Victoria, Md mïdaal can den dag Het Zeemonster van Na, verschrikkingen! Nieuwe verrassing van Treffers? MIVA krachtig MISSIE machtig Een week Sport en spel FEIJENOORD HEEFT DEN BUIT IN ZIJN BEREIK ss ZATERDAG 8 MEI 1937 De Zalige Plunket Spoedige heiligverklaring? VAN HET KATHOLIEKE KAMP G.V.O. bijna eerste klasser Als ik op tijd naar bed toev ga, dan krijg ik altijd van mijn ma als troost biscuits of chocola: *- 1 K.N.V.B. Een nederlaag van Be Quick vrij zeker NAAR HET ENCELSCH J| De laatste uit de indrukwekkende rij der martelaren, die op de plaats van te rechtstelling te Tybum in Londen hun bloed voor God vergoten, was Oliver Plunket, ■Artsbisschop van Armagh en Primaat van geheel Ierland, die op den elfden Juli van het Jaar 1681 ter dood werd gebracht. Dit geschiedde tijdens de regeering van Ka- ^1 II, een der Stuarts, die den katholieken godsdienst zeker een beter hart toedroeg dan Hendrik VIII en diens dochter Elisabeth, 'haar toch niet kon oproeien tegen de sterke anti-papistische stroomingen onder zijn volk. M«n verkeerde toen nog veelal in een stem ming, waarbij elke tegenslag en elke ramp aan "h invloed van den „papist" werden toegeschre ven. Zoo vermeldt een inscriptie op het mo nument, dat de herinnering aan den grooten brand van Londen levendig moet houden, hoe öeze te wijten was aan „het verraad en de boosaardigheid van Paapsche elementen." In ^e jaren werden dan ook tweeduizend katho lieken als gevolg van valsche aanklachten, baarbij vooral een zekere Titus Oates een keurige rol speelde, in de gevangenis gewor den; vele priesters en leeken werden terecht gesteld. De laatste onder de slachtoffers dezer deriodc was Oliver Plunket, Op den dag na diens marteldood werd ge doemde Oates zelf gevangen genomen. En de boning keerde vier jaar daarna, vlak voor zijn bood, tot het geloof zijner voorvaderen terug. 2°odat het verdere verloop der historie er al °P duidde welk een onrecht tijdens de vervol ging was gepleegd. Op 23 Mei van het jaar 1920 werd Oliver Plunket door den regeerenden Paus onder het getal der Zaligen opgenomen. En thans is boor de Aartsbisschoppen en Bisschoppen van ®hgeland en Wales een verzoekschrift tot den H. Vader gericht om diens spoedige heiligver klaring te verkrijgen. Reeds vroeger hebben katholieken uit Ierland en andere landen een- Zelfde verzoek tot den H. Stoel gericht. Aan den brief van het Engelsche Episcopaat ®htleenen wij het volgende; ..Niet lang geleden, Heilige Vader, heeft het 0 behaagd om tot de eer der altaren te ver- beffen de namen van John Fisher en Thomas klorus, die stierven omdat zij de rechten van ben H. Stoel verdedigden. Voor deze zelfde vechten en hier in Londen, dat reeds door martelaarsbloed werd geheiligd, liet ook Oliver Plunket van Armagh zijn leven. Gedurende elf jaar had hij in zijn geboorte- land gewerkt, terwijl hij zonder vrees cte Plichten van zijn geheiligd ambt vervulde. Als gevolg daarvan hebben de vijanden der H. Kerk hem ontrukt aan zijn woonplaats en zijn land, en getracht zijn veroordeeling te bewer ken met duidelijke kwade trouw. Op valsche beschuldigingen werd hij aan een onrechtvaar- bige rechtspraak onderworpen. Zijn overtre- bing werd „verraad" genoemd, maar zijn rech ters getuigden zelf in het vonnis dat de „oor aak van zijn verraad gezocht moest worden bi zijn godsdienstige afdwalingen." Aan het slot van het schrijven wijzen de bisschoppen op de belangrijke rol die Ierland speelde bij de verbreiding van het geloof, niet bet minst in Engeland: „wij hebben ten volle be vruchten geplukt van het bloeiende geeste- bjke leven der Iersche natie. Wij erkennen met vreugde dat de Kerk in Engeland veel van haar levenskracht