Een boek, dat stof opjaagt
Instantine
De koloniale eischen van Duitschland
MANNENWERK EN
VROUWENWERK
DE KLEINE ENTENTE
IN NOOD
IffiW',
DONDERDAG 11 FEBRUARI 1937
BUITENLANDSCH OVERZICHT
Polen en Roemenië
ontstemd
Wereldjamboree 1937
Katholieke leden in het bestuur
HET GEVAAR UIT DE LUCHT
Bescherming der waterléiding-
Bedrijven
HET NATIONAAL GESCHENK
Opbrengst ongeveer f 640.000.
Het Hoog Gerechtshof
in de V. S.
Wetsontwerp-Summers door de
Kamer aangenomen
nnnBBi
b|J
Kiespijn
zenuwpijn
V E J
x^r y
HEVIGE BRAND TE
ROTTERDAM
Vlammen joegen als door een
koker naar boven
Maharadja's gaan naar
Londen
Een aantal vliegtuigen van de
Indië-lijn der K.L.M. besproken
Bejaarde vrouw doodgevallen
TWEE WONINGEN IN ASCH
GELEGD
Bewoner door zijn hond gewekt
Ribbentrop confereert
met Lord Halifax
In het Derde Rijk hecht men groote
beteekenis aan deze inleidende
besprekingen
Londen toont weinig
optimisme
m
Ter gelegenheid van de kroning van
George VI van Engeland, worden
speciale munten geslagen, die de beelte
nis ban het vorstenpaar dragen
De arrestatie der beide
„Commissionnairs"
Vooral in België tal van
slachtoffers
Duitschland eischt zijn vroegere koloniën
dagen een bezoek aan Lord Halifax, den
Buitenlandsche Zaken om de inleidende
der koloniën. Vooral de vroegere Duitsche
middelpunt der
terug! Von Ribbentrop brengt dezer
waarnemenden Engelschen minister van
besprekingen te voeren over de teruggave
koloniën in Afrika staan hierbij in het
belangstelling
Wel betaald, maar niet
gekocht
Houder van effectenkantoor
gearresteerd
NATIONAAL FONDS VOOR
BIJZONDERE NOODEN
Reeds velen kon de helpende hand
worden geboden
JONGEMAN AANGEHOUDEN
Met het geld van zijn baas
er vandoor
DEVIEZENSMOKKEL
Nederlander tot zware straffen
veroordeeld
Hét Landesgericht te Berlijn heeft den accoun
tant F. uit Enschede wegens het smokkelen van
deviezen veroordeeld tot acht jaar gevangenis
straf en 40.000 Rijksmark boete.
Wijlen de Pransche minister van Buiten-
landsche Zaken Barthou, die tegelijk
met Koning Alexander van Joego-Sla-
vië te Marseille werd vermoord, was tijdens zijn
Ambtstijd begonnen met de politiek der allian
ties. Berlijn noemde deze politiek wel de „manie
tier allianties".
De alliantie, die Frankrijk sloot met de Sov-
jet-Unie, heeft geen heilzame uitwerkingen ge
had, vooral niet op de Kleine Entente. Vooral
toen ook Tsjecho-Slowakije een alliantie, een
tiefensief verdrag met de Russen aanging, werd
het voortbestaan der Kleine Entente ernstig
bedreigd. Op de conferentie van Bratislava ver
leden jaar werd geconstateerd, dat Polen, Roe
menië en Tsjecho-Slowakije, de drie landen,
tiie (met Joego-Slavië) de Kleine Entente vor-
ftien, in den loop der jaren vele tegenstrijdige
belangen hadden gekregen en dat dus 't werkter
rein der Kleine Entente beperkt diende te wor-
tien. Men kwam overeen, dat men slechts nog
®en gemeenschappelijke politiek zou voeren ln
kwesties van algemeen belang. De band werd dus
Zeer los. Des te losser, omdat die kwesties van
algemeen belang voor de Kleine Entente bijna
alleen zuiver negatief zijn; verhindering der
Habsburgsche restauratie en oppositie tegen het
revisionisme in Hongarije. Nu heeft de Kleine
Entente wederom een geduchten slag gekre
sen. Door de publicatie van een boek. De Tsje-
eho-Slowaaksche gezant te Boekarest, Jan Seba,
tieed te Praag een boek verschijnen onder den
titel; „Rusland en de Kleine Entente in de in
ternationale politiek". Het is voorzien met een
inleiding van den Tsjecho-Slowaakschen minis
ter van Buitenlandsche Zaken Krofta.
