Van vuurkruisers tot SOCIALE PARTIJ victoria Md méml mn dm cla§ De avonturen van Stan en Po! '<^fethie spreken O E GEHEIMZINNIGE KAMERS Hl "Geest van patrio tisme" ZATERDAG 12 JUNI 1937 Verlaat U op mijn goede raad. Koopt slechts BISCUITS en CHOCOLA AD, indien op de verpakking staat: Golven des doods Uitvinding van een Roemeenschen ingenieur I Happy end Le-Ban-De »N SV E N E LVESTAD (Van onzen correspondent te Parijs) Tl°en in de Lente van het vorige jaar in frankrijk de algemeene verkiezingen wer- [0, den gehouden, kregen de Vuurkruisers de jif Fransche Fascisten te spelen. Hadden zij J verdiend? haar oorsprong was de Vuurkruisersbewe- oa g zeer zeker niet fascistisch, wanneer men 'er dit zoo gemakkelijk gebruikte woord wil (paan omdat men er nu eenmaal iets )wer verstaan moet dat zij zou streven naar tal verkrijgen van de totale macht in den to ff? staat. 'i Was geen partij, evenmin een strijdhond, l(, ook geen navolging van een buitenland- e beweging. Wel sproot zij voort uit een late '°0rlogsche idee, die in alle landen, die aan i Stooten oorlog hadden deelgenomen, min „."beer opgeld deed: dat n.l. de oud-strijders ,et dan anderen geroepen waren, 't open- r leven, nationaal en internationaal, te be dden in een geest van wederzijdsch be- iPen en van verzoening, hurkruiser kon zijn ieder Franschman, die t, ®h oorlog moedig zijn plicht had gedaan en „e bet eens was met het ideaal der beweging: jjhationale verzoening, en met haar devies, Vy^lk (Je plaats innam van een uitvoerig, ffdtschreven program: „arbeid, gezin, vader- tKj'. d kon overigens Vuurkruiser zijn, en in de f'ek links staan zoowel als rechts. De be- zelf wilde als zoodanig buiten de poli- blijven. Zij had geen politiek program. Zij jo diet anti-parlementair en in principe be- iedere regeering te steunen, die overeen- Plg het ideaal der beweging, in diet al- Peea belang zou werken. Nagenoeg •en- P'diiT was de beweging overtuigd republi- Iv.Ph gezind en zij was uitgesproken anti- j|atdriaai. Was dus een zuiver ideëele en idealistische ■r.pdg, zonder eenig machtsstreven; wat zij fihe was door het individueele voorbeeld de -o^d beïnvloeden en zoo komen tot een her- VajJ "?g van het openbare leven van onderop of j, binnenuit. iijjj Vuurkruisers waren inderdaad, wat zij k. h°emden: een geest, een mystiek van pa- Ktiame. p bekende bloedige 6 Februari 1934 bracht de ontwikkeling der beweging aan een c bdnt. Aanhangers van haar kwamen op iKn.ace de La Concorde in botsing met com- ïsbische betoogers. Daladier, die toen mi- '■■^^■president was, liet op ze schieten, wat ed en gewonden ten gevolge had. Waarom, voldoende opgehelderd; waarschijnlijk y.eerde Daladier in den waan, dat de Vuur- Vojjfds een inval in de Kamer in het schild f ed. Hoe dan ook, de beweging had van toen 5, aar martelaren. j. 'dsclien stroomden haar de aanvragen om loe met honderden en duizenden tegelijk jeugd werd georganiseerd in een afzon de afdeeling: de „Nationale Vrijwilligers". bderhalf jaar later vormden Vuurkruisers „Nationale Vrijwilligers een leger van 500.000 tatl .Maar de beweging was nu tevens grondig ■!-M al£ter veranderd. Zij vertoonde thans in- hiitf b sterke overeenkomsten met die van nlandsche bewegingen, die men onder den Van fascisme pleegt samen te vatten. De Vn Waren soldaatsgewijze samengevoegd in ov Van bien> dertig en vijftig; men beschik- beu ter hulp-commando's" dat wat men in toen nationaal-socialisten en commu- W b in Duitschland met elkaar nog om de tlPfjj^happy over de straat vochten, t.o. minder 1? dan wel juist „knokploegen" noemde bj f/^eging had haar verbindingsagenten en "e bpaf baar alarmorders uit. Dit volstond om k WeSing het karakter van een strijdhond op ukken, iets wat zij bij haar oprichting niet ook niet had willen zijn. de verdenking t.a.v. de eedaanteveran- '5ïl 5 c'er beweging nog versterkte, was, dat de 6r redevoeringen op vergaderingen en mee- en „een zakdoek van den baas, na gebruik niet gewasschen", gingen er voor enkele dui zenden francs van de hand aan relikwie-ver- zamelende bewonderaars (sters?) De Vuurkruisen waren van een zuiver ideëele beweging, zeer