Begrooting van Financiën goedgekeurd ZIJN HARTEKIND DE POSITIE DE RIJKSFONDSEN EMPINSKI REEFTEN 3-e koMqjh OAng.ed\aaid WOENSDAG 3 MAART 1937 De zaak-Vrijman Handelsovereenkomst met Turkije Wereldjamboree 1937 EERSTE KAMER Voorloopig geen verlaging van den accijns op gedistilleerd Druk op rentevoet De geruchtmakende zaak Minister Oud antwoordt Egalisatiefonds WAS VAN IJSEL TOT STAAN GEKOMEN G 1 NAAR EINDHOVEN Gevechtsvliegtuig wordt op Welschap gemonteerd Perspectieven voor de Neder landsche industrie BUITENMAN BEROOFD Echtpaar gearresteerd UIT DE STAATSCOURANT Onderscheidingen Sociale Zaken Koloniën Burgemeesters Voogdijraad Rechterlijke macht Alg. Rekenkamer Belastingen Onderwijs Marine CENTRALE COMMISSIE VOOR DE FILMKEURING Jaarvergadering in Den Haag DRIE-ASSIGE BEDRIJFS AUTO'S Verandering der bepalingen nopens de remmen DORDRECHTS BURGE MEESTER NEEMT ONTSLAG Restauratie van den Sypetoren Uit Indië komen ongeveer honderd padvinders VEEVERVOER PER AUTO Nieuwe eischen vastgesteld De vliegtocht van ir. de Kok UIT HET DUITSCH DEN HAAG, 2 Maart 1937 In een vlot tempo heeft de Eerste Kamer vanmiddag de begrooting-1937 van Finan ciën afgewerkt. In het Voorloopig Verslag en in de Memorie van Antwoord was een groote variëteit van onderwerpen aan de orde en zoo kon de Senaat ons ditmaal een zeer afwisselend program bieden. Verlaging van de accijnzen op gedistilleerd en bier schijnt de Eerste Kamer wel na aan het hart te liggen. De heer TER HAAR (CH) leverde voor deze verlaging een krachtig en wèl •motiveerend betoog. Nu door een interdepar tementale commissie verslag over deze materie is uitgebracht, hoopte deze spreker op een spoedige behandeling, opdat er een einde kome aan de treurige gevolgen der te hooge accijn zen: den smokkelhandel, de clandestiene fabri catie ènde depressie in het café- en res taurantbedrijf, veroorzaakt door de te hooge prijzen. Ook de vaste commissie der Tweede Kamer, belast met een onderzoek, was van meening, dat zonder verlaging bestrijding van smokkel handel en geheime fabricatie niet mogelijk is. De vermindering der baten voor het Rijk zou wel gecompenseerd worden door lagere kosten van de bestrijding der euvelen. De heeren FLESKENS (RK), KNOTTEN BELT (VB) en DE ZEEUW (SD) vielen den heer Ter Haar bij. De heer Fleskens wees nog even op den toestand der brouwerijen. De heer Knottenbelt kwam op voor de wijnverkoopers en trouwens voor heel den handel in gedistilleerd, welke ernstige stagnatie ondervindt. Onze financieele deskundige, de heer FLES KENS had bezwaar tegen de wijze, waarop door de verschillende Rijks fondsen deel genomen wordt in Staatsleeningen, n.l. tegen een zoo lage rente, dat de fondsen la ter wel eens niet zouden kunnen voldoen aan hun verplichtingen. Door dwang uit te oefenen op de Fondsbesturen zou de Regeering misbruik van bevoegdheid maken. Het staatscrediet zoowel voor den Staat als voor de Fondsen van het grootste belang zou in hooge mate geschaad worden, indien het Rijk later eens de belangen van gepensionneerden en verzekerden zou schaden. Er dient ook bij de Fondsen geleend te Worden tegen op de vrije markt bedongen voorwaarden. Staatsleeningen mogen geen da- hng van den rentevoet veroorzaken, maar moe ten dezen volgen. De heer KNOTTENBELT (VB) vindt het blijkbaar niet prettig, dat hij, thuiskomend van een vacantiereis, aan de grens zich te onder werpen heeft aan douane-formaliteiten, die hem te lang duren. Het feit, dat men bij het ver trek binocles, fototoestellen, enz. alleen kan laten waarmerken als niet-nieuw (dus als weder- mvoerbaar) met een tamelijk groot looden zegel, vond deze afgevaardigde belangrijk genoeg om er zich in den Senaat over te beklagen! Jammer voor den betrokkene voerde de heer Knottenbelt den ontslagen thesaurier-generaal nog eens ten tooneele: de minister had dezen niet mogen ontslaan zonderdankbetuiging, nu toch het ontslag buiten de ambtsvervulling om gegaan was. Het ontslag had moeten ge schieden volgens het Ambt. Regl., dat een arti kel kent, volgens hetwelk „ook op andere gron- üen" dan „ongeschiktheid" ontslag kan worden Verleend. De