dankt aan het krachtige ge loof der Ieren, en het onvermoeide werken van Iersche priesters. Als het waar is dat het levenswerk en het heldenoffer van den Zali gen Oliver de middelen zijn geweest, waardoor Ierland met Christus verbonden is gebleven, moeten ook wij in ons land onze liefde, eer bied en dankbaarheid betuigen aan den ge- martelden Primaat van Ierland.'' Het is dan ook geen wonder dat op Zondag 25 April opnieuw door Engelsche katholieken een „omgang" naar Tyburn werd gehouden! Brabantia zal er alles op zetten in Eindhoven revanche te nemen op V.V.A. Voor de I.V.C.B.-kampioenen zijn het drukke dagen, want de clubs, welke op Hemelvaarts dag hebben gespeeld, moeten morgen weer in het veld komen. Vooral van de spelers van V.V.A. b.v. wordt er heel wat gevergd met twee uitwedstrijden, reizen naar Groesbeek en Eind hoven, zoo kort achter elkaar. Men moet na tuurlijk met tal van zaken rekening houden bij de samenstelling van het programma, maar zooiets is toch zeker niet bevorderlijk voor een goed verloop der competitie en dat een derge lijke regeling op de prestaties der spelers van invloed is, spreekt vanzelf. Voor morgen vermeldt het programma de ontmoetingen BrabantiaV.V.A en Treffers R.K.V.V.L. Na haar gunstig begin op eigen terrein in den wedstrijd tegen H.B.C. heeft de Eindho- vensche club achtereenvolgens twee nederlagen geleden, eerst in Amsterdam tegen V.V.A. en deze week in Maastricht tegen V.V.L. In beide ontmoetingen, door de Eindhovenaren met een doelpunt verschil verloren, was het krachtsver schil echter zeer gering en wij vermoeden, dat de landskampioenen van het vorig seizoen zeker in hun thuiswedstrijden wel uit een an der vaatje zullen tappen. V.V.A., dat morgen bij de roodbaadjes op bezoek komt, mag dan ook wel op een warme ontvangst rekenen, want de Eindhovenaren zijn er belust op revan che te nemen voor de in Amsterdam geleden nederlaag. Ook nu zullen beide ploegen elkaar vermoedelijk evenals in de hoofdstad niet veel toegeven, maar na de onverwachte neder laag van V.V.A. in Groesbeek, zou het ons niet verwonderen, als de kampioenen van West I ook in de lichtstad struikelden. Spelen in Eindhoven morgen de twee clubs, welke op Hemelvaartsdag verloren, tegen el kaar, in Groesbeek komen daarentegen de winnende ploegen tegen elkaar in het veld. Treffers en R.K.V.V.L. zullen hier hun krach ten meten. De Maastrichtenaren zijn uitste kend begonnen, maar de Treffers hebben pas laten zien, dat zij op eigen terrein geducht uit den hoek kunnen komen. Het zal de Limburg- I>0 Rl> RE CM T 9 Mei, Moederdag sche ploeg dan ook niet meevallen morgen tegen de Oostelijke kampioenen succes te boe ken. Wie weet of de Groesbeeksche club ook nu weer niet voor een verrassing zorgt. In alle afdeelingen worden nu de promotie degradatie-wedstrijden voortgezet, waarbij in een geval, n.l. in West II reeds de beslissing kan vallen. Is G.V.O. kans ziet in Gouda aan D.O.N.K. een punt te ontnemen, is de club uit Krommenie eerste klasser. Alleen bij een nederlaag der Noord-Hollanders zou G.D.A. nog een kans krijgen, maar wij vermoeden, dat het niet meer zoo ver komt. Fortitudo, dat in West I op Hemelvaartsdag begonnen is met een nederlaag tegen S.D.O., moet nu in Culemborg zijn geluk beproeven tegen N.E.A. uit Ouderkerk. Wij zijn benieuwd, wat de Culemborgers er nu van terecht bren gen. Zij zullen zich in ieder geval niet gemak kelijk gewonnen geven, want bij 'n nieuwe ne derlaag worden zij reeds vrijwel uitgeschakeld. Toch zal N.E.A. den kampioenen van West Ia de handen vol geven. De Ouderkerkers hebben nog een schoone lei en bij een succes hunner zijds zouden zich mooie perspectieven openen. In het Oosten zal Excelsior Huihuizen thans den strijd aanbinden tegen Eendracht uit Wychen, in Zuid II ontvangt R.K.T.V.V. Ser- vatius en in Zuid I vragen de ontmoetingen AlmaniaGeleen en NiveaV.V.H. de aan dacht. Voorts worden er nog enkele competitie-wed- strijden gespeeld. In Zuid I: Sittardsche Boys Kimbria, in Oost 's HeerenbergVosta en in West I: H.M.S.