Katholieke Studentendag te Utrecht DE IN BE PIJP» Landdag R.K. Staatspartij Gayda's sensatie buiten werking gesteld AIILER „ZACHTE" WENK? BETEEKENISVOLLE INLEIDINGEN Hoofdpijn, Kiespijn £5?SrSSS MASSALE BETOOGING TE DEN HAAG BELGIË VRIJ VAN LOCARNO MAA« MAANDAG 26 APRIL 1937 „ln de politiek der toekomst is noodig begeestering in den belangenstrijd met als paradox belange loosheid" Sterk zijn in ons Geloof" De plechtige vergadering Rede Unie-praeses „Paradox en pathetiek" Toespraak van den Aartsbisschop Een aantal eminente sprekers zet onze beginselen ftp politiek gebied uiteen Bewaart de eenheid! Rede W. Steinmetz BUITENLANDSCH OVERZICHT Moskou en Tokio aan het onderhandelen Rede M. P. van der Weijde Rede ir. L. J. M. Feber T elegrammen Partij- en fractievoorzitter ml. C. Goseling Rede A. J. Loerakker Rede mr. F. Bach Slotwoord van mr. E. M. J. H. Bolsius SrATl£ VAN AUT0M0BIELB0UW1' TUBERCULOSE-BESTRIJDING Provinciale Zuid-Hollandsche Vereeniging bestaat 25 jaar H Zaterdag en Zondag werd te Utrecbt de 20ste Katholieke Studentendag gehouden. Den eersten dag werden verschillende facul teitsvergaderingen, de gildenvergadering en een bijeenkomst van de meisjesstudenten- interacademiale gehouden. Des avonds om half negen begon in het „Eigen Huis" de eerste algemeene vergade ring, die geleid werd door den Unie-praeses, den heer' Bernard Delfgaauw, Amsterdam. 6e heer Dries van Melsen hield een inleiding over: Onze voorbereiding tot het actieve staats burgerschap. Door een gemeenschap kan een mensch de verschillende goederen, door spr. uitgedrukt met „waarden", verwerven, die hij noodig heeft om goed te leven. In een gemeenschap is een orde en een op elkaar ingesteld zijn van de leden. Er zijn ver schillende gemeenschappen, die spr. aangaf. Van de gemeenschapsgedachte moet men weer uitgaan om het begrip staat te bepalen. De staat is die gemeenschap, welke alle andere samenbindt tot een gemeenschap, die op de meest volmaakte wijze in de gemeenschappelijke behoeften voorziet. De staat heeft zijn eigen aard en eigen doel en een tweeledige functie: een eigen taak tot uitvoering te brengen, waarnaast aanvullend werk te verrichten, hetgeen spr. nader uiteen zette. In een modernen staat hebben alle burgers direct deel aan de verwezenlijking van het staatsdoel. Inleider besprak voorts de taak der intellec- tueelen. Spr. heeft het leven eens hooren vergelijken met de eerste Oceaan-vlucht. Achter den groo- ten Oceaan weet men het vasteland. Zoo heb ben wij God als vast doel en veilig baken. De mogelijkheden, die God ons schenkt, hebben we ten volle te gebruiken. Spr. beschouwde vervolgens in het bijzonder de mogelijkheden van de katholieke academici. Ons uitgangspunt moet zijn goede vakkennis. Vakbekwaamheden zijn onze geloofsbrieven. Maar dan moeten we uitbouwen en aanraking zoeken met de algemeene wetenschappen. Het is ook niet de vakwetenschap alleen, die onze maatschappelijke positie bepaalt. Wanneer ons in onzen studententijd niet voor oogen staat, dat wij later uitdragers moeten zijn van het katholieke levensbegin sel, zullen we nooit lichtdragers zijn. Het is van beteekenis, dat de jongere aca demici van alle levensrichtingen door confe renties contact met elkaar zoeken. In het huidige veelvuldige contact met niet- katholieke studenten, waarbij een bespreking van de voornaamste vraagstukken, is een der eerste voorwaarden voor een goede voorberei ding tot het staatsburgerschap vervuld. De godsdienst moet de bron zijn van het Unie-leven. We zien daarvan gunstige teekenen en algemeene H. Communie, retraiten enz. wij zen op een heerlijken geestelijken groei. Bidden we, .zoo besloot spr. in een mooie peroratie, dat God onze handen bereid moge houden om te bouwen. De praeses bracht een hartelijk woord van dank aan den heer van Melsen en stelde daarna de gelegenheid tot vragen