Katholieke Studentendag
te Utrecht
DE IN BE PIJP»
Landdag R.K. Staatspartij
Gayda's sensatie buiten
werking gesteld
AIILER
„ZACHTE" WENK?
BETEEKENISVOLLE
INLEIDINGEN
Hoofdpijn, Kiespijn £5?SrSSS
MASSALE BETOOGING
TE DEN HAAG
BELGIË VRIJ VAN
LOCARNO
MAA«
MAANDAG 26 APRIL 1937
„ln de politiek der toekomst is
noodig begeestering in den
belangenstrijd met als
paradox belange
loosheid"
Sterk zijn in ons
Geloof"
De plechtige vergadering
Rede Unie-praeses
„Paradox en pathetiek"
Toespraak van den
Aartsbisschop
Een aantal eminente sprekers zet
onze beginselen ftp politiek
gebied uiteen
Bewaart de eenheid!
Rede W. Steinmetz
BUITENLANDSCH OVERZICHT
Moskou en Tokio aan
het onderhandelen
Rede M. P. van der Weijde
Rede ir. L. J. M. Feber
T elegrammen
Partij- en fractievoorzitter
ml. C. Goseling
Rede A. J. Loerakker
Rede mr. F. Bach
Slotwoord van mr. E. M.
J. H. Bolsius
SrATl£ VAN
AUT0M0BIELB0UW1'
TUBERCULOSE-BESTRIJDING
Provinciale Zuid-Hollandsche
Vereeniging bestaat 25 jaar
H
Zaterdag en Zondag werd te Utrecbt de
20ste Katholieke Studentendag gehouden.
Den eersten dag werden verschillende facul
teitsvergaderingen, de gildenvergadering en
een bijeenkomst van de meisjesstudenten-
interacademiale gehouden.
Des avonds om half negen begon in het
„Eigen Huis" de eerste algemeene vergade
ring, die geleid werd door den Unie-praeses,
den heer' Bernard Delfgaauw, Amsterdam.
6e heer Dries van Melsen hield een inleiding
over: Onze voorbereiding tot het actieve staats
burgerschap.
Door een gemeenschap kan een mensch de
verschillende goederen, door spr. uitgedrukt met
„waarden", verwerven, die hij noodig heeft om
goed te leven.
In een gemeenschap is een orde en een op
elkaar ingesteld zijn van de leden. Er zijn ver
schillende gemeenschappen, die spr. aangaf.
Van de gemeenschapsgedachte moet men
weer uitgaan om het begrip staat te bepalen.
De staat is die gemeenschap, welke alle andere
samenbindt tot een gemeenschap, die op de
meest volmaakte wijze in de gemeenschappelijke
behoeften voorziet.
De staat heeft zijn eigen aard en eigen doel
en een tweeledige functie: een eigen taak tot
uitvoering te brengen, waarnaast aanvullend
werk te verrichten, hetgeen spr. nader uiteen
zette.
In een modernen staat hebben alle burgers
direct deel aan de verwezenlijking van het
staatsdoel.
Inleider besprak voorts de taak der intellec-
tueelen.
Spr. heeft het leven eens hooren vergelijken
met de eerste Oceaan-vlucht. Achter den groo-
ten Oceaan weet men het vasteland. Zoo heb
ben wij God als vast doel en veilig baken. De
mogelijkheden, die God ons schenkt, hebben we
ten volle te gebruiken.
Spr. beschouwde vervolgens in het bijzonder
de mogelijkheden van de katholieke academici.
Ons uitgangspunt moet zijn goede vakkennis.
Vakbekwaamheden zijn onze geloofsbrieven. Maar
dan moeten we uitbouwen en aanraking zoeken
met de algemeene wetenschappen.
Het is ook niet de vakwetenschap alleen, die
onze maatschappelijke positie bepaalt.
Wanneer ons in onzen studententijd niet
voor oogen staat, dat wij later uitdragers
moeten zijn van het katholieke levensbegin
sel, zullen we nooit lichtdragers zijn.
Het is van beteekenis, dat de jongere aca
demici van alle levensrichtingen door confe
renties contact met elkaar zoeken.
In het huidige veelvuldige contact met niet-
katholieke studenten, waarbij een bespreking
van de voornaamste vraagstukken, is een der
eerste voorwaarden voor een goede voorberei
ding tot het staatsburgerschap vervuld.
De godsdienst moet de bron zijn van het
Unie-leven. We zien daarvan gunstige teekenen
en algemeene H. Communie, retraiten enz. wij
zen op een heerlijken geestelijken groei.
