De opgaande zon van het Japansche militairisme AKKERTJES n» «~vl m Schepen met vleugels IVOROL Het magere melkdrama Zoo Grieperig KINKHOEST NAAR DE HONDERD DUIZEND! ONTBINDING VAN HET PARLEMENT? Wanneer verjaart Prins Bernhard? SNELLER DUIKEN VAN ONDERZEEËRS COÖPERATIES EN PARTI CULIEREN Het minste tandbederf VRIJDAG 22 JANUARI 1937 BUITENLANDSCH OVERZICHT Grieven en meeningen der oppositie Handelsoverleg met Frankryk AKKER-CACHETS) Werkkampen voor jongeren OFFICIEELE CRISIS PUBLICATIE Octrooi aangevraagd Afwachten de boodschap In de twee Huizen van het Japansche parle ment is het gisteren zeer rumoerig toege gaan, zoodat het eerst verdaagd moest wor den tot Maandag a.s. en ten slotte werd ont bonden. De ontbinding van het parlement werd otls geseind door Reuter, Havas en D. N. B. La- ter binnen gekomen berichten dementeeren het bericht weer of verklaren, dat de ontbinding Pas Maandag een feit zal worden. Het rumoer ontstond tijdens en na de firoote begrootingsredevoeringen van den mi nisterpresident Hirota en den minister van Bui tenlandsche Zaken Arita. Beide bewindslieden stonden onder een mitrailleurvuur van opgewon den interrupties. Hirota brak zelfs in hevige ver legenheid zijn rede af. De oppositie was niet tot bedaren te brengen. En deze oppositie is zeer sterk. Zij beslaat bijna het geheele parlement. 'Poch had zij waarschijnlijk niet den wensch, om bet kabinet te laten vallen, omdat dit dan waar schijnlijk zou worden opgevolgd door een nog toéér ongewenscht kabinet, een kabinet der „mi- btaire regeering". Trouwens kan de oppositie het kabinet niet tot aftreden dwingen, aangezien in Japan de regeering direct aan den Keizer ver antwoording schuldig is. Dit neemt echter niet ^eg, dat ook in Japan een regeering op den duur geen stand kan houden tegen een opposi tioneel parlement. He felste oppositie gold de rede van den Mi- bister van Buitenlandsche Zaken. Deze rede is °ok voor Europa en met het oog op Oost-Indië v°oral ook voor ons van belang. De rede van AHta moet gemeten worden met den specialen biaatstaf, dien men aan Japansche uitlatingen bioet aanleggen, merkt de Daily Telegraph op. dapan behoort tot de landen, waar bij den strijd tusschen de gematigde en extreme elementen d6 laatste er gemakkelijk de overhand krijgen, sis het op daden aankomt. He ze extreme elementen zijn in Japan teger en vloot, die met elkander in ex- bansiezucht, in imperialisme wedijveren. Daar tegen verzet zich de oppositie. Arita wijdde een kroot deel van zijn rede aan het communistische kcvaar. Dit was klaarblijkelijk bestemd voor bin- b®hlandsch gebruik. De Duitsch-Japansche over eenkomst is in het land zéér onvriendelijk ont- vangen. De burgerlijke partijen, de gematigde slementen dus, vreezen terecht, dat deze overeen komst weer leiden zal tot nieuwe versterking van eSer en vloot. In Japan zelf bestaat geen com munistisch gevaar. Het gevolg van de overeen komst met Duitschland zou dus alleen kunnen k'to, dat Japan in continentale avonturen zou kunnen worden verwikkeld. De Japansche mili- teiren willen dit juist. Het communistisch ge- v®ar moet het voorwendsel worden, om steeds Heper in China te kunnen doordringen. Arita ®t>rak Japan leert altijd leergierig van de Uropeesche diplomatie verheven woorden °ver den vrede en stelde Japan voor als den Verdediger van het evenwicht in Oost-Azië en handhaver van den vrede in de wereld. In bgeland en Amerika zal men daar het zijne we! °Ver denken. Voor Japan houdt het behoud van beu wereldvrede wijziging in van den status quo ih hen Pacific, terwijl voor Engeland en Ame- l'ka status quo en wereldvrede vrijwel synoniem «in. Ih cauda venenum. In den staart van Arita's rede zat een behoorlijke portie venijn. Hij le verde een pleidooi voor het herstel van de kilheid van den wereldhandel en dat pleidooi V erd doorvlochten met de opmerking, dat dit debat