be vloek^ ^an zijn leven PERSSTEMMEN OVER HET KABINET VRIJDAG 25 JUNI 1937 Nederland en oostenrijk Het nieuwe kabinet Landbouwordeningswet De O 15 in Den Helder terug Vrouw levend verbrand V naar het Engelsch De Volkskrant: Geen onver deelde voldoening De Standaard: Overeenkom stig de verwachting De Nederlander: Een gezond parlementair kabinet Een waardeerend oordeel Koninklijk besluit verschenen OUD-MINISTER GELISSEN Terug naar Limburg HET AFTREDEN VAN MINISTER OUD Van 't geheele personeel persoon lijk afscheid genomen NIEUWE KAMERLEDEN VAN HET HOF Aleida Roelofsen begraven Kamers van Koophandel in het Zuiden wachten af EEN GOKJE OP REGEN Met een fiets als belooning AUTO EN MOTORFIETS IN BOTSING Motorrijder ernstig gewond DOODELIJK ONGELUK Doove vrouw overreden NASLEEP VAN POSTWISSEL- VERVALSCHING Behandeling in hooger beroep Van doofheid genezen DUIZEND GULDEN BOETE GEËISCHT Chauffeur dood door schuld ten laste gelegd Verschrikkelijk ongeluk te Heusden DE MAASWATER-KWESTIE REVOLVER-DRAMA TE BEST INBRAKEN IN GRONINGEN Uitgeweken Duitscher staat terecht AUTO TEGEN BOOM GEBOTST Beide inzittenden gewond DE POSITIE VAN DE BENNEKOM Vier jaar tegen verdachte geëischt Clearingkoersen UIT DE STAATSCOURANT Tentoonstelling Parijs Sociale Zaken Burgemeesters Werkfonds Inspectie van het verkeer Adolphe Engers Luchtvaartbedrijf Soesterberg Louter voldoening wekt de samenstelling *an het kabinet niet bij ons op. Hebben wij, wat de „overgenomen" ministers "etreft, geen bezwaar tegen mr. De Wilde, die «en krachtige figuur is, geen onverdeeld genoe gen schenkt de bevestiging van professor Slo tmaker de Bruine. Hij heeft eenmaal zijn werklooze onderwij zers ''aar Sociale Zaken verwezen, en tegen recht eti rede in tracht hij de nieuwe spelling, bij het onderwijs ingeburgerd, weer om hals te brengen. Dat de minister-president aan „Algemeene fcaken" komt ten einde meer tijd te hebben om we hebben het woord reeds eerder gebezigd over zijn collega's den „bovenmeester" te «Pelen, lijkt ons geen winst. Achten sommigen het een voordeel dat dr. Colijn in het buitenland zoo uitstekend aan geschreven ad interim Buitenlandsche Zaken 'al waarnemen, we herinneren er aan dat dr. ^uyper niet het sterkst was toen hij, zich met buitenlandsche Zaken bemoeiend, den titularis Melvii van Lynden tot heengaan noopte. Verder beschouwen we het als een ernstig te kort dat met den wensch naar een minister van Sociale Zaken dan uit de arbeiderswereld Seen rekening is gehouden. Het vierde Kabinet-Colijn draagt het karak ter van een Christelijk Kabinet. Daartegen zul- 'en de vrijzinnige en sociaal-democratische Persorganen, zij het ten deele op uiteenloopende Stonden, wel groote bezwaren inbrengen. Met P&me zal worden gezegd het is reeds gedaan *- dat van Dr. Colijn de vorming van een Kabi net met andere signatuur mocht worden ver dacht. Ten onrechte. Men kon omtrent het streven van Dr. Colijn ■a dezer zake niet in het onzekere verkeeren. «ij had reeds lang te voren, niet terloops maar opzettelijk, uiteengezet, dat hij eeft Kabinet zou denschen te zien optreden, dat de Christelijke beginselen als grondslag voor zijn beleid aan aardde, en dat als zijn algemeene taak zag: be handhavi?>g en de versterking van de Chris telijke grondslagen van ons volksleven. Op deze Plncipieel-zakelijke basis wilde hij de breedst •Pogelijke samenwerking bevorderen. Hij was v&n meening, dat voor die samenwerking in Aanmerking kwamen allen, die bereid waren °P deze basis hun medewerking te verleenen. Uit wat tot heden is bekend geworden om rent de Kabinetsformatie, moeten wij afleiden, bat Dr. Colijn, nadat hij de opdracht had ont vangen, overeenkomstig deze zijn overtuiging ■a te werk gegaan. Dat hij, voor wat de per sonen, den kring van medewerkers, betreft, zijn '"zichten niet heeft kunnen verwezenlijken, «Ou hem eerst euvel mogen worden geduid, "adat was gebleken, dat dit aan hem, en niet "an anderen, moet werden toegeschreven. Wy jbin, ronduit gesproken, het gevoelen toegedaan, bat, als er van schuld sprake is, anderen hier Aohuld treft. Het zal een