Het spel der gasten was zeer
onproductief
Kleine, maar verdiende zege van de Oranjeploeg
De Zwitsers met 2-1 verslagen
Strijd was slechts van een
middelmatig gehalte
EEN WEINIG BOEIENDE
STRIJD
Krachtmeting in sneeuw en koude
MAANDAG 8 MAART 1937
Bakhuijs leidde ook nu den aanval, doch de plaats van
Wilders werd ingenomen door v. d. Hoven,
die met Vrauwdeunt in het nationale
elftal debuteerde
Het veldspel van de Zwitsers was
vaak beter dan dat van
de Oranjeploeg
Onze verdediging had
het niet moeilijk
Het werk der vleugelspelers
De individueele prestaties
In een over het algemeen middehnatigen wedstrijd heeft
het Nederlandsche elftal gisteren te A'dam met 2—1 van Zwit
serland gewonnen. Bij de rust had de Oranjeploeg reeds een
1—O-voorsprong door een fraai doelpunt van Bakhuys, die
allen geruchten ten spijt toch meespeelde en weer de ziel was
van den Nederlandschen aanval. In de tweede helft bracht
Vrauwdeunt den stand op 2—0, waarna Abegglen tenslotte
kort voor het einde tegenscoorde.
Het spelverloop
Bakhuijs scoort op fraaie
wijze
De tweede helft
Het tweede Nederlandsche
doelpunt
Zwitsers scoren tegen
De Nederlandsche aanval heeft den Zmtserschen doelman aan het werk gezet
het eenige Zwitsersche doelpunt gescoord Links de rechtsbinnen Karcher
Op een uitstekend bespeelbaar ter
rein, doch onder minder gunstige
weersomstandigheden heeft het Ne-
derlandsch elftal gisteren een kleine,
doch ongetwijfeld verdiende over
winning behaald op het Zwitsersche
team, dat in het veld vaak beter
speelde dan de oranjemannen, doch
vrijwel onmachtig bleek een behoor
lijk doelpunt te maken.
Deze wedstrijd heeft, wellicht ten overvloede,
weer eens bewezen, dat het spel, zooals men dit
over het algemeen in de centrale landen speelt,
niet opgewassen is tegen onze spelwijze, welke
ontdaan van veel franje, veel meer op produc
tiviteit is ingesteld. In vrijwel dezelfde mate als
ongeveer een maand geleden tegen de Duitsche
ploeg, trad dit in Amsterdam aan het licht. Het
positiespel der Zwitsers was uitstekend. Kop-
werk, zuiver en vaak zelfs geraffineerd afgeven
van den bal aan de teamgenooten, wij zouden
zeggen, de Hollandsche spelers konden er een
voorbeeld aannemen, indien zij hun doel niet
meer langs den kortsten weg zochten, welke ook
ongetwijfeld de beste is.
De Zwitsersche voorspelers dreven het
samenspel zoover door, dat dit onmogelijk
tot een voldoende aantal doelpunten kon
leiden. Zelfs wanneer men aan den kant
dacht dat de midvoor, rechts- of links
binnen geen andere mogelijkheid meer had
dan te schieten, werd het leder nog afgege
ven. Waar vooral Caldenhove een meester
is in het onderbreken van een dergelijk kort
spel, kreeg Halle slechts weinig werk te ver
richten en bleef de score der gasten ook on
voldoende.
Aanvankelijk zag het er voor de onzen niet
zoo bijster gunstig uit. De Zwitsers beheersch-
ten het spel gedurende de eerste tien minuten
volkomen. Aanval op aanval werd op de Ne-
derlandsche veste ondernomen en aangezien de
debutant van der Hoven, die de plaats van
Wilders innam, zich nog opvallend onwennig
voelde temidden van het internationale gezel
schap, ontstonden er werkelijk gevaarlijke mo
menten voor het Nederlandsche doel. Spoedig
bleek echter dat de productiviteit van de Zwit
sersche aanvallers lang niet evenredig was aan
hun goede spel in het veld en zelfs toen Leo
Halle eenmaal radicaal over den bal heenviel
en het leder meerdere seconden angstig dicht
langs de Hollandsche doellijn zweefde, wist
geen der gasten hiervan te profiteeren.
