Thans remplaceeren
FOTO'S ex HERINNERINGEN
Een platgesleten „milliard" en een
krielhaantje
Cjs
Macaroni en spaghetti
De jonge vrouw tegen
over haar gezin
Staatsvijand no. 1 van
den hof
ZONDAG 20 JUNI 1937
«n
atf
V
msmm
MODE IN TROUWRINGEN
Een specialiteit van Birmingham
Een Hollandsch gerecht
De Corsicanen eten het met
Hollandsche kaas
ONS PRIJSRAADSEL
Uit alles bleek, dat de smaken nu
eenmaal verschillen
en „niet
„Wel aardig
zoo gemakkelijk'
Oplossing vorig raadsel
Prijswinnaars
Het nieuwe raadsel
Uitbundig
Onbillijk
Eenzijdig
Onhandig
Gevoelvol
Bevredigd
Behoorlijk
Vermagerd
Vernageld
Bezadigd
Trouwhartig
Verzekerd
Onbreekbaar
Beschouwend
Uit.
On
Een
On
Ge.
Be
Be
dig
lijk
dig
dig
vol
digd
lijk
Ver gerd
Ver geld
Be digd
Trouwtig
Ver kerd
On baar
Be wend
Nieuw recept voor spiegeleieren
EICEN HAARD IS GOUD WAARD
BRABANTSCHE BRIEVEN
0 otn, mee den
e»
veH
ne?
Een poosje geleden kwam moeder klaar
met een werkje waar ze een paar maan
den over gedaan had: ze had van ieder
van ons een apart foto-album aangelegd. Ze
had ontbrekende foto's van haar respectievelij
ke broers en zusters opgeëischt, had ons aan 't
a'erk gezet om foto's te zoeken, waarvan ze
het bestaan wist, maar die ze niet bezat
kortom, ze had een paar maanden hard ge
kerkt aan iets waarmee we haar een beetje ge
plaagd hadden en wat we een beetje sentimen
teel hadden gevonden. En toch toen het
klaar was toen we samen met haar ieder
a'bum aandachtig doorbladerden, toen begrepen
waarom ze zoo hard hier aan gewerkt had.
Daar lag heel ons leven voor ons in al
®hze perioden, met al onze vreugdevolle mo
tenten. We zagen ons van baby tot groot
"lensch opgroeien. We zagen moeder van een
'tralend-gelukkige jonge moeder, ouder worden
tot de lieve, grijze en berustende vrouw van te
genwoordig. Vader, van krachtigen, jongen ke-
rel, tot den gerimpelden, oolijken, zooals we
dien nu goed kennen.
En moeder vertelde vertelde al wat ze
Sich, geleid door de foto's wist te herinneren
van toen we klein waren en lastig, uit den tijd
toen we grooter waren en óók lastig, maar
°P een andere manier. We beleefden weer va-
cantie-tochten, familiefeestjes en familie-ge-
heurtenissen. We beleefden weer al die prettige
tbomenten uit het verleden.
Wy genoten en moeder met ons. Moeder die
®oo langzamerhand een heel groot stuk van
haar leven al achter zich heeft met zoovele
herinneringen, te veel om vast te houden en te
kostbaar om te verliezen zij genoot mis
schien wel het meeste van ons allemaal, dat ze
al die kostelijke momenten eens had vastge-
leêd en nu allen bij elkaar had, zoodat ze niet
hang hoefde te zijn, dat er een uit haar ge
heugen zou ontsnappen.
De tijd gaat snel het is een oude waar
heid en een bekende waarheid. En toch reali-
Seeren we ons dergelijke gedachten dikwijls pas
°P momenten waarin we het prettiger hadden
kevonden, wanneer we ze eerder hadden be
dacht. Wanneer we naar het hoofd van de
^hool stappen om onzen eerstgeborene alsleer-
ling aan te geven voelen we pas goed dat
Sijn baby-tijd achter den rug is en het lijkt
°bs alsof we met iets van weemoed in ons
hart van deze periode afscheid nemen. Wan-
hcer hij opgegroeid is en naar een vakschool
of H. B. S. gaat, dan worden we ons weer heel
goed bewust, dat de kleine kindertijd voorbij
*s. Het zijn nu al groote kinderen, kleine men-
Schen zoo langzamerhand, met wier meeningen
gedachten we al wel eens te kampen zullen
hfijgen. En zoo gaat het door op alle offici
ate data die een mijlpaal in het leven van de
kinderen zijn, worden we ons pas goed be
bost, dat de tijd zoo snel gaat, dat de kinderen
ouder worden en ons slechts de herinneringen
San hun jonge jaren overblijven.
