De katholieken en de verkiezingen
NOG 20 DAGEN VOOR
DE VERKIEZINGEN!
Zal de „Queen Mary" den blauwen
wimpel heroveren?
WIE WAS
(DE UITVERKORENE?)
DONDERDAG 6 MEI 1937
MASSALE MEETING TE
UTRECHT
Een eerlijke strijd
Schip heeft 2000 kronings-
gasten" aan boord
Romp heeft den vorm
van een race-jacht
Steun pluimveehouderij
Sjaar het encelsch™
Redevoering van den voorzitter
der R.K.S.P., mr. C. M. J. F.
Goseling
Rede v. d. heer
G. H. v. Spanje
Onze verplichting
Rede mr. Goseling
DE R.K. STAATSPARTIJ!
Op de werf te Clydebank is thans
een schip in aanbouw, dat alle
oceaanreuzen zal overtreffen
Voorloopig geen verlaging
van restitutie
Ongebroken
Beschermt het Christendom
DOODELIJKE VAL
Hemelvaart
INFANTERIE-GESCHUT VOOR
ONS LEGER
Kurkenbiljart geen, trektafel
wel hazardspel
Consumptiemelk
UIT DE STAATSCOURANT
Burgemeester
Hoofdstembureau
Onderscheiding
Posterijen
Onderwijs
Belastingen
Woensdagavond vereenigden zich de
Katholieken van Utrecht in de groote zaal
van „Tivoli", waar een propaganda-verga-
dering van de K.K. Staatsparty werd ge
houden. Het was echter niet alleen een de-
monstreeren van de Katholieke eenheid,
een nog eens willen beluisteren uit den
mond van vooraanstaande sprekers, hoe
wij bij de aanstaande Tweede-Kamerver
kiezingen onzen plicht hebben te vervullen,
neen, deze bijeenkomst had tevens een
meer stemmig en plechtig karakter door
de herdenking van een bijzonder gewichtige
gebeurtenis.
Dezen dag was het immers juist veertig
jaar geleden, dat te Utrecht de eigenlijke
grondslag werd gelegd voor de R.K. Staats
partij en dr. Schaepman op dezelfde plaats
waar nu vergaderd werd de katholieke kie
zers met zijn machtig en welluidend woord
toesprak!
De belangstelling voor deze vergadering was
Zeer groot. Vrijwel alle plaatsen waren bezet.
Op het podium hadden de besturen van de
kiesvereenigingen uit den Rijkskieskring
Utrecht en van de plaatselijke kiesvereeniging
Plaats genomen alsmede eenige autoriteiten.
Van hen noemen we o.m. den officiaal van
het Aartsbisdom, den hoogeerw. heer P. H. van
der Loo, den deken van Utrecht, den hoogeerw.
heer Th. J. M. Knuvelder, het Eerste Kamer -
kd a. C. de Bruyn, de Tweede Kamerleden
J- G. Suring en C. J. Kuipers, voorts pater mr.
dr. d. Beaufort O.F.M., mr. H. de Vink, lid
Van Gedep. Staten van Utrecht en de wethou
ders H. A. Bekker en G. Z. Zegers. De Vicaris-
Generaal van het Aartsbisdom had bericht van
Verhindering gezonden.
De vergadering werd geleid door het lid
ran Ged. Staten, den
neer G. H. J. v. Span
je, voorzitter van de
R.K. Kiesvereeniging
in den Rijkskieskring
Utrecht, die in samen
werking met de plaat
selijke kiesvereeniging
Utrecht deze bijeen
komst had georgani
seerd.
Op deze plaats, in
G. H. J. van Spanje ieze zaal waaraan voor
de Katholieken van
Utrecht zulke belangrijke herinneringen zijn
Verbonden, en juist op dezen dag, 5 Mei 1937,
herdenken wij een gebeurtenis van groote be
tekenis in het politieke leven der Katholieken
van Nederland, zoo begon de voorzitter zijn
vede. Want op den dag af veertig jaar geleden,
5 Mei 1897, kwamen in deze zaal bijeen afge
vaardigden van alle katholieke kiesvereenigin
gen in den lande, tot deze vergadering opge
roepen door de vereeniging van Katholieke
Kamerleden.
Nadat de heer Van Spanje zijn openingsrede
had uitgesproken speelde de nieuwe harmonie
St. Cecilia, die op dezen avond haar gewaar
deerde medewerking verleende, het Wilhelmus
Net woord was daarna aan mr. C. Goseling,
Voorzitter der R. K. S. P. en lid der Tweede
Kamer,
E>aar kwam dr. Schaepman aan het woord.
