Het resultaat van Venetië
iipoui
Nieuw schip voor de „Nederland"
Om de jonge
boeren
Koninklijk voor
beeld
DE SPIL ROME-BERLIJN
VERSTEVIGD
m
Kerkelijk leven
VOOR VAART OP INDIË
Boulangerie
Restaurant DORR9US
ZATERDAG 24 APRIL 1937
BUITENLANDSCH OVERZICHT
Morgenschemer voor de
nazi's
WILLEM DE ZWIJGER
HERDENKING
Kranslegging bij zijn standbeeld
RADIOLUISTERWEDSTRIJD
Besmetting op school
Drie kinderen en een onderwijzer
aangetast
Postvervoer met de Hindenburg
naar Amerika
BENOEMING
In het bisdom Den Bosch
Oprichting nieuw klooster
Militieplichtigen-retraite
Geen audiëntie
Onze Lieve Vrouw van
Renkum
Bouw van een openlucht-altaar in
het processiepark
T.b.c.-bestrijding in Indië
mm
Opleving in scheepvaart open
baart zich terstond in vraag
naar meer scheepsruimte
Schip nog naamloos
Grooter en sneller
De Zeppelin-plannen
Hoewel zij nog eerst kort zijn op
genomen in het verband der
K.J.M.V., bloeit hun or
ganisatie reeds voor
treffelijk
Waarom geen apart
verband
AARDSCHOK TE PADANG
Een herinnering
Apothekers-assistent
9»
De Oostenrijksche Bondskanselier Dr.
Kurt von Schuschnigg heeft Venetië
verlaten. Vóór zijn vertrek verklaarde
hij aan een verslaggever van tie Tribuna zeer
Voldaan te zijn over de diepgaande overeen
komst tusschen de denkbeelden van Mussolini
en de zijne. De Oostenrijksche minister van
Buitenlandsche Zaken Dr. Guido Schmidt, die
den Bondskanselier vergezelde, liet zich in ge
lijken geest uit. Men kan zich levendig voor
stellen, dat, toen de trein beide staatslieden
Uit de Lagunenstad wegvoerde, in het compar
timent, waarin zij hadden plaats genomen, een
andere taal zal hebben geklonken. Zij zullen
elkander met ongelukkige gezichten hebben
aangekeken in het bewustzijn niets te hebben
bereikt en zekerheid te hebben gekregen over din
gen die zij reeds vermoed hadden. Met looden
schoenen zullen ze straks hun hoofdstad aan
den Donau binnengaan. Men heeft gisteren het
méér dan armelijke communiqué van de be
sprekingen te Venetië kunnen lezen. Uitge
schakeld is al direct de kwestie der Habsbur-
gers, die trouwens ook niet actueel is. Maar
Oostenrijk zou, ook al was de kwestie actueel,
niet kunnen en mogen restaureeren. Duitsch
land (om van de successiestaten maar te zwij
gen) zou het beletten en Italië zou niets doen
tegen het Duitsche verzet. Het arme Oostenrijk
is geen souverein meer in eigen huis. Ook naar
buiten niet. Het is namelijk aan Oostenrijk ont
zegd om andere dan economische betrekkingen
met Praag te onderhouden. In een sensatio
neel artikel van Gayda in het Giornale d'Italia
wordt in dit verband opgemerkt: „Het contrast
tusschen Weenen en Praag draagt een politiek
karakter en is gelegen in de sterk anti-Duitsche
richtsnoeren van Tsjecho-Slowakije, waarmede
Oostenrijk, een Duitsche staat en onderteeke
naar van de accoorden met Berlijn en Rome,
zich niet kan vereenigen. Dit beteekent echter
niet, dat Oostenrijk zijn betrekkingen met
Tsjecho-Slowakije moet verbreken, integendeel,
zij kunnen op oeconomisch terrein worden uit
gevoerd." De laatdunkendheid van toon van
Mussolini's spreektrompet, die uit dit citaat
klinkt, is ergerlijk. Maar ook gevaarlijk, whnt
er blijkt uit, dat Italië van plan is in de toe
komst gewoonweg over Oostenrijk te beschik
ken. Oostenrijk heeft te bukken. Zijn souve-
reiniteit is er nu reeds eene van den tweeden
rang.
