Het nieuwe Ministerie Alcohol uit suikerbieten als motorbrandstof De besprekingen te Londen mislukt MIVA krachtig MISSIE machtig HET NIEUWE KABINET NIEUWE R.K. KAMER LEDEN COMMISSIE BRENGT RAPPORT UIT ZELFSTANDIG OPTREDEN VAN BERLIJN? WOENSDAG 23 JUNI 1937 H. Colijn Mr. C. M. J. F. Goseling ^rof.mr. C. P. M. Romme Mr. M. P. L. Steenberghe Mr. J. A. de Wilde J. J. C. van Dijk J. R. Slotemaker de Bruïne H. van Boeijen Mr. dr. J. A. M. van Buuren Ch. I. M. Weiter Miss Earhart nog te Bandoeng Morgen eerst vertrekt zij DOODELIJKE AANRIJDING Chauffeur vrijgesproken H. E. van den Brule Bijmenging met benzine wordt economisch niet verant woord geacht Geen voordeel voor den landbouw BUITENLANDSCH OVERZICHT Het kabinet-Chautemps Zwaar onweer boven New York Vrijstelling van heffing tijdelijk extra-uitvoerrecht De heer Colijn werd geboren den 22sten Juni 1869. Hij werd opgeleid voor onderwijzer. Daar- ha trad hij in militairen dienst bij 't instructie bataljon te Kampen, en werd aldaar opgeleid lot 2e luitenant der infanterie voor den dienst in Nederlandsch-Indië. Hier was hij officier Van 1892 tot 1907. Gedurende de jaren 1897 tot 1907 was hij hoofdzakelijk belast met civiele bestuursbetrekkingen. Tenslotte ging hij in civielen dienst over, als secretaris van het Gouvernement, en daarna Verd hij adviseur voor de bestuurszaken der Buitenbezittingen. In Holland teruggekeerd, werd hij lid van de Tweede Kamer, van Nov. 1909 tot Januari 1911, voor de Anti-Revolution- haire partij en daarna sedert Juli 1922. Hij was achtereenvolgens lid van de Eerste Kamer, Mi nister van Oorlog, directeur van de Bataafsche Betroleum-Maatschappij en hoofdredacteur van •>De Standaard" als opvolger van Dr. Kuyper. Hij wist tijdens zijn ministerschap sedert 11 Augustus 1923 de staatsbegrooting sluitend le maken, 's Lands zaken namen hem zoozeer in beslag, dat hij in den loop van Februari 1924 bloest bedanken voor het commissarisschap Van: de Nederlandsche Handelmaatschappij, de Handelsvereeniging „Amsterdam", het Neder- landsch-Indisch Handelssyndicaat, de Neder landsche Telegraafmaatschappij Radio-Hol land e.a. In Juli 1926 werd de heer Colijn opnieuw Sekozen tot lid van de Eerste Kamer der Sta ten-Generaal. Van zijn daar gehouden rede- Voeringen trokken sterk de aandacht die over bet Belgisch Verdrag, over den overval op Cu racao en over de bestuurshervormingen in Ne- Öerlandsch Indië. In 1929 werd hij weer gekozen tot lid van de Tweede Kamer, waar de A. R.-fractie hem tot baar voorzitter koos. Na de Kamerverkiezingen in 1933 verleende H. M. de Koningin op 3 Mei van dat jaar aan Br. Colijn, die in 1929 benoemd was tot Minis ter van Staat, opdracht tot vorming van e^n Parlementair Kabinet. Toen Dr. Colijn in de Uitvoering dezer opdracht niet was geslaagd, Volgde op 16 Mei een nieuwe opdracht, thans bot vorming van een Crisis-Kabinet. Deze taak heèft Dr. Colijn tot een goed einde weten te brengen. 26 Mei 1933 trad het Kabinet Colijn op. In 1935 werd hij na het bekende conflict in de Tweede Kamer, opnieuw belast met de sa' nienstelling van een ministerie. Mr. Carolus Maria Joannes Franciscus Go seling werd den lOen Juni 1891 te Amsterdam geboren. Hij bezocht het R. K. Gymnasium in de hoofdstad en studeerde vervolgens aldaar in de rechtswetenschap aan de gemeentelijke Universiteit. Na zijn promotie vestigde de heer Goseling zich als advocaat en procureur te Am- sberdam. Van 1920—1922 was mr. Goseling se cretaris van de Commissie van XII uit den Hoo- gen Raad van Arbeid. Hij is voorzitter van de B. K. Kiesvereeniging in den Rijkskieskring Amsterdam en secretaris van de Vereeniging bot Weldadigheid van den Allerheiligsten Ver losser. Bovendien is hij o. m. plaatsvervangend Voorzitter van het scheidsgerecht voor gemeen te-werklieden en lid der Commissie van Be- roep, bedoeld in