Minister De Wilde verdedigt
zijn beleid
ZIJN HARTEKIND
RIJK EN GEMEENTEN
Het Rood-Wit-Blauw
Landbouwpolitiek van
België
De moord te Den Haag
Fraude bij Bijz. Vrij wil
ligen Landstorm
ZATERDAG 6 MAART 1937
EERSTE KAMER
Inzake de benoeming van socialis
tische burgemeesters neemt
Z. Exc. een afwachtende
houding aan
Minister antwoordt
Onder curateele
Velsens burgemeester
De vlaggenkwestie
De Poelau Bras te Port Said
DE MOORD TE ROTTERDAM
Tien jaar tegen den dader geëischt
WINKELDIEFSTAL TE
BOXMEER
Autobandieten aan het werk?
HET METAALBEDRIJF
TE ROTTERDAM
Herscholing van werkloozen
wordt overwogen
Beperking der margarineproductie;
steun aan de kaasmakerij
Belooning uitgeloofd
SCHEEPJE OMGESLAGEN
Opvarenden zijn gered kunnen
worden
EERVOLLE VERMELDING
BESTELLER PLASSE
In verband met overval op
Haagschen postauto
CH. VAN PELT KEUNEN
Belgisch consul te Breda
overleden
Goedkoop telefoneeren met Japan
iy2 jaar geëischt tegen secretaris
van het gewest Zeeland
LOTERIJ WET OVERTREDEN?
Kwestie rondom een voetbalpool
UIT DE STAATSCOURANT
Onderscheiding
Deskundige bij arts-examens
HET DUITSCH
Den Haag, 5 Maart 1937
Nadat hedenochtend nog enkele sprekers
het hunne gezegd hadden over de begroo-
ting-1937 van Binnenlandsche Zaken, heeft
Minister De Wilde met furore vooral -
tegen de N. S. B. zijn beleid verdedigd.
t Was erbarmelijk, om aan te hooren, wat de
leider der N. S. B.-sche fractie, de heer d' AN-
SEMBOURG, aan koeterwaalsche politiek in
het midden bracht: er waren in Limburg looze
burgemeesters, die den hun onderdanigen werk-
loozen enN. S. B.-ers verboden geduren
de zekere nachtelijke tijden zich op te houden
aan de tot smokkelen zoo verleidelijk lokkende
grens.
Er was een Minister, die aan de oervaderlan-
ders der N. S. B. verbood, lid te worden van
de burgerwacht. Er waren in Limburg pastoors
'de Hemel zij hun zielen genadig!), die toe
lieten, dat het katholiek propagandablad „De
Opmarsch" 's Zondags bij de kerken werd ver
kocht.
Er waren Joden, die 's Zondags hun win
kels open lieten, terwijl de Christenen geslo
ten moesten zijn, en Zondagsheiliging verhin
derden.
Er waren ten slotte in Nederland drie Minis
ters het trio Colijn-De Wilde-Oud tenge
volge van wier systeem dezer dagen de burger
oorlog uit zal breken
De heer DE ZEEUW (S. D.) nam den graaf
'n beetje in het ootje: De heer d'Ansembourg
bloest het in Limburg, waarover hij zooveel
klachten heeft, juist ideaal wonen vinden: hier
denkt en handelt de overgroote meerderheid
der bevolking met de burgemeesters aan het
hoofd politiek en geestelijk in dezelfde rich
ting, een zeer benijdenswaardige eenheid dus!
Wanneer de graaf daarop nu critiek uitoefent,
dan treedt hij uit de N. S. B.-idee over in de
zoozeer verfoeide partijenstaat-idee.
't Was ons goed, hier te zijn, in onzen
staat, waar verschil van meening tusschen Rijk
en Gemeente mocht bestaan en in overleg wor
den geregeld.
Deze spreker vroeg een nieuwe financieele
regeling tusschen Rijk en Gemeenten, waardoor
deze laatste weer sluitende begrootingen zou
den kunnen maken.
De MINISTER VAN
BINNENLANDSCHE
ZAKEN, de heer DE
WILDE, begon in
stemmend met de
heeren Kropman en
De Zeeuw met hul
de te brengen aan de
Vereeniging van Ne-
derlandsche Gemeen
ten, welke onlangs in
't zilver jubileerde en
ook de Regeering
vaak belangrijke
diensten bewezen had.
Scherpe critiek op
de verhouding tus
schen Rijk en Ge
meenten is er eigen-
(S. D.) had alleen
paar een klacht over de moeilijke positie, waar-
h de gemeente Arnhem was komen te verkee-
doordat het gemeentebestuur genoodzaakt
Was geweest een schoolgebouw ƒ200 per jaar
®°edkooper te verhuren en op commando van
Gedeputeerde Staten daarvoor nu dekking
bloest aanwijzen, welke in den gemeentelijken
°°d onvindbaaar is!
Maar dit alles heeft met het regeeringsbeleid
biets te maken.