Het boek is al een half jaar geleden versche
den. In de laatste weken is men in Polen er.
Roemenië op dit in het Tsjechisch geschreven
boek opmerkzaam geworden en de inhoud heeft
Verontwaardiging gewekt. De Poolsche. en Roe
meensche pers ontketenden een veldtocht tegen
Seba's boek. De zaak spitste zich toe. En het is
du al zóó ver, dat Praag officieel de geruchten
dementeerde, volgens welke Tsjecho-Slowakije
Van plan zou zijn, zijn lidmaatschap der Kleine
Entente op te zeggen.
Seba is voorloopig naar Praag ontboden.
Het is de vraag, of hij nog op zijn post zal
terugkeeren. In Roemeensche politieke
kringen wordt aan het vertrek van den gezant
groote beteekenis gehecht. De verontwaardiging
richt zich vooral tegen het gedeelte van Seba's
boek, waarin gepleit wordt voor een alliantie,
een defensief verbond tusschen Roemenië en
Rusland, naar het voorbeeld van het Tsjecho-
SlowaakschSovjet-Russische verdrag. Seba zou
gaarne zien, dat Boekarest terugkeerde tot de
buitenlandsche politiek van Tïtoelescoe, den
«Aziaat", die sterk pro-Russisch was georiën
teerd. Seba oefent in zijn boek uitvoerig critiek
tip de huidige leidende Roemeensche politici,
tirndat deze 'n anderen koers dan dien van Titoe-
lescoe hebben ingeslagen. Dit feit wordt ge
voeld als een ontoelaatbare inmenging in zuiver
Roemeensche aangelegenheden, welke energiek
tiient te worden afgewezen. In de pers wordt
tamelijk onversluierd het aftreden van Seba
sis gezant te Boekarest geëischt.
Ook in Polen is men slecht te spreken over
het boek van Seba, dat eveneens aan
merkingen bevat op de binnen- en bui
tenlandsche politiek van dit land. Zoo spreekt
Seba zijn leedwezèn er over uit, dat Polen in
het jaar 1919 de zoogenaamde Curzon-linie van
tie hand heeft gewezen, waardoor Tsjecho-
Slowakije en Rusland een lang stuk gemeen
zame grens zouden hebben gekregen. Nu grenst
Tsjecho-Slowakije nergens aan Rusland. Roe
menië en Polen wel. Zou dus ooit Rusland vol
gens het defensief verdrag Tsjecho-Slowakije
ter hulp moeten snellen, dan zou dit, behalve
tioor de lucht, over Roemeensch of Poolsch ge
bied moeten gebeuren. Seba zou alsnog gaarne
tie stichting der Curzon-linie zien, waardoor de
kwestie van den eventueelen doormarsch van
Russische troepen „zeer veel eenvoudiger" zou
borden. Polen toont echter niet de minste nei
ging, om op Seba's voorstel in te gaan. Integen-
tieel, het wijst dit verontwaardigd van de hand.
Vandaar nu Seba's pogen, om tenminste Roe
menië warm te maken voor een verdrag met
Rusland, omdat dan eventueel Russische troe-
ben door Roemenië zouden kunnen trekken.
Zooals wij boven reeds zagen, blijft Boekarest
tihder dit opzicht voorloopig Siberisch-koud.
Ret blad der Poolsche rechtsche oppositie ABC
Protesteert tegen de inmenging van de Tsjecho-
E'owaaksche diplomatie en eischt antwoord op
tie vraag, of Seba's opvattingen ook die der re
geering te Praag zijn: „Wij zijn vrienden van
Tsjecho-Slowakije", schrijft het blad, „en wen-
schen, dat de politiek van dit land zich moge
bevrijden van vrijmetselaarsinvloed. Maar de
Tsjecho-Slowaaksche regeering moge er nota
van nemen, dat een initiatief als dat van Seba
er toe moet leiden, de betrekkingen tusschen
Polen en Tsjecho-Slowakije voor goed te be
derven."
