Van vuurkruisers tot
SOCIALE PARTIJ
victoria
Md méml mn dm cla§
De avonturen van Stan en Po!
'<^fethie spreken
O
E GEHEIMZINNIGE
KAMERS Hl
"Geest van patrio
tisme"
ZATERDAG 12 JUNI 1937
Verlaat U op mijn goede raad.
Koopt slechts BISCUITS en CHOCOLA AD,
indien op de verpakking staat:
Golven des doods
Uitvinding van een Roemeenschen
ingenieur
I Happy end
Le-Ban-De
»N
SV E N E LVESTAD
(Van onzen correspondent te Parijs)
Tl°en in de Lente van het vorige jaar in
frankrijk de algemeene verkiezingen wer-
[0, den gehouden, kregen de Vuurkruisers de
jif Fransche Fascisten te spelen. Hadden zij
J verdiend?
haar oorsprong was de Vuurkruisersbewe-
oa g zeer zeker niet fascistisch, wanneer men
'er dit zoo gemakkelijk gebruikte woord wil
(paan omdat men er nu eenmaal iets
)wer verstaan moet dat zij zou streven naar
tal verkrijgen van de totale macht in den to
ff? staat.
'i Was geen partij, evenmin een strijdhond,
l(, ook geen navolging van een buitenland-
e beweging. Wel sproot zij voort uit een late
'°0rlogsche idee, die in alle landen, die aan
i Stooten oorlog hadden deelgenomen, min
„."beer opgeld deed: dat n.l. de oud-strijders
,et dan anderen geroepen waren, 't open-
r leven, nationaal en internationaal, te be
dden in een geest van wederzijdsch be-
iPen en van verzoening,
hurkruiser kon zijn ieder Franschman, die
t, ®h oorlog moedig zijn plicht had gedaan en
„e bet eens was met het ideaal der beweging:
jjhationale verzoening, en met haar devies,
Vy^lk (Je plaats innam van een uitvoerig,
ffdtschreven program: „arbeid, gezin, vader-
tKj'. d kon overigens Vuurkruiser zijn, en in de
f'ek links staan zoowel als rechts. De be-
zelf wilde als zoodanig buiten de poli-
blijven. Zij had geen politiek program. Zij
jo diet anti-parlementair en in principe be-
iedere regeering te steunen, die overeen-
Plg het ideaal der beweging, in diet al-
Peea belang zou werken. Nagenoeg •en-
P'diiT was de beweging overtuigd republi-
Iv.Ph gezind en zij was uitgesproken anti-
j|atdriaai.
Was dus een zuiver ideëele en idealistische
■r.pdg, zonder eenig machtsstreven; wat zij
fihe was door het individueele voorbeeld de
-o^d beïnvloeden en zoo komen tot een her-
VajJ "?g van het openbare leven van onderop of
j, binnenuit.
iijjj Vuurkruisers waren inderdaad, wat zij
k. h°emden: een geest, een mystiek van pa-
Ktiame.
p bekende bloedige 6 Februari 1934 bracht
de ontwikkeling der beweging aan een
c bdnt. Aanhangers van haar kwamen op
iKn.ace de La Concorde in botsing met com-
ïsbische betoogers. Daladier, die toen mi-
'■■^^■president was, liet op ze schieten, wat
ed en gewonden ten gevolge had. Waarom,
voldoende opgehelderd; waarschijnlijk
y.eerde Daladier in den waan, dat de Vuur-
Vojjfds een inval in de Kamer in het schild
f ed. Hoe dan ook, de beweging had van toen
5, aar martelaren.
j. 'dsclien stroomden haar de aanvragen om
loe met honderden en duizenden tegelijk
jeugd werd georganiseerd in een afzon
de afdeeling: de „Nationale Vrijwilligers".
bderhalf jaar later vormden Vuurkruisers
„Nationale Vrijwilligers een leger van 500.000
tatl .Maar de beweging was nu tevens grondig
■!-M al£ter veranderd. Zij vertoonde thans in-
hiitf b sterke overeenkomsten met die van
nlandsche bewegingen, die men onder den
Van fascisme pleegt samen te vatten. De
Vn Waren soldaatsgewijze samengevoegd in
ov Van bien> dertig en vijftig; men beschik-
beu ter hulp-commando's" dat wat men in
toen nationaal-socialisten en commu-
W b in Duitschland met elkaar nog om de
tlPfjj^happy over de straat vochten, t.o. minder
1? dan wel juist „knokploegen" noemde
bj f/^eging had haar verbindingsagenten en
"e bpaf baar alarmorders uit. Dit volstond om
k WeSing het karakter van een strijdhond op
ukken, iets wat zij bij haar oprichting niet
ook niet had willen zijn.
de verdenking t.a.v. de eedaanteveran-
'5ïl 5 c'er beweging nog versterkte, was, dat de
6r redevoeringen op vergaderingen en mee-
en „een zakdoek van den baas, na gebruik
niet gewasschen", gingen er voor enkele dui
zenden francs van de hand aan relikwie-ver-
zamelende bewonderaars (sters?)
