VERJAARDAGEN
familiekring
1
B
1
Het kruiswoord in
de gratie
De nieuwste uitvinding
as
ZONDAG 18 APRIL 1937
IIiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
I
mm
Regen
Water
STAANDE ETEN"
Het bakken van
taarten
VERTELLIN GEN
VAN SIBOTAK
Oud-Batavia
PAROCHIELEVEN
ONS PRIJSRAADSEL
In genre en zwaarte van de raad
sels moet variatie blijven
bestaan
Amusant woordspel
De oplossing
Prijswinnaars
Het nieuwe raadsel
Eenige algemeene wenken
Statistiek van lippenstiften
BRABANTSCHE BRIEVEN
'tSpuit d'n Dré allegaar
deur z'nen kop
IN HET VOORJAAR wordt de eene nieuwigheid na de andere gepresenteerd. Van
de eene zeggen we: dat is niet zoo heel nieuw maar een enkele combinatie is wel
eens origineel. Zooals bijv. de middelste: een complet van blauwpaarse tulle met 'n
kraagje en knoopen van oud-rose vilt
68. oker, 69. hart, 71. mare, 74. Oka, 76. re,
77. na, 79. air, 81. te, 83. do.
Na de magische kunst hebben onze puzze
laars zich thans weer met het maande-
lijksche kruiswoord-raadsel kunnen bezig
houden en dat dit ook nu weer in den
smaak gevallen is, bleek weer overduidelijk
uit de bijschriften.
Er zijn blijkbaar ook inzenders, die alleen
voor kruisw'oordraadsels interesse hebben. Het
werd ons ditmaal ronduit verklaard:
„Een kruiswoordraadsel, da's wat voor mij'
Daar ben" ik steeds als de kippen bij.
Een andere puzzle laat 'k meest maar schieten,
Maar 't crossword dat geeft me dubbel
genieten.
U geeft volgens afspraak een dozijntje per
jaar;
Voor mijn part, verdubbel dit aantal maar."
Men vergunne ons ook 'n paar rijmwoorden
als antwoord:
Bij velen is't crossword, ja! zeer in de gratie,
Vandaar alle maanden zoo'n extra-traktatie.
En dat is genoeg, want vooral variatie
In genre en zwaarte moet blijven bestaan:
„Dat spoort ons" zoo schrijft men ons tel
kens „steeds aan,
Om elke week dapper aan 't puzzlen te slaan!"
Een paar „slips of the pen?" was de vele
malen herhaalde vraag. Ons antwoord: Niet
een paar: één is al welletjes!
In ons klad-ontwerp hadden we de e in 35
vert. voor een r aangezien. De verandering van
bouwval in bouwVak is natuurlijk voor reke
ning van den zetter.
De oplossing van het vorig raadsel was:
Horizontaal:
1. baron, 6. brons, 11. graal, 12. mee, 14. kleed,
16. wrang, 17. Seine, 19. ieder, 21. aan, 22. een
24. vee, 26. Ako, 27. gade, 29. sim, 31. vel, 32.
snee, 33. en, 34. eb, 36. koper, 38. 1.1., 39. N.S.,
40. trek, 42. nor, 43. raaf, 45. foliant, 46. bren
ger, 48. rots, 49. Edo, 51. egel, 53. t.p., 55. os,
56. ruiïne, 58. Sr., 59. ge, 60. arts, 62. Ier, 63. dra,
65. ijdel, 67. aai, 68. ons, 70. tam, 72. erf, 73. ta
rok, 75. trans, 78. Aalst, 80. loket, 82. era, 83.
drift, 84. Laren, 85. boert.
Vertikaal!
PC, brand, 2. aan, 3. rage, 4. of, 5. sein, 7. R.K.,
8. olie, 9. nee, 10. Sédan, 11. graan, 12. me, 13
en, 15. deken, 16. wagen, 17. snik, 18. ever,
20. roest, 23. es, 25. el, 28. eerloos, 30. monteur,
31. verbond, 32. slagerij, 35. beits, 37. Po, 38.
langs, 40. tor, 41. kas, 43. ree, 44. fel, 47. staat,
50. di., 52. helft, 54. praal, 56. rest, 57. erts,
59. gerst, 61. Tirol, 62. in, 64. Aa, 66. Delft,
De uitgeloofde prijzen werden door het lot
toegewezen aan:
J. BAY, John Franklinstraat 73 III, Amster
dam-West.
G. VAN BEMMEL, Meerstraat 94, Hillegom.
Mej. M. BLEYENDAAL, Kerkweg, Heems
kerk (N.-H.)
Mej. L. BLOM, Ondiep 94, Utrecht.
J. OPDAM, NieuwpoOrtslaan 137, Alkmaar.
J. WIELENS, Bleekweg 63, Enschede.
Als nieuw raadsel geven wij onzen lezers thans
een woordspel volgens bijgaand schema:
We zullen dus nu onze eerste proeve eens
wat verzwaren. Het gaat nu om regenwater!