Jan Seba beleeft dus voorloopig weinig plei-
zier van zijn boek. Hij wist natuurlijk tevoren,
dat het zoo komen zou. Dat hij toch het boek
publiceerde en minister Krofta bereid vond
het in te leiden, bewijst wel, hoe Tsjecho-Slo
wakije in het nauw zit met de netelige kwestie,'
op welke wijze Rusland bij een eventueel effec
tief worden van het defensief verdrag, inder
daad hulp zou kunnen verstrekken.
De propagandadienst van de Wereldjamboree
deelt mede, dat in het bestuur der stichting
Wereldjamboree 1937 alsnog zijn opgenomen de
heeren P. P. W. van Leeuwen, majoor-inten
dant te 's-Gravenhage, mr. A. Fens te Eind
hoven en dr. L. Berger te 's-Gravenhage, welke
heeren deel uitmaken van het bestuur van de
Vereeniging de Katholieke Verkenners.
In het najaar 1936 hebben de ministers van
Binnenlandsche Zaken en van Sociale Zaken
een huishoudelijke commissie in het leven ge
roepen, die de opdracht heeft „richtlijnen voor de
bescherming van waterleidingbedrijven tegen
luchtaanvallen" samen te stellen.
Deze commissie bestaat uit onderstaande leden
waarvan aangewezen zijn door den minister van
Binnenlandsche Zaken; P. H. A. de Ridder, luit.-
generaal b.d., inspecteur voor de bescherming
van de bevolking tegen luchtaanvallen;
den minister van Sociale Zaken: dr. C. van
den Berg, directeur-generaal van de afdeeling
volksgezondheid; W. F. J. M. Krul, directeur
van het rijksbureau voor drinkwatervoorziening;
A. H. van de Velde, inspecteur van de volksge
zondheid in algemeenen dienst; de Vereeniging
voor waterleidingbelangen in Nederland; dr. H.
G. J. de Glee, directeur van de N.V. Waterlei
dingmaatschappij te Groningen en ir. C. J. Oos-
terholt, directeur van gemeentebedrijven te Eind
hoven, beiden lid van 't bestuur dier vereeniging;
de Vereeniging van Nederlandsche gemeenten:
mr. J. J. P. C. van Kuyk, burgemeester van
Veenendaal, lid van het dagelijksch bestuur dier
vereeniging.
Naar wij vernemen, zal in het voorjaar van
1937 het resultaat van den arbeid der commis
sie aan de betrokken ministers worden aan
geboden.
Het Comité Gelderland voor de aanbieding
van een nationaal huwelijksgeschenk aan het
Prinselijk Paar heeft zijn plaatselijken comité's
medegedeeld, dat de taak der comité's beëin
digd is en dus tot hun ontbinding besloten is.
Van de geheele opbrengst ad ƒ640.000 was het
aandeel van Gelderland ƒ33.900 of ongeveer
4 cent per.-inwoner.
WASHINGTON, ÏO Febr. (Reuter.) Het Huis
van Afgevaardigden heeft met 315 tegen 7I>
^mmen het wetsontwerp-Summers aangeno
men, hetwelk het mogelijk maakt, dat de reeh
ors van het Hoog Gerechtshof na tien jaar dit
te hebben uitgeoefend, op 70-jarigen leef-
Rid met pensioen gaan, met behoud van hun
Rtictement.
De debatten werden gekenmerkt door buiten
gewoon heftige aanvallen op de voorstellen van
Roosevelt, door de beide democraten Cox en
Eanineck. Deze laatste verklaarde, dat de ver
meerdering van het aantal rechters in het Hoog
Gerechtshof zou kunnen leiden tot een dicta-
•tiriale regeering.
V 1
•■'im
.'ii/
[BAY ER J
sti.lt er» voorkomi
pijnen!
Woensdagavond omstreeks elf uur is brand
uitgebroken in pand Wolfshoek 10a te Rotter
dam, bewoond door den logementhouder G. H.
Oppel. De brand is ontstaan in een opkamer
tje, dat als slaapplaats was ingericht.
In de brandbare bed-goederen vond het
vuur gretig voedsel en weldra stond dit op
kamertje in lichter laaie.