Bidden we, .zoo besloot spr. in een mooie
peroratie, dat God onze handen bereid moge
houden om te bouwen.
De praeses bracht een hartelijk woord van
dank aan den heer van Melsen en stelde daarna
de gelegenheid tot vragen open.
Zondagmorgen werd om 9 uur een gezongen
H. Mis opgedragen in de kapel van het St. Gre-
goriushuis.
Vervolgens werden de vergaderingen gehou
den van de sociale interacademiale en de missie-
interacademiale.
Een prettige afwisseling in het program bracht
een uittocht naar Doorn, waarna men om half
vijf weer voor een plechtige vergadering in
het „Eigen Huis" bijeen kwam.
Deze vergadering werd opgeluisterd door de
tegenwoordigheid van den Aartsbisschop, Z. H.
Exc. Mgr. dr. J. de Jong, terwijl nog vele andere
geestelijke en wereldlijke autoriteiten aanwezig
waren.
Na de hooge gasten te hebben verwelkomd,
hield de Unie-praeses, de heer Bernard Delf
gaauw een uitvoerige beschouwing over de
taak der tegenwoordige studenten.
Voorop stelde hij het gezelschapsleven als
het middel om de geestelijke en tijdelijke be
langen van de studenten te behartigen.
Door het gezelschapsleven kunnen we ook
ons godsdienstig leven bevorderen.
De stüdentenvereen. is verantwoordelijk voor
de zedelijke belanapn harer leden en voor de
sfeer, die in haêr kring heerscht: Zij moet,
zooals pater Drost op den Leidschen Katholie
ken Studentendag zei, van bovennatuurlijke ge
dachten bezield zijn.
De vorming van den student wordt echter
niet alleen bepaald door factoren van gods
dienst en wetenschap. Hij is ook lid van de
maatschappij. Als lid van de academische ge
meenschap wordt van hem gevraagd, dat aan
de innerlijke beschaving een uiterlijke vorm-
codex beantwoordt. Deze moet door de vereeni
ging gecultiveerd worden, evenals de innerlijke
deugden, critische zin, zelfstandig oordeel,
nauwgezet plichtsbesef en soepelheid van den
ken.
Voorts besprak spr. de belangstelling, die
door den student aan den dag gelegd wordt
voor verschillende belangrijke vraagstukken en
hij wees op de politieke belangstelling van Nij
megen en de sociale belangstelling van het
Tilburgsch studentencorps.
Er is. een groote eenheid aan het groeien
tusschen de katholieke studenten van Neder
land.
Daarna ontvouwde spr. een soort programma
van de Unie, waarvan de punten zijn een
studie-dag gewijd aan de Katholieke Actie, te
combineeren met den Missie-cursus in Tilburg,
belangstelling voor de sociale problemen, een
er voor waken, dat de eenheid steeds groeit en
de grondslagen der humanistische vorming,
voor zoover ze van buiten worden aangevallen,
te verdedigen.
Belet zal voorts worden, dat getornd wordt
aan de gymnasiale opleiding van den student.
Vervolgens werden aan mej. J. Manders en
de heeren Driek van Melsen, Koos Vos en
Hans Keune de eereteekenen voor het lidmaat
schap van verdienste uitgereikt. Voorlezing
werd gedaan van telegrammen, die gezonden
werden aan Z.H. den Paus en HM. de Ko
ningin.
Onder dezen titel hield dan Anton van Duin
kerken zijn rede over de politiek der tóekomst.
Allereerst verklaarde spr. hoe hij het zag,
waarom het Unie-bestuur hem, een dichter, ge
vraagd had, over politiek te spreken. Tegen
over Ruys de Beerenbrouck, die met spr. pole
miseerde, heeft hij de politiek eens verbeelding
genoemd, wat hem kwalijk werd genomen.
Maar wat, aldus Van Duinkerken, is politiek
anders dan een vertellen, een overzetten .van
de eene sfeer in de andere, een brengen van
geestelijke waarden en werkelijkheden in een
wereld, waar de geest zijn stoffelijke uitwer
king laat zien. Dat is het werk der verbeelding,
essentieel het werk van den dichter, den con
densator, die zwevende ideeën opvoert tot de
werkelijkheid.
Het gebrek aan dit beeldend vermogen in
Europa bij velen, die aan het regeeringsspel
deelnemen, is misschien oorzaak, dat velen van
ons zich niet tot de huidige politiek voelen
aangetrokken. Dit beeldend vermogen is in ons
het belangelooze en de aangeduide politiek is
de sfeer van het belang, van het afwegen van
het belang der eene groep tegenover dat van
de andere.
