Zoekt gij betrouwbaar Personeel? I Plaats dan een „Omroeper voor 80.000 gezinnen De bomexplosie in een trein. i im Van een soldaat en 30 ganzen O Bram vertelt over vleermuizen DONDERDAG 11 MAART 1937 |iiininiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiuiiiiiiii!iiiiimuiiHiiiiiimiiiiiiiiininn!iiii!iiii!iininniinnnnnnnnnmimiE 99 I Er leefde eens 'n soldaat die zijn leven lang dapper en moedig voor den Tsaar gevochten had. Maar ondanks dat had hij den Tsaar persoonlijk nog nooit gezien. Toen hij eindelijk gepensionneerd werd en voor goed thuis kwam, was het natuur lijk steeds maar vragen naar zijn wederva ren en avonturen! De meesten vroegen daarbij ook, hoe de Tsaar er uitzag, hoe hij gekleed ging en wat hij zoo allemaal deed overdag. Dan moest de soldaat toegeven dat hij den Tsaar zelf nog nooit gezien had. Wat werd hij dan uitgelachen! Sómmigen keken hem zelfs met den nek aan en zeiden: ;,We vinden het diep treu rig, dat iemand die zijn leven lang voor den Tsaar gevochten heeft, nog niet eens weet hoe hij er uit ziet. Nou, een fijne soldaat ben jij geweest." Ze keken hem daarbij zóó verachtelijk aan, dat de soldaat er tranen van in de oogen kreeg. Toen er weer eens iemand een opmerking over maakte, haalde hij zijn verschoten sol datenpak voor den dag, smeet zijn geweer over den schouder en stapte in flink tempo naar de stad, waar het paleis van den Tsaar gelegen was. Hij zocht het paleis op, stoorde zich niet aan den schildwacht en stapte naar bin nen. Hij liep door verschillende gangen, keek hier en daar eens in de zalen en kamers, tot hij eindelijk een groote zaal bereikte waar de Tsaar op een fraai bewerkten troon zat.. De soldaat stapte naar binnen in stram me houding, salueerde en zei: „Goedenmor gen Tsaar „Goedenmorgen, soldaat," antwoordde de Tsaar verrast, „wat'is er van je dienst?" „Ik wou u alleen maar even van onder tot boven bekijken," zei de soldaat." „Zoo," antwoordde de Tsaar, die schik in het geval begon te krijgen, „mag ik mis schien ook weten waarom?" „Natuurlijk," zei de soldaat, „kijk eens, ik heb mijn leven lang voor u gevochten, maar ik heb u zelf nog nooit ontmoet! Nu ben ik een oud man en gepensionneerd en nu spotten ze thuis met me omdat ik u nog nooit gezien heb. En daarom heb ik vandaag dertig kilometer geloopen om je eens even goed op te nemen! begrijp je!" „Ik begrijp het," antwoordde de Tsaar ernstig, „als je wilt, loop dan maar eens om mijn troon, dan kun je me van alle kanten bekijken." „Dat is fijn van je," zei de soldaat, die zich hoe langer hoe meer op zijn gemak begon te voelen. Hij liep een paar maal om den troon en keek zijn oogen uit. Tjonge, wat zag die Tsaar er fijn uit. Zijn kleeren waren heele- maal met goud bestikt en de troon, waar hij op zat was van voor en achter met de hand bewerkt. „En, soldaat," zei de Tsaar na een tijdje, „wat denk je wel van me?" „Ik ben best tevreden over je," antwoord de de soldaat, „alles ziet er even piekfijn uit en je bent zelf ook knap!" „Dat doet me plezier," riep de Tsaar, maar bij zichzelf dacht hij: „Ik zal dien soldaat eens op de proef stellen." „Soldaat," zei hij hardop, „weet jij hoe breed de aarde is?" De soldaat zou geen soldaat geweest zijn, als hij geen antwoord had kunnen geven. „Jawel, Tsaar," antwoordde hü, „aan de zen kant gaat de zon op en aan dien kant gaat zy onder, zóó breed is de aarde." „En weet jy ook hoeveel sterren er aan den hemel staan?" „Eenenveertigmilj ard, zeshonderdnegen- twintig, tel ze maar na!" „En weet jy ook, waarom zwanen zulke lange halzen hebben?" vroeg de Tsaar verder. „NatuurUjk," zei de soldaat, „anders zou den ze immers verdrinken by hoog water!" „Prachtig," riep de Tsaar, „je hebt goe de antwoorden gegeven. Toch moet ik je in de gevangenis laten gooien. Ik zal je daar echter dertig ganzen sturen. Van elk van die ganzen moet je één veer uittrekken! Als je dat gedaan hebt ben je vry!" „Ik zal mijn best doen," zeide de soldaat en ze leidden hem naar de gevangenis. Toen liet de Tsaar dertig van de voor naamste en rykste kooplieden uit de stad voor zyn troon verschijnen. Hij deed hen dezelfde vragen ais den soldaat. Ze dach ten