Hoe de Jamboree wordt
voorbereid
Kennen wij Maria
1
9
7 A
IN EEN SPOORWAGON
P
ZONDAG 9 MEI 1937
VAN WEEK TOT WEEK
Sn:
NAAR DE SPAANSCHE
WATEREN
De Johan Maurits zal de Hertog
Hendrik aflossen
Geen audiëntie
Lord Baden Powell, de stichter der
padvindersbeweging, tijdens een be
zoek aan het welpenkamp te
Wassenaar
Honderdduizenden stuks reclame
materiaal gaan van hier uit
over de heele wereld
Fietsvlaggetjes en een
nieuwe affiche
COMENIUS-MAUSOLEUM
Onderscheidingen toegekend
Valsche entreekaarten
te Rotterdam
De biljetten waren te Antwerpen
vervaardigd, waar de politie
thans twee personen heeft
gearresteerd
Grossier" in gestolen
fietsen
Venlosche politie heeft een Hage
naar gearresteerd
OFFICIEELE CRISIS
PUBLICATIE
HET TSJECHISCHE BEZOEK
Een levensbeschrijving van onzen Zalig
maker, te boek gesteld door den beroem
den Franschen romanschrijver Francois
Mauriac, hernieuwde een oud debat over de
Plaats, welke Maria, de Moeder des Heeren, in-
Pam in de waardeering van haar Goddelijken
2oon. Kan men zeggen, dat uit de betrekkelijk
Weinige woorden, door Jezus in de evangelie-
terhalen gericht tot Maria, wel een groote, kin
derlijke liefde tot uitdrukking komt? Of moet
toen niet eerder aannemen, dat de Godmensch
zijn huiselijken omgang een zekeren afstand
bewaarde? In de Nederlandsche vertaling van
lvrauriac's Leven van Jezus wordt de vraag
duidelijk gesteld, omdat de aanteekeningen
achter in het boek de voorstelling van den
schrijver zoeken te verzachten. Toch blijkt tel
kens een moeilijk te ontkennen terughouding
ll't het geheele gedrag van den Verlosser. Zoo-
Wel wanneer Hij op twaalfjarigen leeftijd ach
terblijft in den tempel, als bij de bruiloft van
Cana, als ter gelegenheid van Maria's bezoek
aatl den rondtrekkenden Jezus, wekt de Zalig
maker den indruk, dat Hij de banden des
bloeds vooral niet te hoog wil aanslaan.
>.Toen kwamen Zijn moeder en Zijn broeders
Zij bleven buiten staan en zonden boden naar
bmnen om Hem te halen. Het volk zat er om
been, toen men tot Hem zei: „Uw Moeder en
W broeders staan buiten, ze zoeken U." Jezus
antwoordde hun: „Wie is Mijn moeder en Mijn
broeders?" En rondziende naar degenen, die
klem omgaven, zeide Hij: „Ziet, dezen zijn Mijn
moeder en Mijn broeders. Al wie den wil doet
van God, is Mijn broeder, mijn zuster en mijn
moeder."
De geestelijke verwantschap tusschen dege-
beri, die Gods wil volbrengen, wordt hier vol
trekt verheven boven de lichamelijke verwant-
schap. zóó hoog zelfs verheft de Zaligmaker dit
feestelijke huisgezin der getrouwen aan God,
°at Hij het bestaan van het gewone familiever
band als het ware ontkent. Voor Maria moet
mt oogenblik zoo meenen de meeste levens
beschrijvers van Christus en verklaarders van
^e evangeliën toch wel een uiterst pijnlijk
°°genblik geweest zijn. Zij werd om zoo te
Zeggen, uitgeschakeld. Ze stond buiten te
^'achten op haar kind, en het kind liet haar
^achten. Hoe diep moet deze teleurstelling
baar moederhart hebben gegriefd! Wij hooren,
bat Maria Magdalena, de bekeerde zondares,
boor Jezus hoog wordt geprezen. Ook voor
J°hannes den Dooper klinken lofwoorden in
bet Evangelie. Het geloof van den honderdman
het onverstoorbare vertrouwen van de Cha-
baneesche vrouw worden ten voorbeeld gesteld
aan de menigte. Maar nooit klinkt een woord
van lof voor Maria. Er wordt gedaan, alsof Zij
biet bestond. Toch weten wij, dat Zij haren
Soon heeft liefgehad met een uiterste van
moederlijke liefde, en het kan niet anders, of
deze liefde werd ook beantwoord. Er schuilt
6en moeilijkheid in de betrekkelijk onvereenig-
bare zekerheden, dat de Heiland zijn Moeder
'en zeerste beminde, en dat Hij Haar althans
'b het openbaar zoo weinig beminnelijk behan-
belde. Als een vrouw uit het volk, tijdens een
Pteek van Jezus, in groote bewondering uit-
r°cpt: „Welzalig de vrouw, die u gevoed heeft!"
