r
3
Een vrouwenleven
I
DE
zijn duit in 't zakje
UITBREIDING DER
DIENSTPLICHT
De Tweede Kamer heeft het wets
ontwerp over het algemeen
gunstig ontvangen
Kan Indië zuiniger
verdedigd worden?
VAN WEEK TOT WEEK
Nationaal Luchtvaart
laboratorium
Het oordeel van de Tweede Kamer
over de nieuwe stichting
Arbeidsconflicten in
1936
Het afgeloopen jaar was zeer
rustig
Leipzig-Holland
Enorme belangstelling der Nederl.
zakenwereld voor de
voor jaar smesse
COLLECTIEVE CONTRACTEN
IN 1936
Toenemende invloed in den
landbouw
A
■Wm-
i*
De terugkeer van de
Koningin
H. M. wordt Dinsdag hier te lande
verwacht
Vervalt de loting?
Grootste scheepsramp aan Neder
landsche kust
KANTOOR UITGEBRAND
VÓÓR DERTIG JAAR VERGING
DE BERLIN
Archief gedeeltelijk verbrand
De J. M. van Nassau
OVEREENSTEMMING TUS
SCHEN PADVINDERS
Geschil tusschen twee vereeni-
gingen bijgelegd
ALEXANDER MOSKOWSKY
Naar het buitenland
WEViut-E
CHAMBEI9L
Aan het Voorloopig Verslag der Tweede
Kamer over het wetsontwerp tot wijziging
van de Dienstplichtwet wordt het volgende
ontleend
Verscheidene leden betuigden hun instem
ming met dit wetsontwerp, dat eenige ver
beteringen zal brengen, waardoor de waarde
van onze krijgsmacht zal worden verhoogd.
Andere leden betreurden de beperkte
strekking van dit ontwerp. Zij herhaalden
hun reeds eerder uitgesproken meening, dat
de regeering het doen van voorstellen tot
uitbreiding van het contingent niet had
moeten uitstellen tot na de aanstaande ver
kiezingen.
Naar men meende te weten, is de lichting 1937
in October 1936 onder de wapenen gekomen.
Welke redenen, zoo vroeg men, hebben daar
toe geleid? Op welk wetsartikel berust deze
vervroegde opkomst onder de wapenen?
Op 28 Augustus 1921 stierf te Valladolid in
Spanje de eerwaarde moeder Angelès So-
razu, overste van het klooster der zusters
®°Hceptionisten aldaar. Haar wereldsche naam
*as geweest Florence Sorazu y Aizpurua, doch
°hder dezen naam had ze geringe bekendheid
Verworven, daar ze reeds op achttien jarigen
'eeftijd in het klooster trad. Ze was op 22
februari 1873 geboren te Zumaya in de land
streek Guipuzcoa; haar vader was een visscher,
*ien het klaarblijkelijk niet voor den wind ging.
Gedurende drie jaar is Florence in betrekking
Seweest als dienstmeisje. Er was geld noodig
v°or het gezin, dat zeven kinderen telde! Als
Ae familie uit armoede verhuisd is, eerst naar
Sebastian, vervolgens naar Tolosa, breekt
v°or haar een nog moeilijker leven aan. Ze
A'ordt arbeidster in een mutsenfabriek. Haar
slakke gezondheid verdroeg dit nauwelijks, bo-
v«ndien werd ze in haar fijngevoelig geweten
Gekweld door het ontwaken van religieuze troe
belen. „In mijn kinder- en meisjesjaren (zoo'
vertelt ze in haar eigen levensbeschrijving) leed
*k aan verschillende ziekten en er ging voor
bbj bijna geen dag voorbij, die niet lichamelijke
eh geestelijke smarten medebracht. Mijn zede
lijk lijden vond zijn oorsprong in de ontwaken-
zelfkennis, welke gepaard ging met de over
tuiging, dat ik de minachting van God en van
a"e menschen tot mij trok. Ik leed onder een
blnerlijke verlatenheid."
