r 3 Een vrouwenleven I DE zijn duit in 't zakje UITBREIDING DER DIENSTPLICHT De Tweede Kamer heeft het wets ontwerp over het algemeen gunstig ontvangen Kan Indië zuiniger verdedigd worden? VAN WEEK TOT WEEK Nationaal Luchtvaart laboratorium Het oordeel van de Tweede Kamer over de nieuwe stichting Arbeidsconflicten in 1936 Het afgeloopen jaar was zeer rustig Leipzig-Holland Enorme belangstelling der Nederl. zakenwereld voor de voor jaar smesse COLLECTIEVE CONTRACTEN IN 1936 Toenemende invloed in den landbouw A ■Wm- i* De terugkeer van de Koningin H. M. wordt Dinsdag hier te lande verwacht Vervalt de loting? Grootste scheepsramp aan Neder landsche kust KANTOOR UITGEBRAND VÓÓR DERTIG JAAR VERGING DE BERLIN Archief gedeeltelijk verbrand De J. M. van Nassau OVEREENSTEMMING TUS SCHEN PADVINDERS Geschil tusschen twee vereeni- gingen bijgelegd ALEXANDER MOSKOWSKY Naar het buitenland WEViut-E CHAMBEI9L Aan het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer over het wetsontwerp tot wijziging van de Dienstplichtwet wordt het volgende ontleend Verscheidene leden betuigden hun instem ming met dit wetsontwerp, dat eenige ver beteringen zal brengen, waardoor de waarde van onze krijgsmacht zal worden verhoogd. Andere leden betreurden de beperkte strekking van dit ontwerp. Zij herhaalden hun reeds eerder uitgesproken meening, dat de regeering het doen van voorstellen tot uitbreiding van het contingent niet had moeten uitstellen tot na de aanstaande ver kiezingen. Naar men meende te weten, is de lichting 1937 in October 1936 onder de wapenen gekomen. Welke redenen, zoo vroeg men, hebben daar toe geleid? Op welk wetsartikel berust deze vervroegde opkomst onder de wapenen? Op 28 Augustus 1921 stierf te Valladolid in Spanje de eerwaarde moeder Angelès So- razu, overste van het klooster der zusters ®°Hceptionisten aldaar. Haar wereldsche naam *as geweest Florence Sorazu y Aizpurua, doch °hder dezen naam had ze geringe bekendheid Verworven, daar ze reeds op achttien jarigen 'eeftijd in het klooster trad. Ze was op 22 februari 1873 geboren te Zumaya in de land streek Guipuzcoa; haar vader was een visscher, *ien het klaarblijkelijk niet voor den wind ging. Gedurende drie jaar is Florence in betrekking Seweest als dienstmeisje. Er was geld noodig v°or het gezin, dat zeven kinderen telde! Als Ae familie uit armoede verhuisd is, eerst naar Sebastian, vervolgens naar Tolosa, breekt v°or haar een nog moeilijker leven aan. Ze A'ordt arbeidster in een mutsenfabriek. Haar slakke gezondheid verdroeg dit nauwelijks, bo- v«ndien werd ze in haar fijngevoelig geweten Gekweld door het ontwaken van religieuze troe belen. „In mijn kinder- en meisjesjaren (zoo' vertelt ze in haar eigen levensbeschrijving) leed *k aan verschillende ziekten en er ging voor bbj bijna geen dag voorbij, die niet lichamelijke eh geestelijke smarten medebracht. Mijn zede lijk lijden vond zijn oorsprong in de ontwaken- zelfkennis, welke gepaard ging met de over tuiging, dat ik de minachting van God en van a"e menschen tot mij trok. Ik leed onder een blnerlijke verlatenheid." Toch was zij een levendig kind, hoewel zeer ^ijgzaam en met een neiging naar het zieke lijke en dweepzuchtige. Ze hield van mooie kieeren, als alle meisjes, ze ging graag uit, naar kermis en bal, en ze danste graag. Maar het bevredigde haar niet. „Op Sint Pieter en Pau- kis-dag, 29 Juni van het jaar 1889, ging ik met eenige vriendinnen naar de kermis van Lla- küru, in de verwachting, hier mijn broertje en biijn