abtwoordt de Zaligmaker: „Welzalig degenen,
bie het woord des Heeren aanhooren en het
bewaren." Met geen enkel teeken bevestigt Hij
b-etgeen de vrouw uitroept.
ïh zijn pas vertaalde boek ,,'t Leven van Maria
be moeder van Jezus", dat deze week bij de
bitgeverij Foreholte te Voorhout verscheen, en
bat wij warm kunnen aanbevelen aan onze
'eaers, schrijft Frans M. Willam: „Deze uit
haken van Jezus hebben een min of meer
^herpen kant, maar toch tasten zij de natuur-
bike liefde niet aan. Ja, Jezus wijst meermalen
die liefde met warme bewoordingen. Hij ge
buikt immers gelijkenissen, ontleend aan fjet
familieleven van den eenvoudigen man. Deze
'°°nen aan, hoezeer Hij met dit leven vertrouwd
is.
In den allerscherpsten vorm, als niemand
v°°r Hem of na Hem ooit deed, kwam Jezus op
hr de onaantastbaarheid van den familie
band, waar het de huwelijkstrouw betrof. Al
beze dingen moesten in hun geheel in zijn Rijk
^hden opgenomen, niet vernietigd."
bfen kan de houding, die Jezus aanneemt ten
cpzichte van zijn Moeder Maria, dus niet ver
hen als een afwerende houding tegenover de
batuuriyijg betrekkingen in het algemeen, of-
htoon
de Zaligmaker herhaaldelijk laat uit
een, dat de banden des bloeds ondergeschikt
êi-'n aan de geestelijke binding, en dat men
eshoods het bloed verloochenen moet terwille
den geest. In een tijd, die de banden des
°eds tot den grondslag eener uiterst gevaar
te dwaalleer maakt, heeft deze Goddelijke
6tmaning een beslissende beteekenis. Ze zegt
jh, dat de natuurlijke binding aan bloed en
°bem waardeloos wordt, wanneer de geest
hcht,
dat men zich zal losmaken van deze
atuurijjke banden. „Hij, die vader of moeder
eer bemint dan Mij, is Mijner niet waardig."
■Verlaat uw vader en uw moeder en uw huis
hw land." Meermalen wordt hier in het
jhhgelie de stelligste nadruk op gelegd. Is
et om te doen zien, dat deze vermaningen Hem
ernst waren, dat Jezus in het openbaar
t°° Weinig kindeerlijke aanhankelijkheid ver-
°Qrb aan Maria?
