Hoe de Jamboree wordt voorbereid Kennen wij Maria 1 9 7 A IN EEN SPOORWAGON P ZONDAG 9 MEI 1937 VAN WEEK TOT WEEK Sn: NAAR DE SPAANSCHE WATEREN De Johan Maurits zal de Hertog Hendrik aflossen Geen audiëntie Lord Baden Powell, de stichter der padvindersbeweging, tijdens een be zoek aan het welpenkamp te Wassenaar Honderdduizenden stuks reclame materiaal gaan van hier uit over de heele wereld Fietsvlaggetjes en een nieuwe affiche COMENIUS-MAUSOLEUM Onderscheidingen toegekend Valsche entreekaarten te Rotterdam De biljetten waren te Antwerpen vervaardigd, waar de politie thans twee personen heeft gearresteerd Grossier" in gestolen fietsen Venlosche politie heeft een Hage naar gearresteerd OFFICIEELE CRISIS PUBLICATIE HET TSJECHISCHE BEZOEK Een levensbeschrijving van onzen Zalig maker, te boek gesteld door den beroem den Franschen romanschrijver Francois Mauriac, hernieuwde een oud debat over de Plaats, welke Maria, de Moeder des Heeren, in- Pam in de waardeering van haar Goddelijken 2oon. Kan men zeggen, dat uit de betrekkelijk Weinige woorden, door Jezus in de evangelie- terhalen gericht tot Maria, wel een groote, kin derlijke liefde tot uitdrukking komt? Of moet toen niet eerder aannemen, dat de Godmensch zijn huiselijken omgang een zekeren afstand bewaarde? In de Nederlandsche vertaling van lvrauriac's Leven van Jezus wordt de vraag duidelijk gesteld, omdat de aanteekeningen achter in het boek de voorstelling van den schrijver zoeken te verzachten. Toch blijkt tel kens een moeilijk te ontkennen terughouding ll't het geheele gedrag van den Verlosser. Zoo- Wel wanneer Hij op twaalfjarigen leeftijd ach terblijft in den tempel, als bij de bruiloft van Cana, als ter gelegenheid van Maria's bezoek aatl den rondtrekkenden Jezus, wekt de Zalig maker den indruk, dat Hij de banden des bloeds vooral niet te hoog wil aanslaan. >.Toen kwamen Zijn moeder en Zijn broeders Zij bleven buiten staan en zonden boden naar bmnen om Hem te halen. Het volk zat er om been, toen men tot Hem zei: „Uw Moeder en W broeders staan buiten, ze zoeken U." Jezus antwoordde hun: „Wie is Mijn moeder en Mijn broeders?" En rondziende naar degenen, die klem omgaven, zeide Hij: „Ziet, dezen zijn Mijn moeder en Mijn broeders. Al wie den wil doet van God, is Mijn broeder, mijn zuster en mijn moeder." De geestelijke verwantschap tusschen dege- beri, die Gods wil volbrengen, wordt hier vol trekt verheven boven de lichamelijke verwant- schap. zóó hoog zelfs verheft de Zaligmaker dit feestelijke huisgezin der getrouwen aan God, °at Hij het bestaan van het gewone familiever band als het ware ontkent. Voor Maria moet mt oogenblik zoo meenen de meeste levens beschrijvers van Christus en verklaarders van ^e evangeliën toch wel een uiterst pijnlijk °°genblik geweest zijn. Zij werd om zoo te Zeggen, uitgeschakeld. Ze stond buiten te ^'achten op haar kind, en het kind liet haar ^achten. Hoe diep moet deze teleurstelling baar moederhart hebben gegriefd! Wij hooren, bat Maria Magdalena, de bekeerde zondares, boor Jezus hoog wordt geprezen. Ook voor J°hannes den Dooper klinken lofwoorden in bet Evangelie. Het geloof van den honderdman het onverstoorbare vertrouwen van de Cha- baneesche vrouw worden ten voorbeeld gesteld aan de menigte. Maar nooit klinkt een woord van lof voor Maria. Er wordt gedaan, alsof Zij biet bestond. Toch weten wij, dat Zij haren Soon heeft