origineel Fransch, een strijd hond geworden, fel anti-parlementair, en stre vend naar de verovering van de totale macht, drie trekken van buitenlandsche herkomst. Verschillende oorzaken zijn ter verklaring van deze merkwaardige ontwikkeling naar voren gebracht. Volgens sommigen, waaronder vroegere volgelingen, die een vooraanstaande plaats in de beweging innamen, zou de La Rocque heel eenvoudig en heel menschelijk geen weerstand hebben kunnen bieden aan de bekoring der machtsbegeeerte, nu door den stroom van aanhangers zijn beweging een on verwachte bruikbaarheid als machtsinstru ment scheen te krijgen. Volgens anderen zou de zoo eVen geschetste ontwikkeling het gevolg ïijn van het inzicht, dat met een mystieke be weging, die niet veel anders was dan een soort patriottische mannencongregatie, het na gestreefde doel van een wedergeboorte van het vaderland teneenenmale onbereikbaar moest blijven. Een derde opinie ziet het overstag gaan naar het fascisme als het gevolg van de verklaarde vijandschap, welke de Vuurkruisen van nagenoeg alles wat linksch stond, te ver duren hadden. Hoe het ook zij, Frankrijk had thans ook zijn fascistischen boeman, die eerst communis ten en sociaal-democraten zich in eikaars armen deed werpen in de machtige C. G. T. eenerzijds en het eenheidsfront anderzijds en die daarop de totstandkoming bevorderde van het Volksfront, dat in MeiJuni van het vorig jaar de verkiezingszege wegsleepte. Reeds in November 1935 lokte een radicaal meetings- redenaar een ovatie uit met het uitspreken van dezen zin: „....en laten wij niet vergeten hier onze hulde te brengen aan den waren schepper van het Volksfront: kolonel de La Rocque". Den 18an Juni 1936 werd door het ministe- rie-Blum-Salengro de ontbinding van de Vuur kruisen uitgesproken. Precies een maand later, 18 Juli 1936, richtte de La Rocque de Fransche Sociale Parij op, waarvan hij voorzitter werd. Een partij', die naar den vorm althans is zoo als alle andere partijen; die haar congressen houdt en haar vertegenwoordigers heeft in het parlement. Want een achttal leden der rechter zijde werd bereid gevonden de parlementaire vertegenwoordiging van de na de verkiezingen opgerichte P. S. F. op zich te nemen. Het anti-parlementarisme, dat de Vuurkrui sen den laatsten tijd van hun bestaan geken merkt had, legt de Sociale Partij niet aan den dag. Daar zij den steun zoekt en noodig heeft van de partijen van het centrum en van rechtsch, zou zij ook niet met goed fatsoen nog langer kunnen spreken van een parlement, dat rot is van „linksch tot rechtsch". En zij wijst het verre van zich af, dat zij ook maar er aan den ken zou te streven naar de macht of naar deelname in de macht het onderscheid is wiwlïl&i •BISCUIT- EST CHOCOLADE FABRIEK. DO BDREC1IT van het grootste gewicht langs anderen weg dan den strikt wettelijken. Is haar werkelijk oogmerk nog het bereiken van de alleenheerschappij en een omwenteling van de bestaande staatsinstellingen? Officieel is dit punt in het duister gelaten, maar onder de kopstukken in de partij huldigen er meer dan één absoluut totalitaire opvattingen. De opgang, dien de Vuurkruisen hebben gemaakt en daarna de Sociale Partij, met wat deze laat ste uit den boedel van de eerste overnam, wet tigt echter in ieder geval de verwachting van ingrijpende wijzigingen in de Fransche partij verhoudingen, die op zich reeds interessant ge noeg zuilen zijn. De leiding der partij spreekt van twee millioen aanhangers, waarvan echter wel een zeer groot percentage heel jeugdige, politiek onmondige lui zijn. Dat vooral de Communistische partij haar den nek tracht te breken, is volkomen begrijpelijk, ook al ziet het er niet naar uit, dat de P. S. F. in staat is, haar zieltjes af te snoepen. De winst van de P. S. F. zal veeleer ten koste gaan van de partijen van het huidige centrum en van rechtsch. Maar deze oude besluitelooze, verdeelde rechterzijde vervangen te zien door veel resoluter en doortastender nieuwe par tijen, is juist datgene wat de communistische partij ten koste van alles zal willen verhinderen. Het machtigste middel om Gods rijk te bevestigen en uit te brei