Wijziging der Grondwet in bespreking l Octrooi der Ned. Bank Mr. GOSELING REEDS AAN HET WOORD (4&siaag.d HET AVONTUUR ROND SYLVIA WOENSDAG 27 JANUARI 1937 TWEEDE KAMER »Doel is: ons Staatsbestel beter te doen aanpassen aan de be hoeften der nieuwe samenleving" De nuttige kanten De schakel ontbrak Overbodig en gevaarlijk Wat ds. Lingbeek betreurt EERSTE KAMER De Eerste Kamer heeft het wets ontwerp tot verlenging en wijziging aangenomen Tunnel te Rotterdam Muzieknieuws INDISCHE GASTEN TE GOOR Twee fabrieken bezocht Te Epe HET PRINSELIJK HUWELIJK De academische zitting te Nijmegen Raad keurt het voorstel goed Nationaal Luchtvaart museum Vast staat dat het gevestigd zal worden op Schiphol EXPORT VAN LANDBOUW PRODUCTEN Pleidooi voor minder centralisatie Hr. Ms. O. 16 Door drijfriem gegrepen Jongen aan den dood ontsnapt Een nieuwe Japansche gezant Kazue Kuwashima naar Den Haag DE SCHIETPARTIJ IN DE RESIDENTIE Verdachte vrijgesproken COIN VERS IELEEN ING ROTTERDAM GENERAAL PFEIFFER OVERLEDEN Kerk te Dungen Het Godshuis weder in gebruik gesteld Verdwijnt Mussert's krant? BEGRAFENIS VAN PILOOT A. R. SOMER Morgenmiddag te Stadskanaal WEER VERBINDING MET SCHIERMONNIKOOG JAN KIEPURA IN KRYNICA Tentoonstelling van huwelijks geschenken Geen audiëntie UIT DE STAATSCOURANT Belastingen DEN HAAG, 26 Januari. Terwijl daarbuiten op het intiem schoone Binnenhof, waar de eeuwen Verstild liggen, een donzige vacht sneeuw alle geluiden nog dieper dempt, zijn in 's lands vergaderzaal de Tweede Kamerleden frisch en monter teruggekeerd van een wel verdiend reces na de vermoeiende begrootingsdebatten begonnen een nieuw hoofdstuk toe te voegen aan de geschiedenis onzer staatsin richting: de algemeene beschouwin gen over de Grondwetsherziening- 1937 zijn ingezet. Groote aandacht bestond er in de Kamer 'oor de korte, kernachtige en krachtige rede, daarmede mr. GOSELING de algemeene be schouwingen over de voorstellen tot Grond wetsherziening opende; de katholieke spreker Constateerde, dat er voor deze herziening in derdaad geen laaiende geestdrift heeft bestaan; het voorloopig verslag begint dan ook zeer in •dineur; het verschil in beoordeeling is echter een kwestie van smaak, dit verschil ligt dieper. Voorop staat, dat de komende verkiezingen diet zullen staan in het teeken van wat de Cesuitaten dezer herziening zullen zijn. Zal intusschen alles in orde zijn, indien de aanhangige voorstellen worden aangenomen? ^Preker was van oordeel, dat de regeering haar taak veel te beperkt had opgevat: zij had door een commissie van deskundigen op het terrein van theoretisch en praktisch Staatsrecht moeten doen onderzoeken, in welk °Pzicht de Grondwet meer fundamenteele wij- tiging zou hebben behoefd. Wat was er dan te onderzoeken? De huidi- 8e Kamervoorzitter heeft daar in 1933 in de hiamer reeds antwoord op gegeven: groote lü- Ceti zouden moeten worden getrokken, waar- 'ahgs de reactie tegen het individualisme zich voortbewegen; wij moeten op weg naa>- herstel van de maatschappelijke orde; er moet ko men een geest van saamhoorigheid, ook op staatkundig gebied. De Staatscom missie heeft in korten tijd uitste kend werk ver richt, doch zij kon haar taak niet vervullen, zooals prof. Aalberse die Indertijd bedoel de, als gevolg daarvan is de theorie1937 niet of niet voldoen- Mr. Goseling 'k gehoord; het naar buiten waarneembare Resultaat van een meer fundamenteelen ar- cid is er in ieder geval niet. ®n hieraan was juist nu sterke behoefte 8eWeest De regeering is geroepen, de groepen van ons y°Dc gezamenlijk tot bezinning en overleg te rengen; vele politieke partijen hebben naar- Atig deel genomen aan den fundamenteelen Arbeid, maar de schakel, welke sinds 1933 had hioeten dienen, ontbrak. Zaast bezinning is er echter tevens gezon- ?e fantasie, een vooruitzien noodig; ook hier in