Kerkgewelf te Den Dungen gedeeltelijk ingestort RIEP 9 Moskou's proces tegen de Trotzkisten-„beesten" De brandstichting te Amstelveen Sneeuwstorm op Schiermonnikoog CRIT1EK EN GROOTMOEDIGHEID PANIEK ONDER DE KERKGANGERS STEP TABAK PUZZLE NEDERLAND-ENGELAND UIT DE ACTE VAN BESCHULDIGING MAANDAG 25 JANUARI 1937 Slechts enkele licht gewonden Spannende jacht op een fietsendief DE RAMP BIJ SENLIS Stoffelijk overschot van den heer Tissot te Den Haag AAN DE GEVOLGEN OVERLEDEN Diefstal van effecten Doofstommeninstituut op Java f cPn ie/der PujuS In Mkdb&tiotndL wordt d&ie wee& cbz èe&orgoL IEDERE GOEDE OPLOSSER ONTVANGT EEN PRIJS/ WAARONDER F.5000 AAN GELDPRIJZEN Rede voor de Phohi BUITENLANDSCH OVERZICHT Duitschland en Japan in 't geding R. K. Universiteit De stilte der Consecratie werd ver stoord door het geraas der instorting Zondagmorgen is de parochiekerk van den H. Jacobus den Ouden te Den Dun gen nabij Den Bosch het tooneel ge weest van een instorting, welke een he vige paniek tot gevolg had. Als door een wonder is een groot aantal der kerkbe zoekers aan den dood ontsnapt. Omstreeks half negen was het kerkge bouw tot in de uiterste hoeken gevuld met geloovigen, die de H. Mis kwamen bij wonen, welke werd opgedragen door den Assistent, den Eerw. Pater Mattheus uit St. Oedenrode. Tijdens de stilte van de Consecratie, werd een gekraak hoorbaar, dat eensklaps over ging in een donderend geraas. Zware stuk ken steen pn gips lieten van het plafond los en kwamen met zulk een geraas op den steenen vloer van de kerk neer, dat hooren en zien verging. Het puin hoopte zich op in een gang langs de banken en een stof wolk dwarrelde neer, waardoor het zicht op de bedreigde plek werd ontnomen. Van de kerkgangers, die in de meening ver keerden, dat weldra het geheele gebouw zou instorten, maakte zich een panische schrik meester. Er ontstond dan ook spoedig een ver warring, die elke beschrijving tart en waarin alle aanwezigen werden betrokken. De doode- lijk verschrikte menschen trachtten zoo spoe dig als mogelijk was de uitgangen te bereiken, doch daar allen hetzelfde wilden, ging dit alles behalve gemakkelijk en verschillenden, die niet zoo vlug ter been waren raakten onder den voet. Een drietal meisjes kwam door het ge drang tegen de brandende kachel, met het ge volg, dat het achtjarige dochtertje van den heer van Grunsven en het 12-jarig dochtertje van den heer Groenendaal uit Den Dungen brand wonden opliepen aan handen en armen. Ten slotte hadden allen de uitgangen bereikt, doch velen waren zoo overstuur, dat het geruimen tijd duurde, alvorens zij weer op verhaal wa ren gekomen. Deze panische schrik onder de kerkgangers wordt gemakkelijk verklaard door het feit, dat eenige jaren geleden in het naburige St. Mi chielsgestel een soortgelijk ongeluk is gebeurd, dat echter ernstiger in zijn gevolgen is geweest. Ook daar stortte des Zondags tijdens een kerk dienst een gewelf in, tengevolge waarvan drie menschen werden gewond, waarbij de organist levensgevaarlijk. Het behoeft geen betoog, dat alle kerkgangers onmiddellijk aan dit ongeluk terugdachten. De instorting is geschied in de Mariakapel. In 1926 ni. is de kerk uitgebreid met twee zijvleu gels, de Mariakapel en de St. Jozefkapel. Ter plaatse vertelde men, dat de muren van de Ma riakapel zouden zijn gescheurd, hetgeen op een verzakking wijst. De monumentale in Gothischen stijl gebouwde kerk is in 1791 