De katholieken en de verkiezingen NOG 20 DAGEN VOOR DE VERKIEZINGEN! Zal de „Queen Mary" den blauwen wimpel heroveren? WIE WAS (DE UITVERKORENE?) DONDERDAG 6 MEI 1937 MASSALE MEETING TE UTRECHT Een eerlijke strijd Schip heeft 2000 kronings- gasten" aan boord Romp heeft den vorm van een race-jacht Steun pluimveehouderij Sjaar het encelsch™ Redevoering van den voorzitter der R.K.S.P., mr. C. M. J. F. Goseling Rede v. d. heer G. H. v. Spanje Onze verplichting Rede mr. Goseling DE R.K. STAATSPARTIJ! Op de werf te Clydebank is thans een schip in aanbouw, dat alle oceaanreuzen zal overtreffen Voorloopig geen verlaging van restitutie Ongebroken Beschermt het Christendom DOODELIJKE VAL Hemelvaart INFANTERIE-GESCHUT VOOR ONS LEGER Kurkenbiljart geen, trektafel wel hazardspel Consumptiemelk UIT DE STAATSCOURANT Burgemeester Hoofdstembureau Onderscheiding Posterijen Onderwijs Belastingen Woensdagavond vereenigden zich de Katholieken van Utrecht in de groote zaal van „Tivoli", waar een propaganda-verga- dering van de K.K. Staatsparty werd ge houden. Het was echter niet alleen een de- monstreeren van de Katholieke eenheid, een nog eens willen beluisteren uit den mond van vooraanstaande sprekers, hoe wij bij de aanstaande Tweede-Kamerver kiezingen onzen plicht hebben te vervullen, neen, deze bijeenkomst had tevens een meer stemmig en plechtig karakter door de herdenking van een bijzonder gewichtige gebeurtenis. Dezen dag was het immers juist veertig jaar geleden, dat te Utrecht de eigenlijke grondslag werd gelegd voor de R.K. Staats partij en dr. Schaepman op dezelfde plaats waar nu vergaderd werd de katholieke kie zers met zijn machtig en welluidend woord toesprak! De belangstelling voor deze vergadering was Zeer groot. Vrijwel alle plaatsen waren bezet. Op het podium hadden de besturen van de kiesvereenigingen uit den Rijkskieskring Utrecht en van de plaatselijke kiesvereeniging Plaats genomen alsmede eenige autoriteiten. Van hen noemen we o.m. den officiaal van het Aartsbisdom, den hoogeerw. heer P. H. van der Loo, den deken van Utrecht, den hoogeerw. heer Th. J. M. Knuvelder, het Eerste Kamer - kd a. C. de Bruyn, de Tweede Kamerleden J- G. Suring en C. J. Kuipers, voorts pater mr. dr. d. Beaufort O.F.M., mr. H. de Vink, lid Van Gedep. Staten van Utrecht en de wethou ders H. A. Bekker en G. Z. Zegers. De Vicaris- Generaal van het Aartsbisdom had bericht van Verhindering gezonden. De vergadering werd geleid door het lid ran Ged. Staten, den neer G. H. J. v. Span je, voorzitter van de R.K. Kiesvereeniging in den Rijkskieskring Utrecht, die in samen werking met de plaat selijke kiesvereeniging Utrecht deze bijeen komst had georgani seerd. Op deze plaats, in G. H. J. van Spanje ieze zaal waaraan voor de Katholieken van Utrecht zulke belangrijke herinneringen zijn Verbonden, en juist op dezen dag, 5 Mei 1937, herdenken wij een gebeurtenis van groote be tekenis in het politieke leven der Katholieken van Nederland, zoo begon de voorzitter zijn vede. Want op den dag af veertig jaar geleden, 5 Mei 1897, kwamen in deze zaal bijeen afge vaardigden van alle katholieke kiesvereenigin gen in den lande, tot deze vergadering opge roepen door de vereeniging van Katholieke Kamerleden. Nadat de heer Van Spanje zijn openingsrede had uitgesproken speelde de nieuwe harmonie St. Cecilia, die op dezen avond haar gewaar deerde medewerking verleende, het Wilhelmus Net woord was daarna aan mr. C. Goseling, Voorzitter der R. K. S. P. en lid der Tweede Kamer, E>aar kwam dr. Schaepman aan het woord. En na zijn rede nam de vergadering met «effende eensgezindheid een motie aan, waarbij le. het program van de katholieke leden der fweede Kamer, vastgesteld te Utrecht op 20 October 1896 werd aanvaard en bekrachtigd; 2e. de zelfstandigheid der Katholieke Staats partij ten volle werd