Er was over geklaagd, dat er ten aanzien van
V'erkloozenkosten-vergoeding aan de gemeen-
n geen vaste normen zouden bestaan, maar
hebben toch de wet op de financieele ver-
b°uding, welke volkomen objectieve normen be-
en daarnaast geven enkele crisiswetten
Belegenheid tot soepeler handelen: de een wat
hieer, de ander wat minder.
Als de heer De Zeeuw na de verkiezingen hier
Minister terugkeert, zal het ook hem niet
"hogelijk zijn, allen gemeenten sluitende be-
srootingen te bezorgen: 't zou milliarden en
biillioenen kosten!
He heer d'Ansembourg had gesproken van de
onbekwaamheid der gemeenteraden en „gere
deneerd", dat waar de Tweede Kamer op den
e'fden grondslag was samengesteld als de Ha
rd11 ook de heele Staten-Generaal als onbe
kwaam waren te beschouwen en dus maar „on-
Mr- 3. A. DE WILDE,
Minister van Binnen
landsche Zaken
niet gehoord.
He heer Hermans
der
curateele van eenen Leider" moesten wor-
?eb gesteld. Nuchter was 's Ministers opmer-
j?bg, dat niet de Regeering van onbekwaamheid
er Raden had gesproken: alleen moest daar,
waar men financieel niet meer onafhankelijk
was, het toezicht verscherpt worden. In zijn
staatkundige kennis had de heer d'Ansembourg
ook het kleine verschil in karakter tusschen
Raad en Staten-Generaal over het hoofd ge
zien: dat de Raad is een regeerend college en
de Staten-Generaal o.a. een controleerend li
chaam, dat controle uitoefenen kan op iedere
regeeringsdaad.
Den heer Kropman, die geklaagd had over te
veel centralisatie, merkte de Minister op, dat hij
dien kant juist niet uit wil. en herhaaldelijk
ook bij P. T. T.-aangelegenheden geeft hij
er blijk van, in ieder overleg zooveel mogelijk
de gemeentebesturen in te schakelen, maar van
den anderen kant eischen nieuwe ontwikkelin
gen des tijds in gevallen van een meer centraal
karakter, waarbij algemeene belangen betrok
ken zijn, ook wel eens een meer centraal op
treden (neem b.v. de maximumsnelheden)
De heer Hermans had den burgemeester van
Velsen gelaakt, omdat deze gezegd zou hebben,
tegen het algemeen kiesrecht te zijn, omdat
deze een gemeentepark als particulier landgoed
w'enscht te beschouwen en aldaar jaagt, hetgeen
voor de Velsenaars gevaar zou opleveren, en
omdat deze de werkloozen voor „luie lamme
lingen" zou hebben uitgemaakt.
Waarom wilde de heer Hermans, die zelf toch
voor het vrije woord is, een burgemeester niet
toestaan, zich persoonlijk tegen het algemeen
kiesrecht te verklaren? Op eigen kosten heeft
de burgemeester in dat park velé verfraaiingen
aangebracht, en nu komen er konijntjes de zaak
ver-ruïneeren. Onder leiding van den burge
meester nu worden er als er voor niemand
gevaar -kan dreigen razzia's op deze knaag
dieren gehouden, met het gevolg, dat er dit jaar
vijf en twintig beestjes werden geschoten, waar
van de opbrengst netjes in de gemeentekas is
gedeponeerd. Vroeger werden er wel méér ge
schoten, maar zij werden toen dan ook onder
de raadsleden verdeeld.
Tenslotte de „luie lammelingen", waarvan de
burgemeester heelemaal niet gesproken zou
blijken te hebben. Hij heeft, doelende op zekere
mala-fide werkloozen, alleen maar beweerd, dat
steun voor dezulken „een luie lamlendigheid"
in de hand werkt.
Ten opzichte van benoeming van socialis
tische burgemeesters staat de minister
nu ten aanzien van Kroon en gezag in de
SDAP een ommekeer zich schijnt te vol
trekken minder rigoureus, maar hij wil
voorzichtig blijven en afwachten, of de be
keering wel een bekeering des harten zou
blijken en of zij niet te zeer een (tijdelijk)
gevolg van (tijdelijke) omstandigheden
moet worden geacht.
Dat het in sommige streken aan werkloozen
verboden was, op zekere nachtelijke tijden aan
de grens te vertoeven, achtte de minister een
lang niet onverstandigen maatregel: arm zijn
brengt vaak gevaar mee, in dit geval, het ge
vaar zich aan smokkelen te gaan wijden.
In Utrecht had de burgemeester in het stad
huis, waar het stoffelijk overschot van een
overleden wethouder, toevallig gewezen SDAP'er,
een wijle was opgebaard geweest, een korte rede
gehouden. Dat was volgens de NSB'ers een
„noch nie dagewesen" schandaal. De minister
moest hun aan het verstand brengen, dat deze
laatste eer den overleden mensch, den verdien
stelijken wethouder betrof, en niet een ver
heerlijking der SDAP gold.
