Groote ontstemming in Italië
9
Welkom vreemdeling... als je
fooien geeft
EERST STEMMEN,
DAN D'R UIT
ZIJN HOUDING TEGEN
OVER ENGELAND
CEBUTOBUREAU
WERKLOOSHEID BLIJFT
DALEN
ENTHOUSIASTE GIDSEN
DONDERDAG 13 MEI 1937
BUITENLANDSCH OVERZICHT
Duitschland secondeert
gematigd
CEBUTO reizen.
Reizen zonder zorgen
Het percentage was in de tweede
verslagweek van April 5 pet.
lager dan in 1936
Wij blijven heilig overtuigd, dat de Kerk in ons
Vaderland in hooge mate geschaad en dat
zelfs haar heilzame werking c rootendeels onmogelijk
zou gemaakt worden, als de beweging van het
Nationaal-socialisme de overhand zou krijgen.
De volgzaamheid, dierbare Geloovigen, die gij
zoo dikwijls in moeilijke omstandigheden betoond
hebt, doet Ons vertrouwen, dat Gij ook nu naar het
woord van Uw Bisschoppen zult luisteren.
(Uit het Herderlijk schrijven van het
Nederlandsch Episcopaat van 6 Mei 1936)
Auto in het water
gereden
Drie dames door een matroos gered
VERKEERSVEILIGHEID
B.B.N. onderzoekt bedrijf s-
automaterieel
Beheer van faillieten
boedel
Rondschrijven proc.-gen. bij den
Hoogen Raad inzake toezicht
rechter-comm issar is
TIENJARIG BESTAAN DER
WARMTE-STICHTING
Herdenkingsvergadering
te Utrecht
Aardappelziekte
Zij houden Nederland de waarheid
voor, dat een goed gastheer
ook offers moet brengen
Inlichtingen-kiosken en
ZOO
CONSUMPTIEMELK
Adres inzake de regeling in het
buitenwettelijk gebied
I Salie verkeert in een uiterst onwelwillende
stemming tegenover Engeland. Het kan En-
gelands houding in den veroveringsoorlog
van Italië tegen Abessinië nog altijd niet ver
kroppen. Engeland had de leiding der sancties.
In December van het vorige jaar scheen de
hemel op te klaren. Beide landen sloten het
bekende gentlemen's accoord in zake de Middel-
landsche Zee. Het accoord voldeed echter niet
aan de verwachtingen. Daaraan was de Spaan-
sche burgeroorlog voor het grootste gedeelte
schuld. Mussolini koos partij In dezen krijg en
erkende het régime van Franco te Burgos. In
de non-interventiecommissie maakte Italië
voortdurend moeilijkheden en trachtte de En-
geische plannen te doorkruisen. Dit werd in de
Engelsche pers krachtig gehekeld. De Italiaan-
sche pers reageerde niet minder krachtig. En
toen de Engelsche pers de tegenslagen der Ita
lianen in Spanje breed uitmat, steeg de ver
ontwaardiging in Italië tot het hoogtepunt. En
niet alleen in de pers. Ook in den boezem der
regeering. De regeering was trouwens al boos,
omdat vertegenwoordigers van den Negus bij
de Kroning waren geïnviteerd. Zy' trof een
maatregel, die tot dusver op deze wijze en in
dezen omvang nog door geen regee-
rmg ooit was toegepast; zij commandeerde den
Italiaanschen journalisten in Engeland naar huis
toe te komen. Een paar dagen vóór de Kroning.
En zij verbood op den dag der kroning, waarbij
een speciale Italiaansche delegatie door afwe
zigheid schitterde, aan de Italiaansche bladen
verslag te geven over de Kroningsfeesten. De
Italiaansche bladen kregen alléén van het of
ficieel regéeringsbureau Stefani een bericht
van elf woorden: „Stamattina ha aduto luogo
la coronazione del Re Georgio d'Inghilterra"
(Vanmorgen heeft de kroning plaats gehad van
Koning George van Engeland). Het stond den
bladen vrij dit bericht op te nemen of niet. De
meeste bladen hebben er geen gebruik van ge
maakt, vernemen wij uit Rome. Wel hebben ze
gebruik gemaakt van de aanmoediging der re
geering om de felle perscampagne tegen Enge
land voort te zetten. Uit deze polemieken blijkt
de kwaadheid om het feit, dat tot nu toe de
Engelsche pers in het geheel niet of op spot
tende wüze reageert op het terugroepen der
Italiaansche journalisten. Het is wel te ver
wachten, nu de kroning voorbij is, dat de En
gelsche pers eenige hartige woorden over deze
kwestie zal weten te vinden.
