Begrooting van Financiën
goedgekeurd
ZIJN HARTEKIND
DE POSITIE DE
RIJKSFONDSEN
EMPINSKI
REEFTEN
3-e koMqjh OAng.ed\aaid
WOENSDAG 3 MAART 1937
De zaak-Vrijman
Handelsovereenkomst
met Turkije
Wereldjamboree 1937
EERSTE KAMER
Voorloopig geen verlaging van
den accijns op gedistilleerd
Druk op rentevoet
De geruchtmakende zaak
Minister Oud antwoordt
Egalisatiefonds
WAS VAN IJSEL TOT STAAN
GEKOMEN
G 1 NAAR EINDHOVEN
Gevechtsvliegtuig wordt op
Welschap gemonteerd
Perspectieven voor de Neder
landsche industrie
BUITENMAN BEROOFD
Echtpaar gearresteerd
UIT DE STAATSCOURANT
Onderscheidingen
Sociale Zaken
Koloniën
Burgemeesters
Voogdijraad
Rechterlijke macht
Alg. Rekenkamer
Belastingen
Onderwijs
Marine
CENTRALE COMMISSIE VOOR
DE FILMKEURING
Jaarvergadering in Den Haag
DRIE-ASSIGE BEDRIJFS
AUTO'S
Verandering der bepalingen
nopens de remmen
DORDRECHTS BURGE
MEESTER NEEMT ONTSLAG
Restauratie van den Sypetoren
Uit Indië komen ongeveer
honderd padvinders
VEEVERVOER PER AUTO
Nieuwe eischen vastgesteld
De vliegtocht van ir. de Kok
UIT HET DUITSCH
DEN HAAG, 2 Maart 1937
In een vlot tempo heeft de Eerste Kamer
vanmiddag de begrooting-1937 van Finan
ciën afgewerkt. In het Voorloopig Verslag
en in de Memorie van Antwoord was een
groote variëteit van onderwerpen aan de
orde en zoo kon de Senaat ons ditmaal een
zeer afwisselend program bieden.
Verlaging van de accijnzen op gedistilleerd
en bier schijnt de Eerste Kamer wel na aan
het hart te liggen. De heer TER HAAR (CH)
leverde voor deze verlaging een krachtig en wèl
•motiveerend betoog. Nu door een interdepar
tementale commissie verslag over deze materie
is uitgebracht, hoopte deze spreker op een
spoedige behandeling, opdat er een einde kome
aan de treurige gevolgen der te hooge accijn
zen: den smokkelhandel, de clandestiene fabri
catie ènde depressie in het café- en res
taurantbedrijf, veroorzaakt door de te hooge
prijzen.
Ook de vaste commissie der Tweede Kamer,
belast met een onderzoek, was van meening,
dat zonder verlaging bestrijding van smokkel
handel en geheime fabricatie niet mogelijk is.
De vermindering der baten voor het Rijk
zou wel gecompenseerd worden door lagere
kosten van de bestrijding der euvelen.
De heeren FLESKENS (RK), KNOTTEN
BELT (VB) en DE ZEEUW (SD) vielen den
heer Ter Haar bij. De heer Fleskens wees nog
even op den toestand der brouwerijen. De heer
Knottenbelt kwam op voor de wijnverkoopers en
trouwens voor heel den handel in gedistilleerd,
welke ernstige stagnatie ondervindt.
Onze financieele deskundige, de heer FLES
KENS had bezwaar tegen de wijze, waarop door
de verschillende Rijks
fondsen deel genomen
wordt in Staatsleeningen,
n.l. tegen een zoo lage
rente, dat de fondsen la
ter wel eens niet zouden
kunnen voldoen aan hun
verplichtingen. Door
dwang uit te oefenen op
de Fondsbesturen zou de
Regeering misbruik van
bevoegdheid maken. Het
staatscrediet zoowel
voor den Staat als voor
de Fondsen van het
grootste belang zou in
hooge mate geschaad worden, indien het Rijk
later eens de belangen van gepensionneerden
en verzekerden zou schaden.
Er dient ook bij de Fondsen geleend te
Worden tegen op de vrije markt bedongen
voorwaarden. Staatsleeningen mogen geen da-
hng van den rentevoet veroorzaken, maar moe
ten dezen volgen.
De heer KNOTTENBELT (VB) vindt het
blijkbaar niet prettig, dat hij, thuiskomend van
een vacantiereis, aan de grens zich te onder
werpen heeft aan douane-formaliteiten, die hem
te lang duren. Het feit, dat men bij het ver
trek binocles, fototoestellen, enz. alleen kan
laten waarmerken als niet-nieuw (dus als weder-
mvoerbaar) met een tamelijk groot looden zegel,
vond deze afgevaardigde belangrijk genoeg om
er zich in den Senaat over te beklagen!