De Vuurkruisen waren van een zuiver ideëele
beweging, zeer origineel Fransch, een strijd
hond geworden, fel anti-parlementair, en stre
vend naar de verovering van de totale macht,
drie trekken van buitenlandsche herkomst.
Verschillende oorzaken zijn ter verklaring
van deze merkwaardige ontwikkeling naar
voren gebracht. Volgens sommigen, waaronder
vroegere volgelingen, die een vooraanstaande
plaats in de beweging innamen, zou de La
Rocque heel eenvoudig en heel menschelijk
geen weerstand hebben kunnen bieden aan de
bekoring der machtsbegeeerte, nu door den
stroom van aanhangers zijn beweging een on
verwachte bruikbaarheid als machtsinstru
ment scheen te krijgen. Volgens anderen zou
de zoo eVen geschetste ontwikkeling het gevolg
ïijn van het inzicht, dat met een mystieke be
weging, die niet veel anders was dan een
soort patriottische mannencongregatie, het na
gestreefde doel van een wedergeboorte van het
vaderland teneenenmale onbereikbaar moest
blijven. Een derde opinie ziet het overstag
gaan naar het fascisme als het gevolg van de
verklaarde vijandschap, welke de Vuurkruisen
van nagenoeg alles wat linksch stond, te ver
duren hadden.
Hoe het ook zij, Frankrijk had thans ook
zijn fascistischen boeman, die eerst communis
ten en sociaal-democraten zich in eikaars
armen deed werpen in de machtige C. G. T.
eenerzijds en het eenheidsfront anderzijds en
die daarop de totstandkoming bevorderde van
het Volksfront, dat in MeiJuni van het
vorig jaar de verkiezingszege wegsleepte. Reeds
in November 1935 lokte een radicaal meetings-
redenaar een ovatie uit met het uitspreken van
dezen zin: „....en laten wij niet vergeten
hier onze hulde te brengen aan den waren
schepper van het Volksfront: kolonel de La
Rocque".
Den 18an Juni 1936 werd door het ministe-
rie-Blum-Salengro de ontbinding van de Vuur
kruisen uitgesproken. Precies een maand later,
18 Juli 1936, richtte de La Rocque de Fransche
Sociale Parij op, waarvan hij voorzitter werd.
Een partij', die naar den vorm althans is zoo
als alle andere partijen; die haar congressen
houdt en haar vertegenwoordigers heeft in het
parlement. Want een achttal leden der rechter
zijde werd bereid gevonden de parlementaire
vertegenwoordiging van de na de verkiezingen
opgerichte P. S. F. op zich te nemen.
Het anti-parlementarisme, dat de Vuurkrui
sen den laatsten tijd van hun bestaan geken
merkt had, legt de Sociale Partij niet aan den
dag. Daar zij den steun zoekt en noodig heeft
van de partijen van het centrum en van
rechtsch, zou zij ook niet met goed fatsoen nog
langer kunnen spreken van een parlement, dat
rot is van „linksch tot rechtsch". En zij wijst het
verre van zich af, dat zij ook maar er aan den
ken zou te streven naar de macht of naar
deelname in de macht het onderscheid is
wiwlïl&i
•BISCUIT- EST CHOCOLADE FABRIEK.
DO BDREC1IT
van het grootste gewicht langs anderen weg
dan den strikt wettelijken.
Is haar werkelijk oogmerk nog het bereiken
van de alleenheerschappij en een omwenteling
van de bestaande staatsinstellingen? Officieel
is dit punt in het duister gelaten, maar onder
de kopstukken in de partij huldigen er meer
dan één absoluut totalitaire opvattingen.
De opgang, dien de Vuurkruisen hebben gemaakt
en daarna de Sociale Partij, met wat deze laat
ste uit den boedel van de eerste overnam, wet
tigt echter in ieder geval de verwachting van
ingrijpende wijzigingen in de Fransche partij
verhoudingen, die op zich reeds interessant ge
noeg zuilen zijn. De leiding der partij spreekt
van twee millioen aanhangers, waarvan echter
wel een zeer groot percentage heel jeugdige,
politiek onmondige lui zijn.
Dat vooral de Communistische partij haar den
nek tracht te breken, is volkomen begrijpelijk,
ook al ziet het er niet naar uit, dat de P. S. F.
in staat is, haar zieltjes af te snoepen. De
winst van de P. S. F. zal veeleer ten koste
gaan van de partijen van het huidige centrum
en van rechtsch. Maar deze oude besluitelooze,
verdeelde rechterzijde vervangen te zien door
veel resoluter en doortastender nieuwe par
tijen, is juist datgene wat de communistische
partij ten koste van alles zal willen verhinderen.
