<KdvebAaal van den dag Koopt Uw Levensmiddelen ALBERT HEIJN EXTRA LAGE PRIJZEN Het Zeemonster van Nagasaki VEEL G0EDK00PER VEEL BETER DE ECHTE ZAANSCHE BESCHUIT p groote rol 7 ct. Oe zorgen van •I in mi v Qan* oJumdiqji ICur vxr&Vuuiq, l Linkschen 15 k.m. vooruit? bij MAAKT C HET LEVEN GOEDKOOPER z DONDERDAG 18 FEBRUARI 1937 EERSTE KAMER ^lgem. beschouwingen begonnen Belangrijke rede van den heer Van Lanschot Réchts gaat voori Berichten reeds geplaatst in een deel onzer vorige oplaag Almeria bedreigd De Duitsche eischen om koloniën Bespreking in het Engelsche Hoogerhuis IJSHOCKEY CANADA VERPLETTERT FRANKRIJK Wereldkampioenschappen te Londen begonnen VOETBAL WERELDKAMPIOEN SCHAPPEN IN 1938 Reeds 33 inschrijvingen Wielervaria VRIJDAG EN ZATERDAG A.S. VERSCHE EIEREN10 voor 33 ct. JONGE LEIDSCHE KAAS2 pond 29 GOUDSCHE KAAS 20 2 29 BARNEVELDERS per Pon<I van 32% voor 28 ct. zeer fijn koekje WASCHVLUG, per pak 12% ct2 pakken voor 21 JONGE VETTE KAAS p. pond 24 ct. VOLVETTE KAAS 29 FIJNSTE SEPTEMBER GOUDSCHE38 GOUDSCHE MEIKAAS 42 ECHTE NRD.-HOLL. EDAMMERS p. stuk 95—85 FIJNE OUDE EDAMMERS110 Iets Bijzonders, onze: HONING GEMBERKOEK in cartonp. stuk 40 ct. HONING ONTBIJTKOEK in carton25 REUZEN ONTBIJTKOEKp. stuk 27—20 HEERLIJKE JAMS3-pondspot 67 Haarlem - IJmuiden - IJmuiden-Oost - Santpoort - Heemstede - Zandvoort - Hil- Iegom - Lisse - Overveen - Bloemendaal - Sassenheim - Beverwijk - Aalsmeer. even Toor "het Overtroefd ruitje van de i voordeur. Daar i zag ze Charles Bastiat de stoep opkomen en met de punt van zijn wandelstok tegen de electrische bel druk ken. Elise aarzelde geen oogenblik en deed de deur open. het scheen, dat er nog over geschreven werd. „Dan vind ik je een groote dwaas." de heden gehouden vergadering der Eerste amer waren aan de orde de algemeene beschou- "tagten over de rijksbegerooting voor 1937. heer VAN LANSCHOT (R. K.) bespreekt de ^aa,o, wat er nu en in de toekomst staat te ge- ?euren op politiek en enoconomisch gebied. Po- bek heeft het debat in de Tweede Kamer ge- aatl in het teeken van bruggenbouw. Het woord j^aiitie wil spr. niet gebruiken; dat werkt op me teen als een rcode lap op een stier. Spr. be- g°°rt tot hen, die den gewijzigden geest van de y' h>. A. P. zien als een verblijdend verschijnsel. communistische zijde wordt echter de de- '"°cratie uitgebuit als een middel om met an- er® partijen samen te gaan, een vlag, die een e5^erde lading dekt. De R. K. Staatspartij voert een strijd voor °nten tegen het communisme en tegen het asci^me. En wat anderen betreft, het is een gestie niet van samengaan maar vooral van Sftienwerken. Als dat niet gaat, is het beter, er atl af te zien. 2oo is het thans, doch we moeten de uitspraak b de stembus afwachten, we behoeven een krachtige regeering. De ^öeilijkheden zijn nog lang niet overwonnen. Als het zoo doorgaat, wat blijft er dan over van parlementaire stelsel, van de ministerieele Verantwoordelijkheid? Het recht om zijn begin- /en te verkondigen, zichzelf te zijn, moet spr. bbdiceeren niet alleen voor de R. K. Staatspartij, °°h voor elke politieke groep. ®Pr. heeft lof voor de wijze, waarop in het kleden, in de tien jaar, dat er geen politieke peering kon worden gevormd, op uiterst ge- «kkige wijze zakelijke kabinetten werden ge grind. !