Kerkgewelf te Den Dungen
gedeeltelijk ingestort
RIEP
9
Moskou's proces tegen de
Trotzkisten-„beesten"
De brandstichting
te Amstelveen
Sneeuwstorm op
Schiermonnikoog
CRIT1EK EN
GROOTMOEDIGHEID
PANIEK ONDER DE
KERKGANGERS
STEP TABAK
PUZZLE
NEDERLAND-ENGELAND
UIT DE ACTE VAN
BESCHULDIGING
MAANDAG 25 JANUARI 1937
Slechts enkele licht
gewonden
Spannende jacht op
een fietsendief
DE RAMP BIJ SENLIS
Stoffelijk overschot van den
heer Tissot te Den Haag
AAN DE GEVOLGEN
OVERLEDEN
Diefstal van effecten
Doofstommeninstituut op Java
f
cPn ie/der PujuS In
Mkdb&tiotndL wordt
d&ie wee& cbz
èe&orgoL
IEDERE GOEDE OPLOSSER
ONTVANGT EEN PRIJS/
WAARONDER F.5000
AAN GELDPRIJZEN
Rede voor de Phohi
BUITENLANDSCH OVERZICHT
Duitschland en Japan
in 't geding
R. K. Universiteit
De stilte der Consecratie werd ver
stoord door het geraas der
instorting
Zondagmorgen is de parochiekerk van
den H. Jacobus den Ouden te Den Dun
gen nabij Den Bosch het tooneel ge
weest van een instorting, welke een he
vige paniek tot gevolg had. Als door een
wonder is een groot aantal der kerkbe
zoekers aan den dood ontsnapt.
Omstreeks half negen was het kerkge
bouw tot in de uiterste hoeken gevuld
met geloovigen, die de H. Mis kwamen bij
wonen, welke werd opgedragen door den
Assistent, den Eerw. Pater Mattheus uit St.
Oedenrode.
Tijdens de stilte van de Consecratie, werd
een gekraak hoorbaar, dat eensklaps over
ging in een donderend geraas. Zware stuk
ken steen pn gips lieten van het plafond
los en kwamen met zulk een geraas op den
steenen vloer van de kerk neer, dat hooren
en zien verging. Het puin hoopte zich op
in een gang langs de banken en een stof
wolk dwarrelde neer, waardoor het zicht
op de bedreigde plek werd ontnomen.
Van de kerkgangers, die in de meening ver
keerden, dat weldra het geheele gebouw zou
instorten, maakte zich een panische schrik
meester. Er ontstond dan ook spoedig een ver
warring, die elke beschrijving tart en waarin
alle aanwezigen werden betrokken. De doode-
lijk verschrikte menschen trachtten zoo spoe
dig als mogelijk was de uitgangen te bereiken,
doch daar allen hetzelfde wilden, ging dit alles
behalve gemakkelijk en verschillenden, die niet
zoo vlug ter been waren raakten onder den
voet. Een drietal meisjes kwam door het ge
drang tegen de brandende kachel, met het ge
volg, dat het achtjarige dochtertje van den heer
van Grunsven en het 12-jarig dochtertje van
den heer Groenendaal uit Den Dungen brand
wonden opliepen aan handen en armen. Ten
slotte hadden allen de uitgangen bereikt, doch
velen waren zoo overstuur, dat het geruimen
tijd duurde, alvorens zij weer op verhaal wa
ren gekomen.
Deze panische schrik onder de kerkgangers
wordt gemakkelijk verklaard door het feit, dat
eenige jaren geleden in het naburige St. Mi
chielsgestel een soortgelijk ongeluk is gebeurd,
dat echter ernstiger in zijn gevolgen is geweest.
Ook daar stortte des Zondags tijdens een kerk
dienst een gewelf in, tengevolge waarvan drie
menschen werden gewond, waarbij de organist
levensgevaarlijk. Het behoeft geen betoog, dat
alle kerkgangers onmiddellijk aan dit ongeluk
terugdachten.