Toch was zij een levendig kind, hoewel zeer
^ijgzaam en met een neiging naar het zieke
lijke en dweepzuchtige. Ze hield van mooie
kieeren, als alle meisjes, ze ging graag uit, naar
kermis en bal, en ze danste graag. Maar het
bevredigde haar niet. „Op Sint Pieter en Pau-
kis-dag, 29 Juni van het jaar 1889, ging ik met
eenige vriendinnen naar de kermis van Lla-
küru, in de verwachting, hier mijn broertje en
biijn zusje te zullen vinden, maar de Voorzie
nigheid had gewild, dat ze er niet waren. Ik
blaakte pleizier en keerde terug naar huis.
donder eenig vermoeden van hetgeen er om-
king in het hart van mijn moeder, gaf ik
kaar een cadeautje, dat ik voor haar gekocht
kad. Ze weigerde dit zonder iets te zeggen.
*k bleef aandringen, maar ze weigerde opnieuw
eh ze zei: Ik had nooit gedacht, dat jij zoo
^'ereldsch zou worden, zie eens hoe je zusje zich
bedraagt, die vroeger ook zooveel vermaak
vond in die flauwiteiten.
Mijn zusje hield er namelijk vroeger erg van,
te dansen of te wandelen, terwijl ik in die da
ken dacht, dat ik in het klooster moest gaan.
was het andersom. Ik ging dansen en ker-
bhs vieren, terwijl mijn zusje geen grooter ge-
boegen kende dan in de godsvrucht. Hierop zin-
deelde mijn moeder. Haar woorden maakten
°P mij een diepen indruk, want ik zag, dat ze
bedroefd was. Ze had zoo vurig verlangd, dat
kt mij geheel zou wijden aan den dienst van
Hod. Ik herinnerde me toen mijn oude voor-
lemen en trok mij terug in mijn kamer. Het
^as de eerste keer in mijn leven, dat ik mijn
bloeder bedroefd zag om mijnentwille. Dit deed
alle oude plannen en gevoelens in mij her
leven en ik voelde een hevige behoefte, mij
keheel over te leveren aan God."
Eigenlijk zou ze eerst op haar vijf-en-twin-
kgste jaar mogen intreden, maar na een ge-
berale biecht, die diepen indruk op haar maak
te, besloot zij zich terug te trekken uit de we-
teld, en toen werd het haar mogelijk ge
blaakt, reeds op achttienjarigen leeftijd den
kloosterlijken staat te kiezen. Dit geschiedde
®erst na veel aarzelingen harerzijds, doch haar
°Vergave was volledig, en van nu af ontwik
kelde zich in haar ziel het merkwaardige proces
ber genade, dat zij later als volwassen klooster
linge op bevel van haar biechtvader in een
Autobiografisch boek nauwkeurig heeft beschre-
ven.
Het leven van een contemplatieve klooster-
kitster biedt voor het oog der wereld al heel
Geinig afwisseling en kan dan ook, voor wat
be uitwendige feiten betreft, meestal in enkele
tegels worden verteld. Zoo is het bij Florence,
bie den kloosternaam Angeles koos, toen zij
°P 6 October 1892 haar geloften uitsprak. Ze
^erd koorzangeres, portierster, kosteres, novi
cemeesteres en eindelijk op 21 Februari 1904
bbdis van het klooster. Deze taak viel haar
A^aar, omdat ze meer geneigd was naar de
Cezaamheid en de teruggetrokkenheid dan
baar de zorgzame verantwoordelijkheid. Bo-
vendien was haar lichamelijk gestel kwalijk be
land tegen de moeilijkheden van de klooster
ling. Ze was bij herhaling ziek, leed hevige
bijnen, en werd ook nu weer door hevige in
wendige zorgen gekweld. Ze wantrouwde de vi
soenen en extazen, die haar deel werden en
Vreesde zelfs dat de Inquisitie haar veroordee
ld zou. Maar ze kende ook de groote ver-
tfoostingen van het inwendig leven. Toen de
bood zou komen, wist zij, dat ze geroepen was
'■tot een zoo goddelijke vereeniging met den
heiligen Geest, als hier op aarde nu eenmaal
biet mogelijk is." Ze stierf kalm, en als een
heilige. Buitengewone verschijnselen begeleid-
ben echter haar afsterven niet. Indien zij niet
het boek met haar levensbeschrijving had na
gelaten, zouden wij wellicht nooit iets gehoord
hebben omtrent de groote genaden, die aan
haar uitverkoren ziel te beurt vielen.
