De Prins van Oranje geland
Luchtverbinding
met Manilla
WIE WAS
DE UITVERKORENE?
KIJKSPEL AAN DE ZEE
HOOGERE SPOORWEG
ONTVANGSTEN
ZATERDAG 1 MEI 1937
Een feestelijk opgetuigde kar reed
het water in om Z. Majesteit
van het schip te halen
Fleurige stoet op een
kouden middag
FRAAI GESCHENK VOOR
DE PRINSES
Waardevol schilderij aangeboden
D. BARTELS OVERLEDEN
Burgemeester van Hoogezand
ONDERWIJS EN MIDDEN
STAND
Rapport van den Kon. Nederl.
Middenstandsbond
R.K. HERSTELLINGSOORDEN
VOOR LONGLIJDERS
Dekkerswald en Heliomare
worden uitgebreid
DE LUISTERWEDSTRIJD VAN
HET A.S.I.B.
Het niet-verleende convooi
aan de Sarkani
Definitieve cijfers over Januari
STAATSMIJNEN
Directeur en adj.-directeur
benoemd
JEUGDIGE FIETSER DOOR
AUTO AANGEREDEN
Onze handelsmissie
naar Chili
De laatste dagen in Argentinië
jmI
iipPW
I tw 11 li II
If
De K.N.I.L.M.-lijn naar
Australië
Vermoedelijk binnen drie maan
den opening der luchtlijn naar
Sydney en Melbourne
SIGARETTENPAPIER
GESMOKKELD
EERSTE-KAMERVERKIEZING
De Katholieke candidaten
De heer Plesman betreurt de
afwijzing van Amerika
WEER EEN GEVAL VAN
MENSCHENROOF?
Kamerlid stelt vragen
ORANG OETAN GEBOREN
Clearingkoersen
UIT DE STAATSCOURANT
Algemeene Rekenkamer
Belastingd ienst
Onderscheidingen
Posterijen
NAAR HET ENGELSCH
.(Wordt vervolgd.)
(Van onzen specialen verslaggever)
Zijne Majesteit Willem Frederik,
Prins van Oranje arriveerde na
een verblijf van negentien jaren
in Engeland op den laatsten Novem
ber 1813 op een Engelsch fregat weer
in zijn land. Zijn volk bereidde hem
een hartelijke ontvangst aan de kust,
waar een feestelijk versierde wagen
hem tot in zee tegemoet reed en
waar de leden der voorloopige Re
geering den vorst hun opwachting
maakten.
Het is hier aan de kust van de Zuiderzee
echt een weer om die voor Nederland zoo ge
wichtige gebeurtenis in een kijkspel te zien
herhalen. Een gure wind waait over het strand
en slaat de golven flink op. Het lijkt inderdaad
meer op den laatsten November, dan op den
laatsten dag vóór Mei.
Maar het blijft droog; af en toe komt de
zon zelfs door; men kan vér zien over het
wateren het is Prinsjesdag!
De menschen van het dorp verkeeren in
feestelijke stemming. Met Oranje-speldjes op
trekken zij naar de kust. De Gooische Tram
voert kijklustigen aan uit Muiden en Naarden.
Op de fiets komen zelfs trekvogels uit Amster
dam. De boomen zijn versierd met vlaggetjes in
allerlei kleuren. Hun oude stammen hangen er
vol van. Slingers en guirlandes hangen langs
de straten. De café's langs het strand hebben
het druk. De Hervormde Kerk boven op den
dijk draagt vlaggen op de kanteelen van zijn
breeden toren en voor de boomen, die het oude
monumentale gebouw omringen, verzamelen
zich geleidelijk enkele honderden, die turend
uitzien over de zee, wachtend op den Prins.
Tegen twee uur nadert uit het dorp een veel
kleurige stoet. Meisjes in de kleederdracht van
de elf provinciën omstuwen de Nederlandsché*
Maagd, die, met gouden kuras en helm en met
een scharlaken mantel om de schouders, voor
op schrijdt. Wapenknechten met vervaarlijke
baarden en snorren en nóg vervaarlijker zwaar
den en pieken, volgen haar. Plaatselijke magis
traten in hun ambtskleeding, rijk met tressen
behangen en vergezeld van hun dames in flu-
weelen gewaden en met pruiken van witte
pijpekrullen schrijden achter hen aan. Te paard
naderen vervolgens Graaf Gijsbert Karei van
Hogendorp, Graaf van Limburg Stirum, Baron
'van der Duyn van Maasdam, Generaal de Jonge,
geëscorteerd door Kozakken. En achteraan
rijdt de schipperswagen, feestelijk opgetuigd
met groen en bloemen en met oranje strikken
en linten. Twee visschers mennen de sterke
paarden, die er vóórop trappelen.