D e gróótste prikkelbaarheid in de Italiaan
sche pers blijkt nog altyd het gevolg te
zijn van de ironische opmerkingen der
Engelschen over de krygsbedryven der Italia
nen in Spanje. Gisterenavond schreef de Gior-
nale d'Italia zelfs, dat de Engelsche pers het
Italiaansche leger had beleedigd. Dit nu is een
zeer onvoorzichtige uitlating van dit blad. Eeni
ge maanden geleden loochende het positief,
dat er Italianen in Spanje waren. Toen dit la
ter onmogelijk was vol te houden, gaf het alleen
maar toe, dat er een gering aantal Italiaansche
vrijwilligers in de gelederen van Franco streed.
En nu zou Engeland het Italiaansche leger in
Spanje beleedigd hebben! Maar niet alleen om
hetgeen over de Italiaansche krygsbedryven in
minder goeden zin is geschreven, is men zoo
slecht geluimd. De spreektrompet van Musso
lini, de befaamde Gayda, gaat nog veel verder.
Hy schrijft: „Het is in geen enkel land toelaat
baar, dat iemand op een andere dan de meest
eerbiedige wyze spreekt over fascistisch Italië.
Wij zyn het geheel eens met den Romeinschen
correspondent van het Alg. Handelsblad, die in
dit verband opmerkt: „Voor den vrede in de
wereld zou het zeker gewenscht zyn, dat men
overal steeds met eerbied sprak over de belan
gen van andere landen. Maar Gayda, die zelf
geen blad voor den mond wenscht te nemen
in zijn polemieken, kan toch 'n dergelijken eisch
niet stellen, zoolang hij er zich ten opzichte van
andere landen zoo Weinig aan houdt. De geciteerde
opmerking komt voor in een artikel getiteld:
„Ontoerekenbaarheid of perversiteit". Hierin
wyst Gayda den Amerlkaanschen Senator
Borah terecht over zyn redevoering, gehouden
in den Senaat te Washington, waarin hij ge
waarschuwd heeft tegen het gevaar, dat het
fascisme vormt voor de democratische staten."
Van hooger plan beziet de Populo di Roma
den tegenwoordigen toestand. De spanning tus-
schen beide landen is van historischen en aard
rijkskundigen aard, meent het blad terecht en
het vervolgt:
„Italië is. gelegen aan verbindingswegen van
het Britsche Rijk. Deze aardrijkskundige om
standigheid is den Britten niet naar den zin.
Er zyn ook historische redenen voor ontstem
ming. Engeland heeft by den Ethiopischen
oorlog de grootste nederlaag geleéen, welke het
sedert den Amerikaanschen Onafhankelyk-
heidsoorlog heeft gekend. Het heeft geen zin
dit beleefdheidshalve te verbloemen. Deze ge
schiedenis is evenmin naar den zin der Engel
schen. Daar kunnen wy" niets aan doen. Wij
kunnen de aardrijkskunde noch de geschiedenis
wijzigen. Wij kunnen slechts een ding doen:
Begrafenisstoeten hebben nu officieel
voorrang, 't Getuigt van weinig eer
bied bij sommige weggebruikers voor
's menschen liitsten gang, dat dit
voorschrift in de wet moest komen!
En omdat samenwerking en beleefd
heid langs den weg voor veilig ver
keer onmisbaar lijn, rekent de
A. N. W. B. op iiw medewerking
en op iiw goede voorbeeld!
Mussolini's bevelen opvolgen en voortgaan op
den ingeslagen weg."
Het zou verleidelyk zyn eenige commenta
ren by deze Italiaansche opvattingen te schrij
ven, maar wy willen de rede afwachten, die
heden de Italiaansche minister van Buiten-
landsche Zaken graaf Ciano in de Kamer over
de buitenlandsche politiek denkt te houden.
Ook Mussolini zal weldra een rede houden.
Zaterdag by de opening der jaarlijksche ver
gadering der corporaties.
Zal het gerommel tot donder worden?
Het eenige land dat het zonderlinge feit
der terugroeping der Engelsche jour
nalisten uitdrukkelyk goedkeurt is
Duitschland. Het secondeert den nieuwen
vriend met groote warmte. En ook in Duitsch
land is men ontevreden over de Engelsche pers.