is men tekort geschoten; in de vier jaren 'bds 1933 zijn de verschijnselen, welke dui- "jcti op groote historische gebeurtenissen, toch duidelijker geworden. Dpenbare besprekingen over deze materie 2l)llen haar nut hebben o.a. om de bewering lah z.g. hervormers tegen te gaan, dat alles ^dlcaal anders moet worden en dat het par- c>hentalre stelsel niet geschikt is voor groote Vctanderingen; duidelijk moet thans blijken, dat het er om gaat, bepaalde fundamenten van ons Staatsbestel te handhaven en te verster ken; wij zijn tegen alle staatsabsolutisme; de vrijheden van ons volk moeten worden be schermd. Nog meer nuttige kanten zijn er aan' deze openbare besprekingen: formeel gaat het om de Grondwets wijziging, maar het doel is: ons Staatsbestel beter te doen aanpassen aan de behoeften van de nieuwe sa menleving. Onze soepele Grondwet laat vele nuttige wijzigingen toe; mr. Goseling wees hier op de verhouding tusschen Rijk en gemeenten, de aanvulling van het wetboek van strafrecht in verband met revolutionnaire volksvertegen woordigers, het vereenigingsrecht en de voor bereiding van openbare lichamen met verorde nende bevoegdheid. Na de Grondwetsherziening zal het ka binet waakzaam en werkzaam moeten blij ven om tijdig voorzieningen te treffen, om leiding te geven by het voortschreden van de groote maatschappelijke verschijnselen, de meer genoemde groote historische ge beurtenissen. Wat betreft de voorgestelde niet-wijziging van art. 7 (vrijheid van drukpers), kon de heer Goseling zich wel vereenigen met de zienswyze der regeering. Vervolgens komende tot bespreking der z.g. Machtigingswet, was spr, het niet eens met de regeering, die de delegatie van bevoegdheid overbodig en gevaarlijk noemde; het zal nood zakelijk zijn, het vraagstuk van wat men het Staatsnoodrècht zou kunnen noemen, nog eens nader te bezien. De beteekenis van de kwestie der door de regeering niet gewilde Kamer voor de bedre ven ligt voor spreker in de gedachtenwisseling daarover; de katholieke amendementen heb ben ten doel, standpunten duideiyk uiteenge zet te krijgen. Naderhand zal er dan kunnen komen vast legging van klare begrippen, op welken onder grond vormen van nieuwen uitbouw kunnen ontstaan. De Herv. Ger. dominé LINGBEEK vond deze Grondwetsherziening eigenlijk heelemaal geen aardigheid meer, omdat er geen voorstel bij is, dat de Koning den Hervormden godsdienst moet beiyden, omdat er geen maatregelen wor den voorgesteld tegen Roomsche overheer- sching, omdat de Hervormde godsdienst niet tot Staatsgodsdienst zal worden verheven, om dat alle staatsscholen geen scholen met den bybel zullen worden, omdat Nederland niet tot een protestantsche natie zal worden gemaakt. De leider de S. D. A. P.-fractie, de heer AL- BARDA, maakte het al bijzonder kort: hij achtte de voorstellen ook van weinig beteeke nis het deed hem deugd, dat het drukpers- vrü'heid-artikel niet gewyzigd zou worden, maar hij ontkende in tegenstelling met den christeiyk hlstorischen heer Rutgers van Ro zenburg dat het ongewyzigde artikel toch het recht zou geven uitgaven tijdelijk te beletten. Hü betreurde het, dat geen vaste schadeloosstelling voor de Eerste Kamerleden werd voorgesteld, en hij voelde wel wat voor een Kamer voor het bedryfsleven, maar dan niet als Kamer der Staten-Generaal, die als vertegenwoordiging van het heele volk het gemeenschappelijk belang hebben te beharti gen, terwijl een bedryvenkamer toch voorna- meiyk groepsbelangen zal hebben voor te staan. De heer VERVOORN, de plattelander, had ge- wenscht, dat er een organisch kiesrecht zou zijn voorgesteld en dat het eigendomsrecht be ter zou worden gewaarborgd tegen onteigening; aan ministers zonder portefeuille, waaraan de regeering haar voorkeur schenkt, had hij geen behoefte. Te ruim half vijf de voorzitter wilde de leden op dezen