Bij regen te beginnen, nemen we telkens
weer een letter weg, v.fclke we door een andere
letter vervangen. Doch nu blijft het niet, als
de vorige maal, bij enkel vervangen: nu moet
na die vervanging het beschikbare 5-tal letters
tot een hieuw woord worden omgezet.
Men zou b.v. regen kunnen veranderen in:
deern, genie, lente, greep, garen enz. Nog an
dere als: neder, eigen enz. zouden niet voldoen,
omdat we ook hier weer de voorwaarde stellen
dat alle woorden zelfstandige naamwoorden
moeten zijn. Waarbij dan nog deze conditie:
al die substantieven moeten enkelvoudig blij
ven.
Uit de opgave blijkt ten slotte, dat men bij
de 7e verandering niet vroeger en niet later
van regen tot water moet komen. Het
woordspel is zeer amusant, want men kan ver
schillende en zeer gevarieerde oplossingen krij
gen! Natuurlijk kan men met één oplossing
volstaan.
Onder de inzenders van een goede oplossing
worden weer zes fraaie prijzen verloot.
Oplossingen worden tot Donderdagmiddag 12
uur ingevocht bij den heer G. M. A. Jansen,
Ruysdaelstraat 60, Utrecht.
99
Een bekende uitdrukking, waarmede men
te kennen wil geven, dat men zeer ge
haast zijn maal heeft moeten gebruiken,
luidt: „ik heb even staande gegeten". Zooiets
behoeft evenmin letterlijk te worden opgevat
als de uitroep, waarmede men wel eens te
kennen geeft, dat het „honderd jaar geleden
is" dat men iemand gezien heeft; toch be
staan er in onze groote steden gelegenheden
waar men inderdaad „staande" eet of drinkt.
Het is een feit, dat tal van menschen soms
zeer weinig tijd voor hun maaltijden hebben.
Een paar voorbeelden? Iemand die overdag
zijn werk heeft, moet door middel van de
post geld ontvangen of verzenden. Dat kan
alleen tijdens zijn middagpauze, want de post
dienst is daarvoor uitsluitend tusschen 9 en
3 geopend. Is het in het middaguur wat druk,
dan blijft er maar weinig tijd over om koffie
te drinken. Menschen, die in de verre buiten
wijken van een groote stad wonen, zijn in
zoo'n geval aangewezen op een eetgelegenheid,
waar men dan meestal juist de grootste druk
te meemaakt, met het gevolg: lang wachten
■gehaast eten. En de oudere kinderen, onze
gymnasiasten en H. B. S.-ers! Vandaag moe
ten ze met naar huis gaan wachten tot de rec
tor hen heeft berecht wegens een of ander kat-
tekwaad, een anderen keer blijft de koffiebo-
terham onaangeroerd omdat ze net 's morgens
hebben gehoord, dat „Japie" dien dag de les
hun laatste uur schriftelijk overhoort; dan
zijn er open bruggen, bandenpech, ruzietjes die
beslecht moeten worden; de tram had opont
houd of zij moest een boodschap doen die zoo
lang duurde.... Ja", wie van hen eet er nu
eigenlijk wél rustig?
En toch, we voelen hoe ongewenscht het
kan zijn indien er gehaast wordt gegeten, om
dat het lichaam dan lang niet het volle pro
fijt van het voedsel kan trekken. Het is dus
van belang, indien men weinig tijd heeft, om
voedsel te kiezen dat weinig voorbereiding
vraagt, zoodat de toch al schaarsche minuten
niet met wachten verloren gaan en dat boven
dien licht verteerbaar is. Zulk een combinatie
is met wat overleg niet moeilijk te vinden. Als
wij bijv. denken aan onze prille jeugd, dan
komen wij als vanzelf op de melk; een glas
melk, mits langzaam gedronken; een paar bo
terhammen gewoon Mèlk-Brood; een portie van
die echte Hollandsche kaas, die niet alleen
voor 't buitenland, maar vooral voor onszelf
bestemd is ziedaar eenige vrijwel overal aan
wezige mogelijkheden voor wie „staande" moet
eten.
Een der allereerste vereischten om succes te
hebben bij het zelf bakken van taarten*is
wel een goede oven, waarin de warmte ge
makkelijk te reguleeren is. Nu is dit bij gas- of
electrische ovens al heel gemakkelijk en
daarmee zal dan ook wel niemand last heb
ben. Een andere kwestie is het echter bij de
ouderwetsche kolenfornuizen. Velen hebben
daarbij last, dat de oven aan den kant van den
vuurpot te heet wordt, zoodat aan dien kant
het gebak verkoolt, terwijl het aan den ande
ren kant niet voldoende gaar wordt. Dit kan
men voor een groot deel voorkomen, door een
plaat ijzer tegen den wand van den vuurpot te
zetten. Ook een goed middel ter verkrijging van
een egale warmte in den oven is het plaatsen
van een of twee testen met gloeiende kolen on
der in den oven. Veel is er verder aan deze
fouten van het fornuis niet te doen en als men
met deze hulpmiddelen toch nog geen bevre
digend resultaat heeft, is het beter het zelf
bakken maar op te geven, want als onze pogin
gen herhaaldelijk mislukken is het voordeeli-
ger .dat, wat men noodig heeft, maar bij den
banketbakker te bestellen.