E.r is echter nog meer. Een van de rede-
nqn waarom Schuschnigg Mussolini per
soonlijk wilde spreken, was deze, dat
het Duitsch-Oostenrijksche accoord van 14 Juli
1936 allerminst aan de verwachtingen had vol
daan, vooral omdat de mtionaal-socialistische
propaganda en agitatie in Oostenrijk absoluut
niet, zooals toch overeen was gekomen, werden
beperkt. Mussolini heeft er echter geen twijfel
aan gelaten, dat hij niets tegen deze propagan
da zal doen. Hij betoonde zich in het openbaar
bewust zeer pro-Duitsch, bezocht zelfs het
Duitsche toeristenschip „Milwaukee" van de
HamburgAmerikalijn, waar hij een onderhoud
had met iemand (men fluisterde in Venetië,
dat deze iemand óf Goering óf von Neurath
Was) en gaf op verschillende manieren den
Oostenrijkers te verstaan, dat zij verdere toe
nadering tot Duitschland hadden te zoeken. De
Times meldde uit Venetië: „Sommige w'aarne-
mers vinden het van beteekenis, dat het offi-
cieele communiqué geen zinspelingen over de
noodzakelijkheid van de handhaving van de
onafhankelijkheid van Oostenrijk behelst, aan
welke zinspelingen men zoo langzamerhand wel
gewoon is en dat het ook niets bevat over de
problemen van een restauratie van de Habsbur-
gers. Al wordt dan gezegd dat daarover op de
conferentie veel te doen is geweest. Men neemt
hier algemeen aan, dat Italië geen vinger zou
uitsteken om Oostenrijk te helpen als dat land
zich zelf in moeilijkheden zou brengen door de
Habsburgers terug te roepen en velen zijn de
overtuiging toegedaan, dat Italië thans zelfs
Passief zou blijven tegenover een „Anschluss".
Deze laatste gebeurtenis echter wordt niet on
middellijk dreigend geacht. Het schijnt vrij
zeker, dat de vriendschap tusschen Duitschland
en Italië ten minste voor het oogenblik als re
sultaat van deze conferentie vaster dan ooit
staat en dat Italië tot het besluit is gekomen
dat het beter de tweede viool bij Duitschland
kan bespelen dan den triangel in een ander
orkest."
Wij citeerden boven reeds een stukje uit
het ongewoon sensationeele artikel van
Gayada in het Giornale d'Italia. In
Praag is men van dit artikel zeer geschrokken,
omdat er uit blijkt, dat Italië tusschen Berlijn
en Weenen als bemiddelaar wenscht op te tre
den, om daardoor den weg voor de nazi's te
effenen. In Weenen is direct de publicatie van
het artikel verboden. Wat behelst dit opzienba
rende artikel van Gayada? Het onthult niets
meer en niets minder de eigenlijke meening
Van Italië en schrijft een commentaar bij het
officieele communiqué, dat brutaal afwijkt van
den inhoud daarvan en willekeurig eigen uit
leg geeft aan de besprekingen. Volgens Gayada
hebben de besprekingen tusschen Mussolini en
Schuschnigg voral geloopen over de nabuurlan
den van Oostenrijk en in het bijzonder over
Duitschland. Gayada is in staat om te verze
keren, dat, dank zij de Italiaansche medewer
king. zekere nog bestaande wrijvingen tusschen
Oostenrijk en Duitschland binnenkort zullen
borden weggenomen. De nationaal-socialisten
bullen, volgens hem, weldra in Oostenrijk wor
den geroepen tot het deelen van de verantwoor
delijkheid met het Vaderlandsche Front, wat de
eerste stap zal zijn naar een rechtstreeksche
deelneming aan de regeering. Men kan zelfs
binnenkort de benoeming verwachten van
Gayda, hoofdredacteur van
het Giornale d'Italia, de
spreektrompet van Mussolini
een nationaal-socialistischen vertegenwoordiger
in het Vaderlandsche Front, die met Schusch
nigg zal zoeken naar een oplossing voor alle
hangende vraagstukken tusschen de beide na
tionale bewegingen.
In Weenen staat men ietwat perplex en ver
bood daarom het artikel maar. Men wil blijk
baar dé terugkomst van Schuschnigg afwachten
en publiceerde het volgende communiqué:
„Ofschoon men niet in rechtstreeksche ver
binding staat met de thans weder op weg naar
Weenen zijnde Oostenrijksche gedelegeerden,
zijn politieke kringen ervan overtuigd, dat het
bericht in het Italiaansche blad niet in over
eenstemming is met de werkelijkheid".