—Wilskracht en De Meer— T.Y.B.B. De concurrenten van Ajax kunnen hun achterstand gedeeltelijk inloopen Ajax, dat in den strijd om het landskam pioenschap op het oogenblik stevig aan den kop staat, kan morgen toezien, wat de concur renten er van terecht brengen, want de Am sterdammers zijn voor de kampioenscompetitie vrij. De ernstigste medegegadigden voor den titel zijn ongetwijfeld Go Ahead en Feijenoord en er is een goede kans, dat deze clubs iets van hun achterstand op de leiders inloopen. Toch zullen zoowel de Deventenaren als de Spelter wiferp z'n houweel neer en kouwde nijdig op z'n pruim tabak. „Steenhakkers zijn de grootste ezels die rondloopen," smaalde hij. „Zeker," grijnslachte Siem, „we werken als slaven en waarvoor? We kunnen niet eens ons genoegen eten." „Kom, kom!" riep Ben, „je hebt vanmiddag negen spekpannekoeken naar binnen geslagen." „Hou jij je maar stiljij hebt geen gevoel," weerde Siem af. Spelter ging zitten. „We hebben nu lang ge noeg aan dat gat gewerkt. Vanavond is 't voor 't laatst. Als we dan niets vinden, gaan we naar 't kamp in de Valkenkloof." Hij wierp een langen scherpen blik in het groote diepe gat, dat ze gegraven hadden. Eensklaps sprong hij er in. „Goud! Goud!" riep hij. Een minuut later klom hij er met een aantal goudklompjes in z'n groote toegeknepen hand weer uit en liet de klompen aan z'n makkers zien. „Kalm nou, jongens," waarschuwde Ben, „denk er om dat de helft voor den baas is." „Ja, laten we vooral daaraan denken," zei Spelter verachtelijk. „Hij heeft ons lang genoeg te eten gegeven," wierp Ben tegen. „O ja; boonen en meelpap." „En spek. En hij gaf ons tabak. Tot tabak was hij niet verplicht." „Best mogelijk, maar wij doen 't werk. 't Is een schandaal." „Niks aan te doen," besliste Siem. „Dat zul je eens zien." „Wat dan?" „Och niks." „Jawel, je hebt een plan. Vertel op." „Nou," zei Spelter langzaam, „als we den baas hier krijgen, dan hoeft hij toch niet weer weg te gaan. Er kan toch altijd iets gebeuren, een steenstorting of zoo iets." Siem's oogen glinsterden als die van een wilde kat. Blijkbaar had hij ooren naar 't idee van Spelter. Ben schrok. „Wou je, wou je hem soms ver moorden?" vroeg hij met bevende stem. „Wie heeft 't nu over vermoorden?" vroeg Spelter gramstorig. „Kunnen w ij 't helpen, als hy een ongeluk krijgt?" Er werd een brief gepost aan den baas, een man van even in de vijftig. Een week later kre gen ze antwoord. Den volgenden dag zou hij met z'n auto komen. De drie goudgravers werkten intusschen yve- rig voort. Siem werkte vooral in de huishou ding. De keet moest keurig in orde zijn, als de baas kwam, had Spelter gezegd. Ben kreeg altyd buitenwerk. Hij had sombere voorgevoelens en luisterde, maar kreeg niets te hooren. Spelter en Siem zwegen over hun plannen, als de „jongen" in de buurt was. Deze moest de noodige materialen naar den tunnel brengen, daarna begon het timmerwerk. Op een avond sloop Ben den tunnel in en onderzocht het nieuw gestutte gedeelte. Het leek het beste stuk werk, dat zij ooit gemaakt hadden; 'tzag er stevig en vertrouwbaar uit. Hij was min of meer gerustgesteld. Misschien was 't slechts een grap van Spelter en Siem geweest, toen zij er over praatten den baas uit den weg te ruimen. Ook Ben had graag goud, maar niet ten koste van een menschenleven. Op de plek, die ze