Malversaties te Vlissingen
Ee
ko
Het paleis aan den
Kneuterdijk
Pensioenregeling
mijnwerkers
n
room
RECHTSZAAK IN HOOGER
BEROEP
CD
Q_
DONDERDAG 25 MAART 1937
De adv.-gen. bezag de feiten in
het licht van den algemeenen
frauduleuzen toestand bij
het Crisis-Comité
V oor waar delijke
straffen geëischt
Requisitoir
NEDERLAND TE PARUS
Ons paviljoen op de wereld
tentoonstelling
DE ESCADRILLEVLUCHT
DER K.L.M.
Gezagvoerders en route
SCHEPEN IN AANBOUW
Koninklijk bezoek aan
kinderziekenhuis
Persoonlijk reikte H. M. aan alle
patiëntjes een pakje uit
KATHOLIEK JEUGDWERK
Meifeest van de „Kruisvaart-
jongens"
TUNNELPLAN TE ROTTERDAM
LEENING COLLEGIUM
CANISIANUM
Kranslegging op standbeeld van
De Ruyter
Heuvelrit der K.N.A.C. uitgesteld
Het dateert reeds van het einde
der veertiende eeuw en is in
veler handen geweest
Opdracht van België
Ir. G. Hofstede onderscheiden
Telegram aan minister
Slingenberg
Negende R. K. Paedagogische
week
Opening van het Rotterdamsche
Stadion
Inbraak te Rotterdam
Drie-en-dertig coupons stof
gestolen
Fientje de la Mar naar Budapest
Het A.M.F. aanvaardt met alge
meene stemmen de verbeteringen
Auto in Broekervaart
gereden
De drie inzittenden gered door
dapper optreden van een
Amsterdammer
Ontslag
POGING TOT MOORD
In hooger beroep vijf jaar geëischt
BEEN AFGEKNELD
DE ONBEWAAKTE OVERWEG
Aanrijding met doodelijk gevolg
Geen verhooging van steun
uitkeeringen
Haco en Staatsloterij
UIT DE STAATSCOURANT
Onderscheiding
Posterijen
Registratie en domeinen
DOOR ANNY VAN PANHUIJS
Voor het gerechtshof te 'sGravenhage zijn de
Malversaties bij het plaatselijk crisis-comité en
Maatschappelijk Hulpbetoon te Vlissingen in
booger beroep behandeld.
Deze malversaties vonden haar bron bij den
Wethouder van sociale zaken en financiën P. G.
L., die ook voorzitter van Maatschappelijk
Hulpbetoon was, en den .administrateur van
Maatschappelijk Hulpbetoon, W. de W.
Zij hadden samen over geld en goe
deren van het plaatselijk crisis-comité en
Maatschappelijk Hulpbetoon beschikt en andere
Personen daartoe aangezet.
De rechtbank te Middelburg had wethouder
H. G. L. en den secretaris-penningmeester van
Maatschappelijk Hulpbetoon, W. de W. veroor
deeld tot gevangenisstraffen van resp. zes en
Uer maanden.
Voor het hof werd allereerst de zaak tegen
den secretaris-penningmeester van Maatschap
pelijk Hulpbetoon W. de W. behandeld.
De W. beweerde, dat de goederen, uit het ma
gazijn van het crisis-comité weggehaald, aan
ziln broer, die armlastig was en niet hem, ver
dachte, waren gegeven.
De secretaris van het het crisis-comité J. P.
H., als getuige gehoord, gaf toe kleedingstukken
dan verdachte te hebben gegeven.
Het blijkt verder, dat deze getuige voor de
Verschillende feiten door de Middelburgsche
rechtbank voorwaardelijk is veroordeeld.
Wethouder P. G. L. werd ook als getuige ge
hoord..
Verdachte De W. had als secretaris-pen-
hingmeester een gratis-ambtswoning van Maat
schappelijk Hulpbetoon. De stoffeering kreeg
hij er echter niet bij. Wethouder L. had daar
om voor de noodige stoffeering gezorgd door
hem meubelen en het linoleum te verstrekken
bit de kas van het crisis-comité. Deze meube
len zijn later door Maatschappelijk Hulpbetoon
Overgenomen.
Wat de specificatie van de meubelen betreft,
gaf getuige toe, dat hij tot een valsche opsom
ming had aangedrongen om het wegnemen
Van het linoleum goed te maken.
De president, mr. Lodder: Dat is corruptie,
het ergste, dat er in een land gebeuren kan.
Als getuigen a decharge werden nog gehoord
Ge broer en de vrouw van verdachte, die bei
den verklaren, dat de administrateur L. de
goederen direct aan den broer van verdachte
heeft gegeven.
Mr. A. Rombach kwam in zijn requisitoir tot
de conclusie, dat de feiten in het licht van
den algemeenen frauduleuzen toestand, welke
bij het crisis-comité heerschte moeten worden
Bezien.