liefgehad met een uiterste van moederlijke liefde, en het kan niet anders, of deze liefde werd ook beantwoord. Er schuilt 6en moeilijkheid in de betrekkelijk onvereenig- bare zekerheden, dat de Heiland zijn Moeder 'en zeerste beminde, en dat Hij Haar althans 'b het openbaar zoo weinig beminnelijk behan- belde. Als een vrouw uit het volk, tijdens een Pteek van Jezus, in groote bewondering uit- r°cpt: „Welzalig de vrouw, die u gevoed heeft!" abtwoordt de Zaligmaker: „Welzalig degenen, bie het woord des Heeren aanhooren en het bewaren." Met geen enkel teeken bevestigt Hij b-etgeen de vrouw uitroept. ïh zijn pas vertaalde boek ,,'t Leven van Maria be moeder van Jezus", dat deze week bij de bitgeverij Foreholte te Voorhout verscheen, en bat wij warm kunnen aanbevelen aan onze 'eaers, schrijft Frans M. Willam: „Deze uit haken van Jezus hebben een min of meer ^herpen kant, maar toch tasten zij de natuur- bike liefde niet aan. Ja, Jezus wijst meermalen die liefde met warme bewoordingen. Hij ge buikt immers gelijkenissen, ontleend aan fjet familieleven van den eenvoudigen man. Deze '°°nen aan, hoezeer Hij met dit leven vertrouwd is. In den allerscherpsten vorm, als niemand v°°r Hem of na Hem ooit deed, kwam Jezus op hr de onaantastbaarheid van den familie band, waar het de huwelijkstrouw betrof. Al beze dingen moesten in hun geheel in zijn Rijk ^hden opgenomen, niet vernietigd." bfen kan de houding, die Jezus aanneemt ten cpzichte van zijn Moeder Maria, dus niet ver hen als een afwerende houding tegenover de batuuriyijg betrekkingen in het algemeen, of- htoon de Zaligmaker herhaaldelijk laat uit een, dat de banden des bloeds ondergeschikt êi-'n aan de geestelijke binding, en dat men eshoods het bloed verloochenen moet terwille den geest. In een tijd, die de banden des °eds tot den grondslag eener uiterst gevaar te dwaalleer maakt, heeft deze Goddelijke 6tmaning een beslissende beteekenis. Ze zegt jh, dat de natuurlijke binding aan bloed en °bem waardeloos wordt, wanneer de geest hcht, dat men zich zal losmaken van deze atuurijjke banden. „Hij, die vader of moeder eer bemint dan Mij, is Mijner niet waardig." ■Verlaat uw vader en uw moeder en uw huis hw land." Meermalen wordt hier in het jhhgelie de stelligste nadruk op gelegd. Is et om te doen zien, dat deze vermaningen Hem ernst waren, dat Jezus in het openbaar t°° Weinig kindeerlijke aanhankelijkheid ver- °Qrb aan Maria? jj^en moet dit wel aannemen. Degenen, die ^Ver zouden zien, dat Jezus zich anders ge- °e8. begrijpen niet voldoende den eisch tot feheele zelfverloochening, door Hem aan Zijn 0 fdingen gesteld. Hij moest en wilde ook Jhen, dat Hij zelf zich strikt hield aan dezen ®ch en jjat Hij zich nooit door de banden des je°ebs liet afhouden van het volstrekte vervui ld1 zijner Goddelijke zending. Bij de beoordee- van deze houding moet men echter ook hebben voor de persoonlijkheid van de g6°eber Gods. Het is zeer moeilijk, door te drin- j,. tot de psychologie van Maria. De gegevens .dtoe Zjjn weinig talrijk. We weten, dat de li ®'hge Maagd een eenvoudig Joodsch volks- lsie Was, en kunnen dus haar alledaagsche "etlswijze eenigermate reconstrueeren uit geen ons bekend is omtrent het leven der q estijnsche bevolking ten tijde van Christus, v Uitstekende wijze wordt dit gedaan door ns Michel Willams in zjjn genoemd boek, waaromtrent Schonere Zukunft schreef: „Willam