Jammer voor den betrokkene voerde de heer
Knottenbelt den ontslagen thesaurier-generaal
nog eens ten tooneele: de minister had dezen
niet mogen ontslaan zonderdankbetuiging,
nu toch het ontslag buiten de ambtsvervulling
om gegaan was. Het ontslag had moeten ge
schieden volgens het Ambt. Regl., dat een arti
kel kent, volgens hetwelk „ook op andere gron-
üen" dan „ongeschiktheid" ontslag kan worden
Verleend.
De heer SERRARENS (RK) heeft voor den
eersten keer de geruchtmakende zaak-Vrijman
'n den Senaat ter sprake gebracht, en de heer
Van CITTERS (AR) steunde hem krachtig in
zijn betoog pro den in 1923 oneervol ontslagen
rijksbouwmeester, die indertijd weliswaar door
een onjuiste verklaring te onderteekenen ver-
.keerd gehandeld heeft, doch blijkens com
missoriale en rechterlijke uitspraak geen per
soonlijke verrijking had beoogd, doch wèl het
landsbelang.
pe heer Serrarens wees erop, dat de huidige
ministers Oud en Van Schaik voorheen als
Kamerlid zelf ook ervan overtuigd waren, dat
bier eervol ontslag moest worden verleend en
flat er rehabilitatie moest plaats hebben, door
den ongelukkigen bouwmeester den bouw van
een (belangrijk) werk op te dragen.
Alle mogelijke pogingen heeft de heer
Vrijman in het werk gesteld om zijn recht te
N. FLESKENS
krijgen, nadat hij als man met ongerept
verleden na slechts een administratieve on
juistheid begaan te hebben 12 y2 maand van
zijn vrijheid beroofd geweest is.
Zijn er door ambtenaren geen onjuiste in
lichtingen betreffende deze zaak verstrekt?
Om tot een slot te komen, is den heer Vrij
man als schadevergoeding f30.000 en als wacht
geld f36.000 uitgekeerd, maar er is veel meer
schade geleden en eerherstel is uitgebleven.
Wel is hem de bouw van het nieuwe P.T.T.-
kantoor te Vlaardingen aangeboden, doch dit
was toch geen belangrijk werk voor iemand, die
voorheen voor f8 millioen per jaar bouwde; dit
aanbod is dan ook afgeslagen.
De minister zal nu ófwel van standpunt
moeten veranderen en hem alsnog eervol
ontslag verleenen, ófwel het oneervol ont
slag moeten handhaven, maar hem dan ook
een belangrijk werk moeten opdragen.
De heer Van Citters herinnerde in het bij
zonder aan den ongeordenden toestand waarin
het comptabel beheer verkeerde, toen de heer
Vrijman zijn daad stelde. Hij is daarvan het
slachtoffer geworden.
De bouw-opdracht zal het complement moe
ten zijn van alsnog te verleenen eervol ont
slag. Sterk drong deze spreker er bij den minis
ter op aan, zich grootmoedig te toonen.
Hierna kwam de heer VAN VESSEM
(N.S.B.), die het vandaag zonder zijn gezel
moest stellen, eenfiguur slaan!
Tot viermaal toe wilde hij, hulpbehoevend van
zijn papier lezende, onderwerpen bespreken, die
niet in de stukken behandeld waren en telkens
moest de voorzitter hem het zwijgen opleggen.
Alleen zag hij kans, afschaffing der grondbe
lasting te „bepleiten".
Om de rij der sprekers te sluiten kwam de
heer POLLEMA (C.H.) zich nieuwsgierig too
nen naar de gestes van het Egalisatiefonds.
Zouden wij zoo vroeg hij het doel van dit
fonds (de depreciatie te beheerschen) niet beter
kunnen bereiken door grondstoffen (b.v. voor
bewapening) in het buitenland te koopen, beter
dan door aankoop van buitenlandsche deviezen?
De MINISTER VAN
FINANCIËN, de heer
OUD, handelde eerst
even met den N.SJB.-
er af: aan afschaffing
der grondbelasting
'n geschenkje aan de
grondeigenaars kon
hij, zéker in dezen tijd,
niet denken.
De accijnzen op ge
distilleerd en bier wa
ren, ook volgens den
Minister, te hoog, maar
als de N.S.B. de po
gingen tot verlaging
daarvan stelt tegenover de niet-verlaging van
den suiker-accijns, dan zet zjj het „demoliberale
systeem" wel wat eenzijdig te kijk: juist de
Minister zelf heeft ten vorigen jare nog den
suiker-accijns met 20pCt. doen verlagen.
De ƒ7 millioen, welke de fiscus na ver
laging der accijnzen op gedistilleerd en bier
■ou derven, kon de Minister nu niet missen.
Had men hem ruim een jaar geleden toege
staan, dit bedrag zoo ongeveer uit opcenten
op de omzetbelasting te halen, dan was de
verlaging er al gewéést. Nu, bij het scheiden
van de markt, schroomde de Minister, ten
ongerieve van zijn opvolger deze 7 mil
lioen prijs te geven.
's Heeren Knottenbelt's ontstemming werd
gesust: grensonaangenaamheden werden ook wel
door reizigers veroorzaakt en aan onaestheti-
sche looden zegels zou ministerleele aandacht
geschonken worden.