heer SERRARENS (RK) heeft voor den eersten keer de geruchtmakende zaak-Vrijman 'n den Senaat ter sprake gebracht, en de heer Van CITTERS (AR) steunde hem krachtig in zijn betoog pro den in 1923 oneervol ontslagen rijksbouwmeester, die indertijd weliswaar door een onjuiste verklaring te onderteekenen ver- .keerd gehandeld heeft, doch blijkens com missoriale en rechterlijke uitspraak geen per soonlijke verrijking had beoogd, doch wèl het landsbelang. pe heer Serrarens wees erop, dat de huidige ministers Oud en Van Schaik voorheen als Kamerlid zelf ook ervan overtuigd waren, dat bier eervol ontslag moest worden verleend en flat er rehabilitatie moest plaats hebben, door den ongelukkigen bouwmeester den bouw van een (belangrijk) werk op te dragen. Alle mogelijke pogingen heeft de heer Vrijman in het werk gesteld om zijn recht te N. FLESKENS krijgen, nadat hij als man met ongerept verleden na slechts een administratieve on juistheid begaan te hebben 12 y2 maand van zijn vrijheid beroofd geweest is. Zijn er door ambtenaren geen onjuiste in lichtingen betreffende deze zaak verstrekt? Om tot een slot te komen, is den heer Vrij man als schadevergoeding f30.000 en als wacht geld f36.000 uitgekeerd, maar er is veel meer schade geleden en eerherstel is uitgebleven. Wel is hem de bouw van het nieuwe P.T.T.- kantoor te Vlaardingen aangeboden, doch dit was toch geen belangrijk werk voor iemand, die voorheen voor f8 millioen per jaar bouwde; dit aanbod is dan ook afgeslagen. De minister zal nu ófwel van standpunt moeten veranderen en hem alsnog eervol ontslag verleenen, ófwel het oneervol ont slag moeten handhaven, maar hem dan ook een belangrijk werk moeten opdragen. De heer Van Citters herinnerde in het bij zonder aan den ongeordenden toestand waarin het comptabel beheer verkeerde, toen de heer Vrijman zijn daad stelde. Hij is daarvan het slachtoffer geworden. De bouw-opdracht zal het complement moe ten zijn van alsnog te verleenen eervol ont slag. Sterk drong deze spreker er bij den minis ter op aan, zich grootmoedig te toonen. Hierna kwam de heer VAN VESSEM (N.S.B.), die het vandaag zonder zijn gezel moest stellen, eenfiguur slaan! Tot viermaal toe wilde hij, hulpbehoevend van zijn papier lezende, onderwerpen bespreken, die niet in de stukken behandeld waren en telkens moest de voorzitter hem het zwijgen opleggen. Alleen zag hij kans, afschaffing der grondbe lasting te „bepleiten". Om de rij der sprekers te sluiten kwam de heer POLLEMA (C.H.) zich nieuwsgierig too nen naar de gestes van het Egalisatiefonds. Zouden wij zoo vroeg hij het doel van dit fonds (de depreciatie te beheerschen) niet beter kunnen bereiken door grondstoffen (b.v. voor bewapening) in het buitenland te koopen, beter dan door aankoop van buitenlandsche deviezen? De MINISTER VAN FINANCIËN, de heer OUD, handelde eerst even met den N.SJB.- er af: aan afschaffing der grondbelasting 'n geschenkje aan de grondeigenaars kon hij, zéker in dezen tijd, niet denken. De accijnzen op ge distilleerd en bier wa ren, ook volgens den Minister, te hoog, maar als de N.S.B. de po gingen tot verlaging daarvan stelt tegenover de niet-verlaging van den suiker-accijns, dan zet zjj het „demoliberale systeem" wel wat eenzijdig te kijk: juist de Minister zelf heeft ten vorigen jare nog den suiker-accijns met 20pCt. doen verlagen. De ƒ7 millioen, welke de fiscus na ver laging der accijnzen op gedistilleerd en bier ■ou derven, kon de Minister nu niet missen. Had men hem ruim een jaar geleden toege staan, dit bedrag zoo ongeveer uit opcenten op de omzetbelasting te halen, dan was de verlaging er al gewéést. Nu, bij het scheiden van de markt, schroomde de Minister, ten ongerieve van zijn opvolger deze 7 mil lioen prijs te geven. 