opgericht en is nog zeer hecht en sterk. De toren werd in 1860 bijgebouwd. De Zeer Eerw. Pastoor P. J. L. M. Goulmy heeft onmiddellijk last gegeven het kerkgebouw te sluiten, opdat verdere ongeluk ken zouden worden voorkomen. De instortin gen hebben zich echter niet herhaald. Verschillende geestelijke en wereldlijke auto riteiten waren op de plaats des onheils aan wezig, ten einde zich van den stand van zaken op de hoogte te stellen. De kerk mocht echter niet worden betreden. Burgemeester v. d. Broek van Den Dungen kon wegens ziekte niet aan wezig zijn. De parochie is door het gebeurde be grijpelijkerwijze ten zeerste gedupeerd, daar de kerk buiten gebruik is gesteld. De kerkgangers voor de Hoogmis vonden de kerk gesloten en moesten zich naar St. Michielsgestel begeven. De schade, welke zeer aanzienlijk is, kan nog niet worden geschat. Naar de oorzaak wordt een diepgaand onderzoek ingesteld. en verkoudheid DIRECT behandelen! Wrijf in me#. Na lange achtervolging met een auto gearresteerd Zaterdagavond zagen eenige jongelui in de Burgemeester Bletzstraat te Weesperkartpel, hoe een verdacht uitziende man bijzondere belang stelling aan den dag legde voor de fietsen, welke vóór een kruidenierswinkel waren neergezet. Even later zagen zij, hoe de man inderdaad een der beide fietsen wegkaapte en zich ermee ver wijderde. Onmiddellijk werd de heer M., die over een zeer ruimen auto beschikt, gewaarschuwd en nu toog men gezamenlijk naar den rijksveld wachter, om diens tusschenkomst in te roepen. Vanzelfsprekend had echter de zwijntjesjager reeds een grooten voorsprong gekregen, omdat men eerst nog de# gemeente-veldwachter een bezoek had gebracht, die echter niet thuis was. Intusschen hadden zich nog meerdere jongelui als getuigen aangemeld en de animo voor de op handen zijnde jacht was zóó groot, dat de auto tenslotte met acht personen bemand was. Zoo ging het nu in flinke vaart langs het Weesper Zandpad en alle inzittenden tuurden verlangend uit naar den rijwieldief, die echter nergens te vinden was. Men kwam in Diemen; informeerde hier en daar onder opgave van het signalement van den rijwieldief en vernam, dat hij in de richting Amsterdam verdwenen was. Dan maar den Hartveldscheweg op, vervolgens langs de Weesperzijde, maar nog steeds was de achtervolgde dief niet te vinden. Bij de Duivendrechtsche brug werd de rijksweg naar Abcoude ingeslagen; Duivendrecht werd ge passeerd en zoo kwamen de acht achtervolgers aan den Bijlmer, waar ten lange leste de ge zochte fietser werd achterhaald. Daar de getui gen den man zeer postief als den dader aanwe zen, nam de rijksveldwachter hem in verzekerde bewaring. Het bleek te zijn een zekere T., die langs de huizen pleegt te venten. De man was in beschonken toestand, veroorzaakt door het drinken van spiritus, waaraan hij zich nu en dan schuldig maakt. Voorloopig werd hij in een der politiecellen van het Weesperkarspelsche ge meentehuis opgesloten, waar burgemeester W. J. A. C. Bins hem Zondag een verhoor afnam. Na overleg met den Officier van Justitie te Am sterdam, werd T. voorloopig op vrije voeten ge steld. Het stoffelijk overschot van den heer Tissot, een der vier personen, die om het leven geko men zijn bij het verongelukken van het Waco- vliegtuig bij Senlis, is thans naar Den Haag ver voerd. Het is nog niet bekend, wanneer de teraarde bestelling zal plaats hebben. 