jj^en moet dit wel aannemen. Degenen, die
^Ver zouden zien, dat Jezus zich anders ge-
°e8. begrijpen niet voldoende den eisch tot
feheele zelfverloochening, door Hem aan Zijn
0 fdingen gesteld. Hij moest en wilde ook
Jhen, dat Hij zelf zich strikt hield aan dezen
®ch en jjat Hij zich nooit door de banden des
je°ebs liet afhouden van het volstrekte vervui
ld1 zijner Goddelijke zending. Bij de beoordee-
van deze houding moet men echter ook
hebben voor de persoonlijkheid van de
g6°eber Gods. Het is zeer moeilijk, door te drin-
j,. tot de psychologie van Maria. De gegevens
.dtoe Zjjn weinig talrijk. We weten, dat de
li
®'hge Maagd een eenvoudig Joodsch volks-
lsie Was, en kunnen dus haar alledaagsche
"etlswijze eenigermate reconstrueeren uit
geen ons bekend is omtrent het leven der
q estijnsche bevolking ten tijde van Christus,
v Uitstekende wijze wordt dit gedaan door
ns Michel Willams in zjjn genoemd boek,
waaromtrent Schonere Zukunft schreef:
„Willam schildert Maria's leven in de om
lijsting en op den achtergrond van het con
crete leven, hij maakt ons werkelijk het leven
van de eenvoudige Oostersche vrouw doorzich
tig, voornamelijk zooals zij ten tijde van Chris
tus heeft geleefd, welke haar plaats in het ge
zin, in het religieuze leven en in het openbare
leven is, waarin haar werk bestaat, in welke
cultureele omgeving zij leeft, enz. De zoo ge
wonnen kennis brengt de schrijver in onmid
dellijk, organisch verband met alles, wat ons
de H. Schrift over de Moeder Gods meedeelt."
Deze methode stelt ons in de gelegenheid,
een algemeenen indruk te krijgen van Maria's
gewone levensverhoudingen. Doch wij moeten
één ding niet vergeten, wanneer wij trachten,
door te dringen tot de diepere gemoedsbewe
gingen van de Heilige Maagd. Het eenvoudige
Joodsche volksmeisje, dat de bruid werd van
Jozef den timmerman, en dat woonde in het
arbeidershuisje te Nazareth, was de dichteres
van het Magnificat. Wie dezen lofzang leest,
begrijpt eerst iets van het inwendig leven van
de heilige Maagd Maria. Alles aan haar moge
doodgewoon en zelfs betrekkelijk alledaagsch
zijn geweest, doch het vermogen om dit lied
ie dichten, was zéér bijzonder en wijst op gees
telijke spanningen in Haar gemoed, zooals we
die bij andere gewone volksvrouwen zelden of
nooit aantreffen. Slechts een hooge staat van
mystieke begeestering verklaart de aanwezig
heid van dit buitengewoon vermogen in jen zóó
eenvoudige ziel. De practijk van het Christelijk
leven heeft geleerd, hoe vaak de minst bestu
deerde menschen door aandachtige medewer
king met de genade kunnen opstijgen tot een
graad van mystisch doordringingsvermogen, die
verborgen blijft aan de wijzen der aarde. Wil
men de verhouding van Christus tot Maria be-
oordeelen. dan moet men zich niet uitsluitend
bepalen tot het waarnemen van de familiale
verhouding tusschen de moeder en het kind,
gebonden door den band der natuur. Veel ster
ker is bij deze beiden de band der mystieke
liefde tusschen God en de heilige.
Maria is een heilige. Zij werd door een ver
schrikkelijke uitverkiezing ontheven aan de
alledaagsche voorwaarden van het aardsche.
Zij kende de eenzaamheid en het zieleleed van
de heiligen. Ook zij had afstand gedaan van de
aardsche gehechtheden. De toon van de con
versatie tusschen Maria en Jezus wordt door
c'eze keuze beheerscht. Maria heeft het niet ge
voeld als een miskenning of als een grievende
beleediging, wanneer haar Zoon duidelijk
maakte, en ook in den omgang liet blijken, dat
de uitverkiezing door den Heiligen Geest van
hooger waarde is dan de natuurlijke voorbe
stemming.
Als Christus zeide: „Welzalig wie Gods woord
hoort," of „Degenen, die Gods wil volbrengen,
zijn mijn zuster, mijn broeder en mijn moeder,"
ban beteekende dit voor Maria, dat haar ver*
wantschap met haar zoon een veel dieper en
inniger verwantschap is dan de aardsche gezins
verhouding. Immers in de mystieke vereeniging
met haar God vond zij meer vreugde dan de
aardsche verhouding kan geven. Het raadsel
van het gedrag, door Jezus aangenomen ten op
zichte zijner Moeder, is slechts een raadsel voor
den natuurlijken mensch. Naar bovennatuur
lijken maatstaf beoordeeld, heeft het niets
raadselachtigs, want in het bovennatuurlijke
geldt de wet der zelfverloochening als eerste
levensvoorwaarde. Maria navolgen beteekent
dan ook allereerst: afstand doen om hierdoor
eerst ten volle te verwerven. Het Magnificat
zegt ons duidelijk, dat de Moeder Gods deze
mystieke roeping begreep.