eersten dag na het reces biyk- baar nog sparen ging de Kamer tot Woens dag uiteen. groot succes te Amsterdam en Den Haag con certeerde, zal onder dezelfde auspiciën weder om een toumée door ons land maken en o. a. te Hilversum concerteeren op Maandag 8 Februari, Dinsdag 9 Februari in het Muziek-Lyceum te Amsterdam en Woensdag 10 Februari in Pulchri Studio te Den Haag. De Eerste Kamer heeft Dinsdagavond be handeld het wetsontwerp tot verlenging en wü- ziging van het aan de Ned. Bank verleende octrooi. De heer DE MARCHANT ET D'ANSEM- BOURG (N.S.B.) herinneit aan de motie-Teu- lings in de Tweede Kamer en aan de opmerking van den minister, dat een verder gaande wüzi- ging der bankwet thans niet noodig zou zyn wegens de benoeming eener desbetreffende Staatscommissie. Spr. is het hiermede niet eens. Hy ziet hierin een liberaal beleid, dat hij af- wyst. Doch als men die commissie spoedig in stelt, is deze wet niet logisch. De kwestie zal dan toch binnenkort principieel worden behan deld. Spr. is verwonderd over de houding van de R. K. Staatsparty ten deze in de Tweede Ka mer. Na de devaluatie acht spr.strenger toe zicht van de regeering noodig. De minister van Financiën, de heer OUD, hoort van den spreker crltiek op de houding van een der politieke partijen in de Tweede Kamer. Spr. heeft daarvoor niet op te komen. Wat spr. betreft, beter had hy het gevonden, als de afgevaardigde uiteengezet had, hoe het bankwezen w 1 moet functionneeren. zyn eigen standpunt heeft spr. in de verschillende stukken uiteengezet. De afgevaardigde schynt te denken, dat men alleen principieel is, als men met in grijpende wijzigingen komt. Men kan echter ook principieel zyn, door zyn standpunt te behou den. Overigens zal de Staatscommissie niet alleen de positie der Ned. Bank onderzoeken, doch het bankwezen in het algemeen. Spr. vertrouwt dat de commissie er spoedig zal zijn; overigens kan hy geen invloed oefenen op het werk der com missie. Komt zij tot belangrijke voorstellen, dan zal er wel eenige tijd mede gemoeid zijn. De continueering van het octrooi kan dus niet over te korten termijn gaan. Het parlement heeft er niet zonder meer over te beslissen. Intusschen doet het spr. genoegen dat dc heer De Marchant et d'Ansembourg in de anderhalf jaar, dat hij hier zitting heeft, de waarde van het parlement hooger heeft leeren schatten, niet alleen, doch zelfs is doorgesla gen tot overschatting. Hei wetsontwerp wordt z. h. st. aangenomen met aanteekening dat de beide N.S.B.-ers ge acht willen worden te hebben tegengestemd. De vergadering wordt gesloten. De pianist Franz Osbom, die onder auspiciën van de Ned. Cone. dir. J. Beek een tournée door ons land maakt, zal o.a. een Beethoven-recital te Amsterdam en Den Haag geven op resp. Za terdag 13 Februari in de kleine zaal van het Concertgebouw en Zondagmiddag 14 Februari in Diligentia. Het Grinke Trio, bestaande uit: Frederic Grinke (viool), Florence Hooton (violoncel) en Dorothy Manley (piano), dat verleden jaar met Dinsdag hebben eenige leden van de delegatie van Z. H. den Sultan van Djocjacarta een be zoek gebracht aan de Twentsche Stoombleekery en de N.V. Twentsche Katoendrukkerü te Goor. Het gezelschap arriveerde omstreeks elf uur in twee auto's uit Enschede, waar zij hadden ge logeerd. Het gezelschap bezichtigde eerst de verschil lende afdeelingen der N.V. Twentsche Stoom- bleekerij, waarbij zü hun grootste belangstel ling voor het bleek- en verf proces toonden. Na het bezoek aan de bleekerü begaven de Indi sche vorsteiyke gasten zich naar de N.V. Twent sche Katoendrukkerü, waar zij het drukkerij bedrijf bezichtigden. Ratoe Pambajoen, dochter van den Sultan, had hiervoor zeer bijzondere belangstelling. Dinsdagmiddag arriveerde de delegatie van den sultan van Djocjakarta per auto te Epe, komende uit Twente. Het