De instorting is geschied in de Mariakapel. In
1926 ni. is de kerk uitgebreid met twee zijvleu
gels, de Mariakapel en de St. Jozefkapel. Ter
plaatse vertelde men, dat de muren van de Ma
riakapel zouden zijn gescheurd, hetgeen op een
verzakking wijst. De monumentale in Gothischen
stijl gebouwde kerk is in 1791 opgericht en is
nog zeer hecht en sterk. De toren werd in 1860
bijgebouwd. De Zeer Eerw. Pastoor P. J. L. M.
Goulmy heeft onmiddellijk last gegeven het
kerkgebouw te sluiten, opdat verdere ongeluk
ken zouden worden voorkomen. De instortin
gen hebben zich echter niet herhaald.
Verschillende geestelijke en wereldlijke auto
riteiten waren op de plaats des onheils aan
wezig, ten einde zich van den stand van zaken
op de hoogte te stellen. De kerk mocht echter
niet worden betreden. Burgemeester v. d. Broek
van Den Dungen kon wegens ziekte niet aan
wezig zijn. De parochie is door het gebeurde be
grijpelijkerwijze ten zeerste gedupeerd, daar de
kerk buiten gebruik is gesteld. De kerkgangers
voor de Hoogmis vonden de kerk gesloten en
moesten zich naar St. Michielsgestel begeven.
De schade, welke zeer aanzienlijk is, kan nog
niet worden geschat. Naar de oorzaak wordt
een diepgaand onderzoek ingesteld.
en verkoudheid DIRECT
behandelen! Wrijf in me#.
Na lange achtervolging met een
auto gearresteerd
Zaterdagavond zagen eenige jongelui in de
Burgemeester Bletzstraat te Weesperkartpel, hoe
een verdacht uitziende man bijzondere belang
stelling aan den dag legde voor de fietsen, welke
vóór een kruidenierswinkel waren neergezet.
Even later zagen zij, hoe de man inderdaad een
der beide fietsen wegkaapte en zich ermee ver
wijderde. Onmiddellijk werd de heer M., die over
een zeer ruimen auto beschikt, gewaarschuwd en
nu toog men gezamenlijk naar den rijksveld
wachter, om diens tusschenkomst in te roepen.
Vanzelfsprekend had echter de zwijntjesjager
reeds een grooten voorsprong gekregen, omdat
men eerst nog de# gemeente-veldwachter een
bezoek had gebracht, die echter niet thuis was.
Intusschen hadden zich nog meerdere jongelui
als getuigen aangemeld en de animo voor de op
handen zijnde jacht was zóó groot, dat de auto
tenslotte met acht personen bemand was.
Zoo ging het nu in flinke vaart langs het
Weesper Zandpad en alle inzittenden tuurden
verlangend uit naar den rijwieldief, die echter
nergens te vinden was. Men kwam in Diemen;
informeerde hier en daar onder opgave van het
signalement van den rijwieldief en vernam, dat
hij in de richting Amsterdam verdwenen was.
Dan maar den Hartveldscheweg op, vervolgens
langs de Weesperzijde, maar nog steeds was de
achtervolgde dief niet te vinden.
Bij de Duivendrechtsche brug werd de rijksweg
naar Abcoude ingeslagen; Duivendrecht werd ge
passeerd en zoo kwamen de acht achtervolgers
aan den Bijlmer, waar ten lange leste de ge
zochte fietser werd achterhaald. Daar de getui
gen den man zeer postief als den dader aanwe
zen, nam de rijksveldwachter hem in verzekerde
bewaring. Het bleek te zijn een zekere T., die
langs de huizen pleegt te venten. De man was
in beschonken toestand, veroorzaakt door het
drinken van spiritus, waaraan hij zich nu en
dan schuldig maakt. Voorloopig werd hij in een
der politiecellen van het Weesperkarspelsche ge
meentehuis opgesloten, waar burgemeester W.
J. A. C. Bins hem Zondag een verhoor afnam.
Na overleg met den Officier van Justitie te Am
sterdam, werd T. voorloopig op vrije voeten ge
steld.
Het stoffelijk overschot van den heer Tissot,
een der vier personen, die om het leven geko
men zijn bij het verongelukken van het Waco-
vliegtuig bij Senlis, is thans naar Den Haag ver
voerd.