breedvoerig gesproken. Een samenvatting vinden we in twee uitlatingen van Japansche parlementsleden. Een lid der krachtige Min- seito-partij verklaarde aan Havas, dat zijn partij in ieder geval haar strijd zal voortzetten om de administratieve hervormingen, die Hiro ta beloofd had, te verkrijgen. Verder eischt de partij, dat het leger zich niet zal bezig houden met de buitenlandsche politiek van het land en dat deze politiek openhartig gevoerd zal worden, wat afschaffing van de geheime diplomatie met zich mede moet brengen. Met betrekking tot Arita's verklaringen over het Japansch-Duit- sche verdrag zeide hij den indruk gekregen te hebben, dat de onderhandelingen, die tot de onderteekening van dit verdrag geleid hebben niet door de regeering, doch door het leger ge vierd zijn. En in het Hoogerhuis zeide burg graaf Watanaba, dat de dictatuur in Europa een overwonnen mogendheid (Duitschland) heeft gerehabiliteerd, maar dat Japan een land is, dat in den oorlog heeft overwonnen en een zoodanig regime niet kan aanvaarden. Voorts stelde hij in het licht dat de dictatuur niet in overeenstemming kan worden gebracht met den eerbied, die aan den Keizer verschuldigd is noch met de beginselen der grondwet. In Japan heerscht dus thans een openlijk reeds lang latent conflict zooals in zoovele lan den van Europa tusschen regeering en volks vertegenwoordiging. Zal het parlement worden ontbonden? Er blijft niets over dan afwachten. Besprekingen te Parijs begonnen Donderdagmorgen zijn op het departement van Handel te Parijs de Fransch-Nederlandsche onderhandelingen begonnen over de vernieu wing van het contingenteeringsverdrag. De vraagstukken welke Nederlandsch-Indië betreffen, zullen later behandeld worden tijdens afzonderlijke besprekingen, waarmede aan het eind van dit kwartaal een aanvang zal worden gemaakt. 'erstel samen moet gaan met een nauwkeurige espreking van het vraagstuk der herverdeeling ^er grondstoffen. Hier komt de bokspoot duidelijk voor den Een correspondent der N. R. C. schrijft erbij de volgende belangrijke opmerkingen: "IVpeerend voor de mentaliteit is dan de op merking, dat men op die wijze den wereldvrede échter bij zal kunnen brengen en dat Japan ®ah deze pogingen altijd de grootste hiedewer- zal verleenen. Wat beteekent, dat de we- midvrede het best gewaarborgd wordt door zoo 'moedig mogelijk aan de expansionistische wten- s°hen tegemoet te komen. Niet Japan, doch hij dit zou weigeren, zou de ware oorzaak van werkelijk conflict zijn. En om te voorko- j^n, dat iemand nog den moed zal hebben zich Verzetten en aldus „den wereldvrede te ver boren.", dienen de „defensieve" Japansche machtsmiddelen. Arita's schijnbaar vredelieven- rede, laat weer eens duidelijk het gevaar waaraan de Pacific en daarbij Neder- ddsch-lndië niet het minst bloot staat." br( et debat, dat de gematigde partijen in het parlement te Tokio ontketen den, was voornamelijk gericht tegen het 'even naar overmacht der militairen in de jmiitiek en tegen de daarmede nauw samen hangende dictatuur. Dit wil niet zeggen, dat parlement te kort zou schieten in eerbied °°r net leger. Dit bleek op echt-Japansche 1JZe duidelijk, toen de minister van Oorlog Te- ^v®tsji den oppositioneelen - afgevaardigde Ha- ada dit verweet. Deze vloog op en verklaarde. hij op staanden voet harakiri zou plegen, ahneer uit het stenographisch verslag zou v 'Jken, dat hij tekort was geschoten in eerbied ^°r het leger, waarop de minister lakoniek- ~°stersch zeide: „Ik zal het verslag raadple- h h". Hamada moet dus nog afwachten, of hij zijden snoer thuis gestuurd krijgt! De oppo- 'tie richt zich dus niet tegen het leger zelf, *ar tegen de, overmacht der militairen in de 'itiek. Daarmede hangen nog twee andere i -gstukken samen, dat der administratieve ^•"Vormingen, die Hirota had beloofd, maar d6r druk der militairen achterwege liet en 1 