Regeering verdedigt nogmaals
Grondwetsherziening
ZIJN HARTEKIND
ANTWOORD AAN DE
EERSTE KAMER
[uit het duitsch
DINSDAG 23 MAART 1937
Onder bestaande rechtsorde"
valt ook bijv. het aansporen
tot het bezetten van
fabrieken
Openbare lichamen
voor beroep en bedrijf
Drukpersvrijheid
Revolutionnaire vertegen
woordigers
Democratie gediend
Opheffing parlementaire
onschendbaarheid
HET PLAN-DETERDING
Stopzetting van den aankoop
NIJVERHEIDSRAAD
Bezwaren tegen zakelijke
bedrij f sbelasting
DE PRINCEVLAG
Het hoofdbestuur bijeen
Administrateur pleegde
fraude
Arnhemsch Ziekenhuisverple-
gingsfonds gedupeerd
RAPPORT COMMISSIE
VAN LOON
Opmerkingen van de industrie
BELEEDIGING VAN HITLER
Vijftig gulden boete
UITLOKKING TOT BRAND
STICHTING
Een nieuw onderzoek gelast
LICHAMELIJKE OPVOEDING
Gedenkboek van de vereeniging
van leeraren en onderwijzers
Congres pianostemmers
Onrechtmatig steuntrekken
PROCES TEGEN DE K.L.M.
Uitvloeisel van het ongeval op
Croydon op 9 December l.l.
AFSCHEID D. HANS
Als voorzitter van den Ned.
Journalistenkring
DE KONINGIN BEZOEKT EEN
KINDERZIEKENHUIS
Goedkoope Paaschtelegrammen
Ned. Heide-Maatschappij
Tractor tegen tram
gebotst
Aanhangwagen bleef steken
in postwagen
PASTOOR F. FLEERAKKERS
Eervol ontslagen als leger
aalmoezenier
GEEN EENHEID BIJ DE
EENHEID
INSTALLATIE ZAANDAMS
BURGEMEESTER
Edelvalk in Marseille
Apothekers-assistent
UIT DE STAATSCOURANT
Onderscheid ingen
Rechterlijke macht
Posterijen
Financiën
Scheepvaart-inspectie
Verschenen is de memorie van
antwoord aan de Eerste Kamer be
treffende de Grondwetsherziening,
waaraan we het volgende ontlee-
nen: f
Een gedachtenwisseling over de beteekenis
van artikel 198 der Grondwet in verband met
het samenvallen van de verkiezingen als deel
van de grondwettelijke herzieningsprocedure en
de periodieke verkiezingen van de Tweede Ka-
Her, is in haar algemeenheid zeker niet van
belang ontbloot. In het onderhavige geval plei
ten, evenals trouwens in 1917 en 1922, naar het
oordeel van de regeering voor dit samenvallen
verschillende gronden. Wanneer de regeering
de voorbereiding van de herziening van de
Grondwet niet had bespoedigd, zoodat de ver
kiezingen ex artikel 198 konden worden gehou
den tegelijk met de periodieke verkiezingen voor
de Tweede Kamer, hadden met zeer korte tus-
schenruimte twee verkiezingen moeten worden
gehouden. In verband met de moeilijke tijdsom
standigheden scheen dit minder wenschelijk.
De regeering is van oordeel dat de nieuwe
denkbeelden met betrekking tot staat en maat
schappij, die onmiskenbaar in wording zijn, nog
diet voldoende bezonken zijn, om in de Grond
wet hun verankering te vinden.
Inderdaad huldigt de regeering de opvatting,
dat de versterking van den invloed der chris
telijke beginselen op de staatkunde voorwaarde
is voor een beleid, dat aan ons volk in zijn ge
heel ten goede komt. Wat zal echter de beteeke-
his zijn van het neerleggen van deze opvatting
in de grondwet? Zou het bij uitstek kostelijke
goed waarom het hier gaat, daardoor beter
zijn bewaard en beschermd?
Naar het oordeel van de regeering zeker niet,
te meer niet, indien de bedoeling is een bloot
getuigende grondwettelijke voorziening. Boven
dien: dreigt niet het gevaar, dat men in de
practijk stuit op verschil van meening ten aan
zien van den inhoud dier beginselen of van de
consequenties, die hieruit voortvloeien? In dat
geval zou de gewenschte vermelding in de
Grondwet toch ook haar minder goede zijde
kunnen blijken te hebben.
Hetzelfde geldt ten aanzien van den wensch,
dat in de Grondwet zouden worden opgenomen
de leidende gedachten op het stuk van het
sociale leven.
Naar het oordeel van de leden, die een grond-
Wetsherziening in grooten stijl voorstonden, is
ook de inhoud van onze staatsregeling, zooals
deze in de Grondwet is opgenomen, rijp voor
een herziening.