In Italië denkt men anders over die „werke
lijkheid". Havas seint namelijk het volgende:
„In Italiaansche politieke kringen vat men het
door de officieuze Giornale d'Italia gepubliceer
de bericht volgens hetwelk op de nationaal-
socialistische Oostenrijkers binnenkort een be
roep zou worden gedaan de verantwoordelijk
heden van het Vaderlandsche Front te deelen
en vervolgens direct deel te nemen aan de
Bondsregeering ernstig op.
Reeds vóór de besprekingen van Schuschnigg
met Mussolini heeft een gerucht daarover te
Rome de ronde gedaan. Niet alleen zou Italië
geen bezwaar hebben tegen een toetreding van
nationaal-socialisten in de Oostenrijksche re
geering, maar men acht ook waarschijnlijk, dat
de chef der Italiaansche regeering aan Schusch
nigg dezen raad heeft gegeven".
De toekomst der Oostenrijksche onafhanke
lijkheid schijnt weer op losser schroeven te ko
men dan ooit sedert 1918. De dag van Venetië
kan voor den Europeeschen vrede een „dies ater"
worden tenzij de Westelijke groote democratieën
hierbij niet lijdelijk willen blijven toezien.
Het bestuur en eenige leden van de afdeeling
's Gravenhage van het Verbond van Nationaal
Herstel hebben vanochtend om acht uur in ver
band met de herdenking van den geboortedag
van Prins Willem I, een grooten krans doen
leggen aan den voet van het ruiter-standbeeld
van Prins Willem voor het paleis Noordeinde
te Den Haag.
Tijdens het leggen van den krans werd door
een trombonist het Wilhelmus gespeeld.
Het hoofdcomité van het A.S.I.B. in Neder
land verzoekt ons te berichten, dat het op
zijn verzoek den notaris, mr. S. K. D. M. van
Lier te 's-Gravenhage, bereid heeft gevonden
zijn ministerie te verleenen bij de aanwijzing
van de prijswinnaars van de oplossing van den
A.S.I.B.-radioluisterwedstrijd, welke heden
avond door de vier groote omroepvereenigin-
gen wordt gegeven.
II. 2. Voorburgwal b. I». Spui, Amsterdam.
PLATS DU JOUR EN LA CARTE
Naar wij uit Heugum bij Maastricht ver
nemen, zijn op de bijzondere school aldaar
na een geneeskundig onderzoek bij drie
kinderen verschijnselen van lichte t.b.c.-
besmetting geconstateerd. Ook de onder
wijzer bleek besmet te zijn.
De onderwijzer leed reeds eenigen tijd aan
een chronische verkoudheid. Er werden echter
geen tuberculose-verschijnselen bij hem waar
genomen. Eerst na onderzoek door een specia
list bleek, dat de onderwijzer was aangetast. De
onderwijzer werd daarop onmiddellijk naar een
sanatorium vervoerd.
Omdat men vreesde voor verdere besmetting,
werden alle kinderen, ten getale van 228, on
derzocht. Hierbij bleken drie kinderen aangetast
te zijn. De dokter oordeelde het noodzakelijk,
dat twee kinderen naar het sanatorium wer
den vervoerd, terwijl er een thuis verpleegd
wordt en binnen veertien dagen weer naar
school zal kunnen gaan.
In tegenstelling met elders gepubliceerde be
richten kunnen wij mededeelen, dat alle onder
wijzers medische verklaringen bezitten, dat zij
vrij zijn van tuberculose.
Het luchtschip „Hïndenlburg" zal tusschen
3 Mei en 5 November a.s. 18 tochten maken
van Frankfurt (Main) naar Lakehurst bij
New-York en terug. De overtocht duurt in
beide richtingen ongeveer drie dagen. De af-
vaartdagen van Frankfurt uit zijn 3, 11, 22
Mei, 2, 12, 22 Juni, 3 en 11 Juli, 13, 20, 27
Augustus, 3, 10, 17, 28 September en 8, 19 en
30 October.
De afvaarten uit Lakehurst vinden op den
dag van aankomst aldaar, dus drie dagen la
ter plaats.