der dictatuur. Over beide kwesties is in het Zoo rillerig, zoo koortsig, geen wonder met dat slechte gure weer en al die zieke menschen om U heen. Weest Gij echter verstandig en neem dadelijk 'n "AKKERTJE" en vanavond voor 't naar bed gaan weer 'n "AKKERTJE" (Akker-Cachet). Tien tegen één dat Ge daar mede alle narigheid voorkomt en morgen gezond en frisch opstaat, want de "AKKERTJES" werken buitengewoon bij griep, gevalle koude, rheumatische pijnen, spier- en zenuwpijnen. Verdrijven ook direct hoofd pijn, migraine, tand-en kiespijn. Per 12 stuks slechts 52 cent. NEDERLANDSCH PRODUCT Geen "geneesmiddel"—maar helpt de vlagen W| CMC verminderen yf oHub WERKT OP 2 MANIEREN TEGELIJK In het door de N.V. Drukkerij „De Spaar- nestad" te Haarlem ter gelegenheid van het vorstelijk huwelijk uitgegeven gedenknummer staan o.a. reproducties van de geboorteacte van Prins Bernhard en van den tekst van de wet, regelende de naturalisatie van Z. D. H., in het „Staatsblad van het Koninkrijk der Ne derlanden." De Duitsche geboorteacte, zooals deze 30 Juni 1911 in het bevolkingsregister der stad Jena is ingeschreven, vermeldt, dat Prins Bern hard den acht-en-twintigsten Juni 1911 voor middags om kwart voor 3 geboren is, terwijl in de naturalisatie-wet van den 24en Novem ber 1936 als geboortedatum wordt aangegeven 29 Juni 1911. Welke datum de juiste is, zullen de Neder landers, die ter eere van den gemaal van Prinses Juliana willen vlaggen, gaarne willen weten, om mogelijke of onmogelijke vlaginci- denten voor eens en altijd te voorkomen. Om jeugdige veroordeelden tot goede menschen te vormen Onder leiding van mr. G. C. Th. de Jongh houdt zich een comité reeds eenigen tijd bezig met voorbereiding van werkkampen om voor waardelijk veroordeelde jeugdige werkloozen en andere daarvoor in aanmerking komende jon geren die met den rechter in aanraking komen, in de gelegenheid te stellen goede menschen te worden en buiten de opvoedingsgestichten e.d. te blijven. Dit denkbeeld om jongelieden tusschen 1623 jaar, die geen slechte inborst hebben, maar het spoor bijster zijn geworden, in een werkkamp weer op het goede pad te brengen, vond instemming bij den minister die in voorzichtige bewoording steun in uitzicht heeft gesteld. Voorloopig werken samen vier reclasseeringsverëenigingenhet Genootschap tot Zedelijke Verbetering van Gevangenen; de Prot. Chr. Reclasseeringsvereeniging, het Leger des Heils en het verbond „Pro Juventute". De R. K. Reclasseering voelde sympathie voor het denkbeeld, maar wenscht haar eigen weg* te gaan, zoo werd ons op een conferentie meege deeld. Er moet een stichting worden opgericht, maar de voorbereidingen zijn reeds zóó ver, dat spoedig de inrichting van een Werkkamp voor circa 25 jongens kan verwacht worden. De stichting zal heeten Laboro ergo sum, „ik werk en daarom ben ik een mensch", afgekort tot L. E. S. Men rekent op veler hulp. Het adres is bij mr. De Jongh, van Miereveldstraat 9, Amsterdam. W addenzeeharing De Nederlandsche Visscherijcentrale maakt bekend, dat aanvraagformulieren tot toelating in de groep „Waddenzeeharingvisschers" of „Waddenzeeharinghandelaars", welke toelating ingevolge het Crisis-Waddenzeeharingbesluit '37 voor het aanvoeren respectievelijk verhandelen van Waddenzeeharing vereischt is, verkrijgbaar zijn bij de volgende adressen: Nederlandsche Visscherijcentrale, Jul. v. Stol bergplein 34, 's-Gravenhage; Directeuren der Vischafslagen te Den Helder, Den Oever, Mak- kum, Harlingen; Den heer H. Brands, Haven straat C 73, Zoutkamp. Aanvraagformulieren voor visschers worden bovendien beschikbaar gesteld ter Gemeentese cretarie te Urk, terwijl de formulieren voor han delaars voorts nog verkrijgbaar zijn aan het Vischuitvoercertificatenbureau, Rijksvischhal, IJmuiden. 