En na zijn rede nam de vergadering met
«effende eensgezindheid een motie aan, waarbij
le. het program van de katholieke leden der
fweede Kamer, vastgesteld te Utrecht op 20
October 1896 werd aanvaard en bekrachtigd;
2e. de zelfstandigheid der Katholieke Staats
partij ten volle werd erkend;
3e. uit overweging dat door de algemeene ver
kiezingen over de geheele richting onzer staat
kunde voor de naastvolgende toekomst wordt
beslist, dat zoowel in het program van beginse-
als in het program van actie der A.R. Partij
ele punten van overeenstemming te vinden
ZlJn met het katholieke program, werd beslo-
en: de katholieke kiesvereenigingen dringend
ht te noodigen in overleg te treden met de
Kiesvereenigingen, ten einde bij eerste
temming hun steun te kunnen geven aan de
candidaten in die districten, waar zulks
u algemeenen nutte noodig scheen.
Dat waren belangrijke besluiten, beslissend
oor de geheele richting der staatkunde in ons
bd voor verre toekomst.
®n wat een zegenrijke gevolgen hebben zij
kenad.
Dat was het groote werk van onzen eminen-
h Schaepman. Een groote daad ook van onze
voorgangers op het politiek terrein. Een daad
van moed, tegen alle kleinzieligheid in.
Een daad vooral van hooge wijsheid, die bo
ven al de kleine belangen waarover men strijd
voerde, het allergrootste belang: de heerschap
pij van het christelijke beginsel ophief.
Een gebeurtenis ten volle waard om eerbiedig
te gedenken.
Voor onzen geest rijzen verder op al die uit
zonderlijke verdiensten, die dr. Schaepman zich
voor ons vaderland en de Katholieke Staats
partij heeft verworven. Steeds het hoogste doel
voor oogen houdende, heeft hij door zijn wijs
heid het gezag der Katholieke politiek voort
durend doen stijgen.
Laten wij zijn nagedachtenis onverminderd
in eerbiedige en dankbare eere houden.
Maar wij herdenken niet alleen. Wy spreken
niet alleen onze dankbaarheid uit voor wat
dr. Schaepman, zijn medewerkers en volgelin
gen onze voorgangers door hun moeizamen
inzichtelijken arbeid hebben bereikt.
Een arbeid, waarvan wij thans de heerlijke
vruchten plukker^
Zie om U heen over de geheele wereld en
laten wij God danken, dat wij hier in ons va
derland, trots allen stoffelijken nood, in zoo
uitzonderlijk gezegende omstandigheden leven.
Wij willen de verplichting, die op ons rust,
om ongerept te bewaren wat wij zonder eigen
inspanning van onze voorgangers hebben ont
vangen, aanvaarden met volle toewijding.
Dankbaarheid en klaar inzicht gebieden ons
het lichtende spoor van dr. Schaepman te
volgen.
Maar zie: grooter nog en dreigender dan
voor veertig jaar zijn thans de gevaren, die ons
van allen kant omringen.
Nog meer dan toen, zijn wijsheid en stand
vastigheid heden noodzakelijk.
Nog meer dan destijds moeten thans de
hoogste geestelijke belangen hoog boven al 't
andere hoe gewichtig ook op zich zelf
worden verheven en verdedigd. Juist op onze
heiligste goederen richt zich de aanval van
alle zijden.
Kunnen wij in dezen monsterachtigen strijd
wel stand houden?
Ja, dat kunnen wij met Gods onmisbare
hulp.
Op voorwaarde: dat wij allen, zonder uit
zondering, eendrachtig den goeden strijd wil
len strijden.
Op voorwaarde: dat wij ons vrij maken van
alle kleinzieligheid en benauwdheid om allerlei
persoonlijke en groepsbelangen.
Op voorwaarde, dat wij trots allen stoffelijken
nood onze heiligste en hoogste goederen hoog
boven alles uit verheffen en verdedigen.
Dat kunnen wij hier in ons gezegend vader
land, onder de regeering van onze geëerbiedig
de Koningin, door ook nu bij de komende ver
kiezingen van onze rechten goed en ten volle
gebruik te maken. Dat willen wij ook eens
gezind. En dan vinden wij in den strijd aan
onze zijde al die goede medeburgers, die met
ons God als het hoogste Goed erkennen. En
evenals voor veertig jaar mogen wij hen als
onze natuurlijke bondgenooten erkennen en
eeren. Handelen wij zóó, in den geest en op het
voorbeeld van onzen grooten wegbereider dr.