parlementair Kabinet zijn in den ^zonden en klassieken zin van het woord. Dat "bl zeggen eenerzijds, dat het niet op wisselende ^eerderheden, maar op een vaste „working ma jority" zal steunen en er geen sprake van zal 'Un, dat bepaalde onderdeelen van de Staats- y'orkzaamheid voor het Kabinet taboe zullen "orden verklaard. Maar anderzijds, dat bij zijn otstandkoming de uitwassen, die het begrip ^Parlementair Kabinet" meermalen vertoond ®eft, zijn vermeden. Sommigen meenen, dat de vorming van een Parlementair Kabinet de noodzakelijkheid mee- Tengt, te voren overleg te plegen en overeen- 'etnming te bereiken omtrent een uitgewerkt "r°gram met de verschillende fracties, wier "'odewerking men hoopt te verkrijgen. Dit is "juist en in het wezen der zaak zelfs een "taardmg van het parlementaire Kabinet. Al- doende toch wordt feitelijk reeds over be langrijke punten van staatsbeleid beslist, .oórdat het publieke licht er over geschenen ooft en vóórdat het parlementaire debat heeft £'aats gevonden. Een gezond parlementair abinet treedt op in vertrouwen op de meer- waarop het steunt en met wier begin- on het accoord gaat, maar zonder tevoren 'orheid «01, ?e meerderheid aan een gedetailleerd program hebben gebonden. Ijt*? Oostenrijksche delegatie bij het Intema- J>"ale Landbouwcongres in Den Haag is te Oenen teruggekeerd. Oe directeur van den Rijksboerenbond, ir. q "gl, heeft tegenover journalisten verklaard, de Oostenrijkers bovenal verheugd zijn over v buitengewoon hartelijke ontvangst, welke tw" is ten deel gevallen. De oude hartelijke j'rekkingen tusschen Oostenrijk en Neder ig'. welke vooral in de jaren na den oorlog "iger zijn geworden door de hulpverleening ^^Oostenrijksche kinderen, zijn opnieuw ver- een uiteenzetting van het standpunt van L^tenryk tegenover de op het congres bespro- landbouwpolitieke kwesties, besloot ir. Fingl t te zeggen, dat de Oostenrijksche agrariërs gelegenheid hebben gehad eenige Neder- Iandsche landbouwbedrijven te bezichtigen en zich op de hoogte te stellen van de mogelijk heden, waarop de productie wordt afgezet. Het hooge peil der productietechniek en de voorbeeldige maatregelen tot verzekering van de prijzen en den omzet, in het bijzonder ten aanzien van den tuinbouw en de warmoezerü, hebben groote waardeering gevonden. Verschenen is het koninklijk besluit in zake de kabinetsformatie. Het heeft Hare Majesteit de Koningin be haagd bij besluit van 24 Juni 1937 het aange boden ontslag van den heer Dr. J. R. Slotema- ker de Bruine, minister van Onderwijs, Kun sten en Wetenschappen, niet aan te nemen; met ingang van 24 Juni 1937 op de meest eervolle wijze ontslag te verleenen aan den minister van Staat, Dr. H. Colijn, als minister van Koloniën en hem te ontheffen van het beheer ad interim van het departement van Defensie. Voorts is den heengaanden ministers eervol ontslag ver leend met dankbetuiging voor de vele en ge wichtige diensten, door hen aan- Hare Majesteit en aan den lande bewezen. Verder zijn met in gang van 24 Juni de nkrüwe ministers benoemd. Prof. dr. ir. H. Gelissen zal Maandagmiddag 28 Juni a.s. zijn werkzaamheden als directeur der N.V. Provinciale Limburgsche Electrici- teits-Maatschappij (Stroomverkoop Maatschap pij) hervatten. Om 2.30 uur zal hij in het kan toorgebouw der vennootschap, aan den Prins Bisschopssingel te Maastricht, in een vergade ring van commissarissen worden ontvangen, ter wijl hij, onmiddellijk daarna, door het perso neel in de hal van hetzelfde gebouw zal Worden begroet. De afgetreden minister van Financiën, mi nister Oud, heeft er prijs op gesteld, van het geheele personeel van zijn departement per soonlek afscheid te nemen. Aangezien de vergaderzaal van het departe ment niet voldoende ruimte biedt voor deze ongeveer 260 personen, is het personeel in vier gedeelten door den minister in deze zaal ont- gen. De minister heeft de verschillende groepen togesproken. Zijn rede werd beantwoord door den secretaris-generaal en door den directeur- generaal der belastingen (de thesaurier-generaal was met verlof afwezig). In den namiddag