Het is nog niet bekend, wanneer de teraarde
bestelling zal plaats hebben.
36 jaar militaire dienst
Zaterdag is voor het front van de troepen van
het vierde regiment Infanterie te Leiden de
gouden medaille voor 36 jaar trouwen dienst
uitgereikt aan den sergeant-majoor-administra
teur M. van Kooij.
Verdachte door het Bossche Hof
vrijgesproken
Het gerechtshof te Den Bosch heeft van
daag arrest gewezen in de strafzaak tegen
den melkslijtersknecht K te Amstelveen,
verdacht van brandstichting in de woning
van zijn baas.
Het Hof heeft den verdachte conform
den eisch van den procureur-generaal vrij
gesproken.
Verd. is in alle instanties verdedigd door
mr. M. Schorlesheim.
Op 17 December 1933 brak te Amstelveen
brand uit bij den melkslijter G. in de Oude-
kerkerlaan. Verdacht van die brandstichting
werd gearresteerd de inwonende knecht van G..
n.l. K. Deze ontkende hardnekkig de brand
stichter te zijn, doch verklaarde voor de vierde
kamer der Amsterdamsche Rechtbank, dat hij
wel wist, wie het was, maar geen namen durfde
noemen. Hij werd toen veroordeeld tot twee
jaar wegens brandstichting en wegens diefstal
van een geldkistje met f 300, waarvan G. aan
gifte wegens diefstal had gedaan.
Voor het Hof te Amsterdam in hooger be
roep verklaarde K., dat G. de heele zaak op
touw had gezet, dat er nooit een kistje met
f 300 was geweest, en dat de brand was ge
sticht door den caféhouder C., die van G. daar
voor f 150 had ontvangen. Hij, K„ had niet zelf
den brand gesticht en heeft ook nooit iets
daarvoor ontvangen. Niettemin werd het vonnis
tegen K. bevestigd, en hij werd wederom ver
oordeeld, thans tot 1% jaar. Het Hof sprak
hem vrij van diefstal.
Daarop vroeg K. revisie aan. De Hooge Raad
gelastte een nieuw onderzoek, dat leidde tot de
arrestatie van G. en den caféhouder C. G. be
kende dadelijk, dat hij de zaak in scène had
gezet en dat hij nooit een geldkistje met f 300
had gehad. Ook erkende hij te weten, dat C.
den brand had gesticht, deze bleef echter ont
kennen.
Voordat G. en C. terecht zouden staan, heeft
de Hooge Raad de revisie behandeld en den
knecht in vrijheid gesteld onder opschorting
van het tegen hem gewezen arrest en de zaak
K. verwezen naar het Hof in Den Haag.
Het Haagsche Hof heeft de behandeling laten
rusten, totdat de zaken G. en C. in gewijsde
waren gegaan. G. werd door de Amsterdamsche
rechtbank tot negen maanden veroordeeld en
berustte. De caféhouder werd eveneens ver
oordeeld, ging in appèl, doch werd door het
Amsterdamsche Hof vrijgesproken.
Na de vrijspraak van C. kwam de zaak weer
voor het Haagsche Hof, waarnaar de Hooge
Raad deze zaak had verwezen, nadat hij K. in
vrijheid had gesteld. Het Haagsche Hof had
te beoordeelen of het Hof te Amsterdam K. al
dan niet terecht had veroordeeld. Het meende,
dat hij wèl schuldig was aan de brandstichting
en gelastte, onder bevestiging van het arrest
van het Amsterdamsche Hof, tegen K. gewezen,
alsnog de tenuitvoerlegging van de resteerende
door hem nog te ondergane straf.
Van dit arrest ging K. in cassatie bij den
Hoogen Raad, betoogende, dat uit hetgeen na
alle voorafgaande instanties was gebleken, geen
feiten waren komen vast te staan, waaruit
bleek, dat hij de eigenlijke brandstichter was.