zusje te zullen vinden, maar de Voorzie nigheid had gewild, dat ze er niet waren. Ik blaakte pleizier en keerde terug naar huis. donder eenig vermoeden van hetgeen er om- king in het hart van mijn moeder, gaf ik kaar een cadeautje, dat ik voor haar gekocht kad. Ze weigerde dit zonder iets te zeggen. *k bleef aandringen, maar ze weigerde opnieuw eh ze zei: Ik had nooit gedacht, dat jij zoo ^'ereldsch zou worden, zie eens hoe je zusje zich bedraagt, die vroeger ook zooveel vermaak vond in die flauwiteiten. Mijn zusje hield er namelijk vroeger erg van, te dansen of te wandelen, terwijl ik in die da ken dacht, dat ik in het klooster moest gaan. was het andersom. Ik ging dansen en ker- bhs vieren, terwijl mijn zusje geen grooter ge- boegen kende dan in de godsvrucht. Hierop zin- deelde mijn moeder. Haar woorden maakten °P mij een diepen indruk, want ik zag, dat ze bedroefd was. Ze had zoo vurig verlangd, dat kt mij geheel zou wijden aan den dienst van Hod. Ik herinnerde me toen mijn oude voor- lemen en trok mij terug in mijn kamer. Het ^as de eerste keer in mijn leven, dat ik mijn bloeder bedroefd zag om mijnentwille. Dit deed alle oude plannen en gevoelens in mij her leven en ik voelde een hevige behoefte, mij keheel over te leveren aan God." Eigenlijk zou ze eerst op haar vijf-en-twin- kgste jaar mogen intreden, maar na een ge- berale biecht, die diepen indruk op haar maak te, besloot zij zich terug te trekken uit de we- teld, en toen werd het haar mogelijk ge blaakt, reeds op achttienjarigen leeftijd den kloosterlijken staat te kiezen. Dit geschiedde ®erst na veel aarzelingen harerzijds, doch haar °Vergave was volledig, en van nu af ontwik kelde zich in haar ziel het merkwaardige proces ber genade, dat zij later als volwassen klooster linge op bevel van haar biechtvader in een Autobiografisch boek nauwkeurig heeft beschre- ven. Het leven van een contemplatieve klooster- kitster biedt voor het oog der wereld al heel Geinig afwisseling en kan dan ook, voor wat be uitwendige feiten betreft, meestal in enkele tegels worden verteld. Zoo is het bij Florence, bie den kloosternaam Angeles koos, toen zij °P 6 October 1892 haar geloften uitsprak. Ze ^erd koorzangeres, portierster, kosteres, novi cemeesteres en eindelijk op 21 Februari 1904 bbdis van het klooster. Deze taak viel haar A^aar, omdat ze meer geneigd was naar de Cezaamheid en de teruggetrokkenheid dan baar de zorgzame verantwoordelijkheid. Bo- vendien was haar lichamelijk gestel kwalijk be land tegen de moeilijkheden van de klooster ling. Ze was bij herhaling ziek, leed hevige bijnen, en werd ook nu weer door hevige in wendige zorgen gekweld. Ze wantrouwde de vi soenen en extazen, die haar deel werden en Vreesde zelfs dat de Inquisitie haar veroordee ld zou. Maar ze kende ook de groote ver- tfoostingen van het inwendig leven. Toen de bood zou komen, wist zij, dat ze geroepen was '■tot een zoo goddelijke vereeniging met den heiligen Geest, als hier op aarde nu eenmaal biet mogelijk is." Ze stierf kalm, en als een heilige. Buitengewone verschijnselen begeleid- ben echter haar afsterven niet. Indien zij niet het boek met haar levensbeschrijving had na gelaten, zouden wij wellicht nooit iets gehoord hebben omtrent de groote genaden, die aan haar uitverkoren ziel te beurt vielen. Hit boek werd door haar geschreven in het kar 1910, dus elf jaar vóór haar dood. Ze dacht er geen oogenblik aan, dat het ooit zou worden gedrukt en uitgegeven, ze had bovendien wei- big practijk in den