Herinneringen zijn bedrieglijke dingen. Wan-
hcer we ons amuseeren met de guitenstreken,
Staat het niet kranig dit jasje van
donkerblauwe wollen jersey, geborduurd
®tef roode en gele ankers? Bijzonder
Beschikt voor zeil- of andere boot
tochten; past bij elke blouse en boven
dien kunnen wij er ons strandpakje
mee completeeren
de lieve maniertjes en grappige gezegden van
onze kleintjes dan amuseeren we ons werkelijk
zoo kostelijk, dat het ons lijkt deze leuke din
gen nooit te kunnen vergeten, en dat ze voor
goed in ons geheugen geprent zijn. Maar er
komen nog zoo vele indrukken in den loop van
de jaren en na de eerste komen nog meerdere
zusjes en broertjes, die allen met hun eigen
kleine en groote bijzonderheden een plaatsje
in ons geheugen komen vragen. En dan is het
niet te verwonderen, dat we ons wel eens af
vragen: „Hoe was het ook weer precies?" En
met de jaren komen ook onze eigen belevenis
sen er komt zoo overstelpend veel en de tijd
lijkt steeds vlugger te gaan omdat wü de
herinneringen niet meer bij kunnen houden.
En als we op dit punt zijn gekomen, dan is
er een verlangen om ordening te brengen in
dat verleden dat al zoovele jaren van ons ver
leden bevat.
Dan pas beseffen we de waarde van de foto's,
die we hebben volkomen en zijn het moderne
en eenvoudige toestelletje dankbaar, dat ons in
staat stelde zooveel herinneringen vast te kun
nen leggen. Want iederen keer weer, wanneer
we het foto-album doorbladeren, beleven we op
nieuw dat verleden, dat we zoo ver weg waan
den en dat hierdoor zoo levend en dichtbij is
geworden.
LONDEN, 18 Juni 1937.
Birmingham is niet alleen de grootste aller
nijverheidssteden; 't is ook de nijverheids-
stad waar de kleinste artikelen het tal
rijkst en in de meeste verscheidenheid gefabri
ceerd worden.
Het fabriceerend genie van Birmingham is
steeds bij uitstek praktisch geweest; sinds tal
van generaties is het beroemd om z'n naalden
en spelden heel kleine voorwerpen die in heel
groote fabrieken bij milliarden vervaardigd wor
den. Maar als bakermat van weelde-artikelen,
en van datgene wat zich meer door uiterlijke
aantrekkelijkheid dan door practisch nut onder
scheidt, heeft Birmingham nooit een grooten
naam gehad.
Toch heeft ook zijn sieradennijverheid een
zeer aanzienlijken omvang, en de helft van de
bruiden over heel de wereld gaan het huwelijk
in met trouwringen, die te Birmingham ver
vaardigd zijn. Deze stad heeft zich eerst in de
vorige eeuw tot een groot nijverheidscentrum
ontwikkeld, maar toch bestonden vele van de
firma's die trouwringen vervaardigen, reeds in
de achttiende eeuw, toen Birmingham overigens
nog een betrekkelijk onbelangrijke stad van wei
nige tienduizenden inwoners was.
De voorname rol welke Birmingham op dit
gebied speelt, is des te merkwaardiger omdat
de binnenlandsche vraag naar trouwringen in
Engeland in verhouding veel geringer is dan in
de meeste andere landen. Hier immers draagt,
over het algemeen, alleen de vrouw een trouw
ring; het is geen gewoonte dat ook de bruid
den bruidegom een ring geeft.
Parijs en Weenen mogen op bijna elk gebied
van vrouwelijke mode den toon aangeven, en
Londen moge, wat de mannelijke mode aangaat,
de internationale wetgever zijn Birmingham
stelt dan toch de mode in trouwringen vast.
't Is waar, dat hiertoe geen geraffineerde
kunstsmaak vereischt wordt, want 'n trouwring
is rond en glad en noch op 't ronde, noch op
T gladde, zijn veel variaties mogelijk. Maar toch
kondigt de Kleinoodiën-industrie 'n verandering
aan in de trouwringen-mode.
Zij deelt mede
„Honderd jaren geleden waren de trouwrin
gen even smal als zij heden gedragen worden.
Langzamerhand werden zij breeder, tot tegen
't eind der vorige eeuw geen trouwring voor
vol aangezien werd, indien hij niet breed en
zwaar was. Daarna ging 't weer de andere rich
ting uit, en in 't bijzonder sinds den oorlog zijn
de trouwringen voortdurend smaller en lichter
geworden.
Thans slaat de mode opnieuw om: de abnor
maal smalle ringen der laatste jaren gaan niet
meer zoo goed, en men verlangt weder ringen
met wat meer substantie."
Wij vermoeden, dat Birmingham niet zoozeer
de mode schept als wel de mode volgt, en deze
zal wel afhangen van de „tijdsomstandigheden".