36 jaar militaire dienst Zaterdag is voor het front van de troepen van het vierde regiment Infanterie te Leiden de gouden medaille voor 36 jaar trouwen dienst uitgereikt aan den sergeant-majoor-administra teur M. van Kooij. Verdachte door het Bossche Hof vrijgesproken Het gerechtshof te Den Bosch heeft van daag arrest gewezen in de strafzaak tegen den melkslijtersknecht K te Amstelveen, verdacht van brandstichting in de woning van zijn baas. Het Hof heeft den verdachte conform den eisch van den procureur-generaal vrij gesproken. Verd. is in alle instanties verdedigd door mr. M. Schorlesheim. Op 17 December 1933 brak te Amstelveen brand uit bij den melkslijter G. in de Oude- kerkerlaan. Verdacht van die brandstichting werd gearresteerd de inwonende knecht van G.. n.l. K. Deze ontkende hardnekkig de brand stichter te zijn, doch verklaarde voor de vierde kamer der Amsterdamsche Rechtbank, dat hij wel wist, wie het was, maar geen namen durfde noemen. Hij werd toen veroordeeld tot twee jaar wegens brandstichting en wegens diefstal van een geldkistje met f 300, waarvan G. aan gifte wegens diefstal had gedaan. Voor het Hof te Amsterdam in hooger be roep verklaarde K., dat G. de heele zaak op touw had gezet, dat er nooit een kistje met f 300 was geweest, en dat de brand was ge sticht door den caféhouder C., die van G. daar voor f 150 had ontvangen. Hij, K„ had niet zelf den brand gesticht en heeft ook nooit iets daarvoor ontvangen. Niettemin werd het vonnis tegen K. bevestigd, en hij werd wederom ver oordeeld, thans tot 1% jaar. Het Hof sprak hem vrij van diefstal. Daarop vroeg K. revisie aan. De Hooge Raad gelastte een nieuw onderzoek, dat leidde tot de arrestatie van G. en den caféhouder C. G. be kende dadelijk, dat hij de zaak in scène had gezet en dat hij nooit een geldkistje met f 300 had gehad. Ook erkende hij te weten, dat C. den brand had gesticht, deze bleef echter ont kennen. Voordat G. en C. terecht zouden staan, heeft de Hooge Raad de revisie behandeld en den knecht in vrijheid gesteld onder opschorting van het tegen hem gewezen arrest en de zaak K. verwezen naar het Hof in Den Haag. Het Haagsche Hof heeft de behandeling laten rusten, totdat de zaken G. en C. in gewijsde waren gegaan. G. werd door de Amsterdamsche rechtbank tot negen maanden veroordeeld en berustte. De caféhouder werd eveneens ver oordeeld, ging in appèl, doch werd door het Amsterdamsche Hof vrijgesproken. Na de vrijspraak van C. kwam de zaak weer voor het Haagsche Hof, waarnaar de Hooge Raad deze zaak had verwezen, nadat hij K. in vrijheid had gesteld. Het Haagsche Hof had te beoordeelen of het Hof te Amsterdam K. al dan niet terecht had veroordeeld. Het meende, dat hij wèl schuldig was aan de brandstichting en gelastte, onder bevestiging van het arrest van het Amsterdamsche Hof, tegen K. gewezen, alsnog de tenuitvoerlegging van de resteerende door hem nog te ondergane straf. Van dit arrest ging K. in cassatie bij den Hoogen Raad, betoogende, dat uit hetgeen na alle voorafgaande instanties was gebleken, geen feiten waren komen vast te staan, waaruit bleek, dat hij de eigenlijke brandstichter was. Hoogstens waren medeplichtigheidshandelingen gebleken, doch hem was in dc oorspronkelijke dagvaarding alleen brandstichting en geen medeplichtigheid ten laste gelegd. En daar de allereerste dagvaarding tegen den knecht de basis van de veroordeeling moest zijn, had het Hof in Den Haag hem moeten vrijspreken. De Hooge Raad