Het resultaat van Venetië iipoui Nieuw schip voor de „Nederland" Om de jonge boeren Koninklijk voor beeld DE SPIL ROME-BERLIJN VERSTEVIGD m Kerkelijk leven VOOR VAART OP INDIË Boulangerie Restaurant DORR9US ZATERDAG 24 APRIL 1937 BUITENLANDSCH OVERZICHT Morgenschemer voor de nazi's WILLEM DE ZWIJGER HERDENKING Kranslegging bij zijn standbeeld RADIOLUISTERWEDSTRIJD Besmetting op school Drie kinderen en een onderwijzer aangetast Postvervoer met de Hindenburg naar Amerika BENOEMING In het bisdom Den Bosch Oprichting nieuw klooster Militieplichtigen-retraite Geen audiëntie Onze Lieve Vrouw van Renkum Bouw van een openlucht-altaar in het processiepark T.b.c.-bestrijding in Indië mm Opleving in scheepvaart open baart zich terstond in vraag naar meer scheepsruimte Schip nog naamloos Grooter en sneller De Zeppelin-plannen Hoewel zij nog eerst kort zijn op genomen in het verband der K.J.M.V., bloeit hun or ganisatie reeds voor treffelijk Waarom geen apart verband AARDSCHOK TE PADANG Een herinnering Apothekers-assistent 9» De Oostenrijksche Bondskanselier Dr. Kurt von Schuschnigg heeft Venetië verlaten. Vóór zijn vertrek verklaarde hij aan een verslaggever van tie Tribuna zeer Voldaan te zijn over de diepgaande overeen komst tusschen de denkbeelden van Mussolini en de zijne. De Oostenrijksche minister van Buitenlandsche Zaken Dr. Guido Schmidt, die den Bondskanselier vergezelde, liet zich in ge lijken geest uit. Men kan zich levendig voor stellen, dat, toen de trein beide staatslieden Uit de Lagunenstad wegvoerde, in het compar timent, waarin zij hadden plaats genomen, een andere taal zal hebben geklonken. Zij zullen elkander met ongelukkige gezichten hebben aangekeken in het bewustzijn niets te hebben bereikt en zekerheid te hebben gekregen over din gen die zij reeds vermoed hadden. Met looden schoenen zullen ze straks hun hoofdstad aan den Donau binnengaan. Men heeft gisteren het méér dan armelijke communiqué van de be sprekingen te Venetië kunnen lezen. Uitge schakeld is al direct de kwestie der Habsbur- gers, die trouwens ook niet actueel is. Maar Oostenrijk zou, ook al was de kwestie actueel, niet kunnen en mogen restaureeren. Duitsch land (om van de successiestaten maar te zwij gen) zou het beletten en Italië zou niets doen tegen het Duitsche verzet. Het arme Oostenrijk is geen souverein meer in eigen huis. Ook naar buiten niet. Het is namelijk aan Oostenrijk ont zegd om andere dan economische betrekkingen met Praag te onderhouden. In een sensatio neel artikel van Gayda in het Giornale d'Italia wordt in dit verband opgemerkt: „Het contrast tusschen Weenen en Praag draagt een politiek karakter en is gelegen in de sterk anti-Duitsche richtsnoeren van Tsjecho-Slowakije, waarmede Oostenrijk, een Duitsche staat en onderteeke naar van de accoorden met Berlijn en Rome, zich niet kan vereenigen. Dit beteekent echter niet, dat Oostenrijk zijn betrekkingen met Tsjecho-Slowakije moet verbreken, integendeel, zij kunnen op oeconomisch terrein worden uit gevoerd." De laatdunkendheid van toon van Mussolini's spreektrompet, die uit dit citaat klinkt, is ergerlijk. Maar ook gevaarlijk, whnt er blijkt uit, dat Italië van plan is in de toe komst gewoonweg over Oostenrijk te beschik ken. Oostenrijk heeft te bukken. Zijn souve- reiniteit is er nu reeds eene van den tweeden rang. E.r is echter nog meer. Een van de rede- nqn waarom Schuschnigg Mussolini per soonlijk wilde spreken, was deze, dat het Duitsch-Oostenrijksche accoord van 14 Juli 1936 allerminst aan de verwachtingen had vol daan, vooral omdat de mtionaal-socialistische propaganda en agitatie in Oostenrijk