Honderd jaren geleden werden Europa en Ame
rika geteisterd door 'n economische crisis, even
ernstig als wij hebben doorworsteld; bijgevolg
waren de trouwringen toen even dun als zij de
laatste jaren geweest zijn. De economische cri
sis, die omstreeks 1837 haar hoogtepunt be
reikte, werd gevolgd door 'n zeer lange periode
van toenemenden bloei 'n periode, die wel
door nieuwe crises nu en dan onderbroken werd,
maar die over 't geheel toch zoo weelderig was
als 't menschdom er zelden een heeft doorge
maakt. De trouwringen werden dus breeder en
breeder, tot zij in 't begin dezer eeuw zóó sma
keloos breed waren, dat zij nog slechts smaller
Nu het volop zomer is, waardoor de huis
vrouw voor weinig geld de beschikking
kan krijgen over versche tomaten, geven wij
ditmaal een recept om van deze gezonde vruch
ten een in alle opzichten verkieselijk gerecht
'te maken. Wij kiezen daarvoor een vulling met
kaas en eieren, waardoor het geheel aan smaak
en voedingswaarde wint, terwijl de gemakkelij
ke bereiding er toe bijdraagt, van deze com
binatie een ideaal gerecht te maken, dat zoo
wel bij het twaalfuurtje als ter completeering
van den warmen maaltijd uitstekend dienst kan
doen.
Hier volgt het recept:
Gevulde tomaten (Voor 4 personen).
2 tomaten
80 a 100 gram belegen kaas
2 hard gekookte eieren
10 gram boter (i/2 afgestreken lepel)
aroma, wat peper en zout, takje peterselie of
selderij, 1 uitje.
Wasch de tomaten; snijd ze door midden en
hol ze met een theelepeltje uit. Bestrooi den
binnenkant met wat peper en zout. Wrijf de
hardgekookte eieren met een vork fijn. Rasp de
kaas. Hak het uitje en de selderij of peterselie
fijn. Vermeng alles en voeg peper, zout en aro
ma naar smaak toe. Vul de tomaten met dit
mengsel zoo, dat er een kop op komt. Garneer
den bovenkant met een klein stukje tomaat en
enkele puntjes peterselie of selderij.
konden worden. Dit proces van smaller worden
evenwel begon zich eerst na den oorlog toen
de tijden opnieuw moeilijk waren sneller te
voltrekken, en gedurende de laatste crisisjaren
werd 't tempo zoo snel, en dus de trouwring zóó
smal, dat de eenige verandering nog slechts
hierin kon bestaan, dat hij breeder werd. De
„tijdsomstandigheden" werden wat beter; bij
gevolg is 'n vraag naar breedere trouwringen
ontstaan. Mogen ze voortdurend breeder wor
den. Dan zal men over 'n twintigtal jaren me
nige „gouden" bruid en bruidegom voor pas
getrouwd aanzien!
Met deze pagina vestigen wij den blik
op het zonnige Zuiden.
De Italiaan dus ook de Corsicaan
gebruikt dagelijks als hoofdgerecht zijn
„pasta", in 't Fransch door-„pate" vertaald
een term, die niets te maken heeft met
wat wij Hollanders een „pastei" zouden
noemen, maar die eenvoudig deeg beteekent
en die dan ook in het Duitsch gedekt wordt
door het woord „Teigware". Bedoeld wor
den hieronder de in hoofdzaak uit meel en
uit water (soms ook onder toevoeging van
eieren), gefabriceerde macaroni, vermicelli,
spaghetti, Nudeln, enz., die in den Ilaliaan-
schen maaltijd onze aardappelen vervangen
en die dus gegeten worden bij vleesch en
bij groente.
Wie dergelijke gerechten in Italië zelf
heeft geproefd, die heeft natuurlijk het ver
schil opgemerkt tusschen de smakelijke com
binaties daar en de dikwijls onaangenaam
papperige substantie, die hier onder den
zelfden naam wordt voorgediend.
't Geheim?
Dat is in een paar woorden verteld.
De Italiaan brengt voor 't bereiden van zijn
macaroni- of spaghetti-gerecht een ruime hoe
veelheid water met zout aan de kook en laat
daarin geleidelijk de pijpjes wegglijden, zonder
het water van de kook te brengen. Alnaarmate
de dikte, kookt dan de macaroni op een zacht
vuur door, tot ze maar juist even soepel is ge
worden en dus om den lepel heenbuigt; dan
wordt ze overgebracht op een vergiet en af
gespoeld (liefst met warm water), om de kans
op samenkleven weg te nemen
Met wat jus of wat tomatenpuré en wat boter
wordt de macaroni nog even gewarmd, waarna
ze flink heet op de schaal wordt gedaan en be
strooid wordt met geraspte kaas. Als extra bjj-
„Niet zoo gemakkelijk beter geschikt
voor de winter-editie." Aldus een toespe
ling op het door ons aangekondigde sorteer-
plan, welke toespeling ook uit een anderen
hoek van ons vaderland kwam In de be
woordingen: „Schoon U een gemakkelijke
opgave dacht te geven, geloof ik, dat deze
toch tot de zwaardere behoort; niettemin
een fijne puzzle
We dienen hier dus even op te merken, dat
de opgave al in zee was, toen het sorteeren
aanving. Want dat ze wat zwaar was, is wel
duidelijk gebleken uit vele inzendingen met
wat eigenaardige variaties, en.uit, het weg
blijven der oplossingen van meerdere trouwe
puzzelaars. Uit de twee zeer tegengestelde ver
klaringen: „Wel aardig zoo'n opgaaf, maar ik
heb toch liever een „cross" in den gewonen
trant", en: „Een mooie puzzle: zoo'n kruis
woord-opgave vind ik veel interessanter dan die
gewone „cross-words" blijkt wel zeer, dat
„de smaken verschillen!"
