VERJAARDAGEN familiekring 1 B 1 Het kruiswoord in de gratie De nieuwste uitvinding as ZONDAG 18 APRIL 1937 IIiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii I mm Regen Water STAANDE ETEN" Het bakken van taarten VERTELLIN GEN VAN SIBOTAK Oud-Batavia PAROCHIELEVEN ONS PRIJSRAADSEL In genre en zwaarte van de raad sels moet variatie blijven bestaan Amusant woordspel De oplossing Prijswinnaars Het nieuwe raadsel Eenige algemeene wenken Statistiek van lippenstiften BRABANTSCHE BRIEVEN 'tSpuit d'n Dré allegaar deur z'nen kop IN HET VOORJAAR wordt de eene nieuwigheid na de andere gepresenteerd. Van de eene zeggen we: dat is niet zoo heel nieuw maar een enkele combinatie is wel eens origineel. Zooals bijv. de middelste: een complet van blauwpaarse tulle met 'n kraagje en knoopen van oud-rose vilt 68. oker, 69. hart, 71. mare, 74. Oka, 76. re, 77. na, 79. air, 81. te, 83. do. Na de magische kunst hebben onze puzze laars zich thans weer met het maande- lijksche kruiswoord-raadsel kunnen bezig houden en dat dit ook nu weer in den smaak gevallen is, bleek weer overduidelijk uit de bijschriften. Er zijn blijkbaar ook inzenders, die alleen voor kruisw'oordraadsels interesse hebben. Het werd ons ditmaal ronduit verklaard: „Een kruiswoordraadsel, da's wat voor mij' Daar ben" ik steeds als de kippen bij. Een andere puzzle laat 'k meest maar schieten, Maar 't crossword dat geeft me dubbel genieten. U geeft volgens afspraak een dozijntje per jaar; Voor mijn part, verdubbel dit aantal maar." Men vergunne ons ook 'n paar rijmwoorden als antwoord: Bij velen is't crossword, ja! zeer in de gratie, Vandaar alle maanden zoo'n extra-traktatie. En dat is genoeg, want vooral variatie In genre en zwaarte moet blijven bestaan: „Dat spoort ons" zoo schrijft men ons tel kens „steeds aan, Om elke week dapper aan 't puzzlen te slaan!" Een paar „slips of the pen?" was de vele malen herhaalde vraag. Ons antwoord: Niet een paar: één is al welletjes! In ons klad-ontwerp hadden we de e in 35 vert. voor een r aangezien. De verandering van bouwval in bouwVak is natuurlijk voor reke ning van den zetter. De oplossing van het vorig raadsel was: Horizontaal: 1. baron, 6. brons, 11. graal, 12. mee, 14. kleed, 16. wrang, 17. Seine, 19. ieder, 21. aan, 22. een 24. vee, 26. Ako, 27. gade, 29. sim, 31. vel, 32. snee, 33. en, 34. eb, 36. koper, 38. 1.1., 39. N.S., 40. trek, 42. nor, 43. raaf, 45. foliant, 46. bren ger, 48. rots, 49. Edo, 51. egel, 53. t.p., 55. os, 56. ruiïne, 58. Sr., 59. ge, 60. arts, 62. Ier, 63. dra, 65. ijdel, 67. aai, 68. ons, 70. tam, 72. erf, 73. ta rok, 75. trans, 78. Aalst, 80. loket, 82. era, 83. drift, 84. Laren, 85. boert. Vertikaal! PC, brand, 2. aan, 3. rage, 4. of, 5. sein, 7. R.K., 8. olie, 9. nee, 10. Sédan, 11. graan, 12. me, 13 en, 15. deken, 16. wagen, 17. snik, 18. ever, 20. roest, 23. es, 25. el, 28. eerloos, 30. monteur, 31. verbond, 32. slagerij, 35. beits, 37. Po, 38. langs, 40. tor, 41. kas, 43. ree, 44. fel, 47. staat, 50. di., 52. helft, 54. praal, 56. rest, 57. erts, 59. gerst, 61. Tirol, 62. in, 64. Aa, 66. Delft, De uitgeloofde prijzen werden door het lot toegewezen aan: J. BAY, John Franklinstraat 73 III, Amster dam-West. G. VAN BEMMEL, Meerstraat 94, Hillegom. Mej. M. BLEYENDAAL, Kerkweg, Heems kerk (N.-H.) Mej. L. BLOM, Ondiep 94, Utrecht. J. OPDAM, NieuwpoOrtslaan 137, Alkmaar. J. WIELENS, Bleekweg 63, Enschede. Als nieuw raadsel geven wij onzen lezers thans een woordspel volgens bijgaand schema: We zullen dus nu onze eerste proeve eens wat verzwaren. Het gaat nu om regenwater! Bij regen te beginnen, nemen we telkens weer een letter weg, v.fclke we door een andere letter vervangen. Doch nu blijft het niet, als de vorige maal, bij enkel vervangen: nu moet na die vervanging het beschikbare 5-tal letters tot een hieuw woord worden omgezet. Men zou b.v. regen kunnen veranderen in: deern, genie, lente, greep, garen enz. Nog an dere als: neder, eigen enz. zouden niet voldoen, omdat we ook hier weer de voorwaarde stellen