«Üi; ^e toestand is er niet naar, dat ook maar Partij er zich over zou moeten verheugen, and uit haar midden tot kabinetsformateur fj. zien gekozen. Nooit toch was regeeren een bider dankbare taak. ^at de politiek van de R.K. Staatspartij beft: we dienen te plukken onzen dag. Aan passen beteekent voorts niet, dat men blind Üloi °t>k( 'et zijn voor uit het maatschappelijk leven "iet omen de verschijnselen. Nu beteekent het alleen aanpassen, ook: aanpakken. Ook de regeering voert constructieve wel- aarts politiekcrisismaatregelen, depreciatie, 'boeren van groote werken. ®Pr, heeft evenzeer respect voor ons crediet de minister van Financiën, maar het uit keren, spoedig, van groote werken moet wor- gestimuleerd. De depreciatie, hoezeer afge dongen, is van zeer gunstigen invloed geweest P ons economisch leven. Kwam de gulden weer zjjn oude pariteit, het ware niet veel minder n een ramp. o ®Pr. komt terug op de critiek der N. S. B. op R. K. Staatspartij. In een brochure in haar '°6i'am no. 5 kwam dezer dagen die beweging j?et gloednieuwe beginselen voor den dag. De ranschen zeggen het zoo geestig: on ne change de principe comme de chemise. ,öe getrouwen zullen er „his masters voice" ^biauwernood in herkend hebben. (Gelach.) v6cht om zich en zijn partij identiek te ver ben met eenige Pauselijke encyclieken. Welk ®pr. ontzegt den schrijver dier brochure het feci 11 aanmatiging! y Spr. brengt ten slotte hulde aan dit kabinet v°°r de wijze, waarop het zich jegens het land zijn taak heeft gekweten. öe heer DE SAVORNIN LOHMAN (C.H.) 1Jst op de zware taak, die dit kabinet had te Jbfsen. Er is veel critiek, maar ondanks parle- y ebtairen tegenstand is de aanpassings- en .'bispolitiek ten deele stellig geslaagd. Het r"«Po van defensie-versterking moet worden bgevoerd. Spr. hoopt, dat niet weder zal wor- Letl afgebroken wat dit kabinet heeft opge duwd. j t«t kabinet behoeft voor het oordeel der his- be niet bevreesd te zijn. ,Over den satanischen aard van het commu- y^hie zal spr. niet uitweiden. De waarschuwing ^ab (jen paus tegen de gevaren die bet chris- i-bdom bedreigen, heeft ook in protestantsche JJngen indruk gemaakt. Even onjuist is de Jelling: dictatuur van rechts of van de de coratie. \,®Pr bestrijdt in dit verband de houding der S. b. C veelgeprezen ordening is een zeer ingewik- e'd vraagstuk. EINDE VOORRANG Waar |_J| zoo'n bord staat Is het einde van een voorrangsweg in zicht, verderop moet u zich dus weer aan het normale voorschrift houden: rtbt Versterking van den christelijken invloed op den politieken gang van zaken is gewenscht. De christ.-historischen zouden niet zitting kunnen nemen in een kabinet met sociaal democratische ministers. BARCELONA, 17 Febr. (Havas). Het radio station der C.N.T. heeft hedenavond medege deeld, dat de regeeringstroepen in den sector Avila na een aanval op dat front 15 kilometer zijn opgerukt. De vijand, die een feilen tegen aanval ondernam', werd overal teruggeslagen. Het radiostation der Spaansche phalanx heeft medegedeeld, dat volgens de laatste berichten, de Zuidelijke legers der nationalisten in con tact zijn gekomen met de verdedigers van Al meria. Fen hevige aanval der regeeringstroepen in de richting van Madrid werd hedenochtend afgeslagen. Het bombardement van de kust wordt door een vliegtuigeskader der rechtschen ondersteund. Aan bet front van Madrid heeft de lucht macht der rechtschen nieuwe convooien, die uit Valencia vertrokken waren, uiteengejaagd. Een groot aai.tal vrachtauto's moesten naar Valen cia terugkeeren. LONDEN, 17 Febr. (Havas). In het Hooger huis is hedenmiddag gesproken over