Indien de regeering op een bedenking niet
bedacht is geweest, is het wel deze, dat het
vierde hoofdstuk van de Grondwet onbevredi
gend zou zijn. Onder de beginselen, die den
Grondwetgever van 1848 hebben geleid, staat de
idee van den gedecentraliseerden Staat voorop.
Eenige leden hebben noode een voorstel ge
mist. waarbij, in het belang van een gezonde
Werking van het vertegenwoordigend stelsel, de
mogelijkheid zou worden geopend, dat in niet
voldoende mate onafhankelijke vertegenwoor
digers van bepaalde groepsbelangen van de ver
kiesbaarheid worden uitgesloten. De regeering
deelt dit standpunt niet.
Opneming van een recht tot arbeid in het
eerste hoofdstuk zou de regeering niet wen
schelijk achten.
De regeering heeft gemeend, geen voorstellen
te moeten doen op het stuk van delegatie van
Wetgevende bevoegdheid, omdat zij een desbe
treffende regeling in de Grondwet niet nood
zakelijk acht.
Zooals de regeering reeds heeft uiteengezet,
neeft zij, na ampele overweging, gemeend, geen
voorstel te moeten doen tot wijziging van ar
tikel 7 der Grondwet. In de huidige tijdsom
standigheden, nu alles er op moet zijn gericht
te vereenigen, mag niet zonder dwingende
noodzaak een voorstel worden aanhangig ge
maakt, dat niet kan nalaten te verdeelen.
Te meer scheen de indiening van een ont
werp tot beperking van de vrijheid van de
drukpers niet noodig, omdat reeds het be
staande artikel 7 zich tegen het treffen van
een wettelijke regeling van het verbod van
een bepaalde uitgaaf niet zou verzetten.
De regeering deelt het standpunt van de le
den, die van oordeel zijn, dat verlaging van
den kiesgerechtigden leeftijd tot 21 jaren en
Verleening van het actieve kiesrecht aan alle
Nederlanders, ook de niet-ingezetenen, van be
doelden leeftijd niet wenschelijk is.
Ten onrechte zijn sommige leden van mee
ding, dat de aanleiding tot de indiening van
het wetsontwerp mogelijkheid tot vervallen
verklaring van het lidmaatschap van revolu
tionnaire vertegenwoordigers in vertegenwoor
digende lichamen is gelegen in het wangedrag
van enkele communistische afgevaardigden in
de vereenigde vergadering tot opening van de
zitting der Staten-Generaal, eenige jaren ge
leden. Die aanleiding ligt dieper. Vorengenoem
de gebeurtenis is niet meer dan een druppel
geweest in een emmer.
Naar de meening van de regeering
moeten uit de Volksvertegenwoordi
ging worden gebannen zq, die ken
nelijk niet kunnen deelnemen aan de
legale en constructieve taak, die op
de Staten-Generaal rust, daar zij re
volutionnaire beginselen tot uitdruk
king brengen en daardoor hun plicht
met voeten treden, waardoor zij het
aanzien van het Parlement schaden.
De omstandigheden van het bepaalde geval
zijn beslissend en onder omstandigheden kan
naast het directelqk ook het indirectelijk tot
uitdrukking brengen van een zoodanig streven
leiden tot vervallenverklaring van een lid
maatschap.
Ook de vraag, wanneer een streven op iets
gericht is, moet naar de omstandigheden van
het bepaalde geval worden beoordeeld
Onder bestaande rechtsorde moet worden
verstaan de rechtsorde, zooals deze binnen het
koninkrijk bestaat, waartoe ook behoort de in
ternationale rechtsorde, voor zoover het ko
ninkrijk daaraan deel heeft.
Indien een lid van de volksvertegenwoordi
ging een streven tot uitdrukking brengt, ge
richt op verandering van bepaalde wetsarti
kelen, met toepassing of bevordering van on
wettige middelen, zal hij van zijn lidmaatschap
kunnen worden vervallen verklaard.
De regeering verwacht, dat van het artikel
weinig of geen gebruik zal worden gemaakt.
Het feit alleen, dat een bepaling van deze
strekking in de grondwet staat, zal een heil
zame preventieve werking uitoefenen.
Het gaat in casu niet alleen om hetgeen
gezegd wordt in de Kamer zelf, intra muros,
maar om de gedraging van volksvertegen
woordigers, zoowel in als buiten de muren
van het Parlementsgebouw, gedragingen,
waardoor de waardigheid van het ambt
wordt neergehaald.
De regeering noemt de voorstelling gewaagd,
als zou de voorgestelde bepaling niet gericht
zijn tegen hen, die werkelijk revolutionnair
zjjn, doch slechts de strekking hebben, aan de
heerschende partijen de gelegenheid te geven,
haar onwelgevallige groepen uit te bannen.