Burgeroorlog? De minister voelt zich achter
de 80.000 man B.V.L. heerlijk veilig, óók tegen
de NSB. Waar is die burgeroorlog nu na vier
jaar?
Als we de NSB hadden laten begaan, ja,
dan was de burgeroorlog daar geweest. Aan
het krachtig repressief optreden der Regee
ring heeft de graaf het te danken, dat hij
zich in Nederland nog even veilig kan voe
len als de minister.
Op de klachten betreffende de looze pastoors
en de dito joden, heeft de minister zich niet
verwaardigd te antwoorden. Er kunnen den
eenen wijzen man ook zooveel vragen gesteld
worden
De heer Lohman met zijn pleidooi-achteraf
ten gunste van de oranje-blanje-bleu prinsen
vlag kreeg géén gelijk: in de alom heer-
schende onzekerheid moest positie gekozen wor
den en de oranje-blanje-bleu-groep was, meen
de de Minister, toch wel verreweg de kleinste.
Historisch zou erop gewezen kunnen worden,
dat Koning Lodewijk in 1806 rood-wit-blauw
reeds tot staatsvlag verklaarde, en dat de sou-
vereine Vorst in 1813 uitmaakte, dat de oude
vlag de nationale zou zijn.
Het Kon. Besluit van 27 Februari is zeer
sober gehouden, spreekt alleen maar van de
kleuren, niet van de banen, van de afme
tingen, enz. Binnenkort zal de zaak in de
Staten-Generaal gebracht worden en by al-
gemeenen maatregel van bestuur zullen de
definitieve en volledige bepalingen worden
ingevoerd.
De begrooting werd zonder hoofdelijke
stemming aangenomen, met de gebruike
lijke NSB-aanteekening.
By de behandeling der begrooting van het
Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Te
lefonie kwam de heer. POLAK (SD) met een
langdradig betoog tegen de intrekking van de'
aan de Vrydenkers Radio-Omroep-Vereeniging,
ondanks het welbekende feit, dat de VRO,
welker grondslag is de souvereiniteit en autono
mie der rede, onder afwyzing en bestrijding
van elk geloofsdogma of bindend gezag van
Kerk of personen, schrift of overlevering onmo
gelijk aan haar doelstelling kon beantwoorden
en tegeiyk voldoen aan de in het Radio-regle
ment vastgelegde normen.
En de totale zendtyd is toch al zoo beperkt.
Zonder te lachen kwam de heer Polak nu be
weren, dat de grondslag van „De Dageraad",
waarvan de VRO een instelling is, niet een on-
dermyning van den godsdienst zou beteekenen,
maar alleenzuivere wetenschap!
Terwyi de heer Albarda in de Tweede Kamer
ronduit toegaf, dat „De Dageraad" met weten
schap niets heeft te maken.
Ten slotte had de heer Polak nog bezwaren
tegen een volgens hem teveel aan radio-
contröle.
De heer VAN RAPPARD (VB) klaagde over
het soms lang moeten wachten aan kantoor
loketten en over hier en daar onvoldoende posl-
bediening ten plattelande.
De heer NIVARD (RK) kwam met den
heer DE ZEEUW (SD) op voor personeelsbe
langen: er was te veel hulppersoneel werkzaam.
Op verscheidene plattelandskantoren is geen
enkele vaste besteller te vinden. Ook waren er
veel te veel arbeidscontractanten bij het bedrijf.
De MINISTER beduidde den heer Polak,
dat radio een bijzonder gevaariyk verbrei
dingsinstrument is, dat ongecontroleerd veel
kwaad kan doen. De vrije omroep kan
slechts worden behouden, indien hy goed
gecontroleerd wordt.
Dat de minister niet inging op het verzoek
van den heer Polak, de VRO weer zendtyd toe
te staan, laat zich denken.
Met de wenschen en opmerkingen der overige
sprekers zou de minister zooveel mogeiyk reke
ning houden.
Na welke toezegging ook de P.T.T.-begrooting
zonder hoofdelijke stemming werd goedgekeurd.
Naar Lloyds thans bericht is de Poelau Bras
te Port Said aangekomen.
Wat doe je daar?
Ik leer steno.
Waarom eigenlijk? Veel
papier bespaar je er in elk ge
val niet mee.
Holite Humour
Tegen den 38-jarigen los werkman H. T.,
thans gedetineerd, die zich voor de arrondisse-
ments-rechtbank te Rotterdam te verantwoor
den had wegens den moord op de 38-jarige ge
scheiden vrouw Marie K., welk misdrijf heeft
plaats gehad op 20 September 1936 in de wo
ning van het slachtoffer aan de Oranjeboom
straat te Rotterdam, heeft de Officier van Jus
titie wegens moord, subs, doodslag, meer subs,
zware mishandeling den dood tengevolge heb
bende, een gevangenisstraf van tien jaren ge-
eischt.