De advocaat-generaal vond de straf van
de Middelburgsche rechtbank dan ook te
zwaar en eischte wegens de bewezen heling
een voorwaardelijke gevangenisstraf van
vier maanden met een proeftijd' van drie
jaar en een geldboete van veertig gulden,
subs. 20 dagen hechtenis.
De verdediger mr. P. C. Adriaanse te Mid
delburg sloot zich grootendeels bij het requisi
toir aan en concludeerde tot vrijspraak.
Uitspraak 7 April.
Nadat gepauzeerd is, werd de zaak tegen den
Wethouder P. G. L. behandeld.
Na het uitgebreide onderzoek gedurende den
ochtend, behoefde men bij de behandeling van
de zaak tegen den oüd-wethouder L. niet meer
op verschillende feiten in te gaan.
Alleen het uitlokken van verduistering vorm
de een nieuw punt van bespreking.
Verdachte had op verschillende reizen van
Vlissingen naar Den Haag voor het Crisis-
Comité vrij groote verteringen gemaakt, doch
had slechts de onkosten van den trein vergoed
gekregen.
Om zich geheel schadeloos te stellen, had
had eenige collectanten van het Crisis-Comité
aangespoord om geld uit de collectebussen te
hemen.
De advocaat-generaal achtte het geven van
kleeren en goederen van het Crisis-Comité,
evenals het wegnemen zelf, een onbehoorlijk
heid, maar dit leverde, volgens spr. geen straf
baar feit op.
Het was zeer zeker een uitlokking, maar geen
strafbare uitlokking. Wat betreft het in ont
vangst nemen van de gelden uit de collecte
bussen, dit vond spr. een geval van heling.
Ten slotte achtte hij het uitlokken van het
hiaken van de vervalschte spróificatie, even
min als het eerste een strafbaar feit.
Alleen blijft dus de heling als strafbaar feit.
Spr. nam in aanmerking, dat verdachte zich
met het geld uit de collectebussen niet heeft
Willen verrijken. Ook wees hij op de zaak, welke
thans nog tegen verdachte loopt en welke ook
met een veroordeeling tot gevangenistraf is
Beëindigd.
Hierdoor Is verdachte al voldoende gestraft,
Zoodat spr. thans een voorwaardelijke gevan
genisstraf eischte van zes maanden met een
proeftijd van drie jaar.
De verdediger, mr. J. G. A. van Geldorp
Meddens uit Utrecht, kon zich grootendeels
bij het requisitoir van den advocaat-generaal
aansluiten.
Hij vroeg een voorwaardelijke veroordeeling.
Uitspraak 7 April.
Daarna stonden nog in hooger beroep voor
het Hof terecht de collectanten H.V., C. G. en
A. B. uit Vlissingen.
Wegens diefstal had de rechtbank te Middel
burg hen ieder tot een maand gevangenisstraf
veroordeeld.
De advocaat-generaal vorderde voor alle
drie verdachten een voorwaardelijke gevange
nisstraf voor den tijd van een maand met een
proeftijd van 3 jaar.
Mr. J. J. Heijze te Middelburg, raadsman van
Verdachte G. vroeg voor zijn cliënt vrijspraak.
Mr. P. C. Adriaanse, raadsman van den ver
dachte V., bepleitte eveneens vrijspraak.
Uitspraak 7 April.
De commissaris-generaal heeft bij zijn laat
ste bezoek aan ons in aanbouw zjjnden pavil
joen van de wereldtentoonstelling te Parijs
mededeeling gedaan van de medewerkers en
inzenders in de zaal, die aan het verkeer en
toerisme zal zijn gewijd. Zooals bekend, is dit
de zaal, welke men het eerste binnentreedt.
De architect, ir. S. van Ravesteyn, heeft
hiervoor het interieur ontworpen, en in over
leg met de tentoonstellingscommissie zijn
medewerkers gekozen.
Bij den ingang vindt men een groot gepoly
chromeerd beeld, symboliseerende Nederland
met Oost- en West-Indië, van den beeldhou
wer Albert Termote. In de zaal zullen beeld
houwwerken worden geplaatst van P. J. van
Hall en J. W. Havermans, die zich op het
liedendaagsche verkeer hebben geïnspireerd.
In de as van de zaal komt een kaart van
Nederland, geschilderd door J. B. Lambert Si
mon, geflankeerd door een viertal wand
schilderingen, welke de vier windrichtingen
tot motief hebben, van J. S. Sjollema.
Een schildering, betrekking hebbende op
Amsterdam, wordt uitgevoerd door Piet
Worm, welke kunstenaar tevens een groot
aantal poppen maakt, die een levendig aspect
in de zaal zullen geven.
Versieringen in metaal worden ontworpen
door-Leo Brom en S. van den Hoonaard.
Een aantal foto's in groot formaat, die een
beeld geven van het hedendaagsche zoowel
als het verleden en uiteraard van het meest
karakteristieke van ons land, worden vervaar
digd door mej. Clara Pronk.
Decoratief werk zal in deze zaal te zien
zijn van de hand van Kees van der Laan en
Broggaard, terwijl de Rotterdamsche Acade
mie voor Beeldende Kunsten en Technische
Wetenschappen een en ander betreffende het
luchtvaartverkeer statistisch in beeld brengt.
