Thans remplaceeren FOTO'S ex HERINNERINGEN Een platgesleten „milliard" en een krielhaantje Cjs Macaroni en spaghetti De jonge vrouw tegen over haar gezin Staatsvijand no. 1 van den hof ZONDAG 20 JUNI 1937 «n atf V msmm MODE IN TROUWRINGEN Een specialiteit van Birmingham Een Hollandsch gerecht De Corsicanen eten het met Hollandsche kaas ONS PRIJSRAADSEL Uit alles bleek, dat de smaken nu eenmaal verschillen en „niet „Wel aardig zoo gemakkelijk' Oplossing vorig raadsel Prijswinnaars Het nieuwe raadsel Uitbundig Onbillijk Eenzijdig Onhandig Gevoelvol Bevredigd Behoorlijk Vermagerd Vernageld Bezadigd Trouwhartig Verzekerd Onbreekbaar Beschouwend Uit. On Een On Ge. Be Be dig lijk dig dig vol digd lijk Ver gerd Ver geld Be digd Trouwtig Ver kerd On baar Be wend Nieuw recept voor spiegeleieren EICEN HAARD IS GOUD WAARD BRABANTSCHE BRIEVEN 0 otn, mee den e» veH ne? Een poosje geleden kwam moeder klaar met een werkje waar ze een paar maan den over gedaan had: ze had van ieder van ons een apart foto-album aangelegd. Ze had ontbrekende foto's van haar respectievelij ke broers en zusters opgeëischt, had ons aan 't a'erk gezet om foto's te zoeken, waarvan ze het bestaan wist, maar die ze niet bezat kortom, ze had een paar maanden hard ge kerkt aan iets waarmee we haar een beetje ge plaagd hadden en wat we een beetje sentimen teel hadden gevonden. En toch toen het klaar was toen we samen met haar ieder a'bum aandachtig doorbladerden, toen begrepen waarom ze zoo hard hier aan gewerkt had. Daar lag heel ons leven voor ons in al ®hze perioden, met al onze vreugdevolle mo tenten. We zagen ons van baby tot groot "lensch opgroeien. We zagen moeder van een 'tralend-gelukkige jonge moeder, ouder worden tot de lieve, grijze en berustende vrouw van te genwoordig. Vader, van krachtigen, jongen ke- rel, tot den gerimpelden, oolijken, zooals we dien nu goed kennen. En moeder vertelde vertelde al wat ze Sich, geleid door de foto's wist te herinneren van toen we klein waren en lastig, uit den tijd toen we grooter waren en óók lastig, maar °P een andere manier. We beleefden weer va- cantie-tochten, familiefeestjes en familie-ge- heurtenissen. We beleefden weer al die prettige tbomenten uit het verleden. Wy genoten en moeder met ons. Moeder die ®oo langzamerhand een heel groot stuk van haar leven al achter zich heeft met zoovele herinneringen, te veel om vast te houden en te kostbaar om te verliezen zij genoot mis schien wel het meeste van ons allemaal, dat ze al die kostelijke momenten eens had vastge- leêd en nu allen bij elkaar had, zoodat ze niet hang hoefde te zijn, dat er een uit haar ge heugen zou ontsnappen. De tijd gaat snel het is een oude waar heid en een bekende waarheid. En toch reali- Seeren we ons dergelijke gedachten dikwijls pas °P momenten waarin we het prettiger hadden kevonden, wanneer we ze eerder hadden be dacht. Wanneer we naar het hoofd van de ^hool stappen om onzen eerstgeborene alsleer- ling aan te geven voelen we pas goed dat Sijn baby-tijd achter den rug is en het lijkt °bs alsof we met iets van weemoed in ons hart van deze periode afscheid nemen. Wan- hcer hij opgegroeid is en naar een vakschool of H. B. S. gaat, dan worden we ons weer heel goed bewust, dat de kleine kindertijd voorbij *s. Het zijn nu al groote kinderen, kleine men- Schen zoo langzamerhand, met wier meeningen gedachten we al wel eens te kampen zullen hfijgen. En zoo gaat het door op alle offici ate data die een mijlpaal in het leven van de kinderen zijn, worden we ons pas goed be bost, dat de tijd zoo snel gaat, dat de kinderen ouder worden en ons slechts de herinneringen San hun jonge jaren overblijven. Herinneringen zijn bedrieglijke dingen. Wan- hcer we ons amuseeren met de guitenstreken, Staat het niet kranig dit jasje van donkerblauwe wollen jersey, geborduurd ®tef roode en gele ankers? Bijzonder Beschikt voor zeil- of andere boot tochten; past bij elke blouse en boven dien kunnen wij er