Hoogstens waren medeplichtigheidshandelingen
gebleken, doch hem was in dc oorspronkelijke
dagvaarding alleen brandstichting en geen
medeplichtigheid ten laste gelegd. En daar de
allereerste dagvaarding tegen den knecht de
basis van de veroordeeling moest zijn, had het
Hof in Den Haag hem moeten vrijspreken. De
Hooge Raad nam dit cassatiemiddel aan, ver
nietigde het arrest van het Hof in Den Haag
en verwees de zaak naar het Hof in Den Bosch,
om daar te worden afgedaan op basis van de
oorspronkelijke dagvaarding. De zaak is daarop
op 11 Januari voor het Hof in Den Bosch be
handeld.
De wielrijder J. Gerritsen uit Zwanenburg,
die op 14 Januari j.l. bij een autobotsing op den
Haarlemmerweg te Halfweg van het rijwielpad
werd geslingerd en ernstig gewond naar het
Juliana-Ziekenhuis te Amsterdam werd over
gebracht, is aldaar aan de bekomen verwon
dingen overleden.
In dertig jaren niet zulk zwaar
weer voorgekomen
En verband met den lagen waterstand,
waardoor de rijksveerboot ,,Brakzand'' niet
van Oostmahorn kan vertrekken, vernemen
wij nader, dat op Schiermonnikoog een storm
achtige sneeuwjacht uit het Zuid-Oosten
heerscht, als gevolg waarvan geen vloedstroom
doorkomt.
Volgens mededeelingen van de getij waar
nemers is in dertig jaar zulk zwaar weer niet
voorgekomen. De passagiers van de „Brak-
zand" zijn naar hun haardsteden teruggekeerd.
De Zusters van de Congregatie der „Dochters
van Maria en Joseph" te 's-Hertogenbosch zijn
voornemens op midden-Java, in de Apostolische
Prefectuur van Poerwokerto, een doofstommen-
instituut te openen.
Voor een waarde van bijna f 20.000
weggehaald
Ten huize van de familie J. R. aan de Van
Aerssenstraat no. 34 te Den Haag is tijdens
korte afwezigheid van de bewoners ingebroken.
Toen de heer K. 's avonds thuis kwam, be
merkte hij, dat iemand door verbreking
van een ruitje uit de voordeur zich den toe
gang tot het huis moest hebben verschaft en
dat op de slaapkamer op de eerste verdieping
een kast was doorzocht.
Bij nader onderzoek bleek hem, dat een
trommeltje met effecten ter waarde van
ongeveer f 18.000.werd vermist. Boven
dien was voor ongeveer f 1.000.aan sie
raden (ringen, juweelen, broches en een
collier) gestolen.
Onmiddellijk werd aangifte gedaan bij de
politie, die direct daarop haar onderzoek in
stelde. Hoewel van den dader nog geen spoor
sindsdien te vinden is, wijst toch wel alles er
op, dat men te doen heeft met een geval waar
bij de inbreker getoond heeft in zijn vak er
varing te bezitten.
De vermiste aandeelen zijn: 8 stuks Mis
sion Corp. gedateerd 15 Maart 1935 052130,
41 aandeelen Standard Oil Company 23
Mei 1934 s/c 62063, 75 aandeelen idem 21
Januari 1935 s/c 65311 en 41 aandeelen
idem 19 Januari 1932 s/c 31834.
Reddingsboeien verloren
Het Nederlandsche s.s. „Albireo", op de reis
van Rotterdam naar Rio de Janeiro, heeft door
het stormweer eenige reddingsboeien verloren.
Alles is wel aan boord.
Telken jare vindt in Belgrado de plechtigheid van de waterwijding plaats,
waarbij de patriarch der Servisch-orthodoxe kerk met veel ceremonieel een kruis
in de Save werpt
Van ouds hebben beide landen de
zelfde belangen in het Verre
Oosten
Voor den Phohi-zender te Hilversum heeft de
haar Charles M. Morrell, secretaris van het te
Londen gevestigde Netherlands and Netherlands
Indies Information Bureau, een causerie gehou
den, getiteld „Anglo-Duteh Relations".