erkend; 3e. uit overweging dat door de algemeene ver kiezingen over de geheele richting onzer staat kunde voor de naastvolgende toekomst wordt beslist, dat zoowel in het program van beginse- als in het program van actie der A.R. Partij ele punten van overeenstemming te vinden ZlJn met het katholieke program, werd beslo- en: de katholieke kiesvereenigingen dringend ht te noodigen in overleg te treden met de Kiesvereenigingen, ten einde bij eerste temming hun steun te kunnen geven aan de candidaten in die districten, waar zulks u algemeenen nutte noodig scheen. Dat waren belangrijke besluiten, beslissend oor de geheele richting der staatkunde in ons bd voor verre toekomst. ®n wat een zegenrijke gevolgen hebben zij kenad. Dat was het groote werk van onzen eminen- h Schaepman. Een groote daad ook van onze voorgangers op het politiek terrein. Een daad van moed, tegen alle kleinzieligheid in. Een daad vooral van hooge wijsheid, die bo ven al de kleine belangen waarover men strijd voerde, het allergrootste belang: de heerschap pij van het christelijke beginsel ophief. Een gebeurtenis ten volle waard om eerbiedig te gedenken. Voor onzen geest rijzen verder op al die uit zonderlijke verdiensten, die dr. Schaepman zich voor ons vaderland en de Katholieke Staats partij heeft verworven. Steeds het hoogste doel voor oogen houdende, heeft hij door zijn wijs heid het gezag der Katholieke politiek voort durend doen stijgen. Laten wij zijn nagedachtenis onverminderd in eerbiedige en dankbare eere houden. Maar wij herdenken niet alleen. Wy spreken niet alleen onze dankbaarheid uit voor wat dr. Schaepman, zijn medewerkers en volgelin gen onze voorgangers door hun moeizamen inzichtelijken arbeid hebben bereikt. Een arbeid, waarvan wij thans de heerlijke vruchten plukker^ Zie om U heen over de geheele wereld en laten wij God danken, dat wij hier in ons va derland, trots allen stoffelijken nood, in zoo uitzonderlijk gezegende omstandigheden leven. Wij willen de verplichting, die op ons rust, om ongerept te bewaren wat wij zonder eigen inspanning van onze voorgangers hebben ont vangen, aanvaarden met volle toewijding. Dankbaarheid en klaar inzicht gebieden ons het lichtende spoor van dr. Schaepman te volgen. Maar zie: grooter nog en dreigender dan voor veertig jaar zijn thans de gevaren, die ons van allen kant omringen. Nog meer dan toen, zijn wijsheid en stand vastigheid heden noodzakelijk. Nog meer dan destijds moeten thans de hoogste geestelijke belangen hoog boven al 't andere hoe gewichtig ook op zich zelf worden verheven en verdedigd. Juist op onze heiligste goederen richt zich de aanval van alle zijden. Kunnen wij in dezen monsterachtigen strijd wel stand houden? Ja, dat kunnen wij met Gods onmisbare hulp. Op voorwaarde: dat wij allen, zonder uit zondering, eendrachtig den goeden strijd wil len strijden. Op voorwaarde: dat wij ons vrij maken van alle kleinzieligheid en benauwdheid om allerlei persoonlijke en groepsbelangen. Op voorwaarde, dat wij trots allen stoffelijken nood onze heiligste en hoogste goederen hoog boven alles uit verheffen en verdedigen. Dat kunnen wij hier in ons gezegend vader land, onder de regeering van onze geëerbiedig de Koningin, door ook nu bij de komende ver kiezingen van onze rechten goed en ten volle gebruik te maken. Dat willen wij ook eens gezind. En dan vinden wij in den strijd aan onze zijde al die goede medeburgers, die met ons God als het hoogste Goed erkennen. En evenals voor veertig jaar mogen wij hen als onze natuurlijke bondgenooten erkennen en eeren. Handelen wij zóó, in den geest en op het voorbeeld van onzen grooten wegbereider dr. Schaepman, dan moeten en zullen wij er ook in slagen het erfdeel onzer Vaderen onge rept te handhaven en te bewaren. Dat geve God! De heer Goseling begon met er op te wij zen, dat Utrecht