Van de Nederlandsche Spoorwegen werd
ruime medewerking verkregen, de K.L.M. en
de Fokkerfabrieken komen goed voor den dag.
Van onze wagonindustrie zal een beeld wor
den gegeven door inzendingen van Werkspoor
Stork en Beynes.
Modellen van enkele jaenten, waaronder dat
van den shah van Perzië, dat werd ontworpen
door den heer H. W. de Voogt en uitgevoerd
door N.V. Boele's Scheepswerven en Machine
fabriek te Bolnes, zullen mede worden geëxpo
seerd.
De vloerbedekking, een speciaal voor deze
zaal gebakken tegel, wordt gefabriceerd in de
fabrieken van de Porceleine Fles te Delft.
Voor verschillende affiches, die tegen den
buitenwand van deze zaal zullen worden ge
plaatst, is een wedstrijd gehouden tusschen
een groot aantal kunstenaars. Met de uitvoe
ring werden belast: W. Bosma, W. Brusse, K.
van der Laan, H. Nijgh, P. Schuitema en G.
Stoutendijk.
De stand van de P.T.T. wordt verzorgd door
ir. H. J. Brusse en H. Molenaar.
Omtrent de escadrillevlucht van de K.L.M. bij
de opening van den zomerdienst op 4 April, ver
nemen wij nog dat als gezagvoerders worden
genoemd de heeren Scholte, die de Arend voor
zijn rekening zal nemen, te Roller en Brugman,
die beslag zullen leggen op de stuurhut van de
beide Fokkers F. 22, terwijl Duimelaar de vlucht
der Douglasvliegtuigen zal leiden. De volgende
route wordt vermoedelijk gekozen: Schiphol,
Leiden, Den Haag, Delft, Rotterdam, Haarlem,
Amsterdam.
Naar wij vernemen heeft de Ver. Nederland
sche Scheepvaart Mij. te 'sGravenhage aan de
Schichauwerf te Elbing en Danzig opdracht
gegeven voor den bouw van een motorschip,
groot 10.000 ton. Het wordt een zusterschip
van het in December vorig jaar bij dezelfde
werf in aanbouw gegeven ma. Arendskerk.
Het op de Deutsche Werft te Fiahenwarder,
voor van Nievelt, Goudriaan Co.'s Stoom
vaart Mij. te Rotterdam gebouwde ma. Alioth
is met goed gevolg te water gelaten. Het schip
moet in Mei a.s. worden opgeleverd. Behalve
de Alioth, zijn bij genoemde werf voor Van
Nievelt, Goudriaan Co.'s Stoomvaart Mij.
nog in aanbouw de zusterschepen Alkaid, Al-
genib en Alphard, welke resp. in Juni, Juli en
Augustus aa. te water worden gelaten.
H. M. de Koningin heeft Woensdag te Den
Haag door een langdurig bezoek aan het Ju-
liana-kinderziekenhuis op de meest hartelijke
wijze blijk gegeven van haar medeleven met de
jeugdige patiëntjes, die daar in grooten getale
worden verpleegd.
Te vier uur kwam Hare Majesteit per auto
bij het kinderziekenhuis aan, waar zij werd ont
vangen door jhr. H. J. Repelaaar van Driel,
voorzitter van het bestuur van dit ziekenhuis.
Twee patiëntjes, een jongen en een meisje,
boden H. M. bij den ingang bloemen aan.
De Koningin werd éij haar bezoek door de
verschillende zalen rondgeleid door dr. Dicke
en zuster Stroink. Aan elk der verpleegden
reikte de Koningin persoonlijk een pakje uit,
terwijl zij voor de kinderen, die niet in staat
waren, zelf dit pakje te openen, deze taak over
nam. Verder richtte de Koningin hartelijke
woorden tot de jeugdige patiënten, die aan dit
bezoek stellig de meest prettige herinneringen
zullen bewaren.
Het bezoek duurde tot kwart voor zes.
De „Kruisvaart", die reeds eenige jaren ach
tereen een massale actie van de moderne ka
tholieke jeugdbeweging heeft georganiseerd, o.a.
bij gelegenheid van haar Leiders-dagen te Den
Haag, Amsterdam en Rotterdam, zal dit jaar
een dergelijke actie op touw zetten, in den vorm
van een Mei-feest.
Dit Mei-feest, waaraan door ruim duizend
jongens en leiders zal worden deelgenomen,
wordt gehouden op de wielerbaan te Heemste
de, waar behalve de deelnemers nog een 3500
toeschouwers worden verwacht.
De datum van dit Mei-feest der Kruisvaart
leden, dat speciaal ingesteld zal zijn op kleur
en beweging, spel en dans en waaraan door een
staf van jonge kunstenaars medewerking zal
worden verleend, is bepaald op Zondag 23 Mei
a.s.
De leiding van de organisatie dezer massale
jeugd-actie berust bij het Centraal Bureau der
Kruisvaart, Laan Copes van Cattenburch 127,
te 's-Gravenhage. Dit Bureau zal binnenkort
nog nadere bijzonderheden betreffende de voor
bereiding van dit Mei-feest mededeelen.
