Victoria,
Md mïdaal can den dag
Het Zeemonster van Na,
verschrikkingen!
Nieuwe verrassing
van Treffers?
MIVA krachtig
MISSIE machtig
Een week
Sport en spel
FEIJENOORD HEEFT DEN
BUIT IN ZIJN BEREIK
ss
ZATERDAG 8 MEI 1937
De Zalige Plunket
Spoedige heiligverklaring?
VAN HET KATHOLIEKE KAMP
G.V.O. bijna eerste
klasser
Als ik op tijd naar bed toev ga,
dan krijg ik altijd van mijn ma
als troost biscuits of chocola:
*- 1
K.N.V.B.
Een nederlaag van Be
Quick vrij zeker
NAAR HET ENCELSCH J|
De laatste uit de indrukwekkende rij der
martelaren, die op de plaats van te
rechtstelling te Tybum in Londen hun
bloed voor God vergoten, was Oliver Plunket,
■Artsbisschop van Armagh en Primaat van
geheel Ierland, die op den elfden Juli van het
Jaar 1681 ter dood werd gebracht.
Dit geschiedde tijdens de regeering van Ka-
^1 II, een der Stuarts, die den katholieken
godsdienst zeker een beter hart toedroeg dan
Hendrik VIII en diens dochter Elisabeth,
'haar toch niet kon oproeien tegen de sterke
anti-papistische stroomingen onder zijn volk.
M«n verkeerde toen nog veelal in een stem
ming, waarbij elke tegenslag en elke ramp aan
"h invloed van den „papist" werden toegeschre
ven. Zoo vermeldt een inscriptie op het mo
nument, dat de herinnering aan den grooten
brand van Londen levendig moet houden, hoe
öeze te wijten was aan „het verraad en de
boosaardigheid van Paapsche elementen." In
^e jaren werden dan ook tweeduizend katho
lieken als gevolg van valsche aanklachten,
baarbij vooral een zekere Titus Oates een
keurige rol speelde, in de gevangenis gewor
den; vele priesters en leeken werden terecht
gesteld. De laatste onder de slachtoffers dezer
deriodc was Oliver Plunket,
Op den dag na diens marteldood werd ge
doemde Oates zelf gevangen genomen. En de
boning keerde vier jaar daarna, vlak voor zijn
bood, tot het geloof zijner voorvaderen terug.
2°odat het verdere verloop der historie er al
°P duidde welk een onrecht tijdens de vervol
ging
was gepleegd.
Op 23 Mei van het jaar 1920 werd Oliver
Plunket door den regeerenden Paus onder het
getal der Zaligen opgenomen. En thans is
boor de Aartsbisschoppen en Bisschoppen van
®hgeland en Wales een verzoekschrift tot den
H. Vader gericht om diens spoedige heiligver
klaring te verkrijgen. Reeds vroeger hebben
katholieken uit Ierland en andere landen een-
Zelfde verzoek tot den H. Stoel gericht.
Aan den brief van het Engelsche Episcopaat
®htleenen wij het volgende;
..Niet lang geleden, Heilige Vader, heeft het
0 behaagd om tot de eer der altaren te ver-
beffen de namen van John Fisher en Thomas
klorus, die stierven omdat zij de rechten van
ben H. Stoel verdedigden. Voor deze zelfde
vechten en hier in Londen, dat reeds door
martelaarsbloed werd geheiligd, liet ook Oliver
Plunket van Armagh zijn leven.
Gedurende elf jaar had hij in zijn geboorte-
land gewerkt, terwijl hij zonder vrees cte
Plichten van zijn geheiligd ambt vervulde. Als
gevolg daarvan hebben de vijanden der H.
Kerk hem ontrukt aan zijn woonplaats en zijn
land, en getracht zijn veroordeeling te bewer
ken met duidelijke kwade trouw. Op valsche
beschuldigingen werd hij aan een onrechtvaar-
bige rechtspraak onderworpen. Zijn overtre-
bing werd „verraad" genoemd, maar zijn rech
ters getuigden zelf in het vonnis dat de „oor
aak van zijn verraad gezocht moest worden
bi zijn godsdienstige afdwalingen."