nam dit cassatiemiddel aan, ver nietigde het arrest van het Hof in Den Haag en verwees de zaak naar het Hof in Den Bosch, om daar te worden afgedaan op basis van de oorspronkelijke dagvaarding. De zaak is daarop op 11 Januari voor het Hof in Den Bosch be handeld. De wielrijder J. Gerritsen uit Zwanenburg, die op 14 Januari j.l. bij een autobotsing op den Haarlemmerweg te Halfweg van het rijwielpad werd geslingerd en ernstig gewond naar het Juliana-Ziekenhuis te Amsterdam werd over gebracht, is aldaar aan de bekomen verwon dingen overleden. In dertig jaren niet zulk zwaar weer voorgekomen En verband met den lagen waterstand, waardoor de rijksveerboot ,,Brakzand'' niet van Oostmahorn kan vertrekken, vernemen wij nader, dat op Schiermonnikoog een storm achtige sneeuwjacht uit het Zuid-Oosten heerscht, als gevolg waarvan geen vloedstroom doorkomt. Volgens mededeelingen van de getij waar nemers is in dertig jaar zulk zwaar weer niet voorgekomen. De passagiers van de „Brak- zand" zijn naar hun haardsteden teruggekeerd. De Zusters van de Congregatie der „Dochters van Maria en Joseph" te 's-Hertogenbosch zijn voornemens op midden-Java, in de Apostolische Prefectuur van Poerwokerto, een doofstommen- instituut te openen. Voor een waarde van bijna f 20.000 weggehaald Ten huize van de familie J. R. aan de Van Aerssenstraat no. 34 te Den Haag is tijdens korte afwezigheid van de bewoners ingebroken. Toen de heer K. 's avonds thuis kwam, be merkte hij, dat iemand door verbreking van een ruitje uit de voordeur zich den toe gang tot het huis moest hebben verschaft en dat op de slaapkamer op de eerste verdieping een kast was doorzocht. Bij nader onderzoek bleek hem, dat een trommeltje met effecten ter waarde van ongeveer f 18.000.werd vermist. Boven dien was voor ongeveer f 1.000.aan sie raden (ringen, juweelen, broches en een collier) gestolen. Onmiddellijk werd aangifte gedaan bij de politie, die direct daarop haar onderzoek in stelde. Hoewel van den dader nog geen spoor sindsdien te vinden is, wijst toch wel alles er op, dat men te doen heeft met een geval waar bij de inbreker getoond heeft in zijn vak er varing te bezitten. De vermiste aandeelen zijn: 8 stuks Mis sion Corp. gedateerd 15 Maart 1935 052130, 41 aandeelen Standard Oil Company 23 Mei 1934 s/c 62063, 75 aandeelen idem 21 Januari 1935 s/c 65311 en 41 aandeelen idem 19 Januari 1932 s/c 31834. Reddingsboeien verloren Het Nederlandsche s.s. „Albireo", op de reis van Rotterdam naar Rio de Janeiro, heeft door het stormweer eenige reddingsboeien verloren. Alles is wel aan boord. Telken jare vindt in Belgrado de plechtigheid van de waterwijding plaats, waarbij de patriarch der Servisch-orthodoxe kerk met veel ceremonieel een kruis in de Save werpt Van ouds hebben beide landen de zelfde belangen in het Verre Oosten Voor den Phohi-zender te Hilversum heeft de haar Charles M. Morrell, secretaris van het te Londen gevestigde Netherlands and Netherlands Indies Information Bureau, een causerie gehou den, getiteld „Anglo-Duteh Relations". Spr weidde uit over den historischen achter grond, waaruit de tegenwoordige vriendschap tusschen Engeland en Nederland is ontstaan, een vriendschap welke de bestaande economi sche samenwerking, speciaal in kwesties welke het Verre Gasten betreffen, heeft mogelijk ge maakt. Naar schatting is Britsch kapitaal ten bedrage van honderd millioen pond sterling in Neder- landsch-Indië