Hit boek werd door haar geschreven in het
kar 1910, dus elf jaar vóór haar dood. Ze dacht
er geen oogenblik aan, dat het ooit zou worden
gedrukt en uitgegeven, ze had bovendien wei-
big practijk in den omgang met boeken, want
las zoo goed als niets. Ook in geestelijke of
biystieke werken was ze weinig belezen. Ze
hoemt terloops de boeken, die ze kende. Het
'hu de gewone handboeken van het geestelijke
even, zooals de Oefeningen van Sint Ignatius,
be navolging van Christus, een boek met lij
densmeditaties, het boek van pater Abriol over
b®t kloosterleven. Van de groote heilige Teresia,
Aar landgenoote, noemt ze alleen een uittrek
sel, dat verscheen onder den titel: „Een kwar-
er in gebed". Tijdens het noviciaat las ze de
^er deelen van Rodriguez. Verder gebruikte
*c. naar eigen getuigenis, tot 1910 geen andere
eken dan het handboekje der Carmelites-
^b, de verhandeling over de trappen van het
feestelijk leven door Sint Joannes Climacus in
e uitgave van Pater Luiz de Granada, de
Overwegingen van Pater la Puente, en de kro
nieken van de Orde der Zusters Conceptionis-
ten, die in de eetzaal werden voorgelezen.
Voor wie met de lectuur op dit gebied be
kend is, zal deze lijst van boeken r.iet zonder
beteekenis zijn, omdat er uit blijkt, hoe weinig
Angeles in aanraking kwam met de beschreven
ervaringen van de groote mystieken. Hetgeen
zij in haar levensbeschrijving vertelt, is dan
ook oorspronkelijk. Het werd niet beïnvloed door
de lectuur van soortgelijk werk. Zelfs kan men
wel zeggen, dat het een beetje naïef is. De ge
oefende lezer merkt ai gauw, dat hij met een
ongeoefend schrijfster te maken heeft. Een
prachtigen stijl moet men bij zuster Angeles
Sorazu niet zoeken. Haar opleiding was daar
niet naar en haar belangstelling ging er ook
niet naar uit. Ze schrijft heel eenvoudig en
het kan haar heelemaal niet schelen, welken
indruk het zal maken. Ze zegt precies, maar
onopgesmukt, wat er in haar binnenste is om
gegaan gedurende al die jaren van stille afzon
dering. En juist dit maakt haar boek zoo eenig
en zoo leerrijk. Het is een meesterwerk van
argeloosheid.
Ze moest het schrijven op bevel van haar
bechtvader Pater Mariano de Vega, een Capu-
cijn, die er het volgende over vertelt:
„Gedurende de eerste veertien dagen van de
maand November 1910 preekte ik een retraite
in het klooster van de zusters Conceptionisten
te Valladolid. Ik hoorde toen de biecht van de
overste, zuster Angeles, die sedert Juli van het
zelfde jaar haar ziel onder mijn leiding had
gesteld. Ik beval haar, alles op te schrijven wat
in haar geestelijk leven was voorgevallen. Tij
dens de Kerstweek was ik weer in Valladolid
als buitengewoon biechtvader van de zusters en
opnieuw moest ik bij haar aandringen op haar
levensbeschrijving. Ik zei haar, dat ze er na
Paschen mee beginnen moest. Op den 12en Ja
nuari sprak ik haar opnieuw. Nu beval ik haar
onder gehoorzaamheid, heel haar uitwendig en
inwendig leven op schrift te verhalen en me
de te deelen alle gunsten en genaden, welke
zij ontvangen had, alsook hoe ze eraan had be
antwoord en welke beproevingen, welke gewe
tensangsten en welke benauwdheden zij had
gekend."
Het was voor zuster Angeles een zware kar
wei. Ze vond het verschrikkelijk en ze stak dit
niet onder stoelen of banken. „Met den grootst
mogelijken tegenzin (zoo begint ze) vat ik de
pen op om te verhalen, niet zoozeer mijn eigen
geschiedenis als wel de geschiedenis van de
verhouding, die er bestond tusschen mijn zon
dige nietswaardigheid en de oneindige barm
hartigheid Gods."