Naar aanleiding van het prae-advies van B.
en W. van Rotterdam in zake de adressen van
de Hollandsche Beton Maatschappij in ver
band met den bouw van den tunnel onder de
Maas, heeft deze N.V. zich opnieuw met een
adres tot den Rotterdamschen gemeenteraad
gewend, waarin er op wordt gewezen, dat be
doeld prae-advies eigenlijk de erkenning bevat,
dat de aanbesteding niet regelmatig is ver-
loopen. Dientengevolge is naar de meening
van adressante de vraag meer dan gewettigd,
of alle betrokken belangen, te weten die van
egmeente en rijk en die der gegadigde aan
nemers, wel behoorlijk tegen elkander zijn af
gewogen.
De maatschappij handhaaft niet alleen haar
bezwaren ten volle, doch acht die door het
prae-advies nog bevestigd en versterkt.
De vergadering van obligatiehouders der 5
procent leening groot f 500.000.ten laste van
het Collegium Canisianum (Paters Jezuïeten)
te Exaten, besloot deze leening in haar geheel
per 1 April a.s. aflosbaar te stellen. De obli
gaties van f 1000.zullen pari, plus drie
maanden rente 5 procent aftrek van 2 pro
cent couponbelasting met f 1012.25 bij Arnold
Gilissen's Bank betaalbaar worden gesteld.
Om half vier is Woensdagmiddag, ter her
innering aan zijn geboortedag, door een ver
tegenwoordiger van de Zeevaartschool, een
burger en een afgevaardigde van de Ko
ninklijke Nederlandsche Vereeniging Onze
Vloot een krans gelegd op het standbeeld
van Michiel Adriaanszoon de Ruyter te Vlis
singen.
Bij de plechtigheid waren o.m. tegenwoor
dig de commandant van de marine en eenige
officieren, alsmede vele belangstellenden.
•Daar het in verband met de voortdurend on
gunstige weers- .en terreinomstandigheden on
mogelijk is gebleken het parcours voor den
heuvelrit, welke 17 April e.k. door de K.N.A.C.
zou worden gehouden, uit te zetten, is het
noodzakelijk geworden den rit uit te stellen tot
Zaterdag 18 September van dit jaar.
Het Koninklijk paleis aan den Kneuter
dijk, dat zooals reeds gemeld werd
aan de Algemeene Frlesche Levensverze
kering Maatschappij verkocht is, heeft een
voorname plaats ingenomen in de vader-
landsche geschiedenis en wel in zeer bij
zondere mate in Den Haag, in de kringen
van het hof en van de Haagsche regen
tenfamilies.
Het paleis dateert waarschijnlijk uit het ein
de der 14e eeuw. Het was toen in het bezit van
het geslacht Van Wassenaer. Vele jaren is
het eigendom van deze familie gebleven. In
1584 wordt in de archieven melding gemaakt
van den verkoop van het paleis en wel aan
Philips Willem, graaf van Hohenlohe, die ge
huwd was met Maria, dpchter van Willem
den Zwijger en Anna van Saksen. Dezen hebben
er geruimen tijd in gewoond.
Later wordt het paleis weer verkocht en
nu treedt als kooper op Johan van Oldenbar-
neveldt, die het als woonhuis inrichtte voor
zijn dochter, die met den heer Cornelis van
der Mijle was getrouwd.
In 1630 gaat het paleis over in eigendom
aan de Staten van Holland en wordt het ter
beschikking gesteld van den verdreven koning
van Bohemen, Frederik.
Deze heeft er met zjjn geheele hofhouding
in gewoond. Deze hofhouding was zeer uit
gebreid. Uit de archieven blijkt zelfs, dat de
koning in ballingschap zich door niet minder
dan 200 hovelingen had omgeven.
Na vele jaren in eigendom toebehoord te
hebben aan de Staten van Holland, ging het
paleis weer over in particuliere handen. Ver
schillende adellijke families en ook een Portu-
geesch joodsch echtpaar hebben er in gewoond:
eerst in 1840 zien wij, dat het paleis aan het
Koninklijk Huis komt en in het bezit van
Koning Willem II, die er ook in gewoond
heeft.
De koning heeft het gebouw grondig laten
restaureeren en voor de begrippen uit dien
tijd laten moderniseeren. Het was in dien
tijd zeer bekend om de kunstverzamelingen,
welke Willem II daar onder gebracht had.
In 1849 werden deze kunstschatten gedeelte
lijk verkocht en gedeeltelijk naar de andere
koninklijke paleizen overgebracht.
Later heeft de prins van Oranje, de oudste
zoon van koning Willem III, er nog in ge
woond.
Den laatsten tijd werd het paleis door het
Koninklijk Huis ter beschikking gesteld van
particulieren. Zoo heeft o.m. de oud-minister
van Buitenlandsche Zaken, jhr. Van Karne-
beek, het paleis eenige jaren als ambtswoning
gebruikt. Ook heeft de Koningin het ter be
schikking gesteld van het Nationaal Crisis
Comité, dat tot de opheffing van het comité
zijn bureaux daar gevestigd had.