omgang met boeken, want las zoo goed als niets. Ook in geestelijke of biystieke werken was ze weinig belezen. Ze hoemt terloops de boeken, die ze kende. Het 'hu de gewone handboeken van het geestelijke even, zooals de Oefeningen van Sint Ignatius, be navolging van Christus, een boek met lij densmeditaties, het boek van pater Abriol over b®t kloosterleven. Van de groote heilige Teresia, Aar landgenoote, noemt ze alleen een uittrek sel, dat verscheen onder den titel: „Een kwar- er in gebed". Tijdens het noviciaat las ze de ^er deelen van Rodriguez. Verder gebruikte *c. naar eigen getuigenis, tot 1910 geen andere eken dan het handboekje der Carmelites- ^b, de verhandeling over de trappen van het feestelijk leven door Sint Joannes Climacus in e uitgave van Pater Luiz de Granada, de Overwegingen van Pater la Puente, en de kro nieken van de Orde der Zusters Conceptionis- ten, die in de eetzaal werden voorgelezen. Voor wie met de lectuur op dit gebied be kend is, zal deze lijst van boeken r.iet zonder beteekenis zijn, omdat er uit blijkt, hoe weinig Angeles in aanraking kwam met de beschreven ervaringen van de groote mystieken. Hetgeen zij in haar levensbeschrijving vertelt, is dan ook oorspronkelijk. Het werd niet beïnvloed door de lectuur van soortgelijk werk. Zelfs kan men wel zeggen, dat het een beetje naïef is. De ge oefende lezer merkt ai gauw, dat hij met een ongeoefend schrijfster te maken heeft. Een prachtigen stijl moet men bij zuster Angeles Sorazu niet zoeken. Haar opleiding was daar niet naar en haar belangstelling ging er ook niet naar uit. Ze schrijft heel eenvoudig en het kan haar heelemaal niet schelen, welken indruk het zal maken. Ze zegt precies, maar onopgesmukt, wat er in haar binnenste is om gegaan gedurende al die jaren van stille afzon dering. En juist dit maakt haar boek zoo eenig en zoo leerrijk. Het is een meesterwerk van argeloosheid. Ze moest het schrijven op bevel van haar bechtvader Pater Mariano de Vega, een Capu- cijn, die er het volgende over vertelt: „Gedurende de eerste veertien dagen van de maand November 1910 preekte ik een retraite in het klooster van de zusters Conceptionisten te Valladolid. Ik hoorde toen de biecht van de overste, zuster Angeles, die sedert Juli van het zelfde jaar haar ziel onder mijn leiding had gesteld. Ik beval haar, alles op te schrijven wat in haar geestelijk leven was voorgevallen. Tij dens de Kerstweek was ik weer in Valladolid als buitengewoon biechtvader van de zusters en opnieuw moest ik bij haar aandringen op haar levensbeschrijving. Ik zei haar, dat ze er na Paschen mee beginnen moest. Op den 12en Ja nuari sprak ik haar opnieuw. Nu beval ik haar onder gehoorzaamheid, heel haar uitwendig en inwendig leven op schrift te verhalen en me de te deelen alle gunsten en genaden, welke zij ontvangen had, alsook hoe ze eraan had be antwoord en welke beproevingen, welke gewe tensangsten en welke benauwdheden zij had gekend." Het was voor zuster Angeles een zware kar wei. Ze vond het verschrikkelijk en ze stak dit niet onder stoelen of banken. „Met den grootst mogelijken tegenzin (zoo begint ze) vat ik de pen op om te verhalen, niet zoozeer mijn eigen geschiedenis als wel de geschiedenis van de verhouding, die er bestond tusschen mijn zon dige nietswaardigheid en de oneindige barm hartigheid Gods." Slechts omdat ze gehoorzamen moest, stelde ze alles op schrift. Haar biechtvader maakte er gebruik van bij de leiding van haar zieleleven en bewaarde zorgvudig den tekst. Na haar