open. Zondagmorgen werd om 9 uur een gezongen H. Mis opgedragen in de kapel van het St. Gre- goriushuis. Vervolgens werden de vergaderingen gehou den van de sociale interacademiale en de missie- interacademiale. Een prettige afwisseling in het program bracht een uittocht naar Doorn, waarna men om half vijf weer voor een plechtige vergadering in het „Eigen Huis" bijeen kwam. Deze vergadering werd opgeluisterd door de tegenwoordigheid van den Aartsbisschop, Z. H. Exc. Mgr. dr. J. de Jong, terwijl nog vele andere geestelijke en wereldlijke autoriteiten aanwezig waren. Na de hooge gasten te hebben verwelkomd, hield de Unie-praeses, de heer Bernard Delf gaauw een uitvoerige beschouwing over de taak der tegenwoordige studenten. Voorop stelde hij het gezelschapsleven als het middel om de geestelijke en tijdelijke be langen van de studenten te behartigen. Door het gezelschapsleven kunnen we ook ons godsdienstig leven bevorderen. De stüdentenvereen. is verantwoordelijk voor de zedelijke belanapn harer leden en voor de sfeer, die in haêr kring heerscht: Zij moet, zooals pater Drost op den Leidschen Katholie ken Studentendag zei, van bovennatuurlijke ge dachten bezield zijn. De vorming van den student wordt echter niet alleen bepaald door factoren van gods dienst en wetenschap. Hij is ook lid van de maatschappij. Als lid van de academische ge meenschap wordt van hem gevraagd, dat aan de innerlijke beschaving een uiterlijke vorm- codex beantwoordt. Deze moet door de vereeni ging gecultiveerd worden, evenals de innerlijke deugden, critische zin, zelfstandig oordeel, nauwgezet plichtsbesef en soepelheid van den ken. Voorts besprak spr. de belangstelling, die door den student aan den dag gelegd wordt voor verschillende belangrijke vraagstukken en hij wees op de politieke belangstelling van Nij megen en de sociale belangstelling van het Tilburgsch studentencorps. Er is. een groote eenheid aan het groeien tusschen de katholieke studenten van Neder land. Daarna ontvouwde spr. een soort programma van de Unie, waarvan de punten zijn een studie-dag gewijd aan de Katholieke Actie, te combineeren met den Missie-cursus in Tilburg, belangstelling voor de sociale problemen, een er voor waken, dat de eenheid steeds groeit en de grondslagen der humanistische vorming, voor zoover ze van buiten worden aangevallen, te verdedigen. Belet zal voorts worden, dat getornd wordt aan de gymnasiale opleiding van den student. Vervolgens werden aan mej. J. Manders en de heeren Driek van Melsen, Koos Vos en Hans Keune de eereteekenen voor het lidmaat schap van verdienste uitgereikt. Voorlezing werd gedaan van telegrammen, die gezonden werden aan Z.H. den Paus en HM. de Ko ningin. Onder dezen titel hield dan Anton van Duin kerken zijn rede over de politiek der tóekomst. Allereerst verklaarde spr. hoe hij het zag, waarom het Unie-bestuur hem, een dichter, ge vraagd had, over politiek te spreken. Tegen over Ruys de Beerenbrouck, die met spr. pole miseerde, heeft hij de politiek eens verbeelding genoemd, wat hem kwalijk werd genomen. Maar wat, aldus Van Duinkerken, is politiek anders dan een vertellen, een overzetten .van de eene sfeer in de andere, een brengen van geestelijke waarden en werkelijkheden in een wereld, waar de geest zijn stoffelijke uitwer king laat zien. Dat is het werk der verbeelding, essentieel het werk van den dichter, den con densator, die zwevende ideeën opvoert tot de werkelijkheid. Het gebrek aan dit beeldend vermogen in Europa bij velen, die aan het regeeringsspel deelnemen, is misschien oorzaak, dat velen van ons zich niet tot de huidige politiek voelen aangetrokken. Dit beeldend vermogen is in ons het belangelooze en de aangeduide politiek is de sfeer van het belang, van het afwegen van het belang der eene groep tegenover dat van de andere. Het ligt niet alleen in het zichtbare