hooge gezelschap ge bruikte de lunch ten huize van den heer J. C. A. de Kok, die vele jaren in midden-Java woonde en met den sultan en zijn familie zeer bevriend is. In den loop van den middag zouden de In dische gasten naar Den Haag terugkeeren, het zij per auto, hetzij per trein. Dit zou men van de weersomstandigheden laten afhangen. H. M. de Koningin zal zich Donderdag 28 jan. by cje universitaire plechtigheden in de R.K. Universiteit te Nijmegen naar aanleiding van het huwelijk van Prinses Juliana met Prins Bernhard, doen vertegenwoordigen door Haar kamerheer i. b. d. Jhr. mr. J. Th. M. Smits van Oyen. In een daartoe speciaal belegde vergadering heeft de gemeenteraad van Rotterdam Dins dag het voorstel tot aanleg van een tunnel onder de Maas en tot het treffen van een fi- nancieele regeling terzake met het rijk be handeld. Daarbij hebben de heeren Nivard, namens de rechtsche raadsfractie, en Dutilh eenige opmerkingen, in het büzonder naar aan leiding van de financieele regeling, gemaakt, welke wethouder Brautigam beantwoordde. Het voorstel werd z. h. s. aangenomen. Het aangenomen plan omvat den aanleg van een vierbanige tunnel onder de Maas van een totale rübreedte van 14 meter, bevattende een rijweg van 8 meter breed voor autoverkeer en een weg, voorloopig voor wielrijders en voet gangersverkeer bestemd, ter breedte van 6 me ter, een en ander met financieele regeiing met, het Ryk. De bouw van deze tunnel zal worden opgedragen aan een combinatie van aannemers, bestaande uit M. J. van Hattum's Havenwer ken N.V., W. Blankenvoort Czn. Aanr.emings- maatschappij, de N. V. Nederlandsche Aanne mingsmaatschappij voorheen Firma H. Boersma, de N. V. Christiani en Nielsen's Gewapend Be ton Maatschappij en de N. V. Internationale Gewapend Betonbouw, zulks voor een prijs, on der goedkeuring van den minister van Water staat nader overeen te komen tusschen B. en W. en genoemde aannemerscombinatie. Men schrüft ons: Hoewel nog geen definitieve mededeelin- gen kunnen worden gegeven, staat thans vast, dat het Nationaal Luchtvaartmuseum zal worden gevestigd op onze nationale luchthaven Schiphol, alwaar het in een passende en toepasselijke omgeving uitne mend op zijn plaats zal zijn en een groote aantrekking zal hebben voor de talrüke be zoekers. De gemeente Amsterdam werkt krachtig me de aan het tot stand komen der plannen, zoo dat thans binnen afzienbaren tijd de oplossing kan worden verwacht en thans het oogenblik gekomen is, waarop begonnen kan worden met het verzamelen van datgene, wat in het mu seum zou kunnen worden opgenomen. De Kon. Ned. Vereeniging voor Luchtvaart roept daarom allen, die meenen over voorwer pen te beschikken, die daarvoor in aanmerking zouden kunnen komen, op, om daarvan, met een korte omschryving dier voorwerpen, mede- deeling te doen aan het algemeen secretariaat dier vereeniging Anna Paulownaplein 3, 'sGra- venhage en daarbij te vermelden of, en zoo ja, onder welke voorwaarden, zij die zouden willen afstaan. Alles wat verband houdt met de his torische ontwikkeling van onze luchtvaart, komt in aanmerking om te worden opgenomen. De gemeente Amsterdam heeft den haven meester van Schiphol welwillend gemachtigd, dergeiyke voorwerpen desgewenscht nu reeds in ontvangst te nemen en voorloopig te doen op bergen. Een bericht of zij voor opname in aanmer king komen, zal zoo spoedig mogeiyk aan de eigenaars worden gezonden. De Kon. Ned. Vereeniging voor Luchtvaart hoopt, dat allen die mede kunnen werken aan dit nationale doel, het ook zullen willen doen en vertrouwt dat met die algemeene medewer king iets tot stand zal kunnen worden ge bracht, dat een blijvend monument zal vormen voor de historie onzer nationale luchtvaart. De Kamer van Koophandel voor Friesland heeft een adres gericht aan den Raad van Ministers, waarin zü haar vrees