heeft de minister van de hoofdambtenaren, die meer persoonlijk contact met hem hebben gehad, in zijn kabinet af scheid genomen. Door de benoeming van prof. dr. J. R. Slote- maker de Bruine in het nieuwe Kabinet, zal jhr. mr. W. H. Rutgers van Rozenburg, die wegens het zetelverlies der C. H. Unie zijn can- didatuur niet vernieuwd zag, thans toch de Tweede Kamer weder binnentreden. De A. R. ministers Colijn, De Wilde en Van Dijk zullen in de Tweede Kamer vervangen worden door de heeren mr. J. Algera te Leeu warden, H. Botterweg, wethouder van Utrecht en G. Baas, wethouder te Amsterdam, of mr. T. Bout te Groningen. Naar verluidt zou de heer Baas voornemens zijn, voorloopig beide functies te combineeren. In verband met de benoeming van den heer Van Dijk moet een nieuwe tweede voorzitter voor de Tweede Kamer worden benoemd. Na de beëediging van de nieuwe ministers is H.M. de Koningin via Soestdijk naar Het Loo vertrokken, waar H. M. heden zal vertoeven. De Koningin keert daarna naar den „Ruigen- hoek" in Den Haag terug. Gisteren is op Nieuw Eik en Duinen te 'sGravenhage ter aarde besteld het stoffelijk overschot van wijlen Aleida Roelofsen, die op 67-jarigen leeftijd gestorven is. Aleida Roelof sen die in Roermond was geboren, studeerde te Amsterdam aan de Tooneelschool en was daar na aan verschillende gezelschappen verbonden. Haar debuut was zeer gelukkig en haar talent hield rijke beloften in, welke helaas vooral door de vaak moeilijke levensomstandigheden der kunstenaresse niet werden vervuld. Ze is leerares aan de Haagsche Kon. Muziekschool in voordracht en stemvorming geweest en vertrok in 1912 naar Argentinië waar zij hertrouwde. In 1918 keerde ze naar Nederland terug. Afgevaardigden van de Kamers van Koophan del en Fabrieken in Noord-Brabant en Limburg hebben te Tilburg vergaderd, onder voorzitter schap van den heer Cl. Schellens, voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Oostelijk Noord-Brabant te Eindhoven, om van gedachten te wisselen over het voorontwerp- Landbouwordeningswet, dat onlangs werd gepu bliceerd. Geconstateerd werd, dat in dit vooront werp aan de landbouwcrisismaatregelen een permanent karakter dreigt te worden ge geven, waartegen bij de vergadering over wegend bezwaar bestond. Evenzoo kwam de vergadering er tegen op, dat de voorgestelde regeling in verband wordt gebracht met een voor andere doel einden verdedigde ordeningsgedachte. De afgevaardigden der bedoelde Kamers meenden intusschen vooralsnog te moeten af zien van het zenden van een adres ter zake aan de regeering, aangezien thans een nieuw Ka binet zal optreden en men er de voorkeur aan gaf 't standpunt, door de nieuwe bewindslieden ten aanzien van deze materie in te nemen, af te wachten. De Kamers besloten ook individueel van een actie ten deze af te zien, doch zoo noodig tjz.t. gezamenlijk hare zienswijze te formuleeren. Bij den aanvang der vergadering werd besloten een telegram van gelukwensch te zenden aan mr. M. Steenberghe in verband met zijn wederoptreden als minister van Economische Zaken, in wiens toekomstig be leid de vergadering haar vertrouwen uit sprak. Een afbetalingsmagazijn te Amsterdam voer de een reclame-campagne uitgaande van de „regenverzekering". De firma verbond zich na melijk tegenover iederen kooper van een fiets om, indien het op Hemelvaartsdag gedurende twee uren (door den kooper aan te geven) meer dan twee millimeter zou regenen, de ge kochte fiets cadeau te geven. De justitie kwam evenwel tusschenbeide, aan gezien zij hierin een overtreding van de loterij- wet zag. De advertenties en de formulieren wer den in beslag genomen. Mr. Gerard Polak, optredende voor de ver dachten, betoogde bij de behandeling ter te rechtzitting voor den kantonrechter, Mr. T, van Creveld, dat hier geen sprake was van een loterij, ook niet in den zin der loterijwet, aangezien de mogelijkheid bestond, dat óf alle koopers, óf geen enkele kooper winnaar zou zijn, terwijl een loterij met alleen prijzen of alleen nieten ondenkbaar is. In zijn vonnis overwoog de kantonrechter o.a. dat bovengenoemde