Het ligt niet alleen in het zichtbare nu, maar
vooral in het onzichtbare besloten, hoe de toe
komst worden zal.
Het niet beantwoorden van onze sterke
machtspositie en staatkunde aan een innerlijken
weerstand heeft een pessimisme geboren doen
worden.
Als taak der katholieken ziet spr. aller
eerst het brengen van bezieling en begees
tering.
Het katholiek leven, dat prachtig is georga
niseerd, vergelijkt hij met een sterk geraamte,
waaromheen het vleesch echter zwak is. De ziel
in dat geraamte schijnt te sluimeren.
Wat wij noodig hebben, is iemand, die ons
wekt. i
In de politiek van de toekomst hebben
we noodig begeestering in den belangen
strijd, waarvan de paradox is een belange
loosheid, die alles adelt.
We zijn bang geweest voor de pathetiek, maar
er moet een ontspanning komen en of het een
pathetische ontlading zal zijn, hangt van de
jeugd af. Ook voor de politiek hebt ge, aldus
spr., behalve het geraamte van een dogmatiek
het leven en den geest der liefde noodig.
Dat te ontwikkelen in onze verhouding tot
de anderen, zal ons bevrijden uit den toestand
van pessimisme en helpen naar den'toestand
der verbeelding in zuiveren zin, die ons vorm
gevers voor de toekomst doet zijn.
Dit wcrdt ons gevraagd uit het Evangelie.
We hebben daarvoor kracht noodig. Er is maar
Douwt Egberts Echte Friesche Heeren-Baal en
Varinas Nederlands geurigste pijptabak
pijnen te verdrijven is 'n Mijnhardt's Poeder
Per stuk 8 ct.: doos 45 ct. Bij Uw Drogist
één kracht in deze wereld en dat is niet van
deze wereld te zijn. Hoe de toekomst zal zijn?
Dat hebben we als menschen niet in onze han
den, besloot spr.
Er volgde een daverend applaus op deze rede,
die weer tintelend van rijke gedachten was.
Nadat de praeses den heer Van Duinkerken
zijn dank had gebracht, was het woord aan
Z. H. Exc. Mgr. dr. J. de Jong.
Gaarne, aldus Mgr., heb ik uw uitnoodiging
aanvaard, om dezen 20sten Katholieken Stu
dentendag bij te wonen en een kort woord tot
u te richten, want ik zie voor me een intel-
lectueele élite, die een rol in het maatschappe
lijke leven zal vervullen. Juist om uw invloed
is het van groot belang, dat gij ook op gods
dienstig gebied iets zult beteekenen, teneinde
het Rijk Gods op aarde uit te breiden. Daartoe
wilde ik u in het bijzonder aansporen.
We mogen niet werkeloos toezien bij den
hevigen strijd van onze dagen. We moeten
partij kiezen. Als er geen God meer wordt
erkend, zal de mensch zijn brute instincten
volgen. Wij moeten op de eerste plaats sterk
zijn In ons Geloof: Fortes in fide. Vooral
moeten we leven uit het Geloof, consequent
zijn en doen, wat God van ons vraagt.
De H. Paulus geeft in zijn brief aan Titus
met drie woorden ons christelijk levenspro
gram aan: „Dat we sober, rechtschapen en
godsdienstig leven in deze wereld."
Het vervullen van dit levensprogram garan
deert niet alleen ons heil, maar is verreweg
ook het béste middel om andere menschen tot
Christus te brengen. Als we ook in natuurlijk
opzicht een sieraad voor onze samenleving zijn,
zuilen onze medemenschen eerbied hebben voor
een godsdienst, die deze menschen kweekt.
Laat het groote voornemen van dezen dag
zijn, ons christendom te beleven met verdie
ping en bezieling waardoor er iets van naar
buiten uitgaat.
Dan zullen het niet alleen mooie, maar ook
zegenrijke dagen geweest zijn.
De praeses dankte Mgr. voor Zijn woorden
en sloot hierna de vergadering.
Ondanks het weinig aanlokkelijke weer
kwamen de veie duizenden deelnemers en
deelneemsters reeds vroegtijdig het ontzag
lijk groote - Houtrust-terrein te Den Haag
betreden, dat voor de gelegenheid van den
tempo-landdag der R. K. Staatspartij fees
telijk versierd was met tallooze vlaggen en
vaandels, die in hun kleuren-veelheid het
alles een vroolijk en levendig aspect gaven.