vaak een belangrijk middel punt is geweest van het politieke leven. Dit wil echter niet zeggen, dat iedere partij in Utrecht gesticht, een victorie zal kraaien. Het schip, aldus spr., vaart alleen veilig, wanneer we God aan boord hebben. Gezamen lijk hebben wij een taak, maar die moeten wij eerst kennen. Wij kunnen ons op onze taak op 26 Mei voorbereiden door onszelf aan onze ver plichtingen te herinneren. Eenheid van denken zal er nooit zijn. Wij hebben onze vrijheid van meenings- uiting en alleen wanneer onze geest aan banden wordt gelegd, zullen we allen op dezelfde manier moeten denken. Dit zal hier echter nooit gebeuren. (Applaus.) In economisch opzicht schijnen we de crisis bijna te boven te zijn. De strijd gaat echter op geestelijk en staatkundig terrein. Daarom is de staatkundige periode, die we tegemoet gaan, van zoo groot belang. Spr. maakt dan eenige opmerkingen over het karakter van ver gaderingen als die welke hier gehouden wordt. Een vergadering als deze is bedoeld als een versterking van de groote gedachte. Wij strijden tegen geen personen, maar streven eerlijk en oprecht naar wat zich op zake lijk maar vooral op geestelijk terrein ver- eenigt en wij doen dit met te meer over tuiging naarmate de gevaren grooter zijn. Hierbij dienen we te bedenken het woord van Nolens: menigeen is in zijn daden beter dan Op 2 6 Mei gaat het óók om de verdediging van het gezin, van zijn goede en heilige rechten! Gij kunt' toch weten, wie onversaagd de tolk bleef van 'n krachtige en werkdadige gezinspolitiek. Dat was en is: Slechts één conclusie is redelijk: No. 1 VAN LIJST 1. Kum binnen, jon gens. Mijn vrouw is naar de bios; we kunnen dus 'n aardig, rustig avondje hebben. (Ideas) men op gezag van zijn beginselen zou verwach ten. Om het beeld van den strijd te belichten moet op vier stroomingen gewezen worden. Eerstens het goddelooze communisme. De tweede strooming is de levensbeschouwing, welke op staatkundig terrein alleen het abso lute leiderschap erkent. Wy dienen te waken voor onze geestelijke en staatkundige goederen en te strijden voor het herstel van de orde op christelijken grondslag. De door spr. gesignaleerde staatstotaliteit openbaart zich het duidelijkst in de verhouding Kerk en Staat. Duidelijk blijkt, hoe valsch de bewering is dat we alleen door het nationaal- socialisme van het communisme gered kunnen worden. Onder de derde strooming rekent spr. de aanhangers van een absolute zedelijke norm. We dienen het woord democratie goed te ver staan en als katholieken zijn wij nog steeds voorstanders van een gezonde medezeggen schap van het volk. Schaepman heeft er den nadruk op gelegd, hoe het woord democratie allerminst revolutie beteekent. Schaepman heeft er ook eens op gewezen, dat hij de voorkeur geeft aan een goed gefundeer de staatkundige macht boven een partij, die naar buiten God belijdt, maar Zijn Kerk vervolgt. Het hechtste bolwerk eener gezonde democra tie was en is de R.K.S.P. De vierde strooming is die der liberale econo mie. Nogmaals gedachtig het woord van Nolens: bestrijden wij geen personen, maar wel den val- schen individualistischen geest, die voortleeft in de liberale mentaliteit. Daarvoor stellen wij in de plaats den waren gemeenschapszin, die alleen in het Christendom zijn voedingsbodem vindt. Spr. besprak vervolgens de wijze, waaarop wij De „Queen Mary" dingt weder om naar den "blauwen wimpel (Van onzen Londenschen correspondent) Men hoopt, dat de „Queen Mary", die den 5en Mei New York heeft verlaten met 2006 „Kroningsgasten" aan boord, vijf dagen daarna, bij aankomst te Southampton, den „Blauwen Wimpel" weder op de „Nor mandie" zal hebben heroverd. Dit zou een mooi kroningsgeschenk zijn voor het ge heele Engelsche volk, dat zonder naijver het Fransche schip de tropee heeft zien weg dragen, maar..., haar toch