dat alle woorden zelfstandige naamwoorden moeten zijn. Waarbij dan nog deze conditie: al die substantieven moeten enkelvoudig blij ven. Uit de opgave blijkt ten slotte, dat men bij de 7e verandering niet vroeger en niet later van regen tot water moet komen. Het woordspel is zeer amusant, want men kan ver schillende en zeer gevarieerde oplossingen krij gen! Natuurlijk kan men met één oplossing volstaan. Onder de inzenders van een goede oplossing worden weer zes fraaie prijzen verloot. Oplossingen worden tot Donderdagmiddag 12 uur ingevocht bij den heer G. M. A. Jansen, Ruysdaelstraat 60, Utrecht. 99 Een bekende uitdrukking, waarmede men te kennen wil geven, dat men zeer ge haast zijn maal heeft moeten gebruiken, luidt: „ik heb even staande gegeten". Zooiets behoeft evenmin letterlijk te worden opgevat als de uitroep, waarmede men wel eens te kennen geeft, dat het „honderd jaar geleden is" dat men iemand gezien heeft; toch be staan er in onze groote steden gelegenheden waar men inderdaad „staande" eet of drinkt. Het is een feit, dat tal van menschen soms zeer weinig tijd voor hun maaltijden hebben. Een paar voorbeelden? Iemand die overdag zijn werk heeft, moet door middel van de post geld ontvangen of verzenden. Dat kan alleen tijdens zijn middagpauze, want de post dienst is daarvoor uitsluitend tusschen 9 en 3 geopend. Is het in het middaguur wat druk, dan blijft er maar weinig tijd over om koffie te drinken. Menschen, die in de verre buiten wijken van een groote stad wonen, zijn in zoo'n geval aangewezen op een eetgelegenheid, waar men dan meestal juist de grootste druk te meemaakt, met het gevolg: lang wachten ■gehaast eten. En de oudere kinderen, onze gymnasiasten en H. B. S.-ers! Vandaag moe ten ze met naar huis gaan wachten tot de rec tor hen heeft berecht wegens een of ander kat- tekwaad, een anderen keer blijft de koffiebo- terham onaangeroerd omdat ze net 's morgens hebben gehoord, dat „Japie" dien dag de les hun laatste uur schriftelijk overhoort; dan zijn er open bruggen, bandenpech, ruzietjes die beslecht moeten worden; de tram had opont houd of zij moest een boodschap doen die zoo lang duurde.... Ja", wie van hen eet er nu eigenlijk wél rustig? En toch, we voelen hoe ongewenscht het kan zijn indien er gehaast wordt gegeten, om dat het lichaam dan lang niet het volle pro fijt van het voedsel kan trekken. Het is dus van belang, indien men weinig tijd heeft, om voedsel te kiezen dat weinig voorbereiding vraagt, zoodat de toch al schaarsche minuten niet met wachten verloren gaan en dat boven dien licht verteerbaar is. Zulk een combinatie is met wat overleg niet moeilijk te vinden. Als wij bijv. denken aan onze prille jeugd, dan komen wij als vanzelf op de melk; een glas melk, mits langzaam gedronken; een paar bo terhammen gewoon Mèlk-Brood; een portie van die echte Hollandsche kaas, die niet alleen voor 't buitenland, maar vooral voor onszelf bestemd is ziedaar eenige vrijwel overal aan wezige mogelijkheden voor wie „staande" moet eten. Een der allereerste vereischten om succes te hebben bij het zelf bakken van taarten*is wel een goede oven, waarin de warmte ge makkelijk te reguleeren is. Nu is dit bij gas- of electrische ovens al heel gemakkelijk en daarmee zal dan ook wel niemand last heb ben. Een andere kwestie is het echter bij de ouderwetsche kolenfornuizen. Velen hebben daarbij last, dat de oven aan den kant van den vuurpot te heet wordt, zoodat aan dien kant het gebak verkoolt, terwijl het aan den ande ren kant niet voldoende gaar wordt. Dit kan men voor een groot deel voorkomen, door een plaat ijzer tegen den wand van den vuurpot te zetten. Ook een goed middel ter verkrijging van een egale warmte in den oven is het plaatsen van een of twee testen met gloeiende kolen on der in den oven. Veel is er verder aan deze fouten van het fornuis niet te doen en als men met deze hulpmiddelen toch nog geen bevre digend resultaat heeft, is het beter het zelf bakken maar op te geven, want als onze pogin gen herhaaldelijk