Volgens een bij het departement van Defen
sie ontvangen telegram is Hr. Ms. Johan Mau
rits van Nassau 7 Mei van Curasao vertrokken,
ten einde Hr. Ms. Hertog Hendrik eind Mei
in de Spaansche wateren bij Gibraltar af te
lossen.
Z. H. Exc. Mgr. A. F. Diepen, Bisschop van
's-Hertogenbosch, zal in de a.s. week alleen
Vrijdag en Zaterdag audiëntie verleenen.
De ambtenaren van het departement van
Goebbels moeten twee maanden als gewoon
arbeider dienst doen. Hun gedrag in dien tijd
eal van beteekenis zijn voor latere opdrachten
en promoties.
Krantenbericht.
Den Haag, 7 Mei.
In Nederland, in Bloemendaal de wereld
jamboree! Op meer dan twee millioen zegel
tjes, op honderdduizenden folders, op duizen
den plakkaten heeft die frissche padvinder
met die vaderlanjdsche driekleur, wapperend
in den duinwind u hebt hem stellig al tien
tallen malen gezien op reclame-zuilen, op de
stations of op hotel-etiketten in ons land
en in alle landen van de wereld zijn kamera
den met zijn zwaaienden linkerarm uitgenoo-
digd: komt hierheen, naar Nederland! Het
apparaat, dat deze enorme propaganda, deze
intense internationale reclame-campagne or
ganiseert huistin een spoorwagon!
Aan het perron van het Staatsspoor staat hij.
Heelemaal vóóraan, nog voor die groote draai
schijf. Haast tegen den tuin van den Herten
kamp aan. Een oude D.-wagon, heelemaal
oranje geschilderd en met groote letters erop:
Wereld-jamboree 1937. Al maanden lang heb
ben de reizigers uit de richting Utrecht dit op
vallend vehikel zien staan. Weinigen zullen ge
weten hebben, dat hier het hart klopt van den
nationalen en internationalen pers- en propa-
gandadienst voor dat kamp, waar 25.000 jongens
uit binnen- en buitenland elkander zullen ont
moeten, leeren kennen eri leeren waardeeren.
Met alle bereidwilligheid heeft de leider van
dezen dienst, Mr. E. Lamers ons een kijkje
vergund in het interieur van dit bureau-op-
wielen en ons daarbij allerlei bijzonderheden
omtrent den hier verrichten arbeid verteld,
bijzonderheden, die het navertellen voor onze
lezers ten volle waard mogen heeten.
De Jamboree-spoorwagen is door het uitbre
ken van een aantal schotten verdeeld in drie
compartimenten. In het eerste zetelt het bu
reau, het tweede vormt een vergaderlokaal of
eventueel spreek- en ontvangkamer, in het
derde huist de expeditie van het propaganda
materiaal. Tien dikke dossiers bewaren reeds
de tot nu toe gevoerde correspondentie. Stapeis
materiaal liggen op de rekken bij elkaar.
Daar ligt het kleine sluitzegeltje, dat wij
verspreid hebben, vertelt Mr. lamers Toen
we begonnen achtten wij het een heelen durf
er 200.000 te laten drukken; maar minder kon
moeilijk omdat het dan te duur werd. Een
beetje bezorgd hebben wij toen een beroep ge
daan op de jongens zelf. Eerst bijwijze van
proef in Den Haag alleen. Toen daar de plaat-
sings-actie goed en wel aan den gang was,
hadden wij maar tienduizend zegeltjes meei
over. Bijdrukken natuurlijk. Weer een paar
honderdduizend. En op het oogenblik zijn wij
over de twee millioen heen. U ziet, daar staat
nog steeds dezelfde jongen op als op onze
eerste reclame-biljetten. Suggestief. Niets an
ders zeggend, dan dat in 1937 een wereld
jamboree in Nederland komt.