Heel het gezelschap begeeft zich onder toe
juichingen van de vele toeschouwenden naar
het strand. In de verte, in de richting van het
fort Pampus, dobbert een kleine botter telkens
dichter naderbij. Met den kijker kan men dui
delijk den Prins onderscheiden, die op het dek
staat. De schuit heeft hard te kampen tegen
den wind. Het duurt een aardige poos eer zij
de kust zoo dicht is genaderd, dat een roei
boot Zijne Majesteit kan overnemen en naar
het strand kan brengen. En het wachten is
niet aangenaam in den wind. Vooral niet voor
de dames van den stoet, die allesbehalve op
dit koude weer zijn gekleed.
Op een gegeven moment echter rijdt
de schipperswagen het water in.
Schuimend spatten de golven tegen
de borst van de paarden. De roei
boot verlaat, met den Prins aan
boord, het scheepje op zee. Zijne
Majesteit stapt over op de kar. Boven
op den dijk, in het boschje om de
Kerk, wordt een kanonschot gelost.
De paarden schrikken en trappelen;
de menschen schrikken óók en begin
nen te juichen. Met een vaart komt
de versierde kar weer aanzetten en
rijdt zij het strand op, waar wéér
een kanonschot klinkt en de muziek
van den weeromstuit het Wilhelmus
inzet. De Prins springt uit den wagen.
Hij lijkt werkelijk prachtig, dat lange,
ovale gezicht onder den zwarten
steek. Zuiver Willem I. Hij draagt
een blauw-gouden lint over zijn
statiegewaad.
Na het zingen van het Wilhelmus drukt de
Prins de hand van allen, die hem kwamen
verwelkomen. De Ministers worden aan hem
voorgesteld, de burgemeesters, de Nederland-
sche Maagd en het volk blijft hem maar toe
juichen vanaf den hoogen dijk, waar nu en
dan het kanonnetje nog een heesch geluid uit
stoot.
Inmiddels nadert een met twee paarden be
spannen landauer van het mulle pad, dat naar
het dorp voert. De Koning stapt in. De graven
van Hogendorp en van Limburg Stirum nemen
tegenover Zijne Majesteit plaats. Achter hem
volgt de Nederlandsche Maagd met haar blonde
vlechten, gevolgd door de allerliefste vertegen
woordigsters der provinciën, de schutters, de
ruiters en de schipperskar, waarvóór de paar
den nog druipen van het zeewater. Met de
muziek voorop trekt de heele stoet het dorp
door. De Koning wuift zijn volk toe dat hem
met „Leve de Prins! Hoera!" begeleidt op
den langen weg naar de feesttent, waar Zijne
Majesteit de gelukwenschen van allen, die hun
opwachting willen maken, in ontvangst neemt.
Met een avondfeest in flinken stijl werd de
fieurige feestelijkheid besloten.
De mannen van Muiderberg hebben eer van
hun werk. Zij hebben Prinsjesdag oa een waar
dige, leerrijke wijze gevierd, die velen plaatsen
ten voorbeeld moge strekken.
Uit het bedrag, dat het comité voor het hu
welijksgeschenk der Friesche vrouwen aan het
Prinselijk Paar destijds bijeen heeft gebracht,
is in de eerste plaats een kostbaar uitgevoerd
Friesch costuum aan Prinses Juliana aange
boden. De som, welke nog overbleef, heeft men,
in overleg met H. M. de Koningin, bestemd voor
een schilderij, dat een plaats krijgt in het woon
vertrek der Prinses in het paleis Soestdijk. Het
is een door den Rotterdamschen schilder H.
Mees vervaardigd portret van de Koningin aan
haar schildersezel, een portret op levensgrootte,
waarbij H. M. zelve heeft aangegeven, in welke
houding zij wilde poseeren en waarvoor zij de
plaats heeft aangewezen in het woonvertrek van
Prinses Juliana.
Het portret geeft de Koningin weer bij het
schilderen en wel op een oogenblik, dat zij ver
ondersteld wordt van het werk op te zien om
de binnentredende Prinses te begroeten. De
Koningin draagt een japon van donker hor
tensia fluweel. Naast zich heeft de landsvrouwe
een tafeltje, waarop een bril en een bont ge
kleurd schildersdoekje, een geschenk indertijd
van de Koningin-Moeder. Ook de schilderstok,
dien de Koningin gebruikt, is van Koningin
Emma afkomstig, die zich in haar jeugd met
teekenen heeft bezig gehouden. De schildersezel
is geheel van opzij gezien.
Zonder officieel vertoon heeft men Prinses
Juliana dit verjaardags-cadeau doen toekomen.
Donderdagmiddag heeft de Prinses, in tegen
woordigheid der Koningin het schilderij voor
het eerst gezien.