Aan het slot van het schrijven wijzen de
bisschoppen op de belangrijke rol die Ierland
speelde bij de verbreiding van het geloof, niet
bet minst in Engeland: „wij hebben ten volle
be vruchten geplukt van het bloeiende geeste-
bjke leven der Iersche natie. Wij erkennen
met vreugde dat de Kerk in Engeland veel van
haar levenskracht dankt aan het krachtige ge
loof der Ieren, en het onvermoeide werken van
Iersche priesters. Als het waar is dat het
levenswerk en het heldenoffer van den Zali
gen Oliver de middelen zijn geweest, waardoor
Ierland met Christus verbonden is gebleven,
moeten ook wij in ons land onze liefde, eer
bied en dankbaarheid betuigen aan den ge-
martelden Primaat van Ierland.''
Het is dan ook geen wonder dat op Zondag
25 April opnieuw door Engelsche katholieken
een „omgang" naar Tyburn werd gehouden!
Brabantia zal er alles op zetten
in Eindhoven revanche te
nemen op V.V.A.
Voor de I.V.C.B.-kampioenen zijn het drukke
dagen, want de clubs, welke op Hemelvaarts
dag hebben gespeeld, moeten morgen weer in
het veld komen. Vooral van de spelers van
V.V.A. b.v. wordt er heel wat gevergd met twee
uitwedstrijden, reizen naar Groesbeek en Eind
hoven, zoo kort achter elkaar. Men moet na
tuurlijk met tal van zaken rekening houden
bij de samenstelling van het programma, maar
zooiets is toch zeker niet bevorderlijk voor een
goed verloop der competitie en dat een derge
lijke regeling op de prestaties der spelers van
invloed is, spreekt vanzelf.
Voor morgen vermeldt het programma de
ontmoetingen BrabantiaV.V.A en Treffers
R.K.V.V.L.
Na haar gunstig begin op eigen terrein in
den wedstrijd tegen H.B.C. heeft de Eindho-
vensche club achtereenvolgens twee nederlagen
geleden, eerst in Amsterdam tegen V.V.A. en
deze week in Maastricht tegen V.V.L. In beide
ontmoetingen, door de Eindhovenaren met een
doelpunt verschil verloren, was het krachtsver
schil echter zeer gering en wij vermoeden, dat
de landskampioenen van het vorig seizoen
zeker in hun thuiswedstrijden wel uit een an
der vaatje zullen tappen. V.V.A., dat morgen
bij de roodbaadjes op bezoek komt, mag dan
ook wel op een warme ontvangst rekenen, want
de Eindhovenaren zijn er belust op revan
che te nemen voor de in Amsterdam geleden
nederlaag. Ook nu zullen beide ploegen elkaar
vermoedelijk evenals in de hoofdstad niet
veel toegeven, maar na de onverwachte neder
laag van V.V.A. in Groesbeek, zou het ons niet
verwonderen, als de kampioenen van West I
ook in de lichtstad struikelden.
Spelen in Eindhoven morgen de twee clubs,
welke op Hemelvaartsdag verloren, tegen el
kaar, in Groesbeek komen daarentegen de
winnende ploegen tegen elkaar in het veld.
Treffers en R.K.V.V.L. zullen hier hun krach
ten meten. De Maastrichtenaren zijn uitste
kend begonnen, maar de Treffers hebben pas
laten zien, dat zij op eigen terrein geducht uit
den hoek kunnen komen. Het zal de Limburg-
I>0 Rl> RE CM T
9 Mei, Moederdag
sche ploeg dan ook niet meevallen morgen
tegen de Oostelijke kampioenen succes te boe
ken. Wie weet of de Groesbeeksche club ook
nu weer niet voor een verrassing zorgt.