ons strandpakje mee completeeren de lieve maniertjes en grappige gezegden van onze kleintjes dan amuseeren we ons werkelijk zoo kostelijk, dat het ons lijkt deze leuke din gen nooit te kunnen vergeten, en dat ze voor goed in ons geheugen geprent zijn. Maar er komen nog zoo vele indrukken in den loop van de jaren en na de eerste komen nog meerdere zusjes en broertjes, die allen met hun eigen kleine en groote bijzonderheden een plaatsje in ons geheugen komen vragen. En dan is het niet te verwonderen, dat we ons wel eens af vragen: „Hoe was het ook weer precies?" En met de jaren komen ook onze eigen belevenis sen er komt zoo overstelpend veel en de tijd lijkt steeds vlugger te gaan omdat wü de herinneringen niet meer bij kunnen houden. En als we op dit punt zijn gekomen, dan is er een verlangen om ordening te brengen in dat verleden dat al zoovele jaren van ons ver leden bevat. Dan pas beseffen we de waarde van de foto's, die we hebben volkomen en zijn het moderne en eenvoudige toestelletje dankbaar, dat ons in staat stelde zooveel herinneringen vast te kun nen leggen. Want iederen keer weer, wanneer we het foto-album doorbladeren, beleven we op nieuw dat verleden, dat we zoo ver weg waan den en dat hierdoor zoo levend en dichtbij is geworden. LONDEN, 18 Juni 1937. Birmingham is niet alleen de grootste aller nijverheidssteden; 't is ook de nijverheids- stad waar de kleinste artikelen het tal rijkst en in de meeste verscheidenheid gefabri ceerd worden. Het fabriceerend genie van Birmingham is steeds bij uitstek praktisch geweest; sinds tal van generaties is het beroemd om z'n naalden en spelden heel kleine voorwerpen die in heel groote fabrieken bij milliarden vervaardigd wor den. Maar als bakermat van weelde-artikelen, en van datgene wat zich meer door uiterlijke aantrekkelijkheid dan door practisch nut onder scheidt, heeft Birmingham nooit een grooten naam gehad. Toch heeft ook zijn sieradennijverheid een zeer aanzienlijken omvang, en de helft van de bruiden over heel de wereld gaan het huwelijk in met trouwringen, die te Birmingham ver vaardigd zijn. Deze stad heeft zich eerst in de vorige eeuw tot een groot nijverheidscentrum ontwikkeld, maar toch bestonden vele van de firma's die trouwringen vervaardigen, reeds in de achttiende eeuw, toen Birmingham overigens nog een betrekkelijk onbelangrijke stad van wei nige tienduizenden inwoners was. De voorname rol welke Birmingham op dit gebied speelt, is des te merkwaardiger omdat de binnenlandsche vraag naar trouwringen in Engeland in verhouding veel geringer is dan in de meeste andere landen. Hier immers draagt, over het algemeen, alleen de vrouw een trouw ring; het is geen gewoonte dat ook de bruid den bruidegom een ring geeft. Parijs en Weenen mogen op bijna elk gebied van vrouwelijke mode den toon aangeven, en Londen moge, wat de mannelijke mode aangaat, de internationale wetgever zijn Birmingham stelt dan toch de mode in trouwringen vast. 't Is waar, dat hiertoe geen geraffineerde kunstsmaak vereischt wordt, want 'n trouwring is rond en glad en noch op 't ronde, noch op T gladde, zijn veel variaties mogelijk. Maar toch kondigt de Kleinoodiën-industrie 'n verandering aan in de trouwringen-mode. Zij deelt mede „Honderd jaren geleden waren de trouwrin gen even smal als zij heden gedragen worden. Langzamerhand werden zij breeder, tot tegen 't eind der vorige eeuw geen trouwring voor vol aangezien werd, indien hij niet breed en zwaar was. Daarna ging 't weer de andere rich ting uit, en in 't bijzonder sinds den oorlog zijn de trouwringen voortdurend smaller en lichter geworden. Thans slaat de mode opnieuw om: de abnor maal smalle ringen der laatste jaren gaan niet meer zoo goed, en men verlangt weder ringen met wat meer substantie." Wij vermoeden, dat Birmingham niet zoozeer de mode schept als wel de mode volgt, en deze zal wel afhangen van de „tijdsomstandigheden". Honderd jaren geleden werden Europa en Ame rika