de Duit sche koloniale eischen. De afgevaardigde van de Labour-partij Lord Buxton stelde voor de conventie van Saint-Germain te wijzigen en zoo zekere staten in het genot van koloniale exploitatie te stellen. Spr. zeide, dat als men zijn koloniën behan delt als gesloten schuren, men recht op een oorlog aanstuurt. lord Lloyd was het volkomen eens met de regeering, die verzekerde, niet voornemens te zijn Duitschland zijn vroegere koloniën terug te geven. Hij ontzenuwde achtereenvolgens de argumenten van Duitschland, waarmede het zijn eisch naar koloniën rechtvaardigt. Lord Cranbome antwoordde namens de re geering, dat de generaliseering van het man daat-systeem onder toezicht van den Volken bond moeilijk uitvoerbaar is. De verlaging van de Britsche douanerechten is eveneens niet af doende, aangezien hierdoor de kwestie van de deviezen öiet wordt geregeld. Het debat eindig de zonder stemming. Te Londen zijn Woensdag de wedstrijden om het wereldkampioenschap ijshockey aangevan gen. In het Harringaystadion won Hongarije met 41 van Roemenië, terwijl Duitschland in het Wembley-stadion met 6—0 verloor van Enge land in een ontmoeting, waarin de wereldkam pioenen over de geheele linie veel sterker waren. Canada, vertegenwoordigd door de Kimberley Dynamiters verpletterde tenslotte Frankrijk met 120. Tegen het samenspel der Canadeezen bleek de Fransche ploeg in geenen deele opge wassen te zijn. Voor het toumooi om het wereldkampioen schap voetbal, dat in 1938 door Frankrijk wordt georganiseerd, zijn thans 33 inschrijvingen bin nengekomen. Het aantal deelnemers bedraagt dus thans reeds één meer dan bij het tournooi, hetwelk in 1934 in Italië is gehouden. Boven dien zijn nog enkele inschrijvingen o.a. van Ar gentinië en Uruguay een dezer dagen te ver wachten. De volgende landen hebben in beginsel deel neming toegezegd: België, Brazilië, Bulgarije, Costa Rica, Duitschland, Egypte, Estland, Fin land, Frankrijk, Griekenland, Hongarije Iersche Vrijstaat, Italië, Japan, Letland, Litauen, Luxemburg, Mexico, Nederland, Nederlandsch- Indië. Nederlandsch-Guyana, Noorwegen, Oos tenrijk, Palestina, Polen, Portugal, Roemenië, Spanje, Tsjecho-Slowakije, Vereenigde Staten, Zuid-Slavië, Zweden en Zwitserland. Van de 51 bij de F. I. F. A. aangesloten voet balbonden hebben dus de volgende landen nog De zesdaagsche van Londen zal van 16 tot 23 Mei verreden worden. Dat is dus tijdens de Engelsche kroningsfeesten. De bekende Belgische renner Victor Linart- is dezer dagen tot Franschman genaturaliseerd. De derde Ronde van Valkenburg zal op 1 Mei a.s. verreden worden. De Ronde van Val kenburg is één der belangrijkste wegwedstrij den in Nederland. Een groot deel van het par cours is n.l. door de N. W. U. aangewezen als het circuit, waar in 1938 de wereldkampioen schappen wielrennen op zullen worden gehou den. De Ronde van Valkenburg wordt gehouden geen bericht van deelneming gezonden: Argen- over een afstand van 100 K.M. Elise zat op een bank in 't Bois de Boulogne. Ze dacht aan Hilaire, haar man, met wien ze een half jaar geleden getrouwd was, toen ze over 't voetpad een jong en elegant heer zag aankomen. Hij kwam haar bekend voor en toen hij voor haar stilstond, schrok ze. „Elise!" riep hij, „dat tref ik." Meteen ging hij naast haar zitten. De jonge vrouw verbleekte en zei toen met een gedwongen glimlach: „Charles Bastiat! Ben je in Parijs? Ik dacht, dat je in Ostende zat." „Daar ben ik geweest en heb