De Duitsche Diplomatisch-politische Korres-
pondenz bespreekt de berichten in de Engel
sche pers voornamelyk in verband met de ver
woesting van Guernica. Het blad acht die be
richten in strijd met de waarheid en op laster
berustend. En deze berichten waren voor
Duitschland des te pynlyker, omdat er van
bevoegde Engelsche zijde niets werd gedaan,
om de onjuistheid van die berichten in het
licht te stellen of de plaatsing er van tegen
te houden. Hier maakt het blad dezelfde fout
als men in Italië maakt: de niet-dictatoriale
landen hebben nu eenmaal geen gelykgescha-
kelde regeeringspers. Dit vergeet men of kan
men niet meer begrijpen in de fascistische
landen. Men zal er toch echter rekening mede
dienen te houden. Door die berichtgeving in
de Engelsche pers waren er intusschen don
kere schaduwen gevallen op de betrekkingen
tusschen Duitschland en Engeland, stelt de
genoemde Korrespondenz vast en gaat dan
verder: „Dat dergeiyke berichten onaangename
gevolgen kunnen hebben en schade kunnen
veroorzaken, toont inmiddels de activiteit van
sommige kringen, wier anti-Duitsche gezind
heid overbekend is, duidelyk aan. Bepaalde
uitlatingen van bevoegde zyde in Midden
Europa maakten duidelyk, dat men de moei-
lykheden in de Britsch-Duitsche betrekkingen
al zoo ernstig inzag, dat men ernstig meende
Engelands steun te kunnen krijgen tegen
Duitschland en dat Engeland van ieder feit
dat tegen Duitschland te gebruiken was dank
baar gebruik zou maken. Het was al zoo ver
gekomen, dat men in deze kringen geloofde
in Engeland reeds een zekeren helper te zien
Een ongeëvenaarde massakeus.
Ervaren leiders, schitterende
touringcars, 1e rangs hotels,
geen bötelfooien, geen gemiste
treinen, geen moeilijkheden
met de taal. U kunt onbe
kommerd genieten. CEBUTO
regelt alles, denkt om alles,
zorgt voor alles.
Inlichtingen en Reisgids bij
JAC. HEEMSKERK
Houtplein 34 HAARLEM Tel. 1 6448
in de pogingen Duitschland uit te schakelen
als geiykgerechtigd medewerker in het Donau-
bekken, welke taak Duitschland rechtens toe
komt. Het behoeft geen betoog het Duitsche
standpunt in dezen is bekend genoeg dat
goede betrekkingen tusschen twee staten niet
het stempel der uitsluitendheid behoeven te
dragen en dit zelfs niet mogen dragen. Vriend
schapsbanden hebben een taak in het belang
van den vrede, om bruggen naar andere sta
ten te slaan."
Het doet aangenaam a^n dat de toon van
deze officieuze uitlatingen van Duitsche zijde
zooveel bezadigder is dan die welke in Italië
zelfs van officieele zijde wordt gehoord.
Duitschland rykt zelfs een verzoenende hand.
wat blijkt uit hetgeen de Korrespondenz toe
voegt aan het boven geciteerde: „Dat dit stand
punt ook in de praktijk opgaat voor Duitsch
land toonen de onlangs door den minister van
buitenlandsche zaken te Rome gehouden be
sprekingen, waarin de wensch tot uitdrukking
werd gebracht, om ook in de toekomst alles
in het werk te stellen om boven de as Berlyn-
Rome uit, tot een meer uitgebreide samenwer
king met andere mogendheden te geraken."
Dit lykt ons de goede weg. Vooral ook voor
het zoo slecht geluimde Italië!
De directeur van den Ryksdienst der Werk
loosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling
deelt mede, dat in de week 19 tot en met 24
April 1937 by een gesubsidieerde Vereeniging
met werkloozenkas waren aangesloten 460.509
personen (de landarbeidersbonden met 74.600
leden zijn hierin niet begrepen).
Van deze 460.500 personen was in ge
noemde week 25.1 pCt. geheel werkloos
(in de vorige verslagweek, 510 April 1937,
was dit percentage 26.6).
Het werkloosheidspercentage was in de
tweede verslagweek van de maand April
in de laatste jaren als volgt:
1934: 23.6 pCt.; 1935: 27.8 pCt.; 1936:
30.2 pCt.; 1937: 25.1 pCt.