's-Gravenhage, 21 Januari 1937. MMl Luitenant-generaal M. Boerstra, commandant van het Ned. Indische Leger, bracht Donderdagmiddag een bezoek aan de Fokker-fabrieken te Amsterdam. Een toto tijdens de bezichtiging Uitvinding van een inwoner van Wijk aan Zee Fen inwoner van Wijk aan Zee, de heer A. Schellevis, is door een toevallige aanlei ding op het denkbeeld gekomen, dat het mogelijk moet zijn om onderzeebooten zeer snel te laten duiken en naar de oppervlakte te doen stijgen, zonder daarbij gebruik te maken van ballasttanks. Bij onderzeebooten behoort de duikbeweging tot een der belangrijkste functies, die het schip en de schoonste tanden, indien U poetst met de antiseptische tandpasta Tube 60 en 40 ct. Doos 20 ct. k De moeilijkheden bij den uitvoer naar Engeland Onder de producenten van gecondenseerde melk heerscht geen volledige eensgezindheid. Het zijn voornamelijk de particuliere fabrikan ten en de coöperatieve producenten, die hier tegenover elkaar staan en die elkaar over en weer verwijten doen hooren nopens de schuld aan den slechten gang van zaken in deze in dustrie. De grondslag van deze meeningsverschillen is te vinden in het antwoord op de vraag: Is de productie van gecondenseerde melk een land bouwbedrijf in den eigenlijken zin van het woord? „Neen," antwoorden de particuliere fabrikan ten. „Ja," zeggen de coöperatieve bedrijven. „Neen," zeggen de particuliere fabrikanten en als argument voor hun bewering halen zij aan, dat zij, voor zij zoover zijn, dat het eindpro duct hun bedrijf kan verlaten, behalve de melk zooveel andere grondstoffen hebben moeten koopen, die met landbouw weinig of niets meer gemeen hebben, dat het bedrijf eigenlijk zijn agrarisch karakter verliest. Zij noemen dan: suiker voor het eigenlijke product, tin en hout voor de verpakking. Maar hun voornaamste argument is dit: zij beschouwen het niet als hun voornaamste doel een zoo groote hoeveelheid melk te verwerken als de landbouw hun leveren kan, maar zij wil len een productie, die gebaseerd is op de afzet mogelijkheden. Een gevolg van deze opvatting der zaken is geweest dat de particuliere fabri kanten een uiteraard nogal duur verkoop-appa raat hebben moeten scheppen en in stand heb ben moeten houden; dat het aanknoopen van relaties op de afzetmarkt voor hen van groot belang was en thans ook nog is. De coöperatieve producenten zijn van een heel andere opvatting. Zij zijn van oordeel, dat de productie van gecondenseerde melk wel een landbouwbedrijf is. Zij wenschen ook geen be drijf, dat gebaseerd is op de afzetmogelijkheden, maar zij achten het zich een plicht, dat zij de melk kwijt raken, die hun door de boeren wordt geleverd. Men kan zich afvragen, of deze op vatting wel de meest gezonde is, maar men voelt hier de moeilijkheden, waarvoor de coöpe ratieve bedrijven zich geplaatst zien. Deze be drijven zijn inderdaad opgericht door de boe ren om op de wijze, die de meeste winst zou geven, hun melk kwijt te raken. Doch wanneer deze melk niet heelemaal kan worden opgeno men in de gewone consumptie, ligt het voor de hand, dat de leiders der bedrijven gaan zoeken naarmogelijkheden, waarop zij de melk wel konden verwerken. Dit was voor hen het voor naamste doel in tegenstelling tot de particuliere ondernemingen. Voor deze laatsten was een sterk, winstgevend bedrijf het belangrijkste, voor de coöperatieve ondernemingen was het 't belangrijkst de melk van de boeren te verwer ken. Aan verwerken alleen echter had men niet veel, men moest het product ook kwijt ra ken. De Engelsche markt is tot voor kort een dankbaar gebied geweest voor gecondenseerde melk, en daarom hebben de coöperatieve be drijven hun product ook naar deze markt gedi rigeerd. De gevolgen hiervan zijn, zooals voor de hand ligt, niet gunstig geweest. De particuliere be drijven, die ouder zijn dan de andere, hadden op deze markt hun relaties. Zij hadden hun productie gebaseerd op de afzetmogelijkheden en hadden dus een zeker evenwicht