uitspreekt over de neiging .tot centralisatie, die by den export, vooral van agrarische producten valt waar te nemen. Wel is de Kamer ervan bewust, dat uit hoofde van de situatie in den vreemde van buitenlandsche zijde eischen kunnen worden gesteld, waaraan de Nederlandsche regeering tot op zekere hoogte zal dienen toe te geven, wil er iets voor onzen export worden bereikt. Wordt men gedwongen tot centralisatie over te gaan, dan is het rationeel, dat in de eerste plaats in dit centraal orgaan de organisaties van exporteurs worden ingeschakeld. De Kamer is echter van oordeel, dat centrali satie van den uitvoer zulke ernstige gevolgen voor onzen handel met zich brengt en de struc tuur zoodanig aantast, dat zy tot het strikt noodzakelijke beperkt dient te worden. Zü hoopt, dat de regeering in de toekomst met deze feiten rekening wil houden. Hr. Ms. O 16 is 25 Januari om 7 uur ver trokken van Horta naar Washington. Er was een flinke wind en zeer zware zee gang. ETGEN^RDtG AL <5 J£ ZAKT, SLAAG JE. JU15T SM D*T EXAMEM, 1 I EC-t ALS ->£ KAN ZAK -5t AU 0AK5TEErs v ltt imtlE WERDEI-1 'T£ GAB1CE. •DE. P^RACWU1\5TC^-CXAMEM3 AFOEMOMÉM Omstreeks kwart over vier Dinsdagmiddag is een 15-jarige jongen, die in de Hopmy Spoe len- en Slotenfabriek aan de Jan Mayenstraat te Utrecht werkzaam was, door een dryfriem gegrepen en in volle snelheid mee naar boven gesleurd. De jongen had de tegenwoordigheid van geest zich boven aan het hekwerk vast te grüpen, waaraan hij bleef hangen. Onderwijl snorde onder hem de groote motor door. De jongen bleef zich echter vastklampen. Op zijn gegil stoof men van alle kanten dei- fabriek toe en het was zijn onmiddellijke chef, die den motor afzette en den jongen uit zyn benarde positie bevrijdde. Zyn lichaam was geheel met schaafwonden overdekt, terwyl hy verschillende inwendige kneuzingen had bekomen. Vermoedeiyk is ook een sleutelbeen gebroken. Per auto van den G. G. en G. D. werd hy naar het Stads- en Academisch Ziekenhuis overgebracht. TOKIO, 26 Jan. (Domei). De Japansche re geering heeft besloten den directeur van de afdeeling voor Oost-Aziatische kwesties in het ministerie van Buitenlandsche Zaken, Kazue Kuwashima, te benoemen tot Japansch gezant te 's Gravenhage. De rechtbank te 's-Gravenhage heeft uit spraak gedaan in de zaak tegen den 29-jarigen koopman D. B., tegen wien door het O.M een jaar gevangenisstraf is geëischt, wegens poging tot zware mishandeling, in den nacht van 25 op 26 Juli j.l. in de Hemsterhuisstraat aldaar, waarby hy met een bierfleschje naar een agent van politie zou hebben geworpen. Bij deze ge legenheid heeft bedoelde agent op B. gescho ten, met het gevolg, dat deze door een kogel werd getroffen en geruimen tyd in het zieken huis moest worden verpleegd. De rechtbank sprak B. vry. Als raadsman van verdachte trad op Mr. Tj. Mobach. Van een bankiersconsortium hebben B en W. van Rotterdam een aanbieding ontvangen, waardoor de mogeiykheid wordt geopend om tot conversie in een vier procents leening over te gaan van de zes i'A pet. leeningen van 1914, 1915, 1916, 1917 eerste, 1917 tweede en 1918 resp. groot f 6.552.000, f 3.382.000, f 4.650.000, f 3.991.000, f 3.657.000 en f 1.364.000. De aflossing kan geschieden in veertig jaar- lyksche termynen. In verband met een en an der stellen B. en W. den gemeenteraad voor te besluiten tot uitgifte van een vier pet. conver- sieleening, groot f 24.000.000, teneinde uit de opbrengst daarvan af te lossen de nog uit staande en nog niet uitgelote obligatiën der hierboven genoemde geldleeningen. Te 's Gravenhage is op 64-jarigen leeftüd overleden de gep. luitenant-generaal K. A. Pfeiffer, ridder in de Orde van den Ned. Leeuw, officier in de Orde van Oranje Nassau e.a. De teraardebestelling zal geschieden a.s. Donderdagmiddag te 1.30 n.m. op de begraaf plaats „Oud