's Heeren Knottenbelt's ontstemming werd gesust: grensonaangenaamheden werden ook wel door reizigers veroorzaakt en aan onaestheti- sche looden zegels zou ministerleele aandacht geschonken worden. Wat betreft de Rijksfondsen: hier staat de overheid in twee kwaliteiten, als geldgever en als geldnemer met twee belangen. Er wordt gestreefd naar een normalen rentevoet als nor maal gelögeven. Raken de fondsen in nood, dan zal er op andere wijze in voorzien moeten wor den. MINISTER OUD Betreffende de werking van het Egalisatie fonds kon de Minister geen geheim verklappen. Nooit heeft hij gezegd, een depreciatie-percen tage van ongeveer 20 te willen handhaven. Met het fonds wordt niet gespeculeerd; vreemde deviezen worden direct in goud omgezet en als de beschikbare 300 millioen daarna óp is, vindt beleening bij de Ned. Bank plaats, die daarvoor b.v. bankpapier kan verstrekken. De thesaurier-generaal was naar waarheid ontslagen wegens „ongeschiktheid" en dank betuiging zou toch al een heel vreemde figuur geweest zijn. Ongaarne had de Minister den man ontslagen, ook al, omdat juist hij in zijn werkzaamheden daardoor het meest gedupeerd is. Wat den heer Vrijman betreft, toen de heer Oud minister werd, vond hij een accoord- De GeerVrijman als afgedane zaak. Eigenlijk was men tot opdracht van een bouw werk niet verplicht, maar men heeft hem het VOOR P.T.T.-kantoor te Vlaardingen willen geven, een, volgens den minister, wèl belangrijk werk. Dè heer Vrijman stelt zich op het onjuiste standpunt, dat de nieuwe opdracht als schade vergoeding moet gelden, maar het gaat hier al leen om de rehabilitatie. Bovendien heeft de heer Vrijman voor aandeelen in de Oude Haag- sche niet slechts (volgens aanvankelijke op gave) ƒ30.000 gerestitueerd gekregen, toen hij die ontijdig verkoopen moest, maar later nog eens 30.000 en nog eens 18.000 en bovendien nog 52.000 wegens verlies van het commis sariaat. We moesten er verder maar over zwijgen. Het geldt hier waarlijk geen Dreyfus-zaak. Na repliek werd de begrooting zonder hoofde lijke stemming aangenomen, waarbij de heer Van Vessem (N.S.B.) liet aanteekenen, dat hij zich tegen verklaard had. De begrooting van het Werkloosheidssubsidie- fonds voor 1937 werd eveneens zonder hoofde lijke stemming aangenomen, nadat de heer DE ZEEUW (S.D.) het opgenomen had voor de gemeenten, die door het Rijk te weinig geholpen worden en nadat de MINISTER deze aange legenheid al maar vast naar zijn opvolger had verschoven. Zooals verwacht werd, is in den loop van Dinsdagmiddag de was van den IJsel te Zutphen tot staan gekomen. Dinsdagochtend wees de peilschaal 7.72 M. NA..P. aan met een was van 3 c.M. Naar wij vernemen is in den afgeloopen nacht het transport per schip naar Eindhoven aan gevangen van het door de N.V. Nederlandsche Vliegtuigenfabriek gebouwde twee-motorige ge vechtsvliegtuig G 1, dat zoo zeer de aandacht heeft getrokken op de internationale lucht vaarttentoonstelling te Parijs. Men verwacht, dat de machine Donderdagmiddag te Eindhoven zal aankomen en Vrijdag in den hangar op het vliegveld Welschap zal zijn ondergebracht. Hier na zal begonnen worden met het monteeren van het toestel, -waarmede vermoedelijk een tiental dagen gemoeid zal zijn. Aan de eerste proef vluchten met dit bijzondere Fokker-product, waarvan men in deskundige kringen groote verwachtingen koestert, zal dan niets meer in den weg staan. De handelsovereenkomst, welke de Nederland sche regeering met Turkije heeft gesloten, opent wijde perspectieven voor de Nederlandsche iindustrie. De plannen, welke den onderhandelaars bij hun besprekingen over de tot stand gekomen handelsovereenkomst voor oogen hebben ge staan, betroffen den aanleg van de oorlogshaven Gölcük van de kolenhaven Eregil, voorts irriga- tiewerken in de vlakten van Ismir en Adana en den bouw van eenige radio-zenders. Voor de oorlogshaven Gölcük, welke aan de baai van de zee van Marmora is gelegen, heeft de Nederlandsche Maatschappij voor Haven werken in opdracht van de Turksche Regeering een ontwerp gemaakt. In den kring van Nederlandsche industrieelen heeft zich een Gölcük-comité gevormd, waarbij, behalve de Nederlandsche Maatschappij voor Havenwerken, betrokken waren Stork-Hengelo, Stork-Hijsch, Conrad, Heemaf en De Vries en Robbé. Het staat nog niet vast of de Turksche Regee ring dit plan, waar een bedrag van ongeveer 16 millioen Turksche ponden mee is gemoeid, ter stond in zijn geheel dan wel in étappes zal uit