mislukken is het voordeeli- ger .dat, wat men noodig heeft, maar bij den banketbakker te bestellen. Een goede taart moet gaar en luchtig zijn. Deze luchtigheid verkrijgen we op verschillen de manieren zooals: de boter tot room roeren, of geklopt eiwit door het beslag mengen, of de geheele eieren lang roeren, of het toevoegen van gist, of het gebruik van bakpoeder, of het zeven van de te gebruiken bloem, het herhaald uitrollen van het deeg. Al deze methoden hebben hetzelfde doel, n.l. het inbrengen in het deeg van lucht of kool zuur, dat bij het bakken uitzet en de deegmas sa daardoor omhoog doet komen. Al deze lucht- of gasblaasjes vinden we later in het gebak terug. Dat tot room geroerde boter veel lichter is dan eerst weet iedereen. Dit komt door de lucht, die we door het roeren in de boter heb ben gebracht. Ook bij het heel lang roeren van eieren met suiker verandert de kleur sterk. Dat eiwit bij het kloppen veel lucht in zich opneemt behoeven we wel niet nader te vermelden. Men moet er voor zorgen, dat de lucht, die wij in het gebak brengen, versch is, dus moet men bij het kloppen of roeren bij een open venster gaan staan. Het gebruik van gist en bakpoeder berust op hetzelfde principe. Bij gist begint de werking al voor het bakken als het deeg op een warme plaats staat, bij bakpoeder eerst als het in den oven is. In beide gevallen ontwikkelt zich kool zuur, dat dezelfde werking heeft als de lucht en dus voor het uitzetten van het deeg zorgt. Het is ook te begrijpen, dat het zeven van de bloem en het uitrollen van een taai deeg lucht erin brengen. De deegmassa, die zonder deze hulpmiddelen vast zou zijn, wordt dus nu luchtig en bij het bakken wordt ze nog meer uit elkaar gedreven. Het gebak wordt daardoor smakelijker en ook gemakkelijker verteerbaar, doordat de spijsver teringssappen het nu gemakkelijker kunnen doordringen. Bij sommig beslag, bijv. voor appelbeignets en fritures maakt men wel eens gebruik van spuit water of bier, omdat deze yeel koolzuur bevat ten. Soms ook worden de geheele eieren langen tijd geroerd. In Frankrijk bijv. wordt deze me thode vaak toegepast. De massa wordt hierdoor wel luchtig, maar niet zoo broos als met apart geklopt eiwit. Hierdoor wordt het barsten van ons gebak vaak voorkomen. Wanneer men voor gebak stijf geklopt eiwit gebruikt, moet dit er pas op het laatste oogen- blik bijgevoegd worden en luchtig door de deeg- Veel van de stad of beter van de vesting Jacatra, welke eertijds de naam van het tegenwoordige Batavia was en zooals die er onder het bewind van de Vereenigde Oost- Indische Compagnie uitzag, is gelukkig voor ons Hollanders bewaard gebleven. We zullen onze promenade beginnen vanaf Weltevreden, de Bovenstad van Batavia. Langs den grooten Postweg zien we de kam pong-huisjes af en toe schuil gaan achter boschcomplexen en uitgestrekte klappertuinen, die grootendeels door Chineesche erfpachters geëxploiteerd worden. De taxi-wagens, door In- landsche chauffeurs bestuurd, rijden af en aan. Dan op eens achter ons het gekras der remmen en een jonge kerel staat voor ons, met de uitnoodiging om ons voor een halven gulden naar Batavia te brengen. Top, dat doen we en nu rijden we over een breeden asphalt-verkeerswég, waaraan paral lel een kali stroomt, welke aan talrijke kroko dillen een schuilplaats biedt. 's Morgens vroeg komen hier de kleine aapjes uit het moerasbosch hun dorst lesschen. Ze zijn schijnbaar gewoon aan het geloei der wagens, want ze blijven rustig zitten en worden trou wens door de voorbijgangers niet gestoord. Hier hebben tot tweemaal toe de verdedigers van Jacatra hun vijanden op de vlucht kunnen jagen. Aan den weg ziet men een monument van 18e eeuwsch recht, namelijk het huis van Pieter Elberfeld, die getracht had de Hollan ders te verraden en daarvoor verschrikkelijk werd gestraft. Hij werd n.l. gespietst en in den muur van zijn eigen huis ingemetseld. Het huis mag niet worden aangeraakt en op den grond mag ten eeuwigen dage niet gebouwd of ge plant worden. Door