Aan de firma H. J. Eyckelboom te Apeldoorn
is na gehouden aanbesteding' opgedragen het
baggeren van de toegangskanalen en de bocht
afsnijdingen naar een nieuwe sluis te Ouvelais
aan de Sambre in België. Het werk zal onge
veer een jaar duren.
Ir. g. Hofstede, inspecteur-generaal van het
nijverheidsonderwijs, is door de Fransche re
geering benoemd tot officier in de orde van
het Legioen van Eer.
Het bestuur van de Alg. R. K. Werkgevers-
vereeniging heeft een telegram gezonden aan
den minister van Sociale Zaken, waarin het
bestuur den minister dank en hulde brengt we
gens de indiening van het wetsontwerp op de
publiekrechtelijke regeling van het collectief ar
beidscontract en hem gelukwenscht met de aan
neming ervan door de Tweede Kamer.
Het Psychologisch-paedagogisch instituut der
K. Leergangen te Tilburg heeft de voor
bereiding van de nieuwe R. K. Paedagogische
week wederom ter hand genomen. Deze week
wordt te Tilburg gehouden en wel op 16, 17
en 18 Augustus. Als algemeen onderwerp is ge
kozen: „Psychologie en Paedagogiek".
Deze voorloopige aankondiging heeft de be
doeling, dat men tijdig maatregelen kan nemen
om deze data te reserveeren voor dit zoo be
langrijke congres voor allen, die bij het R. K.
onderwijs zijn betrokken.
H. M. de Koningin zal zich Zaterdag as. bij
de opening van het Stadion Feijenoord te Rot
terdam doen vertegenwoordigen door haar ka
merheer i.b.d. Jhr. Mr. Dr. J. D. H. de Beaufort.
Dokter: „Bij een keelaandoening is het
.Bij
keelaandoening
noodzakelijk, dat U meerdere malen met
een
het
zoutwater gorgelt."
„Oude scheepskapitein: „O, neen dok
ter, ik heb al twee keer schipbreuk gele-
/lor* M
Via een leegstaand winkelpand in de na
bijheid zijn onbekenden er in geslaagd om
achter den kleermakerswinkel van de gebroe
ders K. in de Hillelaan te Rotterdam te ko
men. Aan de achterzijde hebben- zij eenige
ruitjes ingeslagen, waarop zij knippen en
grendels konden terugschuiven, Vervolgens
hebben de dieven zich toegang verschaft tot
den winkel. Toen de inbraak ontdekt werd,
werden er 33 coupons stof vermist. De politie
heeft een nauwgezet onderzoek ingesteld,
waarbij aan het licht kwam, dat de dieven in
den leegstaanden winkel, die zij als uitgangs
punt van hun tocht hadden genomen, van
hun buit 12 coupons hadden verborgen. De
gestolen coupons vertegenwoordigen een
waarde van ongeveer 570.
Op betreffende vragen van het communis
tisch Tweede Kamerlid De Visser, heeft minis
ter Slingenberg geantwoord, dat geen verhoer
ging van steunuitkeeringen en geen verleening
van duurtetoeslagen in het voornemen der re
geering liggen.
Fientje de la Mar en Paul Ostra zijn uit-
genoodigd op 7 April as. een cabaretvoorstelling
te komen geven met enkele medewerkers voor de
Hollandsche kolonie te Boedapest. Aangezien er
op 6 April een voorstelling moet worden ge
geven te Haarlem, zal er een speciaal vliegtuig
gecharterd worden, dat de artisten tijdig te
Boedapest brengt. Als medewerkers (sters) zullen
de reis medemaken: Eline Pisuisse en de heeren
Han Beuker en Wouter Denijs.
De algemeene vergadering van het Alge
meen Mijnwerkersfonds heeft Woensdag in
een bijeenkomst de verbeteringen in de pen
sioenregeling der mijnwerkers besproken.
De nieuwe verbeterde regeling werd met
algemeene stemmen aanvaard.
Vooraf verklaarde de vertegenwoordiger van
den R.K. mjjnwerkersbond, dat zijn bond de
nieuwe regeling zal aanvaarden, maar hfj drong
op verbetering van het invaliditeitspensioen aan,
waarvoor hij op den steun van de regeering
rekende.
De vertegenwoordiger van den Alg. Ned. Mijn-
werkersbond legde een verklaring af, waarin
eveneens verdere verbeteringen werden bepleit.
De vergadering werd o.a. bijgewoond door den
regeeringscommissaris, oud-minister mr. Ver
schuur.
Bjj hei passeeren van een vrachtauto is
Woensdagavond omstreeks zeven uur tus
schen Monnikendam en Broek een per
sonenauto in de langs dien weg loopende
vaart gereden. De drie inzittenden konden
spoedig op het droge worden gebracht.
De ontvanger der registratie en domeinen L.