belegd, dat onder de open deur politiek op voet van gelijkheid met het Neder landsche kapitaal is toegelaten. Een nog ster kere vorm van samenwerking vormen de pfo- ducten rubber en thee, -waarvan bijna de geheele wereldproductie uit Britsch en Nederlandsch ge bied afkomstig is. Britsche en Nederlandsche vertegenwoordigers dezer industrieën hebben met den steun hunner regeeringen internationale rationalisatieplannen opgesteld om de produc tie te regelen en verliezen tegen te gaan. Een ander voorbeeld van goede economi sche betrekkingen tusschen Engeland en Nederland is te vinden in hun samenwer - king op luchtvaartgebied, speciaal op den weg naar het Verre Oosten. Men schijnt soms te meenen, aldus de heer Morrell, dat de K. L. M. en de Imperial Airways altijd vechten als kat en hond. Niets is meer bezijden de waarheid. De K.L.M. gebruikt de vele Brit sche vliegvelden op de róute tusschen Cairo en Singapore en de dochtermaatschappij der Imperial Airways, Quantas, heeft de vlieg velden in Nederlandsch-Indië tusschen Sin gapore en Australië tot haar beschikking. Maar het oudste en grootste punt van over eenkomst tusschen de twee wereldrijken is wel licht wel de scheepvaart. Sinds eeuwen zijn de Engelschen en Hollanders de groote zeevarende naties der wereld en beiden hebben respect voor elkanders prestaties ter zee in het verleden en het heden. De heer Morrell memoreerde het bezoek van dr. W. de Vlugt, den burgemeester van Amster dam, aan Liverpool in 1930 en zeide, dat met uitzondering van de Britsche Dominions en de Vereenigde Staten, men in Engeland geen over- zeesch volk minder vreemd beschouwt dan het Nederlandsche. De Nederlandsche gezant in Londen, Z.Exc. jhr. P. de Marees van Swinderen, is de personi ficatie der Engelsch-Nederlandsche vriendschap. De heei Morrell besloot zijn toespraak met in 't Nederlandsch zijn Hollandsehen vrienden zoowel in Nederland als in Indië, zijn groeten over te brengen. In Moskou is het Trotzkisten- of Terroristen proces begonnen tegen Karei Radek, gewe zen hoofdredacteur van de Iswestia, Sokol- nikof, voormalig Russisch gezant in Londen, Piatakof, vroeger volkscommissaris voor de zware industrie en veertien andere bolsjewisti sche leiders van kleiner politiek postuur. Het is een soortgelijk proces als dat in Augustus van het vorige jaar wterd gehouden tegen Sl- noa'jef cum suis en dat eindigde met de ter dood veroordeeling aller beschuldigden. Everjals toen verklaren alle beschuldigden zich zelf als schuldig. Radek heeft zelfs vier uur lang „be kentenissen" afgelegd, zooals officieel uit Rus land wordt gemeld. Zonder twijfel zullen ook thans alle beklaagden ter dood worden veroor deeld. Radek zinspeelde op cynische wijze reeds daarop, toen de officier van justitie hem vroeg, of hy het Wetboek van Strafrecht kende. Radek antwoordde: „Ik ken het wetboek niet." De officier: „U zult het na afloop van het proces wel leeren kennen." Radek: ,,Dan zal ik het niet erg lang kennen." Deze scène, even luguber als geestig, doet herinneringen op rijzen aan het proces, dat Robespierre tijdens het schrikbewind der Fransche revolutie voerde tegen Danton, Desmoulins en dertien andere Dantonisten. Evenals Radek nu optreedt tegen Stalin, den Robespierre van Rusland, zoo hield Danton zijn laatste dreunende redevoeringen vol hartstocht en haat tegen Robespierre, den Onkreukbare, den bloedigen dictator. Danton stond voor het