Na 14 minuten scoorde Bakhuijs op even ver
rassende als formidabele wijze uit een pass van
Vrauwdeunt een Nederlandsch doelpunt. Het
geschiedde absoluut onverwacht, doch het bracht
een radicale kentering in het spel. Vanaf dat
moment kregen onze spelers hun zelfvertrou
wen volkomen terug. De strijd raakte meer ver
deeld en hoewel er van een Nederlandsch over
wicht weliswaar geen sprake was, moest de
Zwitsersche keeper herhaaldelijk handelend op
treden, waartegenover Halle het opvallend kalm
had.
Dat verder een tweede doelpunt eer van de
Hollandsche dan van de Zwitsersche zijde kon
worden verwacht lag 'm ook vooral aan het
werk der vleugelspelers. Aebi bleek een bui
tengewoon kundig voetballer en ook de rechts
buiten Bickei wist het leder meerdere malen
goed vrij te spelen. De voorzetten van beiden
waren echter meestal zeer slecht geplaatst of
te laag, dit in tegenstelling met die van Wels,
die het Zwitsersche doel herhaaldelijk in ge
vaar brachten. Door het ontbreken van Smit
was onze aanval echter niet op volle kracht,
terwijl Bakhuijs zich niet voor de volle 100
pCt. durfde te geven. Vrauwdeunt „zwierf"
naar onzen smaak een tikje teveel, terwijl ook
van Spaandonck, hoewel deze speler nuttig
werk leverde, teveel in de middenlinie huisde.
Dat het aantal doelpunten van onzen kant dan
ook tot één beperkt bleef voor de rust, viel
niet te verwonderen, doch beantwoordde toch
niet geheel aan de verwachtingen.
Direct na de rust kwam het tweede Neder
landsche doelpunt. Van Spaandonck speelde
zich goed vrij, waarna keeper Bizzozero kans
zag het niet al te best geplaatste schot te
stoppen. De bal kwam echter voor de voeten
van Vrauwdeunt, die geen fout maakte.
Vanaf dat moment verslapte het spel der
Nederlanders merkbaar. De Zwitsers drongen
op en slaagden er zoo ongeveer tot het einde
van den strijd in het spel voor een groot deel
op de Hollandsche helft te houden. Toch duur
de het tot 5 minuten voor het einde, voor
Abegglen kans zag den bal in het Nederland
sche doel te loopen. Voor dien tijd waren tal
rijke aanvallen van de bezoekers door onze
verdediging afgeslagen. Zelfs wanneer in die
periode alleen de Zwitsersche buitenspelers nog
maar kans hadden gezien een behoorlijk schot
te lossen, zou een doelpunt zeker niet tot de
onmogelijkheden hebben behoord. Zij faalden
daarbij echter al evenzeer als hun collega's ini
het midden, niet omdat hun schieten slecht
was, doch omdat zij dit eenvoudig achterwege
lieten.
Eén van de beste wedstrijden van het oranje
team is dit zeker niet geweest. De strijd lever
de wel een aantal aardige momenten op, doch
was toch als geheel niet zeer aantrekkelijk.
Het weer werkte ook al niet mee om langs de
lijnen de noodige sfeer te scheppen.
In de Nederlandsche ploeg behoorden v. Heel
en Paauwe tot de weinige uitblinkers. Halle
maakte een paar foutjes, welke hem echter dit
maal niet noodlottig werden. Aan het doelpunt
van Zwitserland had hij ahsoluut geen schuld.
Overigens was het voor Halle wel een mak
kelijke, doch waarschijnlijk geen prettige wed
strijd, aangezien hij betrekkelijk weinig te doen
kreeg.