Door het uitsnijden van een ruit hebben on
bekenden zich toegang weten te verschaffen
tot de magazijnen van de manufacturenfirma
Klaassen-Hoedemakers te Boxmeer. Het pand,
waarin de inbraak gepleegd werd, is gelegen
aan de drukste straat van Boxmeer en is inge
richt als magazijn en toonkamer. Door den tuin
heeft men de achterzijde van het gebouw weten
te bereiken. Zoowel in de boven- als in de be
nedenverdieping heeft men alles grondig door
zocht. Van den grooten voorraad, die er lag op
geslagen, heeft men de beste artikelen mede
genomen., Een groote hoeveelheid beddegoed,
vloerkleeden en tafelgoed wordt vermist.
De marechaussee van Boxmeer, die het on
derzoek in handen nam, heeft zich in verbin
ding gesteld met den ryksveldwachter uit Hee-
sen, die met een politiehond naspeuringen heeft
verricht. Hierdoor werden de vermoedens, dat
de daders met een auto gekomen zijn bevestigd.
Intusschen zyn afdrukken van voetsporen ge
nomen en werd opsporing en aanhouding ver
zocht.
Op het stadhuis te Rotterdam is een bespre
king gehouden over de vraag op welke wüze de
herscholing van werklooze metaalbewerkers zou
kunnen worden ter hand genomen. De verga
dering werd voorgezeten door wethouder J.
Ratté en bijgewoond door wethouder J. R. Dijk,
eenige hoofdambtenaren van de gemeente Rot
terdam, mr. P. G. Draayer, directeur-generaal
der werkverschaffing en steun verleening; Meyer
de Vries, hoofdinspecteur voor de werkver
schaffing; F. van der Hout, controleur voor het
cultureele werk en vertegenwoordigers van
werkgevers- en werknemersorganisaties in het
metaalbedrijf te Rotterdam.
By de besprekingen bleek, dat zoowel werk
gevers als werknemers, met de overheid willen
medewerken, omdat hier verschillende moge-
ïykheden aanwezig zijn.
Aan B. en W. van Rotterdam zal nu worden
voorgesteld door een tweetal kleine technische
commissies plannen, welke by de conferentie
ter tafel kwamen, te doen onderzoeken en deze
verder voor te bereiden. Die plannen zullen dan
aan den minister van Sociale Zaken en aan het
gemeentebestuur van Rotterdam worden voor
gelegd.
De strijd tusschen de boter en de margarine
in België, die reeds geruimen tyd vrij scherpe
vormen heeft aangenomen, zal nu weldra door
ingrüpen van hoogerhand een andere wen
ding nemen. In België bestaat niet de prijs
regulering van boter en margarine, welke
sinds 1932 bü ons bestaat. De strijd woedt
daar zoo fel, dat artikelen met groote koppen
in de bladen verschenen, waarin de boeren
den margarinefabrikanten en omgekeerd, de
heftigste verweten naar het hoofd slingerden.
Thans is men zoover gekomen, dat in de
Kamer de zaak behandeld is. De minister van
Landbouw, de heer Pierlot, heeft medegedeeld,
dat in 1935 het verbruik van margarine ge
stegen is tot 45 millioen kilogram tegen 18
millioen in 1912. Veel ernstiger noemde de
minister het gevaar voor de toekomst. Onder
invloed van de reclame is het verbruik in 1936
gestegen tot 52 millioen kilogram.
Nadat de minister er op gewezen had, dat
het vraagstuk van groot sociaal belang is, daar
ongeveer 300.000 landbouwersgezinnen leven
van de melkproductie, gaf hy een overzicht
van de maatregelen, die de regeering wil
treffen.
De oplossing der regeering bestaat in een
ontwerp van wet, dat eerstdaags zal ingediend
worden en dat den koning machtiging zal
geven om de prysschommeling der zuivelpro
ducten alsook het vervaardigen en verhande
len van margarine en andere dergeiyke voe-
dingsvetten te regelen.
Het ontwerp zal bovendien de bijzondere
rechten vaststellen, welke zouden geïnd wor
den by de aflevering der vergunningen, toe
gekend by toepassing van deze regeling.
Krachtens die wettelüke bepalingen zal een
koninklyk besluit, in den Ministerraad be
handeld, het beginsel kunnen aannemen en
de grondslagen vaststellen voor de contingen-
teering der margarine-voortbrengst in België.
In uitvoering van dit besluit zal het contin
gent periodiek worden vastgesteld, met inacht
neming van de behoeften der markt en vooral
van den verschillenden toestand in den zomer
en in den winter. Men zal proefondervindelijk
te werk gaan.
Alleen dit stelsel werd practisch gevonden;
het zal toegepast worden volgens het beoogde
doel: aan de botermarkt voldoende pryzen en
aan de melkvoortbrengers een matige maar
biliyke vergelding van hun arbeid verzekeren.
Zoodra dit doel bereikt is, zal de mate, waarin
de margarine-fabricage moet beperkt worden,
insgelijks bereikt zijn en niet overschreden
worden.