Het machtigste middel om Gods
rijk te bevestigen en uit te brei
den is het onderwijs, van boven
tot beneden doordrongen van een echt
katholieken geest en de onmisbare sluit
steen van dezen bouw is de Katholieke
Universiteit.
Het Hoogwaardig Episcopaat tot de
Katholieken van Nederland, 8 Sept. 1921.
In de laatste maanden hoorde men niet veel
meer van de z.g. doodelijke stralen, die het
verschrikkelijkste wapen in den modernen
oorlog zouden vrirden. Dat beteekent echter
niet, dat degenen, die zich sinds lang met dit
probleem bezighouden, de handen in den schoot
hebben gelegd. Juist dezer dagen is n.l. de Roe-
meensche ingenieur Jules Argani komen bewe
ren, dat het hem gelukt is een apparaat te
construeeren, waarmede hij golven des doods
kan uitzenden.
Argani is op het oogenblik 35 jaar oud. Hij
houdt zich sinds zijn 17de levensjaar met het
electro-magnetische onderzoek bezig. In de laat
ste jaren heeft hij bovendien veel tijd besteed
aan het onderzoek der golven. Op het oogen
blik werkt hij aan de verbetering van een
merkwaardig apparaat, dat in zijn laboratorium
staat opgesteld. Kort geleden is dit apparaat
aan verschillende bekende geleerden gedemon
streerd. Over de reeds behaalde resultaten ver
telt Argani het volgende:
Het is mij gelukt, met mijn ultra-kortegolven
niet slechts vaste lichamen te verpulveren,
maar bovendien ook biologische en physiologi-
sche effecten te bereiken, welke tot vernietiging
van bepaalde bestanddeelen van het bloed, tot
den plotselingen dood van insecten en tot zwiare
hoofdpijnen bij hooger ontwikkelde zoogdieren
hebben geleid. Ik moet hierbij opmerken, dat
deze resultaten zijn behaald op een afstand,
welke tot nog toe door uitvinders van andere
methoden ter opwekking van doodsstralen voor
onmogelijk werd gehouden.
Men stelde daarop aan den uitvinder de
vraag, van welke theorie hij bij zijn onderzoek
op het gebied der doodsstralen is uitgegaan.
Wij moeten onder doodsstralen twee moge
lijkheden verstaan, aldus zei hij. Ten eerste den
electro-magnetischen weg, die met een hooge
frequentie werkt; daarmede heeft men in Ame
rika bij verschillende experimenten ontstekin
gen op groote afstanden weten te bereiken. De
andere weg ligt echter op het gebied der ultra-
accoustische „stralen", die men eigenlijk golven
zou moeten noemen, omdat zij elastische tril
lingen der materie beteekenen en waarbij een
frequentie van 20.000 moet worden overschre
den. Mijn streven was nu, een zoo mogelijk een
voudig en weinig kostbaar apparaat te con
strueeren, dat in staat is, ultra-golven op te
wekken in een vorm, welke het mogelijk maakt
een zeer groot aantal trillingen per seconde te
voorschijn te roepen. Tot nog toe heb ik een
grens van 500.000 trillingen bereikt, maar nadat
ik eenige verbeteringen aan het apparaat heb
aangebracht zal ik beslist nog een frequentie van
1 millioen bereiken.
Voor den leek is het natuurlijk moeilijk zich
trillingen voor te stellen, wtelke materie kun
nen vernietigen, hoewel het misschien ook den
leek bekend is, dat dikwijls een zeer bepaald
geluid b.v. een glas kan doen springen en dat
de gelijkmatige marsehtred van een troep zelfs
ijzeren brugpijlers heeft doen barsten. Hoe
karakteriseert nu Jules Argani de door hem be
reikte resultaten?
Wanneer ik een vast lichaam met mijn gol
ven bewerkt, zoo zegt hij, dan vertoont het on
der bepaalde omstandigheden en in zekere ge
vallen een neiging tot puveriseering. Men kan
door de verstoring van het evenwicht, wat ik
b.v. bij een magneet kan bereiken, den mag
neet onmagnetisch maken. Bij zachte lichamen
bewerken de golven een temperatuur-stijging,
De hoogte van deze stijging hangt af van de
omstandigheden, in hoeverre het lichaam in
staat is, deze ultra-golven in zich op te zuigen.
Tot nog toe liep men het gevaar, dat de meestal
met behulp van kwartskristallen opgewekte
golven onzeker en dikwijls geheel verschillend
werkten. Dergelijke moeilijkheden heb ik door
een verbetering der constructie overwonnen.
Ingenieur Argani laat zich over de toekomst-
mogelijkneden van zijn uitvinding zeer voor
zichtig uit. Hij weet niet, of hij reeds binnen
afzienbaren tijd met zijn apparaat een bom
menwerper uit de lucht zal kunnen halen. Maar
wel ziet hij groote mogelijkheden op het gebied
der bestrijding van schadelijke insecten. Daar
nu echter het begrip „doodsstralen" vele men-
schen angst aanjaagt, stelde men tot slot de
vraag, of men zich op een of andere wijze te
gen zijn golven zou kunnen beschermen.