geteisterd door 'n economische crisis, even ernstig als wij hebben doorworsteld; bijgevolg waren de trouwringen toen even dun als zij de laatste jaren geweest zijn. De economische cri sis, die omstreeks 1837 haar hoogtepunt be reikte, werd gevolgd door 'n zeer lange periode van toenemenden bloei 'n periode, die wel door nieuwe crises nu en dan onderbroken werd, maar die over 't geheel toch zoo weelderig was als 't menschdom er zelden een heeft doorge maakt. De trouwringen werden dus breeder en breeder, tot zij in 't begin dezer eeuw zóó sma keloos breed waren, dat zij nog slechts smaller Nu het volop zomer is, waardoor de huis vrouw voor weinig geld de beschikking kan krijgen over versche tomaten, geven wij ditmaal een recept om van deze gezonde vruch ten een in alle opzichten verkieselijk gerecht 'te maken. Wij kiezen daarvoor een vulling met kaas en eieren, waardoor het geheel aan smaak en voedingswaarde wint, terwijl de gemakkelij ke bereiding er toe bijdraagt, van deze com binatie een ideaal gerecht te maken, dat zoo wel bij het twaalfuurtje als ter completeering van den warmen maaltijd uitstekend dienst kan doen. Hier volgt het recept: Gevulde tomaten (Voor 4 personen). 2 tomaten 80 a 100 gram belegen kaas 2 hard gekookte eieren 10 gram boter (i/2 afgestreken lepel) aroma, wat peper en zout, takje peterselie of selderij, 1 uitje. Wasch de tomaten; snijd ze door midden en hol ze met een theelepeltje uit. Bestrooi den binnenkant met wat peper en zout. Wrijf de hardgekookte eieren met een vork fijn. Rasp de kaas. Hak het uitje en de selderij of peterselie fijn. Vermeng alles en voeg peper, zout en aro ma naar smaak toe. Vul de tomaten met dit mengsel zoo, dat er een kop op komt. Garneer den bovenkant met een klein stukje tomaat en enkele puntjes peterselie of selderij. konden worden. Dit proces van smaller worden evenwel begon zich eerst na den oorlog toen de tijden opnieuw moeilijk waren sneller te voltrekken, en gedurende de laatste crisisjaren werd 't tempo zoo snel, en dus de trouwring zóó smal, dat de eenige verandering nog slechts hierin kon bestaan, dat hij breeder werd. De „tijdsomstandigheden" werden wat beter; bij gevolg is 'n vraag naar breedere trouwringen ontstaan. Mogen ze voortdurend breeder wor den. Dan zal men over 'n twintigtal jaren me nige „gouden" bruid en bruidegom voor pas getrouwd aanzien! Met deze pagina vestigen wij den blik op het zonnige Zuiden. De Italiaan dus ook de Corsicaan gebruikt dagelijks als hoofdgerecht zijn „pasta", in 't Fransch door-„pate" vertaald een term, die niets te maken heeft met wat wij Hollanders een „pastei" zouden noemen, maar die eenvoudig deeg beteekent en die dan ook in het Duitsch gedekt wordt door het woord „Teigware". Bedoeld wor den hieronder de in hoofdzaak uit meel en uit water (soms ook onder toevoeging van eieren), gefabriceerde macaroni, vermicelli, spaghetti, Nudeln, enz., die in den Ilaliaan- schen maaltijd onze aardappelen vervangen en die dus gegeten worden bij vleesch en bij groente. Wie dergelijke gerechten in Italië zelf heeft geproefd, die heeft natuurlijk het ver schil opgemerkt tusschen de smakelijke com binaties daar en de dikwijls onaangenaam papperige substantie, die hier onder den zelfden naam wordt voorgediend. 't Geheim? Dat is in een paar woorden verteld. De Italiaan brengt voor 't bereiden van zijn macaroni- of spaghetti-gerecht een ruime hoe veelheid water met zout aan de kook en laat daarin geleidelijk de pijpjes wegglijden, zonder het water van de kook te brengen. Alnaarmate de dikte, kookt dan de macaroni op een zacht vuur door, tot ze maar juist even soepel is ge worden en dus om den lepel heenbuigt; dan wordt ze overgebracht op een vergiet en af gespoeld (liefst met warm water), om de kans op samenkleven weg te nemen Met wat jus of wat tomatenpuré en wat boter wordt de macaroni nog even gewarmd, waarna ze flink heet op de schaal wordt gedaan en be strooid wordt met