den is het onderwijs, van boven tot beneden doordrongen van een echt katholieken geest en de onmisbare sluit steen van dezen bouw is de Katholieke Universiteit. Het Hoogwaardig Episcopaat tot de Katholieken van Nederland, 8 Sept. 1921. In de laatste maanden hoorde men niet veel meer van de z.g. doodelijke stralen, die het verschrikkelijkste wapen in den modernen oorlog zouden vrirden. Dat beteekent echter niet, dat degenen, die zich sinds lang met dit probleem bezighouden, de handen in den schoot hebben gelegd. Juist dezer dagen is n.l. de Roe- meensche ingenieur Jules Argani komen bewe ren, dat het hem gelukt is een apparaat te construeeren, waarmede hij golven des doods kan uitzenden. Argani is op het oogenblik 35 jaar oud. Hij houdt zich sinds zijn 17de levensjaar met het electro-magnetische onderzoek bezig. In de laat ste jaren heeft hij bovendien veel tijd besteed aan het onderzoek der golven. Op het oogen blik werkt hij aan de verbetering van een merkwaardig apparaat, dat in zijn laboratorium staat opgesteld. Kort geleden is dit apparaat aan verschillende bekende geleerden gedemon streerd. Over de reeds behaalde resultaten ver telt Argani het volgende: Het is mij gelukt, met mijn ultra-kortegolven niet slechts vaste lichamen te verpulveren, maar bovendien ook biologische en physiologi- sche effecten te bereiken, welke tot vernietiging van bepaalde bestanddeelen van het bloed, tot den plotselingen dood van insecten en tot zwiare hoofdpijnen bij hooger ontwikkelde zoogdieren hebben geleid. Ik moet hierbij opmerken, dat deze resultaten zijn behaald op een afstand, welke tot nog toe door uitvinders van andere methoden ter opwekking van doodsstralen voor onmogelijk werd gehouden. Men stelde daarop aan den uitvinder de vraag, van welke theorie hij bij zijn onderzoek op het gebied der doodsstralen is uitgegaan. Wij moeten onder doodsstralen twee moge lijkheden verstaan, aldus zei hij. Ten eerste den electro-magnetischen weg, die met een hooge frequentie werkt; daarmede heeft men in Ame rika bij verschillende experimenten ontstekin gen op groote afstanden weten te bereiken. De andere weg ligt echter op het gebied der ultra- accoustische „stralen", die men eigenlijk golven zou moeten noemen, omdat zij elastische tril lingen der materie beteekenen en waarbij een frequentie van 20.000 moet worden overschre den. Mijn streven was nu, een zoo mogelijk een voudig en weinig kostbaar apparaat te con strueeren, dat in staat is, ultra-golven op te wekken in een vorm, welke het mogelijk maakt een zeer groot aantal trillingen per seconde te voorschijn te roepen. Tot nog toe heb ik een grens van 500.000 trillingen bereikt, maar nadat ik eenige verbeteringen aan het apparaat heb aangebracht zal ik beslist nog een frequentie van 1 millioen bereiken. Voor den leek is het natuurlijk moeilijk zich trillingen voor te stellen, wtelke materie kun nen vernietigen, hoewel het misschien ook den leek bekend is, dat dikwijls een zeer bepaald geluid b.v. een glas kan doen springen en dat de gelijkmatige marsehtred van een troep zelfs ijzeren brugpijlers heeft doen barsten. Hoe karakteriseert nu Jules Argani de door hem be reikte resultaten? Wanneer ik een vast lichaam met mijn gol ven bewerkt, zoo zegt hij, dan vertoont het on der bepaalde omstandigheden en in zekere ge vallen een neiging tot puveriseering. Men kan door de verstoring van het evenwicht, wat ik b.v. bij een magneet kan bereiken, den mag neet onmagnetisch maken. Bij zachte lichamen bewerken de golven een temperatuur-stijging, De hoogte van deze stijging hangt af van de omstandigheden, in hoeverre het lichaam in staat is, deze ultra-golven in zich op te zuigen. Tot nog toe liep men het gevaar, dat de meestal met behulp van kwartskristallen opgewekte golven onzeker en dikwijls geheel verschillend werkten. Dergelijke moeilijkheden heb ik door een verbetering der constructie overwonnen. Ingenieur Argani laat zich over de toekomst- mogelijkneden van zijn uitvinding zeer voor zichtig uit. Hij weet niet, of hij reeds binnen afzienbaren tijd met zijn apparaat een bom menwerper uit de lucht zal kunnen