Herziening van de Grondwet be vloekI=== jjan zijn leven MEENING DER NIEUW TWEEDE KAMER MOTORRIJDER ERNSTIG GEWOND ZATERDAG 26 JUNI 1937 N.S.B.-klanken Nieuwe gezanten Het weer op Zondag IT* naar het Engelsch Over het algemeen werd verwezen naar hetgeen bij de eerste be handeling gezegd is Schadeloosstelling Tweede Kamerleden Ministers zonder portefeuille Kiesstelsel Revolutionnaire vertegen woordigers Ordening Diverse voorstellen Parlementaire onschend baarheid LETTERKUNDIGEN BIJEEN Vergadering te Rotterdam TOELATING VAN PERSONEN IN NED.-INDIë Kon. besluit in de Staatscourant verschenen De nieuwe gezant te Praag Nog geen warm weer te verwachten GELDVERKEER MET BELGIË EN DUITSCHLAND De nieuwe gezant te Warschau DOOR EEN DOLLEN STIER AANGEVALLEN Veehouder zwaar gekwetst DIENSTWEIGERING Ook in hooger beroep een jaar geëischt GEWRAAKTE UITZENDING Repressieve controle uitgeoefend Twee auto's tegen elkaar gereden Wijziging in de departementale structuur In botsing gekomen met een auto die hierbij over den kop sloeg Jongeman doodgereden Jongetje overreden en gedood Anton Verheyen UIT DE STAATSCOURANT Kamer van toezicht notarissen Kantonrechter-plaats- vervanger Eervol ontslag buiten gewoon gezant Posterijen Het afdeelingsonderzoek der Tweede Kamer yan de wetsontwerpen, betreffende de Grond wetsherziening heeft de commissie van rappor teurs aanleiding gegeven tot mededeeling o.a. yan het volgende: Over het algemeen bepaalde men zich bij deze hernieuwde behandéling van de voorstellen tot Grondwetsherziening tot een verwijzing naar hetgeen bij de schriftelijke en mondelinge be- j handeling van de aanvankelijke voorstellen werd gezegd, zulks in navolging van de regeering, die hl haar memorie van toelichting eveneens met e«n verwijzing naar de gewisselde stukken en ^voerde beraadslagingen volstaat. Eenige leden gaven als hun meening te ken- hsn, dat voor deze Grondwetsherziening geen j énkele aannemelijke reden bestaat, behalve voor 'oever zij betreft de regeling van het inkomen yan den Prins-Gemaal, welke regeling echter °ok wel langs anderen weg op bevredigende Wijze tcï stand had kunnen komen. Als feitelijk liotief voor deze herziening zagen zij het stre wn der regeering om van den angst van de 5-D.A.P. voor een zoogenaamde fascistische dic- jatuur gebruik te maken om voorgoed de dic tatuur van de regeerende partijen, in de eerste Maats van de R.K. Staatspartij, te vestigen, i Deze leden verklaarden tegen alle ontwerpen, hiet uitzondering van het eerste, te zullen stem- hien. Naar hun oordeel vormt het geheel dier Ontwerpen een ernstige inbreuk op de door de Grondwet van 1814 gewaarborgde historische Rilheden van het volk, welke vrijheden sinds dien systematisch zijn beknot. dezelfde leden wezen er nog op, dat wel is I Waar artikel 7 der Grondwet nu ongewijzigd Wordt gelaten, doch dat reeds het voornemen h te kennen gegeven, zonder Grondwetsherzie ning tot hetzelfde resultaat te komen. Zij acht- ten dit typeerend voor den revolutionnairen j 'eest van het huidige regime. Deze mentaliteit h te verklaren zoowel uit den oorsprong van pt heerschende stelsel, n.l. de Fransche revo- Jdtie, als uit de overtuiging, dat dit stelsel ten einde loopt en het tijdperk van den auto- 'itairen staat nadert, ondanks de zoogenaamde herwinning der democratie op 26 Mei j.l. Vele leden verklaarden in deze uiteenzet ting slechts een caricatuur te kunnen zien Van de motieven, welke de regeering heb ben geleid bij het indienen van haar voor- 1 stellen, waarvoor de zakelijke gronden bü j herhaling zijn uiteengezet. Het had bij de hierbedoelde leden overigens verwondering gewekt, dat voorstanders van den totali- I tairen staat zich meenen te moeten opwer pen als verdedigers van de volksvrijheden, die in het door hen voorgestane staats- bestel juist geheel zouden verdwijnen. De aan de orde zijnde voorstellen aldus deze leden vormen allerminst een be dreiging van die vrijheden, die de over- groote meerderheid der bevolking, in tegen stelling tot de dictatuur-partijen, wenscht te behouden. Verscheidene leden wezen er nog op, dat de ■Ö.A.P. zich bij de beoordeeling' van de regee- tl^Ssvoorstellen geheel door haar eigen inzich- I heeft laten leiden. De sociaal-democratische factie heeft zich in eersten termijn met de Pieste voorstellen vereenigd, maar tegen enkele ^'langrijke