In alle afdeelingen worden nu de promotie
degradatie-wedstrijden voortgezet, waarbij in
een geval, n.l. in West II reeds de beslissing
kan vallen. Is G.V.O. kans ziet in Gouda
aan D.O.N.K. een punt te ontnemen, is de club
uit Krommenie eerste klasser. Alleen bij een
nederlaag der Noord-Hollanders zou G.D.A. nog
een kans krijgen, maar wij vermoeden, dat het
niet meer zoo ver komt.
Fortitudo, dat in West I op Hemelvaartsdag
begonnen is met een nederlaag tegen S.D.O.,
moet nu in Culemborg zijn geluk beproeven
tegen N.E.A. uit Ouderkerk. Wij zijn benieuwd,
wat de Culemborgers er nu van terecht bren
gen. Zij zullen zich in ieder geval niet gemak
kelijk gewonnen geven, want bij 'n nieuwe ne
derlaag worden zij reeds vrijwel uitgeschakeld.
Toch zal N.E.A. den kampioenen van West Ia
de handen vol geven. De Ouderkerkers hebben
nog een schoone lei en bij een succes hunner
zijds zouden zich mooie perspectieven openen.
In het Oosten zal Excelsior Huihuizen thans
den strijd aanbinden tegen Eendracht uit
Wychen, in Zuid II ontvangt R.K.T.V.V. Ser-
vatius en in Zuid I vragen de ontmoetingen
AlmaniaGeleen en NiveaV.V.H. de aan
dacht.
Voorts worden er nog enkele competitie-wed-
strijden gespeeld. In Zuid I: Sittardsche Boys
Kimbria, in Oost 's HeerenbergVosta en in
West I: H.M.S.—Wilskracht en De Meer—
T.Y.B.B.
De concurrenten van Ajax kunnen
hun achterstand gedeeltelijk
inloopen
Ajax, dat in den strijd om het landskam
pioenschap op het oogenblik stevig aan den
kop staat, kan morgen toezien, wat de concur
renten er van terecht brengen, want de Am
sterdammers zijn voor de kampioenscompetitie
vrij. De ernstigste medegegadigden voor den
titel zijn ongetwijfeld Go Ahead en Feijenoord
en er is een goede kans, dat deze clubs iets
van hun achterstand op de leiders inloopen.
Toch zullen zoowel de Deventenaren als de
Spelter wiferp z'n houweel neer en kouwde
nijdig op z'n pruim tabak. „Steenhakkers
zijn de grootste ezels die rondloopen,"
smaalde hij.
„Zeker," grijnslachte Siem, „we werken als
slaven en waarvoor? We kunnen niet eens ons
genoegen eten."
„Kom, kom!" riep Ben, „je hebt vanmiddag
negen spekpannekoeken naar binnen geslagen."
„Hou jij je maar stiljij hebt geen gevoel,"
weerde Siem af.
Spelter ging zitten. „We hebben nu lang ge
noeg aan dat gat gewerkt. Vanavond is 't voor
't laatst. Als we dan niets vinden, gaan we naar
't kamp in de Valkenkloof."
Hij wierp een langen scherpen blik in het
groote diepe gat, dat ze gegraven hadden.
Eensklaps sprong hij er in. „Goud! Goud!"
riep hij.
Een minuut later klom hij er met een aantal
goudklompjes in z'n groote toegeknepen hand
weer uit en liet de klompen aan z'n makkers
zien.
„Kalm nou, jongens," waarschuwde Ben,
„denk er om dat de helft voor den baas is."
„Ja, laten we vooral daaraan denken," zei
Spelter verachtelijk.
„Hij heeft ons lang genoeg te eten gegeven,"
wierp Ben tegen.
„O ja; boonen en meelpap."
„En spek. En hij gaf ons tabak. Tot tabak
was hij niet verplicht."
„Best mogelijk, maar wij doen 't werk. 't Is
een schandaal."
„Niks aan te doen," besliste Siem.
„Dat zul je eens zien."
„Wat dan?"
„Och niks."