dood werd deze tekst uitgegeven door pater Nazariö Perez S. J. in het Spaansch. Hij verscheen in 1929 en werd in het Fransch vertaald door pa ter De Buck S. J., die er in December 1936 eene uitgave van bezorgde bij Desclée te Brouwer te Parijs. Omdat het zulk een merkwaardig document is uit onzen eigen tijd, meenden wij, er den lezer op opmerkzaam te moeten maken. Eeni ge pakkende dingen eruit zullen wij in volgen de artikelen mededeelen. Zoo dikwijls vraagt men zich af, wat die opgesloten Carmelitessen en andere beschouwende nonnen beleven in hun kloosters. Op deze vraag wordt hier een antwoord gegeven. De volle rijkdom van het genadeleven wordt opengelegd. Juist in den vastentijd, nu de Kerk ons wijst op de betee kenis van het inwendige leven, toont een boek als dit, hoe vruchtbaar, hoe bloeiend en hoe schoon dit inwendige leven kan zijn. A. v. D. Verschenen is het voorloopig verslag der Tweede Kamer nopens het wetsontwerp tot omzetting van den Rijksstudiedienst voor de luchtvaart in een Stichting, alsmede vaststel ling van een regeling, als bedoeld in artikel 89a van de Comptabiliteitswet 1927 ten aanzien van die stichting. Volgens het voorstel van de regeering wordt aan den luchtvaartdienst het uitreiken van luchtwaardigheidsbewijzen onttrokken en blijft deze dienst, naar vele leden meenden te begrij pen, belast met radio-, meteo-, verlichtings-, route- en terreinquaesties. Voor de overheids controle op luchtvaartmaterieel wordt in af wijking van de aanbevelingen van de commis sie-Kooien in het leven geroepen een „in stantie" of „commissie", die aan de stichting Nationaal Luchtvaartlaboratorium opdracht kan verleenen tot medewerking ten aanzien van de uitoefening van de overheidscontrole op de luchtwaardigheid van luchtvaartuigen. Deze leden konden geen enkel argument ont dekken voor de voorgestelde omzetting van den R. S. L. in een stichting, behoudens dat ook van particuliere zijde in de kosten zal worden bijgedragen. Zij kwamen tot de slotsom, dat de regeering moet behouden de volledige zeggenschap in een verantwoordelijkheid voor de taken, welke thans door den R. S. L. en den luchtvaartdienst wor den vervuld met dien verstande, dat uitsluitend de R. S. L. zal worden belast met de overheids controle op luchtvaartmaterieel. Sommige leden konden zich met dit wetsont werp vereenigen. De verhouding tusschen den Minister van Waterstaat en het bestuur der stichting werd door verscheidene leden uiterst gewrongen ge acht. Verscheidene leden verklaarden aan de oprichting van deze stichting slechts dan te kunnen medewerken, indien de volks vertegenwoordiging en de Algemeene Re kenkamer een voldoende inzicht verkrijgen in haar geldelijk beheer. Sommige leden meenden, dat de samenstel ling van het bestuur, zooals die wordt voorge steld, niet alleen de onafhankelijkheid van het Nationaal Luchtvaartlaboratorium in gevaar brengt, maar ook die van de Departementen in hun hoedanigheid van afnemers van Ne- derlandsche vliegtuigen. Voorshands waren deze leden van, oordeel, dat de stichting den gecentraliseerden inkoop van luchtvaartmaterieel door rijksdiensten veeleer zal tegenwerken dan bevorderen. Ook konden zij niet inzien, waarom de Ko1- ninklijke Nederlandsche Vereeniging voor Luchtvaart een vereeniging uitsluitend voor het voeren van propaganda in zake de lucht vaart in het bestuur is vertegenwoordigd. De eerste aflevering van den jaargang 1937 van het Maandschrift van het Cen traal Bureau voor de Statistiek bevat een voorloopig