De invullingen kunnen als volgt geschieden:
Horizontaal:
rij 1: eeuw Aruba belt (beet)
rij 2: Driel ora beter
rij 3: ader meent gene
rij 4: markies kanarie
rij 5staal
rij 6: rust kaft
rij 7: nooit lei (rei, tel) adieu
rij 8: erg etaleur adi
rij 9: Regge kap (sap, kas) doren
rij 10: eega Lena
rij 11: larie
rij 12: meteoor nederig
rij 13: olie emmer maar
rij 14: sterk (stère) oer (eer) bagno
rij 15: tand veete (veste) keet
Vertikaal:
rij 1: Edam snert moet
rij 2: erdal ore delta
rij 3: uier rogge tien
rij 4: werklui geleerd
rii 5: steeg
rij 6: mest aio*5
ry 7: roest lak (ras, tak) armoe (ar
mee)
rij 8: ure adelaar mee (mes)
rij 9: Banka iep (les) —inert
rij 10: talk —leer
rij 11: aarde
rij 12: begaafd ongemak
rij 13: eter tiara rage
rij 14: lenig (eenig) Ede liane
rij 15: tree ruïne grot
Met en benevens eenige andere variaties-
De zes uitgeloofde prijzen vielen bij loting
ten deel aan: Th. Dickman, Elandsstraat 121,
Amsterdam C.; mej. R. Kemperink, Lievelder-
straat A 54, Groenlo; W. Keysper, Eikelen
bergstraat 46, Alkmaar; J. J. Rijnja, da Costa-
laan 11, Bussum; mej. W. Sanders, Rijksweg
Zuid 1, Eist (Gld.) en mej. A. M. Vissers, Tet
terodestraat 108, Haarlem.
We presenteeren onzen puzzelaars een 14-tal
drielettergrepige bijvoeglijke naamwoorden (zie
linkerkolom der figuur), waarvan ze 14 andere
bijvoegl. naamwoorden moeten maken, door de
middelste lettergreep te remplaceeren.
Het aantal letters, waaruit de vervangende
lettergreep bestaat, wordt op eiken regel (zie
kolom rechts) door de puntjes aangegeven.
Bij juiste vervanging van het gansche 14-tal
zullen de beginletters der ingevulde lettergre
pen van boven naar beneden een ander woord
voor „echtgenoote" opleveren.
Onder de inzenders van een goede oplossing
worden weer zes fraaie prijzen verloot.
Oplossingen worden tot Donderdagmiddag 12
uur ingewacht bij den heer G. M. A. Jansen,
Ruysdaelstraat 60 Utrecht.
KOC9R*
Waarom zouden wij 's zomers afstand
doen van onze gezellige en prettig
zittende wollen pakjes die ons tevens
het gevoel geven goed gekleed te zijn?
Maar dan nemen wij lichte tinten en
licht materiaal zooals bovenstaand
witte deux piece
zonderheid mag wel worden vermeld, dat men
daarvoor bij voorkeur Hollandsche kaas ge
bruikt. Dat deze wereldberoemd is, hebben wij
al méér hooren verkondigen. Maar als ons ter
staving van die waarheid zeer bepaalde plaat
sen op den aardbodem worden genoemd en ons
bovendien de gerechten beschreven worden,
waarin de Hollandsche kaas dó,ar haar reputatie
handhaaft, dan grift zich de overtuiging nog
dieper bij ons in.
Thans nog een enkele practische aanwij
zing.
In Italië worden de pijpjes macaroni niet
vóór het koken gebroken: ze blijven heel
en komen dus ten slotte als lange „slierten"
op het bord. De Italiaan bezit voor het han-
teeren van die voor ons vrij onhandelbare
massa een bepaalden slag: hij zet zijn vork
rechtop in z'n bord macaroni en draait haar
dan rond, tot er zich een hoeveelheid pijp
jes om verzameld heeft.
Mocht deze handigheid voor den Hollan
der wat vreemd zijn geen bezwaar! We
breken de pijpjes vóór het koken even door;
maar we wasschen ze nooit, want daardoor
zouden ze samenkleven: we gebruiken dus
bij voorkeur de verpakte soorten en laten die
zóó boven de pan in het kokende water
vallen.
