Justitiebeleid besproken
ZIJN HARTEKIND
C
Rede van Baron
van Wijnbergen
RECHTERS-N.S.B.-ERS
Öpg^eMiünd staat netjes
DONDERDAG
4 MAART 1937
Hulde aan minister voor
gezagshandhaving
Keuring van export-
boter
Christelijke politiek
EERSTE KAMER
Mr. Mendels wenscht een nader
onderzoek inzake de schiet
partij te Broek op Langendijk
Het gebeurde te Langendijk
Het tarwe-schandaal
DEELNAME VAN GEMEENTEN
IN BORGSTELLINGSFONDSEN
JAN TOOROP HERDACHT
Overdracht van zijn monument
in het Haagsche Gemeente
museum
MR. J. IN T VELD
Nieuwe burgemeester van
Zaandam
Retourvlucht van ir. de Kok
V/
Commissie van voorbereiding
ingesteld
Een beschouwing voor de studen
ten der Vrije Universiteit
CRISISAMBTENAREN
AANGEVALLEN
Rumoer om ongeschetste kalveren
DE BRANDSTICHTING TE
BATHMEN
Ook de derde verdachte heeft
bekend
INLANDER DOODGESCHOTEN
Nachtelijk drama te Soerabaja
36 jaar militaire dienst
UIT DE STAATSCOURANT
Bevorderd
UIT HET DUITSCH
Den Haag, 3 Maart 1937
Vandaag was de Justitie-begrooting voor
1937 in de Eerste Kamer aan de beurt met
een nog rijker gevarieerd program dan de
gisteren afgehandelde begrooting van Finan
ciën.
t Begon met een complimentje. De heer
KOI,FF (C.H.) bracht den Minister van Justitie
hulde voor diens beleid en wel in 't bijzonder
voor de wijze, waarop Z. Exc. het gezag ge
handhaafd wenscht te zien. Noodig is dit vooral
met het oog op de N.S.B., die zich niet ontziet,
®en georganiseerd terrorisme uit te oefenen.
In orakeltaal hadden de N.S.B.-ers in het
Voorloopig Verslag gesproken over onze recht
spraak, die te formalistisch zou zijn: „Deze
leden achtten een nieuwe'organische wetgeving
en rechtspraak noodig, steunend op het gezond
gevoel van het volk, waarin de eeuwige onver
anderlijke goddelijke wet in verband met Neder-
landsche toestanden is belichaamd".
„Weet u, waar dit gezond volksgevoel („Ge-
sundes Volksempfinden" noemde de spreker het
m de oorspronkelijke taal) toe leidt?" vroeg de
heer Kolff.
Tot b.v. een toestand, dat verocrdeeling plaats
heeft op grond van een wet, welke nè. het mis
drijf tot stand kwam!
En door vertegenwoordigende colleges af te
schaffen zorgt men er in den N.S.-staat voor,
dat het „Gesundes Volksempfinden" tot gelding
komt!
Ook de heer MENDELS (S.D.) wist van het
hationaal-socialisme niet veel goeds te vertel
len. In Duitschland zit de vroegere communis
tenleider Thalmann nu al (zonder ooit voor een
rechter verschenen te zijn) vier jaar gevangen.
Hier kon de heer VAN VESSEM (N.S.B.) niet
nalaten te interrumpeeren: „Is 't hier de Duit-
sche Rijksdag?"
Waarop de heer VAN RAPPARD (V'.B.) snedig
Vrceg: „Waar maak je je zoo druk over?"
Laatste interrumpant vond het hoogst onbe
hoorlijk, dat leden van de rechterlijke macht lid.
waren van de N.S.B. Evenals voor ieder amb
tenaar is de N.S.B. ook voor hen verboden, maar
zij maken misbruik van hun uitzonderlijke po
sitie. Er moet een eind komen aan dezen wan
toestand. In ieder geval mochten dergelijke
heeren geen enkele promotie meer krijgen.
Wat dezen spreker betreft mogen zij on
der Mussert direct lid van den Hoogen Raad
worden, 't Zou niet bevorderlijk zijn voor
de rechtspraak, maar dat ware niet zoo erg;
onder Mussert toch zou de rechtsstaat niet
meer bestaan.
De heer HERMANS (S.D.) deed een boekje
open over misdragingen van N.S.B.-ers. die b.v.
met gummislangen en andere cultuurwerktuigen
°P vergaderingen van hun niet volledige instem
ming blijk geven witkalk, koolteer, enz. han-
teeren en dat alles onder hooge goedkeuring
van de hooge leiding.
De heer MENDELS (S.D.) bleek een uitvoe
rde studie gemaakt te hebben van het betreu
renswaardig geval te Broek op Langendijk,
Waar kortelings een jongeman bij een nachtelijk
kermisrumoer door een brigadier der Ryksveld-
wacht is doodgeschoten. Drie andere daarbij
betrokken personen werden te dezer zake door
de rechtbank te Alkmaar veroordeeld wegens
openlijk geweld met vereende krachten en wel
°t gevangenisstraf van een jaar.