omstandigheid aan de strafbaarheid niet afdoet, omdat de wet in dit opzicht niet onderscheidt. Ten aanzien van de strafmaat overwoog de kantonrechter, dat er sprake was van een be trekkelijk onschuldige handelsreclame en ver der, dat het weinig aannemelijk is, dat iemand, die niet toch een fiets noodig heeft, deze al leen zal koopen in de verwachting, deze niet te behoeven te betalen, omdat er wellicht kans bestaat, dat het op een bepaalden dag zal regenen, terwijl hieromtrent in ons wisselvallig klimaat met redelijke zekerheid niets valt te voorspellen. Aan beide firmanten is een boete van 5 opgelegd, subs. 1 dag hechtenis. Het O.M. had resp. ƒ60 en 30 boete ge- eischt. Donderdag is op het kruispunt De Kempe- naerstraatTerweeweg te Oegstgeest een mo torfiets met een vrachtauto in botsing geweest. De vrachtauto werd bestuurd door J. W. van B. uit Wassenaar, de motorfiets door R. Broekhui zen, uit Groningen. Op de duo zat diens broer, D. Broekhuizen uit Oegstgeest. De botsing was zoo hevig, dat de motorfietsrijders over den weg werden geslingerd. Geneeskundige hulp was spoedig aanwezig. Het bleek, dat R. Broekhuizen zijn beenen ge broken had. Hij liep voorts een schedelbreuk en verschillende vleeschwonden op. Het slachtoffer is naar het Academisch Ziekenhuis te Leiden vervoerd. De duorijder bekwam slechts lichte verwondingen. Beide voertuigen werden ernstig beschadigd. Het ongeluk is vermoedelijk te wijten aan het feit, dat den chauffeur van den vrachtauto geen voorrang is verleend. Te Nykerk is op den Amersfoortschestraatweg een doodelijk ongeluk gebeurd. De 68-jarige doove vrouw de Gooijer stak met haar fiets, zonder een teeken te geven, den weg over en werd door een juist passeerenden auto, bestuurd door M. uit Veendam, gegrepen. De vrouw bleef ernstig gewond op den weg liggen. Zij werd naar haar woning vervoerd, waar zij kort na aankomst aan de bekomen verwondingen is overleden. Zouden wy waardige zonen en doch ters zijn van de martelaren, de verdrukten, de lijders en strijders, als wij te kort schoten ln het laatste en toch waarlijk niet het zwaarste werk van onze emancipatie: instandhouding en uit bouw onzer eigen Universiteit? Het Amsterdamsche Hof behandelde Donder dagmiddag de zaak tegen den 51-jarigen han delsreiziger P. P., die door ae Rechtbank tot twee en een half jaar met aftrek van de voor- loopige hechtenis was veroordeeld wegens valschheid in geschrifte en gebruik maken van het valsche geschrift. Deze verdachte werkte samen met den post wissel vervalscher de V. en inde voor hem een deel van de nagemaakte postwissels. Hij werd nadat de V. te Parijs was gearresteerd te Brussel ingerekend. Hü bleek toen in het bezit te zijn van valsche stukken en weldra legde hij een bekentenis af. De Rotterdamsche hoofdinspecteur de Jong is de eerste, die in deze zaak door het Hof wordt gehoord. Hij heeft de huiszoeking te Parijs ver licht in de woning van de V. In den kelder van de woning vond hij de nagemaakte stempels en valsche postwissels. Juist tijdens de huis zoeking kwam een brief uit Brussel van verd. P. Het bleek, dat deze onder den naam Meyer in de Belgische hoofdstad woonde. Verdachte hield zich bij het inleidende ver hoor erg doof, zoodat de president zoo nu en dan zijn stem moest uitzetten. Tijdens het verhoor van den politierechter geeft verd. plotseling antwoord op een gefluis terde opmerking van den president. Mr. Jolles: U hoort plotseling weer heel wat Verd.: Ja, dat is verschillend. Soms hoor ik alles, soms niets. Pres.: Hoe zit het nu, bij de politie en den rechter-commissaris verklaarde u, dat u de postwissels niet hebt geschreven, maar voor de Rechtbank gaf u weer toe, ze wel te hebben geschreven en nu hebt u naar het Hof weer een brief geschreven om te vertellen, dat u die be kentenis weer intrekt. Verd.: Ik heb ze niet geschreven, voor de Rechtbank vergiste ik me, omdat ik de vragen niet goed begreep. Pres.: Hoe denkt Dr. van Ledden Hulsebosch er over? De deskundige weet het nog niet zeker. Voor zichzelf is hij er van overtuigd, dat P. ze schreef. Pres.: Enfin, dat