Wie het gerecht niet bij vleesch en groente
wil presenteeren, kan het ook uitstekend als
voorgerecht geven. Maar altijd: heet uit de pan,
zoodat de overgestrooide kaas er nog in kan
smelten.
Voor de Hollandsche huisvrouw dat mag
ik er nog wel even bij zeggen vormt deze ver
vanging voor aardappelen een prachtige hulp in
den tijd, dat de nieuwe aardappelen nog op zich
laten wachten en de oude eigenlijk hun bruik
baarheid verloren hebben. Bovendien spaart
een macaroni- of een spaghettigerecht heel wat
tijd uit, die anders zou zijn gebruikt voor het
schillen van aardappelen.
Een andere Italiaansche mogelijkheid, die in
onzen maaltijden dezelfde voordeelen biedt, be
spreken we in een volgend artikel.
Mei 1937
MARTINE WITTOP KONING
Als variatie in den maaltijd kiezen wij dit
maal een pikant eiergerecht, dat ook bij
de koffietafel wel zeer gewaardeerd zal
wórden.
Hier volgen de naam en het recept:
Spiegeleieren met kaas (Oeufs a l'impéra-
trice). Voor 4 personen:
4 eieren
20 gram boter (1 afgestreken lepel)
75 gram geraspte oude kaas (Goudsche of
Edammer)
1 uitje
wat peper en zout; desgewenscht wat kerry.
Hak het goed schoongemaakte uitje zeer fijn.
Doe het haksel met de boter, wat peper,
zout en desgewenscht wat kerry (niet meer dan
een mespuntje) in een vuurvasten schotel; zet
dezen een tijdje (plm. 10 min.) in een matig
warmen oven, om den ui te smoren. Zorg, dat
de ui niet bruin wordt. Strooi daarna de helft
van de geraspte kaas er over. Laat hierop voor
zichtig de eieren naast elkaar vallen, de dooiers
heel houdend. Strooi de rest van de kaas over
de eieren en zet den schotel weer in den matig
warmen oven tot het wit der eieren gestold
is (pl.m. 10 min.).
Over het algemeen wordt de taak van huis
vrouw zeer licht geteld door het ver
loofde meisje, dat op het punt staat te
trouwen. In de meeste gevallen geeft zij zich te
weinig rekenschap van de plichten, die haar
zullen wachten. Zij beschouwt „liefde" als den
eenigen factor om een huwelijk gelukkig te doen
zijn. Dit is een groote dwaling. Liefde vermag
veel, maar is alléén niet in staat een volmaakt
huwelijksleven te waarborgen; tallooze huwe
lijken, hoewel uit liefde gesloten, zouden daar
van een bewijs kunnen leveren. In haar ver
beelding ziet het jonge meisje zich reeds als
Mevrouw en gevoelt zich een persoontje van
gewicht. Haar leven zal immers een belangrijke
nieuwe phase ingaan! Zij verdiept er zich bij
voorkeur in hoe zij als gastvrouw vrienden en
kennissen zal ontvangen, hoe haar personeel
met eerbied naar haar bevelen zal luisteren,
de leveranciers buigend en nederig om haar
klandizie zullen vragen.
Het is niet mijn bedoeling ook maar eenigs-
zins de illusies voor het huwelijk aan iemand
te ontnemen, integendeel, ik wil alleen trachten
zoo mogelijk door enkele raadgevingen het a.s.
huisvrouwtje béter te wapenen tegen voorko
mende teleurstellingen en de kwestie behande
len, waarom zoo vele huwelijken minder ge
lukkig uitloopen, dan men aanvankelijk meende
te mogen verwachten. In mijn oog is in zeer
veel gevallen de vrouw des huizes daarvan de
hoofdschuldige.
De geest van het gezin hangt grootendeels
van haar af; zij is immers de spil waarom alles
draait.
Het jonge vrouwtje moet niet verwachten
voortaan uitsluitend met volmaakte menschen
te zullen omgaan. Zij zelf heeft haar gebreken,
in haar man zal zy er opmerken, terwijl ook ge
dienstigen hun eigenaardige opvattingen en ge
woonten hebben, die dikwijls reden tot onaan
genaamheden en booze woorden geven.
Een huisvrouw moet vriendelijk tegen haar
ondergeschikten zijn en zich in hun omstandig
heden kunnen verplaatsen en trachten dezen
een aangename omgeving te verschaffen. Niet
iedere tekortkoming moet met driftige woorden
onder het oog worden gebracht.
De man heeft zich ook illusies van het huwe
lijk gemaakt, die men moet trachten te verwe
zenlijken. Hij heeft zich gedurende de verloving
zijn toekomstig huis gedroomd als een vriende
lijk nestje, waar liefde en hartelijkheid zullen
wonen. Hij stelt zich voor, hoe hij na zijn werk
een opgewekte en vriendelijke vrouw thuis zal
vinden, die hem alle kleine oplettendheden be
wijst, getuigend van vrouwelijke genegenheid,
waaraan hij zoozeer behoefte heeft en waarnaar
hij verlangt.