de gapende, scheefhangende deur kan men den tuin zien, waar in het wild wat hoo rnen groeien, waarvan de Inlanders uit den omtrek vrij de vruchten komen plukken. Verder gaande zien we de Portugeesche kerk, die, in 1692 gebouwd, ook nu nog in gebruik is. In deze buurt vond een zestig jaar later een afschuwelijke massa-moord plaats. Een groot aantal Chineezen sloten zich aaneen en wa penden zich in een naburigen kampong om de stad te overrompelen. Gouverneur-Generaal Valckenier, hiervan in kennis gesteld, gaf be vel een groot aantal Chineezen eenvoudig af te maken. Bijna tienduizend ongelukkigen zouden toen om hals zijn gebracht. Op last van de Oost-Indische Compagnie werd Valckenier gevangen genomen en veroor deeld. We zullen het hierbij laten en onze wande ling nog vervolgen. Treffend is voor ons het gezicht der trapjes en ophaalbruggen over de oude grachtjes, de huisjes in oud-Hollandschen stijl met kleine in lood-gevatte ruitjes, ja zelfs hier en daar een hooge stoep. Vlak in de nabijheid zien we in een kleine afgesloten ruimte op een verhooging een zeer oud kanon liggen. Het is een groot kaliber en vermoedelijk door de Portugeezen hier in 't land gebracht. Dit is een heilige plaats en ge niet een groote vereering. Er wordt verteld, dat er een gedeelte van het geschut ergens in Atjeh berust en dat wanneer de verschillende deelen eenmaal weer veree- nigd zullen zijn, het Indische volk van de blanke overheersching verlost zal worden. We zullen huiswaarts keeren en bevinden ons spoedig in de nauwe sloppen en steegjes, waar de tropische nacht zwaar hangt. Troepjes Chineezen begeven zich naar hun speelholen en opiumkitten en wij keeren per electrische tram terug naar de bovenstad Weltevreden. massa geroerd. Tevens moet men dan zorgen, dat de gebakvorm geprepareerd klaar staat, d. w. z. flink met boter besmeerd en al naar be hoefte bestrooid met paneermeel, bloem of poe dersuiker. (Dit heeft nu wel niets met de luchtigheid te maken, maar ook voor het be strooien is het goed de bloem of de poedersui ker te zeven). Als de vorm eenmaal in den oven staat moet men zijn nieuwsgierigheid een poosje bedwin gen, want door te spoedig te kijken zou het ge bak kunnen neerslaan. Bij sommige fijne soor ten gebeurt dit soms, als men een pan eenigs- zins hardhandig op de kachel zet, dus men moet met het sluiten van de ovendeur zeef voorzichtig zijn. Bovendien is een koude lucht stroom, die plotseling over het gebak strijkt, vaak heel gevaarlijk. Om het gebak niet te donker te laten wor den, bedekt men het met een met boter in gevet papier als de taart de gewenschte kleur heeft. Dikwijls helpt dit nog niet voldoende; dan moet men er een deksel overleggen, da* echter van te voren gewarmd moet zijn, anders is er weer een groote kans, dat het gebak, voor al als er stijfgeklopt eiwit in is, neerslaat. Om te zien of ons baksel gaar is kan men er op een paar plaatsen met een dikke breinaald in steken. Als deze er droog uitkomt is het gaar. Bij cakes kan men dit zien, n.l. als de bo venkant der cake van de randen van het bliK loslaat, is de cake beslist gaar. Als dit nog niet het geval is, kan men den vorm gerust nog een poosje in den oven laten. Indien noodig tem pert men de warmte dan iets. Gebak, dat uit den oven genomen wordt, mag men niet direct op een koude plaats zetten. Men doet beter door het op de ovendeur of in den geopenden oven te laten afkoelen. In den regel wordt het ook smakelijker als we het niet al te versch gebruiken, maar het eerst een paar uur laten rijpen. Zus is over negen dagen jarig negen da gen, dat is nog negen nachten slapen, heeft ze uitgerekend, en iederen ochtend, als ze den slaap nog uit haar oogen wrijft, heeft ze een onbestemd gevoel van blijdschap van „wat is er ook alweer voor prettigs?" maar zoodra ze klaar wakker is, weet ze weer precies wat dat prettige is: haar verjaardag is weer een dagje nader gekomen. Nog acht nog zeven nog zes.vijf. Zus vindt dat de dagen langzamer voorbij gaan en de nachten langer duren, hoe