nu, maar vooral in het onzichtbare besloten, hoe de toe komst worden zal. Het niet beantwoorden van onze sterke machtspositie en staatkunde aan een innerlijken weerstand heeft een pessimisme geboren doen worden. Als taak der katholieken ziet spr. aller eerst het brengen van bezieling en begees tering. Het katholiek leven, dat prachtig is georga niseerd, vergelijkt hij met een sterk geraamte, waaromheen het vleesch echter zwak is. De ziel in dat geraamte schijnt te sluimeren. Wat wij noodig hebben, is iemand, die ons wekt. i In de politiek van de toekomst hebben we noodig begeestering in den belangen strijd, waarvan de paradox is een belange loosheid, die alles adelt. We zijn bang geweest voor de pathetiek, maar er moet een ontspanning komen en of het een pathetische ontlading zal zijn, hangt van de jeugd af. Ook voor de politiek hebt ge, aldus spr., behalve het geraamte van een dogmatiek het leven en den geest der liefde noodig. Dat te ontwikkelen in onze verhouding tot de anderen, zal ons bevrijden uit den toestand van pessimisme en helpen naar den'toestand der verbeelding in zuiveren zin, die ons vorm gevers voor de toekomst doet zijn. Dit wcrdt ons gevraagd uit het Evangelie. We hebben daarvoor kracht noodig. Er is maar Douwt Egberts Echte Friesche Heeren-Baal en Varinas Nederlands geurigste pijptabak pijnen te verdrijven is 'n Mijnhardt's Poeder Per stuk 8 ct.: doos 45 ct. Bij Uw Drogist één kracht in deze wereld en dat is niet van deze wereld te zijn. Hoe de toekomst zal zijn? Dat hebben we als menschen niet in onze han den, besloot spr. Er volgde een daverend applaus op deze rede, die weer tintelend van rijke gedachten was. Nadat de praeses den heer Van Duinkerken zijn dank had gebracht, was het woord aan Z. H. Exc. Mgr. dr. J. de Jong. Gaarne, aldus Mgr., heb ik uw uitnoodiging aanvaard, om dezen 20sten Katholieken Stu dentendag bij te wonen en een kort woord tot u te richten, want ik zie voor me een intel- lectueele élite, die een rol in het maatschappe lijke leven zal vervullen. Juist om uw invloed is het van groot belang, dat gij ook op gods dienstig gebied iets zult beteekenen, teneinde het Rijk Gods op aarde uit te breiden. Daartoe wilde ik u in het bijzonder aansporen. We mogen niet werkeloos toezien bij den hevigen strijd van onze dagen. We moeten partij kiezen. Als er geen God meer wordt erkend, zal de mensch zijn brute instincten volgen. Wij moeten op de eerste plaats sterk zijn In ons Geloof: Fortes in fide. Vooral moeten we leven uit het Geloof, consequent zijn en doen, wat God van ons vraagt. De H. Paulus geeft in zijn brief aan Titus met drie woorden ons christelijk levenspro gram aan: „Dat we sober, rechtschapen en godsdienstig leven in deze wereld." Het vervullen van dit levensprogram garan deert niet alleen ons heil, maar is verreweg ook het béste middel om andere menschen tot Christus te brengen. Als we ook in natuurlijk opzicht een sieraad voor onze samenleving zijn, zuilen onze medemenschen eerbied hebben voor een godsdienst, die deze menschen kweekt. Laat het groote voornemen van dezen dag zijn, ons christendom te beleven met verdie ping en bezieling waardoor er iets van naar buiten uitgaat. Dan zullen het niet alleen mooie, maar ook zegenrijke dagen geweest zijn. De praeses dankte Mgr. voor Zijn woorden en sloot hierna de vergadering. Ondanks het weinig aanlokkelijke weer kwamen de veie duizenden deelnemers en deelneemsters reeds vroegtijdig het ontzag lijk groote - Houtrust-terrein te Den Haag betreden, dat voor de gelegenheid van den tempo-landdag der R. K. Staatspartij fees telijk versierd was met tallooze vlaggen en vaandels, die in hun kleuren-veelheid het alles een vroolijk en levendig aspect gaven. Het openings-woord werd uitgesproken door den voorzitter der Haagsche Katholieke Garde, Mr. W. C. van Breda, die begon met voor