Vrijdagochtend is te Hattum bij Zwolle, op 53-
jarigen leeftijd, na een korte ziekte, overleden
de heer D. Bartels, burgemeester van Hooge
zand. Hij vertoefde sedert zondag, na eerst een
vergadering te Amsterdam te hebben bezocht,
ten huize van zijn zoon, waar hij was achter
gebleven, omdat hij zich niet goed gevoelde.
De overledene, die eerst een leidende functie
bij de S. D. A. P. vervulde, waarmede hij ook
thans nog was verbonden, aanvaardde 15 No
vember 1926 het burgemeesterschap van Hooge
zand. Voorts was hij lid van de Provinciale
Staten van Groningen.
Een speciaal daartoe ingestelde commissie
van den Koninkl. Nederl. Middenstandsbond
heeft een rapport opgesteld, uit te brengen in de
Jaarlijksche Algemeene Bondsvergadering van
19 Mei a.s., over het onderwerp: Middenstand
en Onderwijs.
Wat de middenstander noodig heeft, aldus de
commissie in haar rapport, is een onderwijs, dat
hem die economische en technische kennis bij
brengt, welke hij als zelfstandig ondernemer in
distributie en kleine nijverheid noodig heeft,
een onderwijs ook, dat, wanneer de functie, welke
de handeldrijvende en industrieele middenstand
in het maatschappelijk leven heeft te vervul
len, in eenig tijdvak een ingrijpende verande
ring ondergaat, zich daarbij aanpast. Ook de
Vestigingswet Kleinbedrijf, eerst kort in
werking getreden, dient bij het vaststellen van
nieuwe onderwijsprogramma's in aanmerking
genomen te worden.
De commissie beschouwt de handelsdagschool
als het beste voorbereidingsinstituut voor den
zelfstandigen middenstander en de midden
standsorganisatie dient er met alle haar ten
dienste staande middelen voor hebben zorg te
dragen, dat de 4-jarige handelsdagschool blijft.
Vandaar dan ook, dat de commissie stelling
beeft genomen tegen het wetsontwerp tot her
ziening van de Middelbaar-onderwijswet, dat
de 4-jarige handelsdagschool wilde terugbrengen
tot een 3-jarige.
Het rapport besluit met een programma van
de wijze waarop de verwezenlijking van haar
wenschen verkregen zou kunnen worden.
De vereeniging R.K. Herstellingsoorden voor
longlijders en zwakke kinderen hield haar alge
meene jaarvergadering onder leiding van den
voorzitter, dr. N. P. van Spanje.
De balans en verlies- en winstrekening wer
den goedgekeurd. Dank zij 'n zuinig beheer kon
worden gesloten met een batig overschot, welk
bedrag zal worden besteed voor een kleine uit
breiding van Dekkerswald met zes kamers voor
patiënten eerste en tweede klasse. Reeds lang
openbaarde zich een tekort aan klasse-kamers,
zoodat jammer genoeg aan meerdere aanvragen
niet kon worden voldaan.
Besloten werd het klooster op Heliomare met
een tiental kamers uit te breiden. Steeds zijn in
dit sanatorium meer dan 150 patiënten ter ver
pleging opgenomen, waardoor het aantal pleeg
zusters moet worden uitgebreid. Het Moederhuis
uit Maastricht van de Zusters van den H. Ca-
rolus Borromeus is bereid de eerw. zusters voor
Heliomare aan te wijzen, zoodra de behuizing
is vergroot. Door uitbreiding van het klooster
zal niet alleen dit plaatsgebrek geheel zijn op
geheven, doch komen tevens meerdere patiën
ten-kamers beschikbaar.
In beide sanatoria worden thans 386 patiën
ten verpleegd.
Als leden van den Raad van Bestuur werden
herkozen; pastoor W. van Berkel; dr. P. W. C.
M. Busch; rector C. Corsmit; notaris B. H.
Gryseels en prof. dr. A. K. M. Noyons.
Het hoofdcomité voor het „Asib" in Neder
land deelt ons mede, dat op den luisterwed
strijd van j.l. Zaterdagavond reeds duizenden
oplossingen binnenkwamen. Er zijn briefkaar
ten bij, die aanmerkelijk meer porto bevatten
dan 30 cent. De termijn van inzending sluit
Woensdag 5 Mei. Op Vrijdag 7 Mei zal de aan
wijzing der prijswinnaars geschieden door No
taris Mr. S. D. K. M. van Lier te 's-Gravenhage.
De oplossing kan ingezonden worden aan het
secretariaat van het A. S. I. B., Koningin Em-
makade 194, Den Haag.
Het communistische Tweede Kamerlid Wijn
koop heeft aan de ministers van Buitenland-
sche Zaken, van Defensie a. i. en van Handel,
Nijverheid en Scheepvaart een aantal vragen 1
gesteld betreffende het weigeren van convooi
aan den Nedcrlandschen vrachtvaarder Sarkani.