Wij krijgen nu een nieuwe plaat.
Daar hangt ze: zij beeldt de veree
niging van alle nationaliteiten om
één en hetzelfde kampvuur uit. Ach
ter het groote silhouet van een Hol-
landschen padvinder schijnt de volle
gloed van het vuur op dien Egypti-
schen Scout en op dien Britsch-In-
diër en dien Water-verkenner. En
diep-blauw welft zich dezelfde ster
renhemel boven alle vier. O, U moet
dat zien in het volle daglicht. Zij
hangt hier nog niet best. Als de
verkiezings-campagne achter den rug
is, beginnen wij met de verspreiding
van deze affiche. Anders verdwijnt
zy tóch maar in de massa.
De teekenaar is een jonge kracht. Jan Lavies.
Hij heeft in Indië gewerkt en in Amerika. Ja,
een bekwame kerel. Kijk: hier vindt u al meer
aanduidingen over de plaats, waar de Jamboree
precies wordt gehouden en over de data. En
hier vindt u ook een aanduiding, dat het pu
bliek dagelijks toegang heeft tot het terrein
Hoe dat precies geregeld wordt hoort u no?
wel. Ik meen, dat men de winkels en het res
taurant vanaf twaalf uur wil openstellen en
de Jamboree zelf vanaf één uur in den middag
Maar op het oogenblik is de hoofdzaak, dat ae
menschen hier in Nederland en in andere lan
den, want deze plaat gaat de heele wereld
over, weten, dat de Jamboree behalve een
kamp voor de jongens ook een gelegenheid
voor ieder is, met de beweging kennis te
maken, om ze op haar best te zien.
Uit verschillende landen verwachten wij groote
groepen ouders en belangstellenden. Uit Luxem
burg komt men met autobussen, misschien zelfs
met een extra-trein. Uit België, waar men al
boos was omdat er maar voor duizend Belgi
sche jongens plaats was, komt op het tweede
week-end zeker een extra-trein met ouders. Uit
Engeland, waar achtduizend scouts vandaan ko
men, komen het eerste week-end twee extra
booten.
Op voorbeeld daarvan overwegen
wij op het oogenblik, de propa-
ganda-leiders, die wij in de verschil
lende streken van het land hebben
aangesteld óók te belasten met het
organiseeren van collectief bezoek
aan de Jamboree. Wij zouden daar
bij zelfs zóó ver kunnen gaan, dat
zij bijvoorbeeld bij het bezoek uit
Groningen 'n specialen Groningschen
dag organiseeren; een anderen keer
een Limburgschen dagMaar
dat alles is nog heelemaal niet defi
nitief; uitsluitend provisorisch hoor.
Wij verwachten veel bezoekers. Op de Jam
boree in Engeland kwamen er 320.000, terwijl
het terrein een heel eind van Londen af lag, aan
een heel anderen kant van het land, in de
buurt van Liverpool ergens. In Hongarije kwa
men 350.000 bezoekers. En in ons land ligt alles
zoo gunstig. Midden tusschen de groote steden.
Drie minuten van het Station Vogelenzang, waar
alle treinen zullen stoppen, waar men dus iedere
tien minuten kan arriveeren en vertrekken!
Maar om op de propaganda terug te komen:
de volgende week tegen Pinksteren komen wij
ook met een Jamboree-fietsvlaggetje. Hier hangt
het. Een groen driehoekje met op een Oranje
cirkelvormig veld het symbool van de Jamboree.
Iedere Jamboree heeft haar e>gen symbool.
Die in Londen had den gouden pijl, die van
Hongarije het witte hert en wij hebben hier
den Jacobsstaf aangenomen. Dit was een
stok met vier schuiven; een heel primitief
instrument, waarmee onze scheepvarende
voorvaderen, de ontdekkingsreizigers van de
eerste eeuwen de plaats op zee bepaalden.
De gedachte, die aan de keuze van dft sym
bool ten grondslag ligt is deze: met kleine
middelen veel tot stand brengen.