Spr weidde uit over den historischen achter
grond, waaruit de tegenwoordige vriendschap
tusschen Engeland en Nederland is ontstaan,
een vriendschap welke de bestaande economi
sche samenwerking, speciaal in kwesties welke
het Verre Gasten betreffen, heeft mogelijk ge
maakt.
Naar schatting is Britsch kapitaal ten bedrage
van honderd millioen pond sterling in Neder-
landsch-Indië belegd, dat onder de open deur
politiek op voet van gelijkheid met het Neder
landsche kapitaal is toegelaten. Een nog ster
kere vorm van samenwerking vormen de pfo-
ducten rubber en thee, -waarvan bijna de geheele
wereldproductie uit Britsch en Nederlandsch ge
bied afkomstig is. Britsche en Nederlandsche
vertegenwoordigers dezer industrieën hebben
met den steun hunner regeeringen internationale
rationalisatieplannen opgesteld om de produc
tie te regelen en verliezen tegen te gaan.
Een ander voorbeeld van goede economi
sche betrekkingen tusschen Engeland en
Nederland is te vinden in hun samenwer -
king op luchtvaartgebied, speciaal op den weg
naar het Verre Oosten. Men schijnt soms te
meenen, aldus de heer Morrell, dat de K.
L. M. en de Imperial Airways altijd vechten
als kat en hond. Niets is meer bezijden de
waarheid. De K.L.M. gebruikt de vele Brit
sche vliegvelden op de róute tusschen Cairo
en Singapore en de dochtermaatschappij der
Imperial Airways, Quantas, heeft de vlieg
velden in Nederlandsch-Indië tusschen Sin
gapore en Australië tot haar beschikking.
Maar het oudste en grootste punt van over
eenkomst tusschen de twee wereldrijken is wel
licht wel de scheepvaart. Sinds eeuwen zijn de
Engelschen en Hollanders de groote zeevarende
naties der wereld en beiden hebben respect voor
elkanders prestaties ter zee in het verleden en
het heden.
De heer Morrell memoreerde het bezoek van
dr. W. de Vlugt, den burgemeester van Amster
dam, aan Liverpool in 1930 en zeide, dat met
uitzondering van de Britsche Dominions en de
Vereenigde Staten, men in Engeland geen over-
zeesch volk minder vreemd beschouwt dan het
Nederlandsche.
De Nederlandsche gezant in Londen, Z.Exc.
jhr. P. de Marees van Swinderen, is de personi
ficatie der Engelsch-Nederlandsche vriendschap.
De heei Morrell besloot zijn toespraak met
in 't Nederlandsch zijn Hollandsehen vrienden
zoowel in Nederland als in Indië, zijn groeten
over te brengen.
In Moskou is het Trotzkisten- of Terroristen
proces begonnen tegen Karei Radek, gewe
zen hoofdredacteur van de Iswestia, Sokol-
nikof, voormalig Russisch gezant in Londen,
Piatakof, vroeger volkscommissaris voor de
zware industrie en veertien andere bolsjewisti
sche leiders van kleiner politiek postuur. Het
is een soortgelijk proces als dat in Augustus
van het vorige jaar wterd gehouden tegen Sl-
noa'jef cum suis en dat eindigde met de ter
dood veroordeeling aller beschuldigden. Everjals
toen verklaren alle beschuldigden zich zelf als
schuldig. Radek heeft zelfs vier uur lang „be
kentenissen" afgelegd, zooals officieel uit Rus
land wordt gemeld. Zonder twijfel zullen ook
thans alle beklaagden ter dood worden veroor
deeld. Radek zinspeelde op cynische wijze reeds
daarop, toen de officier van justitie hem vroeg,
of hy het Wetboek van Strafrecht kende.