M. W. Ledeboer, is verplaatst van het kantoor
der registratie no. 2 en successierechten te Rot
terdam naar het kantoor der registratie no. 1
aldaar: de ontvanger der reg. en dom. H. R.
Heerema van het kantoor Hulst naar het kan
toor Goes; de ontvanger der reg. en dom. G. N.
Nebsmans van het kantoor Zaltbommel naar
het kantoor Bergen op Zoom; de ontvanger der
reg. en dom. P. M. Overbeeke van het kantoor
IJsselstein naar het kantoor Sittard en de ont
vanger der reg. en dom. C. H. Hagen van het
kantoor Woerden naar het kantoor Bolsward.
Met 1 Mei 1937 is aan den adm. ambtenaar
le kl. van den Rijkswaterstaat A. A. N. Poets-
ma te 's Gravenhage, op verzoek, eervol ontslag
uit 's rijks dienst verleend.
Voor het gerechtshof te Den Haag heeft te
recht gestaan de 25-jarige L. van R„ die door
de rechtbank te Rotterdam wegens poging tot
doodslag tot 2Y, jaar gevangenisstraf was ver
oordeeld.
Het drama, waarin deze jongeman een rol
vervulde, speelde zich af op 13 November 1936
in de Rotterdamsche onderwereld. Verdachte
heeft toen een jonge vrouw, die voor hem den
kost moest verdienen, met een scheermes ern
stige verwondingen in den hals toegebracht.
De procureur-generaal, mr. A. Rombach vroeg
vernietiging van het vonnis van de rechtbank
en veroordeeling van verdachte wegens poging
tot moord tot een gevangenisstraf voor den tijd
van vijf jaar.
Mr. K. W. Zieleman te Rotterdam, verdach-
te's raadsman, achtte alleen mishandeling be
wezen en vroeg voor dat feit een milde straf.
Woensdagavond had op het stationsempla
cement te Apeldoorn de spoorwegarbeider J.
Zikken het ongeluk bij het rangeereh tusschen
twee wagons bekneld te raken. Hierbij werd
hem een been onder de knie geheel afgekneld.
De trein moest opgevijzeld worden, om den
ongelukkige te bevrijden. Het slachtoffer is
naar het Juliana-ziekenhuis overgebracht.
Te Borculo is de 64-jarige G. A. Baan uit
Geesteren, gemeente Borculo, op den onbe-
waakten overweg met zijn fiets door den
trein, welke om 2.15 uur van Borculo naar
Ruurlo vertrekt, gegrepen en op slag gedood.
Het stoffelijk overschot is naar het lijken
huis te Borculo overgebracht.
Te Rotterdam is in de Bergsehelaan het
zesjarige zoontje van den heer De Ruyter uit
de Insulindestraat overreden door een zand-
auto. Met een schedelfractuur is het knaapje
door een auto van den G.G.D. overgebracht
naar het ziekenhuis aan den Coolsingel, al
waar het kort na aankomst is overleden.
Het ongeluk is ontstaan, doordat de auto te
veel naar links uitweek en daardoor van den
berm van den weg in het water gleed. Onmid
dellijk na het ongeluk stopte de chauffeur van
den vrachtauto, waarop de naast hem gezeten
25-jarige Assink uit Amsterdam te hulp schoot.
Hij sprong gekleed te water en slaagde er in
de drenkelingen uit den auto te trekken en
op den kant te brengen. Het waren een dame
en twee heeren, van wie de oudste blind was.
Het drietal is bij omwonenden binnengebracht
en van droge kleeren voorzien. De auto is in
den loop van den avond op den wal geheschen.
De Naamlooze Vennootschap Handels-, Assu
rantie- en Credietonderneming te 's-Gravenhage
heeft zich tot den Minister van Financiën ge
wend met het verzoek, haar ontheffing te ver-
leenen van het verbod, bedoeld in art. 19a der
wet van 4 Maart 1935 (verbod tot het gebruik
maken van trekkingen der Staatsloterij).
Adressante betoogt in het betreffende verzoek
schrift, dat zfj in 1926 heeft uitgegeven een
obligatieleening, groot 42.000.000, waarvan de
schuldbrieven het recht geven om, wanneer op
het nummer van een lot in de Ned. Staatsloterij,
correspondeerende met het nummer van hun
schuldbrief, een prijs of premie valt, van
requestranten te vorderen 1/20 daarvan.
Ter nakoming van haar verplichtingen moet
de Haco dus nog een lange reeks van jaren in
vloed toekennen aan den uitslag van de trek
kingen der Staatsloterij. Nu bij rechterlijke uit
spraak echter is komen vast te staan, dat, zoo
de Haco haar civielrechtelijke verplichtingen
nakomt, zij zich aan overtreding van bedoelde
verbodsbepaling schuldig maakt, wordt dispensa
tie van deze bepaling verzocht.
Toegekend de aan de Orde van Oranje-Nassau
verbonden eere-medaille, in brons, aan P. Nien-
huis, landarbeider bij de familie Sijpkens te
Hornhuizen, gemeente Kloosterburen.