Wat betreft de Rijksfondsen: hier staat de
overheid in twee kwaliteiten, als geldgever en
als geldnemer met twee belangen. Er wordt
gestreefd naar een normalen rentevoet als nor
maal gelögeven. Raken de fondsen in nood, dan
zal er op andere wijze in voorzien moeten wor
den.
MINISTER OUD
Betreffende de werking van het Egalisatie
fonds kon de Minister geen geheim verklappen.
Nooit heeft hij gezegd, een depreciatie-percen
tage van ongeveer 20 te willen handhaven. Met
het fonds wordt niet gespeculeerd; vreemde
deviezen worden direct in goud omgezet en als
de beschikbare 300 millioen daarna óp is, vindt
beleening bij de Ned. Bank plaats, die daarvoor
b.v. bankpapier kan verstrekken.
De thesaurier-generaal was naar waarheid
ontslagen wegens „ongeschiktheid" en dank
betuiging zou toch al een heel vreemde figuur
geweest zijn. Ongaarne had de Minister den
man ontslagen, ook al, omdat juist hij in zijn
werkzaamheden daardoor het meest gedupeerd
is.
Wat den heer Vrijman betreft, toen de heer
Oud minister werd, vond hij een accoord-
De GeerVrijman als afgedane zaak.
Eigenlijk was men tot opdracht van een bouw
werk niet verplicht, maar men heeft hem het
VOOR
P.T.T.-kantoor te Vlaardingen willen geven, een,
volgens den minister, wèl belangrijk werk.
Dè heer Vrijman stelt zich op het onjuiste
standpunt, dat de nieuwe opdracht als schade
vergoeding moet gelden, maar het gaat hier al
leen om de rehabilitatie. Bovendien heeft de
heer Vrijman voor aandeelen in de Oude Haag-
sche niet slechts (volgens aanvankelijke op
gave) ƒ30.000 gerestitueerd gekregen, toen hij
die ontijdig verkoopen moest, maar later nog
eens 30.000 en nog eens 18.000 en bovendien
nog 52.000 wegens verlies van het commis
sariaat.
We moesten er verder maar over zwijgen. Het
geldt hier waarlijk geen Dreyfus-zaak.
Na repliek werd de begrooting zonder hoofde
lijke stemming aangenomen, waarbij de heer
Van Vessem (N.S.B.) liet aanteekenen, dat hij
zich tegen verklaard had.
De begrooting van het Werkloosheidssubsidie-
fonds voor 1937 werd eveneens zonder hoofde
lijke stemming aangenomen, nadat de heer DE
ZEEUW (S.D.) het opgenomen had voor de
gemeenten, die door het Rijk te weinig geholpen
worden en nadat de MINISTER deze aange
legenheid al maar vast naar zijn opvolger had
verschoven.
Zooals verwacht werd, is in den loop van
Dinsdagmiddag de was van den IJsel te
Zutphen tot staan gekomen.
Dinsdagochtend wees de peilschaal 7.72
M. NA..P. aan met een was van 3 c.M.
Naar wij vernemen is in den afgeloopen nacht
het transport per schip naar Eindhoven aan
gevangen van het door de N.V. Nederlandsche
Vliegtuigenfabriek gebouwde twee-motorige ge
vechtsvliegtuig G 1, dat zoo zeer de aandacht
heeft getrokken op de internationale lucht
vaarttentoonstelling te Parijs. Men verwacht,
dat de machine Donderdagmiddag te Eindhoven
zal aankomen en Vrijdag in den hangar op het
vliegveld Welschap zal zijn ondergebracht. Hier
na zal begonnen worden met het monteeren van
het toestel, -waarmede vermoedelijk een tiental
dagen gemoeid zal zijn. Aan de eerste proef
vluchten met dit bijzondere Fokker-product,
waarvan men in deskundige kringen groote
verwachtingen koestert, zal dan niets meer in
den weg staan.
De handelsovereenkomst, welke de Nederland
sche regeering met Turkije heeft gesloten, opent
wijde perspectieven voor de Nederlandsche
iindustrie.
De plannen, welke den onderhandelaars bij
hun besprekingen over de tot stand gekomen
handelsovereenkomst voor oogen hebben ge
staan, betroffen den aanleg van de oorlogshaven
Gölcük van de kolenhaven Eregil, voorts irriga-
tiewerken in de vlakten van Ismir en Adana en
den bouw van eenige radio-zenders.
Voor de oorlogshaven Gölcük, welke aan de
baai van de zee van Marmora is gelegen, heeft
de Nederlandsche Maatschappij voor Haven
werken in opdracht van de Turksche Regeering
een ontwerp gemaakt.
In den kring van Nederlandsche industrieelen
heeft zich een Gölcük-comité gevormd, waarbij,
behalve de Nederlandsche Maatschappij voor
Havenwerken, betrokken waren Stork-Hengelo,
Stork-Hijsch, Conrad, Heemaf en De Vries en
Robbé.