Tegenover de in de M. v. A. tot uiting ge
komen meening van den Minister, dat het een
zeer ernstig geval van verzet en geweldpleging
betrof, waarbij de brigadier ten einde raad, om
het gevaar te keeren, geschoten zou hebben,
stelde de heer Mendels zijn, volgens hem op
minitieuze onderzoekingen berustende opvatting,
dat het hier slechts een lakenswaardig kermis-
rumoertje gold. Enkele kwajongens, die wat veel
café's bezocht hadden, hebben bij den briga
dier, die vreemd was aan de mentaliteit der
bevolking, 's nachts aan de bel getrokken; de
brigadier is met een klewang gewapend naar
buiten gevlogen en zou, zonder eenige noodzaak
de schoten gelost hebben, waarvan er één den
sonen jongeling doodde.
De straf, den drie anderen door de Alkmaar-
sche rechtbank opgelegd, n.l. een jaar gevan
genisstraf, noemde de heer Mendels ook wel
erS zwaar. Verwonderlijk was het, dat daags
ha de uitspraak, de drie jongemannen zóó maar,
buiten htm raadsman om, afstand deden van
hooger beroep.
Is dit eigener beweging geschied? Of is er
strafvermindering in uitzicht gesteld? De Mi
nister houdt het, natuurlijk afgaande op amb-
tehjke inlichtingen bij eigener beweging, maar,
Vraagt de spreker, hoe weet de Minister dat?
De heer Mendels legt schriftelijke verklarin
gen van de vaders der drie veroordeelden over.
De eerste verklaart, dat volgens zijn zoon op
nen dag der uitspraak de griffier dezen bezocht
had en dezen had aangeraden, van hooger be-
roep af te zien, omdat dan de straf direct kon
ingaan en wellicht vermindering van straf ver
kregen kon worden in verband met het Prin
selijk huwelijk.
En dat, terwijl de griffier toch niets met de
strafzaak te maken heeft.
De vader van den tweeden veroordeelde had
in het gerechtsgebouw aan een uitlating van
den majoor der Rijksveldwacht bemerkt, dat
men in spanning verkeerde over het al dan niet
in hooger beroep gaan en de derde veroordeelde
had verklaringen afgelegd in denzelfden geest
als de eerste.
Indien dit alles waar zou zijn, noemde de heer
Mendels het verbijsterend en hij vroeg een
nader onderzoek.
De heer JANSSEN (RU.) veronderstelde, dat
de Minister zeer zeker op dit verzoek zou ingaan.
Voorloopig kon hij zich echter niet voorstellen,
dat de griffier zich
zóó gedragen had, als
de heer Mendels had
medegedeeld: hij
meende, dat de jon
gens, 's middags tot
inkeer g eikomen, zelf
gevraagd hebben een
verklaring te mogen
afleggen en dat een
bewaker den griffier
daarna op de hoogte
heeft gesteld. De grif
fier heeft daarna
waarschijnlijk de ver
klaringen genoteerd.
Heeft de griffier
echter zoo gehandeld als de heer Mendels
mededeelde, dan was dit natuurlijk volkomen
verkeerd geweest.
De heer KOLFF (C. H.) heeft nog geklaagd
over het teveel aan volontairs bij de rechter
lijke macht.
Vele jonge juristen verrichten nu al jarenlang
hun werkzaamheden geheel zonder betaling;
aanvulling der rechterlijke macht zal noodig
zijn; promotiekansen dienen verbeterd.
Ook het z.g. „Tarweschandaal" had des
heeren Kalff's belangstelling: hier was een
jonge man van onbesproken gedrag volko
men onschuldig gearresteerd en met naam
en toenaam in de pers gesignaleerd.
Volgens den heer VAN RAPPARD (V. B.)
moest de minister in deze aangelegenheid wel
verkeerd ingelicht zijn.
De heer Van Rappard vroeg, daarin bij ge
vallen door den heer VAN SASSE VAN YSSELT
voorts de aandacht van den Minister voor het
instituut van bewaring van beroeps- en gewoon
te-misdadigers en daartoe te bestemmen ge
stichten. Hij waarschuwde verder tegen te groo-
te politie-centralisatie. De gemeentelijke zelf
standigheid op het stuk van de politie moest
behouden blijven. De maréchaussee verlieze
haar militair karakter niet en worde niet inge
krompen.
Spoed diende betracht met de wettelijke
regeling van aansprakelijkheid voor automo
biel-schade. Alcohol-misbruikende chauf
feurs behoorden nog strenger gestraft te
worden.
De heer VAN SASSE VAN YSSELT (RU.)
vroeg een herclassificatie van de kantongerech
ten en vond deze in vele gevallen te groot.
Sommige rechters-conimissarissen zijft niet
berekend voor hun taak; dat zit 'm in de wijze,
waarop benoemingen op voordracht plaats heb
ben: de Minister moest hier benoemen.
