Justitiebeleid besproken ZIJN HARTEKIND C Rede van Baron van Wijnbergen RECHTERS-N.S.B.-ERS Öpg^eMiünd staat netjes DONDERDAG 4 MAART 1937 Hulde aan minister voor gezagshandhaving Keuring van export- boter Christelijke politiek EERSTE KAMER Mr. Mendels wenscht een nader onderzoek inzake de schiet partij te Broek op Langendijk Het gebeurde te Langendijk Het tarwe-schandaal DEELNAME VAN GEMEENTEN IN BORGSTELLINGSFONDSEN JAN TOOROP HERDACHT Overdracht van zijn monument in het Haagsche Gemeente museum MR. J. IN T VELD Nieuwe burgemeester van Zaandam Retourvlucht van ir. de Kok V/ Commissie van voorbereiding ingesteld Een beschouwing voor de studen ten der Vrije Universiteit CRISISAMBTENAREN AANGEVALLEN Rumoer om ongeschetste kalveren DE BRANDSTICHTING TE BATHMEN Ook de derde verdachte heeft bekend INLANDER DOODGESCHOTEN Nachtelijk drama te Soerabaja 36 jaar militaire dienst UIT DE STAATSCOURANT Bevorderd UIT HET DUITSCH Den Haag, 3 Maart 1937 Vandaag was de Justitie-begrooting voor 1937 in de Eerste Kamer aan de beurt met een nog rijker gevarieerd program dan de gisteren afgehandelde begrooting van Finan ciën. t Begon met een complimentje. De heer KOI,FF (C.H.) bracht den Minister van Justitie hulde voor diens beleid en wel in 't bijzonder voor de wijze, waarop Z. Exc. het gezag ge handhaafd wenscht te zien. Noodig is dit vooral met het oog op de N.S.B., die zich niet ontziet, ®en georganiseerd terrorisme uit te oefenen. In orakeltaal hadden de N.S.B.-ers in het Voorloopig Verslag gesproken over onze recht spraak, die te formalistisch zou zijn: „Deze leden achtten een nieuwe'organische wetgeving en rechtspraak noodig, steunend op het gezond gevoel van het volk, waarin de eeuwige onver anderlijke goddelijke wet in verband met Neder- landsche toestanden is belichaamd". „Weet u, waar dit gezond volksgevoel („Ge- sundes Volksempfinden" noemde de spreker het m de oorspronkelijke taal) toe leidt?" vroeg de heer Kolff. Tot b.v. een toestand, dat verocrdeeling plaats heeft op grond van een wet, welke nè. het mis drijf tot stand kwam! En door vertegenwoordigende colleges af te schaffen zorgt men er in den N.S.-staat voor, dat het „Gesundes Volksempfinden" tot gelding komt! Ook de heer MENDELS (S.D.) wist van het hationaal-socialisme niet veel goeds te vertel len. In Duitschland zit de vroegere communis tenleider Thalmann nu al (zonder ooit voor een rechter verschenen te zijn) vier jaar gevangen. Hier kon de heer VAN VESSEM (N.S.B.) niet nalaten te interrumpeeren: „Is 't hier de Duit- sche Rijksdag?" Waarop de heer VAN RAPPARD (V'.B.) snedig Vrceg: „Waar maak je je zoo druk over?" Laatste interrumpant vond het hoogst onbe hoorlijk, dat leden van de rechterlijke macht lid. waren van de N.S.B. Evenals voor ieder amb tenaar is de N.S.B. ook voor hen verboden, maar zij maken misbruik van hun uitzonderlijke po sitie. Er moet een eind komen aan dezen wan toestand. In ieder geval mochten dergelijke heeren geen enkele promotie meer krijgen. Wat dezen spreker betreft mogen zij on der Mussert direct lid van den Hoogen Raad worden, 't Zou niet bevorderlijk zijn voor de rechtspraak, maar dat ware niet zoo erg; onder Mussert toch zou de rechtsstaat niet meer bestaan. De heer HERMANS (S.D.) deed een boekje open over misdragingen van N.S.B.-ers. die b.v. met gummislangen en andere cultuurwerktuigen °P vergaderingen van hun niet volledige instem ming blijk geven witkalk, koolteer, enz. han- teeren en dat alles onder hooge goedkeuring van de hooge leiding. De heer MENDELS (S.D.) bleek een uitvoe rde studie gemaakt te hebben van het betreu renswaardig geval te Broek op Langendijk, Waar kortelings een jongeman bij een nachtelijk kermisrumoer door een brigadier der Ryksveld- wacht is doodgeschoten. Drie andere daarbij betrokken personen werden te dezer zake door de rechtbank te Alkmaar veroordeeld wegens openlijk geweld met vereende krachten en wel °t gevangenisstraf van een jaar. Tegenover de in de M. v. A. tot uiting ge komen meening van den Minister, dat het een zeer ernstig geval van verzet en geweldpleging betrof, waarbij de brigadier ten einde raad, om het gevaar te keeren, geschoten zou hebben, stelde de heer Mendels zijn, volgens