Wel verre, dat zij de stelling kan deelen, da»
de vervallenverklaring van het lidmaatschap
der Volksvertegenwoordiging in strijd zou zijn
met het democratisch parlementaire stelsel,
zooals dit hier te lande geldt, staat de regee
ring op het standpunt, dat het democratisch
parlementaire stelsel door invoering van een
maatregel, als hier bedoeld, wordt gediend
Het aanzien van het parlement lijdt hopeloos
schade, wanneer het in zijn midden leden her
bergt, die openlijk er voor uitkomen, dat zfl
de eerste de beste gelegenheid willen aangrij
pen om, in strijd met hun plicht, de bestaande
rechtsorde aan te tasten. Alle stroomingen
moeten in de Volksvertegenwoordiging tot uit
drukking komen, zeker, maar de vertegenwoor
digers des volks mogen niet de revolutie pre
diken. Zij mogen een geheel andere staats- of
rechtsorde dan de bestaande voorstaan, zq mo
gen hun standpunt te dien aanzien met vol
komen vrijheid uiteenzetten, maar zij mogen
niet grijpen naar onwettige middelen.
Een verscherping van den inhoud en de toe
passing van de wet van den 22sten April 1855
tot regeling en beperking der uitoefening van
het recht van vereeniging en vergadering, in
het bijzonder met het oog op revolutionnaire
en half-revolutionnaire groepen, hoewel onder
omstandigheden zeker raadzaam, is in het al
gemeen toch niet zonder bezwaar. Zoodanige
verscherping levert steeds het gevaar op, dat
de revolutionnaire actie ondergrondsch wordt
en voor de overheid ongrijpbaar, bovendien
meer revolutionnair en eerder tot uitbarsting
kan leiden. Intusschen blijft de regeering op
dit punt waakzaam.
Tegen een preventieve controle op de poli
tieke partijen bij de candidaatstelling bestaan
zeker bedenkingen.
Onder den term „bestaande
rechtsorde" valt ook de door het
recht beschermde sociale en econo
mische orde. Het aansporen van ar
beiders tot het bezetten van een fa
briek ten einde de invoering der 40-
urige werkweek af te dwingen, valt
zonder den minsten twqfel onder dit
artikel.
Den Hoogen Raad zou de regeering wel een
zeer ongeschikt college hebben geacht, om te
cordeelen over de vervallenverklaring van het
lidmaatschap der vertegenwoordigende licha
men.
Dat het college, in het tweede lid van het
nieuw voorgestelde artikel 86, weinig vertrou
wen zal wekken, omdat het wordt benoemd op
voordracht van de Tweede Kamer, kan de re
geering niet aanvaarden.
De meening, dat een voorstel betreffende de
mogelijkheid om openbare lichamen voor be
roep of bedrijf in te stellen, slechts beteekenis
zou hebben in een nationaal-socialistischen,
corporatief georganiseerden staat, is zonder
nadere toelichting niet geheel duidelijk.
De openbare lichamen voor beroep en be
drijf, voor zoover aan hen in de toekomst
verordenende bevoegdheid zal wordèn ver
leend, zullen een soortgelijke functie in ons
staatsbestel vervullen als de reeds bestaan
de provinciën en gemeenten.
Aldus worden de lichamen met verorde
nende bevoegdheid vrijwel volledig bijeen
gebracht en behandeld onmiddellijk na de
organen der wetgevende macht.
De Tweede Kamer heeft er prijs op gesteld,
dat in de Grondwet de mogelijkheid zou wor
den geopend, dat staatssecretarissen worden
benoemd. De regeering ontveinst zich niet, dat,
wanneer van deze mogelijkheid gebruik zal
worden gemaakt, veel beleid geboden zal zijn.
Wanneer men de. klippen weet te omzeilen, die
ongetwijfeld dit instituut omringen, dan kun
nen daaraan inderdaad voordeelen verbonden
zijn. De ervaring zal moeten leeren of het in
stituut in ons staatsbestel levensvatbaarheid
zal hebben.
De opheffing van de parlementaire on
schendbaarheid ten opzichte van schending van
geheimen en opruiing is uit verschillende over
wegingen noodzakelijk.
Voor schending van geheimen geldt, dat het
delict, eenmaal gepleegd, althans bij openbare
vergaderingen op geenerlei wijze ongedaan kan
worden gemaakt.
In het desbetreffende wetsvoorstel is ge
streefd naar beperking. Om deze reden is niet
voorgesteld ook bq majesteitsschennis, smaad
of beleediging van ministers der Kroon of van
medeleden der Staten-Generaal de onschend
baarheid op te heffen.
Naar wij in de „Vee- en Vleeschhandel"
lezen, zal op 24 Maart de aankoop in ons
land, in verband met het bekende plan-Deter-
ding, worden stopgezet. In totaal zullen dan
5441 koeien aangekocht zijn.