De heer KNOTTENBELT (V. B.) kwam op
voor de componisten (het Buma), met wier be
langen de Omroepvereenigingen niet genoeg re
kening houden. Deze handelen in strijd met de
wet en de Berner Conventie. Zou hier geen straf
maatregel toegepast kunnen worden? In ieder
geval moet er een goede beslissing komen.
In denzelfden geest had ook reeds de heer
MENDELS (S. D.) gesproken, die tevens pleit
te voor een meer gewaarborgde hanteering van
het instituut der preventieve hechtenis.
De heer WERKER (V. D.) toonde zich voor
stander van het z.g. droit de réponse en drong
aan op aanvulling van de administratieve
rechtspraak.
De heer JANSSEN (RU.) stemde geheel
in met 's Ministers ideeën omtrent gezags
handhaving, en sprak de verwachting uit,
dat doortastend zou worden opgetreden te
gen de hier politieke propagandavoerende
vreemdelingen o.a. georganiseerd in de
Reichsdeutsche Gesellschaft für die Nieder-
lande.
Voorts was deze spreker van oordeel, dat met
de preventieve hechtenis over 't algemeen niet
te lichtvaardig wordt omgesprongen. Ook hij
verklaarde zich tenslotte voor een aanvullende
administratieve rechtspraak.
Nadat de heer MOLTMAUER (S. D.) nog ge
pleit had voor een ietwat gemakkelijke natu
ralisatie, werd de vergadering gesloten.
Bij Kon. Besluit is een beschikking gegeven
op het beroep van de gemeentelijke instelling
voor maatschappelijken steun te Eindhoven te
gen het besluit van Gedeputeerde Staten van
Noord-Brabant, waarbij machtiging is gewei
gerd tot deelneming in het kapitaal van het
op te richten Eindhovensche Borgstellings
fonds met f 10.000.
Het onderhavige Kon. Besluit overweegt, dat
het storten door de gemeentelijke instelling
van een waarde van f 10.000 a fonds perdu in
de kas van het plaatselijk borgstellingsfonds
slechts dan toelaatbaar zou zijn, indien deze
transactie zou kunnen worden beschouwd als
een vorm van steunverleening aan armen op
de wijze als in de Armenwet is voorgeschreven.
Dit is echter niet het geval.
Op grond dat dus de voorgenomen storting
zich met de Armenwet niet verdraagt, is het
beroep van den gemeentelijken dienst voor
maatschappelijken steun ongegrond verklaard.
In het Haagsche Gemeentemuseum is
onder veel belangstelling van bewonderaars
van wijlen Jan Toorop aan het gemeente
bestuur overgedragen het monument voor
deze groote nationale figuur op het gebied
van de kunst, dat tot stand is gekomen
door de zorgen van het Comité tot oprich
ting van een monument voor Jan Toorop.
De voorzitter van dit Comité, de heer Willy
Sluiter, ging de geschiedenis der tot stand ko
ming van dit monument na.
Door een samenloop van omstandigheden ging
ongeveer drie kwart van de middelen van het
Comité verloren. De heele onderneming dreigde
in duigen te vallen, doch dank zij de hulp en
de welwillendheid van den toenmaligen burge
meester, Jhr. mr. dr. Bosch Riddêr van Rosen
thal werd het Comité van gemeentewege met een
aanzienlijk bedrag tegemoet gekomen.
Spr. herinnerde voorts aan het traineeren der
zaak door het bepalen van de plaats, waar het
monument zou komen te staan. Ten slotte werd
de gelukkige oplossing gevonden. De heer Sluiter
bracht dank aan allen, die hiertoe hebben me
degewerkt.
Hierop nam de burgemeester, mr. De Monchy,
het woord, om allereerst even stil te staan bij
de geschiedenis van de gemeentelijke bemoeiing
met het monument van Jan Toorop. Gewichtiger
zeker is, aldus de burgemeester, dat nu hier in
Den Haag, waar hij gewoond en gewerkt heeft,
zijn beeltenis is opgesteld od een stille plek in
ons mooie Zorgvliet, waar het zal blijven her
inneren aan de persoonlijkheid van dezen groo-
ten kunstenaar.
Een veel omstreden figuur was Toorop,
maar hij is toch zoo gelukkig geweest, dat
hij nog tijdens zijn leven algemeen erkend is
geweest als een van de allergrootsten van
zijn tijd.
Wat ook den leek treft, is zijn geweldige
veelzijdigheid, die hem telkens en telkens
weer met nieuwe onderwerpen en nieuwe
techniek als het ware herboren te voor
schijn deed komen.
Spr. noemde het een vreugde, namens de ge
meente 's-Gravenhage dit beeld in beheer te
mogen aanvaarden, met dank aan het Comité
dat tot het maken ervan het initiatief nam en
met sprekers gelukwensch aan den beeldhou
wer, die de voldoening mag smaken zijn werk
thans op de definitieve plaats te zien opgesteld.
Aan het Comité en aan de familie van wijlen
Jan-Toorop gaf hij tenslotte de plechtige ver
zekering, dat het gemeentebestuur van 's-Gra
venhage het zich tot een plicht zal rekenen
door een zorgvuldig onderhoud van dit monu
ment en zijn omgeving de nagedachtenis van
dezen grooten Hagenaar te eeren tot in lengte
van dagen.
