Een boek, dat stof opjaagt Instantine De koloniale eischen van Duitschland MANNENWERK EN VROUWENWERK DE KLEINE ENTENTE IN NOOD IffiW', DONDERDAG 11 FEBRUARI 1937 BUITENLANDSCH OVERZICHT Polen en Roemenië ontstemd Wereldjamboree 1937 Katholieke leden in het bestuur HET GEVAAR UIT DE LUCHT Bescherming der waterléiding- Bedrijven HET NATIONAAL GESCHENK Opbrengst ongeveer f 640.000. Het Hoog Gerechtshof in de V. S. Wetsontwerp-Summers door de Kamer aangenomen nnnBBi b|J Kiespijn zenuwpijn V E J x^r y HEVIGE BRAND TE ROTTERDAM Vlammen joegen als door een koker naar boven Maharadja's gaan naar Londen Een aantal vliegtuigen van de Indië-lijn der K.L.M. besproken Bejaarde vrouw doodgevallen TWEE WONINGEN IN ASCH GELEGD Bewoner door zijn hond gewekt Ribbentrop confereert met Lord Halifax In het Derde Rijk hecht men groote beteekenis aan deze inleidende besprekingen Londen toont weinig optimisme m Ter gelegenheid van de kroning van George VI van Engeland, worden speciale munten geslagen, die de beelte nis ban het vorstenpaar dragen De arrestatie der beide „Commissionnairs" Vooral in België tal van slachtoffers Duitschland eischt zijn vroegere koloniën dagen een bezoek aan Lord Halifax, den Buitenlandsche Zaken om de inleidende der koloniën. Vooral de vroegere Duitsche middelpunt der terug! Von Ribbentrop brengt dezer waarnemenden Engelschen minister van besprekingen te voeren over de teruggave koloniën in Afrika staan hierbij in het belangstelling Wel betaald, maar niet gekocht Houder van effectenkantoor gearresteerd NATIONAAL FONDS VOOR BIJZONDERE NOODEN Reeds velen kon de helpende hand worden geboden JONGEMAN AANGEHOUDEN Met het geld van zijn baas er vandoor DEVIEZENSMOKKEL Nederlander tot zware straffen veroordeeld Hét Landesgericht te Berlijn heeft den accoun tant F. uit Enschede wegens het smokkelen van deviezen veroordeeld tot acht jaar gevangenis straf en 40.000 Rijksmark boete. Wijlen de Pransche minister van Buiten- landsche Zaken Barthou, die tegelijk met Koning Alexander van Joego-Sla- vië te Marseille werd vermoord, was tijdens zijn Ambtstijd begonnen met de politiek der allian ties. Berlijn noemde deze politiek wel de „manie tier allianties". De alliantie, die Frankrijk sloot met de Sov- jet-Unie, heeft geen heilzame uitwerkingen ge had, vooral niet op de Kleine Entente. Vooral toen ook Tsjecho-Slowakije een alliantie, een tiefensief verdrag met de Russen aanging, werd het voortbestaan der Kleine Entente ernstig bedreigd. Op de conferentie van Bratislava ver leden jaar werd geconstateerd, dat Polen, Roe menië en Tsjecho-Slowakije, de drie landen, tiie (met Joego-Slavië) de Kleine Entente vor- ftien, in den loop der jaren vele tegenstrijdige belangen hadden gekregen en dat dus 't werkter rein der Kleine Entente beperkt diende te wor- tien. Men kwam overeen, dat men slechts nog ®en gemeenschappelijke politiek zou voeren ln kwesties van algemeen belang. De band werd dus Zeer los. Des te losser, omdat die kwesties van algemeen belang voor de Kleine Entente bijna alleen zuiver negatief zijn; verhindering der Habsburgsche restauratie en oppositie tegen het revisionisme in Hongarije. Nu heeft de Kleine Entente wederom een geduchten slag gekre sen. Door de publicatie van een boek. De Tsje- eho-Slowaaksche gezant te Boekarest, Jan Seba, tieed te Praag een boek verschijnen onder den titel; „Rusland en de Kleine Entente in de in ternationale politiek". Het is voorzien met een inleiding van den Tsjecho-Slowaakschen minis ter van