voeren. Voor den bouw van de kolenhaven Eregli, welk plan mede den aanleg van verlaad- inrichtingen omvat en welks kosten naar ruwe schatting acht tot negen millioen Turksche ponr den beloopen, interesseeren zich van Nederland sche zijde vooral de Albetam in Den Haag, de Nederlandsche Maatschappij voor Havenwer ken, Stork en Werkspoor. Dit project is nog niet definitief door de Turksche Regeering goed gekeurd. Van de zeer omvangrijke irrigatie werken, welke ten behoeve van den katoenbouw in de vlakten nabij Ismir (Smyrna) en Adana zijn ontworpen, hoopt de Nederlandsche industrie eveneens haar deel te krijgen. Voor de radiozenders heeft Philips bij de Turksche Regeering projecten in gediend. Een buitenman heeft in de Oldebarneveld- straat te Rotterdam een vrouw ontmoet, die hij later naar een pand aan de Crispijnlaan bege leidde. Bij het verlaten van dit pand kwam de man tot de ontdekking, dat hij uit zijn porte feuille f 1200 miste. De man stelde de politie van het gebeurde in kennis, waarop in bewaring zijn gesteld de 38- jarige koopman J. D. en diens 30-jarige echt- genoote C. P. C. Het tweetal bleef ontkennen iets met het verdwenen geld te maken te heb ben gehad. Ook een huiszoeking heeft nog geen resultaat opgeleverd. Het echtpaar, dat in het bureau aan de Witte de Withstraat is opgesloten, blijft voorloopig in bewaring. De eerepenning, bedoeld in het Koninklijk Besluit van 4 December 1918, zooals dat is ge wijzigd bij K. B. van 28 October 1919, is toe gekend aan P. Boendermaker Czn. te Bergen (N.-H.), als blijk van waardeering voor zijn belangstelling in openbare kunstverzamelingen. Benoemd tot officier in de Orde van Oranje- Nassau: jhr. mr. T. J. van Iddekinge, voor zitter van de hoofddirectie van het Instituut voor doofstommen te Groningen, wonende te Haren. Aan dr. J. E. Quintus Bosz, oud-consul van Denemarken in Nederlandsch-Indië te Utrecht, is verlof verleend tot het aannemen van het ridderkruis der Danebrogorde van Denemarken. Met ingang van 16 Maart 1937 is benoemd tot referendaris bij het departement van Sociale Zaken jhr. mr. C. J. A. de Ranitz, thans hoofd commies bij het departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Met ingang van 1 Maart 1937 is benoemd tot inspecteur van de volksgezondheid bij den dienst, welke is belast met de zaken, rakende de drankbestrijding, de heer J. Maarleveld, aan wien gelijktijdig eervol ontslag is verleend als adjunct-inspecteur van de Volksgezondheid. Hem is als ambtsgebied aangewezen het geheele land. Bij beschikking van den minister van Sociale Zaken is den heer Maarleveld de gemeente 's-Gravenhage als standplaats aangewezen. Bij het departement van Koloniën zijn be vorderd: a. tot referendaris, de hoofdcommies J. E. van den Berg; b. tot commies, de adjunct commies L. G. Weggemans. Bij K. B. is met ingang van 15 Maart 1937 benoemd tot burgemeester der gemeente Gra- them: mr. H. M. A. J. Spuisers. Deze is 15 Augustus 1907 te Sittard geboren, waar hij ook thans nog woont. Mr. Spuisers is volontair ter gemeentesecretarie van Beek. Bij K. B. is met ingang van 15 Maart 1937 benoemd tot burgemeester der gemeente Maas- niel: J. P. H. Joosten, met toekenning van ge lijktijdig eervol ontslag als burgemeester der gemeente Wessem. Met ingang van 10 Maart 1937 is benoemd tot secretaris van den Voogdijraad te Middel burg mr. P. van Empel, thans tijd. Aan mr. Z. Th. N. de Jongh van Arkel is op zijn verzoek met ingang van 1 Maart 1937 eer vol ontslag verleend als griffier van het Ge rechtshof te Arnhem en is als zoodanig benoemd mr. D. F. W. Scheidius, thans substituut-grif fier bij gemeld Gerechtshof. Benoemd tot plaatsvervangend lid van de Algemeene Rekenkamer, de heer dr. O. Bakker, accountant bij het Centraal Bureau voor de statistiek te 's-Gravenhage. De ontvanger der directe belastingen, enz. A. P. W. Ligtenberg is verplaatst van de in spectie der belastingen te Amsterdam naar de inspectie der invoerrechten en accijnzen te Kerkrade en de ontvanger der directe belastin gen enz., A. C. den Duik van de inspectie der invoerrechten en accijnzen te Kerkrade naar