hem op minitieuze onderzoekingen berustende opvatting, dat het hier slechts een lakenswaardig kermis- rumoertje gold. Enkele kwajongens, die wat veel café's bezocht hadden, hebben bij den briga dier, die vreemd was aan de mentaliteit der bevolking, 's nachts aan de bel getrokken; de brigadier is met een klewang gewapend naar buiten gevlogen en zou, zonder eenige noodzaak de schoten gelost hebben, waarvan er één den sonen jongeling doodde. De straf, den drie anderen door de Alkmaar- sche rechtbank opgelegd, n.l. een jaar gevan genisstraf, noemde de heer Mendels ook wel erS zwaar. Verwonderlijk was het, dat daags ha de uitspraak, de drie jongemannen zóó maar, buiten htm raadsman om, afstand deden van hooger beroep. Is dit eigener beweging geschied? Of is er strafvermindering in uitzicht gesteld? De Mi nister houdt het, natuurlijk afgaande op amb- tehjke inlichtingen bij eigener beweging, maar, Vraagt de spreker, hoe weet de Minister dat? De heer Mendels legt schriftelijke verklarin gen van de vaders der drie veroordeelden over. De eerste verklaart, dat volgens zijn zoon op nen dag der uitspraak de griffier dezen bezocht had en dezen had aangeraden, van hooger be- roep af te zien, omdat dan de straf direct kon ingaan en wellicht vermindering van straf ver kregen kon worden in verband met het Prin selijk huwelijk. En dat, terwijl de griffier toch niets met de strafzaak te maken heeft. De vader van den tweeden veroordeelde had in het gerechtsgebouw aan een uitlating van den majoor der Rijksveldwacht bemerkt, dat men in spanning verkeerde over het al dan niet in hooger beroep gaan en de derde veroordeelde had verklaringen afgelegd in denzelfden geest als de eerste. Indien dit alles waar zou zijn, noemde de heer Mendels het verbijsterend en hij vroeg een nader onderzoek. De heer JANSSEN (RU.) veronderstelde, dat de Minister zeer zeker op dit verzoek zou ingaan. Voorloopig kon hij zich echter niet voorstellen, dat de griffier zich zóó gedragen had, als de heer Mendels had medegedeeld: hij meende, dat de jon gens, 's middags tot inkeer g eikomen, zelf gevraagd hebben een verklaring te mogen afleggen en dat een bewaker den griffier daarna op de hoogte heeft gesteld. De grif fier heeft daarna waarschijnlijk de ver klaringen genoteerd. Heeft de griffier echter zoo gehandeld als de heer Mendels mededeelde, dan was dit natuurlijk volkomen verkeerd geweest. De heer KOLFF (C. H.) heeft nog geklaagd over het teveel aan volontairs bij de rechter lijke macht. Vele jonge juristen verrichten nu al jarenlang hun werkzaamheden geheel zonder betaling; aanvulling der rechterlijke macht zal noodig zijn; promotiekansen dienen verbeterd. Ook het z.g. „Tarweschandaal" had des heeren Kalff's belangstelling: hier was een jonge man van onbesproken gedrag volko men onschuldig gearresteerd en met naam en toenaam in de pers gesignaleerd. Volgens den heer VAN RAPPARD (V. B.) moest de minister in deze aangelegenheid wel verkeerd ingelicht zijn. De heer Van Rappard vroeg, daarin bij ge vallen door den heer VAN SASSE VAN YSSELT voorts de aandacht van den Minister voor het instituut van bewaring van beroeps- en gewoon te-misdadigers en daartoe te bestemmen ge stichten. Hij waarschuwde verder tegen te groo- te politie-centralisatie. De gemeentelijke zelf standigheid op het stuk van de politie moest behouden blijven. De maréchaussee verlieze haar militair karakter niet en worde niet inge krompen. Spoed diende betracht met de wettelijke regeling van aansprakelijkheid voor automo biel-schade. Alcohol-misbruikende chauf feurs behoorden nog strenger gestraft te worden. De heer VAN SASSE VAN YSSELT (RU.) vroeg een herclassificatie van de kantongerech ten en vond deze in vele gevallen te groot. Sommige rechters-conimissarissen zijft niet berekend voor hun taak; dat zit 'm in de wijze, waarop benoemingen op voordracht plaats heb ben: de Minister moest hier benoemen. De heer KNOTTENBELT (V. B.) kwam op voor de componisten (het Buma), met wier be langen de Omroepvereenigingen niet genoeg re kening houden. Deze handelen in strijd met de wet en de Berner Conventie. Zou hier geen straf maatregel toegepast kunnen worden? In ieder geval moet er een