Aangezien de panden aan den Wolfslioek ter
weerszijden van den eigenlijken hoek haaks op
elkaar staan, vormen de muren rond een klein
binnenplaatsje een koker. Toen de ruiten van
het opkamertje waren gesprongen en de vlam
men naar buiten sloegen, werd het vuur in
dien koker opgezogen en de hitte deed ook
op de eerste verdieping de ruiten springen. Zoo
is het vuur overgeslagen naar een kamer op de
eerste verdieping, en vervolgens naar de
tweede.
Op de eerste etage was er niets meer te red
den in de brandende kamer, op de tweede ver
dieping heeft de brandweer het vuur nog we
ten te bedwingen.
De brandweer heeft met in totaal vier stra
len op de waterleiding het vuur bestreden.
Een zestal kinderen, dat zich in het bran
dende pand bevond, is door de politie en de
brandweer snel in veiligheid gebracht.
Het opkamertje en de kamer op de eerste
verdieping zijn geheel uitgebrand.
De gpede naam, dien de K.L.M. in Britsch-
Indië geniet, blijkt thans opnieuw uit het
feit, dat vier of vijf van de voornaamste
Indische vorsten, die zich in April naar
Londen zullen begeven tot het bijwonen
van de kroningsfeesten, hebben besloten,
gebruik te maken voor hun reis naar het
Westen van de vliegtuigen der Nederland
sche luchtvaartmaatschappij, de K.L.M.
Teneinde ervan verzekerd te zijn, ongestoord
en met beperkt gezelschap te kunnen reizen,
hebben verscheidene Indische vorsten alle be
schikbare plaatsen in de vliegtuigen der Am
sterdamBatavia-lijn, die in April dezen dienst
vliegen, opgekocht.
Zoo heeft de Maharadja van Jodpoer voor
hem, zijn echtgenoote en volgelingen het Dou-
glasvïiegtuig PHALE, de Edelvalk besproken,
terwijl de Maharadja van Jaipoer op de PH
AKN, de Nachtegaal, beslag legde. Beide vor
sten zijn veel en graag geziene gasten bij de
K.L.M. Zij, die Schiphol kennen en de Amster-
damsche luchthaven geregeld bezoeken, zul
len zich ongetwijfeld den jeugdigen heerscher
van Jaipoer, Z. H. Sawai Man Singhji Bahadur,
herinneren, wanneer hij op doorreis naar Lon
den even op Schiphol verpoosde. Sawai Singhji
heeft als prins, na zijn militaire opleiding ge
noten te hebben te Woolwich, zich bijzonder
onderscheiden in den wereldoorlog met zijn iu-
heemsche regiment in Mesopotamië.
De vorst van Jodpoer stamt uit een der oudste
Britsch-Indische geslachten, welke reeds in de
zesde eeuw aan het bewind was. Zijn staat telt
thans ruim 2 millioen inwoners. Deze jongste
regeerende telg uit het geslacht der Rajputs is
zelf een enthousiast vlieger, hij behaalde reeds
jaren geleden zijn brevet. Het gezelschap van
den vorst, dat zich per K.L.M. naar de Engel-
sche kroningsfeesten zal begeven, bestaat uit
den Maharani en vier familieleden.
Behalve de Maharani van Cooch Behar, die
reeds zeer vele reizen per K.LM. maakte tus
schen Londen of Parijs en Calcutta, heeft ook
de Maharadja van Kashmir, Hari Singh Indar,
een der lijntoestellen van den Indië-dienst der
K.L.M. besproken voor de vlucht met zijn ge
volg naar Londen.
De Maharadja van Kashmir heeft nog nim
mer met de K.L.M. gevlogen.
Verder is de K.L.M. nog in onderhandeling
over dergelijke vluchten met de Maharadja's
van Haiderabad en van Rajkot, alsmede met
den Maharadja van Nepal.
Woensdagmiddag is de 68-jarige weduwe T.
B. in het pand aan de van Hogendorpstraat 124
te Den Haag van een 15 meter hooge trap ge
vallen, vermoedelijk doordat zij door een dui
zeling overvallen werd.
Mej. B,. die in het Heilige Geesthofje woon
de, was bijna onmiddellijk dood.
In den afgeloopen nacht zijn te Terheyde
twee woningen tot den grond toe afgebrand.
De bewoner van een van de huizen, de heer
P. Langeslag, werd omstreeks vier uur gewekt
door het angstig blaffen van den hond.