revolutietribunaal, dat hij zelf in het leven had geroepen bij het begin der Septembermaanden. Dit tribunaal veroordeelde hem en zijn dertien medebeklaagden ter dood. Ook Radek cum suis staat nu voor het revolu tietribunaal, waaraan hij zoovelen heeft over geleverd. Ook hij was een der hoofdschuldigen aan de massamoorden, door de bolsjewisten onder Lenin en Trotzki gepleegd. De revolutie dat bewijst de historie altijd opnieuw vreet haar eigen kinderen op. De oude bolsje wistische leiders worden meedoogenloos door Stalin opgeruimd. Wij hebben ons niet te be moeien met de politieke binnenlandsche toe standen van Rusland. Dit geldt ook voor het proces-Radek. Maar er zijn twtee kanten aan, die de volle belangstelling waard zijn: de acte van beschuldiging en de haat, waarmede de vroegere vrienden worden vervolgd. De acte van beschuldiging werpt den be klaagden voor, dat zij samengezworen hebben met Trotzki, om het tegenwoor dige Sovjetbewind ten val te brengen, dat zij gepoogd hebben om het kapitalistische systeem weer in Rusland in te voeren en dat rij lands- verraad hebben gepleegd door onderhandelin gen te voeren met Duitschland en Japan en door aan deze mogendheden Russische gebieden aan te bieden, aan Duitschland de Oekraine en aan Japan het Amoergebied. Voorts zouden ze aan Japan de beschikking hebben aangeboden over de petroleum van Sa- chalin en over voldoende olie voor het geval van een oorlog met Amerika. Duitschland zou den zij hebben beloofd, dat het niet zou worden tegengewerkt bij de verovering der Donau- en Balkanlanden. Japan zou dezelfde verzeke ring hebben gekregen ten opzichte van China. Het geheele plan zou afkomstig zijn van Trotzki en vooral Radek zou op duivelachtige, Machia vellistische wijze de uitvoering van dit plan hebben voorbereid. Zooals gezegd, bekennen Radek en de zijnen ruiterlijk, dat zij schuldig zijn. Of ze op een of andere magische of realis tische wijze tot hun bekentenis gebracht zijn, weten we niet. Alleen Trotzki, die thans min of meer veilig, in ieder geval zwaar bewaakt in het half bolsjewistische Mexico vertoeft, ontkent alles, beweert dat aan de heele be schuldiging niets waars is en dat hij na 1923, nooit meer in verbinding heeft gestaan met Karei Radek, die voor hem was gebleken een man te zijn, „die nooit zijn mond kon houden". Geen buitenstaander kan op het oogenblik uit maken, wat in de acte van beschuldiging op waarheid berust. Sokolnikof bekent, dat hij en Trotzki met den plaatsvervanger van Hitier, Rudolf Hess, hebben onderhandeld. Het doel was Trotzki met Duitsche hulp aan het hoofd der Russische regeering te brengen. Trotzki zou dan als wederdienst een gunstiger houding tegenover Duitschland aannemen en met de Duitsche regeering samenwerken op internatio naal gebied. Dat doel had bereikt moeten wor den op de eerste plaats door terreurdaden te gen de leiders der communistische partijen der Sovjetregeering. Het zal wel aan de toekomstige geschiedschrijving overgelaten moeten worden aan te toonen, in hoeverre dit alles waarheid of verzinsel is geweest. Wij, de nu levenden, kun nen bij gemis aan betrouwbare gegevens niet oordeelen. De haat tegen de Trotzkisten, die in de of- cieele Russische pers tot uitdrukking komt, is moeilijk te karakteriseeren. Deze haat gaat schier boven menschelijk begrip. Met het oog op het afstand doen van gebieden, waartoe de Trotzkisten bereid zouden zijn ge weest