Het beste beschermingsmiddel bestaat uit het
gebruik van een niet elastischen, sterk absor-
beerenden beschermenden wand, die bovendien
een v'armte-isoleerrng bezit, zoo antwoordde
hij. Maar voorloopig behoeft de mensch nog niet
aan bescherming te denken. Want ik vrees, dat
ook mijn doodsstralen op het oogenblik nog
weinig voor de wereld beteekenen
Hetgeen den lezer een zucht van verlichting
zal ontlokken.
Er is al afschuwelijk moordtuig genoeg.
Carla wist niet, wat ze doen zou: wandelen
of luisteren naar de radio. Na eenig dra
len besloot ze tot het laatste. Ze zette de
distributie aan en hoorde, dat de omroeper een
litterair halfuurtje aankondigde. Ze had ge
hoopt op muziek en luisterde aanvankelijk een
beetje verstrooid, maar plotseling werd ze zeer
aandachtig.
Jean had in zijn leven nooit tijd voor
de liefde. Voor hem bestond er slechts arbeid
en reizen. Hij was een moderne nomade, die
zelfs een beetje bang voor liefde en meisjes was.
Zoo was hij langzamerhand 25 jaar oud ge
worden. Op een van zijn reizen voerde zijn weg
hem naar Hilversum. Verveeld zat hij op het
terras van een café, en probeerde den tijd, tot
dat hij zijn hotelkamer zou opzoeken, te doo-
den. Tegenover hem zat een joviale oude heer,
die op een gegeven oogenblik een gesprek met
hem aanknoopte. Men sprak over de crisis, den
in het algemeen slechten zomer, enz. enz., tot
opeens een jongedame aan hun tafeltje kwam
staan. Verheugd keek de oude heer op. „Mijn
kleindochter", stelde hij het meisje voor. Toen
Madeleine Jean met een haast kinderlijken blik
aanzag, wist hij, dat hy de vrouw gevonden
had, van wie hij zou kunnen houden. Men
bleef nu een heele poos gezellig bij elkaar zit
ten en Jean sprak af, dat hy den volgenden
dag de familie zou bezoeken. Dien morgen
voerde Jean een zwaren strijd met zichzelf. Iets
in zijn binnenste ried hem, drong er op aan, af
te reizen, dadelijk af te reizen. Jean bleef en
bracht een bezoek aan de familie, bij wie de
grootvader inwoonde. Madeleine was niet thuis.
Dij tijd ging voor Jean oneindig langzaam voor
by. Ze spraken over alle mogelijke onverschil
lige dingen, alleen niet over Madeleine. Einde
lijk, toen hij zich al verplicht voelde, weer heen
te gaan, kwam Madeleine thuis. Ze bood haar
excuus aan; graag had ze eerder gekomen, maar
men had haar opgehouden. Jean ging pas veel
later weg. Hij bleef in Hilversum en alles kwam,
zooals het komen moest. Er brak een wonder
mooie tijd voor Jean aan. Hij deed alles, wat
hij anders nooit in zijn leven gedaan had. Hij
wachtte urenlang op Madeleine, hy was ja-
loersch, ja zelfs liep hij, toen Madeleine eens
niet kwam, urenlang voor haar woning heen
en weer. En Madeleine, ja uit Madeleine kon
men niet gemakkelijk wijs worden. Misschien
trof het haar, zich zoo bemind te weten, mis
schien was ze zelf een beetje verliefd, mis
schien ook speelde ze een beetje comedie, zon
der te vermoeden, wat er uit kon voortkomen.
Jean geloofde tenminste, dat Madeleine van
hem hield en hij was gelukkig met dit geloof.
Intusschen verliep de tyd. Jean en Madeleine
hadden een wandeling afgesproken. Voor Jean
stond vast: hij wilde niet langer een nomade
zijn; vandaag wilde hij den beslissenden stap
ondernemen en zijn gouden vrijheid opgeven.
Madeleine kwam, maar het was een andere
Madeleine, die zwijgend naast hem liep. Lang
zaam, dralend zei ze eindelijk: „Ik moet het je
eindelijk zeggen; het Is moeilijk, maar je leeft
in een dwaling. Ik houd niet van je en zal
ook nooit van je houden. Je bent een goede
vriend voor me geweest, maar nu moet ik je
vragen, maar weg te gaan, ver weg. Vergeet
me en kom nooit weer!" Jean hoorde haar
woorden als vanuit de verte; hij verstond haar
niet; hij zag slechts haar oogen, haar mond,
haar handen. Alles begon voor hem te draaien.