Met deze tochten kunnen gewone en aangt-
beekende briefpoststukken (geen waardestuk
ken) worden verzonden naar de Vereemgde
Staten van Amerika, Canada, Mexico en
Midden-Amerika, West-Indvë (Antillen, Do-
minicaansche republiek, Haïti, Jamaica, Ou-
ba, Porto Rico, Trinidad, Virginische eilan
den), Nederlandsch-, Fransch- en Engelsch
Guyana, Columbia, Venezuela, Chili, ÏScuadOi
en Peru.
Z. H. Exc. de Bisschop van 's-Hertogenbosch
heeft, op verzoek van den hoogeerw. pater Pro
vinciaal der Paters Dominicanen, aan den wel-
eerw. pater H. P. L. Verwilst O.P. eervol ont
slag verleend als kapelaan te Neerbosch en in
diens plaats benoemd den weleerw. pater J. H.
J. Lemeer O.P., die assistent was aldaar.
De Bisschop van 's-Hertogenbosch heeft aan
de Congregatie der Zusters van O. L. Vrouw
van Tegelen verlof gegeven een succursaalhuis
te stichten te Nijmegen in de parochie van den
H. Dominicus, aan den Canisiussingel. Het suc
cursaalhuis zal dienen o.a. tot verblijf voor de
leden der Congregatie, die hare studies maken
te Nijmegen en tot pension voor dames.
Van Zaterdag 1 tot Dinsdag 4 Mei wordt in
het Retraitehuis „Loyola" te Vught een retrai
te gegeven voor jonge mannen, die in de
maanden Mei, Juni, Juli, Augustus of Septem
ber onder dienst moeten.
Z. H. Exc. Mgr. A. F. Diepen, Bisschop van
's-Hertögenbosch zal tot en met 7 Mei e.k. geen
audiëntie verleenen.
Gij komt van ver en zijt weer thuis
Maria als in vroeger tijden,
In bloesems zijt Gij weergekomen.
O lieve Vrouw van Gelderland.
Zoo zong de dichter bij gelegenheid van den
glorieuzen terugkeer van het Genadebeeld van
O. L. Vrouw van Renkum op 6 Mei 1928.
Negen jaren zijn thans heengegaan sinds de
zoete Lieve Vrouwe van Renkum haar alouden
troon weer besteeg. Het onbekende dorp aan den
Veluwezoom is herschapen in het bekende ge
nadeoord van vóór 1581, waar opnieuw jaarlijks
vele duizenden samenstroomen en hulde bren
gen aan Maria van Renkum en hun nooden
klagen aan de Moeder van Toevlucht. Weer
gaat een zeer sterke aantrekkingskracht van
Renkum uit, want wie er eenmaal geweest is,
komt terug en weer nieuwe groepen volgen.
Steeds groeit het aantal gebedsverhooringen,
steeds vermeerderen de uitingen van dankbaar
heid jegens de Zoete Lieve Vrouwe van Ren
kum.
Renkum is weer geworden een bron van gees
telijk heil voor velen.
Een kind van Maria gaat immers niet verlo
ren.
En ook al zou er in de bedevaartplaatsen geen
enkel lichamelijk wonder geschieden, dan nog
zijn het oorden van zegeningwant wie de
gezondheid van de ziel hervindt, of geestelijken
troost in lichamelijke pijnen, zal de groote be
teekenis begrijpen van genade-oorden als deze.
Alleen het aanschouwen van de lange rijen
pelgrims, die iederen Zondag van den zomer
biddend door Renkum trek' n, stemt tot ont
roering....
En het volgend jaar herdenkt Renkum het
tweede lustrum.
Die gelegenheid wilden wij gaarne benutten
om te trachten een van de /enschen in ver
vulling te doen gaan van allen, wien het Ge
nade-oord van Renkum ter harte gaat.
Het plan bestaat om in het processie-park een
openlucht-altaar te doen bouwen als een waar
dige verblijfplaats van het Genadebeeld tijdens
de kerkelijke plechtigheden, die bij iedere be
devaart worden gehouden.
Wie het processiepark in Renkum wel eens
heeft gezien, zal het met ons eens zijn, dat een
eenvoudig maar imposant rustaltaar, harmoni
eerend met de landelijke schoonheid der omge
ving, daar niet langer gemist kan worden.
Het is daarom, dat wij in ons blad voor dit
doel een inschrijving openen.