deze verkiezingen den eisch te stellen, dat het goede door ons in een strijd van tientallen jaren verkregen niet verloren zal mogen gaan.. Welkom heette spr. alle aanwezigen uit de kringen Den Haag en Leiden, in het bijzonder Mgr. H. J. M. Taskin, president van het Groot- Seminarie Warmond, Mgr. J. M. van der Tuyn. Deken van Den Haag, Mgr. Dr. Th. Verhoe ven, directeur van het R. K. Onderwijsbureau, Mgr. J. H. Niekel, directeur van het Philoso- phicum en de beide Ministers Mr. L. Deckers en Mr. J. van Schaik. Een vroolijken aanblik bood het terrein, toen onder tromgeroffel en trompetgeschal de Jon geren met hun en haar ontelbare, allerlei-kleu rige vlaggen hun' intocht hielden en vóór de hoofd-tribune een eere-ronde defileerden. De heer W. Steinmetz, lid van de Tweede Kamer, stelde de vraag: „Zijt gij gereed tot den strijd?" Onze strijd op politiek gebied is er een om het behoud van Kerk, Gezin en Maatschappij. Er kan bij ons verschil in tempo bestaan bij de verwezenlijking van maatschap pelijke verwachtingen. Doch één zijn wij in al les, waar het aankomt op de bescherming on zer hoogste goederen en belangen. De christe lijke beginselen zijn het, die in onze samenle ving weer tot gelding moeten worden gebracht. Er is honger naar recht en naar liefde in onzen tijd. De gansche ellende in onze maat schappij is veroorzaakt door het loslaten van de christelijke beginselen, door liberalen en vrij zinnigen. Communisten en fascisten beloven on der valsche leuzen welstand en herstel, doch wij als katholieken zullen tegenover hun drij ven een gesleten front ^tellen. Slechts één partij kan bnzen godsdienst be schermen, de partij waarvoor Dr. Schaepman den grondslag legde: de R. K. Staatspartij. Zij stelt zich tegenover communisme en modernen heidendom, door haar eenheid, een eenheid, die niet op slaafsche gehoorzaamheid berust, maar op de innerlijke zekerheid van ons geloofsbe wustzijn. Wij zijn geen partij van de Kerk, maar vóór de Kerk en door onze medewerking aan haar strijd zullen wij als één gemeenschap de Kerk beschermen en de belangen der volksgemeen schap dienen. Spr. waarschuwde tenslotte nog tegen het Zaterdagochtend II. na beëindiging der Italiaansch-Oostenrijksche conversatie, is heel de politieke wereld geschrokken van het artikel van Gayda in het Giornale dTtalia, waarin hij het voorstelde, dat thans de natio- naal-socialisten met volle goedkeuring van Mussolini in de Oostenrijksche regeering zou den worden opgenomen en Zaterdagavond 1.1. is het politiek Italië zóó geschrokken van de reactie van Gayda's artikel in Europa, dat het schielijk het officieele dementeerapparaat in beweging stelde en den hoofdredacteur in een kleedingstuk onder zijn zwarthemd alléén liet staan. Daarmede kan gevoeglijk het incident als gesloten Worden beschouwd. Het heeft één goede zijde gehad, het heeft aan Bondskanselier Schuschnigg nog eens gelegenheid gegeven, precies zijn houding tegenover de Oostenrijksche natiohaal-socialisten te bepalen. Hij verklaarde met grooten nadruk, dat de conferentie van Venetië geen verandering heeft gebracht in de richtlijnen der Oostenrijksche binnenlandsche politiek. Van een deelneming der nationaal- socialisten aan de regeering kan geen sprake zijn, omdat het huidige autoritaire regime geen coalitie kent en omdat de oude partijen of par tij-vertegenwoordigers in den partijloozen staat Oostenrijk „nooit op openlijke of verdekte er kenning zullen kunnen rekenen." Medewerking binnen het kader van het Vaderlandsche Front staat nog steeds open. Maar de regeering blijft voornemens verantwoordelijke posities binnen dit front alléén toe te wijzen aan persoonlijk heden uit nationale kringen, die bereid zijn de principes van het Vaderlandsche Front te aan vaarden, „omdat alles geprobeerd wordt wat redelijkerwijze gedaan kan worden om de na- tionalen binnen