Slechts omdat ze gehoorzamen moest, stelde
ze alles op schrift. Haar biechtvader maakte er
gebruik van bij de leiding van haar zieleleven
en bewaarde zorgvudig den tekst. Na haar dood
werd deze tekst uitgegeven door pater Nazariö
Perez S. J. in het Spaansch. Hij verscheen in
1929 en werd in het Fransch vertaald door pa
ter De Buck S. J., die er in December 1936 eene
uitgave van bezorgde bij Desclée te Brouwer te
Parijs.
Omdat het zulk een merkwaardig document
is uit onzen eigen tijd, meenden wij, er den
lezer op opmerkzaam te moeten maken. Eeni
ge pakkende dingen eruit zullen wij in volgen
de artikelen mededeelen. Zoo dikwijls vraagt
men zich af, wat die opgesloten Carmelitessen
en andere beschouwende nonnen beleven in
hun kloosters. Op deze vraag wordt hier een
antwoord gegeven. De volle rijkdom van het
genadeleven wordt opengelegd. Juist in den
vastentijd, nu de Kerk ons wijst op de betee
kenis van het inwendige leven, toont een boek
als dit, hoe vruchtbaar, hoe bloeiend en hoe
schoon dit inwendige leven kan zijn.
A. v. D.
Verschenen is het voorloopig verslag der
Tweede Kamer nopens het wetsontwerp tot
omzetting van den Rijksstudiedienst voor de
luchtvaart in een Stichting, alsmede vaststel
ling van een regeling, als bedoeld in artikel 89a
van de Comptabiliteitswet 1927 ten aanzien van
die stichting.
Volgens het voorstel van de regeering wordt
aan den luchtvaartdienst het uitreiken van
luchtwaardigheidsbewijzen onttrokken en blijft
deze dienst, naar vele leden meenden te begrij
pen, belast met radio-, meteo-, verlichtings-,
route- en terreinquaesties. Voor de overheids
controle op luchtvaartmaterieel wordt in af
wijking van de aanbevelingen van de commis
sie-Kooien in het leven geroepen een „in
stantie" of „commissie", die aan de stichting
Nationaal Luchtvaartlaboratorium opdracht
kan verleenen tot medewerking ten aanzien
van de uitoefening van de overheidscontrole op
de luchtwaardigheid van luchtvaartuigen.
Deze leden konden geen enkel argument ont
dekken voor de voorgestelde omzetting van den
R. S. L. in een stichting, behoudens dat ook
van particuliere zijde in de kosten zal worden
bijgedragen.
Zij kwamen tot de slotsom, dat de regeering
moet behouden de volledige zeggenschap in een
verantwoordelijkheid voor de taken, welke thans
door den R. S. L. en den luchtvaartdienst wor
den vervuld met dien verstande, dat uitsluitend
de R. S. L. zal worden belast met de overheids
controle op luchtvaartmaterieel.
Sommige leden konden zich met dit wetsont
werp vereenigen.
De verhouding tusschen den Minister van
Waterstaat en het bestuur der stichting werd
door verscheidene leden uiterst gewrongen ge
acht.
Verscheidene leden verklaarden aan de
oprichting van deze stichting slechts dan
te kunnen medewerken, indien de volks
vertegenwoordiging en de Algemeene Re
kenkamer een voldoende inzicht verkrijgen
in haar geldelijk beheer.
Sommige leden meenden, dat de samenstel
ling van het bestuur, zooals die wordt voorge
steld, niet alleen de onafhankelijkheid van het
Nationaal Luchtvaartlaboratorium in gevaar
brengt, maar ook die van de Departementen
in hun hoedanigheid van afnemers van Ne-
derlandsche vliegtuigen.
Voorshands waren deze leden van, oordeel,
dat de stichting den gecentraliseerden inkoop
van luchtvaartmaterieel door rijksdiensten
veeleer zal tegenwerken dan bevorderen.