betimmerden, had een steen storting plaats gehad, 't Was maar goed, dat dat gestut werd, dacht Ben. Hij begreep niet goed, wat ze met die groote stukken steen deden, die hij aan moest sjouwen. Reden echter zich daar bezorgd over te maken, had hij niet. Hij was blij toen 't Woensdag was. Hij sloeg opmerkzaam z'n beide makkers gade en vond dat ze zenuwachtig, onrustig waren. Ze werden spraakzaam, op zich Zelf geen onge woon verschijnsel. Maar toen ze toespelingen begonnen te maken, werd Ben angstig. Z'n angst vermeerderde, toen Spelter en Siem weg wa ren, naar den tunnel. Het minste geluid deed hem schrikken. Ten slotte kon hij 't niet meer uithouden; hij pakte z'n boeltje in een zak en nam de beenen. De angst dreef hem zóó snel voort, dat hij al gauw moe werd. Hij moest rus ten. Z'n gedachten verwijlden by den naderen den auto en naar het lot van den baas, die daar in zat. Hij vrees- de mee de schuld te krijgen van de j p, +.»rh misdaad. Hy zou de schuldige lij- 7 ken, omdat hij DCITI CiCIl OCLCIS op den loop was gegaan. Kon hy nog voorkomen? Misschien. Had hij er maar eerder aan gedacht. Snel keerde hij terug. Als hy maar op tijd bij de goudmijn kwam, om den baas te waar schuwen. En dan moest hij maken dat hij weer weg kwam, uit vrees voor Spelter en Siem. In de nabijheid der mijn gekomen, zag Ben niets op den weg. Rusteloos liep hij heen en weer. Naar alle kanten keek hij uit. Misschien was 't al te laat, was 't al gebeurd. Hij huiverde en zag al in z'n verbeelding politie, het gerecht, de gevangenis. De seconden leken hem uren. Helaas, dacht hij, ik ben te laat gekomen. Ben liep naar de mijn. Het was daar eenzaam en geen auto was er te zien. Hy ging naar den ingang en vond daar een draad, die naar bin nen leidde. Een draad had hij daar nog nooit gezien. Nieuwsgierig bekeek hy het ding, toen hy door den roep van een vogel zóó schrok, dat hy een ruk aan den draad gaf. Het donde rend geluid van brekend hout en vallend ge steente was er het onmiddellijk gevolg van. Hij hoorde de stem van Spelter: „Siem, we zijn..!" Toen was alles stil. Vol ontzetting nam Ben de vlucht. Enkele minuten later kwam een auto in snelle vaart op den weg naar de goumijn aangereden. Eensklaps sprong een band, het voertuig schoot van den weg en reed een sloot in. De baas werd wakker in een ziekenhuis en kreunde van pijn en de eerste woorden die hy sprak waren: „Ik heb toch ook altijd pech." Rotterdammers het niet gemakkelijk krijgen, maar o.i. liggen de punten in beide gevallen in het bereik van bovengenoemde ploegen, die trouwens op eigen terrein nog ongeslagen zyn. Go Ahead zal in Deventer den strijd moeten aanbinden tegen Be Quick dat indertijd in Gro ningen met 30 over Halle c.s. zegevierde. Evenals het vorig seizoen schijnt er evenwel ook nu weer een beduidend verschil te zyn in het spel der Groningsche withemden in uit en thuiswedstrijden. Ook morgen zal dat wel het geval zyn, met het gevolg, dat een vrij zekere revanche der Deventenaren in het ver schiet ligt. In Rotterdam zullen Feijenoord en PSV hun krachten meten. Na haar zwak begin heeft de club uit de Maasstad zich goed hersteld en zij zal vermoedelijk wel een van de ernstigste con currenten van Ajax zijn. In Eindhoven moest PSV met 2—1 de meerderheid der rood-wit- Door de radio werd het bericht afgeroepen: „Weest op Uw hoede. Het zeemonster is losgebroken en niemand weet waar het dier zit. Menige oude dame, die net zou gaan winkelen, was gedwongen om thuis te blijven. Piet Prikkel werd door iedereen beschouwd als de man die uitkomst zou kunnen brengen. Deze heer had echter een stel letje oude vrienden ontmoet, waarmede* hy gezellig ging staan babbelen zonder aan