Tot zijn groote ontsteltenis bemerkte hij, dat
zijn woning in brand stond. Half gekleed
vluchtte de man naar buiten, waarna hij de
buren wekte. De sterke Westenwind wakkerde
het vuur zoodanig aan, dat binnen korten tijd
beide perceelen tot den grond toe afbrandden.
De brandweer uit Monster kon alleen de bran
dende overblijfselen natspuiten.
De eigenaar van beide perceelen was ver
zekerd. De heer Langeslag was niet verzekerd.
Hedenmiddag zal de Duitsclic ambassa
deur (e Londen, von Ribbentrop, een bezoek
brengen aan den waamemenden minister
van Buitenlandsche Zaken, Lord Halifax.
BÜ dit bezoek zullen voor de eerste maal de
koloniale aanspraken van Duitschland langs
diplomaticken weg worden kenbaar ge
maakt. Vooral in het Derde Rijk acht men
deze inleidende besprekingen van groote be
teekenis.
In Engelsche kringen verwacht men echte:
van dit eerste onderhoud weinig resultaat, er is
geen sprake van, dat men reeds met concrete
onderhandelingen kan beginnen. Trouwens, dit
blijkt ook wel hieruit, dat Eden rustig met va-
cantie is gegaan en de inleidende besprekingen
door Lord Halifax laat voeren. Nu gaan er in
Engeland wel geruchten, dat Eden door hei
kabinet met vacantie is gestuurd, omdat men
verwacht, dat de zoogenaamde pro-Duitt«-
Lord Halifax meer kans van slagen zou hc
ben bij de besprekingen dan de minder soepele
Eden, doch hieraan behoeft men niet veel waai
de te hechten.
De heele theorie van een splitsing in het ka
binet tusschen een pro-Duitsch een een anti-
Duitsche richting is waarschijnlijk niet veei
meer dan een geval van den wensch, die de
vader van de gedachte is, aldus de Londensche
correspondent van de N. R. Ct. Dat er in het
volk, in de pers en onder de conservatieve La
gerhuisleden een kleine en luidruchtige groep
bestaat, die het met het beleid van Eden niet
eens is en niets liever wil dan een eenzijdig
Engelsch-Duitsch accoord, zal niemand ont
kennen. Ook niet dat deze groep eenige invloed
rijke namen telt. Maar of deze richting ook in
het kabinet vertegenwoordigd is en daar eenig
gewicht heeft, mag uitermate twijfelachtig wor
den geheeten. Men heeft er althans tot nu toe
geen uiterlijke teekenen van gezien. Het beleid
van de Engelsche regeering vis-a-vis Duitsch
land sinds de herbezetting van het Rijnlanc
heeft geen zwenkingen, afwijkingen of onzeker
heid getoond.
Eveneens zal men nauwelijks kunnen vol
houden, dat Engeland zich door angst voor
Duitschlands koloniale aanspraken tot princi-
pieele concessies zou laten drijven. Hitier mag
dreigende blikken op Duitschlands vroegere be
zittingen werpen, men mag dat in Londen on
aangenaam vinden, maar men zal er zich niet
door laten intimideeren. Men weet immers maar
al te goed, dat Kenya of Tanganyika niet aan
de Duitsche grens liggen, maar veilig en wel in
Afrika, ver buiten het Duitsche machtsbereik.
Intusschen verwacht men, dat Engeland, in
dien het al zakelijk in de Duitsche voorstellen
zal treden, zulks nauwelijks zal doen zonder dat
Duitschland van zijn zijde bereid blijkt over het
Westelijk pact en andere aangelegenheden, wel
ke Engeland na aan het hart liggen, te onder
handelen. Duitschland voelt er echter niets
voor de koloniën als een ruilobject te beschou
wen. Het wil zijn koloniën terug hebben zonder
tegen-prestaties.
Hoe de stemming in het Derde Rijk is, blijk'
wel uit een dezer dagen door een onbekenden
spreker gehouden rede voor de radio van Miin-
chen.
„Van nu af zal de kreet niet ophouden," zei-
de de spreker, „lever den buit dien gij ons ont
stolen hebt weer uit. Er is geen kwestie van
eenig recht behalve het onvervreemdbare Duit
sche recht op gestolen goed. De laatste schijn
van recht dien de tegenstanders nog zouden kun
nen doen gelden, met een beroep op art. II van
het Vredesverdrag bestaat niet meer, nu de
Führer in zijn laatste rede de handteekening
van het Duitsche volk onder het verdrag van
Vlrsailles, en speciaal van de schuldparagraaf,
waarop artikel 11 zijdelings berustte, heeft op
geheven. Wij zullen niet ophouden ons recht te
eischen. Duitschland moet en zal zijn koloniën
terug hebben."