Het contingent zal verdeeld worden onder de
thans bestaande fabrieken in verhouding tot
de fabricatie in den laatsten tyd.
Wat de belasting betreft, die zal geheven
worden by de aflevering der vergunningen,
zy zal vastgesteld worden op 0.50 fr. per kg.
Men zal by dit gering bedrag blyven, op voor
waarde dat de belasting voor een ruim deel
zal gedragen worden door de fabrikanten en
niet uitsluitend door de verbruikers.
Daarenboven overweegt de regeering een aan
tal maatregelen om den prys van de boter,
welke vooral gedurende de zomermaanden een
groote daling ondervindt, op peil te houden.
Een deel van de boter zal daartoe des zomers
in koelhuizen worden opgeslagen.
Daarnaast zal de regeering ook maatregelen
nemen, die ten doel hebben de kaasproductie te
bevorderen. Er zal een productie-premie worden
toegekend van 1.25 tot 2.50 franc per kilo. Men
hoopt op deze wijze de melk van 700.000 koeien
te kunnen verwerken. In dezen laatsten maatregel
zit een groot gevaar voor den Nederlandschen
kaasexport; België immers is na Duitschland
onze voornaamste afnemer.
Behalve aan kaas zal ook steun worden ge
geven aan den export van boter en van ver
schillende melkproducten.
Waarom ligt er bij Klaas
meer grond dan bij jou. Jullie
zijn tegelijk begonnen-
f Klaas maakt een groote
ren kuil.
Holite Humour
De officier van justitie te 's-Gravenhage
looft een belooning uit van ten hoogste f 250
voor die(n) gene(n), die zoodanige aanwij
zingen kan (kunnen) geven in den roof
moord op den Haarlemschen garagehouder
Hes, in den avond van Vrijdag 26 Februari
j.l. gepleegd te 's-Gravenhage, welke leiden
tot ontdekking en veroordeeling van de
daders.
In het belang van de openbare veiligheid
wordt een beroep gedaan op ieder, die eenige
aanwyzing kan geven.
Inlichtingen te zenden aan den commis
saris van politie van den justitieelen dienst
te 's-Gravenhage.
Tydens slecht weer is het 168 ton metende
sleepscheepje Lubtina op het IJselmeer om
geslagen en gezonken. Het scheepje, dat be
mand was met schipper Hulsebos, diens dochter
en zoon, kwaVn van Emden, waar het een lading
hout had ingenomen. Het werd gesleept door
een sleepboot, waarmede het door 'n langen tros
was verbonden. Waarschijnlijk is door het
slechte weer de deklading hout gaan werken,
waardoor het scheepje in een gevaarlijke po
sitie kwam. Hoe gevaariyk deze was, bleek,
toen men zich op ongeveer tien kilometer N.N.O.
van Marken bevond. De slagzij werd toen der
mate groot, dat de Lubtina omsloeg. Gelukkig
hadden de opvarenden zich, ofschoon zy vrij
wel alles aan boord hadden achtergelaten, bij
tijds in de roeiboot kunnen redden, waarna de
bemanning van de sleepboot hen aan boord
nam en hen naar Monnikendam bracht, waar
zy Vrijdagmorgen' vroeg zijn aangekomen.
De brievenbesteller D. H. J. Plasse te
's-Gravenhage die zich tegenover het staats
bedrijf der P. T. T. verdienstelijk heeft ge
maakt door zijn houding by den roofoverval
op een postauto op 9 Februari jJ. in de J. P.
Coenstraat te 's-Gravenhage, waardoor de
berooving werd verijdeld, is deswege eervol
vermeld, onder toekenning van een gratifi
catie van den minister van Binnenlandsche
Zaken.
Na een ongesteldheid van eenige maanden
is te Breda in den ouderdom van 66 jaar over
leden de heer Ch. M. J. A, van Pelt Keunen,
sinds begin 1914 consul van België. Van 1897
af tot laatstgenoemd tijdstip bekleedde hy de
functie van vice-consul.
Tydens den oorlog heeft hy zich byzonder
verdiensteiyk gemaakt voor zijn naar Nederland
gevluchte landgenooten. Hij richtte een steun
comité op, waarvan hy tot eere-voorzitter werd
benoemd. Ook was hij voorzitter van het in de
oorlogsjaren aldaar gevestigde sub-comité van
het Belgische Roode Kruis, terwijl hy tevens
president was van het eere-comité van het In
ternationaal liefdewerk voor gewonden en
krijgsgevangenen, afdeeling Breda en omstreken.
Met ingang van heden worden in het tele
foonverkeer met Japan (via Berlijn en via Lon
den) goedkoope Zaterdaggesprekken ingevoerd.
In de tweede helft van September 1936 werd
bekend, dat de secretaris van het gewest Zee
land van den Bijzonderen Vrijwilligen Land
storm fraude had gepleegd.