Buitenlandsche Zaken Krofta. Het boek is al een half jaar geleden versche den. In de laatste weken is men in Polen er. Roemenië op dit in het Tsjechisch geschreven boek opmerkzaam geworden en de inhoud heeft Verontwaardiging gewekt. De Poolsche. en Roe meensche pers ontketenden een veldtocht tegen Seba's boek. De zaak spitste zich toe. En het is du al zóó ver, dat Praag officieel de geruchten dementeerde, volgens welke Tsjecho-Slowakije Van plan zou zijn, zijn lidmaatschap der Kleine Entente op te zeggen. Seba is voorloopig naar Praag ontboden. Het is de vraag, of hij nog op zijn post zal terugkeeren. In Roemeensche politieke kringen wordt aan het vertrek van den gezant groote beteekenis gehecht. De verontwaardiging richt zich vooral tegen het gedeelte van Seba's boek, waarin gepleit wordt voor een alliantie, een defensief verbond tusschen Roemenië en Rusland, naar het voorbeeld van het Tsjecho- SlowaakschSovjet-Russische verdrag. Seba zou gaarne zien, dat Boekarest terugkeerde tot de buitenlandsche politiek van Tïtoelescoe, den «Aziaat", die sterk pro-Russisch was georiën teerd. Seba oefent in zijn boek uitvoerig critiek tip de huidige leidende Roemeensche politici, tirndat deze 'n anderen koers dan dien van Titoe- lescoe hebben ingeslagen. Dit feit wordt ge voeld als een ontoelaatbare inmenging in zuiver Roemeensche aangelegenheden, welke energiek tiient te worden afgewezen. In de pers wordt tamelijk onversluierd het aftreden van Seba sis gezant te Boekarest geëischt. Ook in Polen is men slecht te spreken over het boek van Seba, dat eveneens aan merkingen bevat op de binnen- en bui tenlandsche politiek van dit land. Zoo spreekt Seba zijn leedwezèn er over uit, dat Polen in het jaar 1919 de zoogenaamde Curzon-linie van tie hand heeft gewezen, waardoor Tsjecho- Slowakije en Rusland een lang stuk gemeen zame grens zouden hebben gekregen. Nu grenst Tsjecho-Slowakije nergens aan Rusland. Roe menië en Polen wel. Zou dus ooit Rusland vol gens het defensief verdrag Tsjecho-Slowakije ter hulp moeten snellen, dan zou dit, behalve tioor de lucht, over Roemeensch of Poolsch ge bied moeten gebeuren. Seba zou alsnog gaarne tie stichting der Curzon-linie zien, waardoor de kwestie van den eventueelen doormarsch van Russische troepen „zeer veel eenvoudiger" zou borden. Polen toont echter niet de minste nei ging, om op Seba's voorstel in te gaan. Integen- tieel, het wijst dit verontwaardigd van de hand. Vandaar nu Seba's pogen, om tenminste Roe menië warm te maken voor een verdrag met Rusland, omdat dan eventueel Russische troe- ben door Roemenië zouden kunnen trekken. Zooals wij boven reeds zagen, blijft Boekarest tihder dit opzicht voorloopig Siberisch-koud. Ret blad der Poolsche rechtsche oppositie ABC Protesteert tegen de inmenging van de Tsjecho- E'owaaksche diplomatie en eischt antwoord op tie vraag, of Seba's opvattingen ook die der re geering te Praag zijn: „Wij zijn vrienden van Tsjecho-Slowakije", schrijft het blad, „en wen- schen, dat de politiek van dit land zich moge bevrijden van vrijmetselaarsinvloed. Maar de Tsjecho-Slowaaksche regeering moge er nota van nemen, dat een initiatief als dat van Seba er toe moet leiden, de betrekkingen tusschen Polen en Tsjecho-Slowakije voor goed te be derven." Jan Seba beleeft dus voorloopig weinig plei- zier van zijn boek. Hij wist natuurlijk tevoren, dat het zoo komen zou. Dat hij toch het boek publiceerde en minister Krofta bereid vond het in te leiden, bewijst wel, hoe Tsjecho-Slo wakije in het