is weer een mooi onderwerp voor een nieuw onderzoek. De deskundige buigt zich over de tafel en wijst eenige typische kenmerken van P.'s schrift aan, die ook op postwissels voorkomen. Pres.: Ziet u, dat vind ik nu aardig die ken merken aangewezen te krijgen, maar voor con- ciusies van schriftkundigen ben ik wat huiverig. Volgens Dr. van Ledden Hulsebosch zou de V. voor stempels etc. op de wissels hebben ge zorgd en P. zou ze verder hebben ingevuld. Het blijkt wel, zegt de president tegen verd., dat uw rol veel belangrijker was dan u toe wilt geven. U verzond proefpostwissels, die u vooraf klaar had gemaakt en inde valsche wissels. Verdachte geeft dit hoewel aarzelend toe, maar hij houdt vol, dat hij de valsche wissels niet beschreven heeft; hij zette er slechts een handteekening op. Pres.: Dat punt zullen we nader onderzoeken en als het blijkt, dat u liegt, zal dat niet in uw voordeel zijn Volgens brigadier-rechercheur de Boer is de V de hoofdschuldige in deze postwisselverval- sching. Zonder de V. zou deze verdachte er nooit toe gekomen zijn. Nu deze verdachte een deel der tenlasteleg ging ontkent, acht de procureur-generaal het gewenscht een nadere instructie te openen, ook het Hof is die meening toegedaan en is voorts van oordeel dat ook het psychiatrisch rapport een aanvulling behoeft. Tenslotte behandelde het Hof de strafzaak tegen den 45-jarigen J. B., een tweeden handlan ger van den „lammen consul". Ook hij heeft wegens het vervalschen van postwissels en het innen van de valsche stukken terechtgestaan. De Rechtbank veroordeelde heni en wel tot drie jaar met aftrek van een jaar voorarrest. Zij achtte slechts bewezen, dat hij op den uitkijk had gestaan toen de V. bij een post agentschap een valschen postwissel inde. Het Hof hoort een groot aantal getuigen, onder wie een loopjongen, die verdachte her kent als den metgezel van den man, die voor het loket stond en den postwissel aanbood, die valsch bleek te zijn. Verd. blijft er echter bij onschuldig te zijn. Het Hof wees ook deze zaak naar de in structie terug, om naar verschillende punten een nader onderzoek te doen instellen. Donderdagmiddag is de O 15, die drie maanden geleden naar de Spaansche wate ren was vertrokken om de Nederlandsche handelsvloot te convoyeeren, in Den Helder teruggekeerd. De commandant van den onderzeedienst, overste J. van den Berg, die begeleid was door luitenant ter zee eerste klasse J. J. Wichers, sprak de bemanning toe. In den nacht van 4 op 5 April is op het nieuwe gedeelte van den rijksweg Den Haag Gouda, onder de gemeente Zoetermeer, een auto, bestuurd door den 18-jarigen B.B. tegen een midden op den weg staande hijschkraan gereden, met het gevolg, dat het voertuig geheel in elkaar werd gedrukt en de beide inzittenden zoodanig werden gewond, dat de medepassagier een oom van B., ter plaatse nog overleden is. B. zelf kreeg kwetsuren aan ledematen en hoofd, doch deze bleken niet van emstigen aard te zijn. Wegens het veroorzaken van dood door schuld moest de jeugdige automobilist zich voor de Haagsche rechtbank verantwoorden. De officier van justitie requireerde f 1000 subsidiair 100 dagen hechtenis. De verdediger, mr. Nord Thomson, drong met klem op vrijspraak aan. Uitspraak 29 Juni. De landbouwer H. Kooien te Heusden, onder de gemeente Asten, deed Woensdag bij zijn thuiskomst de vreeselijke ontdekking, dat zijn 55-jarige moeder dood in de keuken lag. De vrouw was geheel met brandwonden overdekt en de onmiddellijk ontboden geneesheer kon slechts oen dood constateeren. Men vermoedt, dat de kleeren der vrouw, die zich alleen in huis bevond, vlam hebben gevat toen zij bij het fornuis stond, met het gemelde droevige gevolg. Het Permanente Hof van Internationale Jus titie zal Maandag 28 Juni a.s. des namiddags half vijf een zitting houden, waarin uitspraak zal worden gedaan in de kwestie der prises d'eau van de Maas, tusschen Nederland en België. De 30-jarige uitgeweken Duitsche tuinman M. P., afkomstig uit Halle aan de Saaie, heeft in de maanden Maart en April een groot aantal inbraken gepleegd in