Van de beide backs stak Caldenhovè ver bo
ven den invaller v. d. Hoven uit. Niet alleen
het afnemen van den D.W.S.-man was ook
ditmaal weer zeer goed, doch wij vonden thans
zijn wegwerken beter dan in de beide voorgaan
de wedstrijden tegen Noorwegen en Duitsch-
land. v. d. Hoven begon wat onzeker, doch her
stelde zich later. Overigens was deze wedstrijd
voor ons backstel niet zwaar, gezien het peu
terige spel der gasten voor het doel. Wanneer
Weber verhinderd is blijft echter voorloopig
het opstellen van Wilders te verkiezen.
(Slot op de volgende pagina)
I
Met deze overwinning op Zwit
serland heeft het Nederlandsche
elftal een nieuwe keurige pres
tatie verricht. Sinds Mei 1935
werd geen wedstrijd meer ver
loren en na de 1 -O-zege van
Engeland behoefden de Oranje
hemden in acht achtereenvolgen
de wedstrijden de beide punten
niet meer af te staan. Dit resultaat
is misschien nog verdienstelijker
te noemen dan het record in
twaalf achtereenvolgende uitwed
strijden ongeslagen te zijn.
AMSTERDAM, Zondagmiddag.
Wat zullen de bewoners van de
huizen aan den Amstelveenscheweg
en aan den Stadionweg wel gedacht
hebben, toen ze Zondagmiddag die
drommen zagen optrekken, de kragen
hoog op, regen- over winterjas, plaids
over den arm, koude neuzen en roode
ooren, den warmen adem voor zich
uit blazend in de koude winterlucht?
Als ze er voor hun baas naar toe moesten,
souden ze een straatje omloopen, zei iemand
schamper, maar iemand die zoo iets zegt, weet
blijkbaar niets van de groote aantrekkings
kracht, die het voetbal nog altijd op duizenden
Uitoefent, ondanks teleurstellingen van een
kouden, triesten, sneeuwigen winterdag, on-
öanks een knietje van Smit of een enkel van
bakhuijs, een schouder van Weber, het ouder-
yorden van Van Heel en het dubieuze van het
111 vorm zijn van Anderiessen, de gevreesde
sterkte of de tot onverschilligheid stemmende
hüddelmatigheid der tegenpartij.
Toch, het Stadion liep vol, het liep vol zooals
altijd, zooals het vol zou geloopen zijn in Mei,
zooals het zou geschied zijn wanneer „de on-
Zeh" tegen Pategorië spelen zouden.
Waarom? Omdat we „de onzen" nu eenmaal
Sraag zien, omdat voetbalspel een mooi spel is,
ti&t vaak bekoort on altijd het ongewisse heeft
yuri den niet te voorspellen uitslag voor de
laatste minuut van de laatste drie kwartier is
Verstreken.
Wij gaan blootshoofds of met ijsmutsen op, in
®ns colbertje of in onzen duffel, we gaan in
ben zonneschijn en in den regen, bij wind en bij
sneeuw.
Omdat wij voetbal willen zien, dat schoone
spel met zijn snelheid en zijn tactiek, met zijn
techniek en zijn talrijke verrassingen, met zijn
onvoorziene wendingen, zijn spannende aanval-
ten, zijn stoere verdediging, met zijn brillante
teomenten, met zijn spannende hoekschoppen,
•hot zijn fraaie uitvallen der doelmannen, met
al dat vele andere moois nog, dat voetbal, als
het goed gespeeld wordt, te bieden heeft.
We nemen het onttakelde Stadion op den
koop toe, omdat we het zou dat door Rotter
dam komen? op eens zóó vertrouwd voelen,
°f omdat er zooveel schoone herinneringen aan
Vast zitten van de Olympische Spelen, waarvoor
het gebouwd werd, van de Olympische dagen,
die or daarna zijn gehouden, van al de andere
sport-evenementen, die we er in de welhaast
tien jaren van zijn bestaan in hebben mee
beleefd.
Het is er als altijd, ondanks de koude, ondanks
de vieze, vlokkige, natte, klamme sneeuw, ge
zellig, leuk-rumoerig, prettig druk, bont, kakel
bont van kleur en geluid, Groningsch, Bra-
bantsch, Rotterdamsch, sappig-Mokumsch, chic
Haegsch, we hooren het allemaal door elkaar.