nauw zit met de netelige kwestie,' op welke wijze Rusland bij een eventueel effec tief worden van het defensief verdrag, inder daad hulp zou kunnen verstrekken. De propagandadienst van de Wereldjamboree deelt mede, dat in het bestuur der stichting Wereldjamboree 1937 alsnog zijn opgenomen de heeren P. P. W. van Leeuwen, majoor-inten dant te 's-Gravenhage, mr. A. Fens te Eind hoven en dr. L. Berger te 's-Gravenhage, welke heeren deel uitmaken van het bestuur van de Vereeniging de Katholieke Verkenners. In het najaar 1936 hebben de ministers van Binnenlandsche Zaken en van Sociale Zaken een huishoudelijke commissie in het leven ge roepen, die de opdracht heeft „richtlijnen voor de bescherming van waterleidingbedrijven tegen luchtaanvallen" samen te stellen. Deze commissie bestaat uit onderstaande leden waarvan aangewezen zijn door den minister van Binnenlandsche Zaken; P. H. A. de Ridder, luit.- generaal b.d., inspecteur voor de bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen; den minister van Sociale Zaken: dr. C. van den Berg, directeur-generaal van de afdeeling volksgezondheid; W. F. J. M. Krul, directeur van het rijksbureau voor drinkwatervoorziening; A. H. van de Velde, inspecteur van de volksge zondheid in algemeenen dienst; de Vereeniging voor waterleidingbelangen in Nederland; dr. H. G. J. de Glee, directeur van de N.V. Waterlei dingmaatschappij te Groningen en ir. C. J. Oos- terholt, directeur van gemeentebedrijven te Eind hoven, beiden lid van 't bestuur dier vereeniging; de Vereeniging van Nederlandsche gemeenten: mr. J. J. P. C. van Kuyk, burgemeester van Veenendaal, lid van het dagelijksch bestuur dier vereeniging. Naar wij vernemen, zal in het voorjaar van 1937 het resultaat van den arbeid der commis sie aan de betrokken ministers worden aan geboden. Het Comité Gelderland voor de aanbieding van een nationaal huwelijksgeschenk aan het Prinselijk Paar heeft zijn plaatselijken comité's medegedeeld, dat de taak der comité's beëin digd is en dus tot hun ontbinding besloten is. Van de geheele opbrengst ad ƒ640.000 was het aandeel van Gelderland ƒ33.900 of ongeveer 4 cent per.-inwoner. WASHINGTON, ÏO Febr. (Reuter.) Het Huis van Afgevaardigden heeft met 315 tegen 7I> ^mmen het wetsontwerp-Summers aangeno men, hetwelk het mogelijk maakt, dat de reeh ors van het Hoog Gerechtshof na tien jaar dit te hebben uitgeoefend, op 70-jarigen leef- Rid met pensioen gaan, met behoud van hun Rtictement. De debatten werden gekenmerkt door buiten gewoon heftige aanvallen op de voorstellen van Roosevelt, door de beide democraten Cox en Eanineck. Deze laatste verklaarde, dat de ver meerdering van het aantal rechters in het Hoog Gerechtshof zou kunnen leiden tot een dicta- •tiriale regeering. V 1 •■'im .'ii/ [BAY ER J sti.lt er» voorkomi pijnen! Woensdagavond omstreeks elf uur is brand uitgebroken in pand Wolfshoek 10a te Rotter dam, bewoond door den logementhouder G. H. Oppel. De brand is ontstaan in een opkamer tje, dat als slaapplaats was ingericht. In de brandbare bed-goederen vond het vuur gretig voedsel en weldra stond dit op kamertje in lichter laaie. Aangezien de panden aan den Wolfslioek ter weerszijden van den eigenlijken hoek haaks op elkaar staan, vormen de muren rond een klein binnenplaatsje een koker. Toen de ruiten van het opkamertje waren gesprongen en de vlam men naar buiten sloegen, werd het vuur in dien koker opgezogen en de hitte deed ook op de eerste verdieping de ruiten springen. Zoo is het vuur overgeslagen naar