verschillende plaatsen in de provincie Groningen. Donderdag heeft hij zich voor de Groningsche rechtbank te verantwoorden gehad. De ver dachte, die zijn operatieterrein nog verder in ons land heeft uitgestrekt en zich ook in Noord- Holland en Utrecht aan inbraken heeft schuldig gemaakt, bleek bij zijn arrestatie zwaar gewa pend te zijn. Voor de rechtbank heeft hij thans volledig bekend. De Officier van Justitie eischte twee jaar gevangenisstraf, daarbij rekening houdende met de omstandigheid, dat verdachte, wiens uitlevering door Duitschland is gevraagd, ook in zijn vaderland wegens verschillende ernstige delicten nog een zware straf staat te wachten. Donderdagmiddag omstreeks vijf uur is op den provincialen weg Winsum—Onderdendam een auto door nog onbekende oorzaak tegeneen boom gereden. In den wagen bevonden zich de heeren Scho tanus Jr. uit Harlingen en L. Verwater uit Haren. De heer Schotanus, die chauffeerde, bekwam lichte verwondingen. Zijn mede-passagier, die naast hem zat, werd ernstig aan het hoofd ge wond. Beiden zijn ter verpleging in het Acade misch Ziekenhuis te Groningen opgenomen. De auto werd totaal vernield. Hij is later met een kraanwagen weggehaald. De positie van het by Buena Ventura ge strande s.s. Bennekom is iets gunstiger gewor den. Men hoopt vandaag het schip vlot te kry- gen. Voor de rechtbank te 's-Hertogenbosch stond Donderdag terecht de 22-jarige landbouwknecht M. K. Deze jongeman heeft 22 Februari eenige revolverschoten gelost op mej. De G. en haar dochter, in verband met het feit, dat mej. De G. hem den omgang met haar dochter had verboden. De moeder werd in de wang ge troffen en ernstig gewond. Toen men den da der wilde arresteeren joeg deze zich een kogel door het hoofd, van Welk kwetsuur hij herstel de. Dr. Casparie, die een onderzoek naar de geestvermogens van den verdachte had irige- steld, oordeelde hem verminderd toerekenings vatbaar. De Officier van Justitie eischte, wegens po ging tot doodslag, een gevangenisstraf van vier jaar. De verdediger, mr. O'Brien, pleitte een jnil- dere straf. Uitspraak 8 Juli. Koersen voor stortingen op 25 Juni 1937 tegen verplichtingen luidende in: Reichsmarken 72.92, lires ƒ9.61, peseta's ƒ9.10. 1 By K. B. is de heer mr. W. H. L. graaf van Byandt, gezantschapsraad te Parijs, op zyn verzoek eervol ontheven van zün functie als gedelegeerde in den raad van beheer van het internationaal tentoonstellingsbureau te Parys. Met ingang van 1 October 1937 is aan mej. A. Droogleever Fortuyn, administratrice aan de rijkskweekschool voor vroedvrouwen te Rotterdam, wegens het bereiken van den pen sioengerechtigden leeftyd, eervol ontslag als zoodanig verleend. Opnieuw benoemd tot burgemeester van: Ze venbergen, J. J. van Aken; Dongen, K. L. J. Wouters; Est en Opijnen, D. C. den Ouden; Laren, (G.), W. L. van Weideren baron Ren- gers; Geldermalsen, F. F. Roozeveld van der Ven; Maasland, H. L. du Boeuff; Mijdrecht en Wilnis, I. Padmos; Franekeradeel, W. Elgers- ma; Losser, C. J. A. van Heivoort; Heino, A. van Sonsbeeck; Zuidbroek, H. E. Buurma; Slochteren, mr. E. J. Thomassen a Thuessink v. a. Hoop van Slochteren; Oldehove, C. Slager; Hoogkerk, F. Tjaberings; en van Cadier en Keer, mr. A. M. P. Thomassen. De minister van Sociale Zaken heeft aan den heer W. Wagenaar wegens verandering van werkkring op de meest eervolle wijze ontslag verleend als lid van de interdepartementale commissie van advies inzake aangelegenheden het werkfonds en de werkverschaffing betref fende, onder dankzegging voor de door hem in deze functie bewezen diensten. Benoemd is tot lid van bovengenoemde com missie de heer mr. O. G. W. Spitzen, admi nistrateur van Binnenlandsche Zaken. By beschikking van den minister van Wa terstaat zyn met ingang van 1 Juli 1937 be noemd tot adjunct-rijksinspecteur van het ver keer in tydeiyken dienst voor den tüd van ten hoogste een jaar, mr. G. M. J. Henket ter standplaats Arnhem, ir. P. A. C. du Pui ter standplaats 's-Hertogenbosch en ir. J. A. C. Oudemans ter standplaats 's-Gravenhage. De tooneelspeler Adolphe Engers zal voor het