de verordening op het verleenen Van wachtgelden aan gemeente-ambtenaren, beiden te Amsterdam; plaatsvervangend lid van bet scheidsgerecht der provincie Noord-Holland ®n penningmeester van het Centraal Bureau Voor Algehieehe Aesthetica. In 1930 werd mr. Goseling gekozen tot voor zitter der R. K. Staatspartij en toen mr. Aal- berse tot voorzitter der Tweede Kamer werd benoemd, werd de heer Goseling leider der R. K. Tweede Kamerfractie. Mr. Romme werd 21 December 1896 te Oir- Zohot, in Brabant, geboren. Hij is de zoon van ben staatsraad, mr. R. H. A. M. Romme. Na het gymnasium der Jezuïeten te Amsterdam bezocht bfi hebben, studeerde hij aan de universiteit in be rechten. In 1919 promoveerde hij op stellin- gen. Hij vestigde zich te Amsterdam als advo- Caat en werd 3 Mei 1921 tot lid van den raad a'baar gekozen. Al spoedig zag hij zich, ondanks ZiJn jeugdigen leeftijd, tot fractie-voorzitter ge mzen. Meer dan eens heeft 'n wethouderszetel Voor hem opengestaan, maar hij ambieerde hem biet. Als advocaat deed hij vooral van zich "Preken in het geschil tusschen den Staat en de °Uisegroeve. Eind 1932 deed hij zijn intrede in de Tweede Earner, waarin hij echter bij de verkiezingen in 933 niet terugkeerde. .In December 1934 werd mr. Romme benoemd b®t buitengewoon hoogleeraar in Staats- en Ad ministratief recht aan de R. K. Handelshooge- booi te Tilburg. Mr. m. P. L. Steenbergtoe (RjK. Staatspartij-) °p 2 Mei 1899 te Leiden geboren. Hij promc- Oerde in 1920 te Utrecht in de rechten en ►t,erd daarna juridisch adviseur van de N.V. ektielfabrieken H. van Puyenbroek te Goirle, an welke onderneming hij spoedig daarna di recteur werd. In 1930 volgde hij den heer J. P. Asselbergs op als directeur van de Alge mene Werkgeversvereeniging. j,Mr. steenberghe was voorzitter van de Ned. j.'E. Vereeniging van werkgevers in de Tex- eihijverheid, lid van de vereeniging van v®athuishoudkunde en Statistiek van den orkloosheidsraad, van den Nijverheidsraad. den Hoogen Raad van Arbeid, van de ver- j, Piging voor Actieve Handelspolitiek, van den Mtijraad der R.K. Staasparij. verschillende internationale congressen senwoordigde hij Nederland en ook nam b verschillende malen als regeeringsgedele- ®rc'e deel aan onderhandelingen over han- «verdragen met het buitenland. an Juni 1934 tot September 1935 maakte hij *aa uit van het tweede ministerie-Colijn, jwfbh hij zich met de portefeuille van Eco- mtsche Zaken belast zag. de zijn benoeming tot lid van den Raad van Ned. Indië en in Augustus 192a nam de heer Weiter de hem aangeboden portefeuille van Koloniën aan. Kort na zijn aftreden als mi nister van Koloniën in Maart 1926 kreeg de heer Weiter zitting in den Raad van Ned. In dië, van welk college hij in September 1929 tot vice-president werd benoemd. Ir. Welter is ridder in de orde van den Neder- landschen Leeuw, commandeur in de orde van het legioen van eer van Frankrijk, groot-officier In de orde van Cambodja (Frankrijk) en com mandeur 2e klasse der orde Wasa van Zweden. Mr. J. A. de Wilde werd in 1879 te Goes ge boren. Hij studeerde in de klassieke letteren aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, maar wijd de zich, na het candidaats-examen, aan de ju- r.dische studie en promoveerde in 1905 aan de gemeentelijke Universiteit te Amsterdam. Van 1905 tot 1908 was mr. De Wilde advocaat en procureur te Goes; van laatstgenoemd jaar af heeft hij de advocatuur te 'sGravenhage uit geoefend. De verkiezingen van 1918 hebben mr. De Wilde in de Tweede Kamer gebracht, waarvan hi: sedert lid is gebleven. In 1914 tot lid van den Haagschen gemeente raad gekozen, verwierf hij zich spoedig op het gebied van het Haagsche gemeentebestuur groot gezag. In September 1919 koos de raad mr. De Wilde tot wethouder. Mr. De Wilde is voorzitter der Rijkscommis sie van advies voor