Het staat nog niet vast of de Turksche Regee
ring dit plan, waar een bedrag van ongeveer 16
millioen Turksche ponden mee is gemoeid, ter
stond in zijn geheel dan wel in étappes zal uit
voeren.
Voor den bouw van de kolenhaven Eregli,
welk plan mede den aanleg van verlaad-
inrichtingen omvat en welks kosten naar ruwe
schatting acht tot negen millioen Turksche ponr
den beloopen, interesseeren zich van Nederland
sche zijde vooral de Albetam in Den Haag, de
Nederlandsche Maatschappij voor Havenwer
ken, Stork en Werkspoor. Dit project is nog
niet definitief door de Turksche Regeering goed
gekeurd.
Van de zeer omvangrijke irrigatie werken, welke
ten behoeve van den katoenbouw in de vlakten
nabij Ismir (Smyrna) en Adana zijn ontworpen,
hoopt de Nederlandsche industrie eveneens haar
deel te krijgen. Voor de radiozenders heeft
Philips bij de Turksche Regeering projecten in
gediend.
Een buitenman heeft in de Oldebarneveld-
straat te Rotterdam een vrouw ontmoet, die hij
later naar een pand aan de Crispijnlaan bege
leidde. Bij het verlaten van dit pand kwam de
man tot de ontdekking, dat hij uit zijn porte
feuille f 1200 miste.
De man stelde de politie van het gebeurde in
kennis, waarop in bewaring zijn gesteld de 38-
jarige koopman J. D. en diens 30-jarige echt-
genoote C. P. C. Het tweetal bleef ontkennen
iets met het verdwenen geld te maken te heb
ben gehad. Ook een huiszoeking heeft nog geen
resultaat opgeleverd.
Het echtpaar, dat in het bureau aan de Witte
de Withstraat is opgesloten, blijft voorloopig in
bewaring.
De eerepenning, bedoeld in het Koninklijk
Besluit van 4 December 1918, zooals dat is ge
wijzigd bij K. B. van 28 October 1919, is toe
gekend aan P. Boendermaker Czn. te Bergen
(N.-H.), als blijk van waardeering voor zijn
belangstelling in openbare kunstverzamelingen.
Benoemd tot officier in de Orde van Oranje-
Nassau: jhr. mr. T. J. van Iddekinge, voor
zitter van de hoofddirectie van het Instituut
voor doofstommen te Groningen, wonende te
Haren.
Aan dr. J. E. Quintus Bosz, oud-consul van
Denemarken in Nederlandsch-Indië te Utrecht,
is verlof verleend tot het aannemen van het
ridderkruis der Danebrogorde van Denemarken.
Met ingang van 16 Maart 1937 is benoemd
tot referendaris bij het departement van Sociale
Zaken jhr. mr. C. J. A. de Ranitz, thans hoofd
commies bij het departement van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen.
Met ingang van 1 Maart 1937 is benoemd tot
inspecteur van de volksgezondheid bij den
dienst, welke is belast met de zaken, rakende
de drankbestrijding, de heer J. Maarleveld, aan
wien gelijktijdig eervol ontslag is verleend als
adjunct-inspecteur van de Volksgezondheid.
Hem is als ambtsgebied aangewezen het geheele
land.
Bij beschikking van den minister van Sociale
Zaken is den heer Maarleveld de gemeente
's-Gravenhage als standplaats aangewezen.
Bij het departement van Koloniën zijn be
vorderd: a. tot referendaris, de hoofdcommies
J. E. van den Berg; b. tot commies, de adjunct
commies L. G. Weggemans.
Bij K. B. is met ingang van 15 Maart 1937
benoemd tot burgemeester der gemeente Gra-
them: mr. H. M. A. J. Spuisers.
Deze is 15 Augustus 1907 te Sittard geboren,
waar hij ook thans nog woont. Mr. Spuisers is
volontair ter gemeentesecretarie van Beek.
Bij K. B. is met ingang van 15 Maart 1937
benoemd tot burgemeester der gemeente Maas-
niel: J. P. H. Joosten, met toekenning van ge
lijktijdig eervol ontslag als burgemeester der
gemeente Wessem.
Met ingang van 10 Maart 1937 is benoemd
tot secretaris van den Voogdijraad te Middel
burg mr. P. van Empel, thans tijd.
Aan mr. Z. Th. N. de Jongh van Arkel is op
zijn verzoek met ingang van 1 Maart 1937 eer
vol ontslag verleend als griffier van het Ge
rechtshof te Arnhem en is als zoodanig benoemd
mr. D. F. W. Scheidius, thans substituut-grif
fier bij gemeld Gerechtshof.
Benoemd tot plaatsvervangend lid van de
Algemeene Rekenkamer, de heer dr. O. Bakker,
accountant bij het Centraal Bureau voor de
statistiek te 's-Gravenhage.
De ontvanger der directe belastingen, enz.