Op 28 September 1936 werd de betrokkene,
P. G. L., gearresteerd en in het huis van be
waring in Middelburg ingesloten, waar hy tot
4 Februari heeft vertoefd.
Het onderzoek, dat politie en justitie hebben
ingesteld, was zeer omvangrijk en heeft zich tot
ver buiten Zeeland uitgestrekt, terwyi het
sterk werd bemoeilijkt door het feit, dat de in
beslag genomen administratie in een chaoti-
schen toestand verkeerde, zoodat het bijna on
doenlijk was, de feiten te achterhalen.
Verdachte stond heden terecht voor de arron-
dissements-rechtbank te Middelburg. Hem was
ten laste gelegd, dat hij omstreeks 1933 en 1934
te Vlissingen, althans in het arrondissement
Middelburg, eenige kwitanties, zijnde geschrif
ten, waaruit eenige bevrijding van schuld kan
ontstaan, die in ieder geval bestemd waren om
te dienen tot bewijs, dat de onderteekenaars
daarvan de in die kwitanties vermelde gelds
bedragen hadden ontvangen van de Provinciale
Landstorm-Commissie Zeeland, althans tot be
wijs van hetgeen in die geschriften was ver
meld, valscheiyk heeft opgemaakt of vervalscht.
By het verhoor van den verdachte verklaarde
deze, dat hij kwitanties in blanco liet onder
teekenen, om zyn administratie, welke zeer om-
vangryk was, in orde te krijgen.
Hij erkende verder, valsche handteekeningen
te hebben gezet. De gevolgen daarvan heeft hij
echter niet zoo erg ingezien. Ook gaf hy toe,
onjuiste declaraties te hebben opgemaakt.
De president noemde het gevoerde beheer
buitengewoon incorrect en ontoelaatbaar. Hij
achtte het onbegrijpelijk, dat zoo iets heeft
kunnen gebeuren.
Een aantal getuigen werd gehoord.
De Officier van Justitie merkte op, dat ge
bleken is, dat de B. V. L. buiten het gebeurde
staat.
Wat den persoon van verdachte betreft, con
stateerde spr., dat deze niet voor zijn taak
berekend was. Financieel was hij in het geheel
niet onderlegd. Daarby kwam zijn persoonlijke
eerzucht, om verschillende functies te bekleeden
en groot te doen, en de gevolgen zyn dan ook
niet uitgebleven.
Spr. vroeg veroordeeling van verd. tot ©en
gevangenisstraf van anderhalf jaar, met aftrek
van preventieve hechtenis.
Spr. betreurde, dat inmiddels op verzoek van
den verdediger de verd. op vrye voeten is ge
steld. Met het oog op de hooge straf, welke
thans tegen verd. is geëischt en op de straf,
welke uit anderen hoofde reeds tegen nem is
uitgesproken, vroeg spr., daar hij hier gevaar
voor vlucht aanwezig acht, mede de gevangen
neming van den verdachte.
De verdediger wees er op, dat verd. niets
meer bezit en daardoor reeds zeer zwaar ge
straft is. Hij hoopte, dat de rechtbank bij haar
oordeel met alle omstandigheden rekening zal
houden.
Na re- en dupliek begaf de rechtbank zich
in de raadkamer en na terugkeer deelde de
president mede, geen termen aanwezig te ach
ten aan het verzoek van den officier tot ge
vangenneming te voldoen.
De uitspraak werd bepaald op 19 Maart.
Op vermoeden van overtreding der loterijwet
heeft de politie te Den Haag bij verschillende
vertegenwoordigers van een voetbal-pool in
beslag genomen de ter beschikking van het
publiek liggende formulieren, betrekking heb
bende op den voetbalwedstrijd NederlandZwit
serland.
De *pool heeft voor dezen wedstrijd "n afwij
kende pool georganiseerd. Hierbij worden niet
de gebruikelijke vragen gesteld, welk elftal zal
winnen of gelijk spelen, maar het publiek heeft
op de betreffende formulieren in te vullen hoe
de stand is bij de rust en wat het eindresultaat
is, terwyl bovendien wordt gevraagd, welk elf
tal het eerste doelpunt zal maken.
De politie is van oordeel, dat het publiek geen
overwegenden invloed kan uitoefenen met be
trekking tot de vraag, welk elftal het eerste
doelpunt zal maken.
Om deze redenen zyn op vermoeden van
overtreding der loterijwet de betreffende for
mulieren in beslag genomen.
Bij KB. is toegekend de aan de orde van
Oranje-Nassau verbonden eere-medaille, in
brons, aan H. C. Roestenberg. lederbewerker bij
de firma J. Mannaerts, te Tilburg.
By beschikking van den minister van On
derwijs, Kunsten en Wetenschappen, is voor
het tijdvak van 1 Mei tot en met 18 September
1937 aangewezen als deskundige bij het afne
men van de artsexamens aan de Rijksuniver
siteit te Utrecht: dr. M. C. Westermann, al
daar.