Schaepman, dan moeten en zullen wij er
ook in slagen het erfdeel onzer Vaderen onge
rept te handhaven en te bewaren.
Dat geve God!
De heer Goseling begon met er op te wij
zen, dat Utrecht vaak een belangrijk middel
punt is geweest van het politieke leven. Dit
wil echter niet zeggen, dat iedere partij in
Utrecht gesticht, een victorie zal kraaien.
Het schip, aldus spr., vaart alleen veilig,
wanneer we God aan boord hebben. Gezamen
lijk hebben wij een taak, maar die moeten wij
eerst kennen. Wij kunnen ons op onze taak op
26 Mei voorbereiden door onszelf aan onze ver
plichtingen te herinneren. Eenheid van denken
zal er nooit zijn.
Wij hebben onze vrijheid van meenings-
uiting en alleen wanneer onze geest aan
banden wordt gelegd, zullen we allen op
dezelfde manier moeten denken. Dit zal
hier echter nooit gebeuren. (Applaus.)
In economisch opzicht schijnen we de crisis
bijna te boven te zijn. De strijd gaat echter
op geestelijk en staatkundig terrein. Daarom
is de staatkundige periode, die we tegemoet
gaan, van zoo groot belang. Spr. maakt dan
eenige opmerkingen over het karakter van ver
gaderingen als die welke hier gehouden wordt.
Een vergadering als deze is bedoeld als
een versterking van de groote gedachte. Wij
strijden tegen geen personen, maar streven
eerlijk en oprecht naar wat zich op zake
lijk maar vooral op geestelijk terrein ver-
eenigt en wij doen dit met te meer over
tuiging naarmate de gevaren grooter zijn.
Hierbij dienen we te bedenken het woord van
Nolens: menigeen is in zijn daden beter dan
Op 2 6 Mei gaat het óók om de
verdediging van het gezin, van zijn
goede en heilige rechten! Gij kunt'
toch weten, wie onversaagd de tolk
bleef van 'n krachtige en werkdadige
gezinspolitiek.
Dat was en is:
Slechts één conclusie is redelijk:
No. 1 VAN LIJST 1.
Kum binnen, jon
gens. Mijn vrouw is naar
de bios; we kunnen dus
'n aardig, rustig avondje
hebben. (Ideas)
men op gezag van zijn beginselen zou verwach
ten. Om het beeld van den strijd te belichten
moet op vier stroomingen gewezen worden.
Eerstens het goddelooze communisme. De
tweede strooming is de levensbeschouwing,
welke op staatkundig terrein alleen het abso
lute leiderschap erkent. Wy dienen te waken
voor onze geestelijke en staatkundige goederen
en te strijden voor het herstel van de orde op
christelijken grondslag.
De door spr. gesignaleerde staatstotaliteit
openbaart zich het duidelijkst in de verhouding
Kerk en Staat. Duidelijk blijkt, hoe valsch de
bewering is dat we alleen door het nationaal-
socialisme van het communisme gered kunnen
worden.
Onder de derde strooming rekent spr. de
aanhangers van een absolute zedelijke norm.
We dienen het woord democratie goed te ver
staan en als katholieken zijn wij nog steeds
voorstanders van een gezonde medezeggen
schap van het volk. Schaepman heeft er den
nadruk op gelegd, hoe het woord democratie
allerminst revolutie beteekent.
Schaepman heeft er ook eens op gewezen, dat
hij de voorkeur geeft aan een goed gefundeer
de staatkundige macht boven een partij, die naar
buiten God belijdt, maar Zijn Kerk vervolgt.
Het hechtste bolwerk eener gezonde democra
tie was en is de R.K.S.P.
De vierde strooming is die der liberale econo
mie. Nogmaals gedachtig het woord van Nolens:
bestrijden wij geen personen, maar wel den val-
schen individualistischen geest, die voortleeft in
de liberale mentaliteit. Daarvoor stellen wij in
de plaats den waren gemeenschapszin, die alleen
in het Christendom zijn voedingsbodem vindt.
Spr. besprak vervolgens de wijze, waaarop wij
De „Queen Mary" dingt weder om naar den "blauwen wimpel
(Van onzen Londenschen correspondent)
Men hoopt, dat de „Queen Mary", die
den 5en Mei New York heeft verlaten met
2006 „Kroningsgasten" aan boord, vijf
dagen daarna, bij aankomst te Southampton,
den „Blauwen Wimpel" weder op de „Nor
mandie" zal hebben heroverd. Dit zou een
mooi kroningsgeschenk zijn voor het ge
heele Engelsche volk, dat zonder naijver het
Fransche schip de tropee heeft zien weg
dragen, maar..., haar toch gaarne zou
terugkrijgen.