onderdeelen bezwaar gemaakt. De j 'lachte aan een samengaan van regeering en Ö.A.P. om voorgoed de dictatuur der regee- v^hde partijen te vestigen, komt, in dit licht ?,ien, wel zeer zonderling uit. 2ij kan slechts opkomen bij hen, die zelf, als 'i aan de macht zouden komen, allen anderen °htingen voorgoed den mond zouden trachten snoeren. j, benige leden hadden ernstige bedenking tegen L't bedrag der schadeloosstelling voor de leden 2" ^W€e<*e Kamer dat wordt voorgesteld. Deze „/ten stelden voorop, dat de Tweede Kamer 55bodig is. Ït*ïet verleenen van pensioen voor schadeloos- ^eUing achtten deze leden te eenenmale on- Sisch en reeds daarom onaanvaardbaar. l Andere leden merkten op, dat deze zienswijze Lelijk is ingegeven door vijandschap tegen to Parlementaire stelsel, welks werking ern- 8 zou worden geschaad, indien aan de leden k Tweede Kamer niet een zoodanige schade- jsstelling werd toegekend, dat het lidmaat- vtjj,aP door personen uit alle groepen der be- v^ing zonder te groot bezwaar kan worden Afgenomen. jJVeder andere leden hadden het bedrag der ^adeloosstelling liever tot ƒ4.000 verminderd ''en. zij meenden zich echter bij de tot stand gekomen oplossing te moeten neerleggen, omdat deze een compromis vormt. Eenige leden zagen voor de invoering van het instituut van ministers zonder portefeuille geen enkele reden aanwezig dan wellicht alleen den wensch om meer politici minister te kunnen doen worden, om vrienden te kunnen beloo- nen. Verscheiden leden gaven opnieuw te kennen, dat zij tegen dit nieuwe instituut in het alge meen geen bezwaar hadden, doch dat zij zich het recht voorbehielden, in ieder voorkomend geval zelfstandig te beoordeelen, of van de te verleenen bevoegdheid al dan niet een juist ge bruik wordt gemaakt. Naar hun oordeel dient dat gebruik tot het allernoodzakelijkste te wor den beperkt. Eenige leden verklaarden zich tegenstanders van ons geheele kiesstelsel en daarom ook van het thans gedane voorstel. Tegen de voorgestel de wijziging bestond by deze leden in het bij zonder nog dit bezwaar, dat de veranderingen in de Kieswet, waartoe die wyziging gelegenheid zal geven, slechts zullen dienen om de supre matie der groote partyen te bevestigen en nieu we stroomingen tegen te houden. By enkele andere leden bestond eveneens ern stige bedenking tegen een verdere bevoordeeling van de groote partyen. Van andere zyde werd bestreden, dat de vroe ger in de Kieswet aangebrachte wyzigingen de groote partyen onredelijk hebben bevoordeeld. De verdeeling van de beschikbare zetels ge schiedt thans, nu het stelsel der grootste ge middelden wordt toegepast, meer in overeen stemming met het evenredigheidsbeginsel dan onder de werking van het systeem der grootste overschotten. Verscheidene leden verklaarden ook thans, zich met het in het betreffende ontwerp ver vatte voorstel niet te kunnen vereenigen, zy achtten bepalingen als de voorgestelde onnoo- dig en ongewenscht. Tegen revolutionnair optreden binnen de ver tegenwoordigende lichamen kunnen en moeten de voorzitters dier lichamen waken, met ge bruikmaking van de maatregelen, welke de re glementen van orde hun daartoe ter beschikking stellen. Aan de voorgestelde nieuwe Grondwet- teiyke bepalingen bestaat derhalve geen be hoefte. Andere leden sloten zich bij deze beschouwin gen aan. Eenige leden noemden de voorgestelde bepa lingen ondemocratisch. Vele leden verdedigden het voorstel als een noodzakelijk gebleken aanvulling van hetgeen de Grondwet reeds bevat. Tegen misbruik waakt de stringente redactie van de voorgestelde bepalingen en zal voorts behooren te waken de door die bepalingen ge- eischte wettelijke regeling. Wat in Duitschland gebeurd is, vindt niet zijn fundament in be palingen als de thans aanhangige. Eenige leden verklaarden op zich zelf voor standers van ordening te zyn. Immers, zy be schouwden een corporatief systeem als het meest gewenschte. De ervaring had hun echter geleerd, dat de ordening onder het huidige systeem slechts dient om de werkelijke corpora tieve gedachte den wind uit de zeilen te nemen en de overheersching van kapitalisme plus amb tenaren, dus van het staatssocialisme, te ves tigen. Voorwaarde voor een werkelijke ordening meenden zij is de organisch gegroeide volksgemeenschap op nationalen en socialen grondslag, die pas kan ontstaan na het op heffen van de