halen. Maar wel ziet hij groote mogelijkheden op het gebied der bestrijding van schadelijke insecten. Daar nu echter het begrip „doodsstralen" vele men- schen angst aanjaagt, stelde men tot slot de vraag, of men zich op een of andere wijze te gen zijn golven zou kunnen beschermen. Het beste beschermingsmiddel bestaat uit het gebruik van een niet elastischen, sterk absor- beerenden beschermenden wand, die bovendien een v'armte-isoleerrng bezit, zoo antwoordde hij. Maar voorloopig behoeft de mensch nog niet aan bescherming te denken. Want ik vrees, dat ook mijn doodsstralen op het oogenblik nog weinig voor de wereld beteekenen Hetgeen den lezer een zucht van verlichting zal ontlokken. Er is al afschuwelijk moordtuig genoeg. Carla wist niet, wat ze doen zou: wandelen of luisteren naar de radio. Na eenig dra len besloot ze tot het laatste. Ze zette de distributie aan en hoorde, dat de omroeper een litterair halfuurtje aankondigde. Ze had ge hoopt op muziek en luisterde aanvankelijk een beetje verstrooid, maar plotseling werd ze zeer aandachtig. Jean had in zijn leven nooit tijd voor de liefde. Voor hem bestond er slechts arbeid en reizen. Hij was een moderne nomade, die zelfs een beetje bang voor liefde en meisjes was. Zoo was hij langzamerhand 25 jaar oud ge worden. Op een van zijn reizen voerde zijn weg hem naar Hilversum. Verveeld zat hij op het terras van een café, en probeerde den tijd, tot dat hij zijn hotelkamer zou opzoeken, te doo- den. Tegenover hem zat een joviale oude heer, die op een gegeven oogenblik een gesprek met hem aanknoopte. Men sprak over de crisis, den in het algemeen slechten zomer, enz. enz., tot opeens een jongedame aan hun tafeltje kwam staan. Verheugd keek de oude heer op. „Mijn kleindochter", stelde hij het meisje voor. Toen Madeleine Jean met een haast kinderlijken blik aanzag, wist hij, dat hy de vrouw gevonden had, van wie hij zou kunnen houden. Men bleef nu een heele poos gezellig bij elkaar zit ten en Jean sprak af, dat hy den volgenden dag de familie zou bezoeken. Dien morgen voerde Jean een zwaren strijd met zichzelf. Iets in zijn binnenste ried hem, drong er op aan, af te reizen, dadelijk af te reizen. Jean bleef en bracht een bezoek aan de familie, bij wie de grootvader inwoonde. Madeleine was niet thuis. Dij tijd ging voor Jean oneindig langzaam voor by. Ze spraken over alle mogelijke onverschil lige dingen, alleen niet over Madeleine. Einde lijk, toen hij zich al verplicht voelde, weer heen te gaan, kwam Madeleine thuis. Ze bood haar excuus aan; graag had ze eerder gekomen, maar men had haar opgehouden. Jean ging pas veel later weg. Hij bleef in Hilversum en alles kwam, zooals het komen moest. Er brak een wonder mooie tijd voor Jean aan. Hij deed alles, wat hij anders nooit in zijn leven gedaan had. Hij wachtte urenlang op Madeleine, hy was ja- loersch, ja zelfs liep hij, toen Madeleine eens niet kwam, urenlang voor haar woning heen en weer. En Madeleine, ja uit Madeleine kon men niet gemakkelijk wijs worden. Misschien trof het haar, zich zoo bemind te weten, mis schien was ze zelf een beetje verliefd, mis schien ook speelde ze een beetje comedie, zon der te vermoeden, wat er uit kon voortkomen. Jean geloofde tenminste, dat Madeleine van hem hield en hij was gelukkig met dit geloof. Intusschen verliep de tyd. Jean en Madeleine hadden een wandeling afgesproken. Voor Jean stond vast: hij wilde niet langer een nomade zijn; vandaag wilde hij den beslissenden stap ondernemen en zijn gouden vrijheid opgeven. Madeleine kwam, maar het was een andere Madeleine, die zwijgend naast hem liep. Lang zaam, dralend zei ze eindelijk: „Ik moet het je eindelijk zeggen; het Is moeilijk, maar je leeft in een dwaling. Ik houd niet van je en zal ook nooit van je houden. Je bent een goede vriend voor me geweest, maar nu moet ik je vragen, maar weg te gaan, ver weg. Vergeet me en kom nooit weer!" Jean hoorde haar woorden als vanuit de verte; hij verstond haar niet; hij zag slechts haar oogen, haar mond, haar handen. Alles begon voor hem te draaien. Het suisde en bruiste in zijn ooren. Dan, nadat hij zich met een laatste inspanning tot kalmte gedwongen had, sprak hij woorden, die hijzelf niet begreep, leege, banale woorden. En het slot was: „Vaarwel!" En dan was hij opeens alleen. iiiiiiiiiiiiiiii lllflIIIIIIIIIIIIIIIIIHtllllMII. schiedenis van de liefde van Jean, een zeer alledaagsche kleinè liefdeshistorie Carla stond op en ging naar buiten, om zich naar de studio te begeven. 