een kamer op de eerste verdieping, en vervolgens naar de tweede. Op de eerste etage was er niets meer te red den in de brandende kamer, op de tweede ver dieping heeft de brandweer het vuur nog we ten te bedwingen. De brandweer heeft met in totaal vier stra len op de waterleiding het vuur bestreden. Een zestal kinderen, dat zich in het bran dende pand bevond, is door de politie en de brandweer snel in veiligheid gebracht. Het opkamertje en de kamer op de eerste verdieping zijn geheel uitgebrand. De gpede naam, dien de K.L.M. in Britsch- Indië geniet, blijkt thans opnieuw uit het feit, dat vier of vijf van de voornaamste Indische vorsten, die zich in April naar Londen zullen begeven tot het bijwonen van de kroningsfeesten, hebben besloten, gebruik te maken voor hun reis naar het Westen van de vliegtuigen der Nederland sche luchtvaartmaatschappij, de K.L.M. Teneinde ervan verzekerd te zijn, ongestoord en met beperkt gezelschap te kunnen reizen, hebben verscheidene Indische vorsten alle be schikbare plaatsen in de vliegtuigen der Am sterdamBatavia-lijn, die in April dezen dienst vliegen, opgekocht. Zoo heeft de Maharadja van Jodpoer voor hem, zijn echtgenoote en volgelingen het Dou- glasvïiegtuig PHALE, de Edelvalk besproken, terwijl de Maharadja van Jaipoer op de PH AKN, de Nachtegaal, beslag legde. Beide vor sten zijn veel en graag geziene gasten bij de K.L.M. Zij, die Schiphol kennen en de Amster- damsche luchthaven geregeld bezoeken, zul len zich ongetwijfeld den jeugdigen heerscher van Jaipoer, Z. H. Sawai Man Singhji Bahadur, herinneren, wanneer hij op doorreis naar Lon den even op Schiphol verpoosde. Sawai Singhji heeft als prins, na zijn militaire opleiding ge noten te hebben te Woolwich, zich bijzonder onderscheiden in den wereldoorlog met zijn iu- heemsche regiment in Mesopotamië. De vorst van Jodpoer stamt uit een der oudste Britsch-Indische geslachten, welke reeds in de zesde eeuw aan het bewind was. Zijn staat telt thans ruim 2 millioen inwoners. Deze jongste regeerende telg uit het geslacht der Rajputs is zelf een enthousiast vlieger, hij behaalde reeds jaren geleden zijn brevet. Het gezelschap van den vorst, dat zich per K.L.M. naar de Engel- sche kroningsfeesten zal begeven, bestaat uit den Maharani en vier familieleden. Behalve de Maharani van Cooch Behar, die reeds zeer vele reizen per K.LM. maakte tus schen Londen of Parijs en Calcutta, heeft ook de Maharadja van Kashmir, Hari Singh Indar, een der lijntoestellen van den Indië-dienst der K.L.M. besproken voor de vlucht met zijn ge volg naar Londen. De Maharadja van Kashmir heeft nog nim mer met de K.L.M. gevlogen. Verder is de K.L.M. nog in onderhandeling over dergelijke vluchten met de Maharadja's van Haiderabad en van Rajkot, alsmede met den Maharadja van Nepal. Woensdagmiddag is de 68-jarige weduwe T. B. in het pand aan de van Hogendorpstraat 124 te Den Haag van een 15 meter hooge trap ge vallen, vermoedelijk doordat zij door een dui zeling overvallen werd. Mej. B,. die in het Heilige Geesthofje woon de, was bijna onmiddellijk dood. In den afgeloopen nacht zijn te Terheyde twee woningen tot den grond toe afgebrand. De bewoner van een van de huizen, de heer P. Langeslag, werd omstreeks vier uur gewekt door het angstig blaffen van den hond. Tot zijn groote ontsteltenis bemerkte hij, dat zijn woning in brand stond. Half gekleed vluchtte de man naar buiten, waarna hij de buren wekte. De sterke Westenwind wakkerde het vuur zoodanig aan, dat binnen korten tijd beide