„Jawel, je hebt een plan. Vertel op."
„Nou," zei Spelter langzaam, „als we den baas
hier krijgen, dan hoeft hij toch niet weer weg
te gaan. Er kan toch altijd iets gebeuren, een
steenstorting of zoo iets."
Siem's oogen glinsterden als die van een wilde
kat. Blijkbaar had hij ooren naar 't idee van
Spelter.
Ben schrok. „Wou je, wou je hem soms ver
moorden?" vroeg hij met bevende stem.
„Wie heeft 't nu over vermoorden?" vroeg
Spelter gramstorig. „Kunnen w ij 't helpen, als
hy een ongeluk krijgt?"
Er werd een brief gepost aan den baas, een
man van even in de vijftig. Een week later kre
gen ze antwoord. Den volgenden dag zou hij
met z'n auto komen.
De drie goudgravers werkten intusschen yve-
rig voort. Siem werkte vooral in de huishou
ding. De keet moest keurig in orde zijn, als de
baas kwam, had Spelter gezegd.
Ben kreeg altyd buitenwerk. Hij had sombere
voorgevoelens en luisterde, maar kreeg niets
te hooren. Spelter en Siem zwegen over hun
plannen, als de „jongen" in de buurt was. Deze
moest de noodige materialen naar den tunnel
brengen, daarna begon het timmerwerk.
Op een avond sloop Ben den tunnel in en
onderzocht het nieuw gestutte gedeelte. Het
leek het beste stuk werk, dat zij ooit gemaakt
hadden; 'tzag er stevig en vertrouwbaar uit.
Hij was min of meer gerustgesteld. Misschien
was 't slechts een grap van Spelter en Siem
geweest, toen zij er over praatten den baas uit
den weg te ruimen. Ook Ben had graag goud,
maar niet ten koste van een menschenleven.
Op de plek, die ze betimmerden, had een steen
storting plaats gehad, 't Was maar goed, dat dat
gestut werd, dacht Ben.
Hij begreep niet goed, wat ze met die groote
stukken steen deden, die hij aan moest sjouwen.
Reden echter zich daar bezorgd over te maken,
had hij niet. Hij was blij toen 't Woensdag was.
Hij sloeg opmerkzaam z'n beide makkers gade
en vond dat ze zenuwachtig, onrustig waren.
Ze werden spraakzaam, op zich Zelf geen onge
woon verschijnsel. Maar toen ze toespelingen
begonnen te maken, werd Ben angstig. Z'n angst
vermeerderde, toen Spelter en Siem weg wa
ren, naar den tunnel. Het minste geluid deed
hem schrikken. Ten slotte kon hij 't niet meer
uithouden; hij pakte z'n boeltje in een zak en
nam de beenen. De angst dreef hem zóó snel
voort, dat hij al gauw moe werd. Hij moest rus
ten. Z'n gedachten verwijlden by den naderen
den auto en naar het lot van den baas, die daar
in zat. Hij vrees-
de mee de schuld
te krijgen van de j p, +.»rh
misdaad. Hy zou
de schuldige lij- 7
ken, omdat hij DCITI CiCIl OCLCIS
op den loop was
gegaan. Kon hy
nog voorkomen? Misschien. Had hij er maar
eerder aan gedacht.
Snel keerde hij terug. Als hy maar op tijd
bij de goudmijn kwam, om den baas te waar
schuwen. En dan moest hij maken dat hij weer
weg kwam, uit vrees voor Spelter en Siem.
In de nabijheid der mijn gekomen, zag Ben
niets op den weg. Rusteloos liep hij heen en
weer. Naar alle kanten keek hij uit. Misschien
was 't al te laat, was 't al gebeurd. Hij huiverde
en zag al in z'n verbeelding politie, het gerecht,
de gevangenis. De seconden leken hem uren.
Helaas, dacht hij, ik ben te laat gekomen.