Eik en Duinen", in Den Haag. De kerk te Dungen, welke uit voorzorg door pastoor Goulmy Zondag na het gebeurde met een deel van het kerkgewelf, tydelyk was ge sloten, is alweder voor den dienst opengesteld. Naar ons wordt bericht, valt de schade zeer mede en moet het geval niet dat ernstig karak ter hebben als het zich aanvankelijk liet aan zien. Een stuk zandsteen, dat uit een kruisbin- ding naar omlaag was gevallen, veroorzaakte onder een aantal geloovigen een heftige con sternatie tydens de H. Mis van acht uur. Kort na terugkeer van de rust kon het H. Misoffer worden voortgezet. De plechtige Hoogmis heeft de pastoor uit voorzorg niet doen doorgaan, hetgeen te eerder kon, omdat de kerk van St. Michiels-Gestel niet ver af ligt. Nadat de autoriteiten het geval hadden on derzocht, werd het kerkgebouw weer openge steld. Er heeft zich geen meerdere steen los ge werkt en tot heden bleef de schade beperkt tot het neervallen van het bewuste brok zandsteen, dat uit de voegen was losgeschoten. Over het gebeurde vermeldt de Bossche Courant nog: „Eenige geloovigen, die in de nabijheid van het vallend puin zaten, verwekten een begin van paniek, dat echter spoedig werd bezworen. Het gegil der nerveuze kinderen veroorzaakte een begin van paniek en ieder zocht een goed heen komen, waarbij een verschrikkelijk gedrang ont stondgelukkig wist de priester met behulp van enkele mannen de geloovigen tot bedaren te brengen, terwijl zij beschermend een haag vormden rond een groepje kinderen en vrou wen, dat in het gedrang was omgeloopen en dreigde door de zenuwachtige kerkgangers ge deerd te worden." Na den eersten schrik is intusschen de oor zaak van het alarm zeer meegevallen. Naar in sommige kringen verluidt, zou „Het Nationale Dagblad" na de as. verkiezingen voor de Tweede Kamer worden opgeheven, al dus Het Handelsblad. Het blad kost de beweging handen vol geld; uit een oogpunt van propaganda wenscht de leiding van de N. S. B. het echter nog eenige maanden te handhaven. Overigens zou de actie tot het aanwerven van abonnees reeds ge staakt zyn. De begrafenis van den heer A. R. Somer, den piloot van het bij Senlis (Fr.) verongelukte vliegtuig, in leven instructeur der Nationale Luchtvaartschool op het vliegveld Ypenburg, zal morgenmiddag te Stadskanaal, vanuit het huis zijner ouders geschieden. De rijksveerboot „Brakzand" heeft Dinsdag vijftien passagiers en de post van Oostmahorn naar Schiermonnikoog overgebracht. De tocht heeft een uur geduurd. De boot is op het Zuid wester strand vast gemaakt. Vandaar zyn de passagiers met auto's langs het strand naar hun bestemming gebracht. De schipper rappor teerde, dat in de vaargeul van het Friesche gat niet veel dryfys was. De Poolsche bladen melden, dat Jan Kiepura in Krynica is aangekomen, waar hy vermoede lijk een concert zal geven ter eere van Prinses Juliana en Prins Bernhard. De aandacht wordt er op gevestigd, dat be halve voor speciale groepen de tentoonstelling van huweiyksgeschenken aan het paleis Kneu- terdyk te Den Haag gedurende deze week ook nog voor het publiek toegankelijk zal zyn. De wekeiyksche audiëntie van den minister van Waterstaat zal Maandag 1 en 15 Februari a.s. niet plaats hebben. De ontvanger der directe belastingen, ene. C. Slagmolen, is verplaatst van de Inspectie der invoerrechten en accynzen te Leiden naar de inspectie dier middelen te Rotterdam, en de ontvanger der directe belastingen, enz. L. J. A. van Dijk van de Inspectie der invoerrechten en accijnzen te Almelo naar de inspectie dier mid delen te Leiden. J^adat ik hem verhaal van ons wedervaren ge- Vgah had, zag ik, hoe hij zyn hand op den arm (3* Miss Lovell legde, als om haar van zyn be- i,germing te verzekeren. En ik kan niet zeggen, v goed het my deed, toen ik zag, dat ze on- 'lekeurig haar arm terugtrok. K'^ilson heeft