politieke partijen. On grond van deze zienswijze zouden de leden, hier aan het woord, zich ook tegen dit ontwerp moeten ver zetten. Van andere zijde werd hiertegenover ge steld, dat in de landen, welker systeem de bovenbedoelde leden zouden willen volgen, geen sprake is van ordening op den grond slag van een organisch gegroeide volksge meenschap, doch van dictatorialen dwang, waarvan het resultaat op economisch gebied juist met de door hen zelf gebezigde uit drukking: „kapitalisme plus ambtenaren" zeer goed zou zpn gekenschetst. Verscheidene leden oordeelden het hier be sproken voorstel van weinig beteekenis, wyl het bestaande artikel 194 in dit opzicht voldoende mogeiykheden opent. Andere leden zagen in de nieuw-voorgestelde bepalingen toch wel een wezeniyken vooruit gang. zy achtten daarin een krachtige stimu lans gelegen voor de ontwikkeling van de be- dryfsorganisatie. Verscheidene leden spraken er hun leedwezen over uit, dat in het laatste wetsontwerp zoo veel ongelijksoortige voorstellen zijn vereenigd en dat de regeering by de behandeling in eer sten termijn geweigerd heeft het ontwerp in eenige kleinere wetsvoordrachten te splitsen. Daardoor komen zy, die in het ontwerp een aantal goede bepalingen opgenomen achten, doch tegen andere der daarin vervatte wijzi gingen bezwaren hebben, voor een moeilijke be slissing te staan. Andere leden vestigden er in dit verband de aandacht op, dat bij deze Grondwetsherziening de splitsing in afzonderlijke ontwerpen reeds veel verder is doorgevoerd dan voorheen het geval was. By verscheidene leden bestond onoverkomeiyk bezwaar tegen de wyzigingen, welke beoogen het doen verloren gaan van de verkiesbaarheid door gerechteiyke vrijheidsberooving ook wegens politieke delicten en het opheffen van de par lementaire immuniteit in geval van opruiing of schending van geheimen. Vele leden daarentegen konden zich met de gedeeltelijke opheffing van de immuniteit zeer wel vereenigen. Een deel hunner zou zelfs ver der willen gaan en de immuniteit, feiteiyk een verouderd begrip, geheel willen afschaffen. Een aantal leden opperden bezwaar tegen het openen van de mogeiykheid, over te gaan tot de benoeming van staatssecretarissen. Verscheidene leden meenden, dat in bepaalde gevallen wel degelijk zakelijke gronden voor de benoeming van staatssecretarissen aanwezig kunnen zyn. In de te Rotterdam gehouden ledenvergade ring van de Vereeniging van Letterkundigen werden de periodiek aftredende bestuursleden dr P. C. Boutens, voorzitter, en Frans Bastiaanse, vice-vcorzitter, herkozen. In de plaats van den heer Siegfried van Praag, die naar het buiten land is vertrokken, stelde het bestuur de can- didaten dr. J. F. Otten en Anton van Duin kerken. Van de vergadering uit werd mr. Fran cois Pauwels gesteld. Na stemming en herstem ming staakten de stemmen tusschen de heeren Van Duinkerken en Pauwels, waarop de voor zitter de zaak uitstelde tot een volgende ver gadering. Het bestuur deelde nog mede, dat omtrent den mr. H. G. van der Vies-prys voor een oor spronkelijk tooneelstuk spoedig de noodige ge gevens zullen worden verstrekt. De in de Nederlandsche Staatscourant van 22 Februari 1932 no. 36 gepubliceerde bekend making nopens de toelating van personen in Nederlandsch-Indië wordt aangevuld met de volgende tusschen de voorlaatste en laatste alinea in te voegen passage: „Bij het koninklijk besluit van 11 Juni 1934 (Indisch staatsblad no. 397, juncto no. 608) werd aan het „toelatingsbesluit" (Indisch staats blad 1916 no. 47 zooals dat sedert is gewy'zigd en aangevuld) een nieuw artikel 8a toegevoegd. De daarin vervatte bepaling legt aan de scheep vaartmaatschappijen de verplichting op om Ne derlandsche immigranten, aan wie binnen zes weken na hun ontscheping in Nederlandsch- Indië de toelating is geweigerd, naar de plaats van inscheping terug te zenden. In verband hiermede zal voortaan de voor- loopige toelating van werkzoekende immigranten slechts kunnen geschieden voor een met even genoemden termijn overeenkomenden tyd. Hebben betrokkenen binnen dien tyd geen bestaansmiddel gevonden, dan zal hun de toe lating worden geweigerd. Echter kan met de voor terugzending aan sprakelijke scheepvaartmaatschappüen worden overeengekomen om de daadwerkeiyke verwy- dering van betrokkenen op te schorten, indien een redelijke kans bestaat, dat zy