Een goede taart moet gaar en luchtig zijn.
Deze luchtigheid verkrijgen we op verschillen
de manieren zooals:
de boter tot room roeren, of
geklopt eiwit door het beslag mengen, of
de geheele eieren lang roeren, of
het toevoegen van gist, of
het gebruik van bakpoeder, of
het zeven van de te gebruiken bloem,
het herhaald uitrollen van het deeg.
Al deze methoden hebben hetzelfde doel, n.l.
het inbrengen in het deeg van lucht of kool
zuur, dat bij het bakken uitzet en de deegmas
sa daardoor omhoog doet komen. Al deze lucht-
of gasblaasjes vinden we later in het gebak
terug. Dat tot room geroerde boter veel lichter
is dan eerst weet iedereen. Dit komt door de
lucht, die we door het roeren in de boter heb
ben gebracht. Ook bij het heel lang roeren van
eieren met suiker verandert de kleur sterk. Dat
eiwit bij het kloppen veel lucht in zich opneemt
behoeven we wel niet nader te vermelden.
Men moet er voor zorgen, dat de lucht, die
wij in het gebak brengen, versch is, dus moet
men bij het kloppen of roeren bij een open
venster gaan staan.
Het gebruik van gist en bakpoeder berust op
hetzelfde principe. Bij gist begint de werking
al voor het bakken als het deeg op een warme
plaats staat, bij bakpoeder eerst als het in den
oven is. In beide gevallen ontwikkelt zich kool
zuur, dat dezelfde werking heeft als de lucht
en dus voor het uitzetten van het deeg zorgt.
Het is ook te begrijpen, dat het zeven van
de bloem en het uitrollen van een taai deeg
lucht erin brengen.
De deegmassa, die zonder deze hulpmiddelen
vast zou zijn, wordt dus nu luchtig en bij het
bakken wordt ze nog meer uit elkaar gedreven.
Het gebak wordt daardoor smakelijker en ook
gemakkelijker verteerbaar, doordat de spijsver
teringssappen het nu gemakkelijker kunnen
doordringen.
Bij sommig beslag, bijv. voor appelbeignets en
fritures maakt men wel eens gebruik van spuit
water of bier, omdat deze yeel koolzuur bevat
ten.
Soms ook worden de geheele eieren langen
tijd geroerd. In Frankrijk bijv. wordt deze me
thode vaak toegepast. De massa wordt hierdoor
wel luchtig, maar niet zoo broos als met apart
geklopt eiwit. Hierdoor wordt het barsten van
ons gebak vaak voorkomen.
Wanneer men voor gebak stijf geklopt eiwit
gebruikt, moet dit er pas op het laatste oogen-
blik bijgevoegd worden en luchtig door de deeg-
Veel van de stad of beter van de vesting
Jacatra, welke eertijds de naam van het
tegenwoordige Batavia was en zooals die
er onder het bewind van de Vereenigde Oost-
Indische Compagnie uitzag, is gelukkig voor
ons Hollanders bewaard gebleven.
We zullen onze promenade beginnen vanaf
Weltevreden, de Bovenstad van Batavia.
Langs den grooten Postweg zien we de kam
pong-huisjes af en toe schuil gaan achter
boschcomplexen en uitgestrekte klappertuinen,
die grootendeels door Chineesche erfpachters
geëxploiteerd worden. De taxi-wagens, door In-
landsche chauffeurs bestuurd, rijden af en aan.
Dan op eens achter ons het gekras der remmen
en een jonge kerel staat voor ons, met de
uitnoodiging om ons voor een halven gulden
naar Batavia te brengen.
Top, dat doen we en nu rijden we over een
breeden asphalt-verkeerswég, waaraan paral
lel een kali stroomt, welke aan talrijke kroko
dillen een schuilplaats biedt.
's Morgens vroeg komen hier de kleine aapjes
uit het moerasbosch hun dorst lesschen. Ze zijn
schijnbaar gewoon aan het geloei der wagens,
want ze blijven rustig zitten en worden trou
wens door de voorbijgangers niet gestoord.
Hier hebben tot tweemaal toe de verdedigers
van Jacatra hun vijanden op de vlucht kunnen
jagen. Aan den weg ziet men een monument
van 18e eeuwsch recht, namelijk het huis van
Pieter Elberfeld, die getracht had de Hollan
ders te verraden en daarvoor verschrikkelijk
werd gestraft. Hij werd n.l. gespietst en in den
muur van zijn eigen huis ingemetseld. Het huis
mag niet worden aangeraakt en op den grond
mag ten eeuwigen dage niet gebouwd of ge
plant worden.