goede beslissing komen. In denzelfden geest had ook reeds de heer MENDELS (S. D.) gesproken, die tevens pleit te voor een meer gewaarborgde hanteering van het instituut der preventieve hechtenis. De heer WERKER (V. D.) toonde zich voor stander van het z.g. droit de réponse en drong aan op aanvulling van de administratieve rechtspraak. De heer JANSSEN (RU.) stemde geheel in met 's Ministers ideeën omtrent gezags handhaving, en sprak de verwachting uit, dat doortastend zou worden opgetreden te gen de hier politieke propagandavoerende vreemdelingen o.a. georganiseerd in de Reichsdeutsche Gesellschaft für die Nieder- lande. Voorts was deze spreker van oordeel, dat met de preventieve hechtenis over 't algemeen niet te lichtvaardig wordt omgesprongen. Ook hij verklaarde zich tenslotte voor een aanvullende administratieve rechtspraak. Nadat de heer MOLTMAUER (S. D.) nog ge pleit had voor een ietwat gemakkelijke natu ralisatie, werd de vergadering gesloten. Bij Kon. Besluit is een beschikking gegeven op het beroep van de gemeentelijke instelling voor maatschappelijken steun te Eindhoven te gen het besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, waarbij machtiging is gewei gerd tot deelneming in het kapitaal van het op te richten Eindhovensche Borgstellings fonds met f 10.000. Het onderhavige Kon. Besluit overweegt, dat het storten door de gemeentelijke instelling van een waarde van f 10.000 a fonds perdu in de kas van het plaatselijk borgstellingsfonds slechts dan toelaatbaar zou zijn, indien deze transactie zou kunnen worden beschouwd als een vorm van steunverleening aan armen op de wijze als in de Armenwet is voorgeschreven. Dit is echter niet het geval. Op grond dat dus de voorgenomen storting zich met de Armenwet niet verdraagt, is het beroep van den gemeentelijken dienst voor maatschappelijken steun ongegrond verklaard. In het Haagsche Gemeentemuseum is onder veel belangstelling van bewonderaars van wijlen Jan Toorop aan het gemeente bestuur overgedragen het monument voor deze groote nationale figuur op het gebied van de kunst, dat tot stand is gekomen door de zorgen van het Comité tot oprich ting van een monument voor Jan Toorop. De voorzitter van dit Comité, de heer Willy Sluiter, ging de geschiedenis der tot stand ko ming van dit monument na. Door een samenloop van omstandigheden ging ongeveer drie kwart van de middelen van het Comité verloren. De heele onderneming dreigde in duigen te vallen, doch dank zij de hulp en de welwillendheid van den toenmaligen burge meester, Jhr. mr. dr. Bosch Riddêr van Rosen thal werd het Comité van gemeentewege met een aanzienlijk bedrag tegemoet gekomen. Spr. herinnerde voorts aan het traineeren der zaak door het bepalen van de plaats, waar het monument zou komen te staan. Ten slotte werd de gelukkige oplossing gevonden. De heer Sluiter bracht dank aan allen, die hiertoe hebben me degewerkt. Hierop nam de burgemeester, mr. De Monchy, het woord, om allereerst even stil te staan bij de geschiedenis van de gemeentelijke bemoeiing met het monument van Jan Toorop. Gewichtiger zeker is, aldus de burgemeester, dat nu hier in Den Haag, waar hij gewoond en gewerkt heeft, zijn beeltenis is opgesteld od een stille plek in ons mooie Zorgvliet, waar het zal blijven her inneren aan de persoonlijkheid van dezen groo- ten kunstenaar. Een veel omstreden figuur was Toorop, maar hij is toch zoo gelukkig geweest, dat hij nog tijdens zijn leven algemeen erkend is geweest als een van de allergrootsten van zijn tijd. Wat ook den leek treft, is zijn geweldige veelzijdigheid, die hem telkens en telkens weer met nieuwe onderwerpen en nieuwe techniek als het ware herboren te voor schijn deed komen. Spr. noemde het een vreugde, namens de ge meente 's-Gravenhage dit beeld in beheer te mogen aanvaarden, met dank aan het Comité dat tot het maken ervan het initiatief nam en met sprekers gelukwensch aan den beeldhou wer, die de voldoening mag smaken zijn werk thans op de definitieve plaats te zien opgesteld. Aan het Comité en aan de familie van wijlen Jan-Toorop gaf hij tenslotte de plechtige ver zekering, dat het gemeentebestuur van 's-Gra venhage het zich tot een plicht zal rekenen door een zorgvuldig onderhoud van dit monu ment en zijn omgeving de nagedachtenis van dezen grooten Hagenaar te eeren tot in lengte van dagen. Dezer dagen is de benoeming te verwachten van Mr. J. In 't Veld tot burgemeester van Zaandam, als opvolger van den heer K. ter Laan, aldus bericht de Standaard. Mr. In 't Veld is lid van de SDAP en heeft ook in het partijbestuur zitting. Hij werd 5 Juli 1895 te Dubbeldam geboren. 