Zij, die iets wenschen bij te dragen tot ver
hooging van den luister van Maria's Genade
oord aan den Veluwezoom, kunnen hun giften
doen toekomen aan de administratie van dit
blad.
De verantwoording der bijdragen zal eveneens
in dit blad geschieden.
De Meimaand is weer aanstaande en de pro
cessies naar Renkum beginnen weer te trekken.
Moge ook dit jaar het aantal pelgrims weer
in stijgende lijn gaan, opdat ook in Renkum in
vervulling blijve gaan het woord.... „erf van
nu af zullen alle geslachten Mij zalig prijzen."
BATAVIA, 24 April. (Aneta). Aan het einde
van de maand wordt over geheel Indië een actie
ingezet ter inzameling van gelden voor de
stichting van een Koningin-Emma-fonds. Het
doel van deze stichting is, dat in de toekomst
op breede basis de bestrijding der t.b.c. kan
worden ondernomen.
Het genadebeeld in de Processie
y
Woensdag j.l. heeft de directie der
Stoomvaart Mij. „Nederland" het gewichtig
besluit genomen, haar Indië-vloot met een
nieuw motor-passagiersschip uit te brei
den. Een dezer dagen zullen daartoe de
contracten met de N.V. Ned. Scheepsbouw
Mij. en met de Duitsche Machinefabriek
geteekend worden. Het nieuwe schip, dat
nog iets grooter zal worden dan de „Mar-
nix" en de „Johan van Oldenbarnevelt"
zal op 1 Juli 1939 opgeleverd moeten wor
den.
Reeds lang waren de geruchten over de be
stelling van een nieuw schip in omloop, maar er
waren verschillende bedrijfsfactoren die het de
scheepvaartmaatschappij onmogelijk maakten
een definitieve beslissing te nemen. Nu is
het een feit, dat in dezen tijd van stijgende
bouwprijzen wachten geld kost. Daarom had
de .Nederland" reeds eind 1936 optie genomen,
d.w.z. dat zij met de scheepswerf en de ma
chinefabriek was overeengekomen, tegen welke
prijzen eventueel gebouwd zou worden, onder
het beding dat, indien de bestelling niet zou
doorgaan, de scheepvaartmaatschappij aan
haar tegenpartij een bedrag zou betalen als
schadevergoeding. Eerst thans, nu voldoende
zekerheid is verkregen over de bedrijfsresulta
ten 1936 en de vooruitzichten voor de toekomst,
heeft zij de order definitief geplaatst. Met deze
voorzichtige politiek heeft de Nederland een
belangrijk voordeel behaald, want indien het
schip gebouwd moest worden tegen de thans
geldende prijzen zou het ongeveer 20 pet. duur
der worden dan het thans kost.
Het nieuwe mailschip zal grooter worden dan
eenig ander schip, dat de „Nederland" thans in
de vaart heeft: het zal een bruto-tonnage heb
ben van 20.000 ton en wordt voortbewogen
door drie schroeven.
De hoofdafmetingen voor dit schip zijn:
lengte op de lastlijn 630 voet, breedte op de
lastlijn 84 voet, holte tot schottendek 38 voet.
Het schip zal over een dienstvaart van 21 mijl
kunnen beschikken, waarvoor 27.000 A.P.K.
benoodigd zijn.
Ter vergelijking moge gelden, dat de Johan
van Oldenbarnevelt en de Marnix van St. Al-
degonde 19.000 ton meten, 609 voet lang en 75
voet breed zijn.
Ook de snelheid van het nieuwe schip zal
grooter zijn: berekend op een dienstsnelheid
van 21 mijl, zal het den afstand GenuaBata
via, waarover thans twintig dagen gevaren
wordt, in 16 dagen kunnen afleggen. Door den
vooruitgang der techniek zal Indië-over-zee
dus weer vier dagen dichter bij Nederland ko
men te liggen.
De hoofd- en hulpmotoren worden geleverd
door Gebr. Sulzer te Winterthur; de opstelling
van de motoren zal geschieden door de N.V.
Werkspoor en de N.V. Nederlandsche Dok-
Maatschappij te Amsterdam.
Het schip zal worden ingericht voor het ver
voer van 513 passagiers le en 2e klasse, 148
passagiers 3e klasse en 52 passagiers 4e klasse.