Want de „Queen Mary" is een nationaal
troetelkind misschien wel, omdat het met
zooveel smarten ter wereld gebracht werd. De
arbeid immers werd twee jaren lang onder
broken om financieele redenen, terwyi andere
landen, minder rijk, maar ook financieel min
der scrupuleus dan Engeland, groote nieuwe
schepen bouwden met Regeeringssteun. Eerst
nadat de transatlantische diensten der Cunard-
en White Star-maatschappijen ineengesmolten
waren, zoodat van onrechtvaardige bevoordee
ling van één der beide concurreerende onder
nemingen geen sprake meer kon zijn, waren
Regeering en Parlement bereid de voltooiing
der „Queen Mary" door middel van een leening
mogelyk te maken.
Maar ook wanneer dit schip er niet in slagen
mocht het record der „Normandie te slaan,
dan rekent men er toch met stelligheid op dat
in 1938 of 1939 het thans in aanbouw zijnde
zusterschip de prestaties van „Queen Mary",
„Normandie", „Rex" en „Bremen" in de scha
duw zal stellen.
Het is thans in aanbouw op John Brown and
Co's werf te Clydebank, waar ook de „Queen
Mary" het levenslicht aanschouwde. Het
wordt nog prozaïsch aangeduid als No. 552,
maar als het in den herfst van 1938 van stapel
gelaten wordt, zal het waarschijnlijk gedoopt
worden „Queen Elisabeth".
Dit schip zal in vele opzichten van de
„Queen Mary" verschillen. Het zal haar in vele
opzichten overtreffen.
Het is niet mogelijk van te voren nauwkeu
rig den inhoud vast te stellen van een in aan
bouw zijnd schip, maar de 552 zal aanmerkelijk
grooter worden dan de „Queen Mary", die 81.235
ton meet iets minder dan de „Normandie".
Zij zal een lengte krijgen van 1030 voet
d.i. 12 voet meer dan de „Queen Mary". Het
verschil lijkt gering, maar het „kubieke" ver
schil is veel grooter. Zy zal meer passagiers
kunnen vervoeren. Zij zal een grootere snelheid
kunnen ontwikkelen. Eh zy zal anders van
bouw zyn.
Haar romp zal den vorm hebben van dien
van een race-jacht; haar lijnen zullen veel
sierlijker zyn dan die der „Queen Mary". Zij
zal niet drie schoorsteenen hebben, maar twee:
ellipsvormige schoorsteenen van geweldige af
metingen. Inplaats van 24 zullen er slechts 12,
doch zeer groote stoomketels zijn; hierdoor, en
door een geheel anderen bouw van bunkers en
watertanks, zal de ruimte voor passagiers tien
procent grooter zijn.
Zy zal sneller zyn dan eenig ander schip.
Door de plaatsing van olie- en ballast-tanks
is de grootst mogelyke stabiliteit by slecht
weer verzekerd. Proefnemingen, gedaan met
modellen, wettigen de hoop, dat zelfs by de
onstuimige zee het nieuwe schip ternauwer
nood zal overhellen.
Een belangryk deel van de 552 zal gereser
veerd worden voor de z.g. „toeristen-klasse",
welke in het transatlantisch verkeer zulk een
belangryke rol is gaan spelen. Verzekerd wordt
dat deze klasse al wat tot nu toe op dit gebied
gepresteerd wordt ver achter zich zal laten.
Op het oogenblik werken ongeveer 2000 man
aan het schip; het aantal zal in den loop van
den tijd toenemen tot 3500. Het aantal arbei
ders dat, in verschillende deelen van het land,
langer of korter tyd indirect werk heeft in
verband met den bouw van het nieuwe schip,
wordt op 200.000 geschat.
Op de jaarvergadering van de Coöp. Roer-
mondsche Eiermyn te Roermond, die byge-
woond werd door Mr. Dr. L. N. Deckers, mi
nister van Landbouw en Visschery, heeft
Z.Exc. medegedeeld, dat hij voorloopig niet
zal overgaan tot verlaging der restitutie aan
de pluimveehoudery, in verband met de da
ling der monopolieheffing op voederarti
kelen. De restitutie zal voorloopig gehand
haafd blyven op 0.75.
De eventueele verlaging der restitutie zal
geleidelijk geschieden, waarbij de minister
rekening zal houden met de bedrijfsuitkom-
sten der pluimveehouderij. Z.Exc. erkende,
dat een eierprys van 2.30 per 100 stuks
geen loonende bedryfsuitkomsten voor de
pluimveehoudery geeft.
de positieve Christelyke grondslagen onzer sa
menleving hebben te beveiligen.