Ben liep naar de mijn. Het was daar eenzaam
en geen auto was er te zien. Hy ging naar den
ingang en vond daar een draad, die naar bin
nen leidde. Een draad had hij daar nog nooit
gezien. Nieuwsgierig bekeek hy het ding, toen
hy door den roep van een vogel zóó schrok,
dat hy een ruk aan den draad gaf. Het donde
rend geluid van brekend hout en vallend ge
steente was er het onmiddellijk gevolg van. Hij
hoorde de stem van Spelter: „Siem, we zijn..!"
Toen was alles stil. Vol ontzetting nam Ben de
vlucht.
Enkele minuten later kwam een auto in snelle
vaart op den weg naar de goumijn aangereden.
Eensklaps sprong een band, het voertuig schoot
van den weg en reed een sloot in.
De baas werd wakker in een ziekenhuis en
kreunde van pijn en de eerste woorden die hy
sprak waren: „Ik heb toch ook altijd pech."
Rotterdammers het niet gemakkelijk krijgen,
maar o.i. liggen de punten in beide gevallen
in het bereik van bovengenoemde ploegen, die
trouwens op eigen terrein nog ongeslagen zyn.
Go Ahead zal in Deventer den strijd moeten
aanbinden tegen Be Quick dat indertijd in Gro
ningen met 30 over Halle c.s. zegevierde.
Evenals het vorig seizoen schijnt er evenwel
ook nu weer een beduidend verschil te zyn in
het spel der Groningsche withemden in uit
en thuiswedstrijden. Ook morgen zal dat wel
het geval zyn, met het gevolg, dat een vrij
zekere revanche der Deventenaren in het ver
schiet ligt.
In Rotterdam zullen Feijenoord en PSV hun
krachten meten. Na haar zwak begin heeft de
club uit de Maasstad zich goed hersteld en zij
zal vermoedelijk wel een van de ernstigste con
currenten van Ajax zijn. In Eindhoven moest
PSV met 2—1 de meerderheid der rood-wit-
Door de radio werd het bericht afgeroepen: „Weest op Uw
hoede. Het zeemonster is losgebroken en niemand weet waar
het dier zit. Menige oude dame, die net zou gaan winkelen,
was gedwongen om thuis te blijven.
Piet Prikkel werd door iedereen beschouwd als de man die
uitkomst zou kunnen brengen. Deze heer had echter een stel
letje oude vrienden ontmoet, waarmede* hy gezellig ging staan
babbelen zonder aan het zeemonster te denken.
Intusschen was het nijlpaardenhok een beeld van groote ver
woesting. Alle tralies waren verbogen en de balken kapot. De
nyipaarden waren zeker allang er vandoor geweest als ze niet
bang waren geweest, dat ze in drie dagen geen water en brood
zouden krijgen.
geblokten erkennen en ook in het groote
Feijenoord-stadion, zullen de Zuidelijke kam
pioenen, die in hun uitwedstrijden nog geen
enkel punt konden bemachtigen, het weer hard
te verantwoorden krijgen. Wij vermoeden, dat
de Eindhovenaren, die reeds uitgeschakeld zijn,
opnieuw een nederlaag zullen ïyden.
Voorts worden er morgen voor de promotie
degradatie-competities drie zeer belangrijke
wedstrijden gespeeld. In afdeeling I gaat de
stryd in Heemstede tusschen RCH en 't Gooi,
een ontmoeting, welke voor beide partijen van
uitzonderlijk belang is. Zooals men weet, heeft
RCH twee punten uit twee wedstrijden, terwijl
de beide Hilversumsche clubs 3 pnt. bezitten en
drie ontmoetingen achter den rug hebben.
RCH heeft de kans zich in de eerste klasse
te handhaven nog in eigen hand, maar dan
moet de Haarlemsche club uit haar laatste
wedstrijden minstens drie punten bemachtigen.