het Vaderlandsche Front te brengen." Voor en na blijft Schuschnigg echter een scherp onderscheid maken tusschen de z.g. nationalen en de illegale nationaal-socialisten. Het kan daarbij natuurlijk niet gaan, zoo zegt de kanselier verder, om de afvaardiging van een vertegenwoordiger der illegale nationalisten, doch slechts om het opnemen van geschikte persoonlijkheden uit de nationale kringen, die het vertrouwen van den Frontführer (Schusch nigg zelf) genieten. België, of beter gezegd het gebied, dat thans België heet, is eeuwen lang het slachtveld van Europa geweest. Na de afscheiding van Nederland en na de erkenning van het Koninkrijk België garandeerden de mo gendheden de neutraliteit van den nieuwen staat. Dit nam niet weg, dat België in den wereldoorlog opnieuw slachtveld werd, omdat een der garandeerende mogendheden, het Kei zerlijke Duitschland (in oasu Pruisen) het neu traliteitsverdrag als een „vodje papier" ver klaarde en België bezette. Na den wereldoorlog verbond België in den roes der overwinning zich al te nauw met de Fransche militaire politiek. De Walen juichten deze politiek toe, de Vlamingen veroordeelden haar. De Belgische staatslieden wilden een soort van wereldpolitiek volgen en voeren. Zij namen deel aan het verdrag van Locarno en namen ook de militaire verplich tingen, voortvloeiend uit dit verdrag, bewust op zich. Er kwam echter in den loop der jaren kentering. Op de eerste plaats de jonge Koning Leopold IH wenschte van de Locarno-verplich- tingen ontslagen te worden. Hij wenschte in het voetspoor te treden van de beproefde Neder- landsche neutraliteitspolitiek, die daarin be staat, geen enkel verbond aan te gaan en, zoo noodig, met kracht de onschendbaarheid van het grondgebied te verdedigen. De pogingen van Leopold en zijn regeering hebben succes gehad. Engeland en Frankrijk hebben België van de Locamo-verplichtingen ontheven. België be looft als tegenprestatie krachtige verdediging van zijn gebied tegen lederen aanvaller. De Belgische pers spreekt met voldoening over de FranschBelgische verklaring en alle bladen stellen met grooten nadruk en met blijdschap in het licht, dat de internationale positie van België thans gelijk is aan die van Nederland. Ons broedervolk is thans op eigen kracht ge steld. Moge het uit zijn nieuwe politiek hetzelf de profijt trekken als Nederland reeds meer dere malen trok uit zijn, wanneer noodig, krachtig begapende neutraliteit. Ook in het Verre Oosten is men door de thans epidemisch heerschende onder handelingskoorts aangegrepen. Rusland en Japan onderhandelen over en weer. Wel noemt het ministerie van Buitenlandsche Za ken het bericht, dat er een accoord tusschen dc beide landen bereikt is „voorbarig", maar het ontkent het voeren van onderhandelingen niet. De geheele Japansche pers houdt zich bezig met het bericht over deze onderhandelingen, dat het eerst verspreid werd door het Japansche nieuwsagentschap Domei. De onderhandelings partners zijn de Japansche minister van Bui tenlandsche Zaken Sato en de Russische am bassadeur Joerenef, die Tokio gaat verlaten om zijn land verder te gaan vertegenwoordigen te Berlijn. In de pers wordt uitdrukkelijk verklaard, dat het Japansche Kabinet zich bereid heeft verklaard een politiek van verzoening jegens Moskou te voeren. In politieke kringen wordt echter betoogd, dat het slechts een verzoening kan betreffen in hangende geschilpunten, die geen principieele wijziging der politiek inhoudt. Klaarblijkelijk wenscht Moskou nog voor het vertrek van Joerenef de geschillen uit den weg te ruimen, waardoor beide landen in de laatste maanden van elkander zijn vervreemd. Het tot stand brengen van de door beide staten ge- wenschte verzoening is slechts mogelijk, wan neer Moskou zijn dwarsdrijverijen op politiek terrein staakt. In genoemde politieke kringen bestrijdt men