Wegens drukke werkzaamheden heeft de heer
H. B. Peteri ontslag als gewoon lid van den
Nijverheidsraad genomen en is als zoodanig
vervangen door het plaatsvervangend lid, den
heer J. A. Dekker.
De Raad heeft oesloten de medewerking van
den minister van Handel, Nijverheid en Scheep
vaart in te roepen, om de zakelijke bedrijfsbe
lasting, die nog in tal van gemeenten wordt
geheven, afgeschaft te krijgen, omdat deze hef
fing niet alleen belangrijke economische be
zwaren voor de industrie met zich medebrengt,
maar ook belemmerend op de bestrijding van
de werkloosheid werkt. De zakelijke bedrijfsbe
lasting toch legt een last op het in dienstnemen
van iederen arbeider en heeft derhalve de ten-
denz om met aanstellen van nieuw personeel zoo
lang mogelijk uit te stellen en overbodig perso
neel eerder dan anders het geval zou zijn te
ontslaan.
Ook heeft de Raad den minister van Handel,
Nijverheid en Scheepvaart zijn meening doen
toekomeij over een regeling, om de nadeelen,
die in verband met het uittreden van Neder-
landsch-Indië uit de schikking van Madrid voor
internationale inschrijving van fabrieks- en
handelsmerken voor het Nederlandsche bedrijfs
leven mochten ontstaan, te verzachten.
Het hoofdbestuur van „De Princevlag" kwam
Zaterdag te Den Haag bijeen. Daaraan voor
afgaande had het hoofdbestuur namens de ver
eeniging een krans neergelegd bij het monu
ment ter nagedachtenis aan wijlen Koningin
Emma, in het rosarium op het Joz. Israëls-
plein.
Bij den aanvang der vergadering wijdde de
voorzitter, de heer Joh. G. L. Berlott, en
kele gevoelvolle woorden aan de nagedachtenis
van wijlen de Koningin Moeder, waarop een
telegram aan H. M. de Koningin werd ver
zonden.
Vervolgens werd behandeld het optreden der
vereeniging bij gelegenheid van het Prinselijk
huwelijk. Met dankbaarheid kon worden vast
gesteld, dat in de maanden December en Ja
nuari J.I., ondanks het weinige gunstige weer,
het vlaggen verrassend algemeen is geweest, zoo
in eigen land als in de overzeesche gewesten.
In verband met het afgekomen Koninklijk
besluit, waarbij het rood-wit-blauw als de of-
ficieele nationale kleuren werd vastgesteld, is
besloten, vooralsnog een afwachtende houding
aan te nemen.
Bij het Arnhemsch Ziekenhuisverplegings-
fonds is fraude ontdekt, in verband waarmede
de administrateur dier instelling en een kan
toorbediende zijn geschorst.
De administrateur inde gelden van onder
steunden, die langer dan zes weken ziekenhuis-
verpleging hadden genoten. Een gedeelte van
die gelden heeft hij achtergehouden. Hoe groot
het bedrag is, dat de administrateur in een
tijdsverloop van drie tot vier jaar heeft ver
duisterd, is nog niet bekend.
Mr. P. G. Knibbe, secretaris der Kamer van
Koophandel voor het Rijnland te Leiden, heeft
een open brief gezonden aan alle belangstellen
den in den land- en tuinbouw over de gevolgen
van een eventueele uitwerking van het rapport
van de commissie-Van Loon. De schrijver van
den brief komt op tegen het streven van de
commissie om de winst uit handel en industrie
ten goede te doen komen aan agrarische pro
ducten.
De Rotterdamsche rechtbank heeft uitspraak
gedaan in de zaak van dr. K. P. P., directeur
van Ons Huis in Rotterdam, die terecht heeft
gestaan wegens beleediging van het hoofd van
een bevrienden staat. Dr. P. had n.l. in een in
Ons Huis gehouden tentoonstelling De Olym
piade Onder Dictatuur een afbeelding van Hit-
Ier toegelaten met als onderschrift een uitla
ting van dr. Von Gruber, waarin, de gelaatsuit
drukking van den rijksleider werd gekenschetst
als die van een opgewonden waanzinnige.
De rechtbank achtte het ten laste gelegde be
wezen en veroordeelde dr. P. tot vijftig gulden
boete, subsidiair twintig dagen hechtenis.
De Rotterdamsche koopman P. V. was wegens
uitlokking tot brandstichting in zijn manufac
turenzaak op den Oudendijk door de rechtbank
te Rotterdam veroordeeld tot twee jaar gevan
genisstraf.
In den nacht van 6 op 7 October was in ge
noemde zaak brand ontstaan, terwijl V. met
vacantie op reis was. V. was, nadat hij van den
brand op de hoogte was gesteld, dadelijk naar
Rotterdam teruggekeerd, doch bij aankomst
door de politie gearresteerd, omdat men ver
moedde, dat hij meer van het geval afwist.