A. P. W. Ligtenberg is verplaatst van de in
spectie der belastingen te Amsterdam naar de
inspectie der invoerrechten en accijnzen te
Kerkrade en de ontvanger der directe belastin
gen enz., A. C. den Duik van de inspectie der
invoerrechten en accijnzen te Kerkrade naar
de inspectie dier middelen te Leeuwarden.
Benoemd in vasten dienst tot schoolopziener
van het Lager Onderwijs in de inspectie Rot
terdam, J. P. Kruize, leeraar aan de Christe
lijke Kweekschool voor onderwijzers en onder
wijzeressen te Gorinchem.
Bij K. B. is aan den hoofdofficier van den
marinestoomvaartdienst der le klasse A. C.
van der- Haagen, op zijn verzoek, met ingang
van 1 Mei 1937 eervol ontslag uit den zeedienst
verleend wegefts langdurigen dienst, onder
dankbetuiging voor de langdurige en zeer
goede diensten, door hem aan den lande be
wezen.
JOLIGE. JOMGE.
WAT WE0.0EN WE
wier E£n furt
plaatsje, zeg
IPi ME.XI (AAVT5CME. ARENA
WERD E.E.N GEVECui GEORGAN ISGERD
TU55CMEM LEE.UW En EEPl 5TIER
DAAR DE DIEREN PIET WILDEN VECH
TEN, 0K.AM DDE WEI RiQuEia DE ARE-
fSA Af EM EEN S>CW\ETPARTL) ONT-
STOND
In de te 's-Gravenhage gehouden algemeene
vergadering van de Centrale Commissie voor de
Filmkeuring heeft de voorzitter, de heer D. van
Staveren, in aansluiting aan hetgeen de Mi
nister van Binnenlandsche Zaken in de Memo
rie van Antwoord betreffende de begrooting van
diens departement voor 1937 aan de Tweede
Kamer had medegedeeld ten opzichte van de
toelating van de film „Golgotha", o.m. nog ge
zegd: „Dat wij, n.l. de commissie, naar de mee
ning der Regeering juist hebben gehandeld, als
wij tot heden ons angstig onthouden hebben van
censuur in den algemeen geldenden zin van het
woord. Of wij het met iets eens zijn of niet, of
het vertoonde in een film met onze opvattin
gen strookt of niet, dat mag geen factor zijn
bij de beantwoording der vraag, of een film toe
laatbaar te achten is in den zin der wet.
Als iets indruischt tegen onze eigen gods
dienstige, politieke, philosophische denkbeelden
en overtuigingen, doch in overeenstemming of
slechts niet in strijd is met de overtuiging van
vele anderen, dan hebben wij niet het recht
dien laatsten te beletten door middel van de
film op hun wijze voor hun denkbeelden of op
vattingen te getuigen of uit te komen. Mits
het vertoonde, objectief beoordeeld, slechts niet
in strijd is met de goede zeden of openbare
orde".
„In de overgroote meerderheid der gevallen
beseffen onze leden, het hoor en wederhoor te
hebben toegepast, dat er voor de opinie der an
dere leden ook wat te zeggen valt en dat ze
dan het recht missen, om de eigen meening, hoe
eerbiedig op zichzelf ook, als de eenig juiste
beslissing der overheid door te drijven a tort et
A travers. Dan moeten ze wel eens indien het
geen onoverkomelijke gewetensobstakels betreft
wat meegaande zijn. Dan is er veel verdraag
zaamheid, oprechte lust-tot-samenwerking,
diepe eerbied voor anderer overtuiging noodig
Anders komen we er niet."
Nadat eenige huishoudelijke aangelegenheden
waren afgedaan, heeft dr, F. H. G. van Loon
(Den Haag) een voordracht gehouden over de
psychologische zijde van de film en de filmkeu
ring.
Het bureau voor de inschrijving van motor
rijtuigen en aanhangwagens van den Rijkswa
terstaat heeft wijziging aangebracht in den
tekst van de bijzondere bepalingen, welke vast
gesteld waren ten aanzien van de remconstruc-
ties van drie- en meerassige motorrijtuigen.
Deze wijziging betreft in hoofdzaak het geval,
waarbij van auto's, welke voorzien zijn van twee
compenseerend ten opzichte van elkander op
gehangen vaste achterassen, door een der be-
dieningshefboomen van de remmen slechts van
een dier assen de wielen kunnen worden afge
remd.
In dat geval, aldus deelt de A. N. W. B. mede.
zal bij de inschrijving een maximum wielbelas-
ting van 1200 K.G. worden vastgesteld.
De heer P. L. de Gaay Fortman zal met in
gang van 1 Mei a.s. zijn ontslag nemen als bur
gemeester van Dordrecht.
De gemeenteraad van Loosdrecht heeft Dins
dag een crediet van 20.000 gulden toegestaan
voor de restauratie van den Sypetoren te
Nieuw-Loosdrecht, een der oudste kerktorens
van ons land. De architect Q? Oosschot uit
Huizen zal het werk in contact met de Rijks
monumentencommissie uitvoeren.