geraspte kaas. Als extra bjj- „Niet zoo gemakkelijk beter geschikt voor de winter-editie." Aldus een toespe ling op het door ons aangekondigde sorteer- plan, welke toespeling ook uit een anderen hoek van ons vaderland kwam In de be woordingen: „Schoon U een gemakkelijke opgave dacht te geven, geloof ik, dat deze toch tot de zwaardere behoort; niettemin een fijne puzzle We dienen hier dus even op te merken, dat de opgave al in zee was, toen het sorteeren aanving. Want dat ze wat zwaar was, is wel duidelijk gebleken uit vele inzendingen met wat eigenaardige variaties, en.uit, het weg blijven der oplossingen van meerdere trouwe puzzelaars. Uit de twee zeer tegengestelde ver klaringen: „Wel aardig zoo'n opgaaf, maar ik heb toch liever een „cross" in den gewonen trant", en: „Een mooie puzzle: zoo'n kruis woord-opgave vind ik veel interessanter dan die gewone „cross-words" blijkt wel zeer, dat „de smaken verschillen!" De invullingen kunnen als volgt geschieden: Horizontaal: rij 1: eeuw Aruba belt (beet) rij 2: Driel ora beter rij 3: ader meent gene rij 4: markies kanarie rij 5staal rij 6: rust kaft rij 7: nooit lei (rei, tel) adieu rij 8: erg etaleur adi rij 9: Regge kap (sap, kas) doren rij 10: eega Lena rij 11: larie rij 12: meteoor nederig rij 13: olie emmer maar rij 14: sterk (stère) oer (eer) bagno rij 15: tand veete (veste) keet Vertikaal: rij 1: Edam snert moet rij 2: erdal ore delta rij 3: uier rogge tien rij 4: werklui geleerd rii 5: steeg rij 6: mest aio*5 ry 7: roest lak (ras, tak) armoe (ar mee) rij 8: ure adelaar mee (mes) rij 9: Banka iep (les) —inert rij 10: talk —leer rij 11: aarde rij 12: begaafd ongemak rij 13: eter tiara rage rij 14: lenig (eenig) Ede liane rij 15: tree ruïne grot Met en benevens eenige andere variaties- De zes uitgeloofde prijzen vielen bij loting ten deel aan: Th. Dickman, Elandsstraat 121, Amsterdam C.; mej. R. Kemperink, Lievelder- straat A 54, Groenlo; W. Keysper, Eikelen bergstraat 46, Alkmaar; J. J. Rijnja, da Costa- laan 11, Bussum; mej. W. Sanders, Rijksweg Zuid 1, Eist (Gld.) en mej. A. M. Vissers, Tet terodestraat 108, Haarlem. We presenteeren onzen puzzelaars een 14-tal drielettergrepige bijvoeglijke naamwoorden (zie linkerkolom der figuur), waarvan ze 14 andere bijvoegl. naamwoorden moeten maken, door de middelste lettergreep te remplaceeren. Het aantal letters, waaruit de vervangende lettergreep bestaat, wordt op eiken regel (zie kolom rechts) door de puntjes aangegeven. Bij juiste vervanging van het gansche 14-tal zullen de beginletters der ingevulde lettergre pen van boven naar beneden een ander woord voor „echtgenoote" opleveren. Onder de inzenders van een goede oplossing worden weer zes fraaie prijzen verloot. Oplossingen worden tot Donderdagmiddag 12 uur ingewacht bij den heer G. M. A. Jansen, Ruysdaelstraat 60 Utrecht. KOC9R* Waarom zouden wij 's zomers afstand doen van onze gezellige en prettig zittende wollen pakjes die ons tevens het gevoel geven goed gekleed te zijn? Maar dan nemen wij lichte tinten en licht materiaal zooals bovenstaand witte deux piece zonderheid mag wel worden vermeld, dat men daarvoor bij voorkeur Hollandsche kaas ge bruikt. Dat deze wereldberoemd is, hebben wij al méér hooren verkondigen. Maar als ons ter staving van die waarheid zeer bepaalde plaat sen op den aardbodem worden genoemd en ons bovendien de gerechten beschreven worden, waarin de Hollandsche kaas dó,ar haar reputatie handhaaft, dan grift zich de overtuiging nog dieper bij ons in. Thans nog een enkele practische aanwij zing. In Italië worden de pijpjes macaroni niet vóór het koken gebroken: ze blijven heel en komen dus ten slotte als lange „slierten" op het bord. De Italiaan bezit voor het han- teeren van die voor ons vrij onhandelbare massa een bepaalden slag: hij zet zijn vork rechtop in z'n bord macaroni en draait haar dan rond, tot er zich een hoeveelheid pijp jes om verzameld heeft. Mocht deze handigheid voor den