Het openings-woord werd uitgesproken door
den voorzitter der Haagsche Katholieke Garde,
Mr. W. C. van Breda, die begon met voor deze
verkiezingen den eisch te stellen, dat het goede
door ons in een strijd van tientallen jaren
verkregen niet verloren zal mogen gaan..
Welkom heette spr. alle aanwezigen uit de
kringen Den Haag en Leiden, in het bijzonder
Mgr. H. J. M. Taskin, president van het Groot-
Seminarie Warmond, Mgr. J. M. van der Tuyn.
Deken van Den Haag, Mgr. Dr. Th. Verhoe
ven, directeur van het R. K. Onderwijsbureau,
Mgr. J. H. Niekel, directeur van het Philoso-
phicum en de beide Ministers Mr. L. Deckers
en Mr. J. van Schaik.
Een vroolijken aanblik bood het terrein, toen
onder tromgeroffel en trompetgeschal de Jon
geren met hun en haar ontelbare, allerlei-kleu
rige vlaggen hun' intocht hielden en vóór de
hoofd-tribune een eere-ronde defileerden.
De heer W. Steinmetz, lid van de Tweede
Kamer, stelde de vraag: „Zijt gij gereed tot
den strijd?" Onze strijd op politiek gebied is
er een om het behoud van Kerk, Gezin en
Maatschappij. Er kan bij ons verschil in tempo
bestaan bij de verwezenlijking van maatschap
pelijke verwachtingen. Doch één zijn wij in al
les, waar het aankomt op de bescherming on
zer hoogste goederen en belangen. De christe
lijke beginselen zijn het, die in onze samenle
ving weer tot gelding moeten worden gebracht.
Er is honger naar recht en naar liefde in
onzen tijd. De gansche ellende in onze maat
schappij is veroorzaakt door het loslaten van
de christelijke beginselen, door liberalen en vrij
zinnigen. Communisten en fascisten beloven on
der valsche leuzen welstand en herstel, doch
wij als katholieken zullen tegenover hun drij
ven een gesleten front ^tellen.
Slechts één partij kan bnzen godsdienst be
schermen, de partij waarvoor Dr. Schaepman
den grondslag legde: de R. K. Staatspartij. Zij
stelt zich tegenover communisme en modernen
heidendom, door haar eenheid, een eenheid, die
niet op slaafsche gehoorzaamheid berust, maar
op de innerlijke zekerheid van ons geloofsbe
wustzijn.
Wij zijn geen partij van de Kerk, maar vóór
de Kerk en door onze medewerking aan haar
strijd zullen wij als één gemeenschap de Kerk
beschermen en de belangen der volksgemeen
schap dienen.
Spr. waarschuwde tenslotte nog tegen het
Zaterdagochtend II. na beëindiging der
Italiaansch-Oostenrijksche conversatie, is
heel de politieke wereld geschrokken van
het artikel van Gayda in het Giornale dTtalia,
waarin hij het voorstelde, dat thans de natio-
naal-socialisten met volle goedkeuring van
Mussolini in de Oostenrijksche regeering zou
den worden opgenomen en Zaterdagavond 1.1.
is het politiek Italië zóó geschrokken van de
reactie van Gayda's artikel in Europa, dat het
schielijk het officieele dementeerapparaat in
beweging stelde en den hoofdredacteur in een
kleedingstuk onder zijn zwarthemd alléén liet
staan. Daarmede kan gevoeglijk het incident
als gesloten Worden beschouwd. Het heeft één
goede zijde gehad, het heeft aan Bondskanselier
Schuschnigg nog eens gelegenheid gegeven,
precies zijn houding tegenover de Oostenrijksche
natiohaal-socialisten te bepalen. Hij verklaarde
met grooten nadruk, dat de conferentie van
Venetië geen verandering heeft gebracht in de
richtlijnen der Oostenrijksche binnenlandsche
politiek. Van een deelneming der nationaal-
socialisten aan de regeering kan geen sprake
zijn, omdat het huidige autoritaire regime geen
coalitie kent en omdat de oude partijen of par
tij-vertegenwoordigers in den partijloozen staat
Oostenrijk „nooit op openlijke of verdekte er
kenning zullen kunnen rekenen." Medewerking
binnen het kader van het Vaderlandsche Front
staat nog steeds open. Maar de regeering blijft
voornemens verantwoordelijke posities binnen
dit front alléén toe te wijzen aan persoonlijk
heden uit nationale kringen, die bereid zijn de
principes van het Vaderlandsche Front te aan
vaarden, „omdat alles geprobeerd wordt wat
redelijkerwijze gedaan kan worden om de na-
tionalen binnen het Vaderlandsche Front te
brengen." Voor en na blijft Schuschnigg echter
een scherp onderscheid maken tusschen de z.g.
nationalen en de illegale nationaal-socialisten.