daar lOu.OOO francs verspeeld. Nu ben ik weer hier en zoek een baantje." Hy wierp een onderzoekenden blik op haar en vroeg: „Wat is er met jou gebeurd? Wat een pracht japon en een hoed van Meunier! En kost bare ringenheb je soms geërfd?" „Neen, ik ben getrouwd, een half jaar gele den." „Getrouwd!" riep Bastiat. „En ken ik hem?" „Allicht Van naam; Hilaire Carrier." „Wel, wel," lachte hij. Hij kende den naam, ALBERT HEIJN r. 97 Zoo wilden ze de tent uitrijden, maar nu kwam de heele me nigte in opstand. Het publiek begon heel hard te gillen en de baas, die een mooi zwart jasje aanhad, riep: „Pakt de dieven!" De menschen begonnen te gooien met stokken en steenen en er zat voor Piet en Drein niets anders op dan gauw de vlucht te nemen. Op het politiebureau moesten ze een verklaring afleggen, waarom ze dien olifant hadden willen stelen. De commissaris van ijplitie, die als teeken van zijn waardigheid een vlag in zjjn hand droeg, begreep spoedig, dat Drein en Piet zich ver gist hadden en hij vertelde hun, dat het een olifant was ge weest en geen zeemonster. „Ik denk, dat we het zeemonster meer op zee moeten zoe ken," zei Drein Drentel tegen Piet. „Goed," zei Piet, en ze namen allebei een post in op een van de vooruitstekende rotspunten. De een zou links de Wacht houden en de ander rechts. Carrier was directeur van een groot bankiers huis, en hij, Charles Bastiat, zocht een baantje. „Zou je man niets voor me kunnen doen?" vroeg hij weer. „Als hij me eens op z'n bank nam, bijv. als directeur van een bijkantoor." „Ben heel moeilijk iets," antwoordde de jonge vrouw, „Hilaire is buitengewoon secuur." Een booze lach speelde om de mondhoeken van Bastiat. Hij begreep de toespeling. Niemand, die informaties omtrent hen.' inwon, zou hem een baantje op een bank geven. En Elise kende hem. Ze was heel kort met hem verloofd ge weest, maar d'r man wist dat niet. „Luister eens, Elise," begon hij weer. „Je man is een kans voor me, en van die kans moet ik gebruik maken. Als jij 't aan je man vraagt, geeft hij me wel een baantje. Je zegt maar, dat ik een buurjongen ben uit je kinderjaren." „Zooiets kan ik niet vragen." „Dat kun je wel. Zijn we niet verloofd ge weest? Waarschijnlijk weet je man dat niet. en je kunt het hem nu vertellen. Dat is beter dan dat ik 't hem vertel." „Waarom?" verwonderde zich Elise. „Als je mij niet helpt, zul je dat wel merken. Wil je 't aan je man vragen?" vroeg Bastiat, met een valschen blik op de jonge vrouw. „Neen." „Denk er aan, dat, als ik hun iets vertel, ik er bij kan maken wat ik wil. Ik zal kunnen liegen, lasteren zelfs. Dan kun je daar nog veel pleizier van beleven, dat voorspel ik je." Verontwaardigd sprong Elise op. „Ellendeling!" riep ze. „Ik spreek niet meer tegen je." „Meen maar niet, dat je man niets gelooven zal," sprak Bastiat langzaam.' en tergend. „Er zal tenminste wel iets blijven hangen. Je huiselijk geluk De vrouw van den bankier zei niets meer, ze keek hem ook niet aan en verwijderde zich. „Dus je vraagt het aan je man, als je thuis komt," riep hij haar achterna. „Als je het niet doet, dan krijgt hij een verhaaltje van mij te hooren, waarvan hij zal opfrisschen." Elise was het hek al uit. Hij zou haar toch niet volgen? Bang was ze niet, maar één zin, dien hij gesproken had, bleef in haar geheugen: „Er blijft wel iets van hangen. Je huiselijk ge luk. Ze wilde zelf aan Hilaire vertellen, dat ze heel kort verloofd geweest was met dien deugniet, vóór