Hollan der wat vreemd zijn geen bezwaar! We breken de pijpjes vóór het koken even door; maar we wasschen ze nooit, want daardoor zouden ze samenkleven: we gebruiken dus bij voorkeur de verpakte soorten en laten die zóó boven de pan in het kokende water vallen. Wie het gerecht niet bij vleesch en groente wil presenteeren, kan het ook uitstekend als voorgerecht geven. Maar altijd: heet uit de pan, zoodat de overgestrooide kaas er nog in kan smelten. Voor de Hollandsche huisvrouw dat mag ik er nog wel even bij zeggen vormt deze ver vanging voor aardappelen een prachtige hulp in den tijd, dat de nieuwe aardappelen nog op zich laten wachten en de oude eigenlijk hun bruik baarheid verloren hebben. Bovendien spaart een macaroni- of een spaghettigerecht heel wat tijd uit, die anders zou zijn gebruikt voor het schillen van aardappelen. Een andere Italiaansche mogelijkheid, die in onzen maaltijden dezelfde voordeelen biedt, be spreken we in een volgend artikel. Mei 1937 MARTINE WITTOP KONING Als variatie in den maaltijd kiezen wij dit maal een pikant eiergerecht, dat ook bij de koffietafel wel zeer gewaardeerd zal wórden. Hier volgen de naam en het recept: Spiegeleieren met kaas (Oeufs a l'impéra- trice). Voor 4 personen: 4 eieren 20 gram boter (1 afgestreken lepel) 75 gram geraspte oude kaas (Goudsche of Edammer) 1 uitje wat peper en zout; desgewenscht wat kerry. Hak het goed schoongemaakte uitje zeer fijn. Doe het haksel met de boter, wat peper, zout en desgewenscht wat kerry (niet meer dan een mespuntje) in een vuurvasten schotel; zet dezen een tijdje (plm. 10 min.) in een matig warmen oven, om den ui te smoren. Zorg, dat de ui niet bruin wordt. Strooi daarna de helft van de geraspte kaas er over. Laat hierop voor zichtig de eieren naast elkaar vallen, de dooiers heel houdend. Strooi de rest van de kaas over de eieren en zet den schotel weer in den matig warmen oven tot het wit der eieren gestold is (pl.m. 10 min.). Over het algemeen wordt de taak van huis vrouw zeer licht geteld door het ver loofde meisje, dat op het punt staat te trouwen. In de meeste gevallen geeft zij zich te weinig rekenschap van de plichten, die haar zullen wachten. Zij beschouwt „liefde" als den eenigen factor om een huwelijk gelukkig te doen zijn. Dit is een groote dwaling. Liefde vermag veel, maar is alléén niet in staat een volmaakt huwelijksleven te waarborgen; tallooze huwe lijken, hoewel uit liefde gesloten, zouden daar van een bewijs kunnen leveren. In haar ver beelding ziet het jonge meisje zich reeds als Mevrouw en gevoelt zich een persoontje van gewicht. Haar leven zal immers een belangrijke nieuwe phase ingaan! Zij verdiept er zich bij voorkeur in hoe zij als gastvrouw vrienden en kennissen zal ontvangen, hoe haar personeel met eerbied naar haar bevelen zal luisteren, de leveranciers buigend en nederig om haar klandizie zullen vragen. Het is niet mijn bedoeling ook maar eenigs- zins de illusies voor het huwelijk aan iemand te ontnemen, integendeel, ik wil alleen trachten zoo mogelijk door enkele raadgevingen het a.s. huisvrouwtje béter te wapenen tegen voorko mende teleurstellingen en de kwestie behande len, waarom zoo vele huwelijken minder ge lukkig uitloopen, dan men aanvankelijk meende te mogen verwachten. In mijn oog is in zeer veel gevallen de vrouw des huizes daarvan de hoofdschuldige. De geest van het gezin hangt grootendeels van haar af; zij is immers de spil waarom alles draait. Het jonge vrouwtje moet niet verwachten voortaan uitsluitend met volmaakte menschen te zullen omgaan. Zij zelf heeft haar gebreken, in haar man zal zy er opmerken, terwijl ook ge dienstigen hun eigenaardige opvattingen en ge woonten hebben, die dikwijls reden tot onaan genaamheden en booze woorden geven. Een huisvrouw moet vriendelijk tegen haar ondergeschikten zijn en zich in hun omstandig heden kunnen verplaatsen en trachten dezen een aangename omgeving te verschaffen. Niet iedere tekortkoming