dichter de groote dag nadert. Ze heeft moeder dringend gevraagd of ze haar mooie jurk naar school aan mocht en moeder kon die smeekbede onmogelijk weerstaan. Dus zus zal met haar mooie jurk in de schoolban ken zitten. Als ze nog lang haar had gehad, had ze vast en zeker papillotten willen hebben met haar pagekopje is niets bijzonders aan te vangen en diep in haar hart vindt ze dat eigen lijk wel een beetje jammer. Al dagen van te voren had ze met moeder het programma voor dien dag besproken gewich tige kwesties moet je niet op het laatste nip pertje bespreken, vindt zus en zoo was er dan na ernstig beraadslagen beslist, dat ze tante Bep en oom Jaap ten eten zouden vragen en dat 's avonds de vriendinnetjes mochten komen. Haar verlanglijst had ze in schoonschrift ge schreven en daar had ze persé een velletje van moeders blocnote voor willen gebruiken „op zoo maar een stukje papier" dat kon niet, daar voor was ook dit een veel te gewichtige kwestie. En nu popelde ze van nieuwsgierigheid en verlangennog twee dagen., nog één dag.. en dan eindelijk wordt het de laatste nacht.... als ze nü wakker wordt, dan is het zoover. En als ze den volgenden morgen al om zes uur de klok heeft hooren slaan, kan ze met den besten wil van de wereld niet meer inslapen. Het was dien ochtend ook zoo gegaan, dat ze er niet lang voor noodig had gehad om klaar wakker te worden en ze had nog maar nauwe lijks haar oogen open voelen gaan of ze wist met absolute zekerheid: nü ben ik jarig. Ze had op slag haar bed wel uit willen stappen.... maar toen had ze de zes waarschuwende slagen van de klok gehoord, en die hadden haar toen onder de dekens gehouden maar van slapen was niets meer gekomen. Ze had alleen maar heel scherp liggen luisteren of ze op vaders en moeders kamer geen gestommel hoorde. En als ze dan eindelijk hun stemmen hoort, dan is hét groote oogenblik aangebroken het moment, waarop ze zich dagen en dagen ver heugd had, waarnaar ze al dien tijd zoo hevig verlangd had. Wanneer wij, groote menschen, jarig zijn, gaat het anders toe we zijn eerder geneigd hem te vergeten, want niemand is er op gesteld zich steeds een jaar ouder te gaan voelen. De ge dachte dat we binnenkort jarig zullen zijn, ver wekt niet de minste sensatie meer bij ons en den nacht van tevoren slapen we precies even rustig en precies even lang als anders. Het is gezellig, als de post ons een extra brief brengt en het is erg pleizierig als onze bezit tingen verrijkt worden met iets nieuws, maar een glorierijke dag is het niet meer Waarom toch is het dit voor een kind wel? Terwille van de cadeautjes? Ik geloof niet dat het alleen daarom is. Want als aan de nieuws gierigheid ten lange leste voldaan is en de nieuwe schatten duizend en eenmaal bewon derd zijn, dan blijft de feeststemming dan ls het den heelen dag in den zevenden hemel, dan moet ze immers ook haar mooie jurk aan en op school wordt toch prins-heerlijk aan de GESTREEPTE ZIJDE wordt veel geko zen voor sportieve blousjes. Wie echter niet over een slank figuurtje beschik ken, moeten met deze streepen 'n beetje voorzichtig zijn. Afwisselend dwars en in de lengte verwerkt, maakt het niet alleen een levendigen indruk, maar komt het figuur ten goede, zooals bovenstaand blousje laat zien juffrouw verteld dat zij jarig is! Waarom? Omdat ze weet, dat ze op dien dag niet één van de velen is maar een bijzóndere een jarige, die verschillende voorrechten heeft. Ze mag het bord schoon maken, ze mag dien morgen de planten water geven en ze mag zeggen welke liedjes er gezongen zullen worden. Iederen keer weer wordt de aandacht op haar kleine persoontje gevestigd, dat op gewone da gen niet meer opvalt dan ieder ander kind uit de klas. Thuis heeft ze mogen zeggen wat ze eten wou en dien dag komen tante en oom speciaal voor haar en de lekkere koekjes, die er bij de thee zijn, als ze uit de school komt, zijn er ook op andere dagen niet. Van het uur waarop ze wakker werd tot het uur waarop ze slapen gaat, staat ze in het mid delpunt. Dit