overzicht van de werkstakingen en uitsluitingen in 1936. Voor de statistiek der arbeidsconflicten is dit een bijzonder jaar geweest, doordat het in totaal niet meer dan 95 dezer arbeidsconflicten (en wel uitsluitend werkstakingen) telde, een lager cijfer dan ooit te voren werd gere gistreerd. Bovendien kwamen werkstakingen van zeer aanzienlijken omvang in het ver slagjaar in het geheel niet voor. Het groot ste geschil was de staking in het vissche- rijbedrijf te IJmuiden, waarbij 32.000 ar beidsdagen verloren gingen. Bij de 95 arbeidsgeschillen waren in het verslagjaar 8300, in 1935 bij 152 conflicten ruim 12.000 werknemers rechtstreeks betrokken, ter wijl het aan arbeidsdagen geleden verlies voor de werknemers in genoemde jaren resp. 92.000 en 262.000 bedroeg en voor de ondernemingen resp. 78.000 en 244.000. In het vorige jaaroverzicht werd geconsta teerd dat het grootste percentage der arbeids geschillen was ontstaan ter verdediging van het loonpeil. In 1936 kwamen weer evenals in de meeste vroegere jaren naar verhouding meer stakingen voor, welke verhooging van de loonen ten doel hadden. 34 pCt. der geschillen vond him oorzaak in het streven naar hooger loon, terwijl 31 pCt. ontstond uit verzet tegen Dit voorjaar bestaat bij den Ned. han del een enorme belangstelling voor de Leipziger Messe. Op het kantoor van het Leipziger Mess- amt aan den Singel te Amsterdam, waar de „Ehrenamtlicher Vertreter" de heer H. J. van der Borg, die 1 April sijn 75sten jaardag hoopt te vieren, nog alles voor deze Messe heeft voor bereid, is het ditmaal wel bijzonder druk. Hon derden deelnemers zijn er méér dan verleden jaar op denzelfden tijd voor deelname aan de Messe en voor den extra trein van het Messamt. Het was deze maand juist twintig jaar gele den dat de tegenwoordige organisatie van het Messamt te Leipzig op modernen voet werd ge sticht om een historischen ombouw van waren- messe in monstermesse voor den modernen tijd nog beter tot zijn recht te doen komen. Dit bracht mede de aanstelling van eere-vertegen- woordigers in het buitenland en van deze is de heer H. J. van der Borg de eerste geweest die nog destijds door den heer Philips Rosenthal, naar wien later de hoofdstraat van Leipzig werd genoemd, werd aangezocht. Veel heeft de heer v. d. Borg juist in het belang der Neder landen en van den Nederlandschen handel ge daan, o.a. in de gevaarlijke dagen der commu nistische woelingen. Aan hem is het te danken dat de, voor ons land zoo groote belangen bü de Leipziger Messe, alleruitnemendst loonsverlaging (Voor 1935 waren de overeen komstige percentages 26 en 36). Uit de cijfers, welke reeds thans omtrent den uitslag der in 1936 loopende geschillen konden worden gepubliceerd, blijkt, dat in dit verslag jaar, evenals trouwens in het voorafgaande, een grooter deel der geschillen door de werknemers werd gewonnen, dan voor hen met een verlies eindigde, n.l. resp. 38 en 27 pCt. in 1936 en resp. 46 en 18 pCt. in 1935. Bijzonder hoog was verhoudingsgewijs het aantal der bij de ge wonnen geschillen rechtstreeks betrokken arbeiders (53 pCt.)Voor een deel moet de oorzaak daarvan worden gezocht in het feit, dat een staking van 3000 erwtenplukkers in Noord-Brabant ter verkrijging van loonsver- hooging, na ruim 1 dag staken, met een volle dige overwinning der werknemers eindigde. Het percentage der betrokken arbeiders bij de ver loren geschillen was daarentegen zeer laag te noemen, n.l. 12 pCt. Met een schikking eindigde 26 pCt. der conflicten met 32 