Aangewezen als beheerder van het bljpost-,
telegraaf- en telefoonkantoor te Rotterdam
(Burg. Roosstraat) de commies bij den P.T.T.-
dienst J. B. F. van Linschoten, thans te Rot
terdam (postkantoor).
2
Het schoot inspecteur Eötvös vluchtig door het
hoofd, dat hij zulke oogen nog nooit in zijn leven
gezien had, maar toen concentreerde hij al zijn
aandacht op den brief dien het meisje hem
teikte. Halfluid las hij:
Lieve Marina!
Wij waren speelkameraadjes in onze jeugd,
cn al heeft de felle wind van het leven ons later
bok uit elkaar gejaagd, toch heb ik nog dikwijls
hioeten denken aan de hooge huurkazerne in
de voorstad, waar wij woonden en waar je vader
Portier was.
Weet je nog, wat 'n prettige spelletjes we op
de binnenplaats speelden? De nauwe, sombere
binnenplaats, waarop zooveel vuile ramen van
arme-menschen-woningen uitzagen, was ons
kinderparadijs. Voorbij, Marina, voor ons allebei,
blaar jij bent toch nog de gelukkigste van ons
beiden. Practisch en zakelijk als je bent, zul je
3e leven altijd een draaglijken vorm weten te
geven, terwijl het mijne een volslagen misluk
king is geworden: dat is de bittere bekentenis,
die ik moet afleggen, nu ik aan het einde er
van sta. Het is niet lang geweest, mijn leven,
maar toch voel ik me ondanks mijn jeugd, moe
eindeloos, hopeloos moe. Papa heeft me ge
vormd naar zijn eigen voorbeeld: tot een on
bruikbare fantaste met onvervulbare droomen
en wenschen. Graaf Pereny, die afzakte tot het
erbarmelijk bestaan van een armen broodschrij
ver, liet zijn dochter niets na dan een opper
vlakkige, gebrekkige ontwikkeling, veel familie
trots en een paar zilveren couverts met de ne-
genpuntige kroon. Ik heb geborduurd voor win
kels, heb handwerkles gegeven en daarna als
typiste gewerkt op tallooze kantoren, waar ik
al heel gauw weer gedaan kreeg om mijn vol
strekte ongeschiktheid voor zakelijk routine
werk. Dat mijn gezondheid hoe langer hoe slech
ter werd, was mede oorzaak, dat ik niet flink
en volhardend kon aanpakken. Een jaar of zoo
geleden was ik misschien nog wel te redden ge
weest met een kuur, maar denk je misschien
dat ik van geld, bljeengebedeld met straatcol
lecten, ergens op 'n zaal had willen liggen tus
schen arbeidersvrouwen en fabrieksmeisjes? Ik
was, en ben, van meening dat ongestoord dood
gaan minder erg is dan dét. Tenslotte werd ik
natuurlijk werkloos en, och ja, het proces is na
tuurlijk wel bespoedigd doordat ik toen niet zoo
veel bijzonders meer te eten had. De zilveren
couverts met het kroontje, waarvan vader zich
zelfs in zijn somberste dagen niet wilde ontdoen,
zijn verkocht, en nu voel ik, dat het einde na
dert. Een dokter houd ik er niet op na, maar
mijn eigen diagnose is, dat 't nog een dag of
,vier, vijf kan duren. Ik bewoon een dakkamertje
in een groot huurhuis (het adres vind je onder
aan mijn brief)daar zal ik me terugtrekken,
en doordat ik met niemand in huis omga, zullen
ze me heusch zoo gauw niet missen. Ik heb
kunnen ontdekken waar je woont, en zal nu
dezen brief met mijn laatste koperstukje aan een
kleinen jongen van de benedenverdieping geven,
met de opdracht, hem pas over een week te
posten. Dan is alles voorbij, daar ben ik zeker
van.
Jij, lieve Marina, bent de eenige, op wier lief
dadigheid ik een beroep doe na mijn dood,
want bij mijn leven heb ik nooit iemand om
steun gevraagd. Ik zou het verschrikkelijk vin
den, „van de armen" begraven te moeten wor
den, en ik verzoek je daarom, ter wille van onze
vroegere vriendschap, voor mij de allereenvou
digste begrafenis te willen bekostigen, die recht
geeft op een graf met mijn naam er op. Mijn
schamele nalatenschap is daarvoor jouw eigen
dom. Verder bezit ik immers niemand op de
wijde wereld, die me een klein beetje na staat,
Marina.
Ik weet, dat je mij deeen laatsten liefdedienst
niet zult weigeren en daarvoor dank ik je.
Hortense Pereny.
Vlug had inspecteur Eötvös den brief doorge
lezen. Nu liet hij de hand, die het dichtbeschre-
vén blad vasthield, langzaam zinken.
Zacht, heel zacht ritselde het papier.
Het klonk Marina in de ooren als een stille
klacht, door een windzucht gedempt uit de
verte aangedragen. Er ging een huivering door
haar heen; een eindeloos medelijden met het
meisje, dat zóó jong reeds afscheid had moeten
nemen van een leven, dat haar nimmer iets ge
boden had, vervulde haar en deed haar sidderen
tot in het diepst van haar ziel. Ze moest zich
vastgrijpen aan een stoel.