gaarne zou terugkrijgen. Want de „Queen Mary" is een nationaal troetelkind misschien wel, omdat het met zooveel smarten ter wereld gebracht werd. De arbeid immers werd twee jaren lang onder broken om financieele redenen, terwyi andere landen, minder rijk, maar ook financieel min der scrupuleus dan Engeland, groote nieuwe schepen bouwden met Regeeringssteun. Eerst nadat de transatlantische diensten der Cunard- en White Star-maatschappijen ineengesmolten waren, zoodat van onrechtvaardige bevoordee ling van één der beide concurreerende onder nemingen geen sprake meer kon zijn, waren Regeering en Parlement bereid de voltooiing der „Queen Mary" door middel van een leening mogelyk te maken. Maar ook wanneer dit schip er niet in slagen mocht het record der „Normandie te slaan, dan rekent men er toch met stelligheid op dat in 1938 of 1939 het thans in aanbouw zijnde zusterschip de prestaties van „Queen Mary", „Normandie", „Rex" en „Bremen" in de scha duw zal stellen. Het is thans in aanbouw op John Brown and Co's werf te Clydebank, waar ook de „Queen Mary" het levenslicht aanschouwde. Het wordt nog prozaïsch aangeduid als No. 552, maar als het in den herfst van 1938 van stapel gelaten wordt, zal het waarschijnlijk gedoopt worden „Queen Elisabeth". Dit schip zal in vele opzichten van de „Queen Mary" verschillen. Het zal haar in vele opzichten overtreffen. Het is niet mogelijk van te voren nauwkeu rig den inhoud vast te stellen van een in aan bouw zijnd schip, maar de 552 zal aanmerkelijk grooter worden dan de „Queen Mary", die 81.235 ton meet iets minder dan de „Normandie". Zij zal een lengte krijgen van 1030 voet d.i. 12 voet meer dan de „Queen Mary". Het verschil lijkt gering, maar het „kubieke" ver schil is veel grooter. Zy zal meer passagiers kunnen vervoeren. Zij zal een grootere snelheid kunnen ontwikkelen. Eh zy zal anders van bouw zyn. Haar romp zal den vorm hebben van dien van een race-jacht; haar lijnen zullen veel sierlijker zyn dan die der „Queen Mary". Zij zal niet drie schoorsteenen hebben, maar twee: ellipsvormige schoorsteenen van geweldige af metingen. Inplaats van 24 zullen er slechts 12, doch zeer groote stoomketels zijn; hierdoor, en door een geheel anderen bouw van bunkers en watertanks, zal de ruimte voor passagiers tien procent grooter zijn. Zy zal sneller zyn dan eenig ander schip. Door de plaatsing van olie- en ballast-tanks is de grootst mogelyke stabiliteit by slecht weer verzekerd. Proefnemingen, gedaan met modellen, wettigen de hoop, dat zelfs by de onstuimige zee het nieuwe schip ternauwer nood zal overhellen. Een belangryk deel van de 552 zal gereser veerd worden voor de z.g. „toeristen-klasse", welke in het transatlantisch verkeer zulk een belangryke rol is gaan spelen. Verzekerd wordt dat deze klasse al wat tot nu toe op dit gebied gepresteerd wordt ver achter zich zal laten. Op het oogenblik werken ongeveer 2000 man aan het schip; het aantal zal in den loop van den tijd toenemen tot 3500. Het aantal arbei ders dat, in verschillende deelen van het land, langer of korter tyd indirect werk heeft in verband met den bouw van het nieuwe schip, wordt op 200.000 geschat. Op de jaarvergadering van de Coöp. Roer- mondsche Eiermyn te Roermond, die byge- woond werd door Mr. Dr. L. N. Deckers, mi nister van Landbouw en Visschery, heeft Z.Exc. medegedeeld, dat hij voorloopig niet zal overgaan tot verlaging der restitutie aan de pluimveehoudery, in verband met de da ling der monopolieheffing op voederarti kelen. De restitutie zal voorloopig gehand haafd blyven op 0.75. De eventueele verlaging der restitutie zal geleidelijk geschieden, waarbij de minister rekening zal houden met de bedrijfsuitkom- sten der pluimveehouderij. Z.Exc. erkende, dat een eierprys van 2.30 per 100 stuks geen loonende bedryfsuitkomsten voor de pluimveehoudery