Bij een nederlaag is haar lot in ieder geval be
slist maar voor de Hilversumsche club staat
de zaak er ongeveer hetzelfde voor. Alleen bij
een overwinning bestaat er nog een redelijke
kans voor 't Gooi, dat op eigen terrein reeds
met 32 van de eerste klassers verloor. Men
kan morgen een uiterst spannenden strijd tege
moet zien, want beide ploegen zullen elkaar
natuuriyk niets toegeven. Toch gelooven wij,
dat in de gegeven omstandigheden de kansen
van RCH iets hooger moeten worden aange
slagen
In het Oosten zullen Quick en Hengelo in
een beslissingswedstrijd te Apeldoorn uitmaken,
welke club het volgend seizoen in de eerste
klasse zal uitkomen. In de twee promotiewed
strijden, welke beide clubs tegen elkaar speel
den, heeft Quick de beste resultaten bereikt,
n.l. in Nümegen een 3—1-overwinning en in
Hengelo een 33 geiyk spel. Toch is het moei
lijk aan de hand van deze cijfers gevolg
trekkingen te maken. Het blijft o.i. een open
strijd tusschen beide tegenstanders, die elkaar
ongetwyfeld fel zullen bekampen.
In het Noorden, waar de drie bij de promo
tie-degradatie-competitie betrokken clubs, na
twee wedstrijden nog precies gelijk staan, begint
men morgen aan de tweede ronde met de ont
moeting WVV—Friesland. In Leeuwarden werd
het een 4O-zege voor de Winschoter club,
maar het is o.i. nog lang niet zeker, dat deze
nu opnieuw succes boekt, daar Friesland later
heel wat betere prestaties heeft geleverd.
F'TClfk bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door
9j%Jé" verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen
F7n;fl by een ongeval met p 2S0."
i doodelijken afloop
A V T V A T-fcy-VT^TTVTT' JO op dit blad zyn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen
AS J .V. f\ Bil ifN l\j P, O ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen F
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGE d
by verlies van een hand,
een voet of een oog.
Natuurlijk meende zij, dat mijn geest dwaalde,
J1 dit was ook zeer begrijpeiyk. Maar nu ik een
maal begonnen was, haar in mijn vertrouwen
hemen, voelde ik ook, dat ik haar alles ver
ben moest. Dus ging ik voort:
„Ze is bang voor mij! Ik ken een geheim van
1 _3ardaarom houdt ze mij zoo opgesloten; het
°u haar ondergang beduiden, als dit geweten
We:
!rd, Collins" en ik deed mijn best mijn
zoo indrukwekkend mogeiyk te laten klin-
ondanks mijn snikken.
„Je zult my
rtem
^'et willen gelooven, maar de dag zal komen, dat
„6 'e bitter verwijten zult, dat je niet naar mij
jrthisterd hebt, want dat je twee menschen-
vdhs daardoor had kunnen redden. Bedenk wel,
afschuwelijk je dat zou vinden!"
W'^eg toch niet zulke vreeseiyke dingen, Miss!
verlangt u dan toch van my? Ik kan u
n et laten gaan Mrs. Garbutt zou het my
°°it vergeven; bovendien zou het misschien nog
rt eens verstandig tegenover u zyn. Wat kan
h nu schelen, om hier nog een paar dagen
te blijven? Mrs. Garbutt heeft uw vrienden ge
schreven, dat ze u komen halen."
„Neen, dat heeft ze niet gedaan; dat was een
leugen. Ze weet niet eens, waar myn vrienden
wonen. Als ze hen maar had geschreven, dan
zou ik zoo geduldig als een lam gewacht hebben,
tot ze kwamen. Hoor eens hier, Collins," ging
ik voort en werd wat kalmer, nu ik een straal
van hoop meende te ontdekken. „Mrs. Garbutt
zegt, dat ze aan mijn vrienden geschreven heeft,
dat ze mü komen halen; dan kan er ook geen
kwaad in steken, dat ik hen .schrijven zou, om
hen hetzelfde te vragen. Kyk, dit briefje hier
is aan myn verloofde; lees het zelf maar eens.