In hooger beroep voor het Haagsche Hof had
de advocaat-generaal mr. A. Rombach een ge
vangenisstraf van drie jaar geëischt.
Het Hof heeft de zaak naar den rechter
commissaris teruggewezen.
Deze maand bestaat de vereeniging van
leeraren en onderwijzers in de lichamelijke op
voeding vijf en zeventig jaar. Ter gelegenheid
van dit feit, heeft de vereeniging een gedenk
boek uitgegeven. Dit boek bevat in de eerste
plaats een historisch overzicht van het werk
van de vereeniging in de vijf en zeventig jaar
van haar bestaan en voorts nog eenige belang
rijke bijdragen van vooraanstaande persoon
lijkheden op het gebied van de lichamelijke
opvoeding.
Zaterdag 20 Maart 1937 vond te Rotterdam
In Grand Hotel Coomans, het 22ste Bonds-
congres plaats van den nationalen bond van
muziekinstrumentmakers en -stemmers. Beslo
ten is o.a. de actie voor het vakdiploma, zoo
mogelijk in samenwerking met de Nederland
sche Toonkunstenaars Vereenigingen, krachtig
voort te zetten, om daardoor zooveel mogelijk
paal en perk te stellen aan de vaak ergerlijke
verknoeiing van muziekinstrumenten door on-
Vakkundigen.
De bestuursverkiezing had tot resultaat, dat
de heer L. Koesier, te Rijswijk Z.H. als bonds
voorzitter werd herkozen, evenals de heer P.
Prent te Utrecht als hoofdbestuurder, terwijl in
de vacature van twee bestuurders werd voor
zien door de benoeming van de heeren R. L.
Smeenk te Amsterdam en O. IJpma te Arnhem.
De directie van den Dienst voor Maatschap
pelijk Hulpbetoon en van het bureau voor
Werkloozensteun in Den Haag deden namens
de gemeente 's-Gravenhage aangifte van on
rechtmatig steuntrekken in zes gevallen tot
een totaal bedrag van f 880.50.
De leeuwentemmer vergist
zich met den scheerkwast
Lustige Sachse
Bij het ongeval met de Douglas-machine De
Lijster op Croydon op 9 December 1.1. bevond
zich onder de 14 slachtoffers Baron Gottfried
Eberhard von MeyerenHohenberg. Thans
heeft, naar de Telegraaf meldt, de Weensche
actrice mevrouw Luli Destie, stiefmoeder van
Baron von Hohenberg, zoon van het slacht
offer, voor het Londensche civiele hof een ac
tie tot schadeloosstelling tegen de K. L. M. in
gesteld'.
De K. L. M. zal deze vordering bestrijden,
omdat zij de aansprakelijkheid niet erkent. Als
haar vertegenwoordigster voor de zaak voor
het Londensche gerecht heeft de maatschappij
de Londensche advocatenfirma MacDonald aan
gewezen.
De vaststelling van de schadevergoeding is
eventueel door de eischeres aan het Londen
sche gerecht overgelaten.
In de Zaterdagmiddag te Den Haag gehouden
jaalijksche algemeene vergadering van den Ned.
Journalistenkring heeft de heer D. Hans af
scheid genomen als voorzitter van den kring.
De vice-voorzitter, de heer Dekking, sprak
den scheidenden president toe. Hij noemde den
heer Hans een monument van een voorzitter,
trouw en strijdvaardig en herinnerde eraan,
dat deze twintig jaar geleden den presidents
hamer opnam. Spr. somde op wat onder de
leiding van Hans is tot stand gekomen. Verder
las hij o.a. een brief voor van het bestuur van
de Ned. R. K. Joumalistenvereeniging, dat
tevens een bloemenhulde gezonden had.
En eindelijk dat was voor den heer
Hans wel de kostbaarste verrassing las
de heer Dekking een brief voor van H. M.
de koningin aan het bestuur', waaruit bleek,
dat het aftreden van den heer Hans door
H. M. met leedwezen is vernomen. De zeer
verdienstelijke journalistieke arbeid van den
afgetreden voorzitter gedurende zoovele
jaren in dikwijls moeilijke omstandigheden
is steeds door H M. gewaardeerd, en de
Koningin is ervan overtuigd, dat het af
treden van den heer Hans voor den Ned.
Journalistenkring in het bijzonder een groot
verlies beteekent, dat echter ook daar bui
ten in wijden kring zal worden gevoeld.
Namens het bestuur stelde spr. de vergade
ring voor den heer Hans te benoemen tot eere
lid (daverend applaus).
De secretaris overhandigde den toegesprokene
vervolgens het gecalligrafeerde eerelidmaat-
schapsbewijs.
Hierna bood de heer D. Kouwenaar, voor
zitter van de Amsterdamsche Pers, mede na
mens de gewestelijke en plaatselijke vereeni
gingen een zilveren theeservies aan.