Het suisde en bruiste in zijn ooren. Dan, nadat
hij zich met een laatste inspanning tot kalmte
gedwongen had, sprak hij woorden, die hijzelf
niet begreep, leege, banale woorden. En het
slot was: „Vaarwel!" En dan was hij opeens
alleen.
iiiiiiiiiiiiiiii
lllflIIIIIIIIIIIIIIIIIHtllllMII.
schiedenis van de liefde van Jean, een zeer
alledaagsche kleinè liefdeshistorie
Carla stond op en ging naar buiten, om zich
naar de studio te begeven. 2y vroeg den pro
grammachef te spreken en informeerde, wie dè
schrijver was van de novelle, welke zij zoo
juist voor de radio beluisterd had en waar deze
zich bevond.
„Waar de heer Dumont zich op het oogen
blik bevindt, kan ik U helaas niet zeggen, om
dat ik dat niet weet. Voor zoover mij bekend,
zou hij vandaag nog naar zijn geboorteplaats
gaan."
„Kunt U mij
ook zeggen, wan- H S
neer de trein i
vertrekt; ik moet
het beslist we
ten."
De program
machef, wien de
opwinding van Carla thans opviel, keek in het
spoorboekje. „De eenige middagsneltrein in die
richting gaat om 5.20 uur."
Carla riep opeens uit: „Ik moet den heer
Dumont dadelijk spreken, want anders wordt
de novelle, die hij straks heeft voorgedragen,
nog bittere werkelijkheid. Ik beh n.l. Madeleine."
Zij vloog meer dan ze liep naar het station.
Toen zij het perron oprende, gaf de chef juist
het vertreksein. Half waanzinnig van angst en
smart nu wist Carla, hoeveel zy van Jean
hield sprong zij in den al rijdenden trein.
In koortsachtige spanning liep ze door de gang
en opende de coupé's. In den laatsten coupe van
den derden wagon zat Dumont aan het raampje
met gesloten oogen. Hij was in het minst niet
opgewonden, niet boos, niet treurig, alleen
maar moe, buitengewoon vermoeid. Hij hoopte
op iets, dat alles weer zou doen worden als drie
dagen geleden. Maar niets had zich voorge
daan. Zyn lot was beslist. Zoo ver was Dumont
met zijn gedachten, dat hij niet eens hoorde,
dat er iemand in zijn coupé gekomen was.
Pas, toen Carla hem voorzichtig over zijn haar
streek, keek hij op. Met de grootste verbazing
zag hij Carla aan. Dan, toen hij eindelyk als
uit een troosteloozen pijnigenden droomtoestand
ontwaakte, stond hij op en drukte Carla in zijn
armen als een kostbaar bezit, waarvan men
voor geen geld ter wereld afstand wil doen. En
Carla, de trotsche, koele Carla weende, weende
van geluk en vreugde.
De programmachef echter las 's avonds eerst
verbaasd, maar dan met een vergenoegd lachje
een geheimzinnig telegram. Het behelsde slechts
twee woorden: „Happy end".
(Nadruk verboden)
Een Annamietisch christelijk
kunstenaar
Jean wist, dat het nu geen doel meer had,
langer in Holland te blijven. Nog denzelfden
avond vertrok hy uit Hilversum, om den vol
genden dag door te reizen naar zjjn geboorte
plaats, waar hy nog eenmaal het graf van zijn
ouders wilde bezoeken, om dan voorgoed te ver
trekken naar de nieuwe wereld, waar hij ook
een nieuw leven hoopte te vinden. Dit is de ge-
VT!. °°k een andere dan de vroegere was ge-
hl
.en- In de plaats van vermaningen en
'ngen tot verbroedering werd nu vaak
?"'eigementen gewerkt als aankondigingen
Nih n "rïag J"' be^ "uur H' wanneer de be-
.5 met zoo weinig mogelijk bloedvergieten
ai)d van de „schobberds" zou bevrijden
Y in het merg verrotte parlement aan
aht zou zetten. Ook werd wel aangekon-
S T5*' binnen zoo en zooveel dagen of we-
6iW6 ka Rocque de macht in handen zou
a- Inmiddels had deze binnen de bewe-
^H0h*eeüs alle allures van den dictator aan-
V*. Zijn wil werd wet en zijn oordeel
jSft] ar verklaard, overeenkomstig het tot
%it„a verhevene: „de leider vergist zich
y En van Duitschland en Italië keek men
eii af, ieder openbaar optreden van
Êetl°lcmel tot een apotheose te maken.
^aaltje van dit Byzantinisme-j leverde,
"1^ o.bmn verhaalt, een liefdadigheids-tom-
vu lf! in Mei 1936 in het Berlitz-paleis door
^Üi^^fcruisen op touw was gezet. Een cham-
waaruit de baas had gedronken",
„Juffrouw Annie", riep ze boos tot haar overbuurtje van de
comestibles, „hier ligt een stuk worst van Uw afdeeling tusschen
mijn mooie wol." „Wat denkt U wel," riep deze terug, „gelooft
U dat ik misschien een grap met U zou willen uithalen?" „O,
kijk hier eens," riep ze verschrikt uit. Tusschen een paar kazen
lag een harmonicaatje uit de speelgoed-afdeeling.