Het kan daarbij natuurlijk niet gaan, zoo zegt
de kanselier verder, om de afvaardiging van
een vertegenwoordiger der illegale nationalisten,
doch slechts om het opnemen van geschikte
persoonlijkheden uit de nationale kringen, die
het vertrouwen van den Frontführer (Schusch
nigg zelf) genieten.
België, of beter gezegd het gebied, dat
thans België heet, is eeuwen lang het
slachtveld van Europa geweest. Na de
afscheiding van Nederland en na de erkenning
van het Koninkrijk België garandeerden de mo
gendheden de neutraliteit van den nieuwen
staat. Dit nam niet weg, dat België in den
wereldoorlog opnieuw slachtveld werd, omdat
een der garandeerende mogendheden, het Kei
zerlijke Duitschland (in oasu Pruisen) het neu
traliteitsverdrag als een „vodje papier" ver
klaarde en België bezette. Na den wereldoorlog
verbond België in den roes der overwinning zich
al te nauw met de Fransche militaire politiek. De
Walen juichten deze politiek toe, de Vlamingen
veroordeelden haar. De Belgische staatslieden
wilden een soort van wereldpolitiek volgen en
voeren. Zij namen deel aan het verdrag van
Locarno en namen ook de militaire verplich
tingen, voortvloeiend uit dit verdrag, bewust
op zich. Er kwam echter in den loop der jaren
kentering. Op de eerste plaats de jonge Koning
Leopold IH wenschte van de Locarno-verplich-
tingen ontslagen te worden. Hij wenschte in het
voetspoor te treden van de beproefde Neder-
landsche neutraliteitspolitiek, die daarin be
staat, geen enkel verbond aan te gaan en, zoo
noodig, met kracht de onschendbaarheid van
het grondgebied te verdedigen. De pogingen van
Leopold en zijn regeering hebben succes gehad.
Engeland en Frankrijk hebben België van de
Locamo-verplichtingen ontheven. België be
looft als tegenprestatie krachtige verdediging
van zijn gebied tegen lederen aanvaller. De
Belgische pers spreekt met voldoening over de
FranschBelgische verklaring en alle bladen
stellen met grooten nadruk en met blijdschap
in het licht, dat de internationale positie van
België thans gelijk is aan die van Nederland.
Ons broedervolk is thans op eigen kracht ge
steld. Moge het uit zijn nieuwe politiek hetzelf
de profijt trekken als Nederland reeds meer
dere malen trok uit zijn, wanneer noodig,
krachtig begapende neutraliteit.
Ook in het Verre Oosten is men door de
thans epidemisch heerschende onder
handelingskoorts aangegrepen. Rusland
en Japan onderhandelen over en weer. Wel
noemt het ministerie van Buitenlandsche Za
ken het bericht, dat er een accoord tusschen
dc beide landen bereikt is „voorbarig", maar het
ontkent het voeren van onderhandelingen niet.
De geheele Japansche pers houdt zich bezig met
het bericht over deze onderhandelingen, dat
het eerst verspreid werd door het Japansche
nieuwsagentschap Domei. De onderhandelings
partners zijn de Japansche minister van Bui
tenlandsche Zaken Sato en de Russische am
bassadeur Joerenef, die Tokio gaat verlaten om
zijn land verder te gaan vertegenwoordigen te
Berlijn. In de pers wordt uitdrukkelijk verklaard,
dat het Japansche Kabinet zich bereid heeft
verklaard een politiek van verzoening jegens
Moskou te voeren. In politieke kringen wordt
echter betoogd, dat het slechts een verzoening
kan betreffen in hangende geschilpunten, die
geen principieele wijziging der politiek inhoudt.
Klaarblijkelijk wenscht Moskou nog voor het
vertrek van Joerenef de geschillen uit den weg
te ruimen, waardoor beide landen in de laatste
maanden van elkander zijn vervreemd. Het tot
stand brengen van de door beide staten ge-
wenschte verzoening is slechts mogelijk, wan
neer Moskou zijn dwarsdrijverijen op politiek
terrein staakt. In genoemde politieke kringen
bestrijdt men voorts, dat principieele kwesties
als een niet-aanvals-pact of een tegen de Kom
intern gericht pact ter sprake zijn gebracht.