werkverruiming, president directeur der Coöp. Spaar- en Voorschotbank „Boaz" en vice-voorzitter van het Centraal Co mité der Anti-Revolutionnaire partij. De „Nieuwe Haagsche Courant" heeft hij mede opgericht. De anti-revolutionnaire pers bevat geregeld bijdragen van zijn hand. In het vorige kabinet-Colijn beheerde mr. De Wilde de portefeuille van Binnenlandsche Zaken. De heer J. van Dijk werd 1 December 1871 ge boren te Leeuwarden. Hij bezocht de H. B. S. en daarna de militaire school te Haarlem, aan wel ke school hij later als officier tot leeraar werd benoemd. Vervolgens was hij leeraar aan de Kon. Militaire Academie te Breda en voorts directeur van de Topografische inrichting. Van 1921 tot 1925 was hij minister van Oorlog. Hij is voorzitter van de vlootcommissie, en sedert 1925 lid der Tweede Kamer. De heer van Dijk is rid der in de Orde van den Nederlandschen Leeuw en Commandeur in de Orde van Oranje Nassau. Jan Rudolph Slotemaker de Bruïne werd ge boren te Sliedrecht den 6en Mei 1869 en door liep het Gymnasium te Haarlem. Van 1889 1894 studeerde hij aan de Rijks-Universiteit te Utrecht in de Theologie en promoveerde in laatstgenoemd jaar tot doctor, op een disser tatie, getiteld „De Eschatologische voorstellin gen in I en II Korinthe." Daarna was dr. Slotemaker de Bruïne van 1894 tot 1916 predikant der Nederlandsch-Her- vormde gemeente, achtereenvolgens te Hauler- wijk, Beilen, Middelburg, Nijmegen en Utrecht. In 1916 werd dr. Slotemaker de Bruïne tot hoog leeraar in de godgeleerdheid benoemd aan de Universiteit van Utrecht. In 1926 werd hij in het Ministerie belast met de portefeuille van het toenmalig Departement van Arbeid, Handel en Nijverheid, als opvolger van den tegenwoordigen Staatsraad Mr. Koo ien. Tijdens zijn werkzaamheid in Utrecht heeft de politieke loopbaan van prof. dr. Slotemaker de Bruïne een aanvang genomen bij zijn ver kiezingen tot lid van de Prov. Staten, in 1922 ge volgd door zijn benoeming tot lid van de Eer ste Kamer der Staten-Generaal. Na zijn mi nisterschap, hetwelk hij tot Augustus 1929 ver vulde, werd prof. Slotemaker de Bruïne geko zen tot lid van de Tweede Kamer der Staten- Generaal als vertegenwoordiger der Christe- lijk-Historische Unie. Sinds 1933 was Prof. Slo temaker de Bruïne minister in het kabinet- Colijn. Hendrik van Boeijen werd 23 Mei 1889 te Put ten (Z.-H.) geboren. Na de H. B. S. afgeloopen te hebben, werd hij ambtenaar aan de Prov. Griffie van Gel derland. In 1915 werd hij adjunct-commies bij het hoofdbestuur der P. T. T.; in 1917 werd hij commies, in 1918 hoofdcommies, in 1920 refe rendaris. Intusschen was hij lid van den raad van Voorburg geworden en van 19191925 was hij wethouder dier gemeente. In 1923 werd hij gekozen tot lid van de Prov. Staten en in 1925 tot lid van Ged. Staten van Zuid-Holland. In 1932 werd hij voorzitter van den Radioraad en Radio-Omroepcontróle-Commissie, der Al- gemeene Programma-commissie en Indië-Pro- gramma-commissie. Voorts is hü voorzitter van de commissie voor de uitbreidingsplannen in Zuid-Holland, voor zitter van de Streekplan-commissie voor IJssel- monde. De heer J. van Buuren werd 8 Aug. 1884 ge boren te Schiedam; hij bezocht na de lagere school de H. B. S. te Den Bosch en daarna van 19011915 de Technische Hoogeschool te Delft. In 1920 legde hij het staatsexamen af en stu deerde daarna rechtswetenschappen te Leiden. In 1929 promoveerde hij te Delft op een onder werp nopens de technische wetgeving. In 1916 werd hij adspirant ingenieur bij den waterstaat en 's Lands B. O. W. van Ned. Indië, werkzaam aan de afdeeling wegenaanleg, irri gatie, drinkwatervoorziening en havenwezen. In 1926 werd hij benoemd tot hoofdingenieur van het havenwezen, in 1930 werd hij bevorderd tot directeur van deze afdeeling. Sinds 1933 is hij directeur van het departement van Verkeer en