk van politiek onwelwillende
zijde wordt gesuggereerd, en zij allen
zonder uitzondering hun stem bij de
verkiezingen op de katholieke candida-
ten zullen uitbrengen, ja, zelfs wanneer
straks de Staatspartij de 31 zetels zou
behalen, welke zij zich voorstelt te zul
len bezetten, ook dan zijn wij nog niet,
waar wij willen en moeten komen. Het
is een gewoon verschijnsel, dat in het
jaar, waarin verkiezingen moeten wor
den gehouden en de politieke partijen een
bijzondere activiteit ontwikkelen, door
verschillende ledenwinst wordt ge
boekt, al is die ledenwinst gewoonlijk
niet zoo massaal als die, waarover de
R. K. Staatspartij zich op het oogenblik
terecht verheugt. De intrinsieke waarde
van deze ledenwinst kan slechts zuiver
beoordeeld worden, wanneer men weet
of er de laatste jaren ledenverlies heeft
plaats gevonden, en zoo ja, hoe groot
dan dat verlies is geweest. Ook het ge
halte dier nieuwe leden is evenals dat
van de partij, welke ze wint, van belang
bij de bepaling van die intrinsieke waar
de. Bovendien moet niet uit het oog ver
loren worden, dat mede de wijziging van
de Kieswet het mogelijk maakt op 31 ka
merzetels te mikken.
Wij willen met deze opmerkingen
geenszins het groote succes van
de R. K. Staatspartij verkleinen.
Wij zijn geen „Miesmacher" en „kan
keraars", die in critiek en pessimisme
groeien. Wij zijn alleen bezorgd, dat
sommige katholieken in een al te naïef
optimisme zullen gaan meenen, dat de
toekomst van katholiek Nederland zoo
wel in politiek, als in economisch, als in
cultureel en religieus opzicht zonder meer
definitief veilig gesteld is. De katholieken
van Nederland kunnen alleen dan die
toekomst waarborgen, wanneer zij eens
gezind blijven en al hun krachten bij
voortduring concentreeren op de inner
lijke vervolmaking van zichzelf en van
hun organisaties. Laten wij niet denken,
dat wat in andere landen gebeurd en
mogelijk gebleken is, zich in ons land
niet zal, of kan voordoen. Expansie
stemt alleen dan tot vreugde en vol
doening, wanneer zij niet ten koste van
het innerlijk gehalte wordt bereikt. De
geschiedenis van de Centrumrots in
Duitschland, welke met één trap
verpoeierde als een overrijpe stuif-
bal, is leerrijk. Nu gelooven wij
wel niet, dat het met het volksvreemde
nationaal-socialisme na de laatste blun
ders ter gelegenheid van het vorstelijk
huwelijk in ons land zoo'n vaart zal
loopen, maar dat neemt niet weg, dat
de tijd nooit komen zal, dat wij zorge
loos op één oor zullen kunnen gaan lig
gen. Eerder, dan wat zich in Duitsch
land heeft afgespeeld, achten wij mo
gelijk, dat, wat er in België te zien is,
zich ook hier te eeniger tijd zou kun
nen afspelen. Daar is uit de rangen van
de Katholieke partijen de Rexbeweging
gerecruteerd, die zeker onnoodig veel
stof heeft opgejaagd, maar die toch ook
heeft aangetoond, dat er hier en
daar, óók bij de Katholieken, méér
stof lag dan voor de openbare gees
telijke en politieke gezondheid wen-
schelijk kon genoemd worden. Laten wij
de onaangename les van België ons ter
harte nemen, laten wij strijdvaardig op
rukken in één, ongebroken gelid, om den
verkiezingsuitslag zóó te maken, dat de
katholieken den noodzakelijken invloed
op ons openbare leven kunnen blijven uit
oefenen. En moge de leiding van de R.K.
Staatspartij zich steeds voor oogen hou
den, dat ook na een verkiezingssucces,
neen, juist na een verkiezingssucces, de
gedane beloften gestand moeten worden
gedaan en de zwaarste verantwoordelijk
heid pas begint. Een machtspositie mo
ge begeerenswaardig zijn, zij brengt ook
onafwijsbare en zeer zware verplichtin
gen met zich mede. Een ieder, die zulke
verplichtingen ten aanzien van zichzelf
en van de gemeenschap te zwaar acht
en wil afwijzen, hoort noch in den staf,
noch in den legertros thuis.
Da.t iedere katholiek zonder uitzonde
ring'dit nimmer vergete.