absoluut niet, zooals toch overeen was gekomen, werden beperkt. Mussolini heeft er echter geen twijfel aan gelaten, dat hij niets tegen deze propagan da zal doen. Hij betoonde zich in het openbaar bewust zeer pro-Duitsch, bezocht zelfs het Duitsche toeristenschip „Milwaukee" van de HamburgAmerikalijn, waar hij een onderhoud had met iemand (men fluisterde in Venetië, dat deze iemand óf Goering óf von Neurath Was) en gaf op verschillende manieren den Oostenrijkers te verstaan, dat zij verdere toe nadering tot Duitschland hadden te zoeken. De Times meldde uit Venetië: „Sommige w'aarne- mers vinden het van beteekenis, dat het offi- cieele communiqué geen zinspelingen over de noodzakelijkheid van de handhaving van de onafhankelijkheid van Oostenrijk behelst, aan welke zinspelingen men zoo langzamerhand wel gewoon is en dat het ook niets bevat over de problemen van een restauratie van de Habsbur- gers. Al wordt dan gezegd dat daarover op de conferentie veel te doen is geweest. Men neemt hier algemeen aan, dat Italië geen vinger zou uitsteken om Oostenrijk te helpen als dat land zich zelf in moeilijkheden zou brengen door de Habsburgers terug te roepen en velen zijn de overtuiging toegedaan, dat Italië thans zelfs Passief zou blijven tegenover een „Anschluss". Deze laatste gebeurtenis echter wordt niet on middellijk dreigend geacht. Het schijnt vrij zeker, dat de vriendschap tusschen Duitschland en Italië ten minste voor het oogenblik als re sultaat van deze conferentie vaster dan ooit staat en dat Italië tot het besluit is gekomen dat het beter de tweede viool bij Duitschland kan bespelen dan den triangel in een ander orkest." Wij citeerden boven reeds een stukje uit het ongewoon sensationeele artikel van Gayada in het Giornale d'Italia. In Praag is men van dit artikel zeer geschrokken, omdat er uit blijkt, dat Italië tusschen Berlijn en Weenen als bemiddelaar wenscht op te tre den, om daardoor den weg voor de nazi's te effenen. In Weenen is direct de publicatie van het artikel verboden. Wat behelst dit opzienba rende artikel van Gayada? Het onthult niets meer en niets minder de eigenlijke meening Van Italië en schrijft een commentaar bij het officieele communiqué, dat brutaal afwijkt van den inhoud daarvan en willekeurig eigen uit leg geeft aan de besprekingen. Volgens Gayada hebben de besprekingen tusschen Mussolini en Schuschnigg voral geloopen over de nabuurlan den van Oostenrijk en in het bijzonder over Duitschland. Gayada is in staat om te verze keren, dat, dank zij de Italiaansche medewer king. zekere nog bestaande wrijvingen tusschen Oostenrijk en Duitschland binnenkort zullen borden weggenomen. De nationaal-socialisten bullen, volgens hem, weldra in Oostenrijk wor den geroepen tot het deelen van de verantwoor delijkheid met het Vaderlandsche Front, wat de eerste stap zal zijn naar een rechtstreeksche deelneming aan de regeering. Men kan zelfs binnenkort de benoeming verwachten van Gayda, hoofdredacteur van het Giornale d'Italia, de spreektrompet van Mussolini een nationaal-socialistischen vertegenwoordiger in het Vaderlandsche Front, die met Schusch nigg zal zoeken naar een oplossing voor alle hangende vraagstukken tusschen de beide na tionale bewegingen. In Weenen staat men ietwat perplex en ver bood daarom het artikel maar. Men wil blijk baar dé terugkomst van Schuschnigg afwachten en publiceerde het volgende communiqué: „Ofschoon men niet in rechtstreeksche ver binding staat met de thans weder op weg naar Weenen zijnde Oostenrijksche gedelegeerden, zijn politieke kringen ervan overtuigd, dat het bericht in het Italiaansche blad