ze hem kende zooals hij was. Ze was toen nog onervaren. Had ze 't hem al maar verteld! Maar nu zou ze 't doen. Ze had niet graag, dat Bastiat 't aan Hilaire vertelde, natuurlijk op zijn manier. Ze kwam in de rue Dampierre, waar ze woonde, ging de stoep op en maakte de deur open. Ze trok haar mantel uit, j zette d'r hoed i - „Is mijnheer Uw echtgenoot thuis?" vroeg hij. „Ja, mijnheer; Wenscht U hem te spreken?" klonk bet kalm. Bastiat haalde een kaartje te voorschijn. „Als U me even wilt aandienen. Lang zal ik hem niet ophouden." Ze nam het kaartje, liet hem in een zijkamer tje en ging. Drie minuten later kwam ze terug. „Wilt U maar boven komen?'' noodigde zij uft. Ze ging den bezoeker naar de trap voor en leidde hem een kamer binnen, waar de middag zon fel scheen. De kamer was weelderig en met veel comfort ingericht, waarvoor Bastiat echter geen oog scheen te hebben. Z'n blik hing aan een ziekenwagen, die voor 't open raam stond en waarin een man op leeftijd zat met oogen die zonder uitdrukking staarden en handen, die zenuwachtig beefden. Toen Bastiat nader kwam en den man in 't gezicht keek, bewoog deze het hoofd niet. „En nu mijnheer," zei Elise, „kupt U spreken. U ziet hier mijnheer Carrier, maar ik moet U één ding vertellen. Mijnheer Carrier is stok doof. Hij hoort niets. Dus spreekt U maar op. U kunt 't ook opschrijven, maar hij ziet zoo goed als niets." Bastiat keek haar met verbeten woede aan. Dan klonk het sarcastisch van z'n lippen: „Ik geloof niet, dat het verstandig zou zijn, mijnheer Carrier in z'n overpeinzingen te storen. Enfin, m'n kans is hier verkeken, Elise, het zal me niet lukken. Ik zal 't maar eens in de Nieuwe Wereld probeeren." Zonder hem een woord waardig te keuren, bracht ze hem naar de deur, en keek hem na tot hij den hoek om was. Toen slaakte ze een kreet van blijdschap. Een auto reed dien zelfden hoek om en stopte voor het huis. Een slanke, knappe jonge man sprong er uit en hij liep de stoep op. „Dag lieveling!" riep hij, „alles wel?" Zij lachte en omhelsde hem. „Alles is in orde, Hilaire." Hij sloeg een arm om haar middel en trok haar mee naar de trap. „En hoe is 't met vader?" vroeg hij, „neemt hij z'n zonnebad? We zullen meteen maar eens gaan kijken, Elise." Het machtigste middel om Gods rijk te bevestigen en uit te brei den is het onderwijs, van boven tot beneden doordrongen van een echt katholieken geest en de onmisbare sluit steen van dezen bouw is de Katholieke Universiteit. Het Hoogwaardig Episcopaat tot de Katholieken van Nederland, 8 Sept. 1921. 'UiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimimmiiiii DOOR P. G. WODEHOUSE ""■iiiimmiiiiiiiiimmiiiimMiiimimiiimmiiMimiiiimiiimiiiiiiimi 13 Zij wierp eenzelfden blik, als waarmee ze ®Ven te voren zijn stiefvader van zijn stuk ge bracht had, naar Ogden, die doelloos met een aardig kunstvoorwerp zat te spelen, blijkbaar Ut de vroeg-Chineesche school. Maar Ogden ^°rderde heel wat meer, dan alleen maar een "lik, om ergens mee op te houden, waar hij nu eenmaal zin in had. Hij duwde de toffee, ^aarop hij kauwde van zijn rechter naar zijn linkerwang, keek mevrouw Crocker even star *an en ging door. Mevrouw Crocker speelde Been rol in zijn jonge leven. „Ogden, kom hier zitten," zei mevrouw Pett. „Geen trek." .Blijven jullie lang In Engeland, Nesta?" Vroeg mevrouw Crocker ijzig. „Ik weet 't niet. We hebben nog geen vaste Wannen gemaakt." „Werkeliik?" Zy hield op. Ogden, die zich