perceelen tot den grond toe afbrandden. De brandweer uit Monster kon alleen de bran dende overblijfselen natspuiten. De eigenaar van beide perceelen was ver zekerd. De heer Langeslag was niet verzekerd. Hedenmiddag zal de Duitsclic ambassa deur (e Londen, von Ribbentrop, een bezoek brengen aan den waamemenden minister van Buitenlandsche Zaken, Lord Halifax. BÜ dit bezoek zullen voor de eerste maal de koloniale aanspraken van Duitschland langs diplomaticken weg worden kenbaar ge maakt. Vooral in het Derde Rijk acht men deze inleidende besprekingen van groote be teekenis. In Engelsche kringen verwacht men echte: van dit eerste onderhoud weinig resultaat, er is geen sprake van, dat men reeds met concrete onderhandelingen kan beginnen. Trouwens, dit blijkt ook wel hieruit, dat Eden rustig met va- cantie is gegaan en de inleidende besprekingen door Lord Halifax laat voeren. Nu gaan er in Engeland wel geruchten, dat Eden door hei kabinet met vacantie is gestuurd, omdat men verwacht, dat de zoogenaamde pro-Duitt«- Lord Halifax meer kans van slagen zou hc ben bij de besprekingen dan de minder soepele Eden, doch hieraan behoeft men niet veel waai de te hechten. De heele theorie van een splitsing in het ka binet tusschen een pro-Duitsch een een anti- Duitsche richting is waarschijnlijk niet veei meer dan een geval van den wensch, die de vader van de gedachte is, aldus de Londensche correspondent van de N. R. Ct. Dat er in het volk, in de pers en onder de conservatieve La gerhuisleden een kleine en luidruchtige groep bestaat, die het met het beleid van Eden niet eens is en niets liever wil dan een eenzijdig Engelsch-Duitsch accoord, zal niemand ont kennen. Ook niet dat deze groep eenige invloed rijke namen telt. Maar of deze richting ook in het kabinet vertegenwoordigd is en daar eenig gewicht heeft, mag uitermate twijfelachtig wor den geheeten. Men heeft er althans tot nu toe geen uiterlijke teekenen van gezien. Het beleid van de Engelsche regeering vis-a-vis Duitsch land sinds de herbezetting van het Rijnlanc heeft geen zwenkingen, afwijkingen of onzeker heid getoond. Eveneens zal men nauwelijks kunnen vol houden, dat Engeland zich door angst voor Duitschlands koloniale aanspraken tot princi- pieele concessies zou laten drijven. Hitier mag dreigende blikken op Duitschlands vroegere be zittingen werpen, men mag dat in Londen on aangenaam vinden, maar men zal er zich niet door laten intimideeren. Men weet immers maar al te goed, dat Kenya of Tanganyika niet aan de Duitsche grens liggen, maar veilig en wel in Afrika, ver buiten het Duitsche machtsbereik. Intusschen verwacht men, dat Engeland, in dien het al zakelijk in de Duitsche voorstellen zal treden, zulks nauwelijks zal doen zonder dat Duitschland van zijn zijde bereid blijkt over het Westelijk pact en andere aangelegenheden, wel ke Engeland na aan het hart liggen, te onder handelen. Duitschland voelt er echter niets voor de koloniën als een ruilobject te beschou wen. Het wil zijn koloniën terug hebben zonder tegen-prestaties. Hoe de stemming in het Derde Rijk is, blijk' wel uit een dezer dagen door een onbekenden spreker gehouden rede voor de radio van Miin- chen. „Van nu af zal de kreet niet ophouden," zei- de de spreker, „lever den buit dien gij ons ont stolen hebt weer uit. Er is geen kwestie van eenig recht behalve het onvervreemdbare Duit sche recht op gestolen goed. De laatste schijn van recht dien de tegenstanders nog zouden kun nen doen gelden, met een beroep op art. II van