2y vroeg den pro grammachef te spreken en informeerde, wie dè schrijver was van de novelle, welke zij zoo juist voor de radio beluisterd had en waar deze zich bevond. „Waar de heer Dumont zich op het oogen blik bevindt, kan ik U helaas niet zeggen, om dat ik dat niet weet. Voor zoover mij bekend, zou hij vandaag nog naar zijn geboorteplaats gaan." „Kunt U mij ook zeggen, wan- H S neer de trein i vertrekt; ik moet het beslist we ten." De program machef, wien de opwinding van Carla thans opviel, keek in het spoorboekje. „De eenige middagsneltrein in die richting gaat om 5.20 uur." Carla riep opeens uit: „Ik moet den heer Dumont dadelijk spreken, want anders wordt de novelle, die hij straks heeft voorgedragen, nog bittere werkelijkheid. Ik beh n.l. Madeleine." Zij vloog meer dan ze liep naar het station. Toen zij het perron oprende, gaf de chef juist het vertreksein. Half waanzinnig van angst en smart nu wist Carla, hoeveel zy van Jean hield sprong zij in den al rijdenden trein. In koortsachtige spanning liep ze door de gang en opende de coupé's. In den laatsten coupe van den derden wagon zat Dumont aan het raampje met gesloten oogen. Hij was in het minst niet opgewonden, niet boos, niet treurig, alleen maar moe, buitengewoon vermoeid. Hij hoopte op iets, dat alles weer zou doen worden als drie dagen geleden. Maar niets had zich voorge daan. Zyn lot was beslist. Zoo ver was Dumont met zijn gedachten, dat hij niet eens hoorde, dat er iemand in zijn coupé gekomen was. Pas, toen Carla hem voorzichtig over zijn haar streek, keek hij op. Met de grootste verbazing zag hij Carla aan. Dan, toen hij eindelyk als uit een troosteloozen pijnigenden droomtoestand ontwaakte, stond hij op en drukte Carla in zijn armen als een kostbaar bezit, waarvan men voor geen geld ter wereld afstand wil doen. En Carla, de trotsche, koele Carla weende, weende van geluk en vreugde. De programmachef echter las 's avonds eerst verbaasd, maar dan met een vergenoegd lachje een geheimzinnig telegram. Het behelsde slechts twee woorden: „Happy end". (Nadruk verboden) Een Annamietisch christelijk kunstenaar Jean wist, dat het nu geen doel meer had, langer in Holland te blijven. Nog denzelfden avond vertrok hy uit Hilversum, om den vol genden dag door te reizen naar zjjn geboorte plaats, waar hy nog eenmaal het graf van zijn ouders wilde bezoeken, om dan voorgoed te ver trekken naar de nieuwe wereld, waar hij ook een nieuw leven hoopte te vinden. Dit is de ge- VT!. °°k een andere dan de vroegere was ge- hl .en- In de plaats van vermaningen en 'ngen tot verbroedering werd nu vaak ?"'eigementen gewerkt als aankondigingen Nih n "rïag J"' be^ "uur H' wanneer de be- .5 met zoo weinig mogelijk bloedvergieten ai)d van de „schobberds" zou bevrijden Y in het merg verrotte parlement aan aht zou zetten. Ook werd wel aangekon- S T5*' binnen zoo en zooveel dagen of we- 6iW6 ka Rocque de macht in handen zou a- Inmiddels had deze binnen de bewe- ^H0h*eeüs alle allures van den dictator aan- V*. Zijn wil werd wet en zijn oordeel jSft] ar verklaard, overeenkomstig het tot %it„a verhevene: „de leider vergist zich y En van Duitschland en Italië keek men eii af, ieder openbaar optreden van Êetl°lcmel tot een apotheose te maken. ^aaltje van dit Byzantinisme-j leverde, "1^ o.bmn verhaalt, een liefdadigheids-tom- vu lf! in Mei 1936 in het Berlitz-paleis door ^Üi^^fcruisen op touw was gezet. Een cham- waaruit de baas had gedronken", „Juffrouw Annie", riep ze boos tot haar overbuurtje van de comestibles, „hier ligt een stuk worst van Uw afdeeling tusschen mijn mooie wol." „Wat denkt U wel," riep deze terug, „gelooft U dat ik misschien een grap met U zou willen uithalen?" „O, kijk hier eens," riep ze verschrikt uit. Tusschen een paar kazen lag