Bij 1054 organen der openbare arbeidsbemid
deling stonden 24 April 1937 in totaal 383.498
werkzoekenden ingeschreven, onder wie 363.466
mannen. Van deze werkzoekenden waren er
368.051 werkloos, onder wie 353.033 mannen.
Aan het cultureel werk voor werkloozen na
men einde Januari 1937 deel:
a. cursussen 38.870 personen, b. werkobjecten
2.194 personen (gemiddeld), c. centrale werk
plaatsen 2.409 personen, d. kampen voor jeug
dige werkloozen 1.637 personen.
Hedenmorgen te half tien is naby de vlotbrug
de Kooy bij den Helder een auto met vyf perso
nen in het Noord-Hollandsch Kanaal gereden,
vermoedelijk nadat de wagen in den berm van
den weg was geslipt. De bestuurder de heer W.
J. Walraven wist zich met een medepassagier,
den heer J. de Nys in veiligheid te brengen.
Drie andere passagiers, de dames v. d. Vaart,
v. Kuyck en Holderber werden gered door een
matroos van de „Java", genaamd N. de Vries,
die by de vlotbrug op een autobus stond te
wachten en gekleed te water sprong. Aan zyn
kranig optreden is het ongetwijfeld te danken,
dat de drie dames gered zyn.
De verongelukte auto werd door.een kraan
wagen van garage Maarten Smit op het droge
gebracht. De passagiers werden in een nabijge
legen woning van droge kleeren voorzien. Een
hunner moest met een ernstige hoofdwonde
naar het Maria-hospitaal te Den Helder wor
den overgebracht.
Onder leiding van den oud-minister van Wa
terstaat, het Kamerlid Ir. M. C. E. Bongaerts,
heeft de B. B. N„ Bond van Bedryfsautohou-
ders in Nederland, in een Dagelijksch Bestuurs
vergadering besloten direct maatregelen te
overwegen, teneinde de verkeersveiligheid te
controleeren van het vrachtautomaterieel van
de leden. Een en ander is het uitvloeisel van
de belangstelling, die de B. B. N. heeft getoond
voor de Internationale Verkeersveiligheid Con
ferentie, onlangs gehouden.
Onder leiding van oud-minister Bongaerts
is direct opdracht gegeven aan het Weten
schappelijk Bedrijfsauto-Instituut, dat de tech
nische controle van automobielen in Nederland
toepast volgens reglementen van het wereld
bekende bureau Veritas te Parijs, een speciaal
controle-systeem te ontwerpen van remmen,
stuur, verlichting, enz., alsmede van bedryfs-
zekerheid.
Het geheele plan moet binnen drie dagen
gereed zijn, zoodat reeds binnen enkele dagen
tot uitvoering kan worden overgegaan.
De procureur-generaal by den Hoogen Raad
heeft zich met een rondschrijven gericht tot
de arrondissementsrechtbanken en de officie
ren van justitie, waarin gewezen wordt op het
feit, dat van het toezicht van den rechter-com-
missaris'in het faillissement op het beheer van
den faillieten inboedel in den regel niet veel
terecht komt.
Het tweede lid van art. 102 der wet nu schryft
uitdrukkelyk voor, dat gereede gelden, die voor
het beheer niet noodig zijn, door den curator
ten name van den boedel worden belegd op de
wyze door den rechter-commissaris goed te
keuren. Over de aldus belegde gelden mag de
curator krachtens art. 103 niet anders beschik
ker. dan door middel van door den rechter
commissaris voor gezien geteekende stukken.
Daarnaast geeft art. 92 den curator de bevoegd
heid de gelden aan den ontvanger voor de ge
rechtelijke consignatiën in bewaring te geven.
Het reeds genoemde art. 64 geeft den rechter
commissaris de gelegenheid den curator perio
diek een opgave van den stand der rekening
van den inboedel te vragen teneinde te contro
leeren, of het voorschrift der wet is nageleefd
en of van de bevoegdheid van den curator in de
hiervoor in aanmerking komende gevallen is
gebruik gemaakt. Ik meen echter te weten, dat
in den regel het voorschrift niet wordt nage
leefd en van de bevoegdheid niet gebruik wordt
gemaakt, terwyl de controle geheel achterwege
biyft en de faillissementen zich voortsleepen en
zelfs niet zelden by wisseling van rechter
commissaris of curator geheel in het vergeet
boek geraken.