Hier, dat moet u ook beslist zien: in dit derde
lokaal van onzen spoorwagen, waar de expe
ditie is ondergebracht, komen ook alle buiten-
landsche padvinderstijdschriften samen. Al wat
daar nu reeds over Holland en de Hollanders
wordt geschreven verzamelen wij. En dat is aller
aardigst.
U ziet hier: „The Scout" is al begonnen met
een cursus in Nederlandsche taal voor de jon
gens. „Hoo fvale iss hett". „Hcafe my olst-u-
bleeft wot seen-ahs-op-pel-en". Kunt u eruit
wijs? De Denen zijn in denzelfden geest óók
bezig.
Wij beschouwen dat zoo: op den leeftijd,
waarin de jongens hierheen komen krijgt de
mensch zijn scherpste indrukken. Hoe straks de
wej'eld over Nederland oordeelt, dat hangt méér
af van wat deze jongens ondervinden, dan van
wat rondreizende toeristen hier oppervlakkig
waarnemen. Daarom voorzien wij den buiten-
landschen groepen ook volledig van materiaal
over ons land en van goed materaial.
En daarmee hebt u het voornaamste in onzen
wagen gezien. In dat gezellige voertuig met zijn
nauwen corridor, z'n vele paperassen, z'n tikken
de schrijfmachine, die met heel de wereld cor
respondentie onderhoudt, en z'n heeriijk en
thousiaste menschen, die van hier uit ons land
laten zien wat hun beweging is, en hun bewe
ging toonen, wat ons land kan.
Na de plechtige inwijding van het Comenius-
mausoleum te Naarden heeft in het raadhuis de
gezant burgemeester J. E. Boddens Hosang de
eereteekenen van de Tsjechische orde van den
Witten Leeuw overhandigd. De Nederlandsche
minister van Buitenlandsche Zaken, jhr. mr. De
Graeff, deelde den Tsjechischen consul, den
heer J. Kokes, mede, dat hij benoemd is tot
officier in de orde van Oranje-Nassau.
Een drukbezochte receptie heeft dezen dag
besloten.
Zooals men weet, zijn Zondag 2 Mei te
Rotterdam in totaal twaalf Amsterdamsche
kooplieden aangehouden, die valsche entree
biljetten voor den wedstrijd Nederland3elgië
hadden verkocht. Bij het onderzoek bleek dat
zij de biljetten hadden betrokken van vijf an
dere Amsterdamsche kooplieden en dezen zijn
daarop aldaar aangehouden en naar Rotter
dam op transport gesteld. Zij vertelden de bil
jetten te Antwerpen te hebben gekocht maar
ontkenden geweten te hebben dat de kaartjes
valsch waren.
Bij de centrale recherche meldden z.ch voorts
enkele Amsterdamsche kooplieden die vertel
den in de week voor den wedstrijd te Antwer
pen te zijn geweest om biljetten op te koopen.
Toen hun echter bleek, dat deze biljetten waar
schijnlijk valsch waren hadden zij van de
transactie afgezien. Zij wisten dat de andere
combinatie van vijf Amsterdammers naar Ant
werpen zou gaan om daar biljetten te koopen,
maar toen zij te Amsterdam terug kwamen,
bleken de anderen reeds te zijn vertrokken.
zoodat zij hen niet meer konden waarschu
wen
Uit een en ander volgde dat het onder
zoek te Antwerpen moest worden voortge
zet en dat de lezing van de eerste twaalf
aangehoudenen als zouden zij er zijn in-
geloopen als juist moest worden aanvaard.
Deze twaalf zijn dan ook in vrijheid ge
steld.
Twee inspecteurs van de centrale recherche
begaven zich naar Antwerpen, maar voor dat
zij daar met hun onderzoek konden beginnen,
moesten er uiteraard eenige formaliteiten wor
den vervuld, zoodat dit onderzoek pas Donder
dag kon worden aangevat. Inmiddels had een
van de Antwerpsche bladen bericht, dat de
Rotterdamsche inspecteurs waren aangekomen
met het gevolg, dat alle verdachten gewaar
schuwd waren en toen men den volgenden dag
huiszoekingen ging doen, kon men dan ook
niets vinden.