Voor het sluiten van een niet-aanvals-pact ont
breken de noodige waarborgen, die door Sovjet-
Rusland zouden moeten worden gegeven, te
meer daar Moskou met beslistheid geweigerd
heeft de bewaking der grens van Mandsjoekwo
af te schaffen. Het blad Nitsji-Nitsji heeft nog
andere informaties en houdt staande, dat et
wel degelijk een principieel accoord is bereikt
Volgens dit blad heeft de Japansche regeering
zoowel als de regeering van Mandsjoekwo al de
leiders van het Kwantoeng-leger geraadpleegd
over de mogelijkheid, met Sovjet-Rusland be
sprekingen te openen op basis van het door
Sato en Joerenef bereikte principieele accoord,
Sato is dit accoord gunstig gezind en de leger
leiders schijnen hun halsstarrige houding ten
aanzien van zulk een accoord te hebben laten
varen.
Europa zal met begrijpelijke belangstelling
den toestand in het Verre Oosten blijven vol
gen. Er zit verandering in de lucht.
eigen dissidentisme en wekte op tot het als
één man stemmen op de candidaten van de R.K.
Staatspartij.
Nadat den aanwezigen was meegedeeld, dat
Pater Mr. Dr. D. Beaufort, O.F.M., wegens
lichte ongesteldheid verhinderd was, zijn spreek
beurt te vervullen, was het woord aan ons
Tweede Kamerlid, den heer Van der Weijde,
die vaststelde, dat we hier vandaag zoo mas
saal bijeen zijn, omdat dit hier nogmag!
Hier mogen wij nog getuigen van onze een
heid; nooit zullen wij ons laten vangen door
den waan van den dag; voor ons geen dilemma-
nationaal-socialisme of communisme: wij zul
len nooit onze eigen slachter worden.
Achter de leiding moeten wij staan als een
opstuwende massa: de R. K. Staatspartij heeft
daar recht op, steeds is de kath. fractie
krachtig opgetreden voor gezonde welvaartspo-
litiek en uitbreiding van arbeidsgelegenheid; ook
in de toekomst zal zij op de bres staan.
Een eere-saluut aan die bevolkingsgroepen, die
ondanks crisisbeproeving trouw bleven
aan beginsel en doel.
Onder ons geen minderwaardigheidsgevoel!
Onze leiders zijn voor hun taak berekend, daar
om allen achter hen!
En niet alleen om practische, doch veel meer
nog om geestelijke belangen. Doen wij ons best,
dan zal God de rest doen.
De Haagsche Katholieke wethouder wilde een
blijvend enthousiasme gewekt zien: onze vast
beslotenheid, de katholieke belangen in staat
en maatschappij te handhaven.
Voorkomen is beter dan genezen, en hier heb
ben we daartoe nog een georganiseerde katho
lieke eenheid.
Ons naaste doel is: minstens 30 zetels, maar
belangrijker is, dat wij overwinnend uit den
strijd moeten komen om onze idealen te ver
dedigen, om door constructieve welvaartspolitiek
arbeid voor allen te bewerken, en vooral om het
moderne heidendom in iederen vorm te bestrij
den.
Dit is tevens nationale doelstelling.
Indien wij als echte katholieken leven dan
zullen wij oneindig veel betere Nederlanders zijn
dan Mussert deze wenscht als een gelijkgescha
kelde kudde, gecopieerd naar de slaven van
Hitier.
Alle verdeeldheid en wankelmoedigheid verre
van ons! Sluit de gelederen! Hoog de vaan van
Christus Koning!
Medegedeeld werd nu, dat telegrammen van
aanhankelijkheid, trouw en gehoorzaamheid
verzonden waren naar H. M. de Koningin en
naar Mgr. J. P. Huibers, Bisschop van Haar
lem.
Na een korte pauze was het woord aan
Onder geestdriftige ovaties besteeg de heer
Goseling het podium tot het uitspreken zijner
rede, waarbij de vendel-groepen rondom het ge
stoelte geschaard bleven. De spreker wilde me
delijden toonen met de welhaast verkleumde
schare, want ook een laaiend hart kan koude
voeten niet warm maken.
In een, soort praeludium zou spr. voor van
daag alleen de groote motieven samen vatten,
en dan herhaalde de heer Goseling zijn reeds
te Delft en elders gegeven vermaning, dat we
den strijd van 26 Mei vooral grootsch moeten
zien. Als Nederlanders hebben wij een gemeen
schappelijke taak, een plicht voor het ééne Va
derland.