Als von Ribbentrop vanmiddag in dezen geest
zijn voorstellen aan den waarnemenden Engel-
schen minister voorlegt, zal het nog wel eenigen
tijd duren voor Berlijn en Londen het eens zijn
geworden.
Eden heeft dat waarschijnlijk heel goed be
grepen en daarom is hij maar rustig naar de
Cóte d'Azur gegaan om daar van een welver
diende vacantie te genieten.
MAÜDATEN „B"
TÖGOLAWD-ew-k'AMERQEW
owidet? FRAVJkR'jk evjEw&elawd
DUITSCU- OOST- AFC1 KA
OUDER EUGEL&UD
Mawidateu C"
Duitscu- Zuid-West Afdika
OUDER DE (JwiE V Z AFC?
PUAUDA ewUt?UWDl
ONDER ÖELGlE
DE VOORMALIGE
DUir5C.U-AFRIKAAU5C.HE
KOLOhlIEW
LW40
LIBIË
6.UGLO
EGYPT
FCfcW 5CH - V/EST
AFRIKA
oOFUAw/ i^cut
ABESSime
ENG.
émg;
5 E L G v S C U ^OE&AWD A
U R U V4 Dhg/' KOLO V41E
KOU GO a Tamgajmjika
GOU
poot
GOLA
PwlOOEStA'
PO RIT
TOGO
KAMtROEW
Z.UID
WEST
AFRIKA
RIVCA
OyiTSCH
OOST
AFRIKA
UNIE V
ZUID -/AFRIKA
DUITSCH
ZU1D-WE5T
AFPiKA
De aanhouding van de twee commissionnairs
in effecten door de Amsterdamsche recherche
is, naar wij nader vernemen, een uitvloeisel van
de invallen bij enkele zwendelbanken, ongeveer
een half jaar geleden.
De aangehoudenen zijn O. uit Zandvoort en
V., wonende in Hilversum. Zij oefenden hun
practijken vooral uit in België, waar zij dan ook
talrijke slachtoffers hebben gemaakt. Dezen
hadden him óf geld óf effecten in onderpand
gegeven, om daar stukken voor te koopen. De
transacties werden echter nimmer beëindigd,
want de commissionairs verdwenen onnaspeur
lijk. Slechts een klein gedeelte van het verduis
terde heeft de recherche terug kunnen vinden.
Uit het verhoor door de politie is nog geble
ken, dat O. de zaken gedeeltelijk had overge
daan aan zijn Hilversumschen collega en ae
politie meent daardoor, beiden te kunnen ver
volgen, waarom zij hen heeft ingesloten.
Bij het verdere verhoor zullen ook verschei
dene van de gedupeerden worden gehoord.
De zaak is aan het rollen gebracht door de
klacht van een Belg, die voor tienduizend gul
den goede effecten had gedeponeerd. De justitie
deed daarop een inval zoowel op het kantoor
als in de woning van V. te Hilversum en kon
nog een deel van de stukken, die gedeponeerd
waren, achterhalen en in beslag nemen.
Voorts zijn de boeken en bescheiden van deze
zwendelbank in beslag genomen. De Rijksac
countantsdienst stelt een uitvoerig onderzoek
in. De bank is gesloten en de beide gearresteer
den zijn in het huis van bewaring ingesloten.
V. stond op het punt zich uit de zaken terug
te trekken en was van plan zijn bedrijf over te
doen aan O., die juist bezig was zich „in te
werken".
De recherche te Eindhoven heeft gearresteerd
den houder van het Meijerijsche Effectenkan
toor te Eindhoven, M. J. W. J. P.
P. maakte er zijn beroep van menschen te
gaan bezoeken en hen te bewegen effecten
door hem te laten koopen. Wanneer men op
dit aanbod inging, kreeg men een door P. ge
zegelde aankoopnota thuisbezorgd met de me
dedeeling, dat de effecten waren gekocht, waar
op men het bedrag moest storten. Van afre
kenen kwam echter niets.