In deze klasse-indeeling weerspiegelt zich de
tendenz naar goedkoopere reisgelegenheid, daar
in de bestaande booten het aantal le en 2e
klasse hutten grooter, het aantal 3e klasse
reisgelegenheid kleiner is.
Het schip zal geheel gereed 12 a 13 mil-
lioen gulden kosten. Dit bedrag wordt door
de Stoomvaart Mij. „Nederland" uit eigen
middelen betaald.
Een naam voor het schip is nog niet ge
kozen. Voorloopig zal het onder het werf-
nummer N.S.M. no. 270 staan.
Tijdens de conferentie, waar de heer J. F.
van Hengel, directeur der .Nederland", aan de
pers deze mededeelingen deed, werd nog ge
vraagd of door den bouw van dit schip de lucht
schip-plannen der Scheepvaartmaatschappijen
op den achtergrond werden geschoven. De di
recteur ontkende dat dit het geval zou zijn. De
al-dan-niet verwezenlijking van deze plannen
hangt hoofdzakelijk af van het resultaat der
onderhandelingen met Duitschland.
U schildert met pleizier - met
Ripolin Prachtige kleuren 7 Goed
dekkend! Fraaie glans! En het
meeste pleizier hebt LI van
Ripolin achteraf. Want Ripolin.
is weergaloos duurzaam.
OEGSTGEEST, 23 April
Goed een half jaar werkt het hoofdbe
stuur van de organisatie der Jonge Mid
denstanders in het bisdom Haarlem aan
de opname der jonge boeren en tuinders
in het diocesaan verband der K. J. M. V.
Verschillende afdeelingen werden in
Noord- en Zuid-Holland opgericht; met
driehonderd man kwamen de leden reeds
op naar den eersten bondsdag, voor enkele
weken in Heiloo gehouden. Overal breekt
enthousiasme, leven, dynamiek naar buiten.
Hier leeft iets, hier groeit iets, waar toe
komst in ligt.
Met de bedoeling eenige bijzonderheden te
vragen over deze snelle wording van een heel
nieuw katholiek jeugdwerk bezochten wij den
diocesanen voorzitter der K. J. M. V. in het
bisdom Haarlem, drs. W. Dijsselbloem, in zijn
woning te Oegstgeest, het plaatsje waar de
bollenstreek begint en waar de kleurige, met
mathematische nauwkeurigheid afgegrensde
bloemdekken juist nu in volle pracht over het
land liggen.
Ja, de nieuwe twijg van onze Jonge Mid
denstandersorganisatie groeit voorspoedig, ving
de heer Dijsselbloem, die nog niet zoo heel
lang geleden fiks naast rector Beune de lei
ding van de K. J. M. V. in handen nam, zijn
uiteenzettingen aan.
De K. J. M. V. zelf is niet zoo jong meer.
Enkele afdeelingen in de groote steden met
name, hebben hun derde lustrum reeds gevierd.
Het heeft echter tot 1930 geduurd eer de ver
schillende plaatselijk ontstane vereenigingen
zich in diocesaan verband aaneensloten tot één
organisatie, onder de hooge goedkeuring van
wijlen Z. Hoogw. Exc. Mgr. J. Aengenent. En
eerst nóg weer vijf jaar later werd deze orga
nisatie ingelijfd in het groote verband van het
mannelijk jeugdwerk der Katholieke Actie.
Tot de laatste maanden van verleden jaar
toe recruteerde de K. J. M. V. haar leden uit
sluitend uit den werkgevenden en werknemen-
den middenstand. Mgr. Aengenent koesterde
reeds ernstig plannen de jonge boeren en tuin
ders, voor wie nog geen jeugdstandsorganisa-
tie bestond, in eigen vereenigingsverband aan
een te sluiten en zocht daartoe contact met
de jonge middenstanders. Zijn opvolger, Zijne
Hoogw. Exc. Mgr. Huibers heeft op dien grond
slag voortgebouwd en tenslotte in September
van verleden jaar zijn hooge goedkeuring ge
hecht aan een concept-statuten, uitgewerkt
door het bondsbestuur der K. J. M. V. De sta
tuten brachten de jonge boeren en tuinders or
ganisatorisch bij de jonge middenstanders onder.
Waarom dit samengaan, mijnheer Dijssel
bloem? In andere bisdommen hebben de jonge
boeren toch hun eigen organisatie?