1 Maart 1914 kwam hy in dienst van de gemeente Rotterdam by Plaatselijke Werken en sedert 15 September 1926 vervult hy daar de functie van administrateur. Op 11 Juli 1929 promoveerde de heer In t Veld tot doctor in de Rechtswetenschap aan de Rijksuniversiteit te Leiden op een proef schrift, getiteld „Nieuwe vormen van decen tralisatie". Ir. de Kok, directeur-generaal van de ko ninklijke, is op de retourvlucht uit Indië te Basra aangekomen. 15 DIE EVEM FUrt?- HOU HOEF MOfloen de. zaai NIET TE \sc.H«oe>e>E.rr T'JbEnS EEM VERGADERIHG VAM ME TAALARBEIDERS in DE V.5. WIERP MEM MET TRAAMGA5B0MMEIN in DE ZAAL Biykens mededeeling van het Nederland- sche Weekblad voor zuivelbereiding en -han del, heeft zich onder voorzitterschap van den directeur-generaal van den Landbouw een werkcommissie gevormd voor het voor bereiden van een kwaliteitskeuring voor uit te voeren boter. Het invoeren van deze keuring is van groot belang en reeds eenige malen is hierop aan gedrongen. Eenigen tyd geleden heeft het be stuur van den bond van coöperatieve zuivelver- koopvereenigingen een onderzoek laten instellen naar de huidige positie van de Nederlandsche boter op de Engelsche markt. Een van de zaken, die daarby besproken zyn, was de kwaliteit der geëxporteerde boter. Het groote prysverschil op de Engelsche markt tusschen boter van Ne derlandsche herkomst en boter uit de meeste andere landen ingevoerd welk prysverschil nadeelig was voor Nederland is voor de commissie van beheer van het Th. van Wei deren Rengersfonds aanleiding geweest gel den beschikbaar te stellen voor een onderzoek naar de vraag, in hoeverre bedoeld prijsver schil moet worden toegeschreven aan de kwali teit van de boter. Dit laatste onderzoek betrof meer speciaal de Friesche boter, maar de uit slag van het onderzoek is voor heel den Neder- landschen boterexport van belang. Het resultaat van beide onderzoekingen was, dat het ontbreken van een kwaliteitsstempel op de Nederlandsche boter tezamen met an dere factoren de oorzaak was, dat onze boter op de Engelsche markt een minder gunstige positie inneemt. Het rapport van de Friesche commissie kwam tot de conclusie, 'dat de kwa liteit van de Deensche boter geschikter is, maar dat dit verschil in kwaliteit niet het groote verschil in prijs kan verklaren. Het onderzoek van den bond van coöperatieve zuivelverkoop- vereenigingen wees uit, dat de Nederlandsche boter, wat reuk en smaak aangaat, niet achter staat by de Deensche, Friesche en Skandinavi- sche boter. De consistentie van een deel der Nederlandsche boter is minder goed. Als onze boter onmiddellijk in den handel wordt ge bracht, is de houdbaarheid goed; wordt zy ech ter in een koelhuis opgeslagen enkele maanden, dan zyn er partijen by, waarbij de reuk en de smaak minder aangenaam zyn; het rapport noemt hier de woorden: vettig en spekkig. Een grondig wetenschappelyk onderzoek naar de oorzaken van deze verschynselen is noodig om verbetering hiervan te kunnen bereiken. Er wordt ook door enkelen boter naar Engeland gezonden, waarvan de kwaliteit minder is dan gewenscht is voor export. Dit verschynsel nu werkt nadeelig op den geheelen Nederlandschen export. Om dit te voorkomen, wordt aange drongen op het instellen van een exportkeuring. Zeer belangrijk is ook, dat alleen versche boter voor export in aanmerking komt. Dit is echter niet voldoende, want vaak wordt de boter in Engeland opgeslagen in koelhuizen ge durende enkele maanden, terwyi dan later den consumenten uit niets blijkt, dat zij niet met versche, doch met koelhuisboter hebben te maken. Als grondslag voor de te houden export keuring wordt in het rapport, zooals dit voor komt in het orgaan van den Alg. Ned. Zuivel- bond, aangegeven, dat de keuring betrekking moet hebben op alle te exporteeren boter. Ver