Dezer dagen is de benoeming te verwachten
van Mr. J. In 't Veld tot burgemeester van
Zaandam, als opvolger van den heer K. ter
Laan, aldus bericht de Standaard.
Mr. In 't Veld is lid van de SDAP en heeft
ook in het partijbestuur zitting.
Hij werd 5 Juli 1895 te Dubbeldam geboren. 1
Maart 1914 kwam hy in dienst van de gemeente
Rotterdam by Plaatselijke Werken en sedert 15
September 1926 vervult hy daar de functie van
administrateur.
Op 11 Juli 1929 promoveerde de heer In t
Veld tot doctor in de Rechtswetenschap aan
de Rijksuniversiteit te Leiden op een proef
schrift, getiteld „Nieuwe vormen van decen
tralisatie".
Ir. de Kok, directeur-generaal van de ko
ninklijke, is op de retourvlucht uit Indië te
Basra aangekomen.
15 DIE EVEM FUrt?-
HOU HOEF
MOfloen de. zaai
NIET TE
\sc.H«oe>e>E.rr
T'JbEnS EEM VERGADERIHG VAM ME
TAALARBEIDERS in DE V.5. WIERP
MEM MET TRAAMGA5B0MMEIN in
DE ZAAL
Biykens mededeeling van het Nederland-
sche Weekblad voor zuivelbereiding en -han
del, heeft zich onder voorzitterschap van
den directeur-generaal van den Landbouw
een werkcommissie gevormd voor het voor
bereiden van een kwaliteitskeuring voor uit
te voeren boter.
Het invoeren van deze keuring is van groot
belang en reeds eenige malen is hierop aan
gedrongen. Eenigen tyd geleden heeft het be
stuur van den bond van coöperatieve zuivelver-
koopvereenigingen een onderzoek laten instellen
naar de huidige positie van de Nederlandsche
boter op de Engelsche markt. Een van de zaken,
die daarby besproken zyn, was de kwaliteit der
geëxporteerde boter. Het groote prysverschil
op de Engelsche markt tusschen boter van Ne
derlandsche herkomst en boter uit de meeste
andere landen ingevoerd welk prysverschil
nadeelig was voor Nederland is voor de
commissie van beheer van het Th. van Wei
deren Rengersfonds aanleiding geweest gel
den beschikbaar te stellen voor een onderzoek
naar de vraag, in hoeverre bedoeld prijsver
schil moet worden toegeschreven aan de kwali
teit van de boter. Dit laatste onderzoek betrof
meer speciaal de Friesche boter, maar de uit
slag van het onderzoek is voor heel den Neder-
landschen boterexport van belang.
Het resultaat van beide onderzoekingen was,
dat het ontbreken van een kwaliteitsstempel
op de Nederlandsche boter tezamen met an
dere factoren de oorzaak was, dat onze boter
op de Engelsche markt een minder gunstige
positie inneemt. Het rapport van de Friesche
commissie kwam tot de conclusie, 'dat de kwa
liteit van de Deensche boter geschikter is, maar
dat dit verschil in kwaliteit niet het groote
verschil in prijs kan verklaren. Het onderzoek
van den bond van coöperatieve zuivelverkoop-
vereenigingen wees uit, dat de Nederlandsche
boter, wat reuk en smaak aangaat, niet achter
staat by de Deensche, Friesche en Skandinavi-
sche boter. De consistentie van een deel der
Nederlandsche boter is minder goed. Als onze
boter onmiddellijk in den handel wordt ge
bracht, is de houdbaarheid goed; wordt zy ech
ter in een koelhuis opgeslagen enkele maanden,
dan zyn er partijen by, waarbij de reuk en de
smaak minder aangenaam zyn; het rapport
noemt hier de woorden: vettig en spekkig. Een
grondig wetenschappelyk onderzoek naar de
oorzaken van deze verschynselen is noodig om
verbetering hiervan te kunnen bereiken. Er
wordt ook door enkelen boter naar Engeland
gezonden, waarvan de kwaliteit minder is dan
gewenscht is voor export. Dit verschynsel nu
werkt nadeelig op den geheelen Nederlandschen
export. Om dit te voorkomen, wordt aange
drongen op het instellen van een exportkeuring.
Zeer belangrijk is ook, dat alleen versche
boter voor export in aanmerking komt. Dit is
echter niet voldoende, want vaak wordt de
boter in Engeland opgeslagen in koelhuizen ge
durende enkele maanden, terwyi dan later den
consumenten uit niets blijkt, dat zij niet met
versche, doch met koelhuisboter hebben te
maken.