moet met driftige woorden onder het oog worden gebracht. De man heeft zich ook illusies van het huwe lijk gemaakt, die men moet trachten te verwe zenlijken. Hij heeft zich gedurende de verloving zijn toekomstig huis gedroomd als een vriende lijk nestje, waar liefde en hartelijkheid zullen wonen. Hij stelt zich voor, hoe hij na zijn werk een opgewekte en vriendelijke vrouw thuis zal vinden, die hem alle kleine oplettendheden be wijst, getuigend van vrouwelijke genegenheid, waaraan hij zoozeer behoefte heeft en waarnaar hij verlangt. Hoe jammer dan, wanneer hij thuis een geagi teerde, onaangename sfeer vindt, terwijl het vrouwtje geheel vervuld is van haar eigen, grie ven en onaangenaamheden. En kan men het hem dan kwalijk nemen als hij zoo spoedig mo gelijk deze ongezelligheid verlaat en zich met vrienden naar café of sociëteit begeeft? Als het vrouwtje wat tactvoller was opgetreden, wat minder had toegegeven aan haar eigen verdrie telijkheden, zou zeker de verstandhouding er niet minder van geworden zijn. Door gezellig heid en huiselijkheid moet zij haar echtgenoot aan huis binden, zoodat hij het liefst thuis blijft, maar zij mag hem er ook niet van af houden oude vrienden te ontmoeten of thuis te ontvangen. In onze woning moet ook plaats voor de „vriendschap" zijn, zoodat de goede kennissen zich geheel bij ons thuis voelen. Het wordt onder jonge vrouwen steeds meer gewoonte om op alle mogelijke tijden van dén dag uit te zijn. Laat het a.s. huisvrouwtje zich vast voornemen zoo weinig mogelijk van huis te zijn op de tijden, dat haar man thuis komt. Men kan immers geen huiselijkheid van den man verwachten als alle gezelligheid ten eenen- male ontbreekt. De getrouwde vrouw moet inzien, dat haar plichten tegenover haar gezin de hoogste voor haar zijn, eerst als deze vervuld zijn mag zij zich ook aan andere dingen wijden. Haar wer ken, denken en leven behooren aan haar gezin, eerzucht en ijdelheid moeten plaats maken voor liefde en moederlijke teederheid. Eerst dan kan zij tot zegen zijn voor haar gezin. Laten wij liever trachten troost en steun te geven aan hen, die met hun moeilijkheden tot ons komen. Het is toch veel beter voor enkele menschen veel te zijn dan voor vele menschen weinig. wy moeten de overtuiging hebben, dat ons eigen kringetje de eerste rechten op ons heeft. Dan pas zal het geluk van de onzen ver zekerd zijn en man en kinderen zullen onder vinden, dat „eigen haard goud waard is". In naam van het belang van onze volks gemeenschap vraag ik U voort te gaan met ln uw kringen gelegenheid te bieden tot beginselvaste, godvreezende scholing en vorming. Jhr. Ruys de Beerenbrouck bij het gouden feest der Vrije Universiteit 1930. ^Vehhout, 17 Juni '37. Amico, ik 's middags gJ^angst van m'nen le ^tenwagel en ik Siiii de ryksdaalders, Vffös, kwartjes, dubbeltjes en centen op Prontekes in 't gelid en 'k heb m'n klan- v °ekske bygewerkt, dan mag ik altij geren, »cv.ydór Trui m'n financieele regimenten weg- Ï6ïeèrt in de laai, ik zeg, dan mag ik alty S(.k6n zoo 'ns 'n nuuw, splinternuuw en onbe- 'iisat%d muntstukske er uit pikken en 't eerst W Van veuren, van achteren en op den rand va.U en- Ge vindt 't misschien kinderachtig öie, maar zoo'n nuuw, blank dubbeltje b.v., *Chn.ik geren zien! *k Zie nou eenmaal geren lot 0ïle dingen, van 'n goudkleurig keverke af, 6tl met 'n schoon wefke toe. munten zyn volmaakt-schoon gesnejen. 1 k eenvoudige cüfer, tot den beeldenèèr bot, ,alles even edel van vorm, kunstig van bellen En ik vind 't zoo schoon, da Tc als ik iets betaal mee 'n nuuw dubbeltje, 't gevoel heb, duurder te koopen, dan da 'k betaal mee 'n ouw, platgesleten dubbeltje, waarvan allen sier is weggesleten als de kuif van 'nen kalen kop. 