Hoe jammer dan, wanneer hij thuis een geagi
teerde, onaangename sfeer vindt, terwijl het
vrouwtje geheel vervuld is van haar eigen, grie
ven en onaangenaamheden. En kan men het
hem dan kwalijk nemen als hij zoo spoedig mo
gelijk deze ongezelligheid verlaat en zich met
vrienden naar café of sociëteit begeeft? Als het
vrouwtje wat tactvoller was opgetreden, wat
minder had toegegeven aan haar eigen verdrie
telijkheden, zou zeker de verstandhouding er
niet minder van geworden zijn. Door gezellig
heid en huiselijkheid moet zij haar echtgenoot
aan huis binden, zoodat hij het liefst thuis
blijft, maar zij mag hem er ook niet van af
houden oude vrienden te ontmoeten of thuis te
ontvangen. In onze woning moet ook plaats
voor de „vriendschap" zijn, zoodat de goede
kennissen zich geheel bij ons thuis voelen.
Het wordt onder jonge vrouwen steeds meer
gewoonte om op alle mogelijke tijden van dén
dag uit te zijn. Laat het a.s. huisvrouwtje zich
vast voornemen zoo weinig mogelijk van huis
te zijn op de tijden, dat haar man thuis komt.
Men kan immers geen huiselijkheid van den
man verwachten als alle gezelligheid ten eenen-
male ontbreekt.
De getrouwde vrouw moet inzien, dat haar
plichten tegenover haar gezin de hoogste voor
haar zijn, eerst als deze vervuld zijn mag zij
zich ook aan andere dingen wijden. Haar wer
ken, denken en leven behooren aan haar gezin,
eerzucht en ijdelheid moeten plaats maken voor
liefde en moederlijke teederheid. Eerst dan kan
zij tot zegen zijn voor haar gezin.
Laten wij liever trachten troost en steun te
geven aan hen, die met hun moeilijkheden tot
ons komen. Het is toch veel beter voor enkele
menschen veel te zijn dan voor vele menschen
weinig. wy moeten de overtuiging hebben, dat
ons eigen kringetje de eerste rechten op ons
heeft. Dan pas zal het geluk van de onzen ver
zekerd zijn en man en kinderen zullen onder
vinden, dat „eigen haard goud waard is".
In naam van het belang van onze volks
gemeenschap vraag ik U voort te
gaan met ln uw kringen gelegenheid
te bieden tot beginselvaste, godvreezende
scholing en vorming.
Jhr. Ruys de Beerenbrouck bij het
gouden feest der Vrije Universiteit 1930.
^Vehhout, 17 Juni '37.
Amico,
ik 's middags
gJ^angst van m'nen
le ^tenwagel en ik
Siiii de ryksdaalders,
Vffös, kwartjes, dubbeltjes en centen op
Prontekes in 't gelid en 'k heb m'n klan-
v °ekske bygewerkt, dan mag ik altij geren,
»cv.ydór Trui m'n financieele regimenten weg-
Ï6ïeèrt in de laai, ik zeg, dan mag ik alty
S(.k6n zoo 'ns 'n nuuw, splinternuuw en onbe-
'iisat%d muntstukske er uit pikken en 't eerst
W Van veuren, van achteren en op den rand
va.U en- Ge vindt 't misschien kinderachtig
öie, maar zoo'n nuuw, blank dubbeltje b.v.,
*Chn.ik geren zien! *k Zie nou eenmaal geren
lot 0ïle dingen, van 'n goudkleurig keverke af,
6tl met 'n schoon wefke toe.
munten zyn volmaakt-schoon gesnejen.
1 k eenvoudige cüfer, tot den beeldenèèr
bot, ,alles even edel van vorm, kunstig van
bellen
En ik vind 't zoo schoon, da Tc als ik iets
betaal mee 'n nuuw dubbeltje, 't gevoel heb,
duurder te koopen, dan da 'k betaal mee 'n
ouw, platgesleten dubbeltje, waarvan allen sier
is weggesleten als de kuif van 'nen kalen kop.
't Is sjuust zoo gesteld mee 't woord.
Op z'n eigen was elk woordeke 'n nuuw dub
beltje; schoon van beeldenèèr, blank van klank!
Maar deur 't veul gebruik is ook dat „woord
dubbeltje" platgesleten en we zien of voelen
weinig meer, van 't scherpe snijwerk, van den
kunstigen beeldenèèr....! En de heksentoer,om
onder den kristallenen lichtval van schoone of
hooge gedachten, den edelen vorm en den blan
ken klank van dat woorddubbeltje alty weer
opnuuw te toonen aan de onverschillige „ge-
bruikers-van-deuzen-woordenmunt," dieën hek
sentoer is dan de taak van den schrijver. In de
weareld van de taal 'nen soortement van cir-
cusmensch, die optreedt als koorddanser, acro
baat, messenwerper en xylophoon-virtuoos, on
der den verzamelnaam van „literator".