van een bron- ®en vouwbeen had meester gemaakt, begon daarmee op de vaas te slaan. Het rinkelend Beiuid, dat daardoor werd voortgebracht, scheen jongen geest zeer te behagea „Wanneer Ogden die vaas werkelijk wenscht te breken," zei mevrouw Crocker, „sta me dan toe, dat ik even om den butler bel, dan kan die een hamer gaan halen." „Ogden!" zei mevrouw Pett. „Jandorie! Je mag hier niks!" mopperde Ogden en liep naar het raam. Hij keek naar buiten naar het plein en een nauw merkbaar bewegen van zijn ooren, wees er op, dat hij nog steeds toffees kauwde. „Nog altijd hetzelfde obstinate kind!" mom pelede mevrouw Crocker. „Ik kwam niet hier om over Ogden te spre ken!" zei mevrouw Pett. Mevrouw Crocker trok haar wenkbrauwen op. Zelfs mevrouw Otho Lanners, van wie zij de kunst geleerd had, zou het niet met meer effect hebben kunnen doen. „Ik wacht er nog steeds op te hooren, waarom je eigenlijk kwam, Nesta!" „Ik kwam hier naar toe, om eens te praten over je stiefzoon, James Crocker." De discipline, waaraan mevrouw Crocker zich zelf onderworpen had, teneinde allerlei gevoe lens te verbergen, redde haar van de vernede ring, zich verrast te toonen. Zij maakte een sierlijk handgebaar op de manier van de hertogin van Axminster, die een buitengewoon hand-wuif-kunstenaresse was om aan te toonen, dat zij geheel oor was. „Je stiefzoon, James Crocker," herhaalde mevrouw Pett. „Hoe noemen ze hem ook weer in de New Yorksche kranten, Peter?" Meneer Pett, die als een buidelrat, die haar winterslaap houdt, doodstil in zijn stoel lag, werd levend. Hij was er in geslaagd een afwe rende sfeer om zich heen te schepepen. Hij dook geheel weg in den stoel en nu hij plotse ling in de conversatie werd gemengd, was het alsof een Hjk uit een graftombe oprees, als een duveltje-in-'n-doosje. Gehoorzamend aan de ge biedende stem, tilde hij de zerk even op aan een kant en stak zijn hoofd uit het graf. „Piccadilly Jim!" zei hij benauwd. „Piccadilly Jim?" zei mevrouw Crocker. „Dit is buitengewoon onbeschaamd van hen!" In spijt van al zijn ellende ging er toch een vage glimlach over mijnheer Pett's gezicht bij die opmerking. „Zij zullen zich ook wat...." „Peter!" Meneer Pett stierf weer. „Maar waarom zouden de New Yorksche kranten zich met James bezighouden?" zei mevrouw Crocker. „Verklaar, Peter!" Met tegenzin kwam meneer Pett uit zijn lijkkleed te voorschijn. Hij had gedacht, dat Nesta het onderhoud zou voeren. „Wel, d'r zit cople in 'm." „Waarom?" „Wel, er is een jongen, die een geregeld leven heeft geleid opgegroeid in Amerika heeft aan een krant gewerkt gaat plotseling naar Engeland en wordt een Londensche Hertog, die omgaat met andere Londensche hertogen en een kaartje legt met den koning. Natuurlijk inte resseert ze dat." v De uitdrukking van mevrouw Crocker's ge laat werd nog meer .voldaan. „Natuurlijk is dat allemaal waar. Men kan den kranten vanzelfsprekend niet het recht ontzeg gen, te drukken, wat ze zelf willen. Zoo, en ze hebben dus artikelen gewijd aan James' ver richtingen in de Engelsche wereld?" „Verrichtingen," zei meneer Pett, „juist!" „Er moeten maatregelen tegen genomen wor den," zei mevrouw Pett. Meneer Pett kwam haar te hulp. „Nesta wordt bepaald ziek, als die geschie denis zoo blijft doorgaan," zei hij. Mevrouw Crocker trok haar wenkbrauwen op, maar het kostte haar thans werkelijk moeite om een zelfvoldanen glimlach van haar gelaat te weren. „Wanneer je je niet boven zoo'n kleinzielige