het zeemonster te denken. Intusschen was het nijlpaardenhok een beeld van groote ver woesting. Alle tralies waren verbogen en de balken kapot. De nyipaarden waren zeker allang er vandoor geweest als ze niet bang waren geweest, dat ze in drie dagen geen water en brood zouden krijgen. geblokten erkennen en ook in het groote Feijenoord-stadion, zullen de Zuidelijke kam pioenen, die in hun uitwedstrijden nog geen enkel punt konden bemachtigen, het weer hard te verantwoorden krijgen. Wij vermoeden, dat de Eindhovenaren, die reeds uitgeschakeld zijn, opnieuw een nederlaag zullen ïyden. Voorts worden er morgen voor de promotie degradatie-competities drie zeer belangrijke wedstrijden gespeeld. In afdeeling I gaat de stryd in Heemstede tusschen RCH en 't Gooi, een ontmoeting, welke voor beide partijen van uitzonderlijk belang is. Zooals men weet, heeft RCH twee punten uit twee wedstrijden, terwijl de beide Hilversumsche clubs 3 pnt. bezitten en drie ontmoetingen achter den rug hebben. RCH heeft de kans zich in de eerste klasse te handhaven nog in eigen hand, maar dan moet de Haarlemsche club uit haar laatste wedstrijden minstens drie punten bemachtigen. Bij een nederlaag is haar lot in ieder geval be slist maar voor de Hilversumsche club staat de zaak er ongeveer hetzelfde voor. Alleen bij een overwinning bestaat er nog een redelijke kans voor 't Gooi, dat op eigen terrein reeds met 32 van de eerste klassers verloor. Men kan morgen een uiterst spannenden strijd tege moet zien, want beide ploegen zullen elkaar natuuriyk niets toegeven. Toch gelooven wij, dat in de gegeven omstandigheden de kansen van RCH iets hooger moeten worden aange slagen In het Oosten zullen Quick en Hengelo in een beslissingswedstrijd te Apeldoorn uitmaken, welke club het volgend seizoen in de eerste klasse zal uitkomen. In de twee promotiewed strijden, welke beide clubs tegen elkaar speel den, heeft Quick de beste resultaten bereikt, n.l. in Nümegen een 3—1-overwinning en in Hengelo een 33 geiyk spel. Toch is het moei lijk aan de hand van deze cijfers gevolg trekkingen te maken. Het blijft o.i. een open strijd tusschen beide tegenstanders, die elkaar ongetwyfeld fel zullen bekampen. In het Noorden, waar de drie bij de promo tie-degradatie-competitie betrokken clubs, na twee wedstrijden nog precies gelijk staan, begint men morgen aan de tweede ronde met de ont moeting WVV—Friesland. In Leeuwarden werd het een 4O-zege voor de Winschoter club, maar het is o.i. nog lang niet zeker, dat deze nu opnieuw succes boekt, daar Friesland later heel wat betere prestaties heeft geleverd. F'TClfk bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door 9j%Jé" verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen F7n;fl by een ongeval met p 2S0." i doodelijken afloop A V T V A T-fcy-VT^TTVTT' JO op dit blad zyn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen AS J .V. f\ Bil ifN l\j P, O ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen F AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGE d by verlies van een hand, een voet of een oog. Natuurlijk meende zij, dat mijn geest dwaalde, J1 dit was ook zeer begrijpeiyk. Maar nu ik een maal begonnen was, haar in mijn vertrouwen hemen, voelde ik ook, dat ik haar alles ver ben moest. Dus ging ik voort: „Ze is bang voor mij! Ik ken een geheim van 1 _3ardaarom houdt ze mij zoo opgesloten; het °u haar ondergang beduiden, als dit geweten We: !rd, Collins" en ik deed mijn best mijn zoo indrukwekkend mogeiyk te laten klin- ondanks mijn snikken. „Je zult my rtem ^'et willen gelooven, maar de dag zal komen, dat „6 'e bitter verwijten zult, dat je niet naar mij jrthisterd hebt, want dat je