feit van die algeheele belangstelling is eigenlijk, zonder dat het kind het zich bewust is, een van de meest aantrekkelijke kanten van den heelen verjaardag. Het is een belevenis, die het niet kent in zijn dagelijksch kinderbestaan. Het is een sensatie, in den besten zin van het woord. Iets waar een kind behoefte aan heeft de(n) ander ons weer verwarmd hebben. Wij zijn het ons alleen bewust en als wij ons op een avond een beetje alleen voelen, en we hebben behoefte aan wat meer persoonlijke be langstelling, dan gaan we naar een goeden vriend of vriendin en we praten met elkaar, totdat het meeleven en de belangstelling van de(n) onder ons weer verwarmd hebben. We zijn ons ook bewust, dat we op een gege ven oogenblik eens iets heel wat anders willen meemaken en dan gaan we naar een bios coop of een schouwburg, of we trekken er op uit met de fiets. In een kind zijn deze verlangens veel minder bewust, maar ze zijn er en daar moeten we aan tegemoet komen. In den huiselijken kring is de verjaardag van iedereen een zaak van betee- kenis zelfs onze eigen verjaardag. Het zijn gebeurtenissen, waar een kind aandacht aan besteed wil hebben, en waarvan wij, als oude ren, een groot feest met een heerlijke herinne ring kunnen maken. MARYE. Den echten „geest" van Christus te bezitten is tenslotte noodzakelijk het geestdriftig doelwit van ieder mensch, die met St. Petrus verklaart: „Gij zijt Christus, de Zoon van den levenden God!" De bezitters van dien „geest" vormen het levende Christendom, waarom Christus bad toen Hij zeide: „Vader, maak dat zij die in Mij ge- looven, één zouden zijn, gelijk Ik in U, en Gij in Mij" (Ev. H. Joan. XVII. 22). De goddelijke Stichter wil dat alles in Zijn Kerk dien stempel der eenheid drage! Alle ge- loovigen moeten één lichaam uitmaken waar van Hij het Hoofd is. Die eenheid is van mensch tot mensch, van groep tot groep en groeit zoo tot één eenige Kerk. In dien geest van eenheid ligt noodzakelijkerwijze de groei van Parochie naar Bisdom en Kerk besloten! In strijd met Christus' stichting is dus alle verdeeldheid, alle eigenzinnigheid! Zelfs het allee nastaan in de godsvrucht strijdt met dien Christusgeest. Wij zijn Broeders, Kinderen van éenen Vader en gaan als één gezin (Parochie) tot den hemelschen Vader door Christus! Daaruit volgt het besluit dat wij in alles die eenheid, die nauwe vereeniging moeten zoeken en beoefenen. In de godsdienstoefeningen, in de openbare gebeden, in alles wat ons tot God leidt, moeten we als één familie samengaan. Die geestelijke familie is de Parochie. Oorspronke lijk beteekent dat woord: gebuurschap. Het spreekt ons dus van toenadering, van samen hang, juist gelijk het eene huis en erf aan het andere grenst of beter gelijk vriendschap en broederlijkheid goede geburen vereenigt! Wij spreken van GODSDIENST, of Dienst van God! In Christus' geest is Godsdienst het gezamenlijk „God loven, aanbidden, smeeken" in één en dezelfde vergadering, zoodat al de zielen, al de harten, als het ware in ééne ziel en één hart samensmelten. Deze schoone ver- eenigingsband snoere ons op de eerste plaats vast aaneen in de PAROCHIEMIS welke des Zondags voor ons wordt opgedragen aan God; deze band binde ons aan de Communiebank, waar we allen één maaltijd genieten; deze band binde ons aan den Predikstoel waar onze ééne Herder Gods woord spreekt! Zoo wordt bewezen dat een goed Christen zijn Parochiekerk moet liefhebben! ZWAANRIDDER. Uit een onlangs uitgegeven statistiek van de Engelsche handelskamer blijkt, hoe zeer de uitgaven voor schoonheidsverzor ging in het laatste jaar tegenover het jaar 1921 gestegen zijn. Het verbruik van Schmink en lip penstift is in Engeland zelfs zesmaal zoo hoe® geworden. Voor permanent wave werd 120 maal zooveel uitgegeven als in 1921, 60 maal zooveel voor gezichtsmassage en 8 maal zooveel voor parfumerieën. De vrouwen, die per jaar het minst daaraan besteedden, waren fabrieks arbeidsters, kantoorjuffrouwen en winkeljuf frouwen. Daartegenover stonden dames, die in 1936 wel 