Het Jamboree-comité deelt omtrent de
uitzending van een contingent Indische
padvinders naar de jamboree mede, dat het
plan in het kort de uitzending van circa
70 jongens omvat in twee troepen, van In-
heemschen, Chineeschen en gemengd Euro-
peeschen landaard. Bovendien zullen de toe
vallig hier vertoevende jongens van ouders
die met Europeesch verlof zijn worden ver
zameld in een derden troep, zoodat het ge
heele contingent zal bestaan uit drie troe
pen, tezamen tellende circa 100 jongens en
leiders. De samenstelling van het contingent
is geschied naar verhouding van de rassen
en godsdiensten die in de Nederlandsch In
dische Padvinders zijn vertegenwoordigd.
De uitzending van 70 man is natuurlijk een
kostbare onderneming, maar het bestuur van
de Nederlandsch Indische Padvinders heeft ge
meend zich de financieele offers die dit vragen
zal te moeten getroosten, overtuigd als het is,
dat het een zaak is van zoo groot belang, dat
het" de moeite en de kosten ten volle waard is.
Het is een zaak, die zoowel van groote be-
teekenis is voor het versterken van de idee der
rijkseenheid en de bevordering der juiste en
hechte verhoudingen tusschen de deelen van
het rijk der Nederlanden in en buiten Europa,
als van internationaal prestige. Immers, het
Engelsche contingent zal behalve jongens uic
Groot Brittannië, ook jongens bevatten uit alle
Britsche koloniën, van Noord tot Zuid en van
Oost tot West. De gekleurde rassen zullen hier
bij dus flink vertegenwoordigd zijn. Hetzelfde
zal het geval zijn met de Fransche koloniën.
Daarnaast worden ook contingenten verwacht
van practisch alle Oostersche en gekleurde on
afhankelijke volken en men zal zonder twijfel
vragen: En waar is nu jullie Indië, waar men
zooveel over hoort?
Onze koloniën mogen dus niet afwezig zijn.
Teneinde de uitzending van het contingent
mogelijk te maken, heeft Indië zich reeds met
kracht aan het werk gezet om fondsen te ver
zamelen, want het is begrijpelijk, dat deze on
derneming niet uit de gewone, bescheiden mid
delen van de Nederlandsch Indische Padvinders
kan worden gefinancierd.
De totale kosten van deze uitzending worden
op circa ƒ22.000 geraamd, waarvan Indië, zoo
als de zaken er thans voorstaan, waarschijnlijk
15.000 zal weten te fourneeren. Voor de ont
brekende som van ƒ7.000 doet Indië een beroep
op Nederland.
Teneinde de ontvangst van de jongens hier
te regelen, hun een prettigen tijd te bezorgen
en de onderneming financieel mogelijk te maken
voor wat Nederland betreft, heeft zich een co
mité gevormd op verzoek van den voorz't'er
van de Nederlandsch Indische Padvinders, dr.
W. F. Theunisse, die hier te lande met verlof
vertoefde.
Het comité doet een beroep op allen, die deze
zaak willen helpen slagen, hun steun te willen
geven, hetzij in den vorm van een geldelijke
bijdrage, of door het voor hun rekening nemen
van enkele excursies, aanvullen van uitrusting,
enz. De stoomvaartmaatschappijen Nederland en
Rotterdamsche Lloyd gaven reeds een belang
rijke bijdrage in den vorm van een minimaal
tarief voor heen- en terugreis en het comité
vertrouwd;, dat anderen niet zullen achter
blijven.
Geldelijke bijdragen kunnen worden gestort
op het gironummer van de stichting Wereld
jamboree 1937, Bloemendaal-Vogelenzang, met
uitdrukkelijke vermelding „bestemd voor het
Indisch contingent". Het nummer is 271885, D?r>
Haag.
In artikel 38 van het motor- en rijwielregle
ment, zooals dit met ingang van 1 November
j.l. in werking is getreden, werd bepaald dat
de met de inschrijving van automobielen of
aanhangwagens voor vee vervoer belaste amb
tenaar bepalingen kon vaststellen, waaraan de
inrichting en de afmetingen dier voertuigen
moesten voldoen.
Het hoofd van het bureau van den Rijkswa
terstaat voor de inschrijving van motorrijtuigen
en aanhangwagens heeft thans deze eischen
vastgesteld en openbaar gemaakt.
Geëischt wordt onder meer dat de motor
rijtuigen, gebezigd voor veevervoer, van wielen
met luchtbanden voorzien moeten zijn. De vloe
ren moeten dicht zijn, terwijl tevens voor groot
vee bepaald is, dat de opstaande schotten tot
op een hoogte van tenminste 1.40 M. boven het
laadvlak gesloten moeten zijn. Verder zijn nor
men vastgesteld voor ventilatie in de rijtuigen
en is bepaald dat zij inwendig geen uitstekende
deelen of scherpe kanten mogen hebben. Een
overdekking moet aanwezig zijn.