De chef van den Regeeringspersdienst, de
heer Lievegoed, loofde den organisatorischen
arbeid van den heer Hans.
De heer Hans zei thans moeilijk te kunnen
spreken. Hij gaf er de voorkeur aan zijn af
scheidswoord te plaatsen in de volgende „Jour
nalist". Zichtbaar geroerd sprak hij tenslotte
tot allen een dankwoord.
De heer H. Dekking is vervolgens bij accla
matie tot voorzitter gekozen.
H.M. de Koningin is voornemens, Woensdag
24 Maart, des middags een niet-officieel bezoek
te brengen aan de kinderen, die verpleegd wor
dend in het Juliana-kinderziekenhuis aan de dr.
Van Welylaan 2 te 's Gravenhage.
In het verkeer met Canada, New-Foundland,
de Vereenigde Staten van Noord-Amerika (be
houdens enkele gebieden), Mexico, de Bahama -
eilanden, Cuba, St. Pierre en Miquelon kunnen
tot 29 Maart z.g. Paaschtelegrammen, met vas
ten Inhoud en tegen sterk verminderd tarief,
verzonden worden. De afzender heeft de keuze
uit een vijftiental teksten, in het Nederlandsch,
het Engelsch en het Spaansch.
In het verkeer met Japan kunnen gedurende
hetzelfde tijdvak Paaschtelegrammen met vrij-
e n inhoud verzonden worden met een minimum
van tien woorden. Het tarief bedraagt een derde
van dat der gewone telegrammen.
De raad van commissarissen der Nederland
sche Heide Maatschappij heeft den heer Van
Lonkhuyzen tijdelijk belast met de waarneming
van de betrekking van directeur der maat
schappij.
Maandagmiddag is een tractor met aanhang
wagen van een steenfabriek te Delfzijl, komen
de uit de richting Oosterhout op den onbe-
waakten overweg nabij Vijf Eiken onder Rijen
tegen den postwagen van een uit de richting
Breda komenden trein gereden. De tractor werd
in een sloot geworpen, terwijl de aanhangwa
gen ernstig beschadigd in den postwagen bleef
haken. De bestuurder van den vrachtauto brak
een pols en werd door dr. Van Glabbeek uit
Rijen verbonden.
De trein had geruimen tijd vertraging, aan
gezien een takelwagen moest worden ontboden
cm den aanhangwagen van den postwagen los
te trekken.
BUITENZORG, 22 Mrt. (Aneta). Op verzoek
is eervol ontslag verleend, onder dankbetuiging
voor de bewezen diensten, met ingang van 30
April 1937, aan den leger-aalmoezenier, pastoor
F. W. M. J. Fleerakkers.
Te Zaandam is Maandag onder de bakkers,
werkzaam bij de coöperatie De Eenheid, een
staking uitgebroken wegens de ingevoerde loons
verlaging. De staking is algemeen en omvat
35 man.
De nieuwe burgemeester van Zaandam, de
heer J. in 't Veld, zal Dinsdag 6 April ln een
op dien datum vast te stellen raadsvergade
ring officieel worden geïnstalleerd.
De Edelvalk (thuisreis) is wegens het slechte
weer in Marseille gebleven. Heden zal de vlucht
vervolgd worden.
AMSTERDAM Geslaagd de heeren H. J.
Hageman te Baam en A. Kater te Amsterdam.
De zilveren eere-medaille verbonden aan de
orde van Oranje-Nassau, is toegekend aan
W. F. Knljf, opzichter der gemeente-gasfabriek
en -waterleiding te Nijmegen; id. in brons: aan
J. N. M. Beljen. smid bü de firma wed. A W.
Renaud te Delft, en aan A. van Ringelenstein,
sorteerder bij de steenfabriek „De Kop", te
Heerewaarden.
Benoemd tot ridder in de orde van Oranje-
Nassau: N. de Jong, predikant bij de Neder-
duitsch Hervormde Gemeente te Velp (gemeente
Rheden).
Benoemd tot ridder in de orde van den Ne-
derlandschen Leeuw de generaal-majoor der
artillerie van het Koninklijk Nederlandsch-
Indische leger J. H. Wesseling.
Benoemd tot rechterplaatsvervanger in de
arr.rechtbank te 's-Hertogenbo6ch: mr. J. P.
W. A. Smit, rijksarchivaris in Noord-Brabant,
te 's-Hertogenbosch en mr. L. J. 't Hooft, ad
vocaat en procureur te 's-Hertogenbosch.
Aan den commies bij den P. T. T.-dienst,
H. B. Wigersma, is met 22 Augustus op zijn
verzoek eervol ontslag verleend.
Aan den commies bij den P., T. en T.-dienst,
D. de Vries, is met 16 April 1937 op verzoek
eervol ontslag verleend.
Aan den commies bij den U. T. T.-diens'.