geeft. de positieve Christelyke grondslagen onzer sa menleving hebben te beveiligen. Ir» dezen verkiezingsstryd moeten wy vooral door onze houding laten blyken, dat wy in staat zijn, om te dienen. Het is van groote beteekenis voor Nederland, dat na 50 jaar de R.K.S.P. nog rechtop staat, ongebroken en van verjongde kracht. De vry- heid van school, radio, pers., enz., laat Neder land zich niet ontnemen. In den stryd voor het behoud daarvan staat de R.K.SP. in het voor ste gelid. Boven alles gaat de waardevrijheid: de vrijheid der kinderen Gods. Daarom staat in ons program voorop de bescherming van het gezin, maatregelen voor de opvoeding der jeugd, bescherming van het groote gezin, in het bij zonder op fiscaal gebied, rechtvaardige verdee- ling der lasten, enz. Zij, die durven zeggen, dat de Katholieke Staatspartij de laatste vier jaren niets voor het groote gezin heeft gedaan, lasteren. Voldaan zyn wy echter niet. Maar door het instellen van een commissie is een begin ge maakt met de voorbereidingen voor een wille keurige verdeeling der fiscale lasten. Een ander punt van het program, van actie is arbeid voor het geheele volk. Ook op het ge bied der landsverdediging spreekt het program duidelyk. Het zegt, dat we ons nationaal volks bestaan niet onder den voet willen laten loopen. Wat de afdeeling van het bedrijfsleven betreft, hier zijn wij de meening toegedaan, dat de Staat slechts heeft toe te zien, dat niemand het alge meen belang ten bate van eigen voordeel aan wendt. De Katholieke Staatsparty is een nationale partij, die staat te midden van het concrete ge beuren van het oogenblik. Voor alles is zy een beginselparty. Gelukkig voor Nederland vindt zy hierby goede aanknoopingspunten bij ande ren. Wy willen God dank brengen, zoo besluit spr., met een Te Deum, dat Hy ons heeft wil len inlijven in deze partij en dat Hij ons wil gebruiken in de voorste goederen. Wy zullen vurig bidden voor onze Koningin, opdat Zy, ge schraagd door de liefde van een vry volk, on gerept Haar taak moge blyven vervullen. (Ap plaus) Na een korte pauze, gevuld met muziek, hield rector H. Drost uit Amsterdam een rede onder den titel: Beschermt het Christendom. Ook Rector Drost zegt met nadruk, dat de strijd groot is, omdat het gaat over groote geestelyke goederen. Wij zijn het geslacht, waarvan het af zal hangen hoe de wereld er in de toekomst uit zal zien. De geschiedenis zal uitwijzen, dat nationaal- socialisme en communisme de gevaarlykste stroomingen zyn, die wy gekend hebben. Men wil een wereld zonder God, maar wy zullen niet dulden, dat in Utrecht op den Dom toren, die ons 400 jaar geleden is ontnomen, de roode vlag geheschen wordt. (Applaus). In onzen tyd kan de Kerk haar sociale be ginselen niet verwezenlijken en haar zending niet vervullen, wanneer zy niet tevens zeg genschap heeft op politiek terrein. Dat wil nog niet zeggen, dat Zy zelf aan politiek doet. De Kerk komt niet op het terrein van den Staat, maar de Staat komt, zooals we dat zien in Duitschland, op het terrein van de Kerk. Onze politiek moet een katholieke politiek zyn Wy moeten de eenheid bewaren en als priester durft spr. te beweren, dat de Bisschoppen met de politieke eenheid de politiek der R. K. S. P. bedoelen. Wij kunnen niets anders hebben dan politieke eenheid. Als we die niet hebben zijn we niet goed katholiek. Op deze rede volgde daverend applaus. De voorzitter sprak een kort woord van dank aan beide sprekers en tot besluit zongen de aan wezigen: Aan U, o Koning der Eeuwen. Woensdag was de 55-jarige opperman A. Deurlo bezig steenen een ladder op te dragen aan een in de Oudelandschestraat te Tholen in aanbouw zynd huis, toen de man, waarschijn- lyk door een duizeling bevangen, van de ladder viel. Dokter P. J. Duinker, die spoedig ter plaatse was, liet den man per brancard naar huis