„Juffrouw! Truusje,' riep juffrouw Annie nu tot de juffrouw
van de speelgoedafdeeling, „hoe komt dit harmonicaatje op mijn
afdeeling?" Deze op haar beurt begreep er ook niets van. De drie
juffrouwen kwamen nu naar elkaar toe om het gekke geval te
bespreken. „Ik mis ook nog een paar wollen kousjes," zei juffrouw
Nel, „waar zullen we die nu weer terugvinden?" Ze hoefden niet
lang te zoeken. De juffrouw uit de koekjesafdeeling vond ze in
een trommeltje met zuurtjes, dat zo n-og niet had gebruikt.
Nu stelden de meisjes den chef van het gekke geval in kennis.
Deze geloofde er eerst niets van. Maar toen hem achtereenvol
gens op de bcekenafdeeling een paar laarzen en pp de kunst-
afdeeling een pot groene zeep werd getoond, begon hij belang
in het geval te stellen. Stan en Pol, die zooals jullie begrijpt
deze guitenstreken op hun geweten hadden, stapten thans
ongemerkt in de lift en heten zich zoo naar boven dragen.
p Pinkster-Maandag van het vorig jaar
is te Rome door Aartsbisschop Constan-
•tini, secretaris van de Congregatie tot
Voortplanting des Geloofs, een inlandsch beel
dend kunstenaar uit Annam in Fransch Indo
china katholiek gedoopt. Op denzelfden dag
deed de bekeerling zijn Eerste H. Communie
en ontving het H. Vormsel.
Le-Ban-De, zooals deze kunstenaar uit het
verre Oosten is geheeten, had in zijn land, en
ook elders, reeds voordien bekendheid als een
figuur, wiens worstelen om godsdienstige ze
kerheid zich duidelijk in zijn arbeid uitsprak,
Hij behandelde reeds katholieke onderwerpen,
en men mag gerust zeggen dat de genade hier
gewerkt heeft met de kunst als geleidster.
Op 28 Augustus 1906 werd Le-Ban-De te
Mocay in de provincie Bentre, in Cochinchina,
geboren. Hij ging school by de fraters te
Saigon, en kwam daarna op de kunstakademie
van de Universiteit te Hanoi. Daar trok hij zóó
de aandacht, dat het Gouvernement hem naar
Parijs zond, om zich verder te bekwamen. Op
verscheidene Parijsche tentoonstellingen trok z'n
werk de aandacht en de Fransche regeering
kocht een zijner schilderijen aan. Hij trok ver
volgens naar Italië, waar hij diep getroffen
werd door de kunst der middeleeuwsche Pri
mitieven. Gaandeweg raakte hy geheel ver
trouwd met de katholieke waarheden en de
katholieke voorstellingswereld. Te Saigon was
de kiem gelegd van hetgeen later zoo rijk zou
opbloeien.
In zijn kunstarbeid heeft Le-Ban-De zich
gehoed voor het gevaar, geheel onder invloed
van het Westen te geraken. Hij is de traditie
van zyn land blijven volgen. In het Zuiden
van Indochina, in Kambodscha, heerscht de
Indische kunststyl, maar in het Noorden, waar
Annam ligt, staat men onder Chineeschen in
vloed. Het vroege werk van Le-Ban-De is uit
gevoerd met lakverven en vertoont duidelijk
den Chineeschen stijl. Thans schildert hij in
ons meer bekende technieken en op een wyze
die men een „mengstijl" zpu kunnen noemen:
Chineesch en Westersch, tot een persoonlijke
uiting opgevoerd.
Zyn werk is innig-religieus en zeker in 't bij
zonder geschikt om zijn landgenooten, in een
stijl dien zij vpelen en begrijpen, de christelijke
waarheden te suggereeren. Voor hem in 't bij
zonder geldt het apostolische van de taak des
kunstenaars.
AT T A DOMMU'C °P dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen 17 7^x0 bÜ levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door U *7^x0 biJ een ongeval met |4
A fal. 11 vl r. (J ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen -8- i tlvt verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen doodelijken afloop
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
bij verlies van een hand,
een voet of een oog.
vah"6q j,
a cjp„ a van de zonderlinge eigenaardigheden
I» C"":'J"
°Uden Aakerholm hoorde dat hij zich
ka:
opsloot in de laatste der drie geïso-
hiers en niemand daar binnen duldde
tje. .s?dnd reeds voor mij vast, waarom hij
V'tH^aarom dan?"