Denk je nu, dat je er verkeerd aan zou doen,
als je dat postte? Zou je tégen de orders van
je meesteresse handelen, door voor mij dat
briefje te verzenden, zonder dat je er met haar
over sprak? Ze heeft je immers zelf gezegd, dat
ze bly zou zyn, als ze my veilig en wel in han
den van mijn vrienden heeft overgeleverd. Nu,
door dit briefje te verzenden, bevorder je haar
plannen slechts, want mijn schryven zal hen
eerder bereiken dan het h&re."
Ik zag aan haar houding, dat ze weifelde.
Overredend ging ik dus voort, de enveloppe
dichtgommend en ze haar in de hand duwend:
„Zoo'n groot verzoek is het toch niet, om te
vragen om dezen brief te posten; maar het is een
zaak van leven endood voor twee menschen.
Eer er drie dagen verloopen zijn, Collins, zal je
den Hemel danken op je bloote knieën, dat je
dit voor mij gedaan hebt; dat je je over mij
erbarmde
Ze stak het briefje by zich en ging naar de
deur.
„Ik zal het doen, Miss, want, zooals u zei, er
kan geen kwaad uit voortkomen, dat u het
schryven van Mrs. Garbutt nog ondersteunt
door uw briefje."
Zou ze het nu waarlyk doen, vroeg ik my
weer af, of volgde ze alleen maar den wenk van
haar meesteresse, om my zooveel mogelijk toe te
geven?
Ze ging regelrecht naar de zitkamer en de
volgende minuut hoorde ik "naar ons heele ge
sprek daar herhalen.
„Het is net, zooals u gezegd hebt, Madam: het
arme schepseltje heeft het hoofd vol van de
ongerijmdste ideeën over moorden en geheimen
en dergelyke fraaiigheden meer."
Gerechte Hemel! Nu zou ze mij tóch ver
raden?
„Wié wil ze vermoorden?" vroeg Mr6. Gar
butt, met kwalijk verholen angst in den toon
van haar stem; die nog zwak klonk.
„Zy niemand, Madam: U is de moordenares."
„Gerechte Hemel, Collins!"
„Ja, Madam. Ze zegt, dat u een „schuldig ge
heim" heeft, waar zy van weet, en daarom wilt
u, dat zy hier blyft; ze zou a anders door een
enkel woord kunnen ten val brengen."
„Heeft ze dat waarlijk gezegd, Collins?"
„Ja, Madam, precies zoo."
„En heeft ze je ook verteld, wat dit „schuldige
geheim" was?"
„Neen, ik geloof niet, dat ze dit zelf wist."
„Heeft ze nog iets anders gezegd?"
O. hoe spitste ik de ooren!
„Ja, Madam, ze zei, dat u in waarheid niet
aan haar vrienden geschreven had; dat u niet
wist, waar die woonden."
„Denkt ze dan, dat ik haar voorgoed hier hou
den wil?"
„Ik weet niet, Madam. Ze schijnt het hoofd vol
te hebben van den grootsten onzin!"
„We moeten haar zoo rustig mogelyk houden,
Collins. Laat er haar liefst niet achterkomen,
dat we haar opgesloten hebben."
Ik verwachtte nu niet anders, dan dat de
kamenier zou zeggen, hoe ik dit al wist en ver
wonderde er mij over, dat zij dit niet deed, tot
mij haar verzoek inviel, om by Mrs. Garbutt
geen achterdocht te wekken, dat ik iets van haar
ziekte van dien ochtend wist. Als Collins haar nu
had meegedeeld, dat ik er achter was gekomen,
hoe ik opgesloten was, dan kon dit alweer geleid
hebben tot vragen en antwoorden, waaruit ge
bleken was, dat ik in de kamer was geweest,
toen Mrs. Garbutt die flauwte of aanval had
gehad.
„Dus, Collins," ging zy voort, „zorg, d&t zij den
indruk krygt, hoe je in het geheel niets vreemds
van haar verwacht. En laat vooral de andere
bedienden vandaag niet boven komen. Zeg dan
maar, dat het er veel van heeft, of Miss Phillips
roodvonk zou krijgen, dan zullen ze vanzelf wel
wegblyven.