schrijft de Iswestia: „Zelfs de fascisten zouden er nimmer toe bereid zijn een deel van hun land aan buitenlanders af te staan en juist dit wilden de stinkende Trotzkisten-bees- ten." Het blad noemt Sokolrflkof een „ster- schurk" en Radek een „ster-worm". Woede en haat voeren de Iswestia zelfs op de glibberige paden der beeldspraak van de hoogere journalis tiek. Luistert u maar: „Radek is een kronke lend, huichelachtig en wellustig reptiel, een gif tige Trotzki-slang, die zijn giftanden achter zijn beminnelijken glimlach verbergt. Zijn leven lang heeft hij tegen Lenin gestreden en hem meermalen gebeten; als een worm heeft hij aan den machtigen eik van den Sowjetstaat gevreten, tal van malen heeft hij op bevel zijn kleur ver anderd en kroop diep onder den grond, waar hy zyn contra-revolutionnaire spinnewebben heeft gevlochten om ons volk en ons vaderland te verraden en te verkoopen." (sic.) Dezelfde „stinkende Trotzkisten-beesten" behoorden nog niet lang geleden tot de hoogste bolsjewistische leiders. Thans tracht de Russische pers te be wezen, dat zy als Trotzkisten-samenzweerders een „verachteiyken staat van dienst" achter den rug hebben. Hun lot is zonder twh'fel reeds bezegeld. Ein de Augustus van het vorige jaar werden Sinow- jef en zestien medebeschuldigden tegen den muur gezet en doodgeschoten. Thans zullen Radek, Sokolnikof, Piatakof en veertien ande ren hetzelfde lot ondergaan. De sombere triom fator in het Kremlin, Stalin, kent geen gra tie. Evenmin als Robespierre tegenover Danton en de zijnen. Maar ook aan de terroristische al macht van Robespierre kwam een einde. Ook hy stierf onder de guillotine. Sir Henry Deterding, de Koninklijke Olie-magnaat, heeft volgens van zijn zijde verstrekte in- en toelich tingen met zijn tien-millioenen-plan de bedoeling gehad ons land een weldaad te bewijzen. Aan deze eerlijke bedoeling behoeft niet bij voorbaat getwijfeld te worden, zeker niet bij een man als Sir Henry, die reeds vroeger door belangrij ke schenkingen aan musea getoond heeft niet van een zekere burgerdeugd, een zekeren gemeenschapszin gespeend te zijn. Het heette, dat hij voor een bedrag van tien millioen agrarische overschot ten in Nederland wilde opkoopen om ze in Duitschland, dat aan agrarische en zuivel-producten groote behoefte heeft, maar wegéns deviezen-gebrek deze niet in het buitenland in voldoende mate kan koopen, weder te verkoopen. Zoo wilde Sir Henry verschillende vliegen in één klap van tien millioen slaan. Hij zou zijn vaderland een onschatbaren dienst bewijzen door het van zijn be trekkelijk waardelooze en onverkoopba re overschotten tegen de geldende marktprijzen af te helpen, hij zou het land van zijn nieuwe inwoning Duitschland gelegenheid bieden de te korten aan agrarische producten aan te vullen en de „Winterhilfe" een extraatje bezorgen terwijl hij bovendien op die wijze aan een verbetering der betrekkin gen tusschen beide landen, welke eco nomisch min of meer op elkaar zijn aan gewezen, zou medewerken. Heel dit plan klonk echter velen in de ooren als een sprookje, dat te schoon is om waar te kunnen zijn. Sommigen verzekerden, dat de onverkoopbare overschotten in Nederland juist uit die producten bestonden, waarvan Duitsch land zelf reeds te veel heeft, anderen beweerden, dat met het wegwerken van overschotten het economisch leven van Nederland nauwelijks duurzaam gebaat zou zijn en dat heel het plan slechts