Intusschen heeft men, zooals reeds is ge
meld, twee personen, namelijk den Nederland-
schen verzekeringsagent C. K., een ouden be
kende van de justitie, en den Belg F. M„ een
licht gewicht bokser, aangehouden. Zij wor
den er van verdacht de valsche biljetten aan
de vijf Amsterdammers te hebben verkocht,
hetgeen zij evenwel ontkennen. K. bleek in
het bezit te zjjn van een vervalscht paspoort.
Het onderzoek wordt door de Belgische politie
voortgezet, aangezien de biljetten in België
zijn gemaakt en aldaar verhandeld. Gebleken
is dat, hoewel een zeer groot aantal valsche
entreebiljetten in omloop is gebracht, Zondag
slechts 43 personen op dergelijke biljetten het
Rotterdamsche stadion zijn kunnen binnen
komen. Alle andere koopers zijn tijdig ontdekt
en teruggestuurd.
Den laatsten tijd is er in Nijmegen en Venlo
en tusschen gelegen plaatsen een groot aan
tal rijwielen gestolen. De dader was moeilijk
te achterhalen. Thans echter is de politie te
Venlo er in geslaagd een 26-jarigen Hagenaar,
zekeren H., die tallooze diefstallen heeft ge
pleegd, te Nijmegen, Venlo en andere grens
plaatsen, te arresteeren. De fietsen werden alle
over de Duitsche grens gesmokkeld en daar
verkocht. H. is naar de strafgevangenis te
Roermond overgebracht.
De Nederlandsche Meelcentrale maakt bekend:
Het gedeelte van het prijsverschil per 100 kg.
voor den invoer van veekoeken (in den zin van
artikel 1, lid 1, onder llo, van het Crisis-Akker
bouwbesluit 1934) als bedoeld in artikel 8, b,
onder 2o, van de Crisis-Akkerbouwbeschikking
1934 I. is als volgt vastgesteld:
Inklaring Inklaring
van 10 Mei van 1 Sept.
aft/m31 aft/m31
Aug. 1937: Dec. 1937:
voor lijnkoeken 1.50 1.20
voor soyaschroot -.
voor soyakoeken -.—
voor grondnootkoeken -.40 -.40
voor grondnootschilfers -.85 -.85
voor grondnootmeel -.85 -.85
voor cocoskoeken -55 -.55
voor Ned. Oost-Indische
cocoskoeken -.55 -.55
voor alle andere niet ge
noemde soorten vee
koeken (al dan niet
verwerkt met bijpro
ducten en/of afvalleni -.10 -.10
Voor de goede orde wordt opgemerkt, dat in
deze bedragen niet is begrepen het ir> artikel 8,
b, onder lo, van voornoemde beschikking be
doelde gedeelte van het prijsverschil.
Indien men zijn import op verderen termijn
nu reeds wenscht vast te leggen tot bovenge
noemde prijsverschillen, gelieve men zich daar
over met de Nederlandsche Meelcentrale te Den
Haag in verbinding te stellen.
's-Gravenhage, 8 Mei 1937.
De Tsjechische minister van Onderwijs, dr.
E. Franke, heeft Zaterdag een bezoek gebracht
aan de Leidsche Universiteit.
Hij was vergezeld van zijn secretaris dr. R.
Rtansky, dr. F. Praus, onder-directeur van het
ministerie van Onderwijs en dr. I. Krno, ge
zant van Tsjecho-Slowakije.
Van Nederlandsche zijde waren aanwezig de
minister van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen, prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruine,
de chef van de afdeeling hooger onderwijs,
mr. A. J. L. van Beeck Calkoen, de president
curator mr. A. van de Sande Bakhuyzen en
de secretaris van curatoren, mr. P. J. Iden-
burg.
De rector magnificus sprak de bezoekers toe,
waarbij hij o.m. den honderdvijftigsten ge
boortedag van den Tsjechischen bioloog Jan-
purkyn herdacht.
Deze toespraak heeft dr. Franke met eenige
hartelijke woorden beantwoord.