„Ja, Madam. Wilt u dan ook boven bediend
worden?"
En toen het antwoord bevestigend luidde, ver
liet zij het vertrek.
„Den Hemel zij dank!" dacht ik. „Ze heeft my
niet verraden! Ze zal den brief posten aan Val
en dan zal hy my komen redden."
Maar zou hy nog bytyds genoeg komen?
Wanneer zou Collins mijn brief posten en zou die
Earlstoke morgen nog bereiken? Zou Val daar
dan zyn? Of zou hy nog in Londen wezen?
Nü was het Vrydag; wanneer kon ik hem dan
verwachten? Op z'n vroegst morgenmiddag; mis
schien niet vóór Zondag. Zou het dan nog tijd
genoeg zyn? Van Dinsdag tot Zondag?Vyf
dagen en vijf nachtenZou Kibble het leven
zoo lang houden, of zouden wy hem dood vin
den?Hij had er uit gezien als iemand, die
heel wat ontberingen had doorgemaakt en die
gehard was door dat proces. Ik herinnerde mij
zijn uiterlijk nog heel goed.
Toen keerden mijn gedachten weer tot myn
eigen kansen op bevrijding. Dat Collins het drei
gende van mijn gevaar er nog niet op verbe
terd had door Mrs. Garbutt te vertellen, wat
ik gezegd had daar was geen twijfel aan. Door
haar toespelingen op „een schuldig geheim zou
myn werkgeefster zich gaan afvragen, hoeveel
ik in waarheid wist. Haar schuldbewustzyn zou
haar het ergste doen vreezen en daardoor zou
zy zich enkel beveiligd tegen my voelen, door
voor goed mijn lippen te sluiten.
Studiën over de Werking van Giffen! Hoe
zou ik my nu houden, tot Val kwam? Hoe zou
ik het doodelyke risico ontgaan, die het zien van
dat boek mij geopend had?Zou ik drie dagen
zonder voedsel kunnen doorbrengen? Zou ik er
bij kunnen blijven zitten en niets gebruiken van
hetgeen Mrs. Garbutt nam?.... Of zou ik mis
schien indigestie voorwenden en alleen nemen
van de dingen, waarmee zy niet kon geknoeid
hebben?
Daar luidde de ontbytbel. De Hemel gave, dat
ik mij goed kon houden!
Ik schrikte, toen ik Mrs. Garbutt zag; haar
gelaat was doodsbleek; haar oogen waren: diep
gezonken, maar schitterden en hadden een uit
drukking van rusteloosheid. De lippen waren
paars en trilden; haar handen bewogen zich
voortdurend op krampachtige manier.
Ze zag wel, dat ik ontstelde en ik meende,
dat het maar 't beste zou zijn, er op de natuur
lijkste wijze iets van te zeggen.
„Wat ziet u er vanmorgen slecht uit, Mrs.
Garbutt! Hebt u niet goed geslapen?"
„Neen. Maar ziet er ook niet best uit."
„Neen, ik heb weer zoo'n aanval van indi
gestie. ïk geloof dat ik niet goed tegen de lucht
kan. Dus is het maar beter, dat u ook niet ver
langt, dat ik hier blijf. Ik geloof niet, dat ik
hier gezond kan bly ven.v
„U is misschien gewoon aan een opwekkenda
lucht?"
„Och, ik heb er eigenlijk nooit zoo over ge
dacht; maar ik geloof wel, dat het een gezonde
streek is in Earlstoke. Vader zal verbaasd zijn,
dat ik in een paar dagen tyd zoo achteruit
gegaan ben. Hy zegt altyd, dat zijn ambt hem
geen droge boterham zou inbrengen, als iedereen
zoo gezond was als ik."
„Is uw vader dan dokter?"
Ik merkte, dat het bevestigend antwoord een
ontstellende uitwerking op haar had.
(Wordt vervolgdJ