't Is sjuust zoo gesteld mee 't woord. Op z'n eigen was elk woordeke 'n nuuw dub beltje; schoon van beeldenèèr, blank van klank! Maar deur 't veul gebruik is ook dat „woord dubbeltje" platgesleten en we zien of voelen weinig meer, van 't scherpe snijwerk, van den kunstigen beeldenèèr....! En de heksentoer,om onder den kristallenen lichtval van schoone of hooge gedachten, den edelen vorm en den blan ken klank van dat woorddubbeltje alty weer opnuuw te toonen aan de onverschillige „ge- bruikers-van-deuzen-woordenmunt," dieën hek sentoer is dan de taak van den schrijver. In de weareld van de taal 'nen soortement van cir- cusmensch, die optreedt als koorddanser, acro baat, messenwerper en xylophoon-virtuoos, on der den verzamelnaam van „literator". Sommigen lappen 'm die toeren als „dommen August". Die komen nie in deftige smoking of sierlijk tricot in d'arena, maar in een of ander bespottelijk costuum. Ze doen evenwel dezelfde toeren, maar.... mee 'n lachend gezicht! En daétrom hjkt huilie werk gemakkelijker....! Maar, amico, da's schyn, horre! Ik dwaal van m'n champiter! 'k Wou gezeed hebben g'ad: 't woord wordt krachtloos en vlak onder 't veule gebruik. By voorbeeld: „milliard." Dagelijks lezen we 't in de kranten. Speciaal onder de rubrieken, die vallen onder „Staats manskunst". 'n Goeikoope kunst, tusschen 2 hokskes en streepkes. Want eiken Staat heeft zóóveul ouwe en nuuwe oorlogsschuld, dat er eeuwen en eeuwen noodig zijn, om die schulden te delgen. En aangezien onze Schuldmakers-Staatsman- kunstenèèrs teugen dieën tyd al lang huiüe standbeeld hebben, leenen zij 'r steeds, mee 'n gerust hart, by! En leenen is nou zoo'n bezon- dere kunst nie. Wordt van 'nen anderen mensch, dan ministers, heelegaar nie bewon derd! Daar zyn zelfs veul leepers veur fles- schentrekkery in de ba jus terechtgekomen....! Maar veur ik wéér afdwaal: 't woord „mil liard" dan, mee deus woordeke wordt gegooid en gesmeten. En eigeniyk, eigenlijk weet nie mand, hoe eindeloos-veul 't beduidt! De weareld wordt bestuurd mee milliarden. Milliarden schulden, milliarden bezuinigen, mil liarden nuuwe tekorten, mee milliarden aan nuuw oorlogstuig. We lezen 't eiken dag èn.... 't woord „mil- liard" zegt ons niks meer! En toch, toch is 'n milliard nog alty nog duu- zend millioen. Maar ook dat zegt ons niks. Want 'n mil lioenOchèrme! Wat is 'n millioen, als ge al zoo aan milliarden zyt verslaafd? En toch... toch is b.v. éen-en-'n kwart milliard alty nog net zoo'n getal als b.v. 1% milliard minuten ge- lejen, toen.... Christus nog op de weareld was Zie! Nou schrikt ge toch efkens van 't woor deke „milliard". Want wat ia 'a minuteke?. Niks!! Doch 1 y, milliard van die „nikskes" is dan toch nog altij20 eeuwen! Wa 'k daar allemaal mee zeggen wil? Dat we van 'n milliard, mee al onze geleerdheid, even weinig begrip hebben, als 'n klein kindeke, dat nog nie tellen kan en veur wien „tien" zijn „millioen" is. Zooals den kleinen Dré destyds. „Kijk 's, Opa, ik heb wel tien knikkers!" Toen had ie 'nen zak vol, mee tweehonderd van die dingen! En dat we de dingen van deuzen verschrik- keiyken tyd motten terugbrengen tot de klein ste eenheid, om er iets van te begrypen. B.v.: ik had onder m'nen kiepenstouw 'ns 'n kriel haantje. Pracht van dierke, glanzend in alle tonen van gouwen peerlmoeren, die ge maar verzinnen kunt. Z'nen kam stond als 'n vlam- meke op 't gittige kopke. Z'nen steert daar was gin kleur, gin fluweel, gin goud, ginnen tint in vergeten, 't Was 'n parmantig, sieriyk, maar ook vechtlustig wezentje, dat gin kiep mee rust liet! Nie veul grooter dan 'n duif, nam ie 't óp teugen de katten, teugen de groote hanen, ja teugen menschen als ie z'n bui had. 