Radek antwoordde: „Ik ken het wetboek
niet." De officier: „U zult het na afloop van
het proces wel leeren kennen." Radek: ,,Dan
zal ik het niet erg lang kennen." Deze scène,
even luguber als geestig, doet herinneringen op
rijzen aan het proces, dat Robespierre tijdens
het schrikbewind der Fransche revolutie voerde
tegen Danton, Desmoulins en dertien andere
Dantonisten. Evenals Radek nu optreedt tegen
Stalin, den Robespierre van Rusland, zoo hield
Danton zijn laatste dreunende redevoeringen
vol hartstocht en haat tegen Robespierre, den
Onkreukbare, den bloedigen dictator. Danton
stond voor het revolutietribunaal, dat hij zelf
in het leven had geroepen bij het begin der
Septembermaanden. Dit tribunaal veroordeelde
hem en zijn dertien medebeklaagden ter dood.
Ook Radek cum suis staat nu voor het revolu
tietribunaal, waaraan hij zoovelen heeft over
geleverd. Ook hij was een der hoofdschuldigen
aan de massamoorden, door de bolsjewisten
onder Lenin en Trotzki gepleegd. De revolutie
dat bewijst de historie altijd opnieuw
vreet haar eigen kinderen op. De oude bolsje
wistische leiders worden meedoogenloos door
Stalin opgeruimd. Wij hebben ons niet te be
moeien met de politieke binnenlandsche toe
standen van Rusland. Dit geldt ook voor het
proces-Radek. Maar er zijn twtee kanten aan,
die de volle belangstelling waard zijn: de acte
van beschuldiging en de haat, waarmede de
vroegere vrienden worden vervolgd.
De acte van beschuldiging werpt den be
klaagden voor, dat zij samengezworen
hebben met Trotzki, om het tegenwoor
dige Sovjetbewind ten val te brengen, dat zij
gepoogd hebben om het kapitalistische systeem
weer in Rusland in te voeren en dat rij lands-
verraad hebben gepleegd door onderhandelin
gen te voeren met Duitschland en Japan en
door aan deze mogendheden Russische gebieden
aan te bieden, aan Duitschland de Oekraine en
aan Japan het Amoergebied.
Voorts zouden ze aan Japan de beschikking
hebben aangeboden over de petroleum van Sa-
chalin en over voldoende olie voor het geval
van een oorlog met Amerika. Duitschland zou
den zij hebben beloofd, dat het niet zou worden
tegengewerkt bij de verovering der Donau-
en Balkanlanden. Japan zou dezelfde verzeke
ring hebben gekregen ten opzichte van China.
Het geheele plan zou afkomstig zijn van Trotzki
en vooral Radek zou op duivelachtige, Machia
vellistische wijze de uitvoering van dit plan
hebben voorbereid. Zooals gezegd, bekennen
Radek en de zijnen ruiterlijk, dat zij schuldig
zijn. Of ze op een of andere magische of realis
tische wijze tot hun bekentenis gebracht zijn,
weten we niet. Alleen Trotzki, die thans min
of meer veilig, in ieder geval zwaar bewaakt
in het half bolsjewistische Mexico vertoeft,
ontkent alles, beweert dat aan de heele be
schuldiging niets waars is en dat hij na 1923,
nooit meer in verbinding heeft gestaan met
Karei Radek, die voor hem was gebleken een
man te zijn, „die nooit zijn mond kon houden".
Geen buitenstaander kan op het oogenblik uit
maken, wat in de acte van beschuldiging op
waarheid berust. Sokolnikof bekent, dat hij en
Trotzki met den plaatsvervanger van Hitier,
Rudolf Hess, hebben onderhandeld. Het doel
was Trotzki met Duitsche hulp aan het hoofd
der Russische regeering te brengen. Trotzki
zou dan als wederdienst een gunstiger houding
tegenover Duitschland aannemen en met de
Duitsche regeering samenwerken op internatio
naal gebied. Dat doel had bereikt moeten wor
den op de eerste plaats door terreurdaden te
gen de leiders der communistische partijen der
Sovjetregeering. Het zal wel aan de toekomstige
geschiedschrijving overgelaten moeten worden
aan te toonen, in hoeverre dit alles waarheid of
verzinsel is geweest. Wij, de nu levenden, kun
nen bij gemis aan betrouwbare gegevens niet
oordeelen.