Waterstaat te Bandoeng. is fr^r. Steenberghe is voorzitter der Kamer van "ophandel te Tilburg. hieuwe minister werd geboren 6 April 1880 6e n Haag. In zijn geboorteplaats doorliep hij lig B.S. en studeerde daarna aan de toenma lig hïöische Instelling van de Technische Hoo- he(; °°i te Delft. Nadat hij met goed gevolg t]r. Kr°ot-ambtenaarsexamen had afgelegd, werd h,, 1®er Welter in 1902 benoemd tot 3e com- Welter in 1902 benoemd tot 3e com- 'ahri k'i Bet Departement van het Binnen- ïabeCl1 Bestuur in Ned. Indië. In 1906 werd hü 6ci^ teld tot controleur B.B. op Java en Ma- 6etj.a; Deze functie bekleedde de heer Weiter r<!nde drie jaar tot dat hü in 1909 bevor- §eci.jver<l tot hoofd-commies aan de Algemeene achte ie- In de twee volgende jaren werd hü tot ^envolgens benoemd tot referendaris en 111 ig, nct-inspecteur van Agrarische Zaken. Mij vertrok hij met verlof naar Nederland, ^et r)erci toen tijdelijk werkzaam gesteld aan ISlg departement van Koloniën en keerde in v6rg0ri^or torug naar Indië, waar hij weer werd "tg dj n aan de Algemeene Secretarie. Spoe- het gde nu z«n benoeming tot secretaris van gouvernement van Ned-Indië. In 1924 volg Romme gekozen worden verklaard prof. dr. J. A. J. Barge. Prof. dr. J. A. J. Barge is 27 Juni 1884 te Semarang geboren en promo veerde in 1912 tot doctor in de medi cijnen. Sinds 1919 is hij hoogleeraar aan de Universiteit te Leiden. Mr. J. H. van Maarseveen is 3 Augustus 1894 te Utrecht geboren en promoveerde op stellingen in 1920 aan de Universiteit te Utrecht. Hü is lid van den raad van Utrecht en van Septem ber 1935Maart 1937 wethouder van financiën dier gemeente geweest. De heer H. E. van den Brule is geboren 17 Juni 1889 en lid van het Hoofdbestuur van den R. K. Middenstandsbond. Van 19361937 was hij reeds lid der Tweede Kamer. Dr. A. Sweens is thans burgemeester Avan Gilze-Rijen en voorzitter der A. R. K. A. Prof. dr. J. A. J. Barge BANDOENG, 23 Juni. (Aneta). Daar het toe stel van Amelia Earhart heden nog niet gereed was, werd het vertrek van uur tot uur ver schoven, totdat in den vroegen namiddag defi nitief besloten werd het vertrek uit te stellen. De start is thans op morgen bepaald. Het uur is echter nog niet vastgesteld. Mr. J. v. Maarseveen Br. J. C. M. Sweens De Amsterdamsche Rechtbanx heeft uitspraak gedaan in de strafzaak tegen den slager J. A. van R., die wegens veroorzaken van dood door schuld terecht heeft gestaan. Conform den eisch van het O. M. heeft de Rechtbank den man vrü gesproken. De slager was op 8 December bij Ilpendam in botsing gekomen met een auto, die een dam van een boerderij afreed. Een man, die naast laatstgenoemden auto stond werd zwaar gewond en overleed korten tüd later. De nieuwe ministers, die Kamerlid zün, zullen ongetwijfeld, zooals gebruikelijk is, geen zitting nemen als Kamerlid. Als nieuwe R. K. Tweede Kamerleden zullen gekozen worden verklaard: mr. J. H. van Maarseveen, Utrecht; H. E. van den Brule, Rotterdam; dr. J. C. M. Sweens, Gilze-Rijen. Tot lid der Eerste Kamer zal in de vacature- De commissie, welke einde Maart 1935 werd ingesteld om de mogelijkheid en de wenschelijkheid van de fabricage van al cohol uit suikerbieten en de aanwending van dezen alcohol als motorbrandstof na te gaan, heeft, na medio 1936 een voor- loopig rapport te hebben uitgebracht, de zer dagen haar definitief advies aan den minister van Landbouw en Visscherü aan geboden. D.D.D. doet de jeuk bedaren en doodt de ziektekiemen, zoodat de huid zich kan herstellen. Flacons 75 ct, 1. 1.50 en f. 2.50. GENEESMIDDEL TEGEN HUIDAANDOENIN GEN De besprekingen tusschen de vier, aan de Spaansche kusten en grenzen con- troleerende mogendheden te Londen hebben tot geen resultaat geleid. Berlün eischt dat zün lezing in zake de „Leipzig" voetstoots wordt aangenomen. 