ver voeren, waar hy eenigen tyd later is overleden. Op Hemelvaartsdag denken we aan allerlei... aan roeiwedstrijdenaan bollenvelden... aan uitstapjes bij zonnig weer... aan liefdadigheids-in zamelingen enz. enz. Maar hoeveel procent der mensehen denkt op dezen dag aan het geweldige gebeuren der voortzetting van Paschen, nu de Heer van leven en dood niet alleen God bleek Die verrees zooals Hij voorspelde en dus waarachtig God ivas, maar óók ten hemel voer uit eigen kracht. Waarom, waartoe? Om in te gaan in de glorie en de heerlijkheid, ivélke Hij door Zijn lijden en dood verdiend had, maar óók om ons een plaats in den hemel te bereiden. Hoe zonnig wordt deze dag door dit besef. De Verlosser bleek God op den Paaschmorgen, Hij toont zich onzen Plaatsbereider in den hemel der hemelen op HemelvaartsdagOp Hem vertrouwend komen we eens in het ons wachtend stralende geluk zonder einde, dat op dezen morgen ons ge openbaard is. Na zeer uitgebreide proefnemingen heeft thans het departement van Defensie een be stelling geplaatst van een aantal stuks infan- terle-geschut by Gebr. Böhler en Co., A. G. te We enen. Zooals bekend dient dit geschut voornamelyk om tankaanvallen af te weren. Verschillende andere landen hebben reeds dit „Böhler"-in- fanterie-geschut voor hetzelfde doel aange schaft. Dezer dagen heeft de Haagsche rechtbank vonnis geWezen tegen twee personen, die te recht hadden gestaan wegens het gelegenheid geven tot het uitoefenen van hazardspel. Door een misverstand zijn de uitspraken in deze zaken verwisseld. De caféhouder Van G., die een z.g. „trek tafel" had geëxploiteerd, werd veroordeeld tot een geldboete van 2.50 subs, één dag hech tenis. De caféhouder J. L. R„ in wiens café het z.g. „kurkenbiljart" was bespeeld, werd van rechtsvervolging ontslagen. Nederlandsche Zuivelcentrale, 9 Mei t.m. 15 Mei 1937 Consumptiemelk regeeringscontract. taxegedeelte 5,25 cent, eventueel verhoogd met premie of verminderd met kwaliteits-afaracht. Overmelk regeeringsminimumprys 4 cent. Afdracht bij levering in consumptie van an dere dan taxemelk 2,50 cent. Met ingang van 15 Mei 1937 is benoemd tot burgemeester der gemeente Delfzyl: L. H. van Julsingha, thans secretaris dier gemeente. Benoemd is by het hoofdstembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal: in den kieskring 6, tot plaatsvervangend lid, P. C. Wesseling, referendaris ter gemeentesecretarie van 's Gra- venhage; in den kieskring 7, tot lid, H. M. Mar- kusse, notaris te Leiden. Toegekend de aan de orde van Oranje-Nas- sau verbonden eere-medaille, in brons, aan: K. Feringa, zetter by J. B. Wolters' Uitgevers- maatschappy N.V., te Groningen. Ingaande 16 Maart 1937 is aan den adjunct referendaris der posteryen, telegrafie en tele fonie G. J. E. Beesel op verzoek eervol ont slag verleend. Benoemd tot leeraar in vasten dienst aan de Ryks H. B. S. te Meppel: G. H. van der Veen, thans tijd., met gelyktydige toekenning van eervol ontslag als leeraar aan de R. H. B. S. te Steenwyk. De ontvanger der dir. belastingen, enz. J. Beaufort is verplaatst van het kantoor Sas van Gent naar het kantoor Helmond en de ont vanger der dir. belastingen, enz. A. G. van den Hout van het kantoor der dir. belastingen en acc, te Groenlo naar het kantoor der dir. bel. te Roosendaal. We hadden een kalmen overtocht naar Os tende, want de mist was opgetrokken en er was hiaar heel weinig wind. Fraulein was naar de dameskajuit gegaan, zoodra wij aan boord wa- f®h, maar ze had ons toegestaan, om op dek te dlijven, op voorwaarde, dat wy ons telkens eens vertoonden. Als wij dit deden, vonden wy haar den regel bezig, een bruisenden drank te "iengen, dien zij beschreef als een onfeilbaar hiiddel tegen zeeziekte; maar toen ze zich bij ons voegde, op het oogenblik, dat we Ostende binnenvoeren, zag ze er naar uit, of die drank