volgens zal de keuring zoodanig moeten zijn, dat ze den export van minder goede boter zoo veel mogeiyk belet; de te beoordeelen monsters moeten dus zooveel mogeiyk overeenkomen met de boter, die werkeiyk uitgevoerd wordt. De beoordeeling zal moeten plaats vinden op reuk en smaak, stevigheid, duurzaamheid, verpak king en gewicht. De boter zal van een merk moeten worden voorzien, waaruit de ouderdom kan worden afgeleid. Door dit merk kan tevens worden tegengegaan, dat met onze boter in het buitenland gespeculeerd wordt. Een volgend punt voor de keuring is, dat geen boter mag worden uitgevoerd, waarvan de temperatuur een vast te stellen maximum overschrijdt, ter wijl de mogelijkheid moet bestaan, dat aan fabrieken die voor export willen werken, be paalde technische eischen worden gesteld. Hoewel het uitvoeren van een exportkeuring van groot belang is voor den Nederlandschen export, moet men niet meenen, dat deze hier door alleen aanzienlijk verbeterd zal kunnen worden. Naast kwaliteit zijn nog een aantal andere factoren van invloed. Maar het is in ieder geval een flinke stap in de goede rich ting. In de commissie, die de invoering der keuring zal voorbereiden hebben zitting twee vertegen woordigers van de F. N. Z., twee van de V. V. Z. M., twee van de coöperatieve exportvereeni- gingen, een van de vereeniging van groothan delaren in boter en een van de centrale com missie voor de botercontrölestations, terwyi aan die commissie nog ambtshalve zijn toegevoegd de Rijkszuivelinspecteur en de directeur van het Rykszuivelstation te Leiden. Voor het studentencorps der Vrije Universi teit, die Woensdag een „politieken dag" hield, heeft mr. A. baron van Wijnbergen, oud-voor zitter van den Bond van RU. Kiesvereenigingen, in de middagvergadering een rede gehouden over „Onze plicht als Christusbelijders." De heer Van wy'nbergen begon met er op te wijzen dat onze tijd vele kenmerken van ver warring en voosheid kent, die echter geen van alle nieuw zijn. Slechts één trek is er in onzen tijd, die zich in vroeger eeuwen nog nooit heeft voorgedaan: dat is de Godloosheid. Spr. her innerde aan het deze maand te Moskou ge opende Godloozencongres. Hy vroeg zich af, welke is nu de taak, ook op Staatkundig ter rein, van degenen die in God gelooven tegen over die Godloosheids-beweging? Hij herinnerde aan al hetgeen de Christeiyke leer, door de Kerk aan de volken verkondigd, voor Europa en de wereld voor goeds heeft ge daan. Welke is tegenover die leer de taak van den Staat? In de eerste plaats mag hy de Kerk by de vervulling van haar taak niets in den weg liggen anderzijds moet hy ook positief toonen, dat hij de door de Kerk gebrachte leer als richtsnoer neemt. Tegen de aanwassende Godloozenbeweging die de Christelijke bescha vingsgoederen bedreigt, moeten alle Christusbe- ïyders, hoezeer ook versplinterd in hun leer, party kiezen, en daartoe samenwerken op Staatkundig terrein. De werkzaamheid der ver- eenigde Christenen op staatkundig gebied moet tweevoudig zyn: getuigen en daden stellen. Wat dit laatste betreft, wees spr. op de door mi nister Donner tot stand gebrachte wet tegen de Godslastering. Hy zeide nimmer zijn stem met zooveel voldoening en idealisme aan een ander wetsontwerp te hebben gegeven. Het kost moeite te gelooven, aldus baron van Wijnbergen, dat Europa nog voor den ondergang kan worden behoed. Maar toch bestaat God, en, al was het door een wonder: hy kan ons wereld deel nog redden. Al zyn wy een kleine natie: zoo tien rechtvaardigen voldoende geweest zou den zijn, om Sodoma en Gomorrha te redden, dan mogen wy nog hopen, door Christelijke po litiek, op nationaal gebied iets voor de geheele wereld te doen. Spr. wees er op, dat speciaal op het gebied van het gezag de grootste tweespalt en ver warring heerscht. Dit komt omdat de mensch- heid de bron van bet gezag niet meer kent en de absolute democratie daarvoor in plaats tracht te stellen. Spr. citeerde verzen van Da Costa, waarin hy de staatslieden vermaande ook aan de vry- heidsdrift der volken de Christelijke leer, Gods woord tot grens te stellen. Hij herinnerde er aan hoe in 1903 en in 1918 ook in niet-Chris- teiyke kringen de waarde van de op Christe- lüke