He „laatste officieele" programma's worden
Uitgevent, de Holland-Zwitsersche chocola doet
°Pgeld en de tafeltjes met het glinsterende
goedje, dat oen Amsterdammer „dun" noemt,
zÜn moeilijk te zien door de haag van men-
tehen, die er om heen staat.
Binnen is het handjes-geven aan relaties uit
de provincie, gezellige, prettige, gemoedelijke
kerels, die zoo'n daagje in Mokum wel mogen.
Het politie-muziekkorps blaast er lustig op
los, er wordt geleurd met warme croquetten en
Versche gevulde koeken (zouden er ook men-
schen zijn te vinden, die nummer één koud en
hummer twee oudbakken zouden willen heb
ben?).
't Groote nieuws, dat van mond tot mond
§aat, is dat Bakhuijs van de partij zal zijn. De
ulgemeene vreugde daarover kan de teleurstel-
hhg in de harten der Amsterdammers over het
hiet-meespelen van Wilders niet heelemaal ver
dringen.
He klaroenen schetteren en daar komen ze
tusschen de blauw-wit-getruide ballenjongens
door, de stevige Zwitsers, fiksche, stoere knapen
Seheel in het wit, het roode kruis der Confede-
Vutio Helvetica op de borst, als goede, sportieve
hiakkers het publiek onthoudt dat wonder
wel bijzonder krachtig toegejuicht.
Maar zoo krachtig kan het hegroetingsapplaus
niet geweest zijn, tegen den orkaan, waarmee 't
welkom aan „de onzen" wordt vergezeld, kon
het toch niet op.
Van Heel wint den toss, iets, wat in deze om
standigheden niet veel uitmaakt, want de wind
jaagt de sneeuw dwars over het veld en als
Frigerio den bal aan het rollen brengt, staan
de elftallen als volgt tegenover elkaar:
NEDERLAND:
Halle,
V. d. Hoven, Caldenhove,
B. Paauwe, Anderiessen, Van Heel,
Wels, Van Spaandonk, Bakhuijs, Vrauwdeunt,
Van Nellen.
Scheidsrechter: Baert (België)
G. Aebi, Abegglen, Frigerio, Karcher, Bickei,
P. Aebi, Vernati, Guinchard,
Gobet, Lehmann,
Bizzozero.
ZWITSERLAND:
Onze geheel in het wit gestoken gasten zet
ten direct koers in de richting van Halle, maar
zoover komen zij niet, want de Oranje-backs
roepen hun een halt toe, iets, wat zich onmid
dellijk daarna herhaalt. Bij een derde poging
komen de Zwitsers verder, want nu moet ook
Halle er aan te pas komen om een schot van
den linksbuiten George Aebi onschadelijk te
maken. Als v. d. Hoven door weifelen even la
ter een gevaarlijk moment veroorzaakt, wordt
het gevaar eveneens bezworen. Hierna krijgt
rechtsbuiten Bickei een kans, maar hij lost
slechts een tam schot, dat bovendien slecht ge
richt is en dientengevolge ver over gaat.
Dan er zijn inmiddels vijf minuten ver
streken weet de Nederlandsche voorhoede
ten aanval te trekken en zij doet dit onmid
dellijk op een wijze, welke dengenen, die door
het onstuimige begin der Zwitsers wat beduusd
waren, weer vertrouwen geeft. Een pass van
Bakhuijs, die aanvankelijk met Van Spaandonk
van plaats gewisseld had, naar Van Nellen, een
voorzet dicht bij de hoekvlag vandaan, de bal
komt gevaarlijk voor het vijandelijk doel te
zweven, maar Bizzozero grijpt onvervaard in
De Zwitsersche vleugelspelers vragen dan weer
alle aandacht van onze verdedigers, want zoo
wel Aebi als Bickei geven goede voorzetten, die
evenwel zonder resultaat blijven. Het spel heeft
nu een wisselend beeld gekregen. De Neder
landsche verdediging en middenlinie raken nu
wat ingespeeld, hoewel het plaatsen nog verre
van nauwkeurig geschiedt. Een rush van Wels
heeft geen succes en een kopbal van Bakhuijs,
die het leder door Van Spaandonk precies op
maat aangegeven krijgt, belandt in de handen
van den Zwitserschen keeper.