Door de gapende, scheefhangende deur kan
men den tuin zien, waar in het wild wat hoo
rnen groeien, waarvan de Inlanders uit den
omtrek vrij de vruchten komen plukken.
Verder gaande zien we de Portugeesche kerk,
die, in 1692 gebouwd, ook nu nog in gebruik is.
In deze buurt vond een zestig jaar later een
afschuwelijke massa-moord plaats. Een groot
aantal Chineezen sloten zich aaneen en wa
penden zich in een naburigen kampong om de
stad te overrompelen. Gouverneur-Generaal
Valckenier, hiervan in kennis gesteld, gaf be
vel een groot aantal Chineezen eenvoudig af te
maken. Bijna tienduizend ongelukkigen zouden
toen om hals zijn gebracht.
Op last van de Oost-Indische Compagnie
werd Valckenier gevangen genomen en veroor
deeld.
We zullen het hierbij laten en onze wande
ling nog vervolgen.
Treffend is voor ons het gezicht der trapjes
en ophaalbruggen over de oude grachtjes, de
huisjes in oud-Hollandschen stijl met kleine
in lood-gevatte ruitjes, ja zelfs hier en daar
een hooge stoep.
Vlak in de nabijheid zien we in een kleine
afgesloten ruimte op een verhooging een zeer
oud kanon liggen. Het is een groot kaliber en
vermoedelijk door de Portugeezen hier in 't
land gebracht. Dit is een heilige plaats en ge
niet een groote vereering.
Er wordt verteld, dat er een gedeelte van het
geschut ergens in Atjeh berust en dat wanneer
de verschillende deelen eenmaal weer veree-
nigd zullen zijn, het Indische volk van de
blanke overheersching verlost zal worden.
We zullen huiswaarts keeren en bevinden
ons spoedig in de nauwe sloppen en steegjes,
waar de tropische nacht zwaar hangt. Troepjes
Chineezen begeven zich naar hun speelholen
en opiumkitten en wij keeren per electrische
tram terug naar de bovenstad Weltevreden.
massa geroerd. Tevens moet men dan zorgen,
dat de gebakvorm geprepareerd klaar staat, d.
w. z. flink met boter besmeerd en al naar be
hoefte bestrooid met paneermeel, bloem of poe
dersuiker. (Dit heeft nu wel niets met de
luchtigheid te maken, maar ook voor het be
strooien is het goed de bloem of de poedersui
ker te zeven).
Als de vorm eenmaal in den oven staat moet
men zijn nieuwsgierigheid een poosje bedwin
gen, want door te spoedig te kijken zou het ge
bak kunnen neerslaan. Bij sommige fijne soor
ten gebeurt dit soms, als men een pan eenigs-
zins hardhandig op de kachel zet, dus men
moet met het sluiten van de ovendeur zeef
voorzichtig zijn. Bovendien is een koude lucht
stroom, die plotseling over het gebak strijkt,
vaak heel gevaarlijk.
Om het gebak niet te donker te laten wor
den, bedekt men het met een met boter in
gevet papier als de taart de gewenschte kleur
heeft. Dikwijls helpt dit nog niet voldoende;
dan moet men er een deksel overleggen, da*
echter van te voren gewarmd moet zijn, anders
is er weer een groote kans, dat het gebak, voor
al als er stijfgeklopt eiwit in is, neerslaat.
Om te zien of ons baksel gaar is kan men er
op een paar plaatsen met een dikke breinaald
in steken. Als deze er droog uitkomt is het
gaar.
Bij cakes kan men dit zien, n.l. als de bo
venkant der cake van de randen van het bliK
loslaat, is de cake beslist gaar. Als dit nog niet
het geval is, kan men den vorm gerust nog een
poosje in den oven laten. Indien noodig tem
pert men de warmte dan iets.
Gebak, dat uit den oven genomen wordt, mag
men niet direct op een koude plaats zetten. Men
doet beter door het op de ovendeur of in den
geopenden oven te laten afkoelen. In den regel
wordt het ook smakelijker als we het niet al
te versch gebruiken, maar het eerst een paar
uur laten rijpen.
Zus is over negen dagen jarig negen da
gen, dat is nog negen nachten slapen, heeft
ze uitgerekend, en iederen ochtend, als ze
den slaap nog uit haar oogen wrijft, heeft ze
een onbestemd gevoel van blijdschap van
„wat is er ook alweer voor prettigs?" maar
zoodra ze klaar wakker is, weet ze weer precies
wat dat prettige is: haar verjaardag is weer een
dagje nader gekomen.
Nog acht nog zeven nog zes.vijf.