pet. van alle aan stakingen deelnemende arbeiders. Het Centraal Bureau voor de Statistiek maakt in afwachting van de verschijning der jaar- lijksche statistiek van de collectieve arbeids overeenkomsten in de zoo juist verschenen eerste aflevering van het maandschrift reeds eenige cijfers bekend over heb aantal op 1 Juni 1936 bestaande arbeidsovereenkomsten. Dit aan tal is sedert 1935 niet veel veranderd. De daar bij betrokken ondernemingen en werknemers zijn echter in aantal toegenomen, vooral in den landbouw. Het maandschrift merkt hierbij op, dat de toeneming in laatstgenoemd bedrijf ech ter ten deele een gevolg is van verbetering der berichtgeving. -.'•i&fei'oocy-v Naar wij vernemen zal H. M. de Konin gin Maandag 22 Februari uit Zeil am See naar Nederland vertrekken. H. M. zal Dins dag op Het Loo aankomen en wordt Woens dag in den namiddag in Den Haag ver wacht. Minister Colijn heeft in zijn memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer inzake de de- fensiebegrooting nog medegedeeld, dat wordt nagegaan ten einde de loting te kunnen doen vervallen of het mogelijk is het ver- eischte getal personen voor het jaarlijksch con tingent aan te wijzen uit de meest geschikten door middel van de geneeskundige keuring. Zondag is het dertig jaar geleden, dat zich aan onze kust de grootste scheepsramp afspeel de, hier sinds menschenheugenis bekend. In den vroegen morgen van Donderdag 21 Februari 1907 verging in zwaar stormweer op het Noorderhoofd voor den Nieuwen Waterweg de Harwich-boot Berlin, waarbij ongeveer 160 menschen het leven lieten. Een half uur na het vastloopen brak de Berlin doormidden en verdween het voorschip met allen, die er zich op bevonden, in de gol ven. Pas na langdurige en hardnekkige red dingspogingen, waaraan de naam van wijlen Prins Hendrik blijft verbonden, slaagde men er in de meesten der passagiers en leden van de bemanning, die zich nog op het achterschip be vonden, in veiligheid te brengen. Op de tijdge- nooten heeft deze ramp een onvergetelijken indruk gemaakt. Gevraagd werd, of de opleiding van het ma rinepersoneel niet beter in Indië zou kunnen plaats hebben. Verscheidene andere leden zouden aan een bemande reserve in Nederland de voorkeur ge ven boven een onbemande in Indië. Overigens gaven zij als hun meening te kennen, dat de opleiding in Indië veel duurder zou zijn, dat toch telkens schepen uit Indië in Nederland zouden moeten komen voor belangrijke herstel lingen en dat, indien men den eisch zou stellen, dat steeds alle schepen in Indië aanwezig zou den moeten zijn, noodzakelijk enkele schepen in Nederland boven de sterkte beschikbaar zou den moeten worden gehouden, uitsluitend ten behoeve van de opleidingen en oefeningen. Verscheidene leden gaven ernstig in overwe ging, over te gaan tot de instelling van een korps Europeesche schepelngen in vast Indisch dienstverband. Eenige leden vroegen, of er niet een tegen strijdigheid bestaat tusschen het onderhavige voorstel en het te kennen gegeven voornemen, de maritieme defensie van Nederland te be perken tot de kustverdediging. Andere leden zouden beperking van de Ne derlandsche maritieme defensie tot de kust verdediging uiterst bedenkelijk achten, wan neer dit althans zou beteekenen, dat de mid delen tot het voeren van een actieve verdedi ging zouden komen te ontbreken. Gevraagd werd, of dit voorstel wellicht moet worden beschouwd als een eerste stap om te komen tot uitzending van dienstplichtig perso neel naar Indië. Vrij algemeen werd instemming