Ir» dezen verkiezingsstryd moeten wy vooral
door onze houding laten blyken, dat wy in staat
zijn, om te dienen.
Het is van groote beteekenis voor Nederland,
dat na 50 jaar de R.K.S.P. nog rechtop staat,
ongebroken en van verjongde kracht. De vry-
heid van school, radio, pers., enz., laat Neder
land zich niet ontnemen. In den stryd voor het
behoud daarvan staat de R.K.SP. in het voor
ste gelid. Boven alles gaat de waardevrijheid:
de vrijheid der kinderen Gods. Daarom staat in
ons program voorop de bescherming van het
gezin, maatregelen voor de opvoeding der jeugd,
bescherming van het groote gezin, in het bij
zonder op fiscaal gebied, rechtvaardige verdee-
ling der lasten, enz.
Zij, die durven zeggen, dat de Katholieke
Staatspartij de laatste vier jaren niets voor het
groote gezin heeft gedaan, lasteren.
Voldaan zyn wy echter niet. Maar door het
instellen van een commissie is een begin ge
maakt met de voorbereidingen voor een wille
keurige verdeeling der fiscale lasten.
Een ander punt van het program, van actie
is arbeid voor het geheele volk. Ook op het ge
bied der landsverdediging spreekt het program
duidelyk. Het zegt, dat we ons nationaal volks
bestaan niet onder den voet willen laten loopen.
Wat de afdeeling van het bedrijfsleven betreft,
hier zijn wij de meening toegedaan, dat de Staat
slechts heeft toe te zien, dat niemand het alge
meen belang ten bate van eigen voordeel aan
wendt.
De Katholieke Staatsparty is een nationale
partij, die staat te midden van het concrete ge
beuren van het oogenblik. Voor alles is zy een
beginselparty. Gelukkig voor Nederland vindt
zy hierby goede aanknoopingspunten bij ande
ren. Wy willen God dank brengen, zoo besluit
spr., met een Te Deum, dat Hy ons heeft wil
len inlijven in deze partij en dat Hij ons wil
gebruiken in de voorste goederen. Wy zullen
vurig bidden voor onze Koningin, opdat Zy, ge
schraagd door de liefde van een vry volk, on
gerept Haar taak moge blyven vervullen. (Ap
plaus)
Na een korte pauze, gevuld met muziek,
hield rector H. Drost uit Amsterdam een rede
onder den titel: Beschermt het Christendom.
Ook Rector Drost zegt met nadruk, dat de
strijd groot is, omdat het gaat over groote
geestelyke goederen. Wij zijn het geslacht,
waarvan het af zal hangen hoe de wereld er
in de toekomst uit zal zien.
De geschiedenis zal uitwijzen, dat nationaal-
socialisme en communisme de gevaarlykste
stroomingen zyn, die wy gekend hebben.
Men wil een wereld zonder God, maar wy
zullen niet dulden, dat in Utrecht op den Dom
toren, die ons 400 jaar geleden is ontnomen,
de roode vlag geheschen wordt. (Applaus).
In onzen tyd kan de Kerk haar sociale be
ginselen niet verwezenlijken en haar zending
niet vervullen, wanneer zy niet tevens zeg
genschap heeft op politiek terrein. Dat wil
nog niet zeggen, dat Zy zelf aan politiek doet.
De Kerk komt niet op het terrein van den
Staat, maar de Staat komt, zooals we dat zien
in Duitschland, op het terrein van de Kerk.
Onze politiek moet een katholieke politiek zyn
Wy moeten de eenheid bewaren en als priester
durft spr. te beweren, dat de Bisschoppen met
de politieke eenheid de politiek der R. K. S. P.
bedoelen. Wij kunnen niets anders hebben dan
politieke eenheid. Als we die niet hebben zijn
we niet goed katholiek.
Op deze rede volgde daverend applaus. De
voorzitter sprak een kort woord van dank aan
beide sprekers en tot besluit zongen de aan
wezigen: Aan U, o Koning der Eeuwen.
Woensdag was de 55-jarige opperman A.
Deurlo bezig steenen een ladder op te dragen
aan een in de Oudelandschestraat te Tholen in
aanbouw zynd huis, toen de man, waarschijn-
lyk door een duizeling bevangen, van de ladder
viel.
Dokter P. J. Duinker, die spoedig ter plaatse
was, liet den man per brancard naar huis ver
voeren, waar hy eenigen tyd later is overleden.