niet in over eenstemming is met de werkelijkheid". In Italië denkt men anders over die „werke lijkheid". Havas seint namelijk het volgende: „In Italiaansche politieke kringen vat men het door de officieuze Giornale d'Italia gepubliceer de bericht volgens hetwelk op de nationaal- socialistische Oostenrijkers binnenkort een be roep zou worden gedaan de verantwoordelijk heden van het Vaderlandsche Front te deelen en vervolgens direct deel te nemen aan de Bondsregeering ernstig op. Reeds vóór de besprekingen van Schuschnigg met Mussolini heeft een gerucht daarover te Rome de ronde gedaan. Niet alleen zou Italië geen bezwaar hebben tegen een toetreding van nationaal-socialisten in de Oostenrijksche re geering, maar men acht ook waarschijnlijk, dat de chef der Italiaansche regeering aan Schusch nigg dezen raad heeft gegeven". De toekomst der Oostenrijksche onafhanke lijkheid schijnt weer op losser schroeven te ko men dan ooit sedert 1918. De dag van Venetië kan voor den Europeeschen vrede een „dies ater" worden tenzij de Westelijke groote democratieën hierbij niet lijdelijk willen blijven toezien. Het bestuur en eenige leden van de afdeeling 's Gravenhage van het Verbond van Nationaal Herstel hebben vanochtend om acht uur in ver band met de herdenking van den geboortedag van Prins Willem I, een grooten krans doen leggen aan den voet van het ruiter-standbeeld van Prins Willem voor het paleis Noordeinde te Den Haag. Tijdens het leggen van den krans werd door een trombonist het Wilhelmus gespeeld. Het hoofdcomité van het A.S.I.B. in Neder land verzoekt ons te berichten, dat het op zijn verzoek den notaris, mr. S. K. D. M. van Lier te 's-Gravenhage, bereid heeft gevonden zijn ministerie te verleenen bij de aanwijzing van de prijswinnaars van de oplossing van den A.S.I.B.-radioluisterwedstrijd, welke heden avond door de vier groote omroepvereenigin- gen wordt gegeven. II. 2. Voorburgwal b. I». Spui, Amsterdam. PLATS DU JOUR EN LA CARTE Naar wij uit Heugum bij Maastricht ver nemen, zijn op de bijzondere school aldaar na een geneeskundig onderzoek bij drie kinderen verschijnselen van lichte t.b.c.- besmetting geconstateerd. Ook de onder wijzer bleek besmet te zijn. De onderwijzer leed reeds eenigen tijd aan een chronische verkoudheid. Er werden echter geen tuberculose-verschijnselen bij hem waar genomen. Eerst na onderzoek door een specia list bleek, dat de onderwijzer was aangetast. De onderwijzer werd daarop onmiddellijk naar een sanatorium vervoerd. Omdat men vreesde voor verdere besmetting, werden alle kinderen, ten getale van 228, on derzocht. Hierbij bleken drie kinderen aangetast te zijn. De dokter oordeelde het noodzakelijk, dat twee kinderen naar het sanatorium wer den vervoerd, terwijl er een thuis verpleegd wordt en binnen veertien dagen weer naar school zal kunnen gaan. In tegenstelling met elders gepubliceerde be richten kunnen wij mededeelen, dat alle onder wijzers medische verklaringen bezitten, dat zij vrij zijn van tuberculose. Het luchtschip „Hïndenlburg" zal tusschen 3 Mei en 5 November a.s. 18 tochten maken van Frankfurt (Main) naar Lakehurst bij New-York en terug. De overtocht duurt in beide richtingen ongeveer drie dagen. De af- vaartdagen van Frankfurt uit zijn 3, 11, 22 Mei, 2, 12, 22 Juni, 3 en 11 Juli, 13, 20, 27 Augustus, 3, 10, 17, 28 September en 8, 19 en 30 October. De afvaarten uit Lakehurst vinden op den dag van aankomst aldaar, dus drie dagen la ter plaats. Met deze tochten kunnen gewone en aangt- beekende briefpoststukken (geen waardestuk ken) worden verzonden naar de Vereemgde Staten van Amerika, Canada, Mexico en