schildert Maria's leven in de om lijsting en op den achtergrond van het con crete leven, hij maakt ons werkelijk het leven van de eenvoudige Oostersche vrouw doorzich tig, voornamelijk zooals zij ten tijde van Chris tus heeft geleefd, welke haar plaats in het ge zin, in het religieuze leven en in het openbare leven is, waarin haar werk bestaat, in welke cultureele omgeving zij leeft, enz. De zoo ge wonnen kennis brengt de schrijver in onmid dellijk, organisch verband met alles, wat ons de H. Schrift over de Moeder Gods meedeelt." Deze methode stelt ons in de gelegenheid, een algemeenen indruk te krijgen van Maria's gewone levensverhoudingen. Doch wij moeten één ding niet vergeten, wanneer wij trachten, door te dringen tot de diepere gemoedsbewe gingen van de Heilige Maagd. Het eenvoudige Joodsche volksmeisje, dat de bruid werd van Jozef den timmerman, en dat woonde in het arbeidershuisje te Nazareth, was de dichteres van het Magnificat. Wie dezen lofzang leest, begrijpt eerst iets van het inwendig leven van de heilige Maagd Maria. Alles aan haar moge doodgewoon en zelfs betrekkelijk alledaagsch zijn geweest, doch het vermogen om dit lied ie dichten, was zéér bijzonder en wijst op gees telijke spanningen in Haar gemoed, zooals we die bij andere gewone volksvrouwen zelden of nooit aantreffen. Slechts een hooge staat van mystieke begeestering verklaart de aanwezig heid van dit buitengewoon vermogen in jen zóó eenvoudige ziel. De practijk van het Christelijk leven heeft geleerd, hoe vaak de minst bestu deerde menschen door aandachtige medewer king met de genade kunnen opstijgen tot een graad van mystisch doordringingsvermogen, die verborgen blijft aan de wijzen der aarde. Wil men de verhouding van Christus tot Maria be- oordeelen. dan moet men zich niet uitsluitend bepalen tot het waarnemen van de familiale verhouding tusschen de moeder en het kind, gebonden door den band der natuur. Veel ster ker is bij deze beiden de band der mystieke liefde tusschen God en de heilige. Maria is een heilige. Zij werd door een ver schrikkelijke uitverkiezing ontheven aan de alledaagsche voorwaarden van het aardsche. Zij kende de eenzaamheid en het zieleleed van de heiligen. Ook zij had afstand gedaan van de aardsche gehechtheden. De toon van de con versatie tusschen Maria en Jezus wordt door c'eze keuze beheerscht. Maria heeft het niet ge voeld als een miskenning of als een grievende beleediging, wanneer haar Zoon duidelijk maakte, en ook in den omgang liet blijken, dat de uitverkiezing door den Heiligen Geest van hooger waarde is dan de natuurlijke voorbe stemming. Als Christus zeide: „Welzalig wie Gods woord hoort," of „Degenen, die Gods wil volbrengen, zijn mijn zuster, mijn broeder en mijn moeder," ban beteekende dit voor Maria, dat haar ver* wantschap met haar zoon een veel dieper en inniger verwantschap is dan de aardsche gezins verhouding. Immers in de mystieke vereeniging met haar God vond zij meer vreugde dan de aardsche verhouding kan geven. Het raadsel van het gedrag, door Jezus aangenomen ten op zichte zijner Moeder, is slechts een raadsel voor den natuurlijken mensch. Naar bovennatuur lijken maatstaf beoordeeld, heeft het niets raadselachtigs, want in het bovennatuurlijke geldt de wet der zelfverloochening als eerste levensvoorwaarde. Maria navolgen beteekent dan ook allereerst: afstand doen om hierdoor eerst ten volle