Ook konden zij niet inzien, waarom de Ko1-
ninklijke Nederlandsche Vereeniging voor
Luchtvaart een vereeniging uitsluitend voor
het voeren van propaganda in zake de lucht
vaart in het bestuur is vertegenwoordigd.
De eerste aflevering van den jaargang
1937 van het Maandschrift van het Cen
traal Bureau voor de Statistiek bevat een
voorloopig overzicht van de werkstakingen
en uitsluitingen in 1936. Voor de statistiek
der arbeidsconflicten is dit een bijzonder
jaar geweest, doordat het in totaal niet
meer dan 95 dezer arbeidsconflicten (en
wel uitsluitend werkstakingen) telde, een
lager cijfer dan ooit te voren werd gere
gistreerd. Bovendien kwamen werkstakingen
van zeer aanzienlijken omvang in het ver
slagjaar in het geheel niet voor. Het groot
ste geschil was de staking in het vissche-
rijbedrijf te IJmuiden, waarbij 32.000 ar
beidsdagen verloren gingen.
Bij de 95 arbeidsgeschillen waren in het
verslagjaar 8300, in 1935 bij 152 conflicten ruim
12.000 werknemers rechtstreeks betrokken, ter
wijl het aan arbeidsdagen geleden verlies voor
de werknemers in genoemde jaren resp. 92.000
en 262.000 bedroeg en voor de ondernemingen
resp. 78.000 en 244.000.
In het vorige jaaroverzicht werd geconsta
teerd dat het grootste percentage der arbeids
geschillen was ontstaan ter verdediging van
het loonpeil. In 1936 kwamen weer evenals
in de meeste vroegere jaren naar verhouding
meer stakingen voor, welke verhooging van de
loonen ten doel hadden. 34 pCt. der geschillen
vond him oorzaak in het streven naar hooger
loon, terwijl 31 pCt. ontstond uit verzet tegen
Dit voorjaar bestaat bij den Ned. han
del een enorme belangstelling voor de Leipziger
Messe. Op het kantoor van het Leipziger Mess-
amt aan den Singel te Amsterdam, waar de
„Ehrenamtlicher Vertreter" de heer H. J. van
der Borg, die 1 April sijn 75sten jaardag hoopt
te vieren, nog alles voor deze Messe heeft voor
bereid, is het ditmaal wel bijzonder druk. Hon
derden deelnemers zijn er méér dan verleden
jaar op denzelfden tijd voor deelname aan de
Messe en voor den extra trein van het Messamt.
Het was deze maand juist twintig jaar gele
den dat de tegenwoordige organisatie van het
Messamt te Leipzig op modernen voet werd ge
sticht om een historischen ombouw van waren-
messe in monstermesse voor den modernen tijd
nog beter tot zijn recht te doen komen. Dit
bracht mede de aanstelling van eere-vertegen-
woordigers in het buitenland en van deze is de
heer H. J. van der Borg de eerste geweest die
nog destijds door den heer Philips Rosenthal,
naar wien later de hoofdstraat van Leipzig
werd genoemd, werd aangezocht. Veel heeft de
heer v. d. Borg juist in het belang der Neder
landen en van den Nederlandschen handel ge
daan, o.a. in de gevaarlijke dagen der commu
nistische woelingen. Aan hem is het te danken
dat de, voor ons land zoo groote belangen
bü de Leipziger Messe, alleruitnemendst
loonsverlaging (Voor 1935 waren de overeen
komstige percentages 26 en 36).