Midden-Amerika, West-Indvë (Antillen, Do- minicaansche republiek, Haïti, Jamaica, Ou- ba, Porto Rico, Trinidad, Virginische eilan den), Nederlandsch-, Fransch- en Engelsch Guyana, Columbia, Venezuela, Chili, ÏScuadOi en Peru. Z. H. Exc. de Bisschop van 's-Hertogenbosch heeft, op verzoek van den hoogeerw. pater Pro vinciaal der Paters Dominicanen, aan den wel- eerw. pater H. P. L. Verwilst O.P. eervol ont slag verleend als kapelaan te Neerbosch en in diens plaats benoemd den weleerw. pater J. H. J. Lemeer O.P., die assistent was aldaar. De Bisschop van 's-Hertogenbosch heeft aan de Congregatie der Zusters van O. L. Vrouw van Tegelen verlof gegeven een succursaalhuis te stichten te Nijmegen in de parochie van den H. Dominicus, aan den Canisiussingel. Het suc cursaalhuis zal dienen o.a. tot verblijf voor de leden der Congregatie, die hare studies maken te Nijmegen en tot pension voor dames. Van Zaterdag 1 tot Dinsdag 4 Mei wordt in het Retraitehuis „Loyola" te Vught een retrai te gegeven voor jonge mannen, die in de maanden Mei, Juni, Juli, Augustus of Septem ber onder dienst moeten. Z. H. Exc. Mgr. A. F. Diepen, Bisschop van 's-Hertögenbosch zal tot en met 7 Mei e.k. geen audiëntie verleenen. Gij komt van ver en zijt weer thuis Maria als in vroeger tijden, In bloesems zijt Gij weergekomen. O lieve Vrouw van Gelderland. Zoo zong de dichter bij gelegenheid van den glorieuzen terugkeer van het Genadebeeld van O. L. Vrouw van Renkum op 6 Mei 1928. Negen jaren zijn thans heengegaan sinds de zoete Lieve Vrouwe van Renkum haar alouden troon weer besteeg. Het onbekende dorp aan den Veluwezoom is herschapen in het bekende ge nadeoord van vóór 1581, waar opnieuw jaarlijks vele duizenden samenstroomen en hulde bren gen aan Maria van Renkum en hun nooden klagen aan de Moeder van Toevlucht. Weer gaat een zeer sterke aantrekkingskracht van Renkum uit, want wie er eenmaal geweest is, komt terug en weer nieuwe groepen volgen. Steeds groeit het aantal gebedsverhooringen, steeds vermeerderen de uitingen van dankbaar heid jegens de Zoete Lieve Vrouwe van Ren kum. Renkum is weer geworden een bron van gees telijk heil voor velen. Een kind van Maria gaat immers niet verlo ren. En ook al zou er in de bedevaartplaatsen geen enkel lichamelijk wonder geschieden, dan nog zijn het oorden van zegeningwant wie de gezondheid van de ziel hervindt, of geestelijken troost in lichamelijke pijnen, zal de groote be teekenis begrijpen van genade-oorden als deze. Alleen het aanschouwen van de lange rijen pelgrims, die iederen Zondag van den zomer biddend door Renkum trek' n, stemt tot ont roering.... En het volgend jaar herdenkt Renkum het tweede lustrum. Die gelegenheid wilden wij gaarne benutten om te trachten een van de /enschen in ver vulling te doen gaan van allen, wien het Ge nade-oord van Renkum ter harte gaat. Het plan bestaat om in het processie-park een openlucht-altaar te doen bouwen als een waar dige verblijfplaats van het Genadebeeld tijdens de kerkelijke plechtigheden, die bij iedere be devaart worden gehouden. Wie het processiepark in Renkum wel eens heeft gezien, zal het met ons eens zijn, dat een eenvoudig maar imposant rustaltaar, harmoni eerend met de landelijke schoonheid der omge ving, daar niet langer gemist kan worden. Het is daarom, dat wij in ons blad voor dit doel een inschrijving openen. Zij, die iets wenschen bij te dragen tot ver hooging van den luister van Maria's Genade oord aan den Veluwezoom, kunnen hun giften doen toekomen aan de administratie van dit blad. De verantwoording der bijdragen zal eveneens in dit blad geschieden. De Meimaand is weer