'Eden en de Fransche am bassadeur daarentegen hebben Von Ribbentrop krachtig geantwoord, ten eerste, dat het niet bewezen is, dat er een torpedo-aanval uit duikbooten heeft plaats gehad, en ten tweede, dat het evenmin bewezen is, dat, zoo er al een aanval geweest is, linksche Spaansche onder zeeërs voor deze euvele daad aansprakelijk zün. Zij weigerden beslist mede te doen aan een gemeenschappelijke vloot-demonstra- tie voor de havens der regeering van Valencia. Von Ribbentrop, die vóór de bü'eenkomst met Hitler had getelefoneerd en klaarblijkelijk be vel gekregen had voet bü stuk te houden, ver liet daarop de vergadering. Het is natuurhjk niet prettig voor Beriün, dat men zün lezing niet direct als de juiste aanneemt. Het dic tatoriale Berlijn, dat in het binnenland maar heeft te bevelen, wat het volk heeft aan te nemen en te gelooven, kan het blükbaar niet verkroppen, dat men in het buitenland, en vooral in buitenlandsche regeeringskringen, met zoo gedwee is. Het meent in zün dictato riaal prestige te worden geschaad. De oude fout der Duitsche diplomatie, geen kq'k te hebben op de algemeene psychologie, wordt in het Derde Rijk schier iederen dag gemaakt. Ook thans weer heeft Duitschland een gron dig onderzoek naar het gebeurde botweg ge weigerd. Het wil daden stellen en de anderen moeten meedoen, waarvoor deze anderen na tuurhjk feestelük bedanken. Duitschland zal nu wel weer uit den band der samenwerking springen. Het zal wel weer zelfstandig optreden. Men zal te Berlün niet veel tüd noodig hebben om te beslissen, waarin dat zelfstandig optre den zal bestaan, want de ministers Von Neu- rath, Von Blomberg, Goering, Raeder, Goeb- bels en nog eenige anderen zün voortdurend onder het bereik van het Staatshoofd en Rüks- kanselier Adolf Hitler. Volgens Duitsche op vatting geeft de vorige week gesloten overeen komst aangaande de controle aan de mogend heid, welke interventie eischt, het recht om zelfstandig op te treden, indien blükt dat met de commissie binnen redelüken tijd geen over eenstemming over de te nemen represailles is te verkrijgen. Dit geval schijnt men te Berlün reeds als ingetreden te beschouwen. Dus ver keert de wereld weer in angstige spanning. Wü betreuren dezen gang van zaken, ook in het belang van Duitschland. Het maakt een depri- meerenden indruk, dat Duitschland steeds on derzoek weigert. Gisteren verklaarde Eden nog in het Lagerhuis op een vraag, hoe het stond met het door Londen voorgestelde onderzoek naar het bombardement van Guernica, dat van Duitschland geheel geen antwoord was geko men. Dat is grievend. Het spijt ons te moeten constateeren, dat overal ter wereld twüfel be staat aan den aanval op de „Leipzig" en Ber lün krijgt dan ook vreemde dingen te hooren. Zonder openhjk twijfel uit te spreken, laat de Times in een bericht van zün maritiemen me dewerker, waarin deze er op wijst, dat men in den grooten oorlog herhaaldelijk torpedo-aan vallen heeft gemeend vast te stellen, die later bleken nooit te zün geschied, doorschemeren, dat de door den officier van de „Leipzig" waar genomen torpedo's wel eens niet veel meer dan zeeslangen zouden kunnen blijken te zün. Frankrük liet gisteren zien, dat men ook met bekwamen spoed kabinetten kan vormen. In nog geen twee dagen slaag de de formateur Chautemps er in een nieuw ministerie te vormen. Het is vrüwel een recon structie van het pas afgetredene. Ook Léon Blum is redivivus, al is hü nu geen premier meer, maar vice-premier. Dat hü dit worden kon, heeft hü te danken aan Daladier, die op het eerste beroep ten gunste van Blum van zijn vice-premierschap afstand deed. De hee- ren senatoren, die het kabinet-Blum lieten tui melen, zullen met gemengde gevoelens de mi- nisterlüst hebben gelezen en met het oog op het nieuwe kabinet zullen zij wel zoo iets ver zucht hebben van „lood om oud üzer." Ook de toeleg, het