Het komt my voor, aldus de procureur-gene
raal, dat deze vicieuse toestand niet mag voort
duren en dat de rechtbanken het in de hand
en derhalve den plicht hebben daaraan een
einde te maken. Ik maak daarom gebruik van
de mij bij art. 52 van het zoogenaamde regle
ment I verleende bevoegdheid om hierop de aan
dacht der rechtbanken met nadruk te vestigen.
Niet dat ik een bepaalden maatregel zou willen
voorschrijven, want er zyn verschillende wegen
mogelijk, waarlangs aan het euvel zou kunnen
worden tegemoet gekomen. Het schijnt, dat er
eenige arrondissementen zyn. waar het stelsel
van de art. 102 en 103 geregeld wordt toegepast.
Ook is voorgesteld gebruik te maken van den
postchèque- en girodienst. Een geheel ander
stelsel, dat wellicht ook goede diensten zou kun
nen bewijzen, is het benoemen in elk faillisse
ment van een bankinstelling, die zich daartoe
vooraf bereid verklaard zou hebben, tot mede-
curatrice, alleen om als kassier voor den boedel
werkzaam te zyn. Ik meen, dat het oordeel,
welk stelsel zal moeten worden gekozen, het
best aan de rechtbanken zal kunnen worden
overgelaten, evenals de vraag, of in een bepaald
faillissement de baten van dien aard zyn, dat
zij het nemen van een maatregel wettigen.
Ik noodig daarom de rechtbanken uit aan deze
aangelegenheid hare byzondere aandacht te
wyden, terwijl ik den officieren van justitie
opdraag mij over de bij het een of ander geno
men besluiten verslag uit te brengen.
De Warmte-stichting heeft haar tien-jarig
bestaan herdacht met een openbare vergadering
van bestuur en vertegenwoordigers der bij den
thermotechnischen dienst aangesloten bedrijven.
Op de middagvergadering, welke uit breeden
kring belangstelling genoot, sprak de voorzit
ter een woord van welkom tot de vertegenwoor
digers van de Centrale organisatie en de Nij
verheidsorganisatie voor technisch natuurwe
tenschappelijk onderzoek (T. N. O.), van het
koninklijk instituut van Ingenieurs, van de
Nederlandsche Vereeniging voor Centrale Ver-
warmïngs Industrie, van den Bond van Neder
landsche Architecten, van de Vereeniging van
Directeuren van Electriciteitsbedrijven in Ne
derland, van de Kema en van de bij den ther
motechnischen dienst der Warmtestichting
aangesloten industrieele bedrijven.
Prof. ir. D. Dresden hield een voordracht,
getiteld: Het nut der tegenspoeden voor den
vooruitgang der techniek.
Hierna nam ir. Damme,' directeur-generaal
der P. T. T. en vertegenwoordiger van het Ko
ninklijk Instituut van Ingenieurs, het woord
en sprak namens alle aanwezigen een geluk-
wensch uit, bracht hulde aan prof. Ornstein
voor hetgeen hy heeft gedaan in de afgeloo-
pen jaren en sprak de hoop uit dat het werk
van de Warmte-stichting zich in stijgende lyn
mag blijven ontwikkelen.
In het etmaal van 's avonds 11 Mei tot
's avonds 12 Mei is in Friesland en Noord-Hol
land tusschen Hoorn en Enkhuizen de weersge
steldheid critiek geweest voor het optreden van
aardappelziekte.
DEN HAAG, 12 Mei
Een jaar of vijf geleden verscheen
er een boekje van den A. N. W. B.,
waarin aan de hand van illustraties
werd uiteengezet hoe men vreemde
auto's kan herkennen, hoe de num
merborden in de verschillende lan
den er uitzien. Een paar Utrecht-
sche H. B. S.-ers kregen het ding in
handen en begonnen in hun vrijen
tijd een enthousiasten wedstrijd: wie
de meeste buitenlandsche wagens
zou opmerken en zou weten thuis
te brengen. Af en toe klampte
hen een Franschman of een Duit-
scher aan, vroeg hun den weg of
een andere inlichting, die zy natuur
lijk, trotsch op hun talenwijsheid
van school, met genoegen gaven.