4000 gulden voor him verfraaiing uit gegeven hadden. daar is zoo langzamerhand in de samenleving 'n manjefieke arbeidsverdeeling, specialisatie ge. komen: d'n een ploetert veur den ander z'n pensioen! En zoo komen ze allebei deur den tijd. Zelfs heb ik gelezen, een van de leste dagen, dat pensioen veur iedereen zooveul als teugen „de eere van uw Heiland" is. Deus pit tige schijnheiligheid stond zwart-op-wit in 'n verkiezingsschotschrift, opgesteld deur „schrift geleerden" mee zware pensioenen! Ik heb toen die geleerdheid maar nie verder uitgelezen, want 't is mee die soort van politieke wetenschappen al net eender als mee den electriek en zoo: ge mot waken, dat ge 'r nie al te veul van te weten komt, want ge zou in 't weergaren versukkelen. Ge zou zóóveul te weten komen, dat ge op 't lest geen plek in oew harsenpan zou overhou- wen, om te weten hoe ge oewen dagelijkschen hap eten moest verdienen Vandaar dan ook 't nut van de specialisatie! En waar of nie ge zijt dan vrij om oewen eigen weg te kiezen. En dus nie ontevrejen te zijn. Zoo heb ik m'n eigen op 't gebied van den electriek gespecialiseerd tot en met de kennis van: draai, als 't donker wordt, 't schakeleerke 'nen kwartslag om. Punt! Af! Klaar! Veur de rest zurgt 'n ander. Op dat punt ben i k gepen- sionneerde, steuntrekker of armenverzorgde, sjuust als ge 't noemen wilt: want zonder er iets van te weten of veur te doen (dan betalen, ee, betalen!) heb ik.... licht! En ik geloof nie, dat Onzenlievenheer consequent 't verkie zingspamfletje deurgeredeneerd me dat kwa lijk nemen zal! En sjuust als mee m'n lamp, zoo sta ik te kijken mee die uitvinding, waarvan ik hierbo ven aan m'nen brief, oe al sprak. Zonder de fijnighedens te snappen, is me de zaak zoo hel der als pompwater, 't Geval komt hier op neer: ge plaatst op 'nen mensch, 'nen plaat, 'n voor werp of wè,t ook, 'n metalen schijf van voren en een van achteren. Ge jaagt dan van d'eene schijf naar d'andere 'nen soortement van „kor- tengolfstroom" en.... 't voorwerp, plant of mensch wordt van binnen verwarmd, sjuust zoo veul of weinig als ge wilt. Terwijl.... de on middellijke omgeving koud blijft. Ge zou dus 'n pan patatten kunnen koken in.... koud wa ter! Sterker: ge zou 'nen visch, ingevroren in 'nen blok ijs, kunnen gaarkoken, zonder dat 't ijssmelt! En ge zóu 't nie alleenze hebben 't ook gedaan! En de moderne professorale koks, die deus schellevischke hebben gaargestoofd binnen den blok ijs, hebben daaraan vastgeknoopt de thorie, dat ze op die manier b.v. plantengroei kunnen bevorderen net zoo sterk als ze eigens willen! Heelemaal geloof ik 't nog nie. Want zonder zonnelicht groeit er niks of weinig. In de broei kassen is net zoo hard zon noodig, als op den „kouwen grond". Anders zouwen broeikassen ook nie heelegaar van glas gebouwd zijn! Maar aangezien ze oew vel teugenwoordig ook bruin branden mee z.g. „hoogtezon", is alles toch nog maar éénen stap van de wetenschap. En dan..? Wel, dan gaat ge naar den professoralen groen- tenboer, ge betaalt 'm 'n dubbeltje en ge zegt: „laat veur mij 'ns efkens 'nen boerenkool groeien." En nou verstaat ge, amico, waarom dat kran- tenstukske in mijnen kop is blijven vasthaken! Ik zie er van komen, dat in de toekomst 't boerenbedrijf wordt uitgeoefend in 'n natuur kundig laboratorium. Enne.,., ge ként m'n plannen mee m'n baaske, mee m'nen Dré III. Zal ik 'm nou tóch nog motten laten studeeren? Veur Doctor in de Spinazie, enz.? Of zou 'k 'm misschien beter kunnen laten doctoreeren in de Peeën? Jaja, lach nie! Da's 'n groot arti kel, man! Veur de suikerfabrieken! Maar wat praat ik. Of suiker dan nog gewonnen wordt uit peeën? Dan trekken ze den suiker misschien wel uit versleten Fordjes, die opgesmolten wor den, of gemalen, of zooiets. Amico, zal ik oe 'ns iets zeggen da 'k meen uit den grond van m'n hart? Ik ben blij, da 'k over vijftig jaren m'n portie- aardsche-tranendal al lang mee huid en haar verslonden heb! 't Wordt niks! 't Wordt 'n weareld van wolkenkrabbers, waar de zon nie meer op eerde kan komen. 