Zus vindt dat de dagen langzamer voorbij gaan
en de nachten langer duren, hoe dichter de
groote dag nadert.
Ze heeft moeder dringend gevraagd of ze haar
mooie jurk naar school aan mocht en moeder
kon die smeekbede onmogelijk weerstaan. Dus
zus zal met haar mooie jurk in de schoolban
ken zitten. Als ze nog lang haar had gehad, had
ze vast en zeker papillotten willen hebben
met haar pagekopje is niets bijzonders aan te
vangen en diep in haar hart vindt ze dat eigen
lijk wel een beetje jammer.
Al dagen van te voren had ze met moeder het
programma voor dien dag besproken gewich
tige kwesties moet je niet op het laatste nip
pertje bespreken, vindt zus en zoo was er dan
na ernstig beraadslagen beslist, dat ze tante
Bep en oom Jaap ten eten zouden vragen en
dat 's avonds de vriendinnetjes mochten komen.
Haar verlanglijst had ze in schoonschrift ge
schreven en daar had ze persé een velletje van
moeders blocnote voor willen gebruiken „op
zoo maar een stukje papier" dat kon niet, daar
voor was ook dit een veel te gewichtige kwestie.
En nu popelde ze van nieuwsgierigheid en
verlangennog twee dagen., nog één dag..
en dan eindelijk wordt het de laatste nacht....
als ze nü wakker wordt, dan is het zoover. En
als ze den volgenden morgen al om zes uur de
klok heeft hooren slaan, kan ze met den besten
wil van de wereld niet meer inslapen.
Het was dien ochtend ook zoo gegaan, dat ze
er niet lang voor noodig had gehad om klaar
wakker te worden en ze had nog maar nauwe
lijks haar oogen open voelen gaan of ze wist
met absolute zekerheid: nü ben ik jarig. Ze had
op slag haar bed wel uit willen stappen....
maar toen had ze de zes waarschuwende slagen
van de klok gehoord, en die hadden haar toen
onder de dekens gehouden maar van slapen
was niets meer gekomen. Ze had alleen maar
heel scherp liggen luisteren of ze op vaders en
moeders kamer geen gestommel hoorde.
En als ze dan eindelijk hun stemmen hoort,
dan is hét groote oogenblik aangebroken het
moment, waarop ze zich dagen en dagen ver
heugd had, waarnaar ze al dien tijd zoo hevig
verlangd had.
Wanneer wij, groote menschen, jarig zijn, gaat
het anders toe we zijn eerder geneigd hem
te vergeten, want niemand is er op gesteld zich
steeds een jaar ouder te gaan voelen. De ge
dachte dat we binnenkort jarig zullen zijn, ver
wekt niet de minste sensatie meer bij ons en
den nacht van tevoren slapen we precies even
rustig en precies even lang als anders.
Het is gezellig, als de post ons een extra brief
brengt en het is erg pleizierig als onze bezit
tingen verrijkt worden met iets nieuws, maar
een glorierijke dag is het niet meer
Waarom toch is het dit voor een kind wel?
Terwille van de cadeautjes? Ik geloof niet dat
het alleen daarom is. Want als aan de nieuws
gierigheid ten lange leste voldaan is en de
nieuwe schatten duizend en eenmaal bewon
derd zijn, dan blijft de feeststemming dan
ls het den heelen dag in den zevenden hemel,
dan moet ze immers ook haar mooie jurk aan
en op school wordt toch prins-heerlijk aan de
GESTREEPTE ZIJDE wordt veel geko
zen voor sportieve blousjes. Wie echter
niet over een slank figuurtje beschik
ken, moeten met deze streepen 'n beetje
voorzichtig zijn. Afwisselend dwars en
in de lengte verwerkt, maakt het niet
alleen een levendigen indruk, maar
komt het figuur ten goede, zooals
bovenstaand blousje laat zien
juffrouw verteld dat zij jarig is!
Waarom? Omdat ze weet, dat ze op dien dag
niet één van de velen is maar een bijzóndere
een jarige, die verschillende voorrechten
heeft. Ze mag het bord schoon maken, ze mag
dien morgen de planten water geven en ze mag
zeggen welke liedjes er gezongen zullen worden.
Iederen keer weer wordt de aandacht op haar
kleine persoontje gevestigd, dat op gewone da
gen niet meer opvalt dan ieder ander kind uit
de klas.
Thuis heeft ze mogen zeggen wat ze eten wou
en dien dag komen tante en oom speciaal voor
haar en de lekkere koekjes, die er bij de thee
zijn, als ze uit de school komt, zijn er ook
op andere dagen niet.
Van het uur waarop ze wakker werd tot het
uur waarop ze slapen gaat, staat ze in het mid
delpunt.
Dit feit van die algeheele belangstelling is
eigenlijk, zonder dat het kind het zich bewust
is, een van de meest aantrekkelijke kanten van
den heelen verjaardag. Het is een belevenis, die
het niet kent in zijn dagelijksch kinderbestaan.