Op deze wijze heeft P. zich ongeveer 3500
gulden toegeëigend.
Bfj het onderzoek is gebleken, dat hij nim
mer effecten heeft gekocht, doch de ontvangen
gelden ten eigen bate heeft aangewend. Hij is
naar 's-Hertogenbosch overgebracht.
Het Nationaal Fonds voor bijzondere nooden
heeft verslag uitgebracht over de eerste periode
zijner werkzaamheden van 31 Mei 1936 tot 31
December 1936.
In het bijzonder kan worden vermeld, dat de
periodieke bijdragen, welke vodk het Nationaal
Fonds van zoo groote waarde zijn ,in December
gestegen zijn tot een totaal van 5434.per
maand. Met dankbaarheid moet worden vast
gesteld dat zeer velen, vooral ten gevolge van
den radioavond, welke in December gehouden
werd, het fonds met hun giften bedachten.
Aan giften ineens werd ontvangen 40.614,72,
waaronder een gift van 2000 4 giften van
1000, 5 van 500 en 46 van 100.
Vervolgens werd uiteengezet, dat de hulp van
het fonds in beginsel slechts een aanvulling is
op hetgeen plaatselijk wordt verstrekt. Plaatse
lijke commissies kwamen tot stand in 190 ge
meenten, waaronder welhaast alle belangrijkste
gemeenten worden gevonden.
Het heeft geen zin zich rechtstreeks tot het
Nationaal Fonds te wenden, daar op deze wijze
slechts een vertraging in de behandeling ont
staat en tevens de administratie van het fonds
op onnoodige wijze wordt overbelast. Slechts in
hooge uitzondering nam het Fonds aanvragen
rechtstreeks in behandeling van personen, die
aannemelijk konden maken, dat een hulpver
leening door plaatselijke instellingen voor hen
zeer bezwaarlijk zou zijn.
In totaal- werd aan 246 personen hulp ver
leend. Het fonds stelde hiervoor 28.307 be
schikbaar, terwijl van andere zijde 31.150 werd
bijeengebracht.
Hoewel de afgeloopen zeven maanden nog
geen basis vormen voor voorspellingen omtrent
de toekomst van het fonds mag worden vast
gesteld, dat het fonds door de vrijgevigheid en
burgerzin van het Nederlandsche volk reeds in
staat werd gesteld aan velen, die in het gezicht
van de haven dreigden te stranden, de helpende
hand te bieden.
Alom in den lande werden personen gevonden
die den moeilijken arbeid, welken deze hulpver
leening vordert, op hun schouders wilden nemen.
Zoo zullen wellicht ook de werkzaamheden
van het Nationaal Fonds en zijn plaatselijke
commissies een voorbeeld kunnen vormen van
eendrachtige samenwerking van alle groepen en
gezindten, waartoe ons volk zich eerder in staat
toonde, wanneer het noodig bleek in tijden van
nood de handen ineen te slaan.
In verband met het wetsontwerp, dat
beoogt te komen tot een betere en
meer rechtvaardige verdeeling van
den druk der werkloosheid en dat het
vervangen van volwassen arbeiders en
gezinshoofden door minder verdienend
jeugdig of vrouwelijk personeel wil be
perken, hebben wij erop gewezen, dat
in bepaalde bedrijven of afdeelingen van
bedrijven het werk beter door jongens of
meisjes of vrouwen dan door volwassen
mannen kan worden gedaan. Daardoor
komt vanzelf de vraag naar voren: wat
is specifiek mannen-werk en wat spe
cifiek vrouwen-werk? En daaruit vloeit
weer een nieuwe vraag voort n.l.: Be
staat er wel specifiek mannen- en
vrouwenwerk? Zoo ja, wat is de beslis
sende onderscheidingsmaatstaf, waar
mee men deze begrippen zuiver en bil
lijk uit elkaar kan houden? Dit zijn las
tige vragen, waarop het antwoord voor
al in den tegenwoordigen tijd vaak
moeilijk te geven zal zijn. De beroemde
emancipatie of ontvoogding van de
vrouw heeft tot gevolg gehad, dat in tal
van beroepen, welke tot dan toe uitslui
tend voor den man bestemd en geschikt
werden geacht, de vrouw haar al of niet
vreugdevollen intocht heeft gedaan. Er
zijn vrouwelijke dokters en dominees, er
is vrouwelijk kantoor- en fabrieksperso-
neel, maar er zijn nog geen vrouwelijke
bootwerkers en stratenmakers, nog geen
vrouwelijke slagers en betonwerkers.