diep na, trokken gewichtige rimpels in hun voorhoofd, maar geen van hen wist op de vragen een antwoord. De Tsaar liet hen daarvoor in de gevangenis stoppen by den soldaat. „Waren die vragen dan zoo moeiiyk?" vroeg de soldaat. „Reken maar," zeiden de kooplieden, „de eerste was: Hoe breed is de aarde, de twee de: Hoeveel sterren staan er aan den he mel, wie weet dat nou! en de derde: Waarom hebben de zwanen lange halzen!" „Ik wil je de antwoorden wel geven," zei de soldaat, „maar dan moet ik van ieder van jullie duizend ryksdaalders hebben." De kooplui keken zuur, maar er zat niet anders op dan het maar eens te probeeren, hoewel ze dien gebaarden soldaat aller minst vertrouwden. Daar was de eerste al met zyn portemon- naie en betaalde de duizend ryksdaalders uit. Daar was er nog een en nog een. En tenslotte had ieder betaald. „Ziezoo," zei de soldaat, „en nu zal ik jullie eens vertellen wat je moet antwoor den op de drie vragen." Ze sprongen in het rond van biydschap dat ze nu de antwoorden wisten en schreeuwden den gevangenbewaarder toe, dat hy aan den Tsaar moest gaan zeggen dat ze nu de vragen wel konden beantwoor den, nu ze er maar rustig over hadden kunnen nadenken. Ze verschenen voor den Tsaar en die deed hen nogmaals dezelfde vragen. Met hun antwoorden was hy tevreden, en ze kregen hun vryheid terug. Na een poosje liet de Tsaar den soldaat roepen. „Zoo soldaat," groette de Tsaar, „heb je de dertig ganzen die ik je gestuurd heb, ieder een veer uitgetrokken?" „Reken maar," antwoordde de soldaat en knipoogde eens, „luister maar eens." Hy rammelde met zijn broekzakken. „Dat is goed gedaan," zei de Tsaar, „hier heb jy er nog duizend rijksdaalders by en ga nu maar gauw naar huis vertellen, hoe de Tsaar er uit ziet." „Dag Tsaar," zei de soldaat, „dat je be dankt bent, dat weet je!" Keurig maakte hy rechtsomkeert en met een flinken pas marcheerde hy de zaal uit, door de gangen, de trappen af en sloeg den weg in naar huis. En toen hy thuis kwam en rustig voor zijn deur een pijpje ging rooken, liet hij al zyn familieleden en kennissen komen en trotsch vertelde hy zyn laatste avontuur en hoe de Tsaar er uit zag. Nu was er niemand meer die hem uit lachte. P. B. De kurk in de flesch 't Gebeurt herhaaldelijk, dat een kurk van een flesch je er in schiet. Niet alleen dat 't vervelend is, dat 't ding er in dry ft, maar je bent tevens je stop kwijt. Maar je krijgt er haar heel gemakkeiyk weer uit met het instrumentje, dat je ma ken kunt van een stuk ijzer draad, zooals je dit hieronder ziet op fig. I. Je buigt het eind draad precies zóó, zooals dit op het teekeningetje is aangegeven. Van draad A buig je boven 'n haak B. Deze dient om den vinger door te ste ken. Aan den onderkant buig je een spi raal D, waarvan je het ondereind (C) om- buigt tot 'n rechtop-staande punt. Je laat nu het instrumentje door den hals van de flesch, zooals dit in het tweede teekeningetje is aangegeven. Wanneer je het ding dan omhoog trekt, wip je de kurk heel eemakkelyk uit de flesch. Ze zaten heel gezellig met hun vieren by elkaar: Kees, Bram, Rob en Eve lien. Buiten viel de regen in stroo men. Kees was de eerste, die de stilte ver brak. „Zeg, Bram, wil jy ons eens iets ver tellen? Wij zitten nu juist zoo gezellig by elkaar." „Goed", was het antwoord. „Ik heb gisteren voor het eerst weer een vleer muis gezien en toen een boek gezocht, waarin over vleermuizen een en ander te lezen viel. Zal ik eens wat over die dieren vertellen?" De stoelen werden by geschoven en Bram begon: „Den heelen winter hebben de vleermuizen in den ouden toren doorge bracht, als een grauwe zak, hangende aan hun achterpooten (Fig. 1). De vlieghuid hebben ze om zich heen geslagen als een manteltje. Ik heb er een teekening van gemaakt, zooals ik het in een boek zag. Nu het weer zachter werd, kwam het grauwe zakje in beweging, rekte zich eens uit en vloog een poosje rond. 