beginselen steunende Regeering werd er kend. De Vredeseneycliek van Paus Benedictus XV leerde terstond na den wereldoorlog, dat alleen op de Christeiyke beginselen de wereldorde hersteld kon worden. Daartoe is samenwerking van alle Christenen noodzakeiyk. Op dit punt zeide spr. tot op den dag van vandaag nog niet gerust te zyn. Indien door gebrek aan samen werking de Godloosheid veld wint, dan is het onze zware schuld. Spr. wees op de glanzende voorbeelden van H. M. Koningin Wilhelmina en van dr. Colijn, op wiens op het Christen dom steunenden Staatsmansarbeid by een hoog gestemde lofrede hield. Met zulke voorbeelden voor oogen zou het schandeiyk zyn als in Nederland geen Christe lijke politiek gevoerd zou kunnen worden. Indien de Volkswil zich onverhoopt mocht verzetten tegen een regeering naar Christelijke beginselen, dan zou, zooals prof. Romme on langs heeft uiteengezet, het eigen inzicht der Kroon moeten praevaleeren en de Koningin zelf een onchristeiyk beleid moeten voorkomen Herstel der maatschappelijke orde kan slechts gegrond zijn op Christelyke beginselen, doch men zou dezen beginselen schade doen, in dien men overhaast en al te snel voor econo mische hervorming en ordening zou pleiten. Uit het politiek debat, bij de alg. beschouwin gen over Hoofdst. I der Staatsbegrooting in de Eerste Kamer gehouden, door de heeren v. Lanschot, De. Savornin Lohman en Anema. klonk éénstemmig het verlangen naai een be wind naar Christelyke beginselen. Ten on rechte, aldus spr., heeft men den indruk gekre gen, dat dr. Colyn op deze klanken slechts sceptisch gereageerd heeft. Uit de replieken biykt dat de minister-president de Christely ke beginselen boven al stelde. Met dr. Colijn wenschte spr. dat na de verkiezingen zou op treden niet een coalitie-kabinet, niet een kabi net steunend op slechts eenige partyen, maar een Christeiyk-kabinet-zonder-meer, gevormd buiten overleg met bepaalde partyen, dat steu nen zal op het Christelijk sentiment dat in ons volk, in en buiten het parlement, leeft. „Wat rijden al die menschen ge vaarlijk vaiWaag", dacht u immer» vanmiddag achter het stuur. (Hoe zegt men dat ook weer van dien splinter,dien balk en uw oog?...) Mr. A. baron van Wijnbergen Toen twee controleurs der Rundvee Centrale in. het dorp Hedel bij den landbouwer v.d. H. een onderzoek wilden instellen, werd hun door de boerin de toegang geweigerd, meldt de Te legraaf. De ambtenaren lieten zich evenwel niet afwyzen en ontdekten spoedig dat v.d. H. bezig was enkele ongeschetste kalveren achter hooi te verbergen. Toen v. d. H. zich ontdekt zag, liep hij naar buiten en begon om hulp te roepen. Vermoedelijk was dit een door de boeren af gesproken plan, want dadeüjk schoten eenige boeren toe, die een zeer dreigende houding aan namen. Het werd spoedig een formeele vecht- party. De crisisambtenaar, controleur E. uit Geldermalsen, liep een ernstige hoofdwonde op, terwyl ook de veldwachter v. d. L. eenige rake klappen kreeg. Hoewel ook de burgemeester van Hedel, de heer H. Dronkers, aanwezig was, gelukte het niet de rust te herstellen. De rijksveldwacht uit Zaltbommel, die met het gebeurde in kennis gesteld werd, was spoe dig aanwezig. Door krachtig optreden was het tumult nu spoedig bedwongen en kon de con trole verder plaats vinden. Bij verschillende boeren werden ongeschetste kalveren (dit zijn kalveren, waarvoor de boeren geen vergunning gekregen hebben) aange troffen. Tegen v. d. H. en de houders der ongeschetste kalveren is proces-verbaal opgemaakt. Naar wy vernemen heeft ook de derde ver dachte, die aangehouden was in verband met de brandstichting te Bathmen, bekend daaraan medeplichtig te zyn. Na zyn bekentenis werd deze verdachte op vrye voeten gesteld. De twee anderen zyn ingesloten in het huis van bewa ring te Roermond. SOERABAJA, 3 Maart (Aneta). In den afge- loopen nacht heeft zich op den weg naar Se- pandjang (vlak by Soerabaja gelegen) eer drama afgespeeld. De heer H., employé van een handels kantoor aldaar woonachtig, werd te mid dernacht gewekt, daar een man op zyn erf gezien was. De heer H. zag, toen hy de deur opende, een inlander staan. De heer H. loste een schot in de lucht, waarop de man naderde. H. schoot