bereikt. Dit evenwicht nu werd ernstig verstoord door het nieuwe aanbod, dat door den drang der om standigheden veel te groot was voor de markt. Hierdoor werd ook de toestand van de bedrijven in Nederland niet gezonder. Dit alles speelde zich reeds af ten tijde van de hbogconjunctuur, en toen deze 'n einde nam, bereikte de verwarring haar hoogtepunt. Er ontstond een toestand, die onhoudbaar was en die ernstig gevaar opleverde voor het aanzien der Nederlandsche industrie in het buitenland. In den loop der laatste jaren zijn zoowel van Engelsche als van Nederlandsche zijde verschil lende maatregelen genomen om den toestand gezonder te maken. Het begon in 1933 met de beperking van den invoer in Engeland tot 80 pet. van den invoer in de basisperiode, een maatregel, waarop door de Engelsche producen ten reeds 'langer was aangedrongen. Het voor naamste doel hiervan was, dat de prijzen zou den stijgen, waardoor de Engelsche producten meer concurrentie-mogelijkheden zouden ver krijgen. Dit doel werd echter niet bereikt, want om de boven aangehaalde redenen was een deel der Nederlandsche industrie verplicht haar producten tegen alle mogelijke prijzen te ver- koopen; zij moest immers de melk van de boe ren kwijt raken. Daarop is gekomen een stelsel van minimum prijzen, waaraan niet altijd even streng de hand is gehouden. Toen eenigen tijd daarna de En gelsche producenten hun prijzen hebben ver laagd, is op aandrang voornamelijk van de coö peratieve bedrijven in Nederland, het stelsel der minimumprijzen opgeheven. Door deze ophef fing was het hek van den dam en was de mo gelijkheid voor de meest wilde concurrentie weer open. Er is daarna nog geweest een zgn. pool, die prijsregelend is opgetreden, doch ook deze is na verloop van niet al te langen tijd uit elkaar gevallen. De waarschijnlijk nog maar voortoopig laatste akte van het gecondenseerde-melkdrama is opgevoerd enkele maanden geleden, toen ae Nederlandsche regeering onderhandelingen heeft gevoerd met de Engelsche en daarbij een resultaat heeft bereikt, waarover niemand van de belanghebbenden tevreden is. Aan de regee ring wordt verweten, dat zij te autoritair heeft ingegrepen en dat zij met ingrijpen veel te lang heeft gewacht. Zü had reeds veel vroeger moe ten optreden, doch daarbij niet die autoritaire houding moeten aannemen. Een van de voor naamste grieven is daarenboven, dat zij de met moeite en zorg opgebouwde handelsrelaties der particuliere industrie met een slag waardeloos heeft gemaakt door enkele industrieën en bun importeurs aan te wijzen, die den geheelen in voer in Engeland zullen moeten verzorgen. Men troost zich echter met de toezegging der regee ring, dat deze regeling slechts voorloopig zal gelden en wacht de verdere maatregelen af. En gedurende dit afwachten kan men zich met een ander melkprobleem bezig houden, n.l. de regeling nopens de consumptiemelk in Ne derland, die binnenkort ook woer veranderd zal worden. moet kunnn verrichten, maar zij moest tot nog toe steeds worden ingeleid door het vullen van ballasttanks, een manoeuvre, die tijd vordert en daarmede de duiksnelheid beperkt. Men heeft getracht voor dit belangrijke vraag stuk een oplossing te vinden door het aan brengen van twee paar hoogte-roeren nabij den voor- en achtersteven van het schip. Door deze hoogte-roeren hellend naar voren te stellen, ontstaat bij voldoende snelheid van het schip een naar beneden gerichte kracht, die het schip in horizontalen stand naar beneden drukt, indien door watervoorziening de stijgkracht van het geheel ondergedompelde schip vol doende is verkleind. Het bezwaar van deze op lossing is dat hierbij de weerstand van het schip tegen de voortbeweging zeer groot is, zoodat de duikbootsnelheid slechts klein kan zijn, terwijl tevens het nadeel blijft bestaan, dat het duiken slechts mogelijk is, nadat voldoende waterbal- last