De haat tegen de Trotzkisten, die in de of-
cieele Russische pers tot uitdrukking
komt, is moeilijk te karakteriseeren. Deze
haat gaat schier boven menschelijk begrip. Met
het oog op het afstand doen van gebieden,
waartoe de Trotzkisten bereid zouden zijn ge
weest schrijft de Iswestia: „Zelfs de fascisten
zouden er nimmer toe bereid zijn een deel van
hun land aan buitenlanders af te staan en
juist dit wilden de stinkende Trotzkisten-bees-
ten." Het blad noemt Sokolrflkof een „ster-
schurk" en Radek een „ster-worm". Woede en
haat voeren de Iswestia zelfs op de glibberige
paden der beeldspraak van de hoogere journalis
tiek. Luistert u maar: „Radek is een kronke
lend, huichelachtig en wellustig reptiel, een gif
tige Trotzki-slang, die zijn giftanden achter zijn
beminnelijken glimlach verbergt. Zijn leven
lang heeft hij tegen Lenin gestreden en hem
meermalen gebeten; als een worm heeft hij aan
den machtigen eik van den Sowjetstaat gevreten,
tal van malen heeft hij op bevel zijn kleur ver
anderd en kroop diep onder den grond, waar hy
zyn contra-revolutionnaire spinnewebben heeft
gevlochten om ons volk en ons vaderland te
verraden en te verkoopen." (sic.) Dezelfde
„stinkende Trotzkisten-beesten" behoorden nog
niet lang geleden tot de hoogste bolsjewistische
leiders. Thans tracht de Russische pers te be
wezen, dat zy als Trotzkisten-samenzweerders
een „verachteiyken staat van dienst" achter
den rug hebben.
Hun lot is zonder twh'fel reeds bezegeld. Ein
de Augustus van het vorige jaar werden Sinow-
jef en zestien medebeschuldigden tegen den
muur gezet en doodgeschoten. Thans zullen
Radek, Sokolnikof, Piatakof en veertien ande
ren hetzelfde lot ondergaan. De sombere triom
fator in het Kremlin, Stalin, kent geen gra
tie. Evenmin als Robespierre tegenover Danton
en de zijnen. Maar ook aan de terroristische al
macht van Robespierre kwam een einde. Ook
hy stierf onder de guillotine.
Sir Henry Deterding, de Koninklijke
Olie-magnaat, heeft volgens van
zijn zijde verstrekte in- en toelich
tingen met zijn tien-millioenen-plan de
bedoeling gehad ons land een weldaad
te bewijzen. Aan deze eerlijke bedoeling
behoeft niet bij voorbaat getwijfeld te
worden, zeker niet bij een man als Sir
Henry, die reeds vroeger door belangrij
ke schenkingen aan musea getoond heeft
niet van een zekere burgerdeugd, een
zekeren gemeenschapszin gespeend te
zijn. Het heette, dat hij voor een bedrag
van tien millioen agrarische overschot
ten in Nederland wilde opkoopen om ze
in Duitschland, dat aan agrarische en
zuivel-producten groote behoefte heeft,
maar wegéns deviezen-gebrek deze niet
in het buitenland in voldoende mate
kan koopen, weder te verkoopen. Zoo
wilde Sir Henry verschillende vliegen in
één klap van tien millioen slaan. Hij
zou zijn vaderland een onschatbaren
dienst bewijzen door het van zijn be
trekkelijk waardelooze en onverkoopba
re overschotten tegen de geldende
marktprijzen af te helpen, hij zou
het land van zijn nieuwe inwoning
Duitschland gelegenheid bieden de te
korten aan agrarische producten aan te
vullen en de „Winterhilfe" een extraatje
bezorgen terwijl hij bovendien op die
wijze aan een verbetering der betrekkin
gen tusschen beide landen, welke eco
nomisch min of meer op elkaar zijn aan
gewezen, zou medewerken.