te verwerven. Het Magnificat zegt ons duidelijk, dat de Moeder Gods deze mystieke roeping begreep. Volgens een bij het departement van Defen sie ontvangen telegram is Hr. Ms. Johan Mau rits van Nassau 7 Mei van Curasao vertrokken, ten einde Hr. Ms. Hertog Hendrik eind Mei in de Spaansche wateren bij Gibraltar af te lossen. Z. H. Exc. Mgr. A. F. Diepen, Bisschop van 's-Hertogenbosch, zal in de a.s. week alleen Vrijdag en Zaterdag audiëntie verleenen. De ambtenaren van het departement van Goebbels moeten twee maanden als gewoon arbeider dienst doen. Hun gedrag in dien tijd eal van beteekenis zijn voor latere opdrachten en promoties. Krantenbericht. Den Haag, 7 Mei. In Nederland, in Bloemendaal de wereld jamboree! Op meer dan twee millioen zegel tjes, op honderdduizenden folders, op duizen den plakkaten heeft die frissche padvinder met die vaderlanjdsche driekleur, wapperend in den duinwind u hebt hem stellig al tien tallen malen gezien op reclame-zuilen, op de stations of op hotel-etiketten in ons land en in alle landen van de wereld zijn kamera den met zijn zwaaienden linkerarm uitgenoo- digd: komt hierheen, naar Nederland! Het apparaat, dat deze enorme propaganda, deze intense internationale reclame-campagne or ganiseert huistin een spoorwagon! Aan het perron van het Staatsspoor staat hij. Heelemaal vóóraan, nog voor die groote draai schijf. Haast tegen den tuin van den Herten kamp aan. Een oude D.-wagon, heelemaal oranje geschilderd en met groote letters erop: Wereld-jamboree 1937. Al maanden lang heb ben de reizigers uit de richting Utrecht dit op vallend vehikel zien staan. Weinigen zullen ge weten hebben, dat hier het hart klopt van den nationalen en internationalen pers- en propa- gandadienst voor dat kamp, waar 25.000 jongens uit binnen- en buitenland elkander zullen ont moeten, leeren kennen eri leeren waardeeren. Met alle bereidwilligheid heeft de leider van dezen dienst, Mr. E. Lamers ons een kijkje vergund in het interieur van dit bureau-op- wielen en ons daarbij allerlei bijzonderheden omtrent den hier verrichten arbeid verteld, bijzonderheden, die het navertellen voor onze lezers ten volle waard mogen heeten. De Jamboree-spoorwagen is door het uitbre ken van een aantal schotten verdeeld in drie compartimenten. In het eerste zetelt het bu reau, het tweede vormt een vergaderlokaal of eventueel spreek- en ontvangkamer, in het derde huist de expeditie van het propaganda materiaal. Tien dikke dossiers bewaren reeds de tot nu toe gevoerde correspondentie. Stapeis materiaal liggen op de rekken bij elkaar. Daar ligt het kleine sluitzegeltje, dat wij verspreid hebben, vertelt Mr. lamers Toen we begonnen achtten wij het een heelen durf er 200.000 te laten drukken; maar minder kon moeilijk omdat het dan te duur werd. Een beetje bezorgd hebben wij toen een beroep ge daan op de jongens zelf. Eerst bijwijze van proef in Den Haag alleen. Toen daar de plaat- sings-actie goed en wel aan den gang was, hadden wij maar tienduizend zegeltjes meei over. Bijdrukken natuurlijk. Weer een paar honderdduizend. En op het oogenblik zijn wij over de twee millioen heen. U ziet, daar staat nog steeds dezelfde jongen op als op onze eerste reclame-biljetten. Suggestief. Niets an ders zeggend, dan dat in 1937 een wereld jamboree in Nederland komt. Wij krijgen nu een nieuwe plaat. Daar hangt ze: zij beeldt de veree niging van alle