aanstaande en de pro cessies naar Renkum beginnen weer te trekken. Moge ook dit jaar het aantal pelgrims weer in stijgende lijn gaan, opdat ook in Renkum in vervulling blijve gaan het woord.... „erf van nu af zullen alle geslachten Mij zalig prijzen." BATAVIA, 24 April. (Aneta). Aan het einde van de maand wordt over geheel Indië een actie ingezet ter inzameling van gelden voor de stichting van een Koningin-Emma-fonds. Het doel van deze stichting is, dat in de toekomst op breede basis de bestrijding der t.b.c. kan worden ondernomen. Het genadebeeld in de Processie y Woensdag j.l. heeft de directie der Stoomvaart Mij. „Nederland" het gewichtig besluit genomen, haar Indië-vloot met een nieuw motor-passagiersschip uit te brei den. Een dezer dagen zullen daartoe de contracten met de N.V. Ned. Scheepsbouw Mij. en met de Duitsche Machinefabriek geteekend worden. Het nieuwe schip, dat nog iets grooter zal worden dan de „Mar- nix" en de „Johan van Oldenbarnevelt" zal op 1 Juli 1939 opgeleverd moeten wor den. Reeds lang waren de geruchten over de be stelling van een nieuw schip in omloop, maar er waren verschillende bedrijfsfactoren die het de scheepvaartmaatschappij onmogelijk maakten een definitieve beslissing te nemen. Nu is het een feit, dat in dezen tijd van stijgende bouwprijzen wachten geld kost. Daarom had de .Nederland" reeds eind 1936 optie genomen, d.w.z. dat zij met de scheepswerf en de ma chinefabriek was overeengekomen, tegen welke prijzen eventueel gebouwd zou worden, onder het beding dat, indien de bestelling niet zou doorgaan, de scheepvaartmaatschappij aan haar tegenpartij een bedrag zou betalen als schadevergoeding. Eerst thans, nu voldoende zekerheid is verkregen over de bedrijfsresulta ten 1936 en de vooruitzichten voor de toekomst, heeft zij de order definitief geplaatst. Met deze voorzichtige politiek heeft de Nederland een belangrijk voordeel behaald, want indien het schip gebouwd moest worden tegen de thans geldende prijzen zou het ongeveer 20 pet. duur der worden dan het thans kost. Het nieuwe mailschip zal grooter worden dan eenig ander schip, dat de „Nederland" thans in de vaart heeft: het zal een bruto-tonnage heb ben van 20.000 ton en wordt voortbewogen door drie schroeven. De hoofdafmetingen voor dit schip zijn: lengte op de lastlijn 630 voet, breedte op de lastlijn 84 voet, holte tot schottendek 38 voet. Het schip zal over een dienstvaart van 21 mijl kunnen beschikken, waarvoor 27.000 A.P.K. benoodigd zijn. Ter vergelijking moge gelden, dat de Johan van Oldenbarnevelt en de Marnix van St. Al- degonde 19.000 ton meten, 609 voet lang en 75 voet breed zijn. Ook de snelheid van het nieuwe schip zal grooter zijn: berekend op een dienstsnelheid van 21 mijl, zal het den afstand GenuaBata via, waarover thans twintig dagen gevaren wordt, in 16 dagen kunnen afleggen. Door den vooruitgang der techniek zal Indië-over-zee dus weer vier dagen dichter bij Nederland ko men te liggen. De hoofd- en hulpmotoren worden geleverd door Gebr. Sulzer te Winterthur; de opstelling van de motoren zal geschieden door de N.V. Werkspoor en de N.V. Nederlandsche Dok- Maatschappij te Amsterdam. Het schip zal worden ingericht voor het ver voer van 513 passagiers le en 2e klasse, 148 passagiers 3e klasse en 52 passagiers 4e klasse. In deze klasse-indeeling weerspiegelt zich de tendenz naar goedkoopere reisgelegenheid, daar in de bestaande booten het aantal le en 2e klasse hutten grooter, het aantal 3e klasse reisgelegenheid kleiner is. Het schip zal geheel gereed 12 a 13 mil- lioen gulden kosten. Dit bedrag wordt door de Stoomvaart Mij. „Nederland" uit