voorts, dat principieele kwesties als een niet-aanvals-pact of een tegen de Kom intern gericht pact ter sprake zijn gebracht. Voor het sluiten van een niet-aanvals-pact ont breken de noodige waarborgen, die door Sovjet- Rusland zouden moeten worden gegeven, te meer daar Moskou met beslistheid geweigerd heeft de bewaking der grens van Mandsjoekwo af te schaffen. Het blad Nitsji-Nitsji heeft nog andere informaties en houdt staande, dat et wel degelijk een principieel accoord is bereikt Volgens dit blad heeft de Japansche regeering zoowel als de regeering van Mandsjoekwo al de leiders van het Kwantoeng-leger geraadpleegd over de mogelijkheid, met Sovjet-Rusland be sprekingen te openen op basis van het door Sato en Joerenef bereikte principieele accoord, Sato is dit accoord gunstig gezind en de leger leiders schijnen hun halsstarrige houding ten aanzien van zulk een accoord te hebben laten varen. Europa zal met begrijpelijke belangstelling den toestand in het Verre Oosten blijven vol gen. Er zit verandering in de lucht. eigen dissidentisme en wekte op tot het als één man stemmen op de candidaten van de R.K. Staatspartij. Nadat den aanwezigen was meegedeeld, dat Pater Mr. Dr. D. Beaufort, O.F.M., wegens lichte ongesteldheid verhinderd was, zijn spreek beurt te vervullen, was het woord aan ons Tweede Kamerlid, den heer Van der Weijde, die vaststelde, dat we hier vandaag zoo mas saal bijeen zijn, omdat dit hier nogmag! Hier mogen wij nog getuigen van onze een heid; nooit zullen wij ons laten vangen door den waan van den dag; voor ons geen dilemma- nationaal-socialisme of communisme: wij zul len nooit onze eigen slachter worden. Achter de leiding moeten wij staan als een opstuwende massa: de R. K. Staatspartij heeft daar recht op, steeds is de kath. fractie krachtig opgetreden voor gezonde welvaartspo- litiek en uitbreiding van arbeidsgelegenheid; ook in de toekomst zal zij op de bres staan. Een eere-saluut aan die bevolkingsgroepen, die ondanks crisisbeproeving trouw bleven aan beginsel en doel. Onder ons geen minderwaardigheidsgevoel! Onze leiders zijn voor hun taak berekend, daar om allen achter hen! En niet alleen om practische, doch veel meer nog om geestelijke belangen. Doen wij ons best, dan zal God de rest doen. De Haagsche Katholieke wethouder wilde een blijvend enthousiasme gewekt zien: onze vast beslotenheid, de katholieke belangen in staat en maatschappij te handhaven. Voorkomen is beter dan genezen, en hier heb ben we daartoe nog een georganiseerde katho lieke eenheid. Ons naaste doel is: minstens 30 zetels, maar belangrijker is, dat wij overwinnend uit den strijd moeten komen om onze idealen te ver dedigen, om door constructieve welvaartspolitiek arbeid voor allen te bewerken, en vooral om het moderne heidendom in iederen vorm te bestrij den. Dit is tevens nationale doelstelling. Indien wij als echte katholieken leven dan zullen wij oneindig veel betere Nederlanders zijn dan Mussert deze wenscht als een gelijkgescha kelde kudde, gecopieerd naar de slaven van Hitier. Alle verdeeldheid en wankelmoedigheid verre van ons! Sluit de gelederen! Hoog de vaan van Christus Koning! Medegedeeld werd nu, dat telegrammen van aanhankelijkheid, trouw en gehoorzaamheid verzonden waren naar H. M. de Koningin en naar Mgr. J. P. Huibers, Bisschop van Haar lem. Na een korte pauze was het woord aan Onder geestdriftige ovaties besteeg de heer Goseling het podium tot het uitspreken zijner rede, waarbij de vendel-groepen rondom het ge stoelte geschaard bleven. De spreker wilde me delijden toonen met de welhaast verkleumde schare, want ook een laaiend hart kan koude voeten niet warm maken. In een, soort praeludium zou spr. voor van daag alleen de groote motieven samen vatten, en dan herhaalde de heer Goseling zijn reeds te Delft en elders gegeven vermaning, dat we den strijd van 26 