R. van der Brug, is met 1 Juli 1937 op verzoek
eervol ontslag verleend.
Aan den referendaris der P., T. en T„ A.
Veenhoven, aangewezen als directeur van het
P. en T.-kantoor te Enschede, is met 16 Maart
1937 op verzoek eervol ontslag verleend, met
dank.
Aan mr. H. Iwema. administrateur bij het
Dep. van Financiën. is de persoonlijke
titel verleend van inspecteur van de hypotheken
en het kadaster.
De minister van Waterstaat heeft te rekenen
van 15 Maart 1937 den adjunct-expert bij de
Scheepvaartinspectie, M. J. van der Hoek, als
ambtskring aangewezen het eerste district met
Amsterdam als standplaats:
met ingang van 1 April 1937 den met dien
datum tot adjunct-inspecteur voor de scheep
vaart benoemden expert bij de Scheepvaart
inspectie Th. Eerman, als ambtskring aange
wezen het vierde district met IJmuiden als
standplaats.
25
„Dat ligt voor de hand, Kate. In den eersten
'iefderoes droomt en bemint men slechts en
denkt aan 't gelukkige heden. De ouderen zijn
er, om ook aan 't morgen te denken en om voor
de jongeren 't nestje te bouwen....
Maar vertel me toch, kindde dienstbode
zei me, dat je les gaf. Toch niet voor lang?"
„Tot aan de vacantie."
„Zoo, dus nog 14 dagen. En dan ga je met
teama en Paul naar Bogdanin? En dan blijf Je
tet den herfst daar?"
„Ik weet 't nog niet.... ik zou...."
„Wat zou je, Kate?"
„Ik zou verder weer les willen geven. Altijd,
ïk zal nog lang niet kunnen trouwen."
„Maar Kate!"
Ja, nu was 't eruit. Geheel onbewust, tegen
haar wil. En omdat nu de ban van 't zwijgen
gebroken was en 't eerste woord gesproken,
kwam al 't andere onafgebroken los. Zooals 'n
bergstroom, die door 'n rotsblok gestuit bleef in
z'n vaart, en dit nu eindelijk wegstiet en nu
woest zijn loop verder zocht. Kate moest spre
ken. Te lang al had zij gezwegen, alles in haar
opgekropt. De jeugd, die 't zwijgen, 't zich be-
heerschen ongewoon is, vorderde wild haar
recht op. En tot wien zou ze beter spreken dan
tot hem? Als hij Tanny Melzer toch wilde trou
wen, wat gaf 't dan? Vandaag was hij nog haar
vroegere oude pleegvader, haar lieve oom Willy,
op wien ze vertrouwen kon, die honderden kee-
ren haar toevlucht was geweest.... de eenige,
die haar raden en helpen kon.
't Beeld van den goeden herder en zijn ver
loren schaapje liet haar niet meer los!.... 't
Scheelde niet veel, of zij was aan zijn voeten
neergeknieldzoo goed en wel, zoo licht was
't nu in haar hart, dat zij nu eindelijk, eindelijk
spreken kon. Maar hij hield haar vast, en zq
legde haar hoofd aan zijn schouder zooals vroe
ger. Wat gaf 't, dat dit misschien de laatste
maal was?
En Kate biechtte op. Alles kwam er uit, een
verrassend dooreengooien van feiten: Dat Heinz
zijn paarden duizendmaal liever had dan haar,
en voor niets anders belangstelling had. Dat hij
niet werken wilde en niets las en met haar boe
kenwijsheid spotte. En dat zij beiden absoluut
niet bij elkander pasten. En dat zij zoo'n ver-
schrikkelijken angst had voor zijn oogen.
Nee, dat laatste had zij er maar uitgeflapt.
Hoe kon zq nu zooiets zeggen aan oom Willy.
voor wien zij zich niet angstig gemaakt had?
Zij werd bloedrood.
En 't ergste, 't allerergste had zij nog niet eens
gezegd en zij kon 't ook niet zeggen. Hoe doo-
delijk 't haar trots beleedigd had, dat haar ver
loofde 't niet eens met haar was «n rustig 't
geld van oom Willy wilde aannemen.
Overbeck had haar met geen enkel woord on
derbroken. Alles werd hem duidelijk en hij be
greep 't ongesprokene. Hij hield 't bevende
meisje vast en streek haar bemoedigend over 't
blonde haar.
„Mijn Kate," zei hij ernstig en innig „m'n
hartekind, dat alles vermoedde ik in 't geheel
niet. Je bent misschien te vlug geweest, maar
nu mag je de eene overijling niet door 'n an
dere willen goedmaken. Je moet je zelf ernstig
onderzoeken, kind. Jullie kennen elkaar nauwe
lijks, maar jullie houden toch van elkaar....
dan wen je wel aan elkanderje houdt toen
wel heel veel van hem, Kate?"