eigen middelen betaald. Een naam voor het schip is nog niet ge kozen. Voorloopig zal het onder het werf- nummer N.S.M. no. 270 staan. Tijdens de conferentie, waar de heer J. F. van Hengel, directeur der .Nederland", aan de pers deze mededeelingen deed, werd nog ge vraagd of door den bouw van dit schip de lucht schip-plannen der Scheepvaartmaatschappijen op den achtergrond werden geschoven. De di recteur ontkende dat dit het geval zou zijn. De al-dan-niet verwezenlijking van deze plannen hangt hoofdzakelijk af van het resultaat der onderhandelingen met Duitschland. U schildert met pleizier - met Ripolin Prachtige kleuren 7 Goed dekkend! Fraaie glans! En het meeste pleizier hebt LI van Ripolin achteraf. Want Ripolin. is weergaloos duurzaam. OEGSTGEEST, 23 April Goed een half jaar werkt het hoofdbe stuur van de organisatie der Jonge Mid denstanders in het bisdom Haarlem aan de opname der jonge boeren en tuinders in het diocesaan verband der K. J. M. V. Verschillende afdeelingen werden in Noord- en Zuid-Holland opgericht; met driehonderd man kwamen de leden reeds op naar den eersten bondsdag, voor enkele weken in Heiloo gehouden. Overal breekt enthousiasme, leven, dynamiek naar buiten. Hier leeft iets, hier groeit iets, waar toe komst in ligt. Met de bedoeling eenige bijzonderheden te vragen over deze snelle wording van een heel nieuw katholiek jeugdwerk bezochten wij den diocesanen voorzitter der K. J. M. V. in het bisdom Haarlem, drs. W. Dijsselbloem, in zijn woning te Oegstgeest, het plaatsje waar de bollenstreek begint en waar de kleurige, met mathematische nauwkeurigheid afgegrensde bloemdekken juist nu in volle pracht over het land liggen. Ja, de nieuwe twijg van onze Jonge Mid denstandersorganisatie groeit voorspoedig, ving de heer Dijsselbloem, die nog niet zoo heel lang geleden fiks naast rector Beune de lei ding van de K. J. M. V. in handen nam, zijn uiteenzettingen aan. De K. J. M. V. zelf is niet zoo jong meer. Enkele afdeelingen in de groote steden met name, hebben hun derde lustrum reeds gevierd. Het heeft echter tot 1930 geduurd eer de ver schillende plaatselijk ontstane vereenigingen zich in diocesaan verband aaneensloten tot één organisatie, onder de hooge goedkeuring van wijlen Z. Hoogw. Exc. Mgr. J. Aengenent. En eerst nóg weer vijf jaar later werd deze orga nisatie ingelijfd in het groote verband van het mannelijk jeugdwerk der Katholieke Actie. Tot de laatste maanden van verleden jaar toe recruteerde de K. J. M. V. haar leden uit sluitend uit den werkgevenden en werknemen- den middenstand. Mgr. Aengenent koesterde reeds ernstig plannen de jonge boeren en tuin ders, voor wie nog geen jeugdstandsorganisa- tie bestond, in eigen vereenigingsverband aan een te sluiten en zocht daartoe contact met de jonge middenstanders. Zijn opvolger, Zijne Hoogw. Exc. Mgr. Huibers heeft op dien grond slag voortgebouwd en tenslotte in September van verleden jaar zijn hooge goedkeuring ge hecht aan een concept-statuten, uitgewerkt door het bondsbestuur der K. J. M. V. De sta tuten brachten de jonge boeren en tuinders or ganisatorisch bij de jonge middenstanders onder. Waarom dit samengaan, mijnheer Dijssel bloem? In andere bisdommen hebben de jonge boeren toch hun eigen organisatie? Inderdaad, maar in andere bisdommen is de boerenstand altijd nog een min of meer ho mogeen geheel. Nergens bestaan tusschen de onderscheiden gebieden zooveel onderlinge ver schillen als in het Haarlemsche. De Westland- sche tuinders, de Bollenkweekers van hier uit de buurt, de groentetrekkers uit de Streek, de fruittelers van Beverwijk en daartusschendoor de