twee menschen- vdhs daardoor had kunnen redden. Bedenk wel, afschuwelijk je dat zou vinden!" W'^eg toch niet zulke vreeseiyke dingen, Miss! verlangt u dan toch van my? Ik kan u n et laten gaan Mrs. Garbutt zou het my °°it vergeven; bovendien zou het misschien nog rt eens verstandig tegenover u zyn. Wat kan h nu schelen, om hier nog een paar dagen te blijven? Mrs. Garbutt heeft uw vrienden ge schreven, dat ze u komen halen." „Neen, dat heeft ze niet gedaan; dat was een leugen. Ze weet niet eens, waar myn vrienden wonen. Als ze hen maar had geschreven, dan zou ik zoo geduldig als een lam gewacht hebben, tot ze kwamen. Hoor eens hier, Collins," ging ik voort en werd wat kalmer, nu ik een straal van hoop meende te ontdekken. „Mrs. Garbutt zegt, dat ze aan mijn vrienden geschreven heeft, dat ze mü komen halen; dan kan er ook geen kwaad in steken, dat ik hen .schrijven zou, om hen hetzelfde te vragen. Kyk, dit briefje hier is aan myn verloofde; lees het zelf maar eens. Denk je nu, dat je er verkeerd aan zou doen, als je dat postte? Zou je tégen de orders van je meesteresse handelen, door voor mij dat briefje te verzenden, zonder dat je er met haar over sprak? Ze heeft je immers zelf gezegd, dat ze bly zou zyn, als ze my veilig en wel in han den van mijn vrienden heeft overgeleverd. Nu, door dit briefje te verzenden, bevorder je haar plannen slechts, want mijn schryven zal hen eerder bereiken dan het h&re." Ik zag aan haar houding, dat ze weifelde. Overredend ging ik dus voort, de enveloppe dichtgommend en ze haar in de hand duwend: „Zoo'n groot verzoek is het toch niet, om te vragen om dezen brief te posten; maar het is een zaak van leven endood voor twee menschen. Eer er drie dagen verloopen zijn, Collins, zal je den Hemel danken op je bloote knieën, dat je dit voor mij gedaan hebt; dat je je over mij erbarmde Ze stak het briefje by zich en ging naar de deur. „Ik zal het doen, Miss, want, zooals u zei, er kan geen kwaad uit voortkomen, dat u het schryven van Mrs. Garbutt nog ondersteunt door uw briefje." Zou ze het nu waarlyk doen, vroeg ik my weer af, of volgde ze alleen maar den wenk van haar meesteresse, om my zooveel mogelijk toe te geven? Ze ging regelrecht naar de zitkamer en de volgende minuut hoorde ik "naar ons heele ge sprek daar herhalen. „Het is net, zooals u gezegd hebt, Madam: het arme schepseltje heeft het hoofd vol van de ongerijmdste ideeën over moorden en geheimen en dergelyke fraaiigheden meer." Gerechte Hemel! Nu zou ze mij tóch ver raden? „Wié wil ze vermoorden?" vroeg Mr6. Gar butt, met kwalijk verholen angst in den toon van haar stem; die nog zwak klonk. „Zy niemand, Madam: U is de moordenares." „Gerechte Hemel, Collins!" „Ja, Madam. Ze zegt, dat u een „schuldig ge heim" heeft, waar zy van weet, en daarom wilt u, dat zy hier blyft; ze zou a anders door een enkel woord kunnen ten val brengen." „Heeft ze dat waarlijk gezegd, Collins?" „Ja, Madam, precies zoo." „En heeft ze je ook verteld, wat dit „schuldige geheim" was?" „Neen, ik geloof niet, dat ze dit zelf wist." „Heeft ze nog iets anders gezegd?" O. hoe spitste ik de ooren! „Ja, Madam, ze zei, dat u in waarheid niet aan haar vrienden geschreven had; dat u niet wist, waar die woonden." „Denkt ze dan, dat ik haar voorgoed hier hou den wil?" „Ik weet niet, Madam. Ze schijnt het hoofd vol te hebben van den grootsten onzin!" „We moeten haar zoo rustig mogelyk houden, Collins. Laat er haar liefst niet achterkomen, dat we haar opgesloten hebben." Ik verwachtte nu niet anders, dan dat de kamenier zou zeggen, hoe ik dit al wist en ver wonderde er mij over, dat zij dit niet deed, tot mij haar verzoek inviel, om by Mrs. Garbutt geen