niets toegegeven. Toen hy by 6 kwam...." hy dan by je geweest?" vroeg ik nu op '1 beurt verwonderd. ,CJa zekerIk hield me in dat dorp daar kil, maar bleef voortdurend waakzaam. r3aT hij scheen het toch uitgevonden te heb- Waar ik was, want den dag na jouw ge- a8enneming kwam hü by me en bood me een V6jgelijk aan." Hij keek me van terzijde aan en L'oigde: „Het waren voorwaarden, die Miss h0eU zeker zou verworpen hebben met de *L°tst mogelyke verachting, ten minste voor Ker ik haar karakter ken." V* rnaakte uit dit gesprek op, dat Alston voor- iv'den omtrent de Montana-mijnen had ver- W l'en, die Sylvia, had hy ze aangenomen, de Nt 'd zouden hebben verzekerd. Ik was ver vaardigd, dat hy het meisje aan zijn zaken had opgeofferd. Ik stond op en liep naar de voorplecht, waar de schipper bezig was. „Zeg schipper, wanneer zouden we Plymouth kunnen binnenvallen?" Hy dacht even na en zei toen: „Ik zou het u niet durven zeggen, mijnheerde vraag is zelfs, zullen we Plymouth binnen loopen?" „Hoe dat zoo?" Hij wees achter zich. „Toen we de baai uit liepen, was die schoener bezig, alle zeilen bij te zetten. Ik heb wel niets te maken met uw zaken, mijnheer Kerslake, maar ik vind het toch nog al duidelyk, dat er tusschen u en dien schoener iets is. Ik kan mijn oogen toch niet dicht houden en bovendien, een van de beman ning is gewond. En men zegt, dat er van den anderen kant ook gewonden waren. Ik heb niet anders te doen, dan rapport uit te brengen, dat een van mün mannen gewond is bij de uitvoe ring der orders van den huurder. Uitleg daarvan moet mijnheer Alston maar geven. Maar als ik zoo de eindjes aan elkander knoop, dan vraag ik me af, of we wel ooit in Plymouth zullen komen." „Je hebt goed gezien. De eigenaar van dien schoener heeft deze jongedame doodgewoon ontvoerd op den vooravond van haar huwelijk. Het is dus niet zoo heel erg te verwonderen, dat haar bruigom het er niet bij liet en geweld tegenover geweld heeft gesteld." „Hy schijnt me anders een vriendelyke be daarde man toe, zoo op het eerste gezicht," zei McCulloch droogjes. „We zyn niet altüd wat we schynen," ant woordde ik, „maar wat betreft je bezorgdheid, die schoener zal ons vannacht moeilyk kunnen vinden, omdat ze niet weten, wat onze bestem ming is." „Dat kan wezen, münheer, maar het kan ook van niet. In elk geval loopt die schoener twee knoopen tegen wy één en ik houd er niet van, in het donker te loopen, met een revolver op mijn rug gericht." Alston, die naderbü gekomen was, mengde zich nu ook in ons gesprek. „Daarin ben ik het met den schipper eens!" zei hy. „Maar er zal ook geen sprake van zulk een revolver behoeven te zyn. Rudgwick zal zon der twüfel zyn landkaart nakyken en daar Quimper of Quiberon op vinden en een spoor wegstation. Als hy slim is, gist hy, dat we daar heen zijn, al kan hij het niet met zekerheid zeggen. Als onze boot ons daar eens afzette en dan verder zeilde! Wilson moet dan een paar man aan wal zetten, om zekerheid te krijgen en kan toch niet nalaten, onze boot te volgen En wy behoeven noch in de boot, noch in Quimper noch in „Quiberon te wezen." Hy lachte. „Kom schipper, laat haar flink door- loopen, dan zullen we dat eens overleggen." Toen ik op het achterschip kwam, zat Miss Lovell er nog steeds. Het was een prachtige zachte nacht en we liepen met een aardig vaarte door het ruwe water van de baai. „Zit u hier goed?" vroeg ik. „Jamaar ik ben toch zoo moemaar ik moet u nog altyd bedanken voor alles, wat u voor me gedaan hebt. Want ofschoon ik een... ofschoon ik niets geen recht had op uw hulp, hebt u zooveel gevaar om mü willen loopen. U wilt toch wel gelooven, dat ik u dankbaar ben?" „Ik bij al genoeg beloond door uw bevby- ding," zei ik wat onhandig. „Het is erg mooi van u, het zoo op te vatten," zei ze flink, „maar ik weet toch heel goed, dat het in