haar nu toch eens in den steek gelaten had! Toen wij Ostende verlieten, werd de reis erg saai en eentonig, want het was al heel gauw e donker, om iets van het Belgische landschap e onderscheiden en we hadden al onze onder werpen van gesprek uitgeput. In den regel zaten wij zwygend tegenover elkaar, terwyl de trein oortgleed, zoo nu en dan eens stoppend by stations, waar wij voor het grootste deel de na- hien niet van kenden. Nadat wy Aken hadden verlaten, vielen myn drie reisgenooten in slaap, maar ik kon haar voorbeeld niet volgen en amuseerde mij zoo goed en zoo kwaad als dit ging met de namen te ontcyferen van de stations, waar wy voorbij reden. Wy bereikten Keulen om half twaalf; wij moesten hier overstappen in een locaaltrein naar Lüdwig, dat het vierde station was aan deze baan. Toen wy er stilhielden, zag het er verlaten uit. Het was niet meer de moeite waard, om een taxi te nemen, dus liepen wij het eindje naar de school, wat ons bepaald opfrischte na dat lange zitten. Binnen een paar minuten bereikten wij het groote, witte huis, dat een eindje van den weg afstond; in een kamer op de benedenverdieping brandde licht en de voordeur stond wijd open, of er vol verlangen op onze komst gewacht werd. Terwijl wij het bordes opliepen kwam een dikke dame het pendant van Fraulein Behn- ke ons tegemoet, omhelsde ons allen en vroeg of wij een goede reis hadden gehad. Dit was Miss Theresa Behnke, de andere van de gezusters. Zy ging ons vóór naar een lange, verlaten eet zaal, waar een overvloedig maal ons wachtte; maar hoe dringend ze ons ook noodde, we wa ren te moe, om iets anders te gebruiken dan de heerlijke warme koffie. Eenigszins teleurgesteld wees ze ons den weg naar onze slaapzaal, waar vyftien ledikanten stonden, waarvan er drie voor ons waren. Ze omhelsde ons nog eens, verzocht ons, de anderen niet wakker te maken met ons gepraat en druk te ons op het hart, dat wy dien volgenden dag vooral niet zouden opstaan, vóór wy goed uit gerust waren. In praten hadden wij ook heelemaal geen zin; wel keken we nieuwsgierig naar onze kamerge- nooten, die in den slaap en in het halfduister allen op elkaar leken. De kamer was heel leeg, behalve dat er boven ieder bed foto's hingen en bij enkele een crucifix of een wijwaterbakje. Alle drie schreiden we enkele tranen, terwyl we ons stil uitkleedden. Myn beide reisgenootjes waren al gauw in slaap, maar by my duurde het een heelen tijd; rusteloos wierp ik my van de eene zyde op de andere in het smalle, witte ledikant en overdacht nog eens al het gepas seerde. Eindelyk en ten slotte viel ik dan toch in een zwaren slaap zonder droomen. HOOFDSTUK V Myn eerste maand in Lüdwig leek my einde loos! De vreemde taal, de eenvoudige, maar overvloedige maaltyden, het vroege opstaan alles was my nieuw; overal moest ik aan wen nen. Wel werd ik weer erg verlegen, want ik had de nare gewaarwording, dat ik dan wel heel dom moest lyken: ik had immers veel te veel moeite om mij uit te drukken, daar alle lesboeken in het Duitsch waren en dit op zichzelf al een op gave was, al was de leerstof dan ook nog zoo eenvoudig. Er waren tusschen de zeventig en tachtig meisjes van alle nationaliteiten op school; veel Duitschen, een nagenoeg gelyk aantal Fran- schen en al heel wat Engelschen. Die waren allen behalve dan de Webstertjes en ik een aanmerkelijken tijd in Lüdwig en spraken de taal dus vloeiend. De meisjes Webster wisten zich veel gemakke- lyker aan te passen: Ze waren de jongsten uit een groot gezin en dus wel gewoon aan plagen en geplaagd te worden, terwijl dit bij mij, in myn vry eenzaam bestaan, enkel met een oudere en zooveel wyzere zuster, nagenoeg nooit was voor gekomen. Waarschijnlijk juist omdat ik my ook zoo een zaam en verlaten voelde, dacht ik in die eerste weken zooveel aan Lynette Walbrook. Ik zag haar weer vóór