nationaliteiten om één en hetzelfde kampvuur uit. Ach ter het groote silhouet van een Hol- landschen padvinder schijnt de volle gloed van het vuur op dien Egypti- schen Scout en op dien Britsch-In- diër en dien Water-verkenner. En diep-blauw welft zich dezelfde ster renhemel boven alle vier. O, U moet dat zien in het volle daglicht. Zij hangt hier nog niet best. Als de verkiezings-campagne achter den rug is, beginnen wij met de verspreiding van deze affiche. Anders verdwijnt zy tóch maar in de massa. De teekenaar is een jonge kracht. Jan Lavies. Hij heeft in Indië gewerkt en in Amerika. Ja, een bekwame kerel. Kijk: hier vindt u al meer aanduidingen over de plaats, waar de Jamboree precies wordt gehouden en over de data. En hier vindt u ook een aanduiding, dat het pu bliek dagelijks toegang heeft tot het terrein Hoe dat precies geregeld wordt hoort u no? wel. Ik meen, dat men de winkels en het res taurant vanaf twaalf uur wil openstellen en de Jamboree zelf vanaf één uur in den middag Maar op het oogenblik is de hoofdzaak, dat ae menschen hier in Nederland en in andere lan den, want deze plaat gaat de heele wereld over, weten, dat de Jamboree behalve een kamp voor de jongens ook een gelegenheid voor ieder is, met de beweging kennis te maken, om ze op haar best te zien. Uit verschillende landen verwachten wij groote groepen ouders en belangstellenden. Uit Luxem burg komt men met autobussen, misschien zelfs met een extra-trein. Uit België, waar men al boos was omdat er maar voor duizend Belgi sche jongens plaats was, komt op het tweede week-end zeker een extra-trein met ouders. Uit Engeland, waar achtduizend scouts vandaan ko men, komen het eerste week-end twee extra booten. Op voorbeeld daarvan overwegen wij op het oogenblik, de propa- ganda-leiders, die wij in de verschil lende streken van het land hebben aangesteld óók te belasten met het organiseeren van collectief bezoek aan de Jamboree. Wij zouden daar bij zelfs zóó ver kunnen gaan, dat zij bijvoorbeeld bij het bezoek uit Groningen 'n specialen Groningschen dag organiseeren; een anderen keer een Limburgschen dagMaar dat alles is nog heelemaal niet defi nitief; uitsluitend provisorisch hoor. Wij verwachten veel bezoekers. Op de Jam boree in Engeland kwamen er 320.000, terwijl het terrein een heel eind van Londen af lag, aan een heel anderen kant van het land, in de buurt van Liverpool ergens. In Hongarije kwa men 350.000 bezoekers. En in ons land ligt alles zoo gunstig. Midden tusschen de groote steden. Drie minuten van het Station Vogelenzang, waar alle treinen zullen stoppen, waar men dus iedere tien minuten kan arriveeren en vertrekken! Maar om op de propaganda terug te komen: de volgende week tegen Pinksteren komen wij ook met een Jamboree-fietsvlaggetje. Hier hangt het. Een groen driehoekje met op een Oranje cirkelvormig veld het symbool van de Jamboree. Iedere Jamboree heeft haar e>gen symbool. Die in Londen had den gouden pijl, die van Hongarije het witte hert en wij hebben hier den Jacobsstaf aangenomen. Dit was een stok met vier schuiven; een heel primitief instrument, waarmee onze scheepvarende voorvaderen, de ontdekkingsreizigers van de eerste eeuwen de plaats op zee bepaalden. De gedachte, die aan de keuze van dft sym bool ten grondslag ligt is deze: met kleine middelen veel tot stand brengen. Hier, dat moet u ook beslist zien: in dit derde lokaal