't j'X ci6rn oogenblik geduld. Als u den samen-
ste feiten wilt begrijpen, dan dien ik ze in
Stf, Utye v°rband te zetten. Ik doe 't ook daarom,
V6", (y,S?berPzinniSheid in de gelegenheid te
<!q 8aa?uj hoodelooze verklaringen te besparen.
a^IIS ver£Jer- Is bot niet opvallend, dat
H toe.) erbolm, die zijn pleegzoon geen goed
^peg ja, we mogen gerust van 'n
deze toch in zijn
P Wj., O) Jhj WC I
Vj^at aPn beb ik nog niet eens gedacht."
ad u toch moeten doen. Aakerholm
Er jse Bengt, toen hij zeventien jaar oud
y, aij u 8een enkele reden om aan te nemen,
^Ij l vOor 111toenmaals sympathieker vond, dan
(i,z^n dood. Maar waarom adopteerde
Vj abs0^n? Eengt is 'n wees, doch met Aaker-
1 niet vermaagschapt. Er moet dus
bijzondere reden geweest zyn. Het
stond bij hem reeds direct vast, dat deze daad
niet voortsproot uit medelijden, noch minder
uit 'n overdreven uiting van plichtsgevoel. Ik
vond er maar één aannemelijke verklaring voor:
Aakerholm was rijk en wilde, met dien jongen
man te' adopteeren, iets goedmaken, bijvoor
beeld, misschien 'n onrecht Bengt's vader aan
gedaan."
„Ja," meende de dokter, „als je 't zoo ver
klaart, komt me dat alles ook waarschijnlijk
voor."
„Het was mijn eerste vermoeden," zei Krag,
„en spoedig vond ik tal van bewijzen, die de
juistheid van mijn veronderstellingen bevestig
den. Dezen avond echter was alle twijfel abso
luut buiten gesloten. Als ik ook Bengt 'n moor
denaar noem, en ik kan dat, zonder hem
onrecht aan te doen, want hy was toch Jim's
medeplichtige, dan hebben we in dit treurig
drama met niet minder dan drie moordenaars
te doen."
„Wat zeg je? Met drie moordenaars?"
„Ja: Bengt, Jim Charter en de oude Aaker
holm. Dat is namelyk het groote geheim uit
t leven van dezen jovialen man. Hij heeft,
toen hij in Californië naar goud zocht, in een
vechtpartij den vader van Bengt en Jim dood
geschoten. En deze misdaad wilde hij weer
goedmaken, door Bengt te adopteeren. Zoomin
Bengt als Jim hebben in al die jaren ook maai
iets van die misdaad geweten, tot Bengt, nu 'n
maand of drie geleden, door een toeval alles te
weten kwam. Vanaf dat oogenblik was voor den
ouden Aakerholm alles verloren, want daarmee
viel hij ten prooi aan de wraakzucht van twee
misdadigers, zoo geslepen en van zoo'n onmen-
schelijk karakter, als ik in m'n geheele loop
baan nog nooit ontmoet heb.
Toen Bengt het geheim vernam, schreef hy
direct aan zijn broeder, die zich, zooals gewoon
lijk, wel ergens in een speelhol zal opgehouden
hebben. En samen dachten zij een demonisch
plan uit, n.l. om den ouden heer dood te mar
telen en zich dan in 't bezit van zijn rijkdommen
te stellen. Maar zij moesten de uitvoering var
dat plan bespoedigen, want hejt huwelijk met
mevrouw Hjelm was niet zoover meer af. En zij
draaiden de duimschroeven nog vaster.
Aakerholm zelf had er niet 't minste vermoe
den van, dat zij zijn geheim kenden. Toen hy
op zekeren dag in 't park wandelde, zag hij
opeens, tot z'n groote ontzetting, dat zijn oude
vyand Charter, dien hij veel jaren geleden in
Californië doodgeschoten had, in levenden lijve
voor hem stond.
Je herinnert je nog wel, hoe hij toen, doods
bleek van schrik en angst, ziek en ellendig naai
huis kwam en mompelde:
„Is 't de duivel zelf of is 't een mensch?"
De dokter knikte.
„Jim Charter gelijkt sprekend op zijn vader,"
ging de detective verder. „Even lang, even mager
denzelfden rooden baard en haar. „Mijn uiterlijk
is veel geld waard," heeft hij eens tegen me
vrouw Hjelm gezegd. Het is nu volkomen duide
lijk, wat hy daarmee bedoelde. En om de ge
lijkenis nog treffender te maken, had hy zich
als gouddelver verkleed."
„Vandaar dat we in het oude tuinhuis die
eigenaardige kleedingstukken vonden," zei do
dokter.
„Juist. De oude Aakerholm werd van. den
senen schrik in den anderen gevoerd.
Op den achterkant van den grooten spiegel
uit de huiskamer krasten zy in een hoek de verfj
en het kwik weg, en in die doorschijnende plek
las Aakerholm op een avond een dreigende toe
speling. ik denk, dat er zooiets gestaan heeft
van „Moordenaar" of „Wraak." Krankzinnig
haast van angst smeet Aakerholm den spiegel
in stukken.
Op den avond van onze aankomst hier, heeft
hij den gouddelver weer gezien, nu met 'n
pistool in de hand en deze wilde schijnbaar op
hem schieten. In werkelijkheid schoot hij in de
lucht en verborg zich vlug in 't paviljoen, waar
uit Bengt hem enkele oogenblikken later redde
en hem 'n eind over de sneeuw droeg.