Over het algemeen wordt arbeid, waar
voor geen groote lichaamskracht ge
vergd wordt, specifiek vrouwelijk geacht,
terwijl de meer zware karweien aan het
zgn. sterke geslacht dienen te blijven
voorbehouden, ook al is het sterke ge
slacht wel voor het lichamelijk lichtere
werk te vinden. Ook waar meer fijnvin-
gerigheid dan kracht aan te pas komt,
wordt in het bijzonder de vrouw toege
dacht. Toch zijn deze onderscheidings
maatstaven niet voldoende. Of iets
vrouwen-werk is of niet, is afhankelijk
van plaats, tijd, omstandigheden, ze
den en gewoonten. Schoonmaken is al
tijd een typisch vrouwelijke bezigheid
geweest, en er is maar weinig, waar
aan overigens gelaten huisvaders zóó
zeer het land hebben als aan de vrou
welijke schoonmaakwoede, welke op ge
zette tijden pleegt los te barsten, maar
voor de gemeente-reiniging wordt nooit
vrouwelijk personeel gebruikt.
In Rusland en het roode deel vau
Spanje vindt men zeer strijdbare vrou
wenbataljons, ofschoon zachtzinnigheid
en vreedzaamheid officieel vrouwelijke
eigenschappen heeten. Bij de onbe
schaafde volkeren moeten juist de vrou
wen het zwaarste en het vuilste werk
doen, terwijl de mannen er luieren of
pleizieren, welk laatste eventueel het
zelfde is als vechten.
Bij de Basoetoenegers in Zuid-Afrika
heeft men, naar een zekere B. B. N. in
„De Vrijzinnig Democraat" weet te ver
tellen, het vraagstuk van vrouwen- en
mannen-werk zóó opgelost, dat alleen ds
mannen hoeden mogen vlechten, omdat
de hoed de bemiddelaar is tusschen he
mel en aarde, terwijl de vrouwen zich
slechts met het vlechten van vloermat
ten als zijnde een bezigheid van lagere
orde mogen onledig houden. Deze op
lossing is meer aardig dan hoffelijk en
het criterium van arbeid van hoogere
of lagere orde is voor de beschaafde
landen onder normale omstandigheden
niet te gebruiken. Wij schrijven met op
zet „onder normale omstandigheden"
want gedurende den oorlog, toen de
mannen aan de fronten stonden, lagen,
streden en stierven, verrichtten de vrou
wen in de oorlogvoerende landen achter
de fronten alle werken des mans.
De vraag: wat specifiek vrouwenwerk
is en moet blijven, en welke arbeid
aan de mannen moet worden overgela
ten, is sociaal van minder belang, dan
het beginsel, dat vrouwen zooveel moge
lijk in het gezin werkzaam moeten zijn.
terwijl de mannen den kost voor dat gezin
moeten verdienen. Dit oude, maar nog
kerngezonde beginsel kan in de practijk
echter niet straf worden doorgevoerd,
maar als leidende gedachte heeft het
ook voor de arbeidsverdeeling in onze
dagen nog niets van zijn deugdelijkheid
ingeboet, alle vrouwen-emancipatie en
gelijkmaking der geslachten ten spijt.
Een 15-jarige kantoorbediende Uit Haarlem,
die voor zijn baas quitanties ten totale waarde
van 1 500 moest innen, dit inderdaad deed, doch
met het geld er vandoor ging, is thans te Am
sterdam aangehouden. Hij had zich uitgegeven
voor 'n Engelschen reiziger uit Londen. Hij ver
telde voorts dat hij 21 jaar was. De hotelhouder
van het hotel, waar hij logeerde, kreeg arg
waan en heeft de politie gewaarschuwd. Ook
tegenover de Amsterdamsche politie heeft hij
volgehouden dat hij een Engelschman was.
doch toen hij zijn papieren moest toonen, viel
hfj door de mand en moest hij wel bekennen.
Van het geld was niets meer over.
De jongeman is naar Haarlem overgebracht
en opgesloten.