De definitieve ontvangsten over Januari 1937
(f 8.311.778.09), overtroffen die van Januari
1936 (f 8.067.661.38) met een bedrag van
f244.116.71. Hoofdzakelijk bestaat dit laatste
bedrag uit twee groote posten n.l. een plus- en
een minus-post. De ontvangsten uit het reizi-
gersvervoer waren n.l. f 358.823.00 hooger, die
uit het goederenvervoer f 111.565.61 lager dan
de overeenkomstige over 1936. Het vorige jaar
ten opzichte van 1935, waren die beide bedragen
resp. rond minus f 236.000.en rond minus
f 568.000.Zij zien er dus thans wel wat gun
stiger uit, al zal het reizigersvervoer ditmaal
ernstig den invloed van de vorstelijke huwe
lijksfeesten hebben ondergaan. De ontvangsten
uit het Veevervoer, ofschoon nog gering, waren
met een bedrag van rond f 36.000.ruim dub
bel zoo hoog als in Januari 1936. De inkomsten
per dagkilometer waren belangrijk hooger, n.l.
f 78.64, tegen f 75.85 in 1936.
Te rekenen van 15 April 1937 zijn bij de
Staatsmijnen in Limburg benoemd tot direc
teur de heer dr. Chr. Th. Groothoff, te Huls
berg, hoofdbedrijfsingenieur bij de staatsmijnen
en tot adjunctdirecteur de heer J. Mous, te
Heerlen, afdeelingschef bij de Staatsmijnen.
Vrijdagmiddag om vijf uur is de zestienjarige
loopjongen D. de Vries, die op de fiets reed,
op het Stationsplein te Groningen aangereden
door een vrachtauto, bestuurd door P. W. uit
Termunten.
De jongen liep een bekkenfractuur en een
buikbloeding op en is in hoogst zorgwekkenden
toestand naar 't R. K. Ziekenhuis overgebracht.
De verkeerspolitie stelt een onderzoek naar
de schuldvraag in.
En dit is een
echte vaas nit den
tijd van Pompeji.
Ja, maar is die
van vroeger of van
nu? (Tliorvev).
Men bericht ons per luchtpost uit Buenos
Aires, d.d. 20 April:
Na een verblijf van ruim drie weken aan de
Plata-rivier, waarvan drie dagen te Montevideo
en de rest te Buenos Aires, is de Nederlandsche
handelsmissie thans hare koffers aan het pak
ken voor het volgende land: Chili.
Wij kunnen met den uitslag der gevoerde
onderhandelingen zeer zeker tevreden zijn,
aangezien Argentinië bereid is gebleken om
ons zoover te bevcordeelen als het naar
billijkheid jegens zijn andere vrienden ver
antwoorden kan.
Aan de handelspolitieke situatie of aan de
deviezenpositie kan thans waarlijk niets meer
geweten worden. Thans zal men zelf moeten
toonen of men in staat is, een moeilijke en
verafgelegen markt te bewerken en te veroveren.
Het rundvee van Nederland heeft geen reden
om over gebrek aan belangstelling te klagen,
want de uiteenzettingen van ir. Leignes Bak
hoven zijn overal met groote aandacht aange
hoord en de bladen hebben steeds op ruime
schaal een weerklank daarvan gepubliceerd,
vooral sinds de spreker zich van het Spaansch
bediende.
De cyclus van filmvoorstellingen over ons eco
nomische leven is besloten met een bijeenkomst
waarin de heer Martens, vertegenwoordiger van
de Kon. Paketvaart Mij., een reeks films .van
de K.P.M. over Ned. Indië heeft doen vertocmen,
met een inleidend woord van consul-generaal
Broens.
De missie heeft in de weelderig ingerichte
Jockey Club aangezeten aan een feestmaal, haar
aangeboden door den minister van Buitenland-
sche Zaken, den Nobelprijswinnaar dr. Saavedra
Lamas. Verscheidene leden van het Argentijn-
sche kabinet zaten aan, alsmede de meest ge
wichtige hoofdmannen uit het bedrijfsleven.
Nimmer is er in Zuid Amerika een han
delsmissie met zulk een aandacht en sym
pathie ontvangen en nog nimmer heeft
een land zoozeer in het middelpunt van de
belangstelling gestaan ais thans ten opzichte
van Nederland het geval is geweest.
Een van de onderwerpen, welke de publieke
meening in Argentinië het meest ge
boeid hebben, was de immigratie, resp. koloni
satie door Nederlanders. Zoowel de regeering
als ook het particuliere belang toonden zich op
dit onderdeel bijzonder belangstellend. Afge
wacht moet worden hoe in Nederland op deze
avances zal worden gereageerd.