Volksfront te doen springen, is voorshands mislukt. Toch heeft de Senaat wel iets bereikt. Chautemps' minister van Finan ciën Bonnet zal met een ander financieel pro gram moeten komen dan Auriol, die naar Jus titie is verhuisd, wilde doorzetten. En dit pro gram zal zoo moeten zijn, dat het conflict tusschen Kamer en Senaat er door uit de we reld wordt geholpen. Het zal echter een moei- lük geval worden, want de Senaat wordt be schouwd te zijn als het bolwerk van sociaal behoud en als een soort familieregeering van de geldmacht, die volgens communistische en socialistische bladen leeft van de ex ploitatie van het volk, zijn arbeid en ellende en zich ongerust maakt telkens als de massa een beetje meer welvaart, vrüheid en waardig heid krügt. Met deze radicale opvattingen zal Chautemps ter dege rekening moeten houden, wil hü zich überhaupt handhaven. Evenals Blum is ook Chautemps misschien in iets mindere mate afhankelük van de commu nisten. Dezen hebben dit al geducht laten voe len in een verklaring; „De volksfront-regee ring mag geen ander programma hebben dan het volksfrontprogramma, dat den wil van het volk bevat." Een zelfde geluid laat Jouhaux, de leider der vakvereenigingen hooren: „In het bü'zonder is een financieel herstel noodzake lijk; dat kan evenwel alleen zonder dat de ar beidersklasse getroffen wordt tot stand worden gebracht door een hervorming van het belas tingwezen in democratischen zin en door rati- oneele organisatie van het crediet. De regee ring moet het geheele programma van het volksfront willen verwezenlijken." Zooals men ziet, zal Chautemps het niet gemakkelük krü- gen. Men zal goed doen tegenover het nieuwe kabinet een even groote reserve in acht te nemen als tegenover dat van Blum. Elk ka binet, waarop communisten invloed kunnen uitoefenen, is en blüft uit den booze. Wat de buitenlandsche politiek betreft is er reden tot tevredenheid. Blum's minister van Buitenlandsche Zaken Yvon Delbos is door Chautemps als zoodanig overgenomen. Dit is een waarborg daarvoor, dat Frankrük, in sa menwerking met Engeland, zal doorgaan een krachtige vredespolitiek te yoeren, En dit is hoognoodig- De commissie concludeert, dat eco nomisch een regeling, waarbij ten koste van zeer groote offers een pro duct wordt gefabriceerd, waaraan voor de voorziening in ons gebruik aan motorbrandstof geen behoefte bestaat, niet verantwoord is. Verder zou de tijdebjke invoering van een gemengde brandstof annex terugschakeling na eenige jaren op onvermengde brand stof dermate in de structuur van distri butie en gebruik van motorbrandstof in- gxüpen, dat er tweemaal een verstoring van de ontwikkeling der verkeerstechniek zou plaats hebben. Voor een crisis-project acht de commissie dit wel een zeer ernstig bezwaar. Ten slotte zou bü een betrekkelük korten duur van een dergelijk project een groot deel van de kostbare kapitaalsinvestatie voor het productie-apparaat, waarvan de technische levensduur aanzienlijk langer is, dan de crisisperiode, waarmede rekening zou kunnen worden gehouden, verloren gaan. De commissie komt in haar rapport, dat ge baseerd is op gegevens, verkregen vóór de de preciatie, tot de volgende uiteenzetting: Ten aanzien van de technische consequenties verbonden aan het gebruik van alcohol gemengd met benzine, zal, hoewel de technische nadeelen iets grooter zullen zijn dan de voordeelen, toch de grootte van dit meerdere nadeel niet van die orde zijn, dat het van de invoering van een ge mengde brandstof zou behoeven te weerhouden. Een menging van gemiddeld 10 pet. alcohol is zonder overwegend bezwaar technisch mogelijk. Ten aanzien van de technische mogelijkheid van de fabricage van alcohol uit suikerbieten en de kosten daarvan heeft de commissie een onderzoek ingesteld in Frankrijk, Duitschland, en Tsjechoslowakije en voorts advies van