Nu breekt Bickei, die vooral in het begin van
deze ontmoeting dikwijls te veel vrijgelaten
wordt, door. Er ontstaat een hachelijke situatie
voor ons doel, want als Halle zich na den lagen
voorzet van den Grasshoppers-buitenspeler op
den bal wil werpen, glijdt het glibberige leder
hem door de handen. Xam Abegglen snelt toe
om zijn kans waar te nemen, maar een der
Oranje-verdedigers is hem juist te vlug af en
weet den bal voor de voeten van den Zwitser
schen veteraan weg te pikken. Er is bijna een
kwartier verstreken, een kwartier, waarin de
Zwitsers veel meer in den aanval waren.
Het eerste kwartier is echter nog niet
cm, als Nederland plotseling de leiding
heeft genomen met een zeer fraai doel
punt, waarvan Bakhuijs de maker is. Van
Spaandonk heeft den bal vrijgespeeld, wel
ken hij daarna doorgeeft naar Vrauwdeunt,
die op zijn beurt het leder afgemeten voor
de voeten van Bakhuijs plaatst. De Hage
naar is een oogenblik aan zijn bewakers ont
snapt. Wel heeft hij twee Zwitsers op de
hielen, maar dit is geen beletsel om een
zuiver geplaatst schot te lossen en via de
rechterhand van Bizzozero vliegt de bal hoog
in de touwen (10).
OnmiddelliAk daarna zitten de Zwitsers voor
het Nederlandsche doel, maar onze achterhoede,
waarin Caldenhove excelleert, breekt de steeds
volgens hetzelfde systeem opgebouwde aanvallen,
die tenslotte door te ver doorgevoerd samenspel
het zal in het vervolg van den strijd nog dik
wijls blijken een ontijdig einde vinden. Hier
ontbreekt het verrassende element, dat juist
een der gevaarlijkste wapenen van den Neder
landschen aanval is.
Nederland heeft de leiding, eigenlijk tegen de
verhouding in. Maar 't door Bakhuijs gescoor
de doelpunt blijkt van grooten invloed te zijn.
De Nederlandsche ploeg heeft haar zelfver
trouwen nu geheel terug. De ban is gebroken
en dat de weg naar het vijandelijke doel nu
gevonden is blijkt wel uit een offensief, dat
Bakhuijs en zijn mannen nu openen. De Zwit
sersche achterhoede blijkt echter eveneens goed
voor haar taak berekend te zijn. Ons binnentrio
ziet zich steeds de kansen ontnomen. Lang
duurt het overwicht trouwens niet, maar daarna
zijn beide partijen vrijwel aan elkaar gewaagd
en zoo blijft het verder de geheele eerste helft.
Het publiek kan beide voorhoedes om beurten
in actie zien, het gladde veld en de gestaag neer
dwarrelende fijne sneeuwvlokken ten spijt.
De Zwitsers mogen van geluk spreken als
Bakhuijs een schot lost, dat precies Bizzozero op
zijn weg vindt, maar ook Halle heeft over de
medewerking van Fortuna niet te klagen, als
Frigerio van dichtbij in het zijnet schiet.
Een Zwitsersche back bezorgt zijn landgenoo-
ten een onaangenaam oogenblik als hij zoo in
het nauw wordt gebracht, dat hij bijna in eigen
doel kopt. Bij den hierdoor ontstanen hoekschop
plaatst Wels den bal goed voor 't doel. De op
springende keeper wil den bal bemachtigen maar
mist grandioos, doch voor er verder iets gebeu
ren kan, verhuist het leder naar den anderen
kant, waar Halle zijn handen kan warmen aan
een ver schot van G. Aebi.
Het spel blijft op en neer golven en het gladde
en zware veld blijkt over het algemeen voor de
spelers geen beletsel te zijn om het hooge tempo
vol te houden. Het publiek ziet reeds in gedach
ten den gelijkmaker, als onze doelman een door
Bickei ingeschoten bal voor de voeten van
Abegglen slaat, maar het schot, dat deze uit
moeilijke positie lost, gaat voor het doel langs
naast.