Het is een sensatie, in den besten zin van het
woord. Iets waar een kind behoefte aan heeft
de(n) ander ons weer verwarmd hebben.
Wij zijn het ons alleen bewust en als wij ons
op een avond een beetje alleen voelen, en we
hebben behoefte aan wat meer persoonlijke be
langstelling, dan gaan we naar een goeden
vriend of vriendin en we praten met elkaar,
totdat het meeleven en de belangstelling van
de(n) onder ons weer verwarmd hebben.
We zijn ons ook bewust, dat we op een gege
ven oogenblik eens iets heel wat anders willen
meemaken en dan gaan we naar een bios
coop of een schouwburg, of we trekken er op
uit met de fiets.
In een kind zijn deze verlangens veel minder
bewust, maar ze zijn er en daar moeten we aan
tegemoet komen. In den huiselijken kring is de
verjaardag van iedereen een zaak van betee-
kenis zelfs onze eigen verjaardag. Het zijn
gebeurtenissen, waar een kind aandacht aan
besteed wil hebben, en waarvan wij, als oude
ren, een groot feest met een heerlijke herinne
ring kunnen maken.
MARYE.
Den echten „geest" van Christus te bezitten
is tenslotte noodzakelijk het geestdriftig
doelwit van ieder mensch, die met St.
Petrus verklaart: „Gij zijt Christus, de Zoon
van den levenden God!"
De bezitters van dien „geest" vormen het
levende Christendom, waarom Christus bad toen
Hij zeide: „Vader, maak dat zij die in Mij ge-
looven, één zouden zijn, gelijk Ik in U, en Gij
in Mij" (Ev. H. Joan. XVII. 22).
De goddelijke Stichter wil dat alles in Zijn
Kerk dien stempel der eenheid drage! Alle ge-
loovigen moeten één lichaam uitmaken waar
van Hij het Hoofd is. Die eenheid is van mensch
tot mensch, van groep tot groep en groeit zoo
tot één eenige Kerk. In dien geest van eenheid
ligt noodzakelijkerwijze de groei van Parochie
naar Bisdom en Kerk besloten!
In strijd met Christus' stichting is dus alle
verdeeldheid, alle eigenzinnigheid! Zelfs het
allee nastaan in de godsvrucht strijdt met dien
Christusgeest. Wij zijn Broeders, Kinderen van
éenen Vader en gaan als één gezin (Parochie)
tot den hemelschen Vader door Christus!
Daaruit volgt het besluit dat wij in alles die
eenheid, die nauwe vereeniging moeten zoeken
en beoefenen. In de godsdienstoefeningen, in de
openbare gebeden, in alles wat ons tot God
leidt, moeten we als één familie samengaan. Die
geestelijke familie is de Parochie. Oorspronke
lijk beteekent dat woord: gebuurschap. Het
spreekt ons dus van toenadering, van samen
hang, juist gelijk het eene huis en erf aan het
andere grenst of beter gelijk vriendschap en
broederlijkheid goede geburen vereenigt!
Wij spreken van GODSDIENST, of Dienst
van God! In Christus' geest is Godsdienst het
gezamenlijk „God loven, aanbidden, smeeken"
in één en dezelfde vergadering, zoodat al de
zielen, al de harten, als het ware in ééne ziel
en één hart samensmelten. Deze schoone ver-
eenigingsband snoere ons op de eerste plaats
vast aaneen in de PAROCHIEMIS welke des
Zondags voor ons wordt opgedragen aan God;
deze band binde ons aan de Communiebank,
waar we allen één maaltijd genieten; deze band
binde ons aan den Predikstoel waar onze ééne
Herder Gods woord spreekt!
Zoo wordt bewezen dat een goed Christen zijn
Parochiekerk moet liefhebben!
ZWAANRIDDER.
Uit een onlangs uitgegeven statistiek van
de Engelsche handelskamer blijkt, hoe
zeer de uitgaven voor schoonheidsverzor
ging in het laatste jaar tegenover het jaar 1921
gestegen zijn. Het verbruik van Schmink en lip
penstift is in Engeland zelfs zesmaal zoo hoe®
geworden. Voor permanent wave werd 120 maal
zooveel uitgegeven als in 1921, 60 maal zooveel
voor gezichtsmassage en 8 maal zooveel voor
parfumerieën. De vrouwen, die per jaar het
minst daaraan besteedden, waren fabrieks
arbeidsters, kantoorjuffrouwen en winkeljuf
frouwen. Daartegenover stonden dames, die in
1936 wel 4000 gulden voor him verfraaiing uit
gegeven hadden.
daar is zoo langzamerhand in de samenleving
'n manjefieke arbeidsverdeeling, specialisatie ge.
komen: d'n een ploetert veur den ander z'n
pensioen! En zoo komen ze allebei deur den tijd.