't Was 'n klein stukske vergif, om oe te be- dooien! Geren zat ie boven op 't hok van Blek. Alleenomdat ie Blek daarmee treiteren kost! Blekdie 'm mee éenen slag van z'n struische, breeje pooten tot puin had kunnen wry ven. Die 'm mee éénen hap deurmidden had kunnen by ten! Hü zette heel den boel op stel ten, dat kleine kreng en op 'nen goeien keer, als de kiepenveeren weer rondstoven over den erf, dan zat Trui 't ineens „tot hier" en ze sprak de.... doodstraf over 'm uit. Mee deuze woor den: „Dré, draai dieën kleinen dondersteen z'nen nek 'ns om!" Eerlijk gezeed: my zat ie ook „tot hier". Dus dus ik ging 'm achterna en eiken keer als ie me ontglipte, wierd mijnen „moordlust" feller! Hy pikte vernolle in m'n knuisten en stoof dan tusschen m'n klompen deur, dat Trui stond .te schateren. Efkens docht ik er over, om 'm mee 'nen klomp de harsens in te gooien, maar neeë, heelegaar eerlijk was dat nie! Neeë, zóó heelhuids zou 'k 'm hebben, en dan krrkrrrtsch! zou 'k hum'k Wierd dol! Ineens wist ik (docht me) hoe 'nen mensch tot „moord" kan komen! 'k Begost te sluipen, veurzichtig, berekenend en ja! 'k kreeg 'm in 'n hoekske. 'Nen greep mee twee paar ge kromde vingershahI noüw 'k Voelde da 'k bleek zag. Alles was zwart veur m'n oogen. Zwart, waarin 'n ronde licht plek. En in die lichtplek zag ik m'n krommende handen om Staatsvijand No. 1 van den hof. Nog stond ik gebukt, mee deuzen kleinen, sier- ïyken schobberd in m'n klavieren, als m'nen heeten drift zakte, 't Zwartsel ging veur m'n oogen vandaan, die helle lichtvlak loste op, in den dag en 'k zag den kleinen kriel beven van angst. De felle, straffe git-oogskes sperden en puilden uit 't steuvige veugelenkopke en keken wyd weg, wüd weg, zóó wyd.... als ie geren eigens nou zou zijn van dieën grooten boer van daan, die dalijk....! Onder *z'nen sieriyken steert liep „iets" weg van angst, dat heelegaar nie sieriyk was! En toen toen voelde-n-ik teugen m'n vingertop pen den rappen tik van 't angstige hartje, on der de werme veerkens! En toen liet 'k 'm los. Veur gin honderd gulden had ik op dieën oogenblik dit schoone stukske leven, dit schep seltje-Gods kunnen rinneweeren! Nog stond 'k gebogen, mee m'n ellebogen op m'n knieën leunend, in vyf seconden veranderd van scherprechter totveroordeelde. Want ik wachtte op den schater van Trui, die me na tuurlijk uitlachen ging, da 'k me schamen zou! Maar daar kwam niks. Verwonderd richtte- n-ik me langzaam op, sjuust of ik 't 'n bietje in m'nen rug had (komedie-spelen is den mensch aangeboren) en eindeiyk keek ik ver wonderd naar m'n „stille" Trui. Ja ze lachte tóch! Stillelces. Mee toege knepen oogen en éenen kuil in éen wang. „Docht ik wel," zee ze toen. „Watte," vroeg ik nydig. „Dat ge dat krieleke nie kostvermoor den." o „Kom efkens binnen, Dré!" Zwijgende ging 'k naar binnen. Trui ging naar de kelderkast. Ik sperde m'n oogen. Keek naar de klok. Vier uur bekanst. Ik droomde dus nie Toen schonk Trui me 'nen borrel in. ,Hier," zee ze. „Die kleine donderond hee nou 'n goeie les g'ad, we zullen afwachten hoe ie z'n eigen houdt." Hah! Slachten komt in ons bedryf veul voor. Maar dit was „moorden". Trui begreep dat op 't eigenste moment, als toen ik dat knikkergroote hartje voelde klop pen teugen de toppen van m'n vingers. Ge zult zeggen: den Dré z'nen brief is be kanst ten einde en nou weet ik nóg nie, waar ie mee z'n nuuwe dubbeltje, z'n platgesleten „milliard" en z'n krielhaantje naar toe mot! Amico: naar de executies" deur 'nen Stalin en z'n medeplichtigen, Regenten van Rusland Als ik van die kalme, overwogen moordpar- tyen lees, dan voel ik altij dat hartje kloppen van m'nen kriel, teugen den punt van mijnen rechtschen middelvinger „Executie", 't Woord raakt afgesleten. We le zen 't dageiyks! Net zoo dikwyis als t woord „milliard". "t Afgesleten woord „executie": 't is het plat gesleten dubbeltje. De wezeniykheid ervan: den rappen harte- klop van 'n wermbloedig Goddelijk schepsel! En als ik dan naga het doodgewone God- deiyke herkenningsmiddel („reagens", zou ons dokterke zeggen) dat by mij als heilzaam teu gengif werkte, dan vraag ik me af: wat zyn 't veurmenschen, dat Bolsjewiekentuig? dat dageiyks kalm den gelajen revolver in den nek van zynen evenmensch legt? En zoo 't gloeiend lood in de hersens schiet! Vol. Veul groeten van Trui en als alty gin horke minder van oewen t. a. v. DRÉ.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 7