Uit de cijfers, welke reeds thans omtrent den
uitslag der in 1936 loopende geschillen konden
worden gepubliceerd, blijkt, dat in dit verslag
jaar, evenals trouwens in het voorafgaande, een
grooter deel der geschillen door de werknemers
werd gewonnen, dan voor hen met een verlies
eindigde, n.l. resp. 38 en 27 pCt. in 1936 en
resp. 46 en 18 pCt. in 1935. Bijzonder hoog was
verhoudingsgewijs het aantal der bij de ge
wonnen geschillen rechtstreeks betrokken
arbeiders (53 pCt.)Voor een deel moet de
oorzaak daarvan worden gezocht in het feit,
dat een staking van 3000 erwtenplukkers in
Noord-Brabant ter verkrijging van loonsver-
hooging, na ruim 1 dag staken, met een volle
dige overwinning der werknemers eindigde. Het
percentage der betrokken arbeiders bij de ver
loren geschillen was daarentegen zeer laag te
noemen, n.l. 12 pCt. Met een schikking eindigde
26 pCt. der conflicten met 32 pet. van alle aan
stakingen deelnemende arbeiders.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek maakt
in afwachting van de verschijning der jaar-
lijksche statistiek van de collectieve arbeids
overeenkomsten in de zoo juist verschenen
eerste aflevering van het maandschrift reeds
eenige cijfers bekend over heb aantal op 1 Juni
1936 bestaande arbeidsovereenkomsten. Dit aan
tal is sedert 1935 niet veel veranderd. De daar
bij betrokken ondernemingen en werknemers
zijn echter in aantal toegenomen, vooral in den
landbouw. Het maandschrift merkt hierbij op,
dat de toeneming in laatstgenoemd bedrijf ech
ter ten deele een gevolg is van verbetering der
berichtgeving.
-.'•i&fei'oocy-v
Naar wij vernemen zal H. M. de Konin
gin Maandag 22 Februari uit Zeil am See
naar Nederland vertrekken. H. M. zal Dins
dag op Het Loo aankomen en wordt Woens
dag in den namiddag in Den Haag ver
wacht.
Minister Colijn heeft in zijn memorie van
Antwoord aan de Eerste Kamer inzake de de-
fensiebegrooting nog medegedeeld, dat wordt
nagegaan ten einde de loting te kunnen
doen vervallen of het mogelijk is het ver-
eischte getal personen voor het jaarlijksch con
tingent aan te wijzen uit de meest geschikten
door middel van de geneeskundige keuring.
Zondag is het dertig jaar geleden, dat zich
aan onze kust de grootste scheepsramp afspeel
de, hier sinds menschenheugenis bekend.
In den vroegen morgen van Donderdag 21
Februari 1907 verging in zwaar stormweer op
het Noorderhoofd voor den Nieuwen Waterweg
de Harwich-boot Berlin, waarbij ongeveer 160
menschen het leven lieten.
Een half uur na het vastloopen brak de
Berlin doormidden en verdween het voorschip
met allen, die er zich op bevonden, in de gol
ven. Pas na langdurige en hardnekkige red
dingspogingen, waaraan de naam van wijlen
Prins Hendrik blijft verbonden, slaagde men er
in de meesten der passagiers en leden van de
bemanning, die zich nog op het achterschip be
vonden, in veiligheid te brengen. Op de tijdge-
nooten heeft deze ramp een onvergetelijken
indruk gemaakt.
Gevraagd werd, of de opleiding van het ma
rinepersoneel niet beter in Indië zou kunnen
plaats hebben.
Verscheidene andere leden zouden aan een
bemande reserve in Nederland de voorkeur ge
ven boven een onbemande in Indië. Overigens
gaven zij als hun meening te kennen, dat de
opleiding in Indië veel duurder zou zijn, dat
toch telkens schepen uit Indië in Nederland
zouden moeten komen voor belangrijke herstel
lingen en dat, indien men den eisch zou stellen,
dat steeds alle schepen in Indië aanwezig zou
den moeten zijn, noodzakelijk enkele schepen
in Nederland boven de sterkte beschikbaar zou
den moeten worden gehouden, uitsluitend ten
behoeve van de opleidingen en oefeningen.
Verscheidene leden gaven ernstig in overwe
ging, over te gaan tot de instelling van een
korps Europeesche schepelngen in vast Indisch
dienstverband.
Eenige leden vroegen, of er niet een tegen
strijdigheid bestaat tusschen het onderhavige
voorstel en het te kennen gegeven voornemen,
de maritieme defensie van Nederland te be
perken tot de kustverdediging.
Andere leden zouden beperking van de Ne
derlandsche maritieme defensie tot de kust
verdediging uiterst bedenkelijk achten, wan
neer dit althans zou beteekenen, dat de mid
delen tot het voeren van een actieve verdedi
ging zouden komen te ontbreken.
Gevraagd werd, of dit voorstel wellicht moet
worden beschouwd als een eerste stap om te
komen tot uitzending van dienstplichtig perso
neel naar Indië.