een harmonicaatje uit de speelgoed-afdeeling. „Juffrouw! Truusje,' riep juffrouw Annie nu tot de juffrouw van de speelgoedafdeeling, „hoe komt dit harmonicaatje op mijn afdeeling?" Deze op haar beurt begreep er ook niets van. De drie juffrouwen kwamen nu naar elkaar toe om het gekke geval te bespreken. „Ik mis ook nog een paar wollen kousjes," zei juffrouw Nel, „waar zullen we die nu weer terugvinden?" Ze hoefden niet lang te zoeken. De juffrouw uit de koekjesafdeeling vond ze in een trommeltje met zuurtjes, dat zo n-og niet had gebruikt. Nu stelden de meisjes den chef van het gekke geval in kennis. Deze geloofde er eerst niets van. Maar toen hem achtereenvol gens op de bcekenafdeeling een paar laarzen en pp de kunst- afdeeling een pot groene zeep werd getoond, begon hij belang in het geval te stellen. Stan en Pol, die zooals jullie begrijpt deze guitenstreken op hun geweten hadden, stapten thans ongemerkt in de lift en heten zich zoo naar boven dragen. p Pinkster-Maandag van het vorig jaar is te Rome door Aartsbisschop Constan- •tini, secretaris van de Congregatie tot Voortplanting des Geloofs, een inlandsch beel dend kunstenaar uit Annam in Fransch Indo china katholiek gedoopt. Op denzelfden dag deed de bekeerling zijn Eerste H. Communie en ontving het H. Vormsel. Le-Ban-De, zooals deze kunstenaar uit het verre Oosten is geheeten, had in zijn land, en ook elders, reeds voordien bekendheid als een figuur, wiens worstelen om godsdienstige ze kerheid zich duidelijk in zijn arbeid uitsprak, Hij behandelde reeds katholieke onderwerpen, en men mag gerust zeggen dat de genade hier gewerkt heeft met de kunst als geleidster. Op 28 Augustus 1906 werd Le-Ban-De te Mocay in de provincie Bentre, in Cochinchina, geboren. Hij ging school by de fraters te Saigon, en kwam daarna op de kunstakademie van de Universiteit te Hanoi. Daar trok hij zóó de aandacht, dat het Gouvernement hem naar Parijs zond, om zich verder te bekwamen. Op verscheidene Parijsche tentoonstellingen trok z'n werk de aandacht en de Fransche regeering kocht een zijner schilderijen aan. Hij trok ver volgens naar Italië, waar hij diep getroffen werd door de kunst der middeleeuwsche Pri mitieven. Gaandeweg raakte hy geheel ver trouwd met de katholieke waarheden en de katholieke voorstellingswereld. Te Saigon was de kiem gelegd van hetgeen later zoo rijk zou opbloeien. In zijn kunstarbeid heeft Le-Ban-De zich gehoed voor het gevaar, geheel onder invloed van het Westen te geraken. Hij is de traditie van zyn land blijven volgen. In het Zuiden van Indochina, in Kambodscha, heerscht de Indische kunststyl, maar in het Noorden, waar Annam ligt, staat men onder Chineeschen in vloed. Het vroege werk van Le-Ban-De is uit gevoerd met lakverven en vertoont duidelijk den Chineeschen stijl. Thans schildert hij in ons meer bekende technieken en op een wyze die men een „mengstijl" zpu kunnen noemen: Chineesch en Westersch, tot een persoonlijke uiting opgevoerd. Zyn werk is innig-religieus en zeker in 't bij zonder geschikt om zijn landgenooten, in een stijl dien zij vpelen en begrijpen, de christelijke waarheden te suggereeren. Voor hem in 't bij zonder geldt het apostolische van de taak des kunstenaars. AT T A DOMMU'C °P dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen 17 7^x0 bÜ levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door U *7^x0 biJ een ongeval met |4 A fal. 11 vl r. (J ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen -8- i tlvt verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen doodelijken afloop AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL bij verlies van een hand, een voet of een oog. vah"6q j, a cjp„ a van de zonderlinge eigenaardigheden I» C"":'J" °Uden Aakerholm hoorde dat hij zich ka: opsloot in de laatste der drie geïso- hiers en niemand daar binnen duldde tje. .s?dnd reeds voor mij vast, waarom hij V'tH^aarom dan?" 