van onzen spoorwagen, waar de expe ditie is ondergebracht, komen ook alle buiten- landsche padvinderstijdschriften samen. Al wat daar nu reeds over Holland en de Hollanders wordt geschreven verzamelen wij. En dat is aller aardigst. U ziet hier: „The Scout" is al begonnen met een cursus in Nederlandsche taal voor de jon gens. „Hoo fvale iss hett". „Hcafe my olst-u- bleeft wot seen-ahs-op-pel-en". Kunt u eruit wijs? De Denen zijn in denzelfden geest óók bezig. Wij beschouwen dat zoo: op den leeftijd, waarin de jongens hierheen komen krijgt de mensch zijn scherpste indrukken. Hoe straks de wej'eld over Nederland oordeelt, dat hangt méér af van wat deze jongens ondervinden, dan van wat rondreizende toeristen hier oppervlakkig waarnemen. Daarom voorzien wij den buiten- landschen groepen ook volledig van materiaal over ons land en van goed materaial. En daarmee hebt u het voornaamste in onzen wagen gezien. In dat gezellige voertuig met zijn nauwen corridor, z'n vele paperassen, z'n tikken de schrijfmachine, die met heel de wereld cor respondentie onderhoudt, en z'n heeriijk en thousiaste menschen, die van hier uit ons land laten zien wat hun beweging is, en hun bewe ging toonen, wat ons land kan. Na de plechtige inwijding van het Comenius- mausoleum te Naarden heeft in het raadhuis de gezant burgemeester J. E. Boddens Hosang de eereteekenen van de Tsjechische orde van den Witten Leeuw overhandigd. De Nederlandsche minister van Buitenlandsche Zaken, jhr. mr. De Graeff, deelde den Tsjechischen consul, den heer J. Kokes, mede, dat hij benoemd is tot officier in de orde van Oranje-Nassau. Een drukbezochte receptie heeft dezen dag besloten. Zooals men weet, zijn Zondag 2 Mei te Rotterdam in totaal twaalf Amsterdamsche kooplieden aangehouden, die valsche entree biljetten voor den wedstrijd Nederland3elgië hadden verkocht. Bij het onderzoek bleek dat zij de biljetten hadden betrokken van vijf an dere Amsterdamsche kooplieden en dezen zijn daarop aldaar aangehouden en naar Rotter dam op transport gesteld. Zij vertelden de bil jetten te Antwerpen te hebben gekocht maar ontkenden geweten te hebben dat de kaartjes valsch waren. Bij de centrale recherche meldden z.ch voorts enkele Amsterdamsche kooplieden die vertel den in de week voor den wedstrijd te Antwer pen te zijn geweest om biljetten op te koopen. Toen hun echter bleek, dat deze biljetten waar schijnlijk valsch waren hadden zij van de transactie afgezien. Zij wisten dat de andere combinatie van vijf Amsterdammers naar Ant werpen zou gaan om daar biljetten te koopen, maar toen zij te Amsterdam terug kwamen, bleken de anderen reeds te zijn vertrokken. zoodat zij hen niet meer konden waarschu wen Uit een en ander volgde dat het onder zoek te Antwerpen moest worden voortge zet en dat de lezing van de eerste twaalf aangehoudenen als zouden zij er zijn in- geloopen als juist moest worden aanvaard. Deze twaalf zijn dan ook in vrijheid ge steld. Twee inspecteurs van de centrale recherche begaven zich naar Antwerpen, maar voor dat zij daar met hun onderzoek konden beginnen, moesten er uiteraard eenige formaliteiten wor den vervuld, zoodat dit onderzoek pas Donder dag kon worden aangevat. Inmiddels had een van de Antwerpsche bladen bericht, dat de Rotterdamsche inspecteurs waren aangekomen met het gevolg, dat alle verdachten gewaar schuwd waren en toen men den volgenden dag