Zelfs heb ik gelezen, een van de leste dagen,
dat pensioen veur iedereen zooveul als
teugen „de eere van uw Heiland" is. Deus pit
tige schijnheiligheid stond zwart-op-wit in 'n
verkiezingsschotschrift, opgesteld deur „schrift
geleerden" mee zware pensioenen! Ik heb toen
die geleerdheid maar nie verder uitgelezen, want
't is mee die soort van politieke wetenschappen
al net eender als mee den electriek en zoo: ge
mot waken, dat ge 'r nie al te veul van te weten
komt, want ge zou in 't weergaren versukkelen.
Ge zou zóóveul te weten komen, dat ge op 't
lest geen plek in oew harsenpan zou overhou-
wen, om te weten hoe ge oewen dagelijkschen
hap eten moest verdienen
Vandaar dan ook 't nut van de specialisatie!
En waar of nie ge zijt dan vrij om oewen
eigen weg te kiezen. En dus nie ontevrejen te
zijn.
Zoo heb ik m'n eigen op 't gebied van den
electriek gespecialiseerd tot en met de kennis
van: draai, als 't donker wordt, 't schakeleerke
'nen kwartslag om. Punt! Af! Klaar! Veur de
rest zurgt 'n ander. Op dat punt ben i k gepen-
sionneerde, steuntrekker of armenverzorgde,
sjuust als ge 't noemen wilt: want zonder er
iets van te weten of veur te doen (dan betalen,
ee, betalen!) heb ik.... licht! En ik geloof nie,
dat Onzenlievenheer consequent 't verkie
zingspamfletje deurgeredeneerd me dat kwa
lijk nemen zal!
En sjuust als mee m'n lamp, zoo sta ik te
kijken mee die uitvinding, waarvan ik hierbo
ven aan m'nen brief, oe al sprak. Zonder de
fijnighedens te snappen, is me de zaak zoo hel
der als pompwater, 't Geval komt hier op neer:
ge plaatst op 'nen mensch, 'nen plaat, 'n voor
werp of wè,t ook, 'n metalen schijf van voren
en een van achteren. Ge jaagt dan van d'eene
schijf naar d'andere 'nen soortement van „kor-
tengolfstroom" en.... 't voorwerp, plant of
mensch wordt van binnen verwarmd, sjuust zoo
veul of weinig als ge wilt. Terwijl.... de on
middellijke omgeving koud blijft. Ge zou dus
'n pan patatten kunnen koken in.... koud wa
ter! Sterker: ge zou 'nen visch, ingevroren in
'nen blok ijs, kunnen gaarkoken, zonder dat
't ijssmelt!
En ge zóu 't nie alleenze hebben 't ook
gedaan! En de moderne professorale koks, die
deus schellevischke hebben gaargestoofd binnen
den blok ijs, hebben daaraan vastgeknoopt de
thorie, dat ze op die manier b.v. plantengroei
kunnen bevorderen net zoo sterk als ze eigens
willen!
Heelemaal geloof ik 't nog nie. Want zonder
zonnelicht groeit er niks of weinig. In de broei
kassen is net zoo hard zon noodig, als op den
„kouwen grond". Anders zouwen broeikassen ook
nie heelegaar van glas gebouwd zijn! Maar
aangezien ze oew vel teugenwoordig ook bruin
branden mee z.g. „hoogtezon", is alles toch nog
maar éénen stap van de wetenschap. En dan..?
Wel, dan gaat ge naar den professoralen groen-
tenboer, ge betaalt 'm 'n dubbeltje en ge zegt:
„laat veur mij 'ns efkens 'nen boerenkool
groeien."
En nou verstaat ge, amico, waarom dat kran-
tenstukske in mijnen kop is blijven vasthaken!
Ik zie er van komen, dat in de toekomst 't
boerenbedrijf wordt uitgeoefend in 'n natuur
kundig laboratorium. Enne.,., ge ként m'n
plannen mee m'n baaske, mee m'nen Dré III.
Zal ik 'm nou tóch nog motten laten studeeren?
Veur Doctor in de Spinazie, enz.? Of zou
'k 'm misschien beter kunnen laten doctoreeren
in de Peeën? Jaja, lach nie! Da's 'n groot arti
kel, man! Veur de suikerfabrieken! Maar wat
praat ik. Of suiker dan nog gewonnen wordt
uit peeën? Dan trekken ze den suiker misschien
wel uit versleten Fordjes, die opgesmolten wor
den, of gemalen, of zooiets.
Amico, zal ik oe 'ns iets zeggen da 'k meen
uit den grond van m'n hart?
Ik ben blij, da 'k over vijftig jaren m'n portie-
aardsche-tranendal al lang mee huid en haar
verslonden heb!
't Wordt niks!
't Wordt 'n weareld van wolkenkrabbers,
waar de zon nie meer op eerde kan komen.