Inderdaad, maar in andere bisdommen is
de boerenstand altijd nog een min of meer ho
mogeen geheel. Nergens bestaan tusschen de
onderscheiden gebieden zooveel onderlinge ver
schillen als in het Haarlemsche. De Westland-
sche tuinders, de Bollenkweekers van hier uit
de buurt, de groentetrekkers uit de Streek, de
fruittelers van Beverwijk en daartusschendoor
de gewone boeren hebben allen andere belan
gen, stellen allen andere eischen, hebben on
derling sterk afwijkende belangen.
Maar op één punt komen zij allen overeen:
doordat zij voor het meerendeel in sterk gespe
cialiseerde cultures werken, bezitten zij over
het algemeen een groote onafhankelijkheid,
neigen zij naar welvarendheid, naar het mid-
denstandspeil. Die overwegingen hebben er toe
geleid, de jonge boeren en tuinders in dit dio
cees samen te organiseeren met de jonge mid
denstanders. Natuurlijk hebben zij hun heel
eigen organisatie en wordt met de bijzondere
eischen van iedere streek rekening gehouden,
doch wij achten voldoende termen aanwezig
om hen met de jongelui, die op een andere
plaats zelfstandig in het bedrijfsleven staan,
in één verband samen te brengen.
En hoe ver bent u op het oogenblik met
de uitbreiding van dit nieuwe werk?
Momenteel hebben wij zestien afdeelingen
opgericht met in totaal 550 leden. Het meeren
deel daarvan zit voorloopig nog in Noord-Hoi-
land, maar het Zuiden begint ook al aardig te
trekken. Twee maanden na de goedkeuring der
statuten hadden wij reeds onzen eersten be
sturendag in Spanbroek. Dat liep goed. En nu
pas, 4 April, hebben wij buiten alle verwachting
driehonderd jonge boeren bij elkaar gekregen
in Heiloo. Een goede geest zat daar in. Idealisme
voor de vestiging van het Rijk van Christus,
het laatste doel toch van alle standsorgani
saties, sloeg daar frisch naar buiten. Onze jonge
boeren vormen toch zoo'n volkomen geestelijk
gezond, helder, kneedbaar materiaal. En ook
het andere werk, het meer materieele, het cur
suswerk en zoo vlot uitstekend. Wij werken daar
toe op alleraangenaamste wijze samen met den
L. T. B„ wiens leiders heel goed inzien, dat
wanneer ons werk slaagt, wanneer we van de
jonge boeren en tuinders goede menschen kun
nen maken, goede katholieken, dat dan het peil
van den L. T. B. zelf in de toekomst daarmee
is gediend.
Onze leden van nu vormen den boerenstand
van straks, en dat moet een gezonde boeren
stand zijn, een stand, die evenals vroeger een
steun blijft voor Kerk en Staat.
De Koning van Engeland heeft order ge
geven een paar groote kanonnen, tijdens
den wereldoorlog op de Duitschers buit
gemaakt en bij wijze van zegeteeken op een
der terrassen van het kasteel Windsor opge
steld, te verwijderen.
Een goed en wijs besluit van Z.M. en een
voorbeeld, waarvan men slechts wenschen kan,
dat het in wijden kring, ook buiten Engeland,
navolging zal vinden.
- Er valt dan heel wat op te ruimen, wat bij
de strijdende partijen uit de jaren 19141918
pijnlijke herinneringen levendig moet houden
en een voortdurend irriteerende werking moet
hebben.
De wereld zoo prat op haar beschaving en
cultuur is vol van dergelijke tropeeën, of
hoe men ze noemen wil; en alle tezamen vor
men ze een meer dan bedenkelijke verheer
lijking van oorlog en geweldenarij.
Daarop behoeft toch waarachtig geen enkel
volk fier te zijn!
Men prikkelt en hindert er noodeloos en
erger dan noodeloos andere volken mee, en
houdt over en weer een geest van verbittering
en revanche-zucht wakker, dien men juist zou
moeten bestrijden.
Dat men de dooden, de rampzalige slachtof
fers van eiken oorlog, wil eeren, ook voor het
nageslacht, verdient waardeering, mits men
aan die vereering geen uitdagend karakter geve
en ze doe dienen als waarschuwing tegen een
herhaling van den gruwel.
Maar daartoe moge men zich dan ook be
palen.