de inspectie dier middelen te Leeuwarden. Benoemd in vasten dienst tot schoolopziener van het Lager Onderwijs in de inspectie Rot terdam, J. P. Kruize, leeraar aan de Christe lijke Kweekschool voor onderwijzers en onder wijzeressen te Gorinchem. Bij K. B. is aan den hoofdofficier van den marinestoomvaartdienst der le klasse A. C. van der- Haagen, op zijn verzoek, met ingang van 1 Mei 1937 eervol ontslag uit den zeedienst verleend wegefts langdurigen dienst, onder dankbetuiging voor de langdurige en zeer goede diensten, door hem aan den lande be wezen. JOLIGE. JOMGE. WAT WE0.0EN WE wier E£n furt plaatsje, zeg IPi ME.XI (AAVT5CME. ARENA WERD E.E.N GEVECui GEORGAN ISGERD TU55CMEM LEE.UW En EEPl 5TIER DAAR DE DIEREN PIET WILDEN VECH TEN, 0K.AM DDE WEI RiQuEia DE ARE- fSA Af EM EEN S>CW\ETPARTL) ONT- STOND In de te 's-Gravenhage gehouden algemeene vergadering van de Centrale Commissie voor de Filmkeuring heeft de voorzitter, de heer D. van Staveren, in aansluiting aan hetgeen de Mi nister van Binnenlandsche Zaken in de Memo rie van Antwoord betreffende de begrooting van diens departement voor 1937 aan de Tweede Kamer had medegedeeld ten opzichte van de toelating van de film „Golgotha", o.m. nog ge zegd: „Dat wij, n.l. de commissie, naar de mee ning der Regeering juist hebben gehandeld, als wij tot heden ons angstig onthouden hebben van censuur in den algemeen geldenden zin van het woord. Of wij het met iets eens zijn of niet, of het vertoonde in een film met onze opvattin gen strookt of niet, dat mag geen factor zijn bij de beantwoording der vraag, of een film toe laatbaar te achten is in den zin der wet. Als iets indruischt tegen onze eigen gods dienstige, politieke, philosophische denkbeelden en overtuigingen, doch in overeenstemming of slechts niet in strijd is met de overtuiging van vele anderen, dan hebben wij niet het recht dien laatsten te beletten door middel van de film op hun wijze voor hun denkbeelden of op vattingen te getuigen of uit te komen. Mits het vertoonde, objectief beoordeeld, slechts niet in strijd is met de goede zeden of openbare orde". „In de overgroote meerderheid der gevallen beseffen onze leden, het hoor en wederhoor te hebben toegepast, dat er voor de opinie der an dere leden ook wat te zeggen valt en dat ze dan het recht missen, om de eigen meening, hoe eerbiedig op zichzelf ook, als de eenig juiste beslissing der overheid door te drijven a tort et A travers. Dan moeten ze wel eens indien het geen onoverkomelijke gewetensobstakels betreft wat meegaande zijn. Dan is er veel verdraag zaamheid, oprechte lust-tot-samenwerking, diepe eerbied voor anderer overtuiging noodig Anders komen we er niet." Nadat eenige huishoudelijke aangelegenheden waren afgedaan, heeft dr, F. H. G. van Loon (Den Haag) een voordracht gehouden over de psychologische zijde van de film en de filmkeu ring. Het bureau voor de inschrijving van motor rijtuigen en aanhangwagens van den Rijkswa terstaat heeft wijziging aangebracht in den tekst van de bijzondere bepalingen, welke vast gesteld waren ten aanzien van de remconstruc- ties van drie- en meerassige motorrijtuigen. Deze wijziging betreft in hoofdzaak het geval, waarbij van auto's, welke voorzien zijn van twee compenseerend ten opzichte van elkander op gehangen vaste achterassen, door een der be- dieningshefboomen van de remmen slechts van een dier assen de wielen kunnen worden afge remd. In dat geval, aldus deelt de A. N. W. B. mede. zal bij de inschrijving een maximum wielbelas- ting van 1200 K.G. worden vastgesteld. De heer P. L. de Gaay Fortman zal met in gang van 1 Mei a.s. zijn ontslag nemen als bur gemeester van Dordrecht. De gemeenteraad van Loosdrecht heeft Dins dag een crediet van 20.000 gulden toegestaan voor de restauratie van den Sypetoren te Nieuw-Loosdrecht, een der oudste kerktorens van ons land. De architect Q? Oosschot uit Huizen zal het werk in contact met de Rijks monumentencommissie uitvoeren. Het Jamboree-comité deelt omtrent de uitzending van een contingent Indische padvinders naar de jamboree mede, dat het plan in het kort de uitzending van