't Was eigenlijk nog een beetje koud en de mugjes, die sinjeur anders wist te verschalken, waren nog maar schaarsch. Toen hy zoo rondvloog, kon je zien, dat het 'n grootoor vleermuis was (Fig. 2). Neen, het was nog niets ge daan daar buiten. Vriend grootóorvleermuis keerde naar zyn toren terug, hing zich opnieuw aan zyn achterpooten op en dom melde weer in. In het boek stonden nog andere vleer muizen beschreven. Zoo las ik het verhaal van den vampyr, waar de menschen zoo bang voor zyn. Zy meenen, dat de vam- pyrs hun bloed afzuigen, tot zy er aan ster ven. Maar daar is niets van aan. Er zyn wel vleermuizen, die bloed zuigen, maar die kunnen we niet als gevaarlijk voor men schen beschouwen. Zelfs in ons land ko men bloedzuigende vleermuizen voor, na melijk de hoefijzemeuzen. Kijk maar eens wat een lief gezichtje die hebben (Fig 3). Of vind je ze niet lief?" „Bah" zei Evelien uit den grond van haar hart. „Kom, kom. Die aanhangsels aan hun neus zyn erg gevoelig. Ook de groote oorschelpen schy- nen meer op het gevoel, dan op een goed gehoor te wijzen. En nu moet ik jullie nog over vleermuizen vertellen, die ik zelf in Indië veel gezien heb, namelijk de kalongs of vliegende honden (Fig. 4). Op het plaat je zie je ze als rijpe vruchten aan een tak van hun „slaapboom" hangen. Kalongs zyn groote dieren, 40 c.M. lang, met een vlucht van 1.50 M. Als je bedenkt, dat ze by honderden in zoo'n boom hangen, kun je wel denken, dat ze erg schadelijk kun nen worden. De inboorlingen eten ze weL Al zijn de kalongs hoofdzakelijk vruchten eters, ze gebruiken toch ook wel ander voedsel, bijvoorbeeld insekten. Zelfs schij nen de dieren graag visch te eten. In ge vangenschap worden zij verbazend tam en eten elke vrucht, die men hun voorzet. Ook eten ze heel graag stukjes vleesch. Ia Engelsch-Indië komt de vliegende vos voor, vooral op Ceylon. Die dieren komen in zoo groote zwermen voor, dat men ze met muggen, of met bijenzwermen kan verge lijken. Met hun groote, scherpe klauwen vernielen zij de bladeren van de boomen. Behalve vruchten eten de vliegende vossen insekten, vogeleieren en jonge vogeltjes, visschen en zelfs boomslangen. Ze hebben onder elkaar soms de heftigste ruzie en krabben en bijten, dat het een aard heeft- De inboorlingen vervolgen ze om him lekker smakend vleesch. Evenals de vlie gende honden kunnen ze uitstekend de ge vangenschap verdragen en zijn ze al lang geleden in Europa ingevoerd en in leven gehouden. Ziezoo, nu weten jullie er net zoo veel van, als ik." Allen waren het er over eens, dat Bram zijn best had gedaan en dat ze een bijzon der gezelligen middag hadden gehad. Ve regen had intusschen opgehoouden, zoodat zij net voor het eten nog een frisschen neus konden halen, waar niemand bezwaar te gen had. Als het den volgenden keer weer mocht regenen, nam Kees op zich het gezelschap aangenaam bezig te houden, zooals hij zei. A. L. FOTOREPORTAGE Een vonkenregen spat rond bij bet electrisch lasschen der onderdeelen voor de nieuwe electrische stroomlijn- treinen, die voor de Ned. Spoorwegen bij de firma Beijnes te Haarlem in aan bouw zijn. Voor de noodlijdende Spaansche be volking worden in verschillende steden van Spanje door de nationalistische organisaties volkskeukens opgericht. Aantreden voor het het middagmaal in een keuken te Salamanca 'imzÊËÊ De vernielde spoorwagen van den snel trein Marseille Port Bou, waarin op het station Cerbère een bom ontplofte tengevolge van een geheimzinnigen aanslag. Omtrent den opzet daarvan tast men in het duister De heer J. J. van Buitenen, wethouder te Breda, is benoemd tot burgemeester der gemeenten Rucphen en Vorenseind Bij het destructiebedrijf te Overschie is men druk bezig met het ontleden der gestrande potvisschen. De vetlaag wordt in stukken gehakt en gesneden, waarna deze in groote tonnen worden verpakt De verkiezingscampagne in Britsch Indië kenmerkte zich door Buitengewone heftigheid. Een karakteristieke opname van de leidster Sarojini Naidu tijdens een hartstochtelijke redevoering Op de werf van J. en K. Smit te Kinderdijk is een nieuwe tinmolen in aanbouw, in opdracht van het Indisch gouvernement. Een kijkje op het gevaarte, dat drie meter langer zal worden dan de dezer dagen tijdens het transport vergane „Kantoeng" o F>o DE V.P. D. Glooien, vil*— W« t G'pO-tOorvtltMniio Gein tftutkvti* .m vltc» n»

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 4