achterdocht te wekken, dat ik iets van haar ziekte van dien ochtend wist. Als Collins haar nu had meegedeeld, dat ik er achter was gekomen, hoe ik opgesloten was, dan kon dit alweer geleid hebben tot vragen en antwoorden, waaruit ge bleken was, dat ik in de kamer was geweest, toen Mrs. Garbutt die flauwte of aanval had gehad. „Dus, Collins," ging zy voort, „zorg, d&t zij den indruk krygt, hoe je in het geheel niets vreemds van haar verwacht. En laat vooral de andere bedienden vandaag niet boven komen. Zeg dan maar, dat het er veel van heeft, of Miss Phillips roodvonk zou krijgen, dan zullen ze vanzelf wel wegblyven. „Ja, Madam. Wilt u dan ook boven bediend worden?" En toen het antwoord bevestigend luidde, ver liet zij het vertrek. „Den Hemel zij dank!" dacht ik. „Ze heeft my niet verraden! Ze zal den brief posten aan Val en dan zal hy my komen redden." Maar zou hy nog bytyds genoeg komen? Wanneer zou Collins mijn brief posten en zou die Earlstoke morgen nog bereiken? Zou Val daar dan zyn? Of zou hy nog in Londen wezen? Nü was het Vrydag; wanneer kon ik hem dan verwachten? Op z'n vroegst morgenmiddag; mis schien niet vóór Zondag. Zou het dan nog tijd genoeg zyn? Van Dinsdag tot Zondag?Vyf dagen en vijf nachtenZou Kibble het leven zoo lang houden, of zouden wy hem dood vin den?Hij had er uit gezien als iemand, die heel wat ontberingen had doorgemaakt en die gehard was door dat proces. Ik herinnerde mij zijn uiterlijk nog heel goed. Toen keerden mijn gedachten weer tot myn eigen kansen op bevrijding. Dat Collins het drei gende van mijn gevaar er nog niet op verbe terd had door Mrs. Garbutt te vertellen, wat ik gezegd had daar was geen twijfel aan. Door haar toespelingen op „een schuldig geheim zou myn werkgeefster zich gaan afvragen, hoeveel ik in waarheid wist. Haar schuldbewustzyn zou haar het ergste doen vreezen en daardoor zou zy zich enkel beveiligd tegen my voelen, door voor goed mijn lippen te sluiten. Studiën over de Werking van Giffen! Hoe zou ik my nu houden, tot Val kwam? Hoe zou ik het doodelyke risico ontgaan, die het zien van dat boek mij geopend had?Zou ik drie dagen zonder voedsel kunnen doorbrengen? Zou ik er bij kunnen blijven zitten en niets gebruiken van hetgeen Mrs. Garbutt nam?.... Of zou ik mis schien indigestie voorwenden en alleen nemen van de dingen, waarmee zy niet kon geknoeid hebben? Daar luidde de ontbytbel. De Hemel gave, dat ik mij goed kon houden! Ik schrikte, toen ik Mrs. Garbutt zag; haar gelaat was doodsbleek; haar oogen waren: diep gezonken, maar schitterden en hadden een uit drukking van rusteloosheid. De lippen waren paars en trilden; haar handen bewogen zich voortdurend op krampachtige manier. Ze zag wel, dat ik ontstelde en ik meende, dat het maar 't beste zou zijn, er op de natuur lijkste wijze iets van te zeggen. „Wat ziet u er vanmorgen slecht uit, Mrs. Garbutt! Hebt u niet goed geslapen?" „Neen. Maar ziet er ook niet best uit." „Neen, ik heb weer zoo'n aanval van indi gestie. ïk geloof dat ik niet goed tegen de lucht kan. Dus is het maar beter, dat u ook niet ver langt, dat ik hier blijf. Ik geloof niet, dat ik hier gezond kan bly ven.v „U is misschien gewoon aan een opwekkenda lucht?" „Och, ik heb er eigenlijk nooit zoo over ge dacht; maar ik geloof wel, dat het een gezonde streek is in Earlstoke. Vader zal verbaasd zijn, dat ik in een paar dagen tyd zoo achteruit gegaan ben. Hy zegt altyd, dat zijn ambt hem geen droge boterham zou inbrengen, als iedereen zoo gezond was als ik." „Is uw vader dan dokter?" Ik merkte, dat het bevestigend antwoord een ontstellende uitwerking op haar had. (Wordt vervolgdJ

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 13