komende seizoen vast verbonden zyn aan het Vereenigd Rotterdamsch Hofstadtooneel, onder directie van Cor van der Lugt Melsert. By K.B. is met ingang van 21 Juni 1937 by het Luchtvaartbedryf te Soesterberg benoemd tot technisch hoofdambtenaar in vasten dienst de heer I Brokaar. eigenaardig! Ja, ik wist wel, dat ik een ac]> den broer van myn vader, die vele V,,.1, geleden naar Amerika is gegaan; maar "sta ons noo'i; schreef, of wij hem, was ik zyn an haast vergeten. Ik geloof, dat, om de 'lKof andere reden, vader en hij niet goed met *5'ih»r„Waren' althans ze hielden geen briefwis- Ox uw vader in leven?" V hy is een paar jaar geleden gestorven Sa? moeder heb ik verloren, toen ik nog "en klein kind was. Ik heb heel weinig G' alleen de tante, bij wie ik woon, en nog jW?aar neven en nichtjes. Dus is het wel h gp als ie dan hoort, dat je een oom hebt, j? belang in je stelt, al is hy dan ook wat af, dat hy je eenige hulp zou kunnen Jw^'Uekeurlg dacht Thurston, wat zy wel ba Zou' aIs ze wis*'' dat ZÜ een half millioen "den zou krygen by het overiyden van Mr. Jesson. En dat de goede man nog maar een maand of acht, negen te leven had, hiervan was hy wel zeker, al had hy tegen den patiënt zei ven dan ook gesproken van een jaar of twee, drie. Eigenaardig, dat Thurston nu al twee maan den in Engeland was, vóór hy de opdracht van Mr. Jesson ging uitvoeren. In het eerst was hij bijzonder dankbaar geweest voor het milde ca deau, dat hem over zijn geldelijke verlegenheid had heengeholpen en hem in staat had gesteld, een land te verlaten, waar hy absoluut geen sympathie meer voor voelde. Maar dankbaarheid duurde nooit lang bij Turnston; zoo was hij het nu ook alweer van een anderen kant gaan be schouwen en dacht: Vijfhonderd pond mocht dan al heel wat zijn voor zoo'n armen stakkerd, als hy, een rijkaard als Mr. Jesson had er best duizend van kunnen maken! Intusschen had de gift hem toch maar in staat gesteld, een eerste klas overtocht te nemen naar Engeland en vervolgens, eerst in Londen en later in Parys, een vrooiyk leventje te lei den. Op den overtocht had hy kennis gemaakt met Sir John Villiers en zijn vrouw en die hadden hem een veertien dagen op hun jacht in Yorks hire gevraagd, gedurende de maanden Septem ber en October. Tijdens zyn verbiyf aldaar had hij zich ineens zijn belofte aan Mr. Jesson her innerd, en, toen hij tot de ontdekking was geko men, dat Brancepeth maar twee myien van de „Hut" aflag, had hij een paard gehuurd en was hy daarheen gereden. HOOFDSTUK IV Thurston was zijn lunch gaan gebruiken in het dorpslogement, en, terwyl de praatzieke eigenares een maaltyd voor hem klaarmaakte, had hy ruimschoots gelegenheid gehad, zich van het een en ander op de hoogte te stellen. Mr. Jesson en zijn dochter hadden een paar jaar in het oude huis met het boogvenster ge woond, vlak tegenover het logementje. Nu drie jaar geleden was Mr. Jesson onverwacht aan longontsteking gestorven en zijn dochter Audry, die geheel Onverzorgd achterbleef, was toen gaan wonen by haar tante, Mrs. Stephenson, de we duwe van den vorigen dominee, die ook nog een zoon bij zich aan huis had, die directeur van de Bank was, daar op de plaats. „Ik heb Mr. Jesson zelf niet gekend, sir, want die is gestorven, juist even, nadat ik hier kwam. Ik geloof, dat hij John of James heette van zyn voornaam, maar daar kan ik my i ook in ver gissen. Miss Audry en haar tante en neef ken ik goed. Ze zeggen, dat de jongelui het samen wel eens zullen worden, maar my dunkt, dat Mr. Philip het wel wat hoogerop kon zoeken, want zy heeft geen cent en mooi is ze ook niet. 