Op den avond voor het vertrek gaf de Neder
landsche handelsmissie in haar hotel een groot
diner, tot afscheid van hare Argentijnsche gast-
heeren. Onder de aanzittenden bevonden zich
alle ministers, die op dien dag in de hoofdstad
aanwezig en niet door de thans hier heerschen-
de griep buiten gevecht gesteld waren, alsmede
de voorzitter van de kamer van afgevaardigden.
Voorts de presidenten van verschillende cor
poraties, de groote leiders in het Argentijnsche
bedrijfsleven, de Pauselijke nuntius als decaan
van het Corps Diplomatique en de kopstukken
uit de Nederlandsche kolonie, totaal ongeveer
zeventig personen.
Aan tafel werd het woord gevoerd door am
bassadeur Van Kamebeek, die in een weidoor -
wrochte rede een overzicht gaf van de verhou
ding tusschen de beide volkeren en van de
problemen welke om voorziening geroepen had
den. Bij ontstentenis van minister Saavedra La
mas, die met griep te bed lag, werd geantwoord
door den voormaligen Argentijnschen ambassa
deur te Londen, Uriburu, president van het
Argentijnsche studiecomité.
En thans is het programma in Argentinië
afgewerkt. Nu komt Chili aan de beurt.
"iil
Nu de Australische regeering de K.N.I.L.M.
toestemming heeft gegeven voor het onderhou
den van een {.'eregelden luchtdienst tusschen
Nederlandsch-Indië en Australië, zal de
K.N.I.L.M., nadat de Nederlandsche regeering
de aangeboden regeling zal hebben aanvaard,
zoo spoedig mogelijk een luchtlijn openen naar
de voornaamste steden aan de Oostkust van
Australië.
In een bespreking, die tevens werd bijge
woond door den heer Nieuwenhuis, chef van
de K.N.I.L.M., die momenteel met verlof hier
te lande vertoeft, is besloten ten spoedigste
de noodige administratieve en technische voor
bereidingen te treffen, waardoor men hoopt
binnen 2 a 3 maanden een luchtlijn van Ba
tavia en Soerabaja via Port Darwin te kunnen
openen, welke van Port Darwin over land
naar de twee voornaamste steden aan de
Australische Oostkust, Sydney en Melbourne,
leidt. Men hoeft daarbij niet te wachten op
de aflevering der bestelde Lockhead-vliegtui
gen, aangezien men over voldoende Douglas
D.C. 2 toestellen beschikt, om de nieuwe iyn
te vliegen.
Het ligt in de bedoeling, voorloopig eenmaal
per week naar en van Australië te vliegen,
zooveel mogelijk in aansluiting op aankomst
en vertrek van de Indië.vliegtuigen der
K.L.M.
In een garage in het Oostelijk stadsdeel van
Rotterdam heeft de politie 14 pakken in beslag
genomen, welke in totaal 25.000 boekjes gesmok
keld sigarettenpapier bevatten. In verband hier
mede is aangehouden de 27-jarige vrachtrijder
W. G. B. De vrachtauto, waarmede de man een
en ander vervoerd had, is in beslag genomen.
Deze auto was speciaal voor het smokkelen in
gericht en had daartoe een dubbelen bodem.
De Katholieke Statenleden in de provincies
Overijsel, Drenthe en Groningen, hebben voor
de Eerste Kamer de volgende candidatenlijst
vastgesteld: 1. A. J. Schoemaker, Deventer;
2. mr. dr. J. W. Schneider, Hengelo; 3. H. C.
Nijkamp, 'Enschede; 4. ir. J. Th. Evers, Raalte;
5. J. P. de Brabander te Utrecht. Deze lijst zal
met de Geldersche lijst worden verbonden.
Voorts zullen door de verschillende Staten
fracties worden gecandideerd:
In Zuid-Holland; 1. Prof. dr. A. Steger; 2. F.
Nivard, 3. Jhr. mr. L. E. E. M. von Fisenne; 4.
H. J. Kuiper; 5. W. baron van Voorst tot Voorst,
6. ir. F. Guljé, 7. ir. L. J. M. Feber, 8. D. J.
de Kok.
Noord-HollandFriesland: 1. P. J. S. Sqrra-
rens, 2. mr. G. C. D. Kropman, 3. prof. mr. C.
P. M. Romme, 4. prof. dr. J. Barge, 5. Th. Koot
(Haarlem), 6. drs. J. L. Janssen (Den Haag).
Limburg: 1. mr. F. Janssen, 2. mr. C. Janssen
de Limpens, 3. jhr. mr. G. Michiels van Kes-
senich, 4. J. H. Maenen, 5. Mr. B. Berger, 6. mr.
dr. R. Regout, 7. F. Damen, 8. mr. F. Haffmans,
9. H. J. Dupont.
Noord-Êrabant: Eerste lijst: 1. Mr. W. van
Lanschot, 2. P. de Jong, 3. A. N. Fleskens, 4. Ch.