Heel dit plan klonk echter velen in
de ooren als een sprookje, dat te schoon
is om waar te kunnen zijn. Sommigen
verzekerden, dat de onverkoopbare
overschotten in Nederland juist uit die
producten bestonden, waarvan Duitsch
land zelf reeds te veel heeft, anderen
beweerden, dat met het wegwerken van
overschotten het economisch leven van
Nederland nauwelijks duurzaam gebaat
zou zijn en dat heel het plan slechts de
bedoeling zou hebben om Duitschland,
het vaderland van Sir Henry's nieuwe
echtgenoote, terwille te zijn. Ja, er wa
ren er zelfs die achter deze opzienbaren
de geste van Deterding oliebelangen
meenden te kunnen ruiken, of politieke
motieven zochten. Ook meenden enke
len, dat dit gebaar van Sir Henry Ne
derland duur te staan zou kunnen ko
men, omdat zij vreesden, dat de prijzen
op de binnenlandsche markt daardoor
zouden gaan stijgen, terwijl men in be
paalde kringen zich afvroeg, of het niet
vaderlandslievender zou zijn geweest de
magen van hongerige werkloozen in het.
eigen land met de overschotten te vul
len dan de magen der Duitschers, die op
last van den vier jaren-plan-dictator
meer smaak in kanonnenstaal dan in
boter moeten hebben. Liet in Nederland
dus de critiek op de „weldaad" van De
terding voor hem vrijwel alles te wen-
schen over, in Duitschland zwegen de
officieele kringen over deze ongevraagde
dienstverrichting met een opzettelijk
lijkende hardnekkigheid. Voelde Duitsch
land zich beschaamd over deze aalmoes,
die zijn armoede duidelijk aan het licht
bracht? Of was het nog niet vergeten,
welke rol Deterding tijdens den wereld
oorlog als olieleverancier van de Gealli
eerden heeft gespeeld?
Hoe dit alles ook zij, het was voor Sir
Henry Deterding niet aangenaam,
dat hij zoo weinig waardeering en
zooveel critiek oogstte nu hij de rol van
lord Nuffield wilde spelen tot zegen van
Nederland èn Duitschland tegelijk. Het
Utrechtsch Dagblad wist dezer dagen
zelfs te melden, dat Sir Henry zóó ver
toornd was over de wijze, waarop men in
Nederland zijn daad heeft begroet en
gecommentarieerd, dat hij na Februari
1937 van plan zou zijn de massale aan-
koopen naar het buitenland, b. v. Dene
marken en Nieuw-Zeeland te verplaat
sen. Dit bericht is echter weer tegenge
sproken. Sir Henry zou wel in hooge mate
ontstemd zijn, doch zijn mentaliteit zal
zich in het geheel niet leenen tot een
dergelijk antwoord op een dergelijke cri
tiek. Van een man met een zoo groote
reputatie als Sir Henry hadden wij ook
niet minder grootmoedigheid verwacht.
Immers wie weldoet, moet niet omzien.
De grootheid en de verdienste van een
weldaad worden al heel klein als zij al
leen verricht wordt om lof en dank en
eer te oogsten, maar zij kan heldhaftig
worden, wanneer zij met ondank wordt
beloond. Sir Henry is genoeg man van
de wereld om te weten, dat ondank nu
eenmaal 's werelds loon is en hij heeft in
zijn leven zooveel critiek moeten door
staan, dat het al heel onwaarschijnlijk
zou zijn, wanneer hij er nu plotseling
niet meer tegen zou kunnen. Bovendien
zouden door een verplaatsen van de aan-
koopen naar het buitenland de monden
van hen, die hem allerlei minder fraaie
bijbedoelingen meenen te moeten toe
schrijven, eerst recht en dan met meer
zichtbare reden aan het knaagwerk kun
nen gaan.
Sir Henry met zijn tabakspijp a la den
niet minder bekenden Popeye the Sailor
verheft zich, zij het dan ook ontstemd,
boven de ondankbare critiek en doet zelfs
hun wèl, die het zich niet gedaan willen
wezen. Dat kan als olie op de golven of
op het vuur der critiek werken, maar
in ieder geval stapelt Sir Henry gloeiende
kolen op het hoofd van de morrende boe
ren, die net als hun 'Duitsche collega's
meer kool bezitten dan er gestoofd kan
worden.
9*
NIJMEGEN. Cand.-ex. rechten C. Hoogewee-
gen Den Haag en mej. J. Oltheten, Tilburg,