't Is maar een nietig^ding, met een bleek gezichtje en groote, donkere* oogen, om bang van te wor den! In ieder geval is zy in 't minst niet huis- houdelyk aangelegd; geeft om niets, dan om haar viool. Neen, Mr. Philip zou zeker niet goed af zijn, als hy haar nam!" Thurston glimlachte eens. „Ik zie wel, dat Miss Jesson niet erg by u in de gunst staat," meende hy. „O, ik heb niets tegen haar, sir. Ze is wel wat hooghartig, maar toch niet onvriendelyk. En ik geloof, dat ze haar pret wel op kan by Mrs. Ste phenson, want die moet verbazend op de pen ning zyn en Miss Audry heeft maar zelden een pleziertje, als andere jonge dames." „Waarom blijft zy dan by haar tante, zou ik zeggen?" vroeg Thurston. „Heeft zy geen an dere familie?" „Voor zoover ik weet, niet, sir. Mr. Jesson moet nog een broer in Amerika of Australië hebben, maar of die nu in leven, dan wel dood is, daar weet ik allemaal niets van; in ieder geval heb ben ze in geen jaren van hem gehoord. Maar uw lunch is klaar, sir; ik hoop, dat die naar uw smaak zal zijn." Toen Thurston Audry nu zag, herinnerde hy zich de beschryving van de logementhoudster en hy begreep zeer goed, dat een dergelyke teerheid van uiterlyk haar niet bekoren kon. Maar hy vond, dat het zonde en jammer zou zyn, als „dat nietige ding met de donkere oogen" en het half millioen ten deel zou vallen aan zoo'n dro gen, saaien kantoorheer! De uitdrukking in zyn staalblauwe oogen werd haast zacht en teeder, als hy naar haar keek. „Ik kan u wel verzekeren, dat Mr. Jesson zeer veel belang in u stelt. Hij wilde, dat u hem eens schreef en dat u hem uw partret stuurde." „Dat zal ik dan ook vast doen. Als u maar niet vergeet, my zijn adres te geven, eer u gaat. Waar woont hij en wat voor soort man is hy?" „Welke vraag moet ik nu het eerst beant woorden?" „O, welke u wilt!" „Nu, Mr. Jesson is een lange man, met een flinke houding en een gryzen baard. Hy moet heel knap zyn geweest, toen hy jong was....' „Net als vader!" viel zy in. „Hy is ouderwets hoffelyk in zyn manieren, volkomen in overeenstemming met geheel zyn verschyning. Hy is zeer vriendelyk en gastvrij en woont in een heerlyk huis, met een prachtig overgroeide veranda en allerschilderachtigst ge legen, te midden van citroen- en sinaasappelaam plantingen. Achter het huis ligt een heuvel, haast hoog genoeg, om een berg genoemd te worden. Zoo heerlyk is het huis afgesloten van de wereld, dat het een paradys van rust en vrede lijkt." „Is het al lang geleden, dat u daar geweest is, Mr. Thurston?" „Neen, niet lang. Ik heb er een maand door gebracht, juist vóór ik naar Engeland terugkeer de. Mr. Jesson had een ongeluk gehad: zyn paard had hem afgeworpen. Ik was toen in een mynwerkerskamp, een paar mylen van Glen- caim, maar zyn opzichter liet my halen." „Is u dan dokter?" Thurston haalde de schouders op: „Och, ik ben zoowat van alles, Miss Jesson. Ja, ik ben dokter, maar ik had altyd 't land aan dat ambt, ofschoon myn medische kennis my van veel nut is geweest op het zwervend leven, dat ik leidde, in de vele plaatsen, die lk heb bezocht gedurende de laatste zeven of acht jaren." „En is u nu van plan, zich voor goed ergens te vestigen?" vroeg Audry met een vleiende uit drukking van belangstelling op haar gezichtje., „Dat hangt er van af. Dat kan ik nooit zoo van te voren zeggen. Maar mag ik eens even kyken, Miss Jesson," zei hy, zyn horloge te voorschyn halend. „Ik vrees, dat ik u nu al lang genoeg van uw studie heb afgehouden!" „O, neen, gaat u als 't u blieft, nog niet weg! Ik moet u nog van allerlei vragen." Dit zeggende belde zy en nam een vryheid, die zy zich haast nog nooit veroorloofd had in heC huis van haar tante, door n.l. om thee te schellen. Niet lang duurde het, of Ellen zette alles klaar en zoo verliep er een gezellig half uur, waarin ze elkaar zooveel te vertellen en te vragen had den, dat ze niet wisten, hoe dit bezoek nu al meer dan een uur geduurd had. Hy keek het vertrek eens rond en zoo bleef onwillekeurig zyn blik op de viool rusten en hy verzocht haar, wat voor hem te spelen. zy gaf onmiddeliyk gevolg aan die uitnoodi- ging. Liefkoozend bijna nam zy het instrument uit de kist,' of ze de viool lief had, als vertolk ster van haar innigste gevoelens. Het Adagio, dat zy hem voorspeelde, kende hij niet, maar hy genoot, niet alleen van de klanken, maar ook van de allerliefste speelster zelve, sieriyk als hy haar den stok zag op en neer bewegen, terwyi zy dien over de snaren liet glyden. Hy had zoo wel uren naar haar willen luisteren. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 3