Als grondslag voor de te houden export
keuring wordt in het rapport, zooals dit voor
komt in het orgaan van den Alg. Ned. Zuivel-
bond, aangegeven, dat de keuring betrekking
moet hebben op alle te exporteeren boter. Ver
volgens zal de keuring zoodanig moeten zijn,
dat ze den export van minder goede boter zoo
veel mogeiyk belet; de te beoordeelen monsters
moeten dus zooveel mogeiyk overeenkomen met
de boter, die werkeiyk uitgevoerd wordt. De
beoordeeling zal moeten plaats vinden op reuk
en smaak, stevigheid, duurzaamheid, verpak
king en gewicht. De boter zal van een merk
moeten worden voorzien, waaruit de ouderdom
kan worden afgeleid. Door dit merk kan tevens
worden tegengegaan, dat met onze boter in het
buitenland gespeculeerd wordt. Een volgend
punt voor de keuring is, dat geen boter mag
worden uitgevoerd, waarvan de temperatuur
een vast te stellen maximum overschrijdt, ter
wijl de mogelijkheid moet bestaan, dat aan
fabrieken die voor export willen werken, be
paalde technische eischen worden gesteld.
Hoewel het uitvoeren van een exportkeuring
van groot belang is voor den Nederlandschen
export, moet men niet meenen, dat deze hier
door alleen aanzienlijk verbeterd zal kunnen
worden. Naast kwaliteit zijn nog een aantal
andere factoren van invloed. Maar het is in
ieder geval een flinke stap in de goede rich
ting.
In de commissie, die de invoering der keuring
zal voorbereiden hebben zitting twee vertegen
woordigers van de F. N. Z., twee van de V. V.
Z. M., twee van de coöperatieve exportvereeni-
gingen, een van de vereeniging van groothan
delaren in boter en een van de centrale com
missie voor de botercontrölestations, terwyi aan
die commissie nog ambtshalve zijn toegevoegd
de Rijkszuivelinspecteur en de directeur van het
Rykszuivelstation te Leiden.
Voor het studentencorps der Vrije Universi
teit, die Woensdag een „politieken dag" hield,
heeft mr. A. baron van Wijnbergen, oud-voor
zitter van den Bond van RU. Kiesvereenigingen,
in de middagvergadering een rede gehouden
over „Onze plicht als Christusbelijders."
De heer Van wy'nbergen begon met er op te
wijzen dat onze tijd vele kenmerken van ver
warring en voosheid kent, die echter geen van
alle nieuw zijn. Slechts één trek is er in onzen
tijd, die zich in vroeger eeuwen nog nooit heeft
voorgedaan: dat is de Godloosheid. Spr. her
innerde aan het deze maand te Moskou ge
opende Godloozencongres. Hy vroeg zich af,
welke is nu de taak, ook op Staatkundig ter
rein, van degenen die in God gelooven tegen
over die Godloosheids-beweging?
Hij herinnerde aan al hetgeen de Christeiyke
leer, door de Kerk aan de volken verkondigd,
voor Europa en de wereld voor goeds heeft ge
daan.
Welke is tegenover die leer de taak van den
Staat? In de eerste plaats mag hy de Kerk
by de vervulling van haar taak niets in den
weg liggen anderzijds moet hy ook positief
toonen, dat hij de door de Kerk gebrachte leer
als richtsnoer neemt. Tegen de aanwassende
Godloozenbeweging die de Christelijke bescha
vingsgoederen bedreigt, moeten alle Christusbe-
ïyders, hoezeer ook versplinterd in hun leer,
party kiezen, en daartoe samenwerken op
Staatkundig terrein. De werkzaamheid der ver-
eenigde Christenen op staatkundig gebied moet
tweevoudig zyn: getuigen en daden stellen.
Wat dit laatste betreft, wees spr. op de door mi
nister Donner tot stand gebrachte wet tegen de
Godslastering. Hy zeide nimmer zijn stem met
zooveel voldoening en idealisme aan een ander
wetsontwerp te hebben gegeven.
Het kost moeite te gelooven, aldus baron van
Wijnbergen, dat Europa nog voor den ondergang
kan worden behoed. Maar toch bestaat God, en,
al was het door een wonder: hy kan ons wereld
deel nog redden. Al zyn wy een kleine natie:
zoo tien rechtvaardigen voldoende geweest zou
den zijn, om Sodoma en Gomorrha te redden,
dan mogen wy nog hopen, door Christelijke po
litiek, op nationaal gebied iets voor de geheele
wereld te doen.
Spr. wees er op, dat speciaal op het gebied
van het gezag de grootste tweespalt en ver
warring heerscht. Dit komt omdat de mensch-
heid de bron van bet gezag niet meer kent en
de absolute democratie daarvoor in plaats
tracht te stellen.
Spr. citeerde verzen van Da Costa, waarin
hy de staatslieden vermaande ook aan de vry-
heidsdrift der volken de Christelijke leer, Gods
woord tot grens te stellen. Hij herinnerde er
aan hoe in 1903 en in 1918 ook in niet-Chris-
teiyke kringen de waarde van de op Christe-
lüke beginselen steunende Regeering werd er
kend.