't Wordt 'n weareld van louter autowegen,
waar geen plek meer is veur 'nen boom, 'nen
grasspriet of 'n blom!
't Wordt hier 'n weareld van hardrijdende,
hoogvliegende niksdoenders, die malkaar 'n
gevolg van niksdoen en weelde haten.
Geen eeuwen meer en de weareld bestaat uit
wat luttele eilandstejen en woestenijen.
Er komt plek genoeg, veur honderd keer meer
menschen, want er hoeft niks meer te groeien,
't Wórdt gegroeid. Honderd keer meer men
schen.... allemaal jakkerend in auto's, die veul
harder rijen dan wij mee onze fantazie kunnen
meten.
„Niks te groeien, zult ge vragen? En den stik
stof?" Wordt gespuid, uit de laboratia. Stikstof,
gepuurd uit electriek groeisel.
Schateren zullen ze op de manier dan,
waarop haters „schateren" om ons. Ons, ge
wichtige, om 'nen boterham malkaar vermoor
dende schepsels, die daar zwaarwichtig over
oreerden, schreven, politiseerden, promoveerden,
konkelden, ja, oorlogvoerden! Die van 'n alge
meen staatspensioen van.... 3 per week
Godgeleerd vraagstuk maakten
Allez, amico, ik heb toch de fiets zien komen?
En d'eerste auto? Op den oogenblik dat den
techniek begon! En nou? Wie lóópt er nog?
Kan éénen wandelaar 'nen weg, 'n straat over
steken, zonder om en opzij te kijken naar alle
kanten als.... 'nen lijder aan vervolgingswaan
zin?
Duuzend keeren erger zal 't worden!
Ook hebben we de eerste vliegmachien zien
knoeien.... Over de heele weareld zitten ze te
prutsen aan éénmanssportvliegtuigen! Nog vijf-
en-twintig jaren
Ik heb er werendig van gedroomd. Ochja
't spuit me allegaar deur m'nen kop, ook al m®e
mijn baaske! Hij is weer vertrokken, ziet ge, naar
Kostschool enafijn! Laat ik er afscheid1-
Misschien vertel ik dieën droom nog wel 'ns'
toen ik 'nen dag leefde in 't jaar 2037.
Laat ik er vandaag afscheiën, want over 25
jaren, dan zou m'n baaske lachen over deuze
zorgskens van zijnen opa, die er zoo hopelo°s
naast sloeg!
Dan zou ie 'n „aanvlieging" kunnen doen, deur
te veul om deuzen brief te denken, 'n aanvlie'
ging mee zijnen vliegford, daarboven in de stra
tosfeer, waar ie 'n duuzend K.M. per uur zal
gaan!
Kom, ik schei er af. 't Wiemelt me.
Veul groeten van Trui en as altij geen haarke
minder van oewen
t. a. v. DB®-
Ulvenhout, 16 April
Amico,
Kort gelejen las
Jk in 'nen krant 'n
stukske dat maar nie
uit m'nen kop wil.
Ge zult, als ik oe zoo meteen er een en ander
van verteld heb, t wel kunnen voelen aan de
teuten van oew klompen, of liever gezeed aan
den schroef van oew gummihakken, dat 't heele
gaar geen wonder is, als dat krantenstuk kop
pig in m'n zielement is blijven haken, lijk 'n
vlok opgewaaid hooi in 'nen boomkruin.
't Fijne ben k ervan vergeten. Want 't betreft
"n geraffineerde uitvinding op 't gebied van den
electriek en den korten golf, dingen, waarmee
ik nie veul méér te maken heb dan da k er
respectievelijk de lamp mee aansteek en 'n bui-
tenlandsch radiostation, als ze in t binnenland
m'n keel uithangen.
Maar veur de rest is me 't heele geval yan
die uitvinding zoo helder, als t me helder is,
da'k in den huis licht krijg, wanneer ik teugen
den avond den schakeleer naast de deur 'nen
kwartslag omdraai. Veul meer hoef ik van elec
triek dan ook nie te weten, om 's avonds uit den
donker te geraken. (Ik heb daar m'n menschen
veur, die motten weten wat er aan electriek nog
meer vastzit!).
Och ja den een specialiseert z'n eigen op
landbouw en veeteelt; d'n ander op automobie
len; nommer drie verdient z'n brood mee 'nen
amateuristischen voetbalsigarenwinkel; nom
mer vier mee 't maken van mosterdgas en an
der evennaastenflit; nummer vijf maakt z'n
handjes aan niks vuil en 'n ander soort
knutselt van den vroegen morgen tot den laten
avond in korte- en in lange golven; weer an
deren in permanente golven, die heelemaal nie
permanent zijn. Terwijl er tenslotte nog de al
lesweters zijn, "n soort dat van alles 'n bietje
meer verstajum heeft, dan de vaklui eigens
1 soort dat we „politiekers" noemen. Jaah