jaloezie kunt stellen, Nesta...." Mevrouw Pett begon te lachen. Een lach met een metaalklank. „Het is de schande, waar ik tegen op kom!" „De schande?" „Hoe wil jij dat dan anders noemen, Eugenia? Zou jij niet beschaamd zijn, als je Zondags de krant opensloeg en daar een artikel zag staan over een heele pagina, be treffende je neef, die dronken werd bij de wedrennen en toen met een bookmaker begon te vechten die een politieke vergadering in de war geschopt heeft en gerechtelijk vervolgd is wegens beloftebreuk?" Mevrouw Crocker wist haar kalmte te be waren, maar zü was geraakt. De episodes, waar over haar zuster sprak, waren al van ouderen datum, verschrikkingen uit een verleden, maar En zij nam zich op dit oogenblik voor, James toch zoo ongenadig onder handen te namen, dat hij er niet meer aan denken zou, in de toekomst nog ooit dergelijke dingen uit te halen. „Maar dat niet alleen," vervolgde mevrouw Pett, „alhoewel het voor zichzelf al de maat zou doen overloopen, maar de kranten zijn er bovendien ook nog op de een of andere manier achter gekomen, dat ik zijn tante ben. Twee weken geleden plaatsten ze mijn portret bij een artikel over hem. En ik denk, dat ze dat in de toekomst wel zullen blijven doen. Daarom ben ik hier. Er moet een eind aan komen. En de eenige manier, waarop dat kan gebeuren is, je stiefzoon uit Londen weg te nemen, waar hij gewoonweg een barbaar wordt. Peter is zoo vriendelijk geweest er in toe te stemmen, dat de jongen bij hem op kantoor komt. Het is werkelijk een tegemoetkoming van hem, die je zult moeten waardeeren, want de jongen deugt uiteraard gedurende een heelen tijd nergens voor. Ik ben nu vanmorgen bij je gekomen om je te vragen, of je ons James Crocker mee terug naar Amerika wilt laten nemen, zoodat wij hem van het kwade kunnen terughouden en hem een betamelijk werk kunnen verschaf fen. Wat heb je daarop te zeggen?" Mevrouw Crocker trok haar wenkbrauwen op. „Wat verwacht je, dat ik zeggen zal? Het is gewoon belachelijk. Ik heb nog nooit van mijn leven zoo iets krankzinnigs gehoord." „Je weigert dus?" „O, maar natuurlijk weiger ik." „Zoo!" Meneer Pett kroop weg in zijn stoel. Hij had het gevoel van een zenuwachtig en vrede lievend man in een wild-West-drama, die twee cowboys naar hun heupzakken ziet reiken. Noch' zijn vrouw, noch zijn schoonzuster sloegen acht op hem. De laatste krijgsverrichtingen van een oogenduel werden tusschen hen uitge voerd. Na eenigen tijd van stilte lachte mevrouw Crocker hoog op. „Allermerkwaardigst!" mompelde ze. „Je weet heel goed, Eugenia," zei haar zuster opgewonden, „dat James Crocker zichzelf hier onmogelijk maakt en zichzelf ten gronde richt. Ter wille van hem, zoo niet ter wille van mezelf, zou ik. Weer lachte mevrouw Crocker, beleedigend, irriteerend. „Stel je niet zoo belachelijk aan, Nesta! Ten gronde richten! Werkelijk. Kijk 's, het is waar, dat James eenigen tijd geleden, toen hij nog jong was en nog niet heelemaal vertrouwd met de gebruiken in de hoogere kringen hier in Londen, wel een beetje wild was, maar dat is nu allemaal allang achter den rug. Hij weet," zij wachtte even, maakte zich gereed voor den genadeslag „hij is zich zeer wel bewust, dat de regeering elk moment kan besluiten zijn vader in den adelstand te verheffen De slag was raak. Een bijna hoorbare zucht van verbazing ontsnapte haar verslagene zuster. „Wat?" (Wordt vervoled) I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 9