circa 70 jongens omvat in twee troepen, van In- heemschen, Chineeschen en gemengd Euro- peeschen landaard. Bovendien zullen de toe vallig hier vertoevende jongens van ouders die met Europeesch verlof zijn worden ver zameld in een derden troep, zoodat het ge heele contingent zal bestaan uit drie troe pen, tezamen tellende circa 100 jongens en leiders. De samenstelling van het contingent is geschied naar verhouding van de rassen en godsdiensten die in de Nederlandsch In dische Padvinders zijn vertegenwoordigd. De uitzending van 70 man is natuurlijk een kostbare onderneming, maar het bestuur van de Nederlandsch Indische Padvinders heeft ge meend zich de financieele offers die dit vragen zal te moeten getroosten, overtuigd als het is, dat het een zaak is van zoo groot belang, dat het" de moeite en de kosten ten volle waard is. Het is een zaak, die zoowel van groote be- teekenis is voor het versterken van de idee der rijkseenheid en de bevordering der juiste en hechte verhoudingen tusschen de deelen van het rijk der Nederlanden in en buiten Europa, als van internationaal prestige. Immers, het Engelsche contingent zal behalve jongens uic Groot Brittannië, ook jongens bevatten uit alle Britsche koloniën, van Noord tot Zuid en van Oost tot West. De gekleurde rassen zullen hier bij dus flink vertegenwoordigd zijn. Hetzelfde zal het geval zijn met de Fransche koloniën. Daarnaast worden ook contingenten verwacht van practisch alle Oostersche en gekleurde on afhankelijke volken en men zal zonder twijfel vragen: En waar is nu jullie Indië, waar men zooveel over hoort? Onze koloniën mogen dus niet afwezig zijn. Teneinde de uitzending van het contingent mogelijk te maken, heeft Indië zich reeds met kracht aan het werk gezet om fondsen te ver zamelen, want het is begrijpelijk, dat deze on derneming niet uit de gewone, bescheiden mid delen van de Nederlandsch Indische Padvinders kan worden gefinancierd. De totale kosten van deze uitzending worden op circa ƒ22.000 geraamd, waarvan Indië, zoo als de zaken er thans voorstaan, waarschijnlijk 15.000 zal weten te fourneeren. Voor de ont brekende som van ƒ7.000 doet Indië een beroep op Nederland. Teneinde de ontvangst van de jongens hier te regelen, hun een prettigen tijd te bezorgen en de onderneming financieel mogelijk te maken voor wat Nederland betreft, heeft zich een co mité gevormd op verzoek van den voorz't'er van de Nederlandsch Indische Padvinders, dr. W. F. Theunisse, die hier te lande met verlof vertoefde. Het comité doet een beroep op allen, die deze zaak willen helpen slagen, hun steun te willen geven, hetzij in den vorm van een geldelijke bijdrage, of door het voor hun rekening nemen van enkele excursies, aanvullen van uitrusting, enz. De stoomvaartmaatschappijen Nederland en Rotterdamsche Lloyd gaven reeds een belang rijke bijdrage in den vorm van een minimaal tarief voor heen- en terugreis en het comité vertrouwd;, dat anderen niet zullen achter blijven. Geldelijke bijdragen kunnen worden gestort op het gironummer van de stichting Wereld jamboree 1937, Bloemendaal-Vogelenzang, met uitdrukkelijke vermelding „bestemd voor het Indisch contingent". Het nummer is 271885, D?r> Haag. In artikel 38 van het motor- en rijwielregle ment, zooals dit met ingang van 1 November j.l. in werking is getreden, werd bepaald dat de met de inschrijving van automobielen of aanhangwagens voor vee vervoer belaste amb tenaar bepalingen kon vaststellen, waaraan de inrichting en de afmetingen dier voertuigen moesten voldoen. Het hoofd van het bureau van den Rijkswa terstaat voor de inschrijving van motorrijtuigen en aanhangwagens heeft thans deze eischen vastgesteld en openbaar gemaakt. Geëischt wordt onder meer dat de motor rijtuigen, gebezigd voor veevervoer, van wielen met luchtbanden voorzien moeten zijn. De vloe ren moeten dicht zijn, terwijl tevens voor groot vee bepaald is, dat de opstaande schotten tot op een hoogte van tenminste 1.40 M. boven het laadvlak gesloten moeten zijn. Verder zijn nor men vastgesteld voor ventilatie in de rijtuigen en is bepaald dat zij inwendig geen uitstekende