het Vredesverdrag bestaat niet meer, nu de Führer in zijn laatste rede de handteekening van het Duitsche volk onder het verdrag van Vlrsailles, en speciaal van de schuldparagraaf, waarop artikel 11 zijdelings berustte, heeft op geheven. Wij zullen niet ophouden ons recht te eischen. Duitschland moet en zal zijn koloniën terug hebben." Als von Ribbentrop vanmiddag in dezen geest zijn voorstellen aan den waarnemenden Engel- schen minister voorlegt, zal het nog wel eenigen tijd duren voor Berlijn en Londen het eens zijn geworden. Eden heeft dat waarschijnlijk heel goed be grepen en daarom is hij maar rustig naar de Cóte d'Azur gegaan om daar van een welver diende vacantie te genieten. MAÜDATEN „B" TÖGOLAWD-ew-k'AMERQEW owidet? FRAVJkR'jk evjEw&elawd DUITSCU- OOST- AFC1 KA OUDER EUGEL&UD Mawidateu C" Duitscu- Zuid-West Afdika OUDER DE (JwiE V Z AFC? PUAUDA ewUt?UWDl ONDER ÖELGlE DE VOORMALIGE DUir5C.U-AFRIKAAU5C.HE KOLOhlIEW LW40 LIBIË 6.UGLO EGYPT FCfcW 5CH - V/EST AFRIKA oOFUAw/ i^cut ABESSime ENG. émg; 5 E L G v S C U ^OE&AWD A U R U V4 Dhg/' KOLO V41E KOU GO a Tamgajmjika GOU poot GOLA PwlOOEStA' PO RIT TOGO KAMtROEW Z.UID WEST AFRIKA RIVCA OyiTSCH OOST AFRIKA UNIE V ZUID -/AFRIKA DUITSCH ZU1D-WE5T AFPiKA De aanhouding van de twee commissionnairs in effecten door de Amsterdamsche recherche is, naar wij nader vernemen, een uitvloeisel van de invallen bij enkele zwendelbanken, ongeveer een half jaar geleden. De aangehoudenen zijn O. uit Zandvoort en V., wonende in Hilversum. Zij oefenden hun practijken vooral uit in België, waar zij dan ook talrijke slachtoffers hebben gemaakt. Dezen hadden him óf geld óf effecten in onderpand gegeven, om daar stukken voor te koopen. De transacties werden echter nimmer beëindigd, want de commissionairs verdwenen onnaspeur lijk. Slechts een klein gedeelte van het verduis terde heeft de recherche terug kunnen vinden. Uit het verhoor door de politie is nog geble ken, dat O. de zaken gedeeltelijk had overge daan aan zijn Hilversumschen collega en ae politie meent daardoor, beiden te kunnen ver volgen, waarom zij hen heeft ingesloten. Bij het verdere verhoor zullen ook verschei dene van de gedupeerden worden gehoord. De zaak is aan het rollen gebracht door de klacht van een Belg, die voor tienduizend gul den goede effecten had gedeponeerd. De justitie deed daarop een inval zoowel op het kantoor als in de woning van V. te Hilversum en kon nog een deel van de stukken, die gedeponeerd waren, achterhalen en in beslag nemen. Voorts zijn de boeken en bescheiden van deze zwendelbank in beslag genomen. De Rijksac countantsdienst stelt een uitvoerig onderzoek in. De bank is gesloten en de beide gearresteer den zijn in het huis van bewaring ingesloten. V. stond op het punt zich uit de zaken terug te trekken en was van plan zijn bedrijf over te doen aan O., die juist bezig was zich „in te werken". De recherche te Eindhoven heeft gearresteerd den houder van het Meijerijsche Effectenkan toor te Eindhoven, M. J. W. J. P. P. maakte er zijn beroep van menschen te gaan bezoeken en hen te bewegen effecten door hem te laten koopen. Wanneer men op dit aanbod inging, kreeg men een door P. ge zegelde aankoopnota thuisbezorgd met de me dedeeling, dat de effecten waren gekocht, waar op men het bedrag moest storten. Van afre kenen kwam echter niets. Op deze wijze heeft P. zich ongeveer 3500 gulden toegeëigend. Bfj het onderzoek is gebleken, dat hij nim mer effecten heeft gekocht, doch de ontvangen gelden ten eigen bate heeft