geen verhouding staat totZe zweeg even. „Het spijt me toch zoo, dat ik in Bessen- ton zoo onvriendelijk tegen u geweest ben." „U was niet onvriendelijk.... ik had niet zoo bemoeiziek moeten wezen." Na eenige oogenblikken zei ze: „Ik ben toch maar wat bly met die bemoeizucht." We zaten zwygend by elkaar en na een kort poosje kreeg de vermoeidheid bij haar de over hand en ze viel in slaap. Even later kwam Alston van zyn bespreking met McCulloch terug. Toen hij zag, dat ze in slaap was gevallen, bleef hij eenige oogenblikken onverschillig naar haar kijken, ten minste, dat kwam mij zoo voor en wendde zich toen tot mij. „Nog wakker?" vroeg hij en liet zich op mijn bevestigend ant woord naast mij neervallen. „Het is hier beter dan in de kajuit," zei hy. „Ik zal Miss Lovell ten minste maar laten liggenBen je hier in den omtrek bekend, Kerslake?" Ik vertelde hem, dat de kust in de buurt van Brest me vry bekend was. „Dat kan later te pas komen," zei hy. „Maar ik zou liever weten, hoe de kust hier gesteld is. McCulloch zegt, dat die schoener ons gemakke- lyk inhaalt." „Je kunt hem daarin wel vertrouwen," zei ik. „Als dat zoo is, dan zullen we binnenkort maatregelen moeten nemen," zei hy. „We heb ben tegen, dat het volle maan is." Onwillekeurig keken we om naar de opkomen de maan. „Kijk daar eens!" „Jahy is ons op het spoorwat had je anders verwacht?" „Natuurlijk niet anders.... daarvoor ken ik Rudgwick te goed. En hy zal het niet opgeven. Hoe is de wind?" „Die gaat liggen." Alston keek naar het land, dat aan stuur boord lag. „We zullen er wat meer op moeten aanhou den!" zei hy en begaf zich naar de rotsen toe. Maar in den minderenden wind had ze niet veel gang meer. Alston kwam weer by me zitten. Even later stond hy weer op en ging naar voren en kort daarop hoorde ik myn naam roepen. Ik begaf me naar hem toe. „Luister eens, Kerslake, die gekke kerel zegt, dat hy hier niet kan landen." „Ik durf het niet op me te nemen," zei de schipper koppig, „van deze kust heb ik geen kaart en ik houd niet op een onbekende kust aan. Daar waag ik niemands leven aan." „Hü heeft geiyk.... het is een groote waag Alston," zei ik. Alston maakte een ongeduldig gebaar. „Myn hemel man, we doen toch niet anders dan wa gen op dezen tocht. Dat moeten we toch wel doen. Kük dien schoener daar nu eens op ons afkomennog twee trekken en ze hebben ons te pakkenwe moeten aan land, schipper, dat is het eenige, wat er voor ons opzit." McCulloch was niet van zin toe te geven en hield dus wyselyk zijn mond. Het zeil begon te klapperen. Toen kreeg ik een idee. McCulloch, wat doet deze boot by zwakken wind?" „Afvallen naar iy," zei hy kortaf. „Dan zal de schoener dat allicht ook doen. en de wind schynt me zoo zwak tg worden, dat het veel van windstilte wegheeft." De schipper boog zich over boord. „U schijnt geiyk te hebben, mynheer.... ze loopt geen voet in het uur." „Nou.... en waar blijft de schoener dan?" Alston tikte me kameraadschappeiyk op den schouder. „Drommels.... zoo komen we er goed doorheen. Tot morgenochtend houden we haar dus op een afstand en overdag hoeven we niet bang te zijn. De kust hier is te dicht bevolkt, om op den dag malligheden uit te halen." De schipper begon er nu ook met ons pret in te krügen. „Ze kunnen ons' niets maken, mijnheer heelemaal niets. Het was hun eenige kans en die zyn ze nu kwyt. En u kunt er gerust op re kenen, dat ze geen tweede krygen." Het zal een uur na middernacht geweest zijn, toen ik, die in een onrustigen sluimer geraakt was, werd gewekt door den schipper. „Neem me niet kwaiyk, mijnheermaar daar komt een roeiboot aan," hoorde ik hem met zün zware stem brommen. Ik vloog op en wekte terstond Alston, die in stinctmatig naar zyn achterzak greep. „Ze komen met een roeiboot," zei ik. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 3