Op Hemelvaartsdag denken we aan
allerlei... aan roeiwedstrijdenaan
bollenvelden... aan uitstapjes bij
zonnig weer... aan liefdadigheids-in
zamelingen enz. enz. Maar hoeveel
procent der mensehen denkt op dezen
dag aan het geweldige gebeuren der
voortzetting van Paschen, nu de Heer
van leven en dood niet alleen God
bleek Die verrees zooals Hij voorspelde
en dus waarachtig God ivas, maar óók
ten hemel voer uit eigen kracht.
Waarom, waartoe? Om in te gaan in
de glorie en de heerlijkheid, ivélke
Hij door Zijn lijden en dood verdiend
had, maar óók om ons een plaats in
den hemel te bereiden.
Hoe zonnig wordt deze dag door dit
besef. De Verlosser bleek God op
den Paaschmorgen, Hij toont zich
onzen Plaatsbereider in den hemel der
hemelen op HemelvaartsdagOp Hem
vertrouwend komen we eens in het
ons wachtend stralende geluk zonder
einde, dat op dezen morgen ons ge
openbaard is.
Na zeer uitgebreide proefnemingen heeft
thans het departement van Defensie een be
stelling geplaatst van een aantal stuks infan-
terle-geschut by Gebr. Böhler en Co., A. G.
te We enen.
Zooals bekend dient dit geschut voornamelyk
om tankaanvallen af te weren. Verschillende
andere landen hebben reeds dit „Böhler"-in-
fanterie-geschut voor hetzelfde doel aange
schaft.
Dezer dagen heeft de Haagsche rechtbank
vonnis geWezen tegen twee personen, die te
recht hadden gestaan wegens het gelegenheid
geven tot het uitoefenen van hazardspel.
Door een misverstand zijn de uitspraken in
deze zaken verwisseld.
De caféhouder Van G., die een z.g. „trek
tafel" had geëxploiteerd, werd veroordeeld tot
een geldboete van 2.50 subs, één dag hech
tenis. De caféhouder J. L. R„ in wiens café het
z.g. „kurkenbiljart" was bespeeld, werd van
rechtsvervolging ontslagen.
Nederlandsche Zuivelcentrale, 9 Mei t.m. 15
Mei 1937 Consumptiemelk regeeringscontract.
taxegedeelte 5,25 cent, eventueel verhoogd met
premie of verminderd met kwaliteits-afaracht.
Overmelk regeeringsminimumprys 4 cent.
Afdracht bij levering in consumptie van an
dere dan taxemelk 2,50 cent.
Met ingang van 15 Mei 1937 is benoemd tot
burgemeester der gemeente Delfzyl: L. H. van
Julsingha, thans secretaris dier gemeente.
Benoemd is by het hoofdstembureau voor
de verkiezing van de leden van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal: in den kieskring
6, tot plaatsvervangend lid, P. C. Wesseling,
referendaris ter gemeentesecretarie van 's Gra-
venhage; in den kieskring 7, tot lid, H. M. Mar-
kusse, notaris te Leiden.
Toegekend de aan de orde van Oranje-Nas-
sau verbonden eere-medaille, in brons, aan: K.
Feringa, zetter by J. B. Wolters' Uitgevers-
maatschappy N.V., te Groningen.
Ingaande 16 Maart 1937 is aan den adjunct
referendaris der posteryen, telegrafie en tele
fonie G. J. E. Beesel op verzoek eervol ont
slag verleend.
Benoemd tot leeraar in vasten dienst aan de
Ryks H. B. S. te Meppel: G. H. van der Veen,
thans tijd., met gelyktydige toekenning van
eervol ontslag als leeraar aan de R. H. B. S. te
Steenwyk.
De ontvanger der dir. belastingen, enz. J.
Beaufort is verplaatst van het kantoor Sas van
Gent naar het kantoor Helmond en de ont
vanger der dir. belastingen, enz. A. G. van den
Hout van het kantoor der dir. belastingen en
acc, te Groenlo naar het kantoor der dir. bel.
te Roosendaal.
We hadden een kalmen overtocht naar Os
tende, want de mist was opgetrokken en er was
hiaar heel weinig wind. Fraulein was naar de
dameskajuit gegaan, zoodra wij aan boord wa-
f®h, maar ze had ons toegestaan, om op dek te
dlijven, op voorwaarde, dat wy ons telkens eens
vertoonden. Als wij dit deden, vonden wy haar
den regel bezig, een bruisenden drank te
"iengen, dien zij beschreef als een onfeilbaar
hiiddel tegen zeeziekte; maar toen ze zich bij
ons voegde, op het oogenblik, dat we Ostende
binnenvoeren, zag ze er naar uit, of die drank
haar nu toch eens in den steek gelaten had!