Mei vooral grootsch moeten zien. Als Nederlanders hebben wij een gemeen schappelijke taak, een plicht voor het ééne Va derland. De vijandige stroomingen het godlooze communisme, de levensbeschouwing, welke zich uit in practisch onbegrensd Leidersvertrou- wen, de democratie, die haarzelf als absolute zedelijke norm beschouwt, en ten slotte het nog steeds veroordeeld liberalisme moeten wij onderkennen en natuurlijk worden zij alle door ons afgewezen. In hechte onderlinge verbondenheid moeten wij een betere toekomst tegemoet; de R. K. Staatspartij is een groot landsbelang, juist nu! En niemand kan reden hebben om zich aan onze eenheid te onttrekken. Er is heel, ernstig over de a.s. verkiezingen gesproken, aldus de heer Loerakker, doch zij behouden toch ook een „sportief" karakter. De deelnemende partijen, wier aantal ditmaal sterk gereduceerd is, bieden in zeker opzicht een staalkaart, waaruit men keus kan maken. Niet zonder ironie wees spr. op de deelname van de Mussert-partij bij deze verkiezingen, terwijl hij ook de liberale, socialistische en vrijzinnige can didaten becritiseerde. De eenzijdige voorkeuren van al deze partijen werden door den heer Loerakker aan dê practijk getoetst, waarbij hij op scherpe wijze stelling nam tegen het on christelijke in al deze partijen en groepeerin gen. Ook waarschuwde spr. tegen steun aan de „eenmans-wagens", die in het parlement toch onbruikbaar zijn. Op de N.S.B. gaf spr. een sterk-humoristi- sche critiek, waarin hij de gestes van Mussert en de zijnen aan de kaak stelde. Voor de vrijheid, die wij onder onze Regeering en onder de leiding van onze Bisschoppen ge nieten, riep spr. aller steun in bij den komen den stembusstrijd. Laatste program-redenaar was de heer mr. Bach, directeur van den R.K. Middenstands bond. Zoolang wij ons kunnen herinneren aldus de spr. is ons bij den verkiezingsstrijd steeds voorgehouden, dat het ging vóór of tégen Christus. Ditmaal echter is deze strijd voelbaar en tastbaar voor of tegen de Christusfiguur De „greep" van de Staatspartij op ons Ka tholieke volk is daarom dan ook ditmaal krachtiger dan ooit! In heel ons organisatorisch volksleven heb ben wij, Katholieken, steeds het geestelijke vooropgesteld en daardoor is ons land dan ook tegen het opdringend gevaar van communisme en modern heidendom veilig verzekerd. Doch in de toekomst dient deze verzekering gehand haafd te blijven en dat is alleen mogelijk op den grondslag van het positief christelijk be ginsel. Deze grondslag is noodig op alle levenster rein en het program der R.K. Staatspartij wil dezen grondslag vastleggen door de samenwer king van alle bevolkingsgroepen en standen in ons Katholieke volksdeel. Wij gaan thans den Landdag sluiten en wij willen dat niet doen zonder een dankwoord aan de autoriteiten, die onzen Landdag hebben bezocht, aldus mr. Bolsius, die voorts ook den sprekers en allen medewerkenden dank bracht. Velen zijn uit Den Haag en omstreken ge komen om deze woorden te hooren. Het moge zijn resultaten dan ook doen blijken bij den uitslag van den stembusstrijd op 26 Mei! '*'A Product van een der oudste en grootst* Europeesche automobiel-fabrieken. Wa gens die vooral in dê laatste jaren talloozesnelheids- en betrouwbaarheids records veroverden. Oersolide, zuinig en laag in aanschaffingsprijs. Vraagt uitvoerige brochures. TRUMPF 1,7 L - TRUMPF Jr. 1 L DIPLOMAT 3 L Imp. André J. H. Ceurvorst - Amsterdam - Tel. 28300 In tegenstelling met het langzaam „uitstervend" Frankrijk, dat zijn slinkende bevolking tracht aan te vullen door vaak niet geheel onbedenke lijke naturalisaties van immigreerende vreemdelingen, zijn Italië en Duitsch land erop uit den natuurlijken aanwas der inheemsche bevolking zooveel mo gelijk aan te moedigen en te bevorderen. In Italië spelen hierbij hoofdzakelijk nationalistische motieven een rol, in Duitschland