De Vredeseneycliek van Paus Benedictus XV
leerde terstond na den wereldoorlog, dat alleen
op de Christeiyke beginselen de wereldorde
hersteld kon worden. Daartoe is samenwerking
van alle Christenen noodzakeiyk. Op dit punt
zeide spr. tot op den dag van vandaag nog niet
gerust te zyn. Indien door gebrek aan samen
werking de Godloosheid veld wint, dan is het
onze zware schuld. Spr. wees op de glanzende
voorbeelden van H. M. Koningin Wilhelmina en
van dr. Colijn, op wiens op het Christen
dom steunenden Staatsmansarbeid by een hoog
gestemde lofrede hield.
Met zulke voorbeelden voor oogen zou het
schandeiyk zyn als in Nederland geen Christe
lijke politiek gevoerd zou kunnen worden.
Indien de Volkswil zich onverhoopt mocht
verzetten tegen een regeering naar Christelijke
beginselen, dan zou, zooals prof. Romme on
langs heeft uiteengezet, het eigen inzicht der
Kroon moeten praevaleeren en de Koningin
zelf een onchristeiyk beleid moeten voorkomen
Herstel der maatschappelijke orde kan
slechts gegrond zijn op Christelyke beginselen,
doch men zou dezen beginselen schade doen, in
dien men overhaast en al te snel voor econo
mische hervorming en ordening zou pleiten.
Uit het politiek debat, bij de alg. beschouwin
gen over Hoofdst. I der Staatsbegrooting in de
Eerste Kamer gehouden, door de heeren v.
Lanschot, De. Savornin Lohman en Anema.
klonk éénstemmig het verlangen naai een be
wind naar Christelyke beginselen. Ten on
rechte, aldus spr., heeft men den indruk gekre
gen, dat dr. Colyn op deze klanken slechts
sceptisch gereageerd heeft. Uit de replieken
biykt dat de minister-president de Christely
ke beginselen boven al stelde. Met dr. Colijn
wenschte spr. dat na de verkiezingen zou op
treden niet een coalitie-kabinet, niet een kabi
net steunend op slechts eenige partyen, maar
een Christeiyk-kabinet-zonder-meer, gevormd
buiten overleg met bepaalde partyen, dat steu
nen zal op het Christelijk sentiment dat in ons
volk, in en buiten het parlement, leeft.
„Wat rijden al die menschen ge
vaarlijk vaiWaag", dacht u immer»
vanmiddag achter het stuur. (Hoe
zegt men dat ook weer van dien
splinter,dien balk en uw oog?...)
Mr. A. baron van Wijnbergen
Toen twee controleurs der Rundvee Centrale
in. het dorp Hedel bij den landbouwer v.d. H.
een onderzoek wilden instellen, werd hun door
de boerin de toegang geweigerd, meldt de Te
legraaf. De ambtenaren lieten zich evenwel niet
afwyzen en ontdekten spoedig dat v.d. H. bezig
was enkele ongeschetste kalveren achter hooi te
verbergen. Toen v. d. H. zich ontdekt zag, liep
hij naar buiten en begon om hulp te roepen.
Vermoedelijk was dit een door de boeren af
gesproken plan, want dadeüjk schoten eenige
boeren toe, die een zeer dreigende houding aan
namen. Het werd spoedig een formeele vecht-
party. De crisisambtenaar, controleur E. uit
Geldermalsen, liep een ernstige hoofdwonde op,
terwyl ook de veldwachter v. d. L. eenige rake
klappen kreeg.
Hoewel ook de burgemeester van Hedel, de
heer H. Dronkers, aanwezig was, gelukte het
niet de rust te herstellen.
De rijksveldwacht uit Zaltbommel, die met
het gebeurde in kennis gesteld werd, was spoe
dig aanwezig. Door krachtig optreden was het
tumult nu spoedig bedwongen en kon de con
trole verder plaats vinden.
Bij verschillende boeren werden ongeschetste
kalveren (dit zijn kalveren, waarvoor de boeren
geen vergunning gekregen hebben) aange
troffen.
Tegen v. d. H. en de houders der ongeschetste
kalveren is proces-verbaal opgemaakt.
Naar wy vernemen heeft ook de derde ver
dachte, die aangehouden was in verband met
de brandstichting te Bathmen, bekend daaraan
medeplichtig te zyn. Na zyn bekentenis werd
deze verdachte op vrye voeten gesteld. De twee
anderen zyn ingesloten in het huis van bewa
ring te Roermond.
SOERABAJA, 3 Maart (Aneta). In den afge-
loopen nacht heeft zich op den weg naar Se-
pandjang (vlak by Soerabaja gelegen) eer
drama afgespeeld.
De heer H., employé van een handels
kantoor aldaar woonachtig, werd te mid
dernacht gewekt, daar een man op zyn erf
gezien was. De heer H. zag, toen hy de deur
opende, een inlander staan. De heer H.
loste een schot in de lucht, waarop de man
naderde. H. schoot daarop op hem. De man
werd in het hart getroffen en gedood. Het
inheemsche bestuur heeft een onderzoek in
gesteld, waarna de zaak aan het parket
werd overgegeven.
Den sergeant J. Oudkerk zal heden de gou
den medaille voor 36-jarigen dienst worden uit
gereikt voor het front van het 19e regiment in
fanterie te Arnhem.