is ingenomen. Het denkbeeld van den uitvinder is met deskundige hulp volledig uitgewerkt. De uit vinding bestaat daarin, dat langszij het schip doorloopende horizontale of nagenoeg hori zontale vleugels zijn aangebracht, die in sa menwerking met een hoogteroer op het schip bü langscheepsche beweging een positieve of negatieve liftbeweging teweegbrengen. Zü beoefenen dezelfde functie in het water als de vleugels van een vliegtuig in de lucht Wanneer de boot een zekere snelheid heeft bereikt kan door instelling van het hoogteroer in neerwaartsche richting de boot in een hel lenden stand naar omlaag worden gebracht, zoodat zij begint te duiken. Hierbij wordt de duikende werking ondersteund door de stroo ming van het water tegen de langszij aange brachte vleugels, zoodat het niet noodig is ge bruik te maken van ballasttanks om de boot verder onder water te brengen. Wanneer om gekeerd het hoogteroer in opwaartschen stand wordt gebracht, zullen de vleugels veroorzaken dat de boot, ook zonder dat ballast wordt ver wijderd, vlug naar de oppervlakte terugkeert. Door de vleugels onder een bepaalden hoek te plaatsen zal het mogelijk zijn bij voldoende snelheid de boot op een bepaalde hoogte onder water te houden. Hoewel om te voldoen aan den eisch, dat een onderzeeboot ook stilliggende onder water moet kunnen blijven, het gebruik van ballasttanks wel Rfet geheel gemist zal kunnen worden, zal men volgens den uitvinder zonder de werking daarvan door toepassing der uitvinding de manoeuvres voor het dalen en stijgen kun nen uitvoeren en wel in sterk versneld tempo. Voorts is de toepassing, volgens den uitvin der, ook denkbaar op een normaal schip. Wan neer hierbq de vleugels onder een positieven invalshoek worden aangebracht, zal door de strooming van het water bij de voortbeweging een opwaarts werkende kracht op het schip worden uitgeoefend. Daardoor wordt het schip opgelicht, zoodat de waterverplaatsing door den weerstand geringer wordt en een grootere snelheid wordt verkregen. Door den uitvinder is octrooi aangevraagd. Het internationaal vóór-onderzoek heeft reeds plaats gehad en dezer dagen is de aanvrage openbaar gemaakt. Indische delegaties nemen deel aan lunch De delegaties van Indische vorsten hebben vandaag in hotel Du Vieux Doelen te Den Haag deelgenomen aan een lunch, hun aangeboden door den Bond van Vorstenlandsche onderne mers. Tafelpresident was de heer A. H. Klop penburg, directeur van de Klattensche Cultuur- Maatschappy. Blijkens de communiqué's van de R. K. Staatspartij heeft de 100.000- nieuwe-leden-actie, welke op 1 Nov. j.l. krachtig werd ingezet, tot nu toe groote resultaten afgeworpen. Reeds meer dan 50.000 nieuwe leden zijn aan gewonnen en ingeschreven, m. a. w. de R. K. Staatspartij heeft reeds thans een aantal nieuwe leden kunnen boeken dat maar 5000 minder is dan het totaal le dental der N. S. B., dat onlangs door Mussert zelf op 55.000 werd gesteld. Hoe verheugend dit feit ook is, het mag voor de R. K. Staatspartij geen reden worden om zich te verhoovaardi- gen of om in de verzekerdheid van dit succes te gaan meenen, dat er nu practisch geen noemenswaardig „vuiltje" meer aan den politieken hemel is. De R. K. Staatspartij geeft gelukkig nog geen enkel teeken van een dergelijke mentaliteit, maar niettemin lijkt het ons toch niet ondienstig om tegen zulk een mentaliteit juist nu, ten overstaan van het reeds behaalde succes, ernstig te waarschuwen. Vijftig duizend nieuwe le den is een prachtige winst, maar daar mee zijn wij nog niet, daar waar wij wil len en moeten komen. Met enthousiasme en activiteit zet de R. K. Staatspartij haar werfcampagne voor de a.s. verkie zingen voort. Op naar de 100.000 nieu we leden, blijft haar leus. Maar ook, wanneer deze leus werkelijkheid zal zijn geworden, ook wanneer deze nieuwe le den geen „papieren" leden zullen blij ken, gelijk van