Elk volk heeft op zijn beurt wel eens een
overwinning behaald en min of meer bekende
oorlogsdaden gesteld.
Triomf en nederlaag wisselden op het slag
veld elkander af en de geschiedenis kent geen
enkel Rijk, zelfs het Romeinsche niet, dat altijd
won en nooit verloor.
Maar terwijl men snoeft op de eigen zege
praal, zwijgt men over de geleden tegenslagen
en tracht men ze te vergeten.
Men wil er zelfs niet aan worden herinnerd.
Ook deze vorm van nationalisme houdt een
ernstig gevaar in.
Het is heel wat meer in overeenstemming
met de eischen van Christendom en beschaving
indien men eere-zuilen opricht voor de een of
andere grootsche uitvinding, daad of ontdek
king, ten dienste der menschheid, dan voor een
met veel vernieling en bloedvergieten gewon
nen veldtocht, die straks weer door een even
bloedig verloren campagne kan worden ge
volgd. P. S.
PADANG, 24 April. (Aneta). Op 23 April
constateerde men om 8.15 uur een krachtigen
aardschok, welke vooraf gegaan werd door on-
deraaxdsch gerommel.
BATAVIA, 24 April. (Aneta). Het meteoro
logisch observatorium registreerde den aard
schok, welken men te Padang constateerde, niet.
De electorale krachtproef, welke de leider
der Rexisten in België te Brussel heeft ge
waagd en welke niet in zijn voordeel is uitge
vallen, herinnert aan de pogingen, indertijd
door den Franschen generaal Boulanger on
dernomen, om in zijn land de macht te ver
overen.
Boulanger was een aspirant-dictator, maar
zijn doel heeft hij niet weten te bereiken.
Minister van Oorlog in een der vele Kabi
netten welke Frankrijk in de tweede helft der
Tachtiger jaren zag komen en gaan, werd hij
frondeur, toen hij zich tot aftreden gedwongen
zag, en ontstond in zeer korten tijd de partij
der „boulangisten".
Het zag er toen voor de republiek niet al te
best uit.
Haar aanzien was verzwakt door gebeurtenis
sen, die tot het aftreden van president Grévy
hadden geleid, en haar bestaan scheen ernstig
bedreigd.
Boulanger, die als militair een zekere popu
lariteit genoot, door den cabaret-zanger Paulus
ijverig gepropageerd, verklaarde zich niet tegen
de Republiek, althans niet openlijk en recht
streeks.
Wat hij eischte was „grondwets-herziening";
maar dat hij daarbij zekere bedoelingen had,
viel niet moeilijk te gissen, en voor een goed
deel kreeg hij dan ook den steun der monar
chisten, zelfs van overtuigde imperialisten, als
Paul de Cassagnac.
Evenals Napoleon III, in diens vóór-keizer-
lijken tijd, was Boulanger op volksstemmingen
uit.
Hij werd in drie departementen tegelijk tot
afgevaardigde gekozen, en daarna liet hij zich
tegen de regeering candidaat stellen te Parijs,
waar tot dan toe slechts socialisten en radi
calen de overwinning hadden kunnen behalen.
De regeering, die haar positie in gevaar zag,
zette er alles op de kieswet was met dat
doel reeds veranderd! om hem te weren.
Het mocht niet baten.
Boulanger's tegenstander werd op overtui
gende wijze geslagen, en de generaal deed zijn
intocht in het Parlement, waar reeds verschil
lende leden zijn zijde hadden gekozen.
Hij had misschien beter gedaan er maar
buiten te blijven, want tegen de oude parle
mentaire „rotten" bleek hij niet opgewassen
en de enkele maal, dat hij als spreker optrad,
was geen succes.
Tenslotte dreigde de regeering hem met ge
vangenneming, en toen nam hij, met een
vriendin, de wijk naar België, wat vrijwel het
einde zijner meteoorachtige carrière als poli
ticus beteekende.
Niet lang daarna vond hij op tragische wijze
den dood.
Het „boulangisme" verdween bijna even snel
als het was gekomen, nadat men een oogenblik
had kunnen meenen, dat het een nieuwe pe
riode in de Fransche politiek zou inleiden met,
om te beginnen, een revanche-oorlog.
P. S.
AMSTERDAM. Geslaagd de dames B. C. Wa-
ringa, Apeldoorn en J. M. de Rooy, Heeren.