Het duurde niet lang of zij kregen
den smaak van het „gidsen" te pak
ken; zij vonden er liefhebberij in te
genover iederen buitenlander de Ne
derlandsche gastvrijheid te verte
genwoordigen, boden eiken gast van
ons land gratis hun diensten aan en
vormden weldra een organisatie,
wier leden elk vrij oogenblik beste
den aan het helpen van buitenland
sche auto-rijders, geheel belangeloos.
Vier jaar werken onderhand deze frissche
jongelui. Zy hebben kameraden gevonden in
verschillende andere steden. Met zestig zyn
zy intusschen. Zij hebben al byna vierduizend
vreemdelingen hun diensten aangeboden.
Zoo langzamerhand hebben zy zich op die
manier een kyk verworven, heelemaal uit hun
eigen ervaringen, uit de practyk van toeristen,
cfie ons land bezoeken en hun leed aan hen
klaagden, over de punten, waarop de service,
die wij den vreemdeling bieden, tekort schiet.
Zeker, zeggen zij, er wordt door verschillende
instanties veel gedaan om Nederland bekend
heid te geven in het buitenland en de Fransch
man, die meende, dat Holland een stad in
Duitschland was en de Amerikaan, die de
overtuiging was toegedaan, dat de Nederlan
ders onder elkaar Engelsch spraken, hooren
gelukkig tot de zeldzame uitzonderingen, dank
zij de propaganda van verschillende organisa
ties tot bevordering van het vreemdelingen
verkeer.
Maar o wee, wanneer de buitenlandsche
auto-toerist met den neus van zyn wagen over
onze grens komt. Dan vindt hy overal verkoo-
pers en beroepsgidsen, die zooveel mogelijk van
hem willen profiteeren, dan worden hem de
briefkaarten aangesmeerd tegen pryzen, die
varieeren naar de hoogte van zyn valuta en
de standing van zijn wagen, dan valt hij in
handen van mannen, die hem in zoo kort
mogelijken tyd alles maar gauw, gauw willen
laten zien, omdat zij dan weer een ander kun
nen helpen, die óók weer betaalt, dan wordt
hij „afgewerkt", dan springen kinderen en
gidsen op de treeplank van zijn wagen om een
fooi te bemachtigen, dan laten menschen met
wijde pofbroeken zich betalen om gefotogra
feerd te worden, dan vindt hy in Rotterdam
aan de brug mannen, die hem in zijn eigen
landstaal toeroepen: links, wanneer hij
rechts afslaat en omgekeerd, zoodat hij moet
stoppen en de kerels gelegenheid krygen hem
lastig te vallenKortom, dan is hij over
geleverd aan allerlei ongastvrije elementen, dis
den naam van Nederland in het buitenland
niet weinig schade doen.
Deze jongelui kregen bijvoorbeeld een brief
van een Amerikaan, die hevig klaagde over de
„beggar-colonies", de bedel-dorpen Marken en
Volendam, die hij ondanks de typische klee
derdrachten „de ergste plagen van Europa"
noemde.
De „Nederlandsche Amateurgidsen Bond B.
B. T. B. B. A." zoo hebben de jongelui hun
organisatie genoemd heeft hier, in Den
Haag de Nederlandsche pers een uiteenzetting
van zijn grieven en verlangens nopens de be
handeling der vreemdelingen in ons land, ge
geven.
De B. B. T. B. B. A„ aldus verklaarde de
secretaris, de heer J. A. van der Heust Jr.,
heeft tot nu toe noodgedwongen ongeorgani
seerd zyn werk verricht. Een buitenlander, die
vastliep, den weg kwijt raakte, werd in zyn
taal door een jongeman aangesproken, die zich
als werkend lid van den B. B. T. B. B. A.
legitimeerde en zijn hulp aanbood die dan met
enthousiasme aanvaard werd. Deze hulp was
steeds een verrassing en was slechts aan een
maal geholpen buitenlanders bekend.
Zien wij wat in het buitenland op dit ge
bied gedaan wordt, dan vallen ons twee din
gen op, n.l. Ie. de inlichtingenposten, zooals
deze door verkeersclubs aan grenzen worden
geplaatst en, 2e de gemotoriseerde service zoo
als deze gegeven wordt door verkeersclubs in
Engeland, Amerika en Australië.
De B. B. T. B. B. A. moet zich zoo spoedig
mogelijk organiseeren en met behulp van an
dere instanties die willen medewerken, een
dergeiyke service-organisatie scheppen.