Vrij algemeen werd instemming betuigd met
het voorstel, den duur der herhalingsoefenin
gen over meer tijdvakken te verdeelen. Men
achtte dezen maatregel onafwijsbaar.
Eenige leden meenden evenwel, dat aan ver
grooting van het aantal herhalingsoefeningen
minder behoefte bestaat, nu mag worden ver
wacht, dat de duur van den eersten oefenings- ,n
tijd eerlang zal worden verlengd.
rmfjT
Algemeen werd de wensch geuit, dat de
regeering zoodanige maatregelen zal bevor
deren, dat dienstplichtigen, die voor her
halingsoefeningen worden opgeroepen, daar
door hun betrekking niet verliezen. Er blij
ken nog altijd onvaderlandslievende werk
gevers te zijn, die ten deze hun medewer
king niet verleenen, waardoor zij mede oor
zaak zijn, dat het leger niet die plaats in
het volksleven heeft, die het behoeft.
H. J. v. d. Borg
Te Schagerbrug is het woonhuis van den heer
J. J. Bleek, secretaris-penningmeester van het
waterschap Zijpe- en Havepolder, waar tevens
gevestigd is het kantoor van dit waterschap,
door onbekende oorzaak geheel afgebrand. De
bewoners moesten in allerijl in nachtgewaad de
vlucht nemen. Van den inboedel kon niets wor
den gered. Een groot deel van het archief van
het waterschap is verloren gegaan.
werden verzorgd. Dit bleek o.a. nog bij
het bezoek onzer twee ministers verleden jaar.
De Nederlandsche handel plukt vele vruchten
van zijn rusteloozen arbeid. De Hollandsche
kamer is thans gevestigd in het nieuwe Haus
der Nationen te Leipzig.
Hr. Ms. Jan Maurits van Nassau is 18 Febr.
te Willemstad aangekomen.
Enkele leden drongen aan op het toekennen,
althans bij derde en latere herhalingsoefenin
gen, van een vergoeding voor loonderving ten
behoeve van voor herhalingsoefeningen onder
de wapenen geroepen dienstplichtigen.
Vele leden konden zich vereenigen met
het voorstel om, in afwachting van een na
dere wettelijke regeling, aan ingeschreve
nen voor de lichting 1939 slechts voorloopig
vrijstelling wegens broederdienst te verlee
nen.
Omtrent het voorstel, op de aan inge
schrevenen voor de lichting 1938 reeds ver
leende vrijstellingen wegens broederdienst
voorloopig terug te komen, werd van ver
schillende zijden als bezwaar aangevoerd,
dat dit neerkomt op het ongedaan maken
van een vrijstelling, waarvan het derde lid
van artikel 12 der dienstplichtwet bepaalt,
dat zij „uitsluitend voorgoed" wordt ver
leend.
De gezamenlijke besturen van de Nederland
sche Padvinders Vereeniging en de Padvinders-
vereeniging Nederland N. P. V. en P. V. N.)
welke laatste zich, gelijk men weet, sedert
een drietal jaren, ten gevolge van een ver
schil van opvatting in zake de padvinders
belofte, heeft afgescheiden, deelen ons mede,
dat tusschen de besturen der vereenigingen
een overeenkomst is gesloten, waardoor een
aaneensluiting voor een proeftijd van drie ja
ren is bereikt.
Bij deze overeenkomst wordt voorop gezet,
dat de N. P. V. zich, wat de belofte betreft,
geheel stelt op het standpunt, dat is vastge
legd in haar statuten.
De P. V. N. erkent staatsraad J. J. Ram-
bonnet als hoofdverkenner.
Bij de besprekingen is voor beide partijen als
het gewenschte einddoel gesteld, weder te ko
men tot één nationale padvindersvereeniging
onder één leiding.
Einde dezer maand zal onze landgenoot, de
violist Alexander Moskowsky, eenige concerten
in Zwitserland geven. Behalve voor kamermu-
ziekvereenigingen zal Alexander Moskowsky zich
ook voor de radio doen hooren en wel op 25 de
zer te Genève en 28 Februari voor den zender
Monte Ceneri.