Stalmeyer, 5. B. W. T. van Slobbe, 6. P. van
Haaren, 7. C. Foppele, 8. J. C. v. Beek. Tweede
lijst: 1. jhr. mr. A. F. van Sasse van IJsselt, 2.
H. Blomjous, 3. mr. J. v. d. Mortel, 4. J. Meyring,
5. J. Beliën, 6. ir. L. M. van Loon, 7. Jac. Vos,
8. mr. A. baron van Oldeneel tot Oldenzeel.
ZeelandUtrecht: 1. A. C. de Bruyn, 2. nader
aan te wijzen candidaat uit Zeeland, 3. prof.
Schmutzer, 4. mr. dr. A. Mes, Heinkenszand.
De Geldersche lijst is nog niet vastgesteld.
Naar aanleiding van het bericht, dat de
Amerikaansche regeering voorloopig niet
haar toestemming kan verleenen voor een
geregelden dienst SoerabajaManilla, te
onderhouden met vliegtuigen van de K.N.
I.L.M., verklaarde ons de heer Plesman, dat
hij het besluit van Washington betreurde.
Hij was echter geenszins van meening, dat
met de voorloopige weigering, de aangele
genheid voorgoed van de baan is. Integen
deel hoopt de heer Plesman, dat de dienst
op Manilla binnen niet al te langen tijd
werkelijkheid zal worden en dat de moei
lijkheden, welke thans de toestemming in
den weg staan, van tijdelijken aard zullen
blijken te zijn.
Het Tweede Kamerlid Boon (V.B.) heeft aan
den minister van Buitenlandsche Zaken ge
vraagd, of het dezen bekend is dat Zaterdag 27
Maart de twee gebroeders Holland te Weller-
looi door Duitsche beambten over de grens zijn
gelokt en op Duitsch gebied zijn gearresteerd.
Na veel nasporingen is vastgesteld, dat de ge
broeders eerst eenige dagen hebben doorgebracht
in de strafgevangenis te Krefeld, waar zij een
zeer slechte behandeling hebben ondergaan, ter
wijl zij thans ruim 4 weken zijn opgesloten in
de strafgevangenis te Cleve zonder dat hun
kenbaar is gemaakt, waarom zij zijn gevangen
genomen en zonder dat eenig verhoor heeft
plaats gevonden.
Is de minister bereid, aldus vrager, de Duit
sche regeering mede te deelen, dat hier, even
als destijds met Gutzeit, wederom een geval van
menschenroof uit Holland door Duitsche beamb
ten heeft plaats gevonden en dat de Nederland
sche regeering er met klem op aandringt, dat de
gebroeders Holland met bekwamen spoed onge
deerd over de Nederlandsche grens bij Weller-
looi zullen worden teruggebracht?
Vrijdag is in de diergaarde te Rotterdam
een orang oetan-baby geboren.
Dit is de eerste maal, dat deze interessante
menschapensoort, welke alleen op Sumatra en
Borneo in het wild wordt aangetroffen, zich in
een Nederlandsche diergaarde heeft voortge
plant.
Koersen voor stortingen op 1 Mei 1937 tegen
verplichtingen luidende in; Reichsmarken 73.30,'
lires 9,61, peseta's 10,30.
Bij K.B. zijn te rekenen van 1 Januari 1937
bij de algemeene rekenkamer bevorderd tot
commies: P. Hoffman, C. A. N. Candel, P. C.
Bomert, A. A. Owel en A. W. van Dijk. allen
thans adjunct-commies.
Bij K. B. is aan J. B. Overgoor, verificateur
der invoerrechten en accijnzen te Roosendaal
op zijn verzoek met ingang van 1 Juli 1937
eervol ontslag verleend uit 's Rijks dienst;
is met ingang van 1 Mei 1937 benoemd tot
ontvanger der directe belastingen, invoer
rechten en accijnzen der 5e klasse, E. L. Lie.
ve, commies dier middelen te Amsterdam;
zijn benoemd tot ontvanger der registratie
en domeinen te Raalte, J. Boxem, surnume
rair der registratie en domeinen te Arnhem;
te HoTst H. A. Straasheijm, surnumerair der
registratie en domeinen te 's-Gravenhoge; te
Schagen G. A. T. Rakhorst, surnumerair der
registratie en domeinen te Zeist.
Bij K. B. is benoemd tot officier in de Orde
van Oranje-Nassau Moeder Fulgentia (in de
wereld mej. A. M. P. J. Verriet), algemeen
overste van de Congregatie der Liefdezusters
van den H. Carolus Borromeus te Maastricht.
Bij K. B. is de gouden eere-medaille, ver.
bonden aan de orde van Oranje-Nassau toe
gekend aan L. Ansems, hoofdopzichter van
openbare werken der gemeente Breda.