deelen of scherpe kanten mogen hebben. Een overdekking moet aanwezig zijn. Verwacht mag worden, aldus schrijft de A. N. W. B. dat de nieuwe keuringseisehen een einde zullen maken aan de soms inderdaad bedroe vende omstandigheden, waaronder het veever voer per vrachtauto plaats vindt. Ir. J. E. F. de Kok en de heer Schmidt Crans zijn op hun vliegtocht van Indië in Karachi aangekomen. Het laatste deel van de tot nu toe afgelegde route is begunstigd door mooi weer. 8 Hij zag haar stom, ademloos staan; hij zag hoe haar kinderoogen zich vergrootten en een lichte blos naar haar wangen steeg. Neen, zij was geen kind meer, zij begreep, wat fle onbekende meester haar zeggen wilde. Zij Verstond zijn taal; zij bewonderde zijn edele groote kunst. Maar haar bewondering was een specifiek subjectieve ondervinding. Overbeck zag het duidelijk, hij wist het, als kon hij lezen in haar ziel. Zij droomde zich als de jonge vrouw, die door den man in zijn sterke armen genomen Tvordt. Maar de man.... ook,dat raadde Over keekwas voor haar nog geen gekozen per soon met naam en titelslechts een type van hran, een onbekend, geïdealiseerde persoonlijk heid, die zij meer liefhad in den geest, dan wel lichamelijk. Zoo rein was nog de ondervinding van het kind; en zoo zeker van zichzelf, zoo gevoelvol, zoo onfeilbaar gingen de gedachten van den Zoekenden man, die van de jonge ziel na. Zij haalde diep adem. Hij kwam naast haar staan. „Hoe vind je dat, Kate?" Zii knikte stom. haar gezicht overgoten door een warmen blos. Altijd had zij haar meening kunnen uitspreken tegenover hem, en hij had zich verheugd in de zelfstandigheid van haar oordeelnu wist zij geen woord te vinden. Stil gingen beiden verder. Hij zuchttedrong zijn aanstormende ge dachten terug en sloot ze diep in zijn hart. Angstvalliger dan ooit sloeg hij, tegenover Kate een vaderlijken toon aan, daar hij vreesde dat zij zijn gedachten raden zou. Dikwijls zat hij zwijgend in mevrouw Hein- zius' sofa-erker of praatte over onverschillige dingen, altijd bang, zijn eigen gedachten te ont sluieren. Zoo vervreemdden zij van elkaar. Verbaasd en getroffen kon Kate hem dikwijls aanzien en dan herkende zij hem niet meer. En na een kort poosje wist ook zij niet meer den vertrouwden toon aan te slaan. Oom Willy houdt niet meer van mij, dacht ze triestig, en haar hart kromp ineen. Zij kon zich niet meer zooals vroeger verheugen op zijn komst, als hij haar bloemen bracht of een kleine snuisterij. Met leege handen kwam hij nooit maar 't was lang geleden, dat zij hem bij zijn binnentreden om den hals vloog en lachte en weende. Nu gaf zij slechts een koel handje, een paar verlegen woorden van dank, en dikwijls, als hij meende een gezellig praatavondje te krijgen, stond zij na 'n half uur op: „U veront schuldigt mij wel, oom Willy, ik heb nog heel wat te werken." Dan ging zij naar haar kamer en huilde harts tochtelijk om den verloren ouden tijd. Zii voelde het bii instinct; hij is zichzelf niet meer. Niet meer oom Willy, van wien ik zoo houd. Mevrouw Heinzius merkte het 't eerste op, hoe 't met oom Willy gesteld was. Als zij slechts haar mond had gehouden, zou alles wel goed ge worden zijn. Maar haar was 't woord van den dichter „Roer daar niet aan" tevergeefs toege roepen. „Als oom Willy je weer rozen meebrengt, Kate, moet je ze direct in het water zetten. In die mooie majolievaas, die hij je gegeven heeften dan bedank je hem heel vriende lijk, zooals 't behoort," zei mevrouw Heinzius bij de eerste de beste gelegenheid. Zij was zeer boos op Kate, die daags tevoren een bouquet heerlijke La France-rozen achteloos op de tafel had laten liggen en in haar kamer gegaan was, om te werken. Paul was toevallig niet thuis en zoo had me vrouw Heinzius haar zwijgzamen bezoeker een half uur lang moeten bezig houden. „Waarom is Kate zoo ontstemd?" had oom Willy plotseling gevraagd. „Ik weet 't niet, ze heeft meer zulke buien. Ze is soms moeilijk te begrijpen." „Buierig is ze nooit geweestmisschien werkt ze te veel, zij ziet er bleek en moe uit." „Andere meisjes moeten veel meer doen dan zij;Kate's vriendin, Martha