Heeft een buitenlander hulp noodig, dan kan
hij theoretisch naar het bureau van een ver
eeniging voor vreemdelingenverkeer gaan. In
de practijk is dit zeer moeilijk omdat hij er
niét toe komt, daar hij óf het adres niet weet
óf den weg niet kent. Wy behooren als goede
gastheeren hem die hulp dadelijk aan te bie
den. Wy behooren aan de grootste toegangs
wegen tot ons land, aan de grens een inlich
tingenbureau te hebben, een soort kiosk van
waaruit den buitenlanders, tegelijk bij de visi
tatie van de douane, alle noodige inlichtingen
verstrekt worden.
Het gidsamateurisme zooals dat als een uni
cum ter wereld door den B. B. T. B. B. A. ter
hand werd genomen, moet verder uitgebreid
worden.
Buitenlanders, die de hulp nadrukkelyk wen-
schen, moeten van een kenteeken voorzien wor
den, dat zy aan die grenshuisjes of in de af-
deeling, waar zy geholpen worden, verkrijgen
kunnen.
Dit kanteeken moet dan bestaan uit een
zegel van duidelijke kleur aan de voorruit be
vestigd.
In de grootere steden moeten aan de ingan
gen dergelijke inlichtingenhuisjes komen met
de medewerking van de plaatselijke V. V. V.'s.
Mettertyd moeten eenige B. B. T. B. B. A.-ers
gemotoriseerd kunnen optreden, opdat zij zich,
indien noodzakelijk, ten allen tyde en
overal ten dienste van den toerist kunnen
stellen.
Het aantal leden moet uitgebreid worden,
een keurcorps gevormd, waarvan altyd eedi
aantal beschikbaar is.
De belangstelling van de Nederlandsche jon
geren voor den B. B. T. B. B. A. is groot, maar
zal evenredig toenemen, wanneer de B. B. T.
B. B. A. op veel georganiseerder wijze te voor
schijn kan komen, en zijn werkenden leden
meer kan bieden.
Het komt ons voor, dat deze jongelui Neder
land een belangryke waarheid voorhouden, die
vele instanties geneigd zyn te vergeten: dat
een gastheer slechts dan wordt gewaardeerd,
wanneer hy niet alleen weet te vragen, maar
ook weet te geven: niet alleen pamfletten met
mooie foto's en aanmaningen om de vacantie
in Nederland te komen doorbrengen, maar ook
persooniyke toewyding, dienstvaardigheid, die
niet voor iederen stap, dien zy zet, een fooi of
een belooning verwacht.
Prachtig, jongelui. Jullie hebt heel wat be
zwaren! Maar jullie hebt óók eenig recht van
spreken, door jullie voorbeeld van offervaar
digheid in den dienst van je land, van.zyn aan
zien in het buitenland.
Hét gaat met het partijschip van
kapitein Mussert niet voorspoe
dig. Lieten aanvankelijk talloozen
zich aanmonsteren in de hoop op schoon
avontuur, rijken buit en een uiteinde
lijke landing op de rijstebrij-kust van
een paradijselijk Germanië, thans nu
het in de verkiezingsbranding is ge
stuurd, schijnt de geestdrift van vele
leden der bemanning bekoeld en wordt
het aantal van hen, die drossen willen,
blijkbaar steeds grooter. De enkele bur
gemeester of generaal buiten dienst, die
nog aan boord klimt, vormt, hoe hoog
men van deze aanwinsten ook opgeeft,
geen doorslag gevend tegenwicht. Deze
gang van zaken is te begrijpen, want,
toen het politieke vaartuig van den wa
terbouwkundigen ingenieur in zee stak,
was het nog stikdonkere crisisnacht,
maar nu het aan de kim begint te lich
ten vertoont dat wat men eens voor een
fantastischen Vliegenden Hollander heeft
gehouden such in zijn ware gedaante:
een doodgewoon schip onder de vele
scheepjes, die de zee bevaren, een schip,
waarvan de kapitein alleen wat harder
schreeuwt en wat luider beveelt dan
voor den omvang van zijn commando
terrein strikt noodig is. Bovendien bleek
dit schip ondanks de enorme natio
nale vlag heel wat uitheemsche waren
aan boord te hebben, welke ons volk nu
eenmaal niet bijzonder smaken. Het
model van Mussert's partijschip zelf is
trouwens een te getrouwe, zij het ook
kleine copie van het Duitsche origineel
en dat origineel houdt een te riskanten
koers dan dat de echte Hollanders, die
op dit gebied een groote reputatie en
ervaring bezitten, er veel fiducie in kun
nen hebben.