Bjj beschikking van den directeur-generaal
der P.T.T. is met ingang van 1 Juli 193? aan
gewezen als directeur van het post-, telegraaf-
en telefoonkantoor te Goes, de referendaris
der posterijen, telegrafie en telefonie, p. Vis.
ser te Rotterdam (postkantoor).
„Neen, zij heeft nooit gedichten gemaakt,
ntaar ze hield er zooveel van. Ze was actrice,
vóór ze met vader trouwde. Misschien heeft u
wel van haar gehoord, ofschoon ze nooit belang
rijke rollen speelde. Haar tooneelnaam was
„Stella Dare."
Mijn zuster liet de vraag van Miss Walbrook
onbeantwoord, want die laatste mededeeling had
bepaald haar tegenzin gewekt.
Ze had niets tegen den schouwburg als een
gelegenheid, om er een aangenamen avond door
te brengen, maar als de acteurs hun rollen had
den gespeeld, dan verwachtte zij ook, dat ze zich
in hun eigen sfeer in het land der Bohé
miens zouden terugtrekken. Ze voelde er
niets voor, om in het gezelschap te blijven van
de dochter van een tweede-rangsactrice en of
schoon ons bezoek dus maar vijf in plaats van
de door Madame Etiquette voorgeschreven vijf
tien minuten had geduurd, stond zij op en ging.
Miss Walbrook was op het punt ons de hand
te geven, toen de gedienstige verscheen met het
theeblad.
Lynette Walbrook keek van ons naar de kop
jes en zei eindelijk haperend:
„U wilt toch wel thee gebruiken?"
„Ja, zeker," nam ik het initiatief.
Penelope sloot zich hierbij aan, ofschoon wij
al thee gedronken hadden op Thea Towers. Dus
gingen we weer zitten en namen de thee aan,
die Miss Walbrook ons met trillende handen in
schonk.
Het was een slap, kleurloos vocht. Het porse
lein was zeer eenvoudig om niet te zeggen
grof en het brood zeer oudbakken.
Zwijgend en bijna in volslagen duisternis ge
bruikten wij den onsmakelijken maaltijd; toen
namen wij afscheid van Miss Walbrook. Ze be
dankte ons niet voor ons bezoek en mijn zuster
verzocht haar ook niet, ons op te zoeken.
„Penelope, heb je geen kaarjes achtergelaten?"
vroeg ik onder het terugrijden. „Wat zullen ze
wel denken!"
„Misschien, dat ik geen kaartjes heb, omdat
ik de gewoonste vormen van het gezelschaps
leven niet ken! Ook is het mogelijk, dat ze de
ware reden vatten, namelijk, dat ik geen bezoek
terug verlang van eenig lid van de familie."
Nadat ze toen weer een oogenblik gezwegen
had, barstte ze uit:
„Ik ben van mijn leven nog niet zoo belee-
digd! Ik werd nog nooit op zoo'n manier ontvan
gen!Wat meende die oudere zuster er mee,
datj zij in het geheel niet verscheen en dat ze
dat trillende bibbersnoetje als haar afgezante
stuurde?''
„Ik geloof óók wel, dat Miss Walbrook thuis
was."
„Ze was thuis; dat hebben wij immers duide
lijk gehoord! Was ik er maar nooit heengegaan!
Ik heb het van den beginne af in twijfel getrok
ken, of het wel verstandig was, om zulke onbe
kende grootheden te gaan bezoeken, maar Mrs.
Angus had zich zoo gunstig over hen uitgelaten
en jij hebt er mij steeds toe aangedreven."
„Dat spijt mij erg," zei ik, geheel uit het veld
geslagen.
„Ik zeg ook niet dat het jouw schuld is. Jij
kon niet weten, wat voor soort menschen het
waren, 't Spijt mij voor jou, dat je teleurgesteld
bent in je verwachtingen, om nu eindelijk eens
„iets jongs hier in de buurt te krijgen!" Die
mooi opgeprikte weduwe was al erg genoeg,
maar ze is nog draaglijk, vergeleken bij de Wal-
brooks! Heb je wel opgemerkt, wat een grof
porselein en wat een leelijke theelepeltjes ze
hadden? Het zijn armoedige, obscure avontu
riers!"
Penelope hield op, buiten adem van veront
waardiging. en zwijgend reden wij verder.
Zoo eindigden die twee bezoeken, waarvan ik
mij zooveel had voorgesteld!
HOOFDSTUK III
Penelope was vastbesloten, Miss Walbrook
niet te ontvangen, als zij soms een tegenbezoek
mocht brengen. En ons kamermeisje had dan
ook instructies, om mocht genoemde jonge
dame zich op The Manor vertoonen dan niet
te zeggen, dat zij niet thuis was, maar met,
ronde woorden, dat: „Miss Colville haar niet
ontvangen kon."