By K. B. is bevorderd tot technisch ambtenaar
le klasse by het technisch bureau van het de
partement van Koloniën de technisch ambtenaar
2e klasse M. J. Engelvaart.
Kate staarde haar moeder aan met wyd-
°Pen gesperde oogen. Sprak ze in ernst?
üacht ze.
„Maar hij is toch.... tante Agnes is toch nog
Been jaar dooden hij heeft haar zoo lief
gehadzei ze toen toonloos.
„'t Hoeft ook niet direct te gebeuren." 't
Kouwjaar moet natuurlyk eerst afgewacht wor
den."
„Wil hy werkelijk weer trouwen? Heeft ie
dat zelf gezegd, mama?" vroeg Kate, die van
Kchrik het uitgangspunt van het gesprek uit 't
dog verloor.
.Maar met wie dan?"
Mevrouw Heinzius bekeek haar dochter hoofd
schuddend. Begreep zij dan nog altyd niet? En
zoo'n meisje werd nu al twintig jaar en wilde
hiet Paschen 't leerares-examen doen en kinde-
ren onderwijzenzoo'n dom kuikenDan was
zij toch meer bij geweest op dien leeftijd. Byna
medelijdend zei ze: „Nu.... Kate als je 't zelf
niet raden kuntwie bezorgt hy zooveel bloe
den en wie offert hij ieder vrij uurtje van zyn
dag, en wie is ongelukkig als zu van hem weg
loopt zooals gisteravond en zich in haar kamer
opsluit?"
„Mama!"gilde Kate en verborg haar
kersroode hoofd in haar handen en boog zich
over de tafel heen. Haar hart dreigde stil te
staan.
„EindelykGod zy dank!Heb je dan
werkelijk nooit iets gemerkt, jij klein dom kind
je?" zei mevrouw Heinzius met byna moeder-
lyke teederheid.
Kate antwoordde niet. Zy had haar armen
op de tafel gelegd, haar gezicht in haar han
den. De moeder nam snel 't melkkannetje en
de koffiekan weg. Anders waren ze zeker door
Kate omgestooten.
't Kind was ook zoo onoplettend. Aan haar
schokkende bewegingen zag zy, dat ze huilde, 't
was ook nogal geen wonder, dat 't haar over
mande. Zoo'n schitterende party.
Vijf minuten gunde de moeder haar tijd, dan
stond ze op, .liep om de tafel heen en legde de
harde werkhand op haar blonde haar. „Nu,
Kate?" vroeg ze week.
Kate schrok op.
„Hoe slecht, o hoe slecht," steunde ze en pro
beerde haar tranen te drogen. „O die arme tante
Agnes! Zoo vlug heeft hij haar vergeten!"
„Mijn hemelKate!" riep haar moeder ver
wonderd en verschrokken uit. „Je bent heele-
maal buiten jezelf, meisje! De meeste weduw
naars huwen voor den tweeden keer; en nog
eerder, als zy heel erg van hun eerste vrouw
gehouden hebben en nu 't gemis voelen."
„Bah, hoe slechtl" snikte Kate achter haar
zakdoek.
„En ik heb zoo van hem gehouden
„Je zult nu nog meer van hem houden! Wees
toch 'n klein beetje verstandig, kind."
„Nee, nooit, nooit.... oh, nu heb ik ze allebei
verloren!"
„Houd nu maar 'ns op Kate!" zei haar moeder
geërgerd. Op 't zelfde oogenblik stak Paul zijn
nog ongewasschen gezicht om den hoek van de
deur en geeuwde: „Hé, waarom huil je zoo?
Heeft oom Willy haar 'n blauwtje laten loopen?"
Kate sprong op.
„Paul, jyriep ze buiten zichzelf en kon
geen woord uitbrengen, zoo diep zat haar ver
toornde smart, zoo wreed vond zy de ongeplaat
ste grap.
Hij verstond haar echter verkeerd, begreep
haar niet.
„Nou dat kon je toch wel in den blinde voe
len," zei de jongen lachend. „Die ouwe sok stond
toch in lichtelaaie. Nou, maar vooruit Kate.
Trouw 'm, mijn zegen heb je. Maar luister, spek
vooral m'n portemonnaie als ik naar de univer
siteit ga."
Dat was zelfs te veel voor de moeder. Zy was
bang, dat Paul's ruwe scherts alles zou beder
ven.
„Ga je eerst 'ns wasschen, lieve jongen, zei
ze en flapte met 'n energiek gebaar de deur voor
z'n neus dicht.
Kate snikte haar zakdoek bijna in stukken.