Hoe het kapitein Mussert zelf te
moede is, blijkt uit zijn uitlating,
dat het aantal kamerzetels, dat
zijn N.S.B. straks bij de verkiezingen
stellig zal veroveren tusschen de 4 en de
24 ligt. Waarom niet tusschen de 1 en
honderd? Zijn waarnemingsinstrumen
ten blijken nog al veel speel
ruimte te laten voor berekeningen en
misrekeningen. Neen, wat men ook van
dezen schipper mag verzekeren, erg han
dig is hij niet, al geniet hij dan ook het
meest volstrekte gezag in zijn partij.
Zoo heeft hij dezer dagen verklaard, dat
zijn scheepje straks na de verkiezingen
op de helling zal moeten om gerepareerd
en gekalefaterd te worden. En eveneens
na de verkiezingen zal hij de bemanning
nog eens „zuiveren", want hij heeft liever
met 5000 door-en-door betrouwbare aan
hangers en medewerkers dan met 55000
meeloopers te doen.
Deze verklaringen géven een duidelijk
beeld van 's mans beleid. Eerst mogen
de duizenden N.S.B.ers nog hun stem op
zijn lijst uitbrengen en daarna loopen
zij de kans eruit „gezuiverd" te worden.
Mussert toont al even weinig respect
voor partijleden als voor het kiezersvolk
in het algemeen. Immers, het kiezersvolk
verzoekt hij ook, hem en zijn aanhan
gers te kiezen, opdat dezen straks den
staat aan den invloed van datzelfde kie
zersvolk zullen kunnen onttrekken.
Het zijn wonderlijke lieden, die zich
aan zulk een scheepje met zulk een
schipper wenschen toe te vertrouwen.
Straks gaat de zaak op de helling, maar
Mussert en zijn partij bevinden zich
reeds op een helling, n.l. het bekende
hellend vlak. Als uit een eventueele de
bacle van de N.S.B. maar geen muiterij
ontstaat, want wie niets meer te verlie
zen heeft, komt licht in de verleiding
om op alle mogelijke en onmogelijke
manieren te probeeren alles te winnen-
Hoe sterker ge-Coué'd wordt, dat
„Mussert wint", hoe grooter straks de
desillusie kan worden.
In het begin van deze maand heeft de Al?-
Ned. Zuivelbond een adres gezonden aan den
minister van Landbouw en Visschery, in ver
band met het feit, dat de opheffing der con-
sumptiemelkregeling in het buitenwettelijk
gebied is vastgesteld op 1 Aug. a,s.
In dit adres verzoekt de Alg. Ned. Zuivel
bond aan den minister:
1. Op het platte land in het z.g. buiten
wettelijk gebied elke bemoeienis met de con-
surhptiemelk los te laten en geen gevolg te
geven aan aandrang van de zijde van distri-
buanten om weer regelend op te treden, ook
al mocht tydelyk in bepaalde plaatsen een
scherpe melkprijsconcurrentie gevoerd wor
den.
2. In provinciesteden, waar zulks nog noo
dig blijkt te zijn, voorloopig het vergunnings
stelsel te handhaven, ten einde den distribuante®
gelegenheid te geven, met elkaar tot overeen
stemming te komen over den verkoopprijs der
melk en voorloopig een al te felle concurrent#
van buitenaf in deze steden te weren.
Van overheidswege zal men zich het recht
moeten voorbehouden, desgewenscht meer dis-
tribuanten toe te laten of vergunningen in
trekken en de overeengekomen pryzen al oi
niet goed te keuren of daarin wyziging aa°
te brengen.
3. Te willen bevorderen:
a. dat een wettelyke regeling der standaar
disatie van het vetgehalte der consumptiemclk
zoo spoedig mogelyk tot stand komt;
b. dat in de steden een verbod tot stand komt
van den verkoop van melk, anders dan gepasteu
riseerd en in flesschen.
Zoodra de onder 3 genoemde maatregelch
zyn ingevoerd kunnen de andere genoemde be
moeiingen met de melkvoorziening verval#®*
daar de bond deze regelingen voldoende ach
voor een goede en rustige ontwikkeling der melk
voorziening.