Dag, die niet begonnen was en eindigde
°or rouw en trots. Stil zat 't jonge meisje met
«evouwen handen op de zondoorbrande zand-
eehen knielbank en liet haar gedachten den
VriJen loop.
^an tante Agnes gingen haar gedachten naar
om Willy, die nu al een jaar zoo moederziel
f'leen in zijn triestig huis zat, zoo goed en zoo
Waad als 't ging verzorgd door Mina, die zyn
ather opruimde, zijn eten kookte en zich voor
°Verige niet om hem bekommerde.
Hij had nooit geklaagd; alleen toen Mina by
kameropruimen een zeer gewichtige akte had
weggelegd, waar hij dagenlang naar gezocht
ad; eens toen zij de volière op den tocht had
gezet en er na twee dagen een der vogeltjes
®Merf, die Kate nog verzorgd had; opeens voelde
j 1 hoe groot zijn eenzaamheid was, hoe hy
®deren dag meer de vrouwenhand miste. Als
fhj mevrouw Heinzius er over sprak, had deze
en daarna Kate veelbeteekenend aange-
ien. Kate was rood geworden en had in haar
verlegenheid gestotterd: „Oom Willy moest zich
aar 'u huishoudster nemen,"
*n Huishoudster.... Kate zuchtte als zy er
aan dacht. De hemel weet wat voor 'n mensch 't
zijn zou.
Die zou haar misschien heelemaal onmogelyk
maken in oom Willy's huis. Opeens kreeg ze
een wonderlyken by na kinderlyken inval: Als
zy nu eens 100 jaar oud was of 60 of 50.... dan
kon zy by oom Willy komen als huishoudster.
Hy zou z'n domme verlangens vergeten en
alles zou dan bijna net zoo zyn als vroeger.
Zy moest lachen over zichzelf. Toen zy nog
half in zich zelf lachend, stil voor zich heen
staarde, hoorde zy opeens, 'n vluggen, krachti-
gen voetstap op 't kiezel.... en hij, by wien
haar gedachten waren, stond vóór haar.
„Ik had 'n voorgevoel, dat ik je vandaag hier
zou treffen, Kate!" zei meneer Overbeck en zag
haar aan.
Ze zag er byzonder lief uit. Voor den eersten
keer droeg zy 'n witte jurk en haar blonde
haren golfden onder haar breedgeranden stroo-
hoed uit.
Zijn hart klopte heftiger door liefde en ver
langenen zonder dat hy wilde, nam hij
haar hand in de zyne en begon te spreken van
wat zyn hart geheel vulde.
't Was aan Agnes' graf. Toen hy eenmaal zyn
schuwheid had afgelegd, scheen 't 'm juist hier
bij Agnes de juiste plaats.
Niemand anders dan Kate zou 't aandenken
aan Agnes zoo heilig houden en ervoor zorgen,
dat zij niet vergeten werd. Waarom dan zou
Agnes in haar hemelsche rust niet gelukkig zyn;
zy, die op al 't aardsche neerzag, diep, heel
diep, waarom zou Agnes niet mogen hooren
wat hy Kate zeggen wou.
Kate hoorde hem zwijgend aan.
Zy was te dikwyis en te ruw op dat wat ko
men ging voorbereid geworden, om er zich nog
over te verwonderen of zich daartegen te ver-
zetten
Slechts haar hart klopte haar in de keel en zy
meende, dat hy het hooren zou.
zy kon niets anders denken dan: „Dus toch,
dus toch!" in eeuwige eentonige herhaling....
bijna als een tweede mokerhamer tegen haar
slapen, totdat 't pyn deed.
Een paar keer wilde zy hem onderbreken,
maar hij liet haar niet aan 't woord komen.
„Nee, laat me uitspreken, kind, ik heb te
lang moeten zwijgen."
In 't begin hadden zy by 't graf gestaan, nu
liepen zij op en neer in de smalle laan, door
treurwilgen en cypressen overhuifd. De zon
brandde fel op hun hoofden. De lucht was door-
geurd.
Hy sprak met een warme overtuigende stem
en hield haar hand vast. Trotsch en waardig
als iemand, die zich bewust is wat hy te vra
gen heeft, bescheiden als 'n smeekeling die de
kostelijke waarde kent van zyn verlangde gave
en die de grootte van 't offer weet te waardee-
ren.
Kate voelde weer haar toorn en opwinding
komen bij zyn woorden, juist zooals den eersten
keer, toen haar ontactische moeder haar over
't zelfde onderwerp onderhield.
Slechts stil lekten haar tranen.... byna voel
de ze medelyden met hem, die haar zooveel
aanbood, zooveel van haar hoopte..., en dien
zij moest teleurstellen.
Moest?.... Ja er was niets veranderd, terwyi
hij sprakzij voelde zich nog precies zooals
eerstom alles van de wereld kon zy niet
zyn vrouw worden!