Toen wij Ostende verlieten, werd de reis erg
saai en eentonig, want het was al heel gauw
e donker, om iets van het Belgische landschap
e onderscheiden en we hadden al onze onder
werpen van gesprek uitgeput. In den regel zaten
wij zwygend tegenover elkaar, terwyl de trein
oortgleed, zoo nu en dan eens stoppend by
stations, waar wij voor het grootste deel de na-
hien niet van kenden.
Nadat wy Aken hadden verlaten, vielen myn
drie reisgenooten in slaap, maar ik kon haar
voorbeeld niet volgen en amuseerde mij zoo
goed en zoo kwaad als dit ging met de namen
te ontcyferen van de stations, waar wy voorbij
reden.
Wy bereikten Keulen om half twaalf; wij
moesten hier overstappen in een locaaltrein
naar Lüdwig, dat het vierde station was aan
deze baan. Toen wy er stilhielden, zag het er
verlaten uit.
Het was niet meer de moeite waard, om een
taxi te nemen, dus liepen wij het eindje naar
de school, wat ons bepaald opfrischte na dat
lange zitten.
Binnen een paar minuten bereikten wij het
groote, witte huis, dat een eindje van den weg
afstond; in een kamer op de benedenverdieping
brandde licht en de voordeur stond wijd open,
of er vol verlangen op onze komst gewacht
werd.
Terwijl wij het bordes opliepen kwam een
dikke dame het pendant van Fraulein Behn-
ke ons tegemoet, omhelsde ons allen en
vroeg of wij een goede reis hadden gehad. Dit
was Miss Theresa Behnke, de andere van de
gezusters.
Zy ging ons vóór naar een lange, verlaten eet
zaal, waar een overvloedig maal ons wachtte;
maar hoe dringend ze ons ook noodde, we wa
ren te moe, om iets anders te gebruiken dan de
heerlijke warme koffie.
Eenigszins teleurgesteld wees ze ons den weg
naar onze slaapzaal, waar vyftien ledikanten
stonden, waarvan er drie voor ons waren. Ze
omhelsde ons nog eens, verzocht ons, de anderen
niet wakker te maken met ons gepraat en druk
te ons op het hart, dat wy dien volgenden dag
vooral niet zouden opstaan, vóór wy goed uit
gerust waren.
In praten hadden wij ook heelemaal geen zin;
wel keken we nieuwsgierig naar onze kamerge-
nooten, die in den slaap en in het halfduister
allen op elkaar leken. De kamer was heel leeg,
behalve dat er boven ieder bed foto's hingen en
bij enkele een crucifix of een wijwaterbakje.
Alle drie schreiden we enkele tranen, terwyl
we ons stil uitkleedden. Myn beide reisgenootjes
waren al gauw in slaap, maar by my duurde
het een heelen tijd; rusteloos wierp ik my van
de eene zyde op de andere in het smalle, witte
ledikant en overdacht nog eens al het gepas
seerde. Eindelyk en ten slotte viel ik dan toch in
een zwaren slaap zonder droomen.
HOOFDSTUK V
Myn eerste maand in Lüdwig leek my einde
loos! De vreemde taal, de eenvoudige, maar
overvloedige maaltyden, het vroege opstaan
alles was my nieuw; overal moest ik aan wen
nen. Wel werd ik weer erg verlegen, want ik had
de nare gewaarwording, dat ik dan wel heel dom
moest lyken: ik had immers veel te veel moeite
om mij uit te drukken, daar alle lesboeken in
het Duitsch waren en dit op zichzelf al een op
gave was, al was de leerstof dan ook nog zoo
eenvoudig.
Er waren tusschen de zeventig en tachtig
meisjes van alle nationaliteiten op school; veel
Duitschen, een nagenoeg gelyk aantal Fran-
schen en al heel wat Engelschen. Die waren
allen behalve dan de Webstertjes en ik
een aanmerkelijken tijd in Lüdwig en spraken
de taal dus vloeiend.
De meisjes Webster wisten zich veel gemakke-
lyker aan te passen: Ze waren de jongsten uit
een groot gezin en dus wel gewoon aan plagen
en geplaagd te worden, terwijl dit bij mij, in myn
vry eenzaam bestaan, enkel met een oudere en
zooveel wyzere zuster, nagenoeg nooit was voor
gekomen.