betuigd met het voorstel, den duur der herhalingsoefenin gen over meer tijdvakken te verdeelen. Men achtte dezen maatregel onafwijsbaar. Eenige leden meenden evenwel, dat aan ver grooting van het aantal herhalingsoefeningen minder behoefte bestaat, nu mag worden ver wacht, dat de duur van den eersten oefenings- ,n tijd eerlang zal worden verlengd. rmfjT Algemeen werd de wensch geuit, dat de regeering zoodanige maatregelen zal bevor deren, dat dienstplichtigen, die voor her halingsoefeningen worden opgeroepen, daar door hun betrekking niet verliezen. Er blij ken nog altijd onvaderlandslievende werk gevers te zijn, die ten deze hun medewer king niet verleenen, waardoor zij mede oor zaak zijn, dat het leger niet die plaats in het volksleven heeft, die het behoeft. H. J. v. d. Borg Te Schagerbrug is het woonhuis van den heer J. J. Bleek, secretaris-penningmeester van het waterschap Zijpe- en Havepolder, waar tevens gevestigd is het kantoor van dit waterschap, door onbekende oorzaak geheel afgebrand. De bewoners moesten in allerijl in nachtgewaad de vlucht nemen. Van den inboedel kon niets wor den gered. Een groot deel van het archief van het waterschap is verloren gegaan. werden verzorgd. Dit bleek o.a. nog bij het bezoek onzer twee ministers verleden jaar. De Nederlandsche handel plukt vele vruchten van zijn rusteloozen arbeid. De Hollandsche kamer is thans gevestigd in het nieuwe Haus der Nationen te Leipzig. Hr. Ms. Jan Maurits van Nassau is 18 Febr. te Willemstad aangekomen. Enkele leden drongen aan op het toekennen, althans bij derde en latere herhalingsoefenin gen, van een vergoeding voor loonderving ten behoeve van voor herhalingsoefeningen onder de wapenen geroepen dienstplichtigen. Vele leden konden zich vereenigen met het voorstel om, in afwachting van een na dere wettelijke regeling, aan ingeschreve nen voor de lichting 1939 slechts voorloopig vrijstelling wegens broederdienst te verlee nen. Omtrent het voorstel, op de aan inge schrevenen voor de lichting 1938 reeds ver leende vrijstellingen wegens broederdienst voorloopig terug te komen, werd van ver schillende zijden als bezwaar aangevoerd, dat dit neerkomt op het ongedaan maken van een vrijstelling, waarvan het derde lid van artikel 12 der dienstplichtwet bepaalt, dat zij „uitsluitend voorgoed" wordt ver leend. De gezamenlijke besturen van de Nederland sche Padvinders Vereeniging en de Padvinders- vereeniging Nederland N. P. V. en P. V. N.) welke laatste zich, gelijk men weet, sedert een drietal jaren, ten gevolge van een ver schil van opvatting in zake de padvinders belofte, heeft afgescheiden, deelen ons mede, dat tusschen de besturen der vereenigingen een overeenkomst is gesloten, waardoor een aaneensluiting voor een proeftijd van drie ja ren is bereikt. Bij deze overeenkomst wordt voorop gezet, dat de N. P. V. zich, wat de belofte betreft, geheel stelt op het standpunt, dat is vastge legd in haar statuten. De P. V. N. erkent staatsraad J. J. Ram- bonnet als hoofdverkenner. Bij de besprekingen is voor beide partijen als het gewenschte einddoel gesteld, weder te ko men tot één nationale padvindersvereeniging onder één leiding. Einde dezer maand zal onze landgenoot, de violist Alexander Moskowsky, eenige concerten in Zwitserland geven. Behalve voor kamermu- ziekvereenigingen zal Alexander Moskowsky zich ook voor de radio doen hooren en wel op 25 de zer te Genève en 28 Februari voor den zender Monte Ceneri.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 5