Verwacht mag worden, aldus schrijft de A. N.
W. B. dat de nieuwe keuringseisehen een einde
zullen maken aan de soms inderdaad bedroe
vende omstandigheden, waaronder het veever
voer per vrachtauto plaats vindt.
Ir. J. E. F. de Kok en de heer Schmidt Crans
zijn op hun vliegtocht van Indië in Karachi
aangekomen. Het laatste deel van de tot nu
toe afgelegde route is begunstigd door mooi
weer.
8
Hij zag haar stom, ademloos staan; hij zag
hoe haar kinderoogen zich vergrootten en een
lichte blos naar haar wangen steeg.
Neen, zij was geen kind meer, zij begreep, wat
fle onbekende meester haar zeggen wilde. Zij
Verstond zijn taal; zij bewonderde zijn edele
groote kunst. Maar haar bewondering was een
specifiek subjectieve ondervinding. Overbeck zag
het duidelijk, hij wist het, als kon hij lezen in
haar ziel. Zij droomde zich als de jonge vrouw,
die door den man in zijn sterke armen genomen
Tvordt. Maar de man.... ook,dat raadde Over
keekwas voor haar nog geen gekozen per
soon met naam en titelslechts een type van
hran, een onbekend, geïdealiseerde persoonlijk
heid, die zij meer liefhad in den geest, dan wel
lichamelijk.
Zoo rein was nog de ondervinding van het
kind; en zoo zeker van zichzelf, zoo gevoelvol,
zoo onfeilbaar gingen de gedachten van den
Zoekenden man, die van de jonge ziel na.
Zij haalde diep adem. Hij kwam naast haar
staan. „Hoe vind je dat, Kate?"
Zii knikte stom. haar gezicht overgoten door
een warmen blos. Altijd had zij haar meening
kunnen uitspreken tegenover hem, en hij had
zich verheugd in de zelfstandigheid van haar
oordeelnu wist zij geen woord te vinden.
Stil gingen beiden verder.
Hij zuchttedrong zijn aanstormende ge
dachten terug en sloot ze diep in zijn hart.
Angstvalliger dan ooit sloeg hij, tegenover
Kate een vaderlijken toon aan, daar hij vreesde
dat zij zijn gedachten raden zou.
Dikwijls zat hij zwijgend in mevrouw Hein-
zius' sofa-erker of praatte over onverschillige
dingen, altijd bang, zijn eigen gedachten te ont
sluieren.
Zoo vervreemdden zij van elkaar. Verbaasd
en getroffen kon Kate hem dikwijls aanzien en
dan herkende zij hem niet meer. En na een kort
poosje wist ook zij niet meer den vertrouwden
toon aan te slaan.
Oom Willy houdt niet meer van mij, dacht
ze triestig, en haar hart kromp ineen. Zij kon
zich niet meer zooals vroeger verheugen op zijn
komst, als hij haar bloemen bracht of een kleine
snuisterij. Met leege handen kwam hij nooit
maar 't was lang geleden, dat zij hem bij zijn
binnentreden om den hals vloog en lachte en
weende. Nu gaf zij slechts een koel handje, een
paar verlegen woorden van dank, en dikwijls,
als hij meende een gezellig praatavondje te
krijgen, stond zij na 'n half uur op: „U veront
schuldigt mij wel, oom Willy, ik heb nog heel
wat te werken."
Dan ging zij naar haar kamer en huilde harts
tochtelijk om den verloren ouden tijd.
Zii voelde het bii instinct; hij is zichzelf niet
meer. Niet meer oom Willy, van wien ik zoo
houd.
Mevrouw Heinzius merkte het 't eerste op, hoe
't met oom Willy gesteld was. Als zij slechts
haar mond had gehouden, zou alles wel goed ge
worden zijn. Maar haar was 't woord van den
dichter „Roer daar niet aan" tevergeefs toege
roepen.
„Als oom Willy je weer rozen meebrengt,
Kate, moet je ze direct in het water zetten.
In die mooie majolievaas, die hij je gegeven
heeften dan bedank je hem heel vriende
lijk, zooals 't behoort," zei mevrouw Heinzius bij
de eerste de beste gelegenheid.
Zij was zeer boos op Kate, die daags tevoren
een bouquet heerlijke La France-rozen achteloos
op de tafel had laten liggen en in haar kamer
gegaan was, om te werken.
Paul was toevallig niet thuis en zoo had me
vrouw Heinzius haar zwijgzamen bezoeker een
half uur lang moeten bezig houden.
„Waarom is Kate zoo ontstemd?" had oom
Willy plotseling gevraagd.
„Ik weet 't niet, ze heeft meer zulke buien.
Ze is soms moeilijk te begrijpen."
„Buierig is ze nooit geweestmisschien
werkt ze te veel, zij ziet er bleek en moe uit."
„Andere meisjes moeten veel meer doen dan
zij;Kate's vriendin, Martha Uobracht, stoft en
veegt, poetst lampen en doet 't huishouden voor
haar moeder, en toch is ze gezond en altijd op
gewekt en vroolijk."