De vijandige stroomingen het godlooze
communisme, de levensbeschouwing, welke
zich uit in practisch onbegrensd Leidersvertrou-
wen, de democratie, die haarzelf als absolute
zedelijke norm beschouwt, en ten slotte het
nog steeds veroordeeld liberalisme moeten
wij onderkennen en natuurlijk worden zij alle
door ons afgewezen.
In hechte onderlinge verbondenheid moeten
wij een betere toekomst tegemoet; de R. K.
Staatspartij is een groot landsbelang, juist nu!
En niemand kan reden hebben om zich aan onze
eenheid te onttrekken.
Er is heel, ernstig over de a.s. verkiezingen
gesproken, aldus de heer Loerakker, doch zij
behouden toch ook een „sportief" karakter. De
deelnemende partijen, wier aantal ditmaal sterk
gereduceerd is, bieden in zeker opzicht een
staalkaart, waaruit men keus kan maken. Niet
zonder ironie wees spr. op de deelname van de
Mussert-partij bij deze verkiezingen, terwijl hij
ook de liberale, socialistische en vrijzinnige can
didaten becritiseerde. De eenzijdige voorkeuren
van al deze partijen werden door den heer
Loerakker aan dê practijk getoetst, waarbij hij
op scherpe wijze stelling nam tegen het on
christelijke in al deze partijen en groepeerin
gen. Ook waarschuwde spr. tegen steun aan de
„eenmans-wagens", die in het parlement toch
onbruikbaar zijn.
Op de N.S.B. gaf spr. een sterk-humoristi-
sche critiek, waarin hij de gestes van Mussert
en de zijnen aan de kaak stelde.
Voor de vrijheid, die wij onder onze Regeering
en onder de leiding van onze Bisschoppen ge
nieten, riep spr. aller steun in bij den komen
den stembusstrijd.
Laatste program-redenaar was de heer mr.
Bach, directeur van den R.K. Middenstands
bond.
Zoolang wij ons kunnen herinneren aldus
de spr. is ons bij den verkiezingsstrijd steeds
voorgehouden, dat het ging vóór of tégen
Christus. Ditmaal echter is deze strijd voelbaar
en tastbaar voor of tegen de Christusfiguur
De „greep" van de Staatspartij op ons Ka
tholieke volk is daarom dan ook ditmaal
krachtiger dan ooit!
In heel ons organisatorisch volksleven heb
ben wij, Katholieken, steeds het geestelijke
vooropgesteld en daardoor is ons land dan ook
tegen het opdringend gevaar van communisme
en modern heidendom veilig verzekerd. Doch
in de toekomst dient deze verzekering gehand
haafd te blijven en dat is alleen mogelijk op
den grondslag van het positief christelijk be
ginsel.
Deze grondslag is noodig op alle levenster
rein en het program der R.K. Staatspartij wil
dezen grondslag vastleggen door de samenwer
king van alle bevolkingsgroepen en standen in
ons Katholieke volksdeel.
Wij gaan thans den Landdag sluiten en wij
willen dat niet doen zonder een dankwoord
aan de autoriteiten, die onzen Landdag hebben
bezocht, aldus mr. Bolsius, die voorts ook den
sprekers en allen medewerkenden dank bracht.
Velen zijn uit Den Haag en omstreken ge
komen om deze woorden te hooren. Het moge
zijn resultaten dan ook doen blijken bij den
uitslag van den stembusstrijd op 26 Mei!
'*'A
Product van een der oudste en grootst*
Europeesche automobiel-fabrieken. Wa
gens die vooral in dê laatste jaren
talloozesnelheids- en betrouwbaarheids
records veroverden. Oersolide, zuinig
en laag in aanschaffingsprijs. Vraagt
uitvoerige brochures.
TRUMPF 1,7 L - TRUMPF Jr. 1 L
DIPLOMAT 3 L
Imp. André J. H. Ceurvorst - Amsterdam - Tel. 28300
In tegenstelling met het langzaam
„uitstervend" Frankrijk, dat zijn
slinkende bevolking tracht aan te
vullen door vaak niet geheel onbedenke
lijke naturalisaties van immigreerende
vreemdelingen, zijn Italië en Duitsch
land erop uit den natuurlijken aanwas
der inheemsche bevolking zooveel mo
gelijk aan te moedigen en te bevorderen.