diverse deskundigen ingewonnen. Rekening houdend met een afzet van 5.350.000 hectoliter mengbrandstof, waarvan 10 pet. door alcohol zou kunnen worden vervangen en met een afschrüving van het te investeeren kapitaal in 5 jaren, raamt de commissie den kostprijs van 1 hectoliter alcohol op voor-depreciatiebasis op f 19.64. Stelt men hiertegenover de benzine- waarde op f 3 per hectoliter, dan is het gevolg, dat de motorbrandstof bü een mengpercentage van 10 pet. per hectoliter f 1.66 duurder wordt. Ten aanzien van de economische en sociale aspecten, verbonden aan het invoeren van een gemengde motorbrandstof, heeft de commissie drie gevallen onderscheiden: In de eerste plaats stelt de commissie de mo gelijkheid, dat de verbouw van bieten voor alco- holfabricage plaats zou vinden boven het be staande suikerbietenareaal. Hier vond zij naast een aantal cultuur-technische en sociaal-econo mische voordeelen voor den landbouw en een aantal voor- en nadeelen voor handel en in dustrie het feit, dat de vervanging van tarwe- verbouw door alcoholbietenverbouw over een areaal van 12.000 H.A. een meerdere steunver- leening van ongeveer f 6.600.000 met zich zou brengen. Vervolgens ziet zü de mogelükheid onder de oogen, dat een zekere hoeveelheid suikerbieten tot alcohol zou worden verwerkt, terwül de min dere suikerproductie hier te lande zou worden vervangen door invoer van buitenlandsche of van Indische suiker. In deze gevallen is er van voordeel voor den binnenlandschen landbouw geen sprake, omdat deze er als zoodanig in beginsel geen belang bij heeft of het product suikerbieten tot suiker of tot alcohol wordt verwerkt, terwül de nadeelige geldelüke gevolgen voor de Nederlandsche ge meenschap, voortvloeiend uit de vervanging van goedkoope benzine door den duurderen alcohol, gecombineerd met vervanging van binnenland sche bietsuiker door hetzij buitenlandsche hetzij Indische rietsuiker, worden becijferd op f 3.500.000 resp. f 4.600.000. In het laatste geval, namelijk indien Indische suiker zou worden aangekocht, zou echter voor de productie daarvan in Nederlandsch-Indië voor ongeveer f 2.000.000 meer worden besteed aan grondhuur, loonen, salarissen, spoorvrach- ten, provisie, enz. In een aantal bülagen geeft de commissie een becijfering van de financieele gevolgen zooals die geraamd worden op na-deprecia tiebasis. Het plan blükt door den invloed van de depreciatie en van de prüsstüging van verschillende grondstoffen op de wereld markt nog aanmerkelük kostbaarder te wor den. De kostprüs van den bietenalcohol wordt dan geraamd op f 21.27 per hectoliter, terwül de na deelige geldelüke gevolgen in de drie hierboven- genoemde gevallen becü'ferd worden op resp. f 8.400.000, f 4.800.000 en f 5.400.000. Eindelijk, maar toch nog vroeger dan algemeen verwacht werd, is Dr. H. Colijn erin geslaagd een Kabinet te vormen. Zooals men weet, had H. M. de Koningin na de verkiezingen, welke zoowel voor de R.K. Staatspartij als de S. D. A. P., als de Anti-revolutionnairen, als de Vrijzinnig-democraten winst en voor de N.S.B., de liberale Staatspartij en de Communisten verlies opleverden, aan Dr. Colijn de opdracht verleend niet om een bepaald, maar een, niet nader omschreven, kabinet te formeeren. Zulk een onbeperkte opdracht gaf Dr. Colijn in ruime mate de handen vrij, maar in ziende, dat de verkiezinguitslag een dui delijke parlementaire meerderheid der positief Christelijke partijen had opge leverd, zocht hij ondanks de hoogst aan matigende houding der verslagen libera len en de pressie, welke dezen op grond van den hem bij de verkiezingscampagne verleenden steun meenden te mogen uitoefenen, een oplossing van de kabinetscrisis in de richting, welke de meerderheid van het volk aan den stem bus had aangegeven als de meest ge- wenschte, n.l. in de richting van een po sitief