gewone boeren hebben allen andere belan gen, stellen allen andere eischen, hebben on derling sterk afwijkende belangen. Maar op één punt komen zij allen overeen: doordat zij voor het meerendeel in sterk gespe cialiseerde cultures werken, bezitten zij over het algemeen een groote onafhankelijkheid, neigen zij naar welvarendheid, naar het mid- denstandspeil. Die overwegingen hebben er toe geleid, de jonge boeren en tuinders in dit dio cees samen te organiseeren met de jonge mid denstanders. Natuurlijk hebben zij hun heel eigen organisatie en wordt met de bijzondere eischen van iedere streek rekening gehouden, doch wij achten voldoende termen aanwezig om hen met de jongelui, die op een andere plaats zelfstandig in het bedrijfsleven staan, in één verband samen te brengen. En hoe ver bent u op het oogenblik met de uitbreiding van dit nieuwe werk? Momenteel hebben wij zestien afdeelingen opgericht met in totaal 550 leden. Het meeren deel daarvan zit voorloopig nog in Noord-Hoi- land, maar het Zuiden begint ook al aardig te trekken. Twee maanden na de goedkeuring der statuten hadden wij reeds onzen eersten be sturendag in Spanbroek. Dat liep goed. En nu pas, 4 April, hebben wij buiten alle verwachting driehonderd jonge boeren bij elkaar gekregen in Heiloo. Een goede geest zat daar in. Idealisme voor de vestiging van het Rijk van Christus, het laatste doel toch van alle standsorgani saties, sloeg daar frisch naar buiten. Onze jonge boeren vormen toch zoo'n volkomen geestelijk gezond, helder, kneedbaar materiaal. En ook het andere werk, het meer materieele, het cur suswerk en zoo vlot uitstekend. Wij werken daar toe op alleraangenaamste wijze samen met den L. T. B„ wiens leiders heel goed inzien, dat wanneer ons werk slaagt, wanneer we van de jonge boeren en tuinders goede menschen kun nen maken, goede katholieken, dat dan het peil van den L. T. B. zelf in de toekomst daarmee is gediend. Onze leden van nu vormen den boerenstand van straks, en dat moet een gezonde boeren stand zijn, een stand, die evenals vroeger een steun blijft voor Kerk en Staat. De Koning van Engeland heeft order ge geven een paar groote kanonnen, tijdens den wereldoorlog op de Duitschers buit gemaakt en bij wijze van zegeteeken op een der terrassen van het kasteel Windsor opge steld, te verwijderen. Een goed en wijs besluit van Z.M. en een voorbeeld, waarvan men slechts wenschen kan, dat het in wijden kring, ook buiten Engeland, navolging zal vinden. - Er valt dan heel wat op te ruimen, wat bij de strijdende partijen uit de jaren 19141918 pijnlijke herinneringen levendig moet houden en een voortdurend irriteerende werking moet hebben. De wereld zoo prat op haar beschaving en cultuur is vol van dergelijke tropeeën, of hoe men ze noemen wil; en alle tezamen vor men ze een meer dan bedenkelijke verheer lijking van oorlog en geweldenarij. Daarop behoeft toch waarachtig geen enkel volk fier te zijn! Men prikkelt en hindert er noodeloos en erger dan noodeloos andere volken mee, en houdt over en weer een geest van verbittering en revanche-zucht wakker, dien men juist zou moeten bestrijden. Dat men de dooden, de rampzalige slachtof fers van eiken oorlog, wil eeren, ook voor het nageslacht, verdient waardeering, mits men aan die vereering geen uitdagend karakter geve en ze doe dienen als waarschuwing tegen een herhaling van den gruwel. Maar daartoe moge men zich dan ook be palen. Elk volk heeft op zijn beurt wel eens een overwinning behaald en min of meer bekende oorlogsdaden gesteld. Triomf en nederlaag wisselden op het slag veld elkander af en de geschiedenis kent geen enkel Rijk, zelfs