de bedoeling zou hebben om Duitschland, het vaderland van Sir Henry's nieuwe echtgenoote, terwille te zijn. Ja, er wa ren er zelfs die achter deze opzienbaren de geste van Deterding oliebelangen meenden te kunnen ruiken, of politieke motieven zochten. Ook meenden enke len, dat dit gebaar van Sir Henry Ne derland duur te staan zou kunnen ko men, omdat zij vreesden, dat de prijzen op de binnenlandsche markt daardoor zouden gaan stijgen, terwijl men in be paalde kringen zich afvroeg, of het niet vaderlandslievender zou zijn geweest de magen van hongerige werkloozen in het. eigen land met de overschotten te vul len dan de magen der Duitschers, die op last van den vier jaren-plan-dictator meer smaak in kanonnenstaal dan in boter moeten hebben. Liet in Nederland dus de critiek op de „weldaad" van De terding voor hem vrijwel alles te wen- schen over, in Duitschland zwegen de officieele kringen over deze ongevraagde dienstverrichting met een opzettelijk lijkende hardnekkigheid. Voelde Duitsch land zich beschaamd over deze aalmoes, die zijn armoede duidelijk aan het licht bracht? Of was het nog niet vergeten, welke rol Deterding tijdens den wereld oorlog als olieleverancier van de Gealli eerden heeft gespeeld? Hoe dit alles ook zij, het was voor Sir Henry Deterding niet aangenaam, dat hij zoo weinig waardeering en zooveel critiek oogstte nu hij de rol van lord Nuffield wilde spelen tot zegen van Nederland èn Duitschland tegelijk. Het Utrechtsch Dagblad wist dezer dagen zelfs te melden, dat Sir Henry zóó ver toornd was over de wijze, waarop men in Nederland zijn daad heeft begroet en gecommentarieerd, dat hij na Februari 1937 van plan zou zijn de massale aan- koopen naar het buitenland, b. v. Dene marken en Nieuw-Zeeland te verplaat sen. Dit bericht is echter weer tegenge sproken. Sir Henry zou wel in hooge mate ontstemd zijn, doch zijn mentaliteit zal zich in het geheel niet leenen tot een dergelijk antwoord op een dergelijke cri tiek. Van een man met een zoo groote reputatie als Sir Henry hadden wij ook niet minder grootmoedigheid verwacht. Immers wie weldoet, moet niet omzien. De grootheid en de verdienste van een weldaad worden al heel klein als zij al leen verricht wordt om lof en dank en eer te oogsten, maar zij kan heldhaftig worden, wanneer zij met ondank wordt beloond. Sir Henry is genoeg man van de wereld om te weten, dat ondank nu eenmaal 's werelds loon is en hij heeft in zijn leven zooveel critiek moeten door staan, dat het al heel onwaarschijnlijk zou zijn, wanneer hij er nu plotseling niet meer tegen zou kunnen. Bovendien zouden door een verplaatsen van de aan- koopen naar het buitenland de monden van hen, die hem allerlei minder fraaie bijbedoelingen meenen te moeten toe schrijven, eerst recht en dan met meer zichtbare reden aan het knaagwerk kun nen gaan. Sir Henry met zijn tabakspijp a la den niet minder bekenden Popeye the Sailor verheft zich, zij het dan ook ontstemd, boven de ondankbare critiek en doet zelfs hun wèl, die het zich niet gedaan willen wezen. Dat kan als olie op de golven of op het vuur der critiek werken, maar in ieder geval stapelt Sir Henry gloeiende kolen op het hoofd van de morrende boe ren, die net als hun 'Duitsche collega's meer kool bezitten dan er gestoofd kan worden. 9* NIJMEGEN. Cand.-ex. rechten C. Hoogewee- gen Den Haag en mej. J. Oltheten, Tilburg,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 2