„Het is verschrikkelijk," stamelde ze. „Zulke
dingen moesten niet kunnen voorkomen zelfs
niet in deze tijden
Inspecteur Eötvös glimlachte een klein beetje
uit de hoogte. Hij kon zich wel voorstellen, wat
er in het meisje omging. De tragedie, het drama,
waarmee zijn beroep hem onophoudelijk in aan
raking bracht, zóó onophoudelijk, dat men er
van afstompte en bijna gevoelloos werd, had dit
jonge ding voor de eerste maal beroerd. Héél
even nog maar.
Hij haastte zich, haar op een stoel te doen
plaats nemen.
„Gaat u toch zitten, juffrouw hij aar
zelde. Als ambtenaar had hij nu kortweg kunnen
vragen: „Hoe is uw naam?"
Maar hij deed dat niet, en bleef slecht» af
wachtend staan met vragenden blik.
„Ik heet Marina Toldy, ik ben mannequin bij
„Violette" en woon bij juffrouw Kisz in de
Waitznergasse op een kamer.
Hij knikte zonder een spier te vertrekken.
„Dank u, juffrouw Toldy," en bij zichzelf
dacht hij: „Ze is een mannequin!" Het leek
hem bijna een misplaatst grapje.
Op dat oogenblik rinkelde de telefoon. De
inspecteur stond al aan tmt toestel.
„Ja ja zeker ja. Hoe zegt u? ge
waarschuwd door een buurjongetje, dat haar al
tin dagen gemist had deur gesloten en geen
gehoor opengebroken ja, dat spreek van
zelfhoe zegt u? reeds minstens twee da
gen dood op tafel een papier met 'n adres
mejuffrouw Toldy, juist, juist, dat klopt, zeker,
dat adres is in onze onmiddellijke nabijheid
juffrouw Toldy is trouwens hier aanwezig
zeker, zoo spoedig mogelijk. Ik dank u."
Marina Toldy was haastig opgestaan.
„Spreekt u over Hortense Pereny?" stiet ze
doodsbleek uit.
„Ik twijfel er niet aan, of het gaat hier om
uw vriendin," zei de inspectur zich omdraaiend,
„ofschoon de buren, die de politie waarschuw
den, dat het meisje in zoo lang niet gezien was
en dat men bij het kloppen op haar afgesloten
deur geen gehoor kreeg, niet eens haar naam
wisten te vermelden. Ze stond onder de bewo
ners van de huurkazerne bekend als „de prin
ses," omdat ze zich zoo geheel afzijdig hield en
blijkbaar met niemand omgang wenschte. Nu.
zoo heel ver zijn ze dan niet van de waarheid
af geweest. Het lijkt me het beste, dat u zich
even ter plaatse gaat overtuigen of ons vermoe
den inderdaad juist is. Ik zal u gaame daarheen
vergezellen."
„Ik dank u, inspecteur. Laten we dan meteen
maar gaan."
En daarbij verbaasde Marina zich er zelf over,
dat ze op dit oogenblik, nu ze zoo goed als ze
kerheid had gekregen van den dood van Hortense
Pereny, geen enkele andere gedachte kon vor
men dan deze: Hoe kan een gravin, die daarbij
nog jong en mooi is, zóó weinig aan het leven
hechten, dat ze geen moeite doet, het te be
houden, desnoods ten koste van vernedering en
afhankelijkheid! Het leven is toch altijd, altijd
levenswaard!
Een gravin! Wat een titel!
In de juiste hand een tooversleutel, die alle
deuren opent. Ze heeft die gelukkige hand nooit
gehad, de arme onpractische Hortense Pereny;
ze bezat geen greintje levenskunst en onderne
mingslust. Maar zij Marina Toldy maar
zijo, wat kon het lot zijn gaven toch dik
wijls onbillijk en onjuist verdeelen! Zij was nu
eenmaal geen gravin, ze was slechts het doch
tertje van den armen portier Toldy.
HOOFDSTUK II
Slechts één enkelen blik behoefde Marina op
de doode te werpen, om zeker te zijn dat er
geen misverstand mogelijk was. De uitgeteerde
vrouwengestaltedie daar op het bed lag, mistig
en vredig alsof ze «liep, het gitzwarte haar in
een natuurlijke golf langs de waswitte wangen,
was Hortense Pereny.
Wat een droevige aanblik! Op een tafeltje
naast het bed lagen een paar boeken; een half
leeggedronken glas sinaasappelsap stond er
naast. Vóór het bed op den grond lag een zak
doek met groote roode vlekken, donker ver
droogdToch scheen de doode niet in een
benauwdheid of krampachtigen hoestaanval ge
storven te zijn: ze leek pijnloos ingeslapen van
overgroote zwakte en uitputting.
Huiverend bedekte Marina haar gezicht met
de handen.
.(Wordt vervolgd)