't j'X ci6rn oogenblik geduld. Als u den samen- ste feiten wilt begrijpen, dan dien ik ze in Stf, Utye v°rband te zetten. Ik doe 't ook daarom, V6", (y,S?berPzinniSheid in de gelegenheid te <!q 8aa?uj hoodelooze verklaringen te besparen. a^IIS ver£Jer- Is bot niet opvallend, dat H toe.) erbolm, die zijn pleegzoon geen goed ^peg ja, we mogen gerust van 'n deze toch in zijn P Wj., O) Jhj WC I Vj^at aPn beb ik nog niet eens gedacht." ad u toch moeten doen. Aakerholm Er jse Bengt, toen hij zeventien jaar oud y, aij u 8een enkele reden om aan te nemen, ^Ij l vOor 111toenmaals sympathieker vond, dan (i,z^n dood. Maar waarom adopteerde Vj abs0^n? Eengt is 'n wees, doch met Aaker- 1 niet vermaagschapt. Er moet dus bijzondere reden geweest zyn. Het stond bij hem reeds direct vast, dat deze daad niet voortsproot uit medelijden, noch minder uit 'n overdreven uiting van plichtsgevoel. Ik vond er maar één aannemelijke verklaring voor: Aakerholm was rijk en wilde, met dien jongen man te' adopteeren, iets goedmaken, bijvoor beeld, misschien 'n onrecht Bengt's vader aan gedaan." „Ja," meende de dokter, „als je 't zoo ver klaart, komt me dat alles ook waarschijnlijk voor." „Het was mijn eerste vermoeden," zei Krag, „en spoedig vond ik tal van bewijzen, die de juistheid van mijn veronderstellingen bevestig den. Dezen avond echter was alle twijfel abso luut buiten gesloten. Als ik ook Bengt 'n moor denaar noem, en ik kan dat, zonder hem onrecht aan te doen, want hy was toch Jim's medeplichtige, dan hebben we in dit treurig drama met niet minder dan drie moordenaars te doen." „Wat zeg je? Met drie moordenaars?" „Ja: Bengt, Jim Charter en de oude Aaker holm. Dat is namelyk het groote geheim uit t leven van dezen jovialen man. Hij heeft, toen hij in Californië naar goud zocht, in een vechtpartij den vader van Bengt en Jim dood geschoten. En deze misdaad wilde hij weer goedmaken, door Bengt te adopteeren. Zoomin Bengt als Jim hebben in al die jaren ook maai iets van die misdaad geweten, tot Bengt, nu 'n maand of drie geleden, door een toeval alles te weten kwam. Vanaf dat oogenblik was voor den ouden Aakerholm alles verloren, want daarmee viel hij ten prooi aan de wraakzucht van twee misdadigers, zoo geslepen en van zoo'n onmen- schelijk karakter, als ik in m'n geheele loop baan nog nooit ontmoet heb. Toen Bengt het geheim vernam, schreef hy direct aan zijn broeder, die zich, zooals gewoon lijk, wel ergens in een speelhol zal opgehouden hebben. En samen dachten zij een demonisch plan uit, n.l. om den ouden heer dood te mar telen en zich dan in 't bezit van zijn rijkdommen te stellen. Maar zij moesten de uitvoering var dat plan bespoedigen, want hejt huwelijk met mevrouw Hjelm was niet zoover meer af. En zij draaiden de duimschroeven nog vaster. Aakerholm zelf had er niet 't minste vermoe den van, dat zij zijn geheim kenden. Toen hy op zekeren dag in 't park wandelde, zag hij opeens, tot z'n groote ontzetting, dat zijn oude vyand Charter, dien hij veel jaren geleden in Californië doodgeschoten had, in levenden lijve voor hem stond. Je herinnert je nog wel, hoe hij toen, doods bleek van schrik en angst, ziek en ellendig naai huis kwam en mompelde: „Is 't de duivel zelf of is 't een mensch?" De dokter knikte. „Jim Charter gelijkt sprekend op zijn vader," ging de detective verder. „Even lang, even mager denzelfden rooden baard en haar. „Mijn uiterlijk is veel geld waard," heeft hij eens tegen me vrouw Hjelm gezegd. Het is nu volkomen duide lijk, wat hy daarmee bedoelde. En om de ge lijkenis nog treffender te maken, had hy zich als gouddelver verkleed." „Vandaar dat we in het oude tuinhuis die eigenaardige kleedingstukken vonden," zei do dokter. „Juist. De oude Aakerholm werd van. den senen schrik in den anderen gevoerd. Op den achterkant van den grooten spiegel uit de huiskamer krasten zy in een hoek de verfj en het kwik weg, en in die doorschijnende plek las Aakerholm op een avond een dreigende toe speling. ik denk, dat er zooiets gestaan heeft van „Moordenaar" of „Wraak." Krankzinnig haast van angst smeet Aakerholm den spiegel in stukken. Op den avond van onze aankomst hier, heeft hij den gouddelver weer gezien, nu met 'n pistool in de hand en deze wilde schijnbaar op hem schieten. In werkelijkheid schoot hij in de lucht en verborg zich vlug in 't paviljoen, waar uit Bengt