In Italië spelen hierbij hoofdzakelijk
nationalistische motieven een rol, in
Duitschland spreekt naast het nationa
lisme ook de rassenleer een woordje
mee. Welke de motieven ook mogen zijn,
die Italië en Duitschland bewegen tot
hun bevolkingspolitiek, hun streven
keert zich tegen het kwaad, waaraan
Frankrijk als aan een slepende en sloo-
pende ziekte lijdt. In Italië worden hu
welijken bevorderd door geldleeningen
en door belastingen op vrijgezellen. Er
worden premies uitgekeerd aan kin
derrijke gezinnen enz.
In Duitschland past men soortgelijke
maatregelen toe, maar daar is men er
toch meer op uit vooral „rasechte" na
tionaal-socialisten te kweeken, terwijl
men op de vermeerdering van niet „ras
echte" of voor de edelheid van het ras
of voor de partij bedenkelijk geachte
elementen geen of weinig prijs stelt.
Men heeft dezer dagen kunnen lezen,
hoe er een overeenkomst tot stand is
gekomen tusschen de Rijks vrouwenleid
ster en het Ras- en gezinshoofdkwar
tier van het S. S. korps, waarbij iederen
S. S.-echtgenoot een goede kokkin wordt
gegarandeerd. Volgens deze overeen
komst moet de toekomstige vrouw van
eett S. S.-man eerst een examen afleg-'
gen in de huishoudkunde. Zakt ze voor
dit examen, dan moet ze eerst een kook
cursus volgen, alvorens permissie te kun
nen krijgen om met haar S. S.-man in
het huwelijksbootje scheep te gaan. Ook
een cursus in lichamelijke opvoeding
staat op haar vóór-huwelijksprogram.
Dit alles is zeer schoon en opent een
aantrekkelijk perspectief voor de talloo
ze Duitsche dienstmeisjes, welke wij in
ons land nog altijd te veel hebben. Deze
overeenkomst werkt evenals het „plan-
Deterding" naar twee kanten. Zoowel
Duitschland als Nederland kunnen er
bij gebaat zijn. Hoezeer de Rijksregee-
ring ijvert voor een zoo groot en krach
tig mogelijken „Nachwuchs" blijkt ook
uit een rede, welke dr. Jozef Göbbels, de
Rijksminister voor Pers en Propagan
da, bij de opening der jaarvergadering
van de steunvereeniging „Moeder en
Kind" te Berlijn heeft gehouden. Hij
noemde het vanzelfsprekend, dat in den
nationaal-socialistischen staat ouders
met kinderrijke gezinnen burgers eerste
klasse zijn en dat belastingverlagingen
en loonsverhoogingen voor hen nog aan
gepast dienden te worden.
Dat het Duitsche volk de lessen van
de Rijksregeering volkomen begrepen
heeft, is op den verjaardag van Adolf
Hitler onlangs overduidelijk gebleken.
Onder de tallooze geschenken, welke den
vereerden „Führer" dien heuglijken
dag werden vereerd, bevonden zich n.l.
ook.... twintig wiegen met baby-uitzet.
Te Rotterdam is in een feestelijke bijeen
komst het 25-jarig bestaan der Provinciale
Zuid-Hollandsche Vereeniging tot bestrijding
der Tuberculose Zaterdagmiddag in een der za
len van de sociëteit „De Rotterdamsche Dier
gaarde" herdacht.
De voorzitter der vereeniging, dr. J. H. Wa-
gener, heeft in een kort openingswoord allen
welkom geheeten. Hij wierp een terugblik op
het werk der vereeniging en schetste in groote
lijnen het ontstaan van de bestrijding der tu
berculose.
Hierna sprak dr. Eykel, geneeskundig hoofd
inspecteur voor de Volksgezondheid, die namens
den minister van Sociale Zaken en den direc
teur-generaal van dat departement, die beiden
niet tegenwoordig konden zijn, woorden van ge-
lukwensch en waardeering tot het bestuur
richtte.
De heer H. van Boeyen, lid van Ged. Staten
van Zuid-Holland, bracht namens den Com
missaris der Koningin in Zuid-Holland de ge-
lukwenschen van het Provinciaal Bestuur over.
Spr. deelde mede, dat hem de eer te beurt viel
namens den minister van Sociale Zaken, dr.
Wagener mededeeling te doen van zijn benoe
ming tot officier in de orde van Oranje-Nassau.
Nog anderen voerden hierna het woord.
Ten slotte is de secretaris van de vereeniging.
de heer J. H. A. Vooren, die eveneens 25 jaar
deel van het bestuur uitmaakt, voor zijn vele11
arbeid en toewijding gehuldigd.
Col
Nic