mij met haar armoedig, schich tig uiterlyk en haar dankbaarheid voor een en kel vriendelyk woord of vriendelijken blik. Ik lette al eens op, of Penelope in haar brieven niet eens wat over haar schreef, maar dit deed zij niet en er haar naar vragen, durfde ik niet. In het begin van December mochten wy allen naar Keulen gaan, om daar Kerstpresentjes te koopen, daar de winkels in Lüdwig al uiterst primitief waren. Behalve voor mijn familie nam ik ook enkele kleinigheden voor myn beste ka meraadjes en een paar Kerstkaarten, om te stu ren aan bekenden, terwijl ik er Lynette ook met een gelukkig wilde maken. Hier stond een toe- passelyk motto op van „Eenzaamheid" en „Ge brek aan Vrienden", die verzoet werden door het bezit van „een prettigen kameraad." Ik bekeek de kaart nog heel dikwyls, eer ik tot het versturen overging, en sloeg er een stukje wit papier omheen, waarop ik schreef; „Auf Wiedersehen. N. C." Toen deed ik ze gauw op de post, omdat ik bang was, dat ik er misschien anders van terug zou komen. Zoodra ik dit dan ook gedaan had, zou ik ze wel weer uit de bus genomen willen hebben, want ik zat in doodelijken angst, dat Penelope er toch van hooren zou en dat zij dan boos op mij zou zijn; maar tot mijn onbeschryflyke vol doening duidde myn zuster er met geen enkel woord op in de brieven, die ze mij schreef. Als Lynette geraden had, wie de zendster van de kaart was, dan had zy dit toch zeker geheel vóór zich gehouden, waardoor my het verwijt bespaard werd, dat ik het prestige van mijn familie te kort had gedaan. Langzamerhand ging ik wat minder denken aan Lynette Walbrook, want ik had een school meisjesachtige vereering opgevat voor een wat ouder Engelsch meisje Madge Kennedy, een ware schoonheid, met zwart haar en prachtige, donkerblauwe oogen. ZÜ bezat ook een groote bekoorlykheid en iedere man, met wien zy in aanraking kwam, van den ouden Herr Behnke. Frauleins vader af, tot den tuinman toe, was haar aanbiddende slaaf. Gedurende eenigen tyd schonk zy in het ge heel geen aandacht aan mijn stille bewondering, want zy was dikke vriendinnen met Olga Mit- tendorf, een blonde Duitsche schoone. Nu ging Olga met Paschen van school en myn trouw werd beloond, want ik werd nu voortaan haar vriendin en eerste vertrouwde. Na een paar weken maakte ze my het com pliment: „Ik wist niet, dat je zoo interessant was, Nan! Je was eerst zoo stil en droomerig en ik was al bang, dat je wat verwaand was, maar ik vind je eigenlyk nog veel aardiger dan Olga. Zy was wat dom en te nuchter, om eenig gevoel voor het romantische te hebben." „Ik houd zooveel van je Madge," luidde myn geestdriftig antwoord, „dat ik jou gedachten en gevoelens meedeel, waar ik nog nooit met iemand over gesproken heb." Het was een natte middag en wij hadden düetten ingestudeerd, maar waren ongemerkt in een vertrouwelijk gesprek overgegaan. Madge had mij vele van haar „hartsgehei men" verteld en mij toen naar mijn romantische ervaringen gevraagd. Ik moest wel erkennen, dat geen man mij ooit in het minst het hof ge maakt had, maar door haar vurige belangstel ling liet ik mij verleiden, om haar te vertellen van mijn droomerijen betreffende Lord Wes- thorpe en mijn verlangen naar zijn terugkeer. Zij deed mij heel wat vragen over zyn persoon en zyn bezittingen. „Als je nu weer thuis komt, zal je zien, dat hy teruggekeerd is," profeteerde zy. „Iemand zal hem een groot fortuin nagelaten hebben en hy zal liefde voor je opvatten, omdat je zoo goed en zoo braaf bent." „Nu, Madge, voor my zal hy nooit liefde op vatten. Ik begrijp heel goed, dat ik voor zoo n man geen aantrekkelijkheid bezit. Maar als hy ooit thuis komt, dan zal ik jou te logeeren vra gen, want jij zou juist de geschikte vrouw zyn voor de hooge positie, die hij je kan bieden." (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 3