huiszoekingen ging doen, kon men dan ook niets vinden. Intusschen heeft men, zooals reeds is ge meld, twee personen, namelijk den Nederland- schen verzekeringsagent C. K., een ouden be kende van de justitie, en den Belg F. M„ een licht gewicht bokser, aangehouden. Zij wor den er van verdacht de valsche biljetten aan de vijf Amsterdammers te hebben verkocht, hetgeen zij evenwel ontkennen. K. bleek in het bezit te zjjn van een vervalscht paspoort. Het onderzoek wordt door de Belgische politie voortgezet, aangezien de biljetten in België zijn gemaakt en aldaar verhandeld. Gebleken is dat, hoewel een zeer groot aantal valsche entreebiljetten in omloop is gebracht, Zondag slechts 43 personen op dergelijke biljetten het Rotterdamsche stadion zijn kunnen binnen komen. Alle andere koopers zijn tijdig ontdekt en teruggestuurd. Den laatsten tijd is er in Nijmegen en Venlo en tusschen gelegen plaatsen een groot aan tal rijwielen gestolen. De dader was moeilijk te achterhalen. Thans echter is de politie te Venlo er in geslaagd een 26-jarigen Hagenaar, zekeren H., die tallooze diefstallen heeft ge pleegd, te Nijmegen, Venlo en andere grens plaatsen, te arresteeren. De fietsen werden alle over de Duitsche grens gesmokkeld en daar verkocht. H. is naar de strafgevangenis te Roermond overgebracht. De Nederlandsche Meelcentrale maakt bekend: Het gedeelte van het prijsverschil per 100 kg. voor den invoer van veekoeken (in den zin van artikel 1, lid 1, onder llo, van het Crisis-Akker bouwbesluit 1934) als bedoeld in artikel 8, b, onder 2o, van de Crisis-Akkerbouwbeschikking 1934 I. is als volgt vastgesteld: Inklaring Inklaring van 10 Mei van 1 Sept. aft/m31 aft/m31 Aug. 1937: Dec. 1937: voor lijnkoeken 1.50 1.20 voor soyaschroot -. voor soyakoeken -.— voor grondnootkoeken -.40 -.40 voor grondnootschilfers -.85 -.85 voor grondnootmeel -.85 -.85 voor cocoskoeken -55 -.55 voor Ned. Oost-Indische cocoskoeken -.55 -.55 voor alle andere niet ge noemde soorten vee koeken (al dan niet verwerkt met bijpro ducten en/of afvalleni -.10 -.10 Voor de goede orde wordt opgemerkt, dat in deze bedragen niet is begrepen het ir> artikel 8, b, onder lo, van voornoemde beschikking be doelde gedeelte van het prijsverschil. Indien men zijn import op verderen termijn nu reeds wenscht vast te leggen tot bovenge noemde prijsverschillen, gelieve men zich daar over met de Nederlandsche Meelcentrale te Den Haag in verbinding te stellen. 's-Gravenhage, 8 Mei 1937. De Tsjechische minister van Onderwijs, dr. E. Franke, heeft Zaterdag een bezoek gebracht aan de Leidsche Universiteit. Hij was vergezeld van zijn secretaris dr. R. Rtansky, dr. F. Praus, onder-directeur van het ministerie van Onderwijs en dr. I. Krno, ge zant van Tsjecho-Slowakije. Van Nederlandsche zijde waren aanwezig de minister van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen, prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruine, de chef van de afdeeling hooger onderwijs, mr. A. J. L. van Beeck Calkoen, de president curator mr. A. van de Sande Bakhuyzen en de secretaris van curatoren, mr. P. J. Iden- burg. De rector magnificus sprak de bezoekers toe, waarbij hij o.m. den honderdvijftigsten ge boortedag van den Tsjechischen bioloog Jan- purkyn herdacht. Deze toespraak heeft dr. Franke met eenige hartelijke woorden beantwoord.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 5