„Misschien heeft Kate een heimelijk ver
driet?" vorschte hii met slecht bedwongen span
ning.
De moeder trok onverschillig haar schouders
op.
„Ik zou niet weten wat."
Hij speelde zenuwachtig met een schaar, die
op de tafel lag. „Nu, ik meendezij is nu
toch al negentiendan hebben jonge meisjes
altijd zooiets. Misschien is ze wel verliefd?"
Mevrouw Heinzius boog zich juist om een
naald op te rapen, zoodat zij niet de wijdopen-
gesperde, bijna angstige oogen van den heer
Overbeck zag, die haar alles zouden hebben ver
raden. Zijn hart sloeg als een stoomhamer.
Mevrouw Heinzius had de naald tusschen haar
lippen vast. „Hm, Hm," mompelde ze hoofd
schuddend, en na een oogenblik, dat hem 'n
eeuwigheid leek:
„Daaraan denkt ze heelemaal niet!"
Als verlicht zuchtte hp.
Dan was hij weer even zwijgzaam en mevrouw
Heinzius had groote moeite het gesprek gaande
te houden.
Dien nacht lag zij lang wakker en liet haar
gedachten den vrijen loop. Die kleine scène van
's middags en alles van vóór dien tijdblik
ken en woorden, waarop ze vroeger geen acht
geslagen had, kregen opeens een geheel ander
aspect en grootere waarde, 't Was alsof zij op
eens ziende geworden was. Zij sloeg haar hand
op haar voorhoofd.... Dat haar ddt niet eerder
was opgevallen! 't Lag toch eigenlijk 't meest
voor de hand!.... en zij ging er mee accoord,
natuurlijk.
Waarom ook niet? Overbeck was ontegenzeg
lijk 'n schitterende partij voor Kate. Wat
i kwam 't er op aan of ie nu ook al 15 jaar ouder
was en haar had opgevoed als zijn pleegdoch
ter?
Voor Kate was het 't beste; hoe dikwijls wa
ren juist de oudere mannen beter voor hun
jonge vrouwen dan anderen, 't Zou iets an
ders zijn dan anders, basta! Zij nam zich voor
er met Kate eens ernstig over te spreken.
't Was Zondag. Paul, die van 'n slemppartij
pas in den morgen was teruggekomen, sliep nog.
Moeder en dochter waren alleen aan de ontbijt
tafel.
„Je hebt toch gekke manieren over je," viel
mevrouw Heinzius uit.
„Zooiets liefdeloos heb ik nog bij geen enkel
meisje meegemaakt. Als je zoo doorgaat, zul je
op den duur heel netjes blijven zitten."
Kate doopte haar brood in haar koffie
boter kreeg alleen Paul bij 't ontbijt.... Zij
had zich al sinds lang in de wanverhouding
tot haar moeder geschikt en nam steeds her
haalde standjes van haar aan als iets onver
mijdelijks.
„Ik doe toch binnenkort mijn examen," ant
woordde ze rustig. „Wachten en naar 'n man
hengelen vind ik zoo idioot. En lief doen, alleen
opdat men mij gaat waardeeren en zoodoende
mij trouwen wil? Dank u wel! Ik zal nooit trou
wen!"
„Dat kan men niet weten," weerspm k me
vrouw Heinzius haar, die alle logica en conse
quentie als onnoodigen ballait over boord wierp
„Als er een paosentle partij voor je te vinden
was, zou 't heel dom zijn, daarvan niet te «ro-
fiteeren."
„Er is er toch geenwaarom praat u dan
zoo, mama?"
„Zoo, dat méén jij. Nu, maar ik weet, wat ik
weet en kan je slechts aanraden wat beminne
lijker te zijn."
„Tegen wien?"
Mevrouw Heinzius had 'n voorgevoel, dat zij
niet al te openhartig zijn mocht. Zij drukte zich
daarom heel diplomatiek uit. „Nu, in t alge
meen!"
,3ij voorbeeld.... tegen den broer van Mar
tha, dien snotaap van 18 jaar, die zoethout voor
me koopt, als ie me 's avonds naar huis brengt?"
Mevrouw Heinzius, die haar breiwerk ook bij
de maaltijden niet uit haar handen lei, telde
al hoofdschuddend de steken: .2122....
23.... aan hem dacht ik niet. Een student....
dat is toch geen partij!"
Maar wie dan wel?"
Nu hield mevrouw Heinzius het niet langer
meer uit. Zij tikte venijnig met haar breinaald
op de tafel en vroeg geërgerd: „Nou.... was je
gisteren soms beminnelijk tegen meneer Over
beck?"
„Tegen oom Willy?" Kate schaterde het uit.
„Maar mamadat is toch heelemaal geen
partij!"
„Waarom niet?" wierp haar moeder scherp
tegen.
„Is hij niet een fijne heer met een uitmun
tende betrekking, rijk en wel in staat om een
vrouw gelukkig te maken?"
(Wordt vervolgd).