Sommigen lappen 'm die toeren als „dommen
August". Die komen nie in deftige smoking of
sierlijk tricot in d'arena, maar in een of ander
bespottelijk costuum. Ze doen evenwel dezelfde
toeren, maar.... mee 'n lachend gezicht! En
daétrom hjkt huilie werk gemakkelijker....!
Maar, amico, da's schyn, horre!
Ik dwaal van m'n champiter! 'k Wou gezeed
hebben g'ad: 't woord wordt krachtloos en vlak
onder 't veule gebruik.
By voorbeeld: „milliard."
Dagelijks lezen we 't in de kranten. Speciaal
onder de rubrieken, die vallen onder „Staats
manskunst".
'n Goeikoope kunst, tusschen 2 hokskes en
streepkes. Want eiken Staat heeft zóóveul ouwe
en nuuwe oorlogsschuld, dat er eeuwen en
eeuwen noodig zijn, om die schulden te delgen.
En aangezien onze Schuldmakers-Staatsman-
kunstenèèrs teugen dieën tyd al lang huiüe
standbeeld hebben, leenen zij 'r steeds, mee 'n
gerust hart, by! En leenen is nou zoo'n bezon-
dere kunst nie. Wordt van 'nen anderen
mensch, dan ministers, heelegaar nie bewon
derd! Daar zyn zelfs veul leepers veur fles-
schentrekkery in de ba jus terechtgekomen....!
Maar veur ik wéér afdwaal: 't woord „mil
liard" dan, mee deus woordeke wordt gegooid
en gesmeten. En eigeniyk, eigenlijk weet nie
mand, hoe eindeloos-veul 't beduidt!
De weareld wordt bestuurd mee milliarden.
Milliarden schulden, milliarden bezuinigen, mil
liarden nuuwe tekorten, mee milliarden aan
nuuw oorlogstuig.
We lezen 't eiken dag èn.... 't woord „mil-
liard" zegt ons niks meer!
En toch, toch is 'n milliard nog alty nog duu-
zend millioen.
Maar ook dat zegt ons niks. Want 'n mil
lioenOchèrme! Wat is 'n millioen, als ge
al zoo aan milliarden zyt verslaafd? En toch...
toch is b.v. éen-en-'n kwart milliard alty nog
net zoo'n getal als b.v. 1% milliard minuten ge-
lejen, toen....
Christus nog op de weareld was
Zie! Nou schrikt ge toch efkens van 't woor
deke „milliard".
Want wat ia 'a minuteke?.
Niks!!
Doch 1 y, milliard van die „nikskes" is dan
toch nog altij20 eeuwen!
Wa 'k daar allemaal mee zeggen wil? Dat we
van 'n milliard, mee al onze geleerdheid, even
weinig begrip hebben, als 'n klein kindeke, dat
nog nie tellen kan en veur wien „tien" zijn
„millioen" is. Zooals den kleinen Dré destyds.
„Kijk 's, Opa, ik heb wel tien knikkers!" Toen
had ie 'nen zak vol, mee tweehonderd van die
dingen!
En dat we de dingen van deuzen verschrik-
keiyken tyd motten terugbrengen tot de klein
ste eenheid, om er iets van te begrypen.
B.v.:
ik had onder m'nen kiepenstouw 'ns 'n kriel
haantje. Pracht van dierke, glanzend in alle
tonen van gouwen peerlmoeren, die ge maar
verzinnen kunt. Z'nen kam stond als 'n vlam-
meke op 't gittige kopke. Z'nen steert daar
was gin kleur, gin fluweel, gin goud, ginnen tint
in vergeten, 't Was 'n parmantig, sieriyk, maar
ook vechtlustig wezentje, dat gin kiep mee rust
liet! Nie veul grooter dan 'n duif, nam ie 't óp
teugen de katten, teugen de groote hanen, ja
teugen menschen als ie z'n bui had.
't Was 'n klein stukske vergif, om oe te be-
dooien! Geren zat ie boven op 't hok van Blek.
Alleenomdat ie Blek daarmee treiteren
kost! Blekdie 'm mee éenen slag van z'n
struische, breeje pooten tot puin had kunnen
wry ven. Die 'm mee éénen hap deurmidden had
kunnen by ten! Hü zette heel den boel op stel
ten, dat kleine kreng en op 'nen goeien keer,
als de kiepenveeren weer rondstoven over den
erf, dan zat Trui 't ineens „tot hier" en ze sprak
de.... doodstraf over 'm uit. Mee deuze woor
den: „Dré, draai dieën kleinen dondersteen z'nen
nek 'ns om!"
Eerlijk gezeed: my zat ie ook „tot hier". Dus
dus ik ging 'm achterna en eiken keer als ie
me ontglipte, wierd mijnen „moordlust" feller!