Toen hy zweeg en haar verwachtend aanzag;
ongeduld en verlangen, liefde en zorg en angst
in zyn blik.... en nog iets anders, iets, dat
Kate niet verstond en zich niet verklaren kon,
wat haar hart heftiger kloppen deed en 'n bloed-
golf naar haar wangen dreefzei ze treurig:
„Ik wilde, dat u dat alles nooit tegen mij gezegd
had, oom Willy. Ik kan.... kan uw vrouw niet
worden! Wees niet boos.... maar 't gaat niet.
Iets in me verzet zich daartegen en ik kan dat
gevoel niet vergeten."
„Houd je dan niet van mij, Kate?"
„Ja, ik houd van u oom Willy en ik zal
nooit vergeten, hoeveel goeds u voor my gedaan
hebt, maarmaarik kan werkelijk
niet...."
Zy keek naar hem op en keek dan naar
tante's graf; haar oogen vol tranen.
„Houd je misschien van 'n ander, Kate?"
vroeg ie heftig.
Zy schudde haar hoofd.
„Werkelijk niet, Kate?" drong hy aan.
„Nee, heelemaal niet, oom Willy." Hy deed
haar zoo'n leed en haar kinderlijke wensch van
vroeger schoot haar te binnen. „Ach, ik wilde..
„Wat wilde je, Kate?"
„Ik wou, dat ik oeroud was, dan zou ik altyd
by u kunnen blyven."
„Dat zul je toch, mijn hartekindl"
„Neen, niet zoo, niet zoo, oom Willy!" En op
eens barstte ze weer in snikken los. „Oh, dat u
tante Agnes zoo vlug vergeten kon, dat....
dat....
Hij trad voor haar en vatte haar hand.
„Meisje, wat weet jij, hoe ik dit jaar geleden
hebHoe eindeloos lang 't voor me was, zoo een
zaam, zoo troosteloos! Wat ik voor trieste dagen
en slapelooze nachten doormaakte! Hoe ik jullie
beiden bij iederen stap miste, daar ik met mijn
geliefde vrouw ook myn pleegkind verloor. Myn
zonneschijntje!
Een heel jaar lang heb ik gezeten in de don
kerte van myn verdriet.... en gesmacht naar
licht en warmte en de gouden zon. Agnes ver
geten?nooit! niemand anders, geen vreem
de zou haar plaats kunnen innemen dan jij,
ons pleegkind, dat wy beiden hebben opgevoed.
Was je altyd maar by my gebleven, ik zou
niets meer gewenscht hebben. Maar tusschen ons
staan de tongen van de menschen, de wereld,
en daarom wil ik je voor Gods oog en voor hun
oogen maken tot m'n vrouw en je 't recht ge
ven weer in mijn huis te wonen.
Misschien leer je dan mettertijd zoo van me
houden, zooals ik nu reeds van jou houd. Kijk,
Kate, ik vraag 't je, ik smeek je daarom....
ik, je oom Willy, die daar nooit om gevraagd
heeft. Ik wil je niet hinderen, niet dwingen,
m'n kind. Ik verlang ook niet direct "n ant
woord. Denk er 'ns over. Kate
„Ik kan niet, oom Willy, oh, plaag me niet
zoo! Ik heb er al over nagedacht!Toen
moest ze denken, hoe lang, reeds weken, zy dit
alles wist en voorzien had, hoe zwaar 't haar
gevallen was. Om zijnentwil! Zy dacht aan al
de harde woorden, die zij te hooren kreeg, aan
al de scènes die haar moeder gemaakt had.
Dat alles was zyn schuld. Zy kon hem daarom
haten.
't Egoïsme, 't al te trotsche groote zelfbewust
zijn, dat door den loop der jaren opgebouwd was
door de liefde der Overbecks voor het veraf
gode kind, rekte zich uit en verstikte plotseling
ieder gevoel van medelyden, van dankbaarheid.
Aan tante Agnes' graf staande, herhaalde Kate
haar booze woorden, die zy honderden malen
te voren reeds gedacht had: „Ik kan nu eenmaal
niet en zou 't ook niet kunnen! Dat u dat ook
niet inziet.... Jeugd behoort nu toch eenmaal
tot de jeugd....
Dan zag zy hem met 'n langen diepen blik
aan en wendde zich van hem af, zwijgend.
Kate nam haar handschoenen en haar para
sol open wilde trotsch heengaan. Geen woord zou
zy in dit oogenblik hebben kunnen brengen over
haar bleeke lippen.
De zon was weggeslopen en nevels dampten;
de schemering kroop in cirkels om haar heen.
Zóó laat was Kate nooit op 't kerkhof ge
weesthaar hart bonsde en zy yide weg.
Ellendig, hoe lang waren de lanen en hoe
donker schaduwend de cypressen.
'n Veldmuis kruiste haar pad en met 'n gil
schrok ze op. De hoefslag van 'n schimmig paard
verklonk in nevel langs den kerkhofrand. De
kruisen spookten.
(Wordt vervolgd).