Christelijk Kabinet. De liberalen hebben hemel en aarde bewogen om Dr. Colijn te binden aan zijn vóór de verkie zingen afgelegde verklaring, dat hij een kabinet op zoo breed mogelijke Christe lijke basis het meest wenschelijk achtte, maar toen dat niet gelukte, zijn de libe ralen op weinig fraaie wijze gaan knab belen aan de groote reputatie van den formateur, welke zij zelve zoo ijverig hadden helpen vormen, terwijl zij zijn formatie-arbeid gingen saboteeren door druk uit te oefenen op de partij genoo- ten, die voor een vakministerschap wer den aangezocht. De kabinets-formatie is ten gevolge van een en ander niet zoo vlot van stapel geloopen als anders wel mogelijk zou 2ijn geweest, maar ten slotte is er toch een uitgesproken Chris telijke regeering tot stand gekomen, waarin de Katholieken met vier porte feuilles de plaats innemen, evenredig aan hun succes bij de verkiezingen. Deze combinatie moge al hier en daar de tee kenen dragen van de moeilijkheden, wel ke zich bij de vorming ervan hebben voorgedaan, zij stemt in haar geheel toch tot een gerechtvaardigd vertrouwen voor de toekomst. De bezetting van het departement van Onderwijs door Dr. J. Slotemaker de Bruïne geeft geen directe aanleiding tot bijzondere verheugenis en dit te min der, daar juist dit departement, gezien de weinig bevredigende toestanden op dit terrein, een volkomen vertrouwen wekkende en uitermate kundige leiding vraagt. Aan het met het oog op de ge spannen internationale verhoudingen zoo hoogst belangrijke departement van defensie zou men misschien een sterkere krachtfiguur hebben kunnen wenschen dan den heer J. J. C. v. Dijk, niettegenstaande deze reeds vroeger dit departement niet zonder verdienste heeft beheerd. De vrijzinnige vak minister mr. dr. ir. J. A. M. van Buuren aan Waterstaat heeft in Indië ervaring opgedaan om te bewijzen, of hij op even waardeerbare wijze als zijn voorganger Jhr. ir. van Lidth de Jeude zich van zijn taak zal kunnen kwijten, terwijl de heer H. van Boeijen, die zich met Binnenland sche Zaken ziet belast, als een homo no- vus moet worden beschouwd. Met een fi guur als Dr. Colijn aan het hoofd en aan Buitenlandsche Zaken, met een bekwaam jurist als den voorzitter van de R. K. Staatspartij Mr. C. Goseling aan het departement van Justitie, met een principieel en kundig man als Prof. mr. C. Romme aan Sociale Zaken, met een mr. M. Steenberghe, die vooral in indus- trieele kringen een groot vertrouwen geniet, aan het departement van Eco nomische Zaken, met een Indiëspecialist als ir. Ch. Weiter aan Koloniën en mi nister de Wilde, die als wethouder van Den Haag zijn sporen op finantieel ge bied verdiend heeft, aan Financiën, biedt het nieuwe Kabinet deugdelijke waar borgen voor de komende regeerperiode, welke zeker niet gemakkelijk zal zijn. De R. K. Staatspartij heeft thans de portefeuilles in handen, welke van het meeste belang zijn voor de principieele en practische doorvoering van haar sociaal en economisch ordeningspro gram. Moge zij het vertrouwen van meer dan een millioen kiezers niet be schamen en dat van de anderen weten te winnen mede door de daden en het beleid van hen, die thans zitting hebben in de nieuwe regeeringsploeg. NEW YORK, 23 Juni (Stefani). Tijdens een hevig onweer zün twee personen in den luchtspoorweg te New York om het leven ge komen, en werden dertig personen gewond. In Brooklyn en op Long Island werden huizen be schadigd, terwijl boomen werden ontworteld en telegraafpalen omvergeworpen. BATAVIA, 23 Juni (Aneta) Bü der. Volksraad is ingediend een ontwerp-ordonnan- tie tot vrijstelling van enkele goederen van de heffing van een tüdelijk extra-uitvoerrecht. Het betreft hier spiritus, foeselolie. Java-Jute, rossellevezels, steenkolen, rood koper en jo- diumpreparaten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 9