daarop op hem. De man werd in het hart getroffen en gedood. Het inheemsche bestuur heeft een onderzoek in gesteld, waarna de zaak aan het parket werd overgegeven. Den sergeant J. Oudkerk zal heden de gou den medaille voor 36-jarigen dienst worden uit gereikt voor het front van het 19e regiment in fanterie te Arnhem. By K. B. is bevorderd tot technisch ambtenaar le klasse by het technisch bureau van het de partement van Koloniën de technisch ambtenaar 2e klasse M. J. Engelvaart. Kate staarde haar moeder aan met wyd- °Pen gesperde oogen. Sprak ze in ernst? üacht ze. „Maar hij is toch.... tante Agnes is toch nog Been jaar dooden hij heeft haar zoo lief gehadzei ze toen toonloos. „'t Hoeft ook niet direct te gebeuren." 't Kouwjaar moet natuurlyk eerst afgewacht wor den." „Wil hy werkelijk weer trouwen? Heeft ie dat zelf gezegd, mama?" vroeg Kate, die van Kchrik het uitgangspunt van het gesprek uit 't dog verloor. .Maar met wie dan?" Mevrouw Heinzius bekeek haar dochter hoofd schuddend. Begreep zij dan nog altyd niet? En zoo'n meisje werd nu al twintig jaar en wilde hiet Paschen 't leerares-examen doen en kinde- ren onderwijzenzoo'n dom kuikenDan was zij toch meer bij geweest op dien leeftijd. Byna medelijdend zei ze: „Nu.... Kate als je 't zelf niet raden kuntwie bezorgt hy zooveel bloe den en wie offert hij ieder vrij uurtje van zyn dag, en wie is ongelukkig als zu van hem weg loopt zooals gisteravond en zich in haar kamer opsluit?" „Mama!"gilde Kate en verborg haar kersroode hoofd in haar handen en boog zich over de tafel heen. Haar hart dreigde stil te staan. „EindelykGod zy dank!Heb je dan werkelijk nooit iets gemerkt, jij klein dom kind je?" zei mevrouw Heinzius met byna moeder- lyke teederheid. Kate antwoordde niet. Zy had haar armen op de tafel gelegd, haar gezicht in haar han den. De moeder nam snel 't melkkannetje en de koffiekan weg. Anders waren ze zeker door Kate omgestooten. 't Kind was ook zoo onoplettend. Aan haar schokkende bewegingen zag zy, dat ze huilde, 't was ook nogal geen wonder, dat 't haar over mande. Zoo'n schitterende party. Vijf minuten gunde de moeder haar tijd, dan stond ze op, .liep om de tafel heen en legde de harde werkhand op haar blonde haar. „Nu, Kate?" vroeg ze week. Kate schrok op. „Hoe slecht, o hoe slecht," steunde ze en pro beerde haar tranen te drogen. „O die arme tante Agnes! Zoo vlug heeft hij haar vergeten!" „Mijn hemelKate!" riep haar moeder ver wonderd en verschrokken uit. „Je bent heele- maal buiten jezelf, meisje! De meeste weduw naars huwen voor den tweeden keer; en nog eerder, als zy heel erg van hun eerste vrouw gehouden hebben en nu 't gemis voelen." „Bah, hoe slechtl" snikte Kate achter haar zakdoek. „En ik heb zoo van hem gehouden „Je zult nu nog meer van hem houden! Wees toch 'n klein beetje verstandig, kind." „Nee, nooit, nooit.... oh, nu heb ik ze allebei verloren!" „Houd nu maar 'ns op Kate!" zei haar moeder geërgerd. Op 't zelfde oogenblik stak Paul zijn nog ongewasschen gezicht om den hoek van de deur en geeuwde: „Hé, waarom huil je zoo? Heeft oom Willy haar 'n blauwtje laten loopen?" Kate sprong op. „Paul, jyriep ze buiten zichzelf en kon geen woord uitbrengen, zoo diep zat haar ver toornde smart, zoo wreed vond zy de ongeplaat ste grap. Hij verstond haar echter verkeerd, begreep haar niet. „Nou dat kon je toch wel in den blinde voe len," zei de jongen lachend. „Die ouwe sok stond toch in lichtelaaie. Nou, maar vooruit Kate. Trouw 'm, mijn zegen heb je. Maar luister, spek vooral m'n portemonnaie als ik naar de univer siteit ga." Dat was zelfs te veel voor de moeder. Zy was bang, dat Paul's ruwe scherts alles zou beder ven. „Ga je eerst 'ns wasschen, lieve jongen, zei ze en flapte met 'n energiek gebaar de deur voor z'n neus dicht. Kate snikte haar zakdoek bijna in stukken. „Maar, mama, is 't nu werkeiyk waar?" vroeg ze, over heel haar lichaam bevendhaar blauwe oogen blikten groot en vragend naar haar moeder op. Ieder ander moederhart zou .geroerd zün geweest door dien hulpeloozen, troostvragenden blik.Zy zou begrepen heb ben wat er in haar ziel omging, begrepen, wat voor een storm zy ontketend had, een storm, die alles in het zachte meisjeshart