Toen wij dien zelfden avond gezellig by elkaar
zaten, kreeg Aakerholm in stilte een wenk, om
een bepaalde passage uit een boek, hetwelk op
de schrijftafel lag, te lezen. Hij bladerde zenuw
achtig het boek door, tot hij op pagina 248 de
volgende woorden vond:
„Daar heb je 'tjij duivel!"
Toen Bengt en ik 'n half uur later naar de
club x-eden, ging Aakerholm uit, om mevrouw
Hjelm te bezoeken. De opzet was, dat hij de
spookachtige gestalte dien avond weer zou ont
moeten en wel in de kleine laan. En wat er toen
verder gebeurd is, dat weet je."
„Ja," zei de dokter, „het is alles volkomen
duidelijk, maar nu weet ik nog steeds niet, wat
dat geheim van de drie kamers te beteekenen
heeft."
De detective lachte.
„Ik meende, dat je 't nu wel zou kunnen
raden. Ik zal je nog 'n eind op dreef helpen. Je
kunt je indenken, dat ook Bengt, toen hij nog
niets van het geheim uit Aakerholm's leven
vermoedde, er vaak over nadacht, waarom de
oude heer zoo zonderling deed en zich zoo angst
vallig in zyn drie kamers opsloot, als hij zich te
bed legde. Eindelyk vond hy een middel, om
hiervan de oorzaak te achterhalen.
In alle stilte brak hij een stuk van den vloer
uit in de onbewoonde kamer, gelegen boven
Aakerholm's slaapkamer en boorde daarna een
heel klein gaatje in 't plafond. Daardoor kon
hij alles zien en hooren, wat er beneden hem
gebeurde. En op die wijze heeft hij het groote
geheim ontdekt.
U zegt zoo weinig, dokter. Is 't dan nog steeds
niet duidelijk? Dan zal ik u wel alles vertellen.
De oude Aakerholm, in z'n hart een brave kerel
kon de gedachte aan de begane misdaad maar
niet van zich afzetten. Zoodra hij alleen was
liep hy er over te piekeren, wat zeker in niet
geringe mate te wyten viel aan het feit, dat
hy den zoon van den vermoorde dagelijks rond
zich zag. Tenslotte had het gebeurde zich vol
komen in z'n denkvermogen vastgezet, het dreef
hem in de eenzaamheid, beheerschte zijn gees
telijke vermogens bij dag en bij nacht, liet hem
zelfs niet rustig meer slapen.
Eén moment van de meegemaakte scène in
het bijzonder kon hij maar niet vergeten. Toen
hy den ouden Charter een kogel door 't hoofd
joeg, had hij hem toegeroepen: „Daar heb je
'tjij duivel!"
Ons, criminalisten, zijn veel gevallen bekend,
dat misdadigers zich óp eenzelfde wijze verra
den hebben als Aakerholm. M'n waarde dokter,
reeds het eerste uur wist ik, waarin het geheim
van de drie kamers bestond: de oude Aaker
holm sprak in den slaap."
De dokter stond op en staarde zijn vriend
met groote oogen aan.
„Wat ben ik een idioot geweest!" riep hij uit
en liet zich verslagen in zijn fauteuil vallen.
De detective lachte hartelijk.
„Maar all right, nu zijn alle raadsels opgelost
en ik heb hier een paar spannende, interessante
dagen beleefd, al is 't 'n droeve geschiedenis,"
meende de dokter.
„Het is de geschiedenis van een toch wel nobe-
len ouden man," zei Krag, „die een in jeugdigen
overmoed en roekeloosheid begane fout niet in
vrede heeft mogen goedmaken en uitboeten, doch
door de hand der wraak getroffen werd, plots en
onverwachts, zooals de wraak steeds pleegt te
komen."
„Maar het is ook de geschiedenis van een
scherpzinnig en vindingrijk detective," riep de
dokter in vervoering uit, „den knapsten politie
man uit heel Noorwegen!"
„Och neen," weerde Krag af, zoo ernstig als
de dokter hem nog nooit gezien had, „het is
slechts de geschiedenis van een eenvoudig
mensch, die zelfs niet eens het leven van een
medemensch wist te redden."
Twee dagen later waren Jim en Bengt uit
het arrestantenlokaal van het hoofdbureau van
politie, waarin de dikke commissaris resideerde,
ontvlucht.
Eer er twee jaren verloopen waren, was Jim
by een meer dan afgrijselijken treinoverval in
Amerika betrokken. Hy werd gegrepen en vond
zijn einde in den electrischen stoel.
Van Bengt heeft Krag nimmer meer iets ge
hoord of gezien.
Doch hij kon het voorgevoel niet van zich
afzetten, dat hy hem nog eenmaal in z'n leven
zou ontmoeten, wellicht ergens op een duistere
trap of op een eenzamen weg.
EINDE.