het Romeinsche niet, dat altijd won en nooit verloor. Maar terwijl men snoeft op de eigen zege praal, zwijgt men over de geleden tegenslagen en tracht men ze te vergeten. Men wil er zelfs niet aan worden herinnerd. Ook deze vorm van nationalisme houdt een ernstig gevaar in. Het is heel wat meer in overeenstemming met de eischen van Christendom en beschaving indien men eere-zuilen opricht voor de een of andere grootsche uitvinding, daad of ontdek king, ten dienste der menschheid, dan voor een met veel vernieling en bloedvergieten gewon nen veldtocht, die straks weer door een even bloedig verloren campagne kan worden ge volgd. P. S. PADANG, 24 April. (Aneta). Op 23 April constateerde men om 8.15 uur een krachtigen aardschok, welke vooraf gegaan werd door on- deraaxdsch gerommel. BATAVIA, 24 April. (Aneta). Het meteoro logisch observatorium registreerde den aard schok, welken men te Padang constateerde, niet. De electorale krachtproef, welke de leider der Rexisten in België te Brussel heeft ge waagd en welke niet in zijn voordeel is uitge vallen, herinnert aan de pogingen, indertijd door den Franschen generaal Boulanger on dernomen, om in zijn land de macht te ver overen. Boulanger was een aspirant-dictator, maar zijn doel heeft hij niet weten te bereiken. Minister van Oorlog in een der vele Kabi netten welke Frankrijk in de tweede helft der Tachtiger jaren zag komen en gaan, werd hij frondeur, toen hij zich tot aftreden gedwongen zag, en ontstond in zeer korten tijd de partij der „boulangisten". Het zag er toen voor de republiek niet al te best uit. Haar aanzien was verzwakt door gebeurtenis sen, die tot het aftreden van president Grévy hadden geleid, en haar bestaan scheen ernstig bedreigd. Boulanger, die als militair een zekere popu lariteit genoot, door den cabaret-zanger Paulus ijverig gepropageerd, verklaarde zich niet tegen de Republiek, althans niet openlijk en recht streeks. Wat hij eischte was „grondwets-herziening"; maar dat hij daarbij zekere bedoelingen had, viel niet moeilijk te gissen, en voor een goed deel kreeg hij dan ook den steun der monar chisten, zelfs van overtuigde imperialisten, als Paul de Cassagnac. Evenals Napoleon III, in diens vóór-keizer- lijken tijd, was Boulanger op volksstemmingen uit. Hij werd in drie departementen tegelijk tot afgevaardigde gekozen, en daarna liet hij zich tegen de regeering candidaat stellen te Parijs, waar tot dan toe slechts socialisten en radi calen de overwinning hadden kunnen behalen. De regeering, die haar positie in gevaar zag, zette er alles op de kieswet was met dat doel reeds veranderd! om hem te weren. Het mocht niet baten. Boulanger's tegenstander werd op overtui gende wijze geslagen, en de generaal deed zijn intocht in het Parlement, waar reeds verschil lende leden zijn zijde hadden gekozen. Hij had misschien beter gedaan er maar buiten te blijven, want tegen de oude parle mentaire „rotten" bleek hij niet opgewassen en de enkele maal, dat hij als spreker optrad, was geen succes. Tenslotte dreigde de regeering hem met ge vangenneming, en toen nam hij, met een vriendin, de wijk naar België, wat vrijwel het einde zijner meteoorachtige carrière als poli ticus beteekende. Niet lang daarna vond hij op tragische wijze den dood. Het „boulangisme" verdween bijna even snel als het was gekomen, nadat men een oogenblik had kunnen meenen, dat het een nieuwe pe riode in de Fransche politiek zou inleiden met, om te beginnen, een revanche-oorlog. P. S. AMSTERDAM. Geslaagd de dames B. C. Wa- ringa, Apeldoorn en J. M. de Rooy, Heeren.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 9