Waarschijnlijk juist omdat ik my ook zoo een
zaam en verlaten voelde, dacht ik in die eerste
weken zooveel aan Lynette Walbrook. Ik zag
haar weer vóór mij met haar armoedig, schich
tig uiterlyk en haar dankbaarheid voor een en
kel vriendelyk woord of vriendelijken blik. Ik
lette al eens op, of Penelope in haar brieven
niet eens wat over haar schreef, maar dit deed
zij niet en er haar naar vragen, durfde ik niet.
In het begin van December mochten wy allen
naar Keulen gaan, om daar Kerstpresentjes te
koopen, daar de winkels in Lüdwig al uiterst
primitief waren. Behalve voor mijn familie nam
ik ook enkele kleinigheden voor myn beste ka
meraadjes en een paar Kerstkaarten, om te stu
ren aan bekenden, terwijl ik er Lynette ook met
een gelukkig wilde maken. Hier stond een toe-
passelyk motto op van „Eenzaamheid" en „Ge
brek aan Vrienden", die verzoet werden door
het bezit van „een prettigen kameraad."
Ik bekeek de kaart nog heel dikwyls, eer ik tot
het versturen overging, en sloeg er een stukje
wit papier omheen, waarop ik schreef; „Auf
Wiedersehen. N. C."
Toen deed ik ze gauw op de post, omdat ik
bang was, dat ik er misschien anders van terug
zou komen.
Zoodra ik dit dan ook gedaan had, zou ik ze
wel weer uit de bus genomen willen hebben,
want ik zat in doodelijken angst, dat Penelope
er toch van hooren zou en dat zij dan boos op
mij zou zijn; maar tot mijn onbeschryflyke vol
doening duidde myn zuster er met geen enkel
woord op in de brieven, die ze mij schreef. Als
Lynette geraden had, wie de zendster van de
kaart was, dan had zy dit toch zeker geheel
vóór zich gehouden, waardoor my het verwijt
bespaard werd, dat ik het prestige van mijn
familie te kort had gedaan.
Langzamerhand ging ik wat minder denken
aan Lynette Walbrook, want ik had een school
meisjesachtige vereering opgevat voor een wat
ouder Engelsch meisje Madge Kennedy, een
ware schoonheid, met zwart haar en prachtige,
donkerblauwe oogen. ZÜ bezat ook een groote
bekoorlykheid en iedere man, met wien zy in
aanraking kwam, van den ouden Herr Behnke.
Frauleins vader af, tot den tuinman toe,
was haar aanbiddende slaaf.
Gedurende eenigen tyd schonk zy in het ge
heel geen aandacht aan mijn stille bewondering,
want zy was dikke vriendinnen met Olga Mit-
tendorf, een blonde Duitsche schoone. Nu ging
Olga met Paschen van school en myn trouw
werd beloond, want ik werd nu voortaan haar
vriendin en eerste vertrouwde.
Na een paar weken maakte ze my het com
pliment:
„Ik wist niet, dat je zoo interessant was, Nan!
Je was eerst zoo stil en droomerig en ik was al
bang, dat je wat verwaand was, maar ik vind
je eigenlyk nog veel aardiger dan Olga. Zy was
wat dom en te nuchter, om eenig gevoel voor
het romantische te hebben."
„Ik houd zooveel van je Madge," luidde myn
geestdriftig antwoord, „dat ik jou gedachten en
gevoelens meedeel, waar ik nog nooit met
iemand over gesproken heb."
Het was een natte middag en wij hadden
düetten ingestudeerd, maar waren ongemerkt in
een vertrouwelijk gesprek overgegaan.
Madge had mij vele van haar „hartsgehei
men" verteld en mij toen naar mijn romantische
ervaringen gevraagd. Ik moest wel erkennen,
dat geen man mij ooit in het minst het hof ge
maakt had, maar door haar vurige belangstel
ling liet ik mij verleiden, om haar te vertellen
van mijn droomerijen betreffende Lord Wes-
thorpe en mijn verlangen naar zijn terugkeer.
Zij deed mij heel wat vragen over zyn persoon
en zyn bezittingen.
„Als je nu weer thuis komt, zal je zien, dat
hy teruggekeerd is," profeteerde zy. „Iemand zal
hem een groot fortuin nagelaten hebben en hy
zal liefde voor je opvatten, omdat je zoo goed
en zoo braaf bent."
„Nu, Madge, voor my zal hy nooit liefde op
vatten. Ik begrijp heel goed, dat ik voor zoo n
man geen aantrekkelijkheid bezit. Maar als hy
ooit thuis komt, dan zal ik jou te logeeren vra
gen, want jij zou juist de geschikte vrouw zyn
voor de hooge positie, die hij je kan bieden."
(Wordt vervolgd)