„Maar, mama, is 't nu werkeiyk waar?" vroeg
ze, over heel haar lichaam bevendhaar
blauwe oogen blikten groot en vragend naar
haar moeder op. Ieder ander moederhart zou
.geroerd zün geweest door dien hulpeloozen,
troostvragenden blik.Zy zou begrepen heb
ben wat er in haar ziel omging, begrepen, wat
voor een storm zy ontketend had, een storm,
die alles in het zachte meisjeshart door elkan
der schudde, wat tevoren welgeordend en behoed
daar leefde; meisjesachtig schaamtegevoel, kin
derlijke dankbaarheid, trouw en liefde voor de
levenden en meer nog.... voor de doode
Daarnaast kwam nog iets anders, iets, dat
Kate zich nu eerst bewust werd en waarvoor
ze moeilijk 'n verklaring te vinden wist: Oom
Willy, die altijd iemand geweest was, voor wien
zij respect voelde, haar tweede vader.... in
haar oogen, ondanks zyn 36 jaren al 'n oude
manen zij, zoo juist 19 geworden.... zou
met hem trouwen?.... Zoo'n jong ding en zoo'n
oude man?.... En haar eigen moeder wilde
haar aan hem verkoopen, neen, versjacheren
ja, versjacheren.... de toornige opwinding, die
in haar overkookte, liet haar gedachten dat
harde woord vinden. Mevr. Heinzius had er geen
begrip van, waaraan haar dochter dacht.
„Beslist 't is waar. Zoo direct heeft hy 't
wel niet gezegd, maar allang heb ik er dat van
zien komen."
Kate wilde spreken't was haar alsof alles,
wat in haar tobde en stormde en haar zoo
vreeselijk wondde, haar borst uiteen zou laten
springenmaar toen zij haar moeder zoo
onverschillig de tafel zag opruimen, met 'n byna
lachend tevreden gezicht, alsof alles nu in de
beste orde wasstiet zij haar stoel woest van
zich en rende de kamer uit. Toen haar moeder
haar naliep, hoorde zy noe juist den sleutel
in het slot knarsen.
Nou, ze zal wel rustig worden. Als hy den
volgenden keer terugkomt, is alles weer goed.
dacht mevrouw Heinzius en droeg de koffiekan
de keuken in om ze op 'n pitje te zetten en
warm te houden voor Paul. In één ding kreeg de
moeder gelyk. Het bezoek van meneer Overbeck
bleef langer uit dan het laatste aan mevrouw
Heinzius huis.
Een onvoorziene dienstreis in de provincie
hield hem meer dan een week-op; intusschen
begon de vacantie en Kate ging logeeren bij
familie op het land. Zij was gelukkig, voor een
tijdje er tusschen uit te kunnen en van al die
onverkwikkeiyke dingen niets meer te zien en
te hooren.
Maar moeder liet haar niet meer met rust.
Dagelijks stelde zy haar alle voordeelen en ge
makken voor "van zoo'n schitterende partij en
begreep eenvoudig niet, dat Kate by de gedach
te alléén reeds buiten zichzelf geraakte.
Als al het tegenspreken niet hielp, verander
de Kate's koppige heftigheid in trotsch zwijgen.
Nu zeker niet! Dwingen liet zy zich niet. Zij
zou oom Willy, om wien zy zoo geplaagd werd,
wel hebben kunnen haten.
By de familie, welgestelde grootgrondbezit
ters in Neder-Silezië, kwamen afwisseling, ge
noegens van allerlei aard en vier weken lange
rust.
Daar leefde zy enkel onder vriendelijke, zorge-
looze menschen en Kate kon den heelen dag
weer vroolyk zyn en uitgelaten.... «""heel de
Kate van vroeger, de lustige spotvogel, die zich
na tante's dood niet meer van dien kant had
laten zien..»», i
Als zy 's avonds by *t slapen gaan aan oom
Willy dacht en alles, wat zy had achtergelaten
in de stad, en wat weer terug zou komen, dan
liep 'n rilling door haar jonge lichaam en zy
wierp haar hoofd in den nek en herhaalde haar
lievelingsspreuk: Nooit!Jeugd behoort by
jeugd!"
't Was alsof meneer Overbeck de byna vyan-
dige stemming voelde. Of wilde hy zich niet
verraden en zyn gevoelens dwingen tot rust en
zyn wenschen begraven totdat t rouwjaar van
Agnes afgeloopen was?
Toen Kate van haar vacantie terugkwam,
vond ze op haar kamertje 'n mandje donker-
roode rozen op tafel staan. Daarnaast lag een
deeltje gedichten, die zy al lang geleden heime-
lyk gewenscht had te bezitten.
Zy nam het op: Hoe zou hy daar nu achter
gekomen zyn, zy kon zich niet herinneren er
ooit over gesproken te hebben? Iets als ont
roering voelde zij in haar keel kroppen 'n restje,
'n glans van de liefde, die zy vroeger voor hem
gevoeld had.
Zy bladerde erin en las en moest toen denken,
hoe dikwyls hy en tante Agnes dit of dat ge
dicht hadden voorgelezen. Hy had 'n diepe
donkere stem, wier klank haar soms in ver
rukking kon brengen en haar kon voeren naar
onbekende lichtende hoogtenom haar dan
weer zachtkens te geleiden naar de rauwe rea
liteit van de dingen van alledag.
Haar moeder, die even had afgerekend met
den kruier, kwam de kamer binnen.
CWordt yervolgd>.