't Wordt 'n weareld van louter autowegen, waar geen plek meer is veur 'nen boom, 'nen grasspriet of 'n blom! 't Wordt hier 'n weareld van hardrijdende, hoogvliegende niksdoenders, die malkaar 'n gevolg van niksdoen en weelde haten. Geen eeuwen meer en de weareld bestaat uit wat luttele eilandstejen en woestenijen. Er komt plek genoeg, veur honderd keer meer menschen, want er hoeft niks meer te groeien, 't Wórdt gegroeid. Honderd keer meer men schen.... allemaal jakkerend in auto's, die veul harder rijen dan wij mee onze fantazie kunnen meten. „Niks te groeien, zult ge vragen? En den stik stof?" Wordt gespuid, uit de laboratia. Stikstof, gepuurd uit electriek groeisel. Schateren zullen ze op de manier dan, waarop haters „schateren" om ons. Ons, ge wichtige, om 'nen boterham malkaar vermoor dende schepsels, die daar zwaarwichtig over oreerden, schreven, politiseerden, promoveerden, konkelden, ja, oorlogvoerden! Die van 'n alge meen staatspensioen van.... 3 per week Godgeleerd vraagstuk maakten Allez, amico, ik heb toch de fiets zien komen? En d'eerste auto? Op den oogenblik dat den techniek begon! En nou? Wie lóópt er nog? Kan éénen wandelaar 'nen weg, 'n straat over steken, zonder om en opzij te kijken naar alle kanten als.... 'nen lijder aan vervolgingswaan zin? Duuzend keeren erger zal 't worden! Ook hebben we de eerste vliegmachien zien knoeien.... Over de heele weareld zitten ze te prutsen aan éénmanssportvliegtuigen! Nog vijf- en-twintig jaren Ik heb er werendig van gedroomd. Ochja 't spuit me allegaar deur m'nen kop, ook al m®e mijn baaske! Hij is weer vertrokken, ziet ge, naar Kostschool enafijn! Laat ik er afscheid1- Misschien vertel ik dieën droom nog wel 'ns' toen ik 'nen dag leefde in 't jaar 2037. Laat ik er vandaag afscheiën, want over 25 jaren, dan zou m'n baaske lachen over deuze zorgskens van zijnen opa, die er zoo hopelo°s naast sloeg! Dan zou ie 'n „aanvlieging" kunnen doen, deur te veul om deuzen brief te denken, 'n aanvlie' ging mee zijnen vliegford, daarboven in de stra tosfeer, waar ie 'n duuzend K.M. per uur zal gaan! Kom, ik schei er af. 't Wiemelt me. Veul groeten van Trui en as altij geen haarke minder van oewen t. a. v. DB®- Ulvenhout, 16 April Amico, Kort gelejen las Jk in 'nen krant 'n stukske dat maar nie uit m'nen kop wil. Ge zult, als ik oe zoo meteen er een en ander van verteld heb, t wel kunnen voelen aan de teuten van oew klompen, of liever gezeed aan den schroef van oew gummihakken, dat 't heele gaar geen wonder is, als dat krantenstuk kop pig in m'n zielement is blijven haken, lijk 'n vlok opgewaaid hooi in 'nen boomkruin. 't Fijne ben k ervan vergeten. Want 't betreft "n geraffineerde uitvinding op 't gebied van den electriek en den korten golf, dingen, waarmee ik nie veul méér te maken heb dan da k er respectievelijk de lamp mee aansteek en 'n bui- tenlandsch radiostation, als ze in t binnenland m'n keel uithangen. Maar veur de rest is me 't heele geval yan die uitvinding zoo helder, als t me helder is, da'k in den huis licht krijg, wanneer ik teugen den avond den schakeleer naast de deur 'nen kwartslag omdraai. Veul meer hoef ik van elec triek dan ook nie te weten, om 's avonds uit den donker te geraken. (Ik heb daar m'n menschen veur, die motten weten wat er aan electriek nog meer vastzit!). Och ja den een specialiseert z'n eigen op landbouw en veeteelt; d'n ander op automobie len; nommer drie verdient z'n brood mee 'nen amateuristischen voetbalsigarenwinkel; nom mer vier mee 't maken van mosterdgas en an der evennaastenflit; nummer vijf maakt z'n handjes aan niks vuil en 'n ander soort knutselt van den vroegen morgen tot den laten avond in korte- en in lange golven; weer an deren in permanente golven, die heelemaal nie permanent zijn. Terwijl er tenslotte nog de al lesweters zijn, "n soort dat van alles 'n bietje meer verstajum heeft, dan de vaklui eigens 1 soort dat we „politiekers" noemen. Jaah

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 8