Daarna ging Penelope naar de pastorie, om
Mrs. Angus de verkeerdheid van haar voorstel
lingen te verwijten. De vrouw van den dominee
bood zoo half en half haar verontschuldigingen
aan, want ze begon ook wel in te zien, dat ze
zich eenigszins vergist had in haar opvattingen
omtrent de Walbrooks. Er deden namelijk eigen
aardige geruchten de ronde van de familie op
The Hall. Niemand wist eigenlijk precies, wat
er aan mankeerde, maar het praatje ging, dat
de Walbrooks niet voor bezoek in aanmerking
kwamen.
Dien volgenden Zondagmorgen was Lynette
Walbrook de eenige van de familie, die in de
groote bank van The Hall zat. Een paar maal
keek ik op en werd dan gewaar, dat haar oogen
mijn kant uitzagen. Indachtig aan den wrok
van mijn zuster wendde ik het hoofd af, maar
er was zoo iets smeekends en peinzends in haar
blik, toen ik dien onder de Litanie nog eens
ontmoette, dat ik onwillekeurig toch even glim
lachte.
Zij kreeg een kleur, glimlachte terug, maar
gedurende de rest van den dienst keek zü weer
even treurig. In plaats van het armoedige,
blauw-serge japonnetje droeg zij nu een bruine
cashmiren, maar blijkbaar een paar maten te
groot voor haar tengere gestalte.
Tot op dezen tijd waren de geruchten be
treffende de Walbrooks nog maar vaag en on
bestemd geweest, maar in den loop van de vol
gende week begonnen ze meer vasteren vorm,
aan te nemen en langzamerhand lekte de waar
heid uit.
Degene, die in de eerste plaats zorgde voor
nieuws, was Lady Wilmot. Penelope had haar
op een ochtend in het dorp ontmoet en haar
toen regelrecht gevraagd, wat zij tegen de fa
milie op The Hall had. Met veel schijnbaren
afkeer vertelde haar Ladyschap „alles," een
gewichtige beschuldiging.
Feitelijk was er niets bepaalds tegen hen in te
brengen; er rustte geen uitgesproken smet op
hun naam, maar ze waren arm. stonden wan
hopig in de schuld en op ieder lid van de fami
lie, behalve Lynette, was meer of minder aan
te merken. Over het ambt van Mr. Stephen
Walbrook was het maar het beste te zwijgen.
Hü was iemand, die veel won met kaartspelen.
Lancelot, de eenige zoon, had den dienst ver
laten, zeker niet om de eervolste redenen. Enid
leefde gescheiden van haar echtgenoot, ofschoon
die scheiding om zijn goeden naam te spa
ren niet officieel uitgesproken was. Elaine,
Miss Walbrook, was brutaal in haar optreden
en de notabelen in het plaatsje, waar zij het
laatst hadden gewoond, hadden haar dan ook
geen van allen willen ontvangen.
„Ik begrijp niet, hoe Lady Wilmot dit alle
maal weet!" zei ik, toen deze „feiten," met het
oog op mijn leeftijd, mij in verzachtenden vorm
waren meegedeeld.
„Ik denk, dat het patiënten waren van haar
echtgenoot," zei Penelope.
Zij had als haar bedoeling te kennen gegeven,
Miss Walbrook te negeeren, als die haar soms
op straat mocht aanspreken, naar aanleiding
van ons bezoek op The Hall. Maar de dagen
verliepen, zonder dat ze tot dezen maatregel had
hoeven over te gaan.
Penelope was „tliuis" voor onze enkele buren
op den eersten Donderdag in de maand en ze
kwamen dan allen een praatje maken en een
kopje thee drinken, want veel afleiding was er
niet in Westhorpe.
Lady Wilmot had te kennen gegeven, dat ze
hierbij tegenwoordig wenschte te zijn; dus had
mijn zuster dezen keer bijzondere zorg besteed
aan de bloemen, de keuze van porselein, kortom
aan al wat den gasten voorgezet zou worden. Op
The Towers was de thee opgediend in het fijn
ste porselein en met schitterend antiek zilver en
Penelope wilde niet onderdoen voor een vrouw,
voor wie zij toch eenige minachting voelde.
Mijn plicht was het om op die middagen de
thee rond te dienen en ik was dan ook al dank
baar voor ieder brokstukje conversatie, dat ik
opving. Juist kreeg ik nog de laatste wijze wen
ken en raadgevingen, toen de eerste bel ging.
,Dat is zeker Mrs. Angus," zei mijn zuster en
trok al vast haar gezicht in een plooi.
Wij luisterden, hoorden de deur dichtgaan en
voetstappen naderden door de hall. Wij ver
namen ook een heldere stem en een vrij luiden
lach zeker niet van de domineesvrouw zoo
dat we elkaar alleen verbaasd aankeken.
Het volgend oogenblik werden aangekondigd:
„Mrs. Angus en Miss Walbrook."