Uobracht, stoft en veegt, poetst lampen en doet 't huishouden voor haar moeder, en toch is ze gezond en altijd op gewekt en vroolijk." „Misschien heeft Kate een heimelijk ver driet?" vorschte hii met slecht bedwongen span ning. De moeder trok onverschillig haar schouders op. „Ik zou niet weten wat." Hij speelde zenuwachtig met een schaar, die op de tafel lag. „Nu, ik meendezij is nu toch al negentiendan hebben jonge meisjes altijd zooiets. Misschien is ze wel verliefd?" Mevrouw Heinzius boog zich juist om een naald op te rapen, zoodat zij niet de wijdopen- gesperde, bijna angstige oogen van den heer Overbeck zag, die haar alles zouden hebben ver raden. Zijn hart sloeg als een stoomhamer. Mevrouw Heinzius had de naald tusschen haar lippen vast. „Hm, Hm," mompelde ze hoofd schuddend, en na een oogenblik, dat hem 'n eeuwigheid leek: „Daaraan denkt ze heelemaal niet!" Als verlicht zuchtte hp. Dan was hij weer even zwijgzaam en mevrouw Heinzius had groote moeite het gesprek gaande te houden. Dien nacht lag zij lang wakker en liet haar gedachten den vrijen loop. Die kleine scène van 's middags en alles van vóór dien tijdblik ken en woorden, waarop ze vroeger geen acht geslagen had, kregen opeens een geheel ander aspect en grootere waarde, 't Was alsof zij op eens ziende geworden was. Zij sloeg haar hand op haar voorhoofd.... Dat haar ddt niet eerder was opgevallen! 't Lag toch eigenlijk 't meest voor de hand!.... en zij ging er mee accoord, natuurlijk. Waarom ook niet? Overbeck was ontegenzeg lijk 'n schitterende partij voor Kate. Wat i kwam 't er op aan of ie nu ook al 15 jaar ouder was en haar had opgevoed als zijn pleegdoch ter? Voor Kate was het 't beste; hoe dikwijls wa ren juist de oudere mannen beter voor hun jonge vrouwen dan anderen, 't Zou iets an ders zijn dan anders, basta! Zij nam zich voor er met Kate eens ernstig over te spreken. 't Was Zondag. Paul, die van 'n slemppartij pas in den morgen was teruggekomen, sliep nog. Moeder en dochter waren alleen aan de ontbijt tafel. „Je hebt toch gekke manieren over je," viel mevrouw Heinzius uit. „Zooiets liefdeloos heb ik nog bij geen enkel meisje meegemaakt. Als je zoo doorgaat, zul je op den duur heel netjes blijven zitten." Kate doopte haar brood in haar koffie boter kreeg alleen Paul bij 't ontbijt.... Zij had zich al sinds lang in de wanverhouding tot haar moeder geschikt en nam steeds her haalde standjes van haar aan als iets onver mijdelijks. „Ik doe toch binnenkort mijn examen," ant woordde ze rustig. „Wachten en naar 'n man hengelen vind ik zoo idioot. En lief doen, alleen opdat men mij gaat waardeeren en zoodoende mij trouwen wil? Dank u wel! Ik zal nooit trou wen!" „Dat kan men niet weten," weerspm k me vrouw Heinzius haar, die alle logica en conse quentie als onnoodigen ballait over boord wierp „Als er een paosentle partij voor je te vinden was, zou 't heel dom zijn, daarvan niet te «ro- fiteeren." „Er is er toch geenwaarom praat u dan zoo, mama?" „Zoo, dat méén jij. Nu, maar ik weet, wat ik weet en kan je slechts aanraden wat beminne lijker te zijn." „Tegen wien?" Mevrouw Heinzius had 'n voorgevoel, dat zij niet al te openhartig zijn mocht. Zij drukte zich daarom heel diplomatiek uit. „Nu, in t alge meen!" ,3ij voorbeeld.... tegen den broer van Mar tha, dien snotaap van 18 jaar, die zoethout voor me koopt, als ie me 's avonds naar huis brengt?" Mevrouw Heinzius, die haar breiwerk ook bij de maaltijden niet uit haar handen lei, telde al hoofdschuddend de steken: .2122.... 23.... aan hem dacht ik niet. Een student.... dat is toch geen partij!" Maar wie dan wel?" Nu hield mevrouw Heinzius het niet langer meer uit. Zij tikte venijnig met haar breinaald op de tafel en vroeg geërgerd: „Nou.... was je gisteren soms beminnelijk tegen meneer Over beck?" „Tegen oom Willy?" Kate schaterde het uit. „Maar mamadat is toch heelemaal geen partij!" „Waarom niet?" wierp haar moeder scherp tegen. „Is hij niet een fijne heer met een uitmun tende betrekking, rijk en wel in staat om een vrouw gelukkig te maken?" (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 3