politiek onwelwillende zijde wordt gesuggereerd, en zij allen zonder uitzondering hun stem bij de verkiezingen op de katholieke candida- ten zullen uitbrengen, ja, zelfs wanneer straks de Staatspartij de 31 zetels zou behalen, welke zij zich voorstelt te zul len bezetten, ook dan zijn wij nog niet, waar wij willen en moeten komen. Het is een gewoon verschijnsel, dat in het jaar, waarin verkiezingen moeten wor den gehouden en de politieke partijen een bijzondere activiteit ontwikkelen, door verschillende ledenwinst wordt ge boekt, al is die ledenwinst gewoonlijk niet zoo massaal als die, waarover de R. K. Staatspartij zich op het oogenblik terecht verheugt. De intrinsieke waarde van deze ledenwinst kan slechts zuiver beoordeeld worden, wanneer men weet of er de laatste jaren ledenverlies heeft plaats gevonden, en zoo ja, hoe groot dan dat verlies is geweest. Ook het ge halte dier nieuwe leden is evenals dat van de partij, welke ze wint, van belang bij de bepaling van die intrinsieke waar de. Bovendien moet niet uit het oog ver loren worden, dat mede de wijziging van de Kieswet het mogelijk maakt op 31 ka merzetels te mikken. Wij willen met deze opmerkingen geenszins het groote succes van de R. K. Staatspartij verkleinen. Wij zijn geen „Miesmacher" en „kan keraars", die in critiek en pessimisme groeien. Wij zijn alleen bezorgd, dat sommige katholieken in een al te naïef optimisme zullen gaan meenen, dat de toekomst van katholiek Nederland zoo wel in politiek, als in economisch, als in cultureel en religieus opzicht zonder meer definitief veilig gesteld is. De katholieken van Nederland kunnen alleen dan die toekomst waarborgen, wanneer zij eens gezind blijven en al hun krachten bij voortduring concentreeren op de inner lijke vervolmaking van zichzelf en van hun organisaties. Laten wij niet denken, dat wat in andere landen gebeurd en mogelijk gebleken is, zich in ons land niet zal, of kan voordoen. Expansie stemt alleen dan tot vreugde en vol doening, wanneer zij niet ten koste van het innerlijk gehalte wordt bereikt. De geschiedenis van de Centrumrots in Duitschland, welke met één trap verpoeierde als een overrijpe stuif- bal, is leerrijk. Nu gelooven wij wel niet, dat het met het volksvreemde nationaal-socialisme na de laatste blun ders ter gelegenheid van het vorstelijk huwelijk in ons land zoo'n vaart zal loopen, maar dat neemt niet weg, dat de tijd nooit komen zal, dat wij zorge loos op één oor zullen kunnen gaan lig gen. Eerder, dan wat zich in Duitsch land heeft afgespeeld, achten wij mo gelijk, dat, wat er in België te zien is, zich ook hier te eeniger tijd zou kun nen afspelen. Daar is uit de rangen van de Katholieke partijen de Rexbeweging gerecruteerd, die zeker onnoodig veel stof heeft opgejaagd, maar die toch ook heeft aangetoond, dat er hier en daar, óók bij de Katholieken, méér stof lag dan voor de openbare gees telijke en politieke gezondheid wen- schelijk kon genoemd worden. Laten wij de onaangename les van België ons ter harte nemen, laten wij strijdvaardig op rukken in één, ongebroken gelid, om den verkiezingsuitslag zóó te maken, dat de katholieken den noodzakelijken invloed op ons openbare leven kunnen blijven uit oefenen. En moge de leiding van de R.K. Staatspartij zich steeds voor oogen hou den, dat ook na een verkiezingssucces, neen, juist na een verkiezingssucces, de gedane beloften gestand moeten worden gedaan en de zwaarste verantwoordelijk heid pas begint. Een machtspositie mo ge begeerenswaardig zijn, zij brengt ook onafwijsbare en zeer zware verplichtin gen met zich mede. Een ieder, die zulke verplichtingen ten aanzien van zichzelf en van de gemeenschap te zwaar acht en wil afwijzen, hoort noch in den staf, noch in den legertros thuis. Da.t iedere katholiek zonder uitzonde ring'dit nimmer vergete.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 9