Caldenhove blijft het groote struikelblok voor
de Zwitsersche aanvallers, die wel enkele malen
een corner weten te forceeren, maar geen suc
ces kunnen boeken. En als zij nog eens een
kans krijgen, blijkt hun schot volkomen te
falen. Het goede veldspel van de Zwitsers steekt
wel heel erg af bij de afwerking der aanvallen.
„Wat zijn de Zwitsers van plan?" vraagt het
publiek zich af, als het onmiddellijk na de
pauze getuige is van eenige enthousiaste aan
vallen van onze gasten, waarvan er een bijna
succes oplevert, als Frigerio na een voorzet van
links een keihard schot lost, dat Halle slechts
met de grootste moeite corner kan werken.
Hiermede blijken de Zwitsers echter voorloopig
hun kruit verschoten te hebben en zij krijgen
een koude douche, daar zij in plaats van den
gelijkmaker, dien Frigerio's schot had kunnen
opleveren, nauwelijks een minuut later hun
achterstand vergroot zien.
Bij een uitstekend opgezetten Nederland
schen aanval, geeft Bakhuijs, die op dat
moment een teruggetrokken positie inneemt,
den bal aan van Spaandonck, die van dicht
bij hard inkogelt. De keeper stompt het leder
het veld weer in, waar het echter wordt
bemachtigd door den snel toegeloopen
Vrauwdeunt, die onder groot gejuich den
Nederlandschen voorsprong vergroot.
Abegglen (in het midden) heeft
Toch zijn de Zwitsers niet ontmoedigd en als
Karcher den bal van Frigerio krijgt, probeert
de rechtsbinnen met een ver schot Halle te
verschalken. De Deventer reus is op zijn post.
Als de kleine Wels, die het tegen den robusten
Paul Aebi niet gemakkelijk heeft, daarop langs
de lijn snelt, wordt deze fraaie aanval door den
scheidsrechter ten onrechte voor buitenspel on
derbroken, iets wat voor de rust ook tweemaal
bij een Zwitserschen aanval het geval was.
Caldenhove krijgt een applaus als hij weer
op keurige wijze een doorbraak van de gasten
onderbreekt. Steeds duikt de D.W.S.-er op, als
er gevaar dreigt en zijn uitnemend werk stelt
dat van zijn partner, den debutant v. d. Hoven
een heel stuk in de schaduw. Ook Anderiessen
valt thans meer op dan voor de rust. De Ajacied
had echter vooral aan den (^weeglijken Frigerio
dikwijls de handen vol.
Als Paauwe den bal opbrengt, plaatst hij uit
stekend voor den doelmond, maar Bizzozero laat
zich niet verrassen en is juist een onderdeel van
een seconde eerder bij den bal dan Vrauwdeunt.
Van Nellen zoekt even later het doel te hoog
en dan vraagt Caldenhove weer de aandacht,
als hij Karcher vrijwel op de doellijn een zekere
scoringskans ontneemt.
Geleidelijk aan is het spel aan weerskanten
verslapt. De aanvallen loopen aan beide zijden
steeds dood op de verdedigingen.
Het laatste kwartier gaan de Zwitsers al hun
aandacht aan den aanval schenken. Hun mid
denlinie dringt soms ver op, maar hoewel zich
verschillende kansen voordoen, blijft succes
toch uit. Onze verdediging krijgt nu even heel
wat werk te verzetten.
Een verraderlijk boogschot van Frigerio
gaat via de lat over, maar eindelijk krijgen
ook de gasten reden tot juichen, als Abegglen
na goed samenspel met Karcher vijf mi
nuten voor het einde den bal in het doel
werkt (21)
De Zwitsersche aanvallen houden nog even
aan, maar Caldenhove c.s. geven geen pardon.
De laatste minuten zijn weer voor de Hollanders,
waarbij Wels zich nog eens extra roert, en dan
is de Nederlandsche zege op Zwitserland een
voldongen feit.