Hy pikte vernolle in m'n knuisten en stoof
dan tusschen m'n klompen deur, dat Trui stond
.te schateren. Efkens docht ik er over, om 'm
mee 'nen klomp de harsens in te gooien, maar
neeë, heelegaar eerlijk was dat nie! Neeë, zóó
heelhuids zou 'k 'm hebben, en dan
krrkrrrtsch! zou 'k hum'k Wierd
dol! Ineens wist ik (docht me) hoe 'nen mensch
tot „moord" kan komen! 'k Begost te sluipen,
veurzichtig, berekenend en ja! 'k kreeg 'm
in 'n hoekske. 'Nen greep mee twee paar ge
kromde vingershahI noüw
'k Voelde da 'k bleek zag. Alles was zwart
veur m'n oogen. Zwart, waarin 'n ronde licht
plek. En in die lichtplek zag ik m'n krommende
handen om Staatsvijand No. 1 van den hof.
Nog stond ik gebukt, mee deuzen kleinen, sier-
ïyken schobberd in m'n klavieren, als m'nen
heeten drift zakte, 't Zwartsel ging veur m'n
oogen vandaan, die helle lichtvlak loste op, in
den dag en 'k zag den kleinen kriel beven van
angst. De felle, straffe git-oogskes sperden en
puilden uit 't steuvige veugelenkopke en keken
wyd weg, wüd weg, zóó wyd.... als ie geren
eigens nou zou zijn van dieën grooten boer van
daan, die dalijk....!
Onder *z'nen sieriyken steert liep „iets" weg
van angst, dat heelegaar nie sieriyk was! En
toen toen voelde-n-ik teugen m'n vingertop
pen den rappen tik van 't angstige hartje, on
der de werme veerkens!
En toen liet 'k 'm los.
Veur gin honderd gulden had ik op dieën
oogenblik dit schoone stukske leven, dit schep
seltje-Gods kunnen rinneweeren!
Nog stond 'k gebogen, mee m'n ellebogen op
m'n knieën leunend, in vyf seconden veranderd
van scherprechter totveroordeelde. Want
ik wachtte op den schater van Trui, die me na
tuurlijk uitlachen ging, da 'k me schamen zou!
Maar daar kwam niks. Verwonderd richtte-
n-ik me langzaam op, sjuust of ik 't 'n bietje
in m'nen rug had (komedie-spelen is den
mensch aangeboren) en eindeiyk keek ik ver
wonderd naar m'n „stille" Trui.
Ja ze lachte tóch! Stillelces. Mee toege
knepen oogen en éenen kuil in éen wang.
„Docht ik wel," zee ze toen.
„Watte," vroeg ik nydig.
„Dat ge dat krieleke nie kostvermoor
den."
o
„Kom efkens binnen, Dré!"
Zwijgende ging 'k naar binnen.
Trui ging naar de kelderkast. Ik sperde m'n
oogen. Keek naar de klok. Vier uur bekanst. Ik
droomde dus nie
Toen schonk Trui me 'nen borrel in.
,Hier," zee ze. „Die kleine donderond hee
nou 'n goeie les g'ad, we zullen afwachten hoe
ie z'n eigen houdt." Hah! Slachten komt in ons
bedryf veul voor. Maar dit was „moorden".
Trui begreep dat op 't eigenste moment, als
toen ik dat knikkergroote hartje voelde klop
pen teugen de toppen van m'n vingers.
Ge zult zeggen: den Dré z'nen brief is be
kanst ten einde en nou weet ik nóg nie, waar
ie mee z'n nuuwe dubbeltje, z'n platgesleten
„milliard" en z'n krielhaantje naar toe mot!
Amico: naar de executies" deur 'nen
Stalin en z'n medeplichtigen, Regenten van
Rusland
Als ik van die kalme, overwogen moordpar-
tyen lees, dan voel ik altij dat hartje kloppen
van m'nen kriel, teugen den punt van mijnen
rechtschen middelvinger
„Executie", 't Woord raakt afgesleten. We le
zen 't dageiyks! Net zoo dikwyis als t woord
„milliard".
"t Afgesleten woord „executie": 't is het plat
gesleten dubbeltje.
De wezeniykheid ervan: den rappen harte-
klop van 'n wermbloedig Goddelijk schepsel!
En als ik dan naga het doodgewone God-
deiyke herkenningsmiddel („reagens", zou ons
dokterke zeggen) dat by mij als heilzaam teu
gengif werkte, dan vraag ik me af: wat zyn 't
veurmenschen, dat Bolsjewiekentuig? dat
dageiyks kalm den gelajen revolver in den nek
van zynen evenmensch legt? En zoo 't gloeiend
lood in de hersens schiet!
Vol.
Veul groeten van Trui en als alty gin horke
minder van oewen t. a. v.
DRÉ.