Kate drukte haar gezicht nog meer tegen zijn
schouder. „Ik weet 't niet, oom Willy.... ik ge
loof werkelijk, dat ik van hem gehouden heb
en nu
„En nu?"
Geen antwoord.
„Nu geloof je het niet meer, Kate?....
Zij beefde over haar heele lichaam en ademde
zwaar. Hq keek op haar neer, op haar blonde
haar, dat tegen zijn schouder lag; op de smalle
lichte streepen van voorhoofd en wangen, die hl)
nog even zagdiep ln gedachten staarde
hijwat zou hjj haar aanraden, hoe haar
helpen.
„Kate!" zei bij opeens en hief haar kin hoog
op, opdat zq hem zou aanzien. Maar zij hield
haar wimpers neergeslagen.'n razende smart
klauwde in zqn borst.
Maar hij beheerschte zich. Zelfbeheersching
en waarheid moesten hier zijn, die alleen konden
nog helpen.
„Kate, zeg me de waarheid! Als dit nu niet
gebeurd was en Je wist alles, zooals je 't nu weet
zou je 't dan nog eens voor den tweeden keer
doen?"
Dan hief zq, door zijn ernst bevangen, haar
oogen tot hem op en keek hem aan. Ze las in
zqn oogen al zijn goedheid en zorgvolle vader-
lqke zachtheid, heel de erbarmende liefde, die
hq haar een half leven lang had toegedragen.
Zij zag heel diep en las op den bodem van zqn
ziel de moeilqk onderdrukte, de manhaftig be
streden, smarteiqke liefdeen haar blauwe
oogen werden donker als 'n zee. Haar hart zwol.
zq vergat Tanny Melzer en dacht nog slechts
aan hem, die gezegd had: Op welk uur van den
dag of van den nacht jq ook bq me komt, ik
wil je met open armen ontvangen en opnemen.
En jong en impulsief als ze was en alle zelfbe
heersching ongewendnu kon komen wat
komen wilde, al zou ze moeten sterven voor
haar slechtheid't moest eruit!
Beide armen sloeg ze om z'n hals en stotte
rend en snikkend met een stem, die beefde en
wonderlijk vreemd van innerlijke opwinding
klonk, riep ze: „Nooit, nooit, nooit..., kan ik
een ander trouwen.... ik kan niet...." en 't
laatste, dat zq als 'n zucht van schaamte en
liefde in zqn oor fluisterde: „O, ik heb je zoo
lief, zoo liefik zou graag altijd bij Je biq-
ven
„Kate!...."
Hq rukte haar armen van zqn hals en greep
haar handen in knellenden greep.
„Spreek Je de waarheid, Kate?".
zq boog haar hoofd, schuldbewust.
,3q mq biqvenals wat?
Zq wendde haar hoofd van hem af en haar
ziel, die voor hem lag, sidderde in zqn hand.
„Wat heb ik gezegd, o Hemel, wat heb ik ge
zegd," murmelde ze met trillende lippen. En dan
als 'n doodsschreeuw kwam 't van haar mond:
„Vergeet, wat ik gezegd hebjq hebt toch.
jq wilt toch met Tanny Melzer trouwen
„Tanny Melzer?.... Ik?!" Hq lachte, zooals
zq hem ln heel haar leven'nog nooit had hoo-
ren lachen, triompheerend als 'n schooljongen.
Wie heeft Jou dét op de mouw gespeld? Geen
haar op m'n hoofd heeft daar ooit aan gedacht!
Kate, mqn Kate, mqn eigen Kate, die ik liefheb,
jou alleenen géén ander!"
En hij hield haar in zqn armen en kuste haar,
aandachtig, eerbiedig, zooals de man zqn harte-
vrouw kust, de vrouw, die door Gods Schep
pershand voor hem geschapen werd, die voor
hem bestemd is, om de kroon en het duur klei
nood van zqn leven te worden.
Zq voelde 't sterke kloppen van zqn hart
maar zq vreesde het niet, zooals zq gevreesd
had voor dien vreeselqken andere.
Zq was in zqn handen de jonge ziel, die hq
opgevoed had. die haar heer en meester in hem
gevonden hadde knop, dien hq verzorgd en
gekweekt had, was ontloken.
Zq dacht en voelde niets anders dan dat haar
ziel gevonden had den vrede en de vreugde van
haar leven.
Wat nu nog kwam, was haar onverschillig
mocht de storm van voorheen weer over haar
heen strijkenen hq zou komen, haar moe
der, Heinz von Döbbeln, heel haar familie zou
haar verwqten doen, haar ondankbaar vinden
trouweloos en slechtwat ging 't haar aan!
Stervenlevenna 't hemelbestormende
geluk van dit oogenblik, na de zalige rust. die
nu haar hart vervulde, dat stil aan zqn hari
rustte, was er geen grooter meer denkbaar.
EINDE.