spreekt naast het nationa lisme ook de rassenleer een woordje mee. Welke de motieven ook mogen zijn, die Italië en Duitschland bewegen tot hun bevolkingspolitiek, hun streven keert zich tegen het kwaad, waaraan Frankrijk als aan een slepende en sloo- pende ziekte lijdt. In Italië worden hu welijken bevorderd door geldleeningen en door belastingen op vrijgezellen. Er worden premies uitgekeerd aan kin derrijke gezinnen enz. In Duitschland past men soortgelijke maatregelen toe, maar daar is men er toch meer op uit vooral „rasechte" na tionaal-socialisten te kweeken, terwijl men op de vermeerdering van niet „ras echte" of voor de edelheid van het ras of voor de partij bedenkelijk geachte elementen geen of weinig prijs stelt. Men heeft dezer dagen kunnen lezen, hoe er een overeenkomst tot stand is gekomen tusschen de Rijks vrouwenleid ster en het Ras- en gezinshoofdkwar tier van het S. S. korps, waarbij iederen S. S.-echtgenoot een goede kokkin wordt gegarandeerd. Volgens deze overeen komst moet de toekomstige vrouw van eett S. S.-man eerst een examen afleg-' gen in de huishoudkunde. Zakt ze voor dit examen, dan moet ze eerst een kook cursus volgen, alvorens permissie te kun nen krijgen om met haar S. S.-man in het huwelijksbootje scheep te gaan. Ook een cursus in lichamelijke opvoeding staat op haar vóór-huwelijksprogram. Dit alles is zeer schoon en opent een aantrekkelijk perspectief voor de talloo ze Duitsche dienstmeisjes, welke wij in ons land nog altijd te veel hebben. Deze overeenkomst werkt evenals het „plan- Deterding" naar twee kanten. Zoowel Duitschland als Nederland kunnen er bij gebaat zijn. Hoezeer de Rijksregee- ring ijvert voor een zoo groot en krach tig mogelijken „Nachwuchs" blijkt ook uit een rede, welke dr. Jozef Göbbels, de Rijksminister voor Pers en Propagan da, bij de opening der jaarvergadering van de steunvereeniging „Moeder en Kind" te Berlijn heeft gehouden. Hij noemde het vanzelfsprekend, dat in den nationaal-socialistischen staat ouders met kinderrijke gezinnen burgers eerste klasse zijn en dat belastingverlagingen en loonsverhoogingen voor hen nog aan gepast dienden te worden. Dat het Duitsche volk de lessen van de Rijksregeering volkomen begrepen heeft, is op den verjaardag van Adolf Hitler onlangs overduidelijk gebleken. Onder de tallooze geschenken, welke den vereerden „Führer" dien heuglijken dag werden vereerd, bevonden zich n.l. ook.... twintig wiegen met baby-uitzet. Te Rotterdam is in een feestelijke bijeen komst het 25-jarig bestaan der Provinciale Zuid-Hollandsche Vereeniging tot bestrijding der Tuberculose Zaterdagmiddag in een der za len van de sociëteit „De Rotterdamsche Dier gaarde" herdacht. De voorzitter der vereeniging, dr. J. H. Wa- gener, heeft in een kort openingswoord allen welkom geheeten. Hij wierp een terugblik op het werk der vereeniging en schetste in groote lijnen het ontstaan van de bestrijding der tu berculose. Hierna sprak dr. Eykel, geneeskundig hoofd inspecteur voor de Volksgezondheid, die namens den minister van Sociale Zaken en den direc teur-generaal van dat departement, die beiden niet tegenwoordig konden zijn, woorden van ge- lukwensch en waardeering tot het bestuur richtte. De heer H. van Boeyen, lid van Ged. Staten van Zuid-Holland, bracht namens den Com missaris der Koningin in Zuid-Holland de ge- lukwenschen van het Provinciaal Bestuur over. Spr. deelde mede, dat hem de eer te beurt viel namens den minister van Sociale Zaken, dr. Wagener mededeeling te doen van zijn benoe ming tot officier in de orde van Oranje-Nassau. Nog anderen voerden hierna het woord. Ten slotte is de secretaris van de vereeniging. de heer J. H. A. Vooren, die eveneens 25 jaar deel van het bestuur uitmaakt, voor zijn vele11 arbeid en toewijding gehuldigd. Col Nic

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 2