hem enkele oogenblikken later redde en hem 'n eind over de sneeuw droeg. Toen wij dien zelfden avond gezellig by elkaar zaten, kreeg Aakerholm in stilte een wenk, om een bepaalde passage uit een boek, hetwelk op de schrijftafel lag, te lezen. Hij bladerde zenuw achtig het boek door, tot hij op pagina 248 de volgende woorden vond: „Daar heb je 'tjij duivel!" Toen Bengt en ik 'n half uur later naar de club x-eden, ging Aakerholm uit, om mevrouw Hjelm te bezoeken. De opzet was, dat hij de spookachtige gestalte dien avond weer zou ont moeten en wel in de kleine laan. En wat er toen verder gebeurd is, dat weet je." „Ja," zei de dokter, „het is alles volkomen duidelijk, maar nu weet ik nog steeds niet, wat dat geheim van de drie kamers te beteekenen heeft." De detective lachte. „Ik meende, dat je 't nu wel zou kunnen raden. Ik zal je nog 'n eind op dreef helpen. Je kunt je indenken, dat ook Bengt, toen hij nog niets van het geheim uit Aakerholm's leven vermoedde, er vaak over nadacht, waarom de oude heer zoo zonderling deed en zich zoo angst vallig in zyn drie kamers opsloot, als hij zich te bed legde. Eindelyk vond hy een middel, om hiervan de oorzaak te achterhalen. In alle stilte brak hij een stuk van den vloer uit in de onbewoonde kamer, gelegen boven Aakerholm's slaapkamer en boorde daarna een heel klein gaatje in 't plafond. Daardoor kon hij alles zien en hooren, wat er beneden hem gebeurde. En op die wijze heeft hij het groote geheim ontdekt. U zegt zoo weinig, dokter. Is 't dan nog steeds niet duidelijk? Dan zal ik u wel alles vertellen. De oude Aakerholm, in z'n hart een brave kerel kon de gedachte aan de begane misdaad maar niet van zich afzetten. Zoodra hij alleen was liep hy er over te piekeren, wat zeker in niet geringe mate te wyten viel aan het feit, dat hy den zoon van den vermoorde dagelijks rond zich zag. Tenslotte had het gebeurde zich vol komen in z'n denkvermogen vastgezet, het dreef hem in de eenzaamheid, beheerschte zijn gees telijke vermogens bij dag en bij nacht, liet hem zelfs niet rustig meer slapen. Eén moment van de meegemaakte scène in het bijzonder kon hij maar niet vergeten. Toen hy den ouden Charter een kogel door 't hoofd joeg, had hij hem toegeroepen: „Daar heb je 'tjij duivel!" Ons, criminalisten, zijn veel gevallen bekend, dat misdadigers zich óp eenzelfde wijze verra den hebben als Aakerholm. M'n waarde dokter, reeds het eerste uur wist ik, waarin het geheim van de drie kamers bestond: de oude Aaker holm sprak in den slaap." De dokter stond op en staarde zijn vriend met groote oogen aan. „Wat ben ik een idioot geweest!" riep hij uit en liet zich verslagen in zijn fauteuil vallen. De detective lachte hartelijk. „Maar all right, nu zijn alle raadsels opgelost en ik heb hier een paar spannende, interessante dagen beleefd, al is 't 'n droeve geschiedenis," meende de dokter. „Het is de geschiedenis van een toch wel nobe- len ouden man," zei Krag, „die een in jeugdigen overmoed en roekeloosheid begane fout niet in vrede heeft mogen goedmaken en uitboeten, doch door de hand der wraak getroffen werd, plots en onverwachts, zooals de wraak steeds pleegt te komen." „Maar het is ook de geschiedenis van een scherpzinnig en vindingrijk detective," riep de dokter in vervoering uit, „den knapsten politie man uit heel Noorwegen!" „Och neen," weerde Krag af, zoo ernstig als de dokter hem nog nooit gezien had, „het is slechts de geschiedenis van een eenvoudig mensch, die zelfs niet eens het leven van een medemensch wist te redden." Twee dagen later waren Jim en Bengt uit het arrestantenlokaal van het hoofdbureau van politie, waarin de dikke commissaris resideerde, ontvlucht. Eer er twee jaren verloopen waren, was Jim by een meer dan afgrijselijken treinoverval in Amerika betrokken. Hy werd gegrepen en vond zijn einde in den electrischen stoel. Van Bengt heeft Krag nimmer meer iets ge hoord of gezien. Doch hij kon het voorgevoel niet van zich afzetten, dat hy hem nog eenmaal in z'n leven zou ontmoeten, wellicht ergens op een duistere trap of op een eenzamen weg. EINDE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 3