aangewend. Hij is naar 's-Hertogenbosch overgebracht. Het Nationaal Fonds voor bijzondere nooden heeft verslag uitgebracht over de eerste periode zijner werkzaamheden van 31 Mei 1936 tot 31 December 1936. In het bijzonder kan worden vermeld, dat de periodieke bijdragen, welke vodk het Nationaal Fonds van zoo groote waarde zijn ,in December gestegen zijn tot een totaal van 5434.per maand. Met dankbaarheid moet worden vast gesteld dat zeer velen, vooral ten gevolge van den radioavond, welke in December gehouden werd, het fonds met hun giften bedachten. Aan giften ineens werd ontvangen 40.614,72, waaronder een gift van 2000 4 giften van 1000, 5 van 500 en 46 van 100. Vervolgens werd uiteengezet, dat de hulp van het fonds in beginsel slechts een aanvulling is op hetgeen plaatselijk wordt verstrekt. Plaatse lijke commissies kwamen tot stand in 190 ge meenten, waaronder welhaast alle belangrijkste gemeenten worden gevonden. Het heeft geen zin zich rechtstreeks tot het Nationaal Fonds te wenden, daar op deze wijze slechts een vertraging in de behandeling ont staat en tevens de administratie van het fonds op onnoodige wijze wordt overbelast. Slechts in hooge uitzondering nam het Fonds aanvragen rechtstreeks in behandeling van personen, die aannemelijk konden maken, dat een hulpver leening door plaatselijke instellingen voor hen zeer bezwaarlijk zou zijn. In totaal- werd aan 246 personen hulp ver leend. Het fonds stelde hiervoor 28.307 be schikbaar, terwijl van andere zijde 31.150 werd bijeengebracht. Hoewel de afgeloopen zeven maanden nog geen basis vormen voor voorspellingen omtrent de toekomst van het fonds mag worden vast gesteld, dat het fonds door de vrijgevigheid en burgerzin van het Nederlandsche volk reeds in staat werd gesteld aan velen, die in het gezicht van de haven dreigden te stranden, de helpende hand te bieden. Alom in den lande werden personen gevonden die den moeilijken arbeid, welken deze hulpver leening vordert, op hun schouders wilden nemen. Zoo zullen wellicht ook de werkzaamheden van het Nationaal Fonds en zijn plaatselijke commissies een voorbeeld kunnen vormen van eendrachtige samenwerking van alle groepen en gezindten, waartoe ons volk zich eerder in staat toonde, wanneer het noodig bleek in tijden van nood de handen ineen te slaan. In verband met het wetsontwerp, dat beoogt te komen tot een betere en meer rechtvaardige verdeeling van den druk der werkloosheid en dat het vervangen van volwassen arbeiders en gezinshoofden door minder verdienend jeugdig of vrouwelijk personeel wil be perken, hebben wij erop gewezen, dat in bepaalde bedrijven of afdeelingen van bedrijven het werk beter door jongens of meisjes of vrouwen dan door volwassen mannen kan worden gedaan. Daardoor komt vanzelf de vraag naar voren: wat is specifiek mannen-werk en wat spe cifiek vrouwen-werk? En daaruit vloeit weer een nieuwe vraag voort n.l.: Be staat er wel specifiek mannen- en vrouwenwerk? Zoo ja, wat is de beslis sende onderscheidingsmaatstaf, waar mee men deze begrippen zuiver en bil lijk uit elkaar kan houden? Dit zijn las tige vragen, waarop het antwoord voor al in den tegenwoordigen tijd vaak moeilijk te geven zal zijn. De beroemde emancipatie of ontvoogding van de vrouw heeft tot gevolg gehad, dat in tal van beroepen, welke tot dan toe uitslui tend voor den man bestemd en geschikt werden geacht, de vrouw haar al of niet vreugdevollen intocht heeft gedaan. Er zijn vrouwelijke dokters en dominees, er is vrouwelijk kantoor- en