door elkan der schudde, wat tevoren welgeordend en behoed daar leefde; meisjesachtig schaamtegevoel, kin derlijke dankbaarheid, trouw en liefde voor de levenden en meer nog.... voor de doode Daarnaast kwam nog iets anders, iets, dat Kate zich nu eerst bewust werd en waarvoor ze moeilijk 'n verklaring te vinden wist: Oom Willy, die altijd iemand geweest was, voor wien zij respect voelde, haar tweede vader.... in haar oogen, ondanks zyn 36 jaren al 'n oude manen zij, zoo juist 19 geworden.... zou met hem trouwen?.... Zoo'n jong ding en zoo'n oude man?.... En haar eigen moeder wilde haar aan hem verkoopen, neen, versjacheren ja, versjacheren.... de toornige opwinding, die in haar overkookte, liet haar gedachten dat harde woord vinden. Mevr. Heinzius had er geen begrip van, waaraan haar dochter dacht. „Beslist 't is waar. Zoo direct heeft hy 't wel niet gezegd, maar allang heb ik er dat van zien komen." Kate wilde spreken't was haar alsof alles, wat in haar tobde en stormde en haar zoo vreeselijk wondde, haar borst uiteen zou laten springenmaar toen zij haar moeder zoo onverschillig de tafel zag opruimen, met 'n byna lachend tevreden gezicht, alsof alles nu in de beste orde wasstiet zij haar stoel woest van zich en rende de kamer uit. Toen haar moeder haar naliep, hoorde zy noe juist den sleutel in het slot knarsen. Nou, ze zal wel rustig worden. Als hy den volgenden keer terugkomt, is alles weer goed. dacht mevrouw Heinzius en droeg de koffiekan de keuken in om ze op 'n pitje te zetten en warm te houden voor Paul. In één ding kreeg de moeder gelyk. Het bezoek van meneer Overbeck bleef langer uit dan het laatste aan mevrouw Heinzius huis. Een onvoorziene dienstreis in de provincie hield hem meer dan een week-op; intusschen begon de vacantie en Kate ging logeeren bij familie op het land. Zij was gelukkig, voor een tijdje er tusschen uit te kunnen en van al die onverkwikkeiyke dingen niets meer te zien en te hooren. Maar moeder liet haar niet meer met rust. Dagelijks stelde zy haar alle voordeelen en ge makken voor "van zoo'n schitterende partij en begreep eenvoudig niet, dat Kate by de gedach te alléén reeds buiten zichzelf geraakte. Als al het tegenspreken niet hielp, verander de Kate's koppige heftigheid in trotsch zwijgen. Nu zeker niet! Dwingen liet zy zich niet. Zij zou oom Willy, om wien zy zoo geplaagd werd, wel hebben kunnen haten. By de familie, welgestelde grootgrondbezit ters in Neder-Silezië, kwamen afwisseling, ge noegens van allerlei aard en vier weken lange rust. Daar leefde zy enkel onder vriendelijke, zorge- looze menschen en Kate kon den heelen dag weer vroolyk zyn en uitgelaten.... «""heel de Kate van vroeger, de lustige spotvogel, die zich na tante's dood niet meer van dien kant had laten zien..»», i Als zy 's avonds by *t slapen gaan aan oom Willy dacht en alles, wat zy had achtergelaten in de stad, en wat weer terug zou komen, dan liep 'n rilling door haar jonge lichaam en zy wierp haar hoofd in den nek en herhaalde haar lievelingsspreuk: Nooit!Jeugd behoort by jeugd!" 't Was alsof meneer Overbeck de byna vyan- dige stemming voelde. Of wilde hy zich niet verraden en zyn gevoelens dwingen tot rust en zyn wenschen begraven totdat t rouwjaar van Agnes afgeloopen was? Toen Kate van haar vacantie terugkwam, vond ze op haar kamertje 'n mandje donker- roode rozen op tafel staan. Daarnaast lag een deeltje gedichten, die zy al lang geleden heime- lyk gewenscht had te bezitten. Zy nam het op: Hoe zou hy daar nu achter gekomen zyn, zy kon zich niet herinneren er ooit over gesproken te hebben? Iets als ont roering voelde zij in haar keel kroppen 'n restje, 'n glans van de liefde, die zy vroeger voor hem gevoeld had. Zy bladerde erin en las en moest toen denken, hoe dikwyls hy en tante Agnes dit of dat ge dicht hadden voorgelezen. Hy had 'n diepe donkere stem, wier klank haar soms in ver rukking kon brengen en haar kon voeren naar onbekende lichtende hoogtenom haar dan weer zachtkens te geleiden naar de rauwe rea liteit van de dingen van alledag. Haar moeder, die even had afgerekend met den kruier, kwam de kamer binnen. CWordt yervolgd>.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 3