fabrieksperso- neel, maar er zijn nog geen vrouwelijke bootwerkers en stratenmakers, nog geen vrouwelijke slagers en betonwerkers. Over het algemeen wordt arbeid, waar voor geen groote lichaamskracht ge vergd wordt, specifiek vrouwelijk geacht, terwijl de meer zware karweien aan het zgn. sterke geslacht dienen te blijven voorbehouden, ook al is het sterke ge slacht wel voor het lichamelijk lichtere werk te vinden. Ook waar meer fijnvin- gerigheid dan kracht aan te pas komt, wordt in het bijzonder de vrouw toege dacht. Toch zijn deze onderscheidings maatstaven niet voldoende. Of iets vrouwen-werk is of niet, is afhankelijk van plaats, tijd, omstandigheden, ze den en gewoonten. Schoonmaken is al tijd een typisch vrouwelijke bezigheid geweest, en er is maar weinig, waar aan overigens gelaten huisvaders zóó zeer het land hebben als aan de vrou welijke schoonmaakwoede, welke op ge zette tijden pleegt los te barsten, maar voor de gemeente-reiniging wordt nooit vrouwelijk personeel gebruikt. In Rusland en het roode deel vau Spanje vindt men zeer strijdbare vrou wenbataljons, ofschoon zachtzinnigheid en vreedzaamheid officieel vrouwelijke eigenschappen heeten. Bij de onbe schaafde volkeren moeten juist de vrou wen het zwaarste en het vuilste werk doen, terwijl de mannen er luieren of pleizieren, welk laatste eventueel het zelfde is als vechten. Bij de Basoetoenegers in Zuid-Afrika heeft men, naar een zekere B. B. N. in „De Vrijzinnig Democraat" weet te ver tellen, het vraagstuk van vrouwen- en mannen-werk zóó opgelost, dat alleen ds mannen hoeden mogen vlechten, omdat de hoed de bemiddelaar is tusschen he mel en aarde, terwijl de vrouwen zich slechts met het vlechten van vloermat ten als zijnde een bezigheid van lagere orde mogen onledig houden. Deze op lossing is meer aardig dan hoffelijk en het criterium van arbeid van hoogere of lagere orde is voor de beschaafde landen onder normale omstandigheden niet te gebruiken. Wij schrijven met op zet „onder normale omstandigheden" want gedurende den oorlog, toen de mannen aan de fronten stonden, lagen, streden en stierven, verrichtten de vrou wen in de oorlogvoerende landen achter de fronten alle werken des mans. De vraag: wat specifiek vrouwenwerk is en moet blijven, en welke arbeid aan de mannen moet worden overgela ten, is sociaal van minder belang, dan het beginsel, dat vrouwen zooveel moge lijk in het gezin werkzaam moeten zijn. terwijl de mannen den kost voor dat gezin moeten verdienen. Dit oude, maar nog kerngezonde beginsel kan in de practijk echter niet straf worden doorgevoerd, maar als leidende gedachte heeft het ook voor de arbeidsverdeeling in onze dagen nog niets van zijn deugdelijkheid ingeboet, alle vrouwen-emancipatie en gelijkmaking der geslachten ten spijt. Een 15-jarige kantoorbediende Uit Haarlem, die voor zijn baas quitanties ten totale waarde van 1 500 moest innen, dit inderdaad deed, doch met het geld er vandoor ging, is thans te Am sterdam aangehouden. Hij had zich uitgegeven voor 'n Engelschen reiziger uit Londen. Hij ver telde voorts dat hij 21 jaar was. De hotelhouder van het hotel, waar hij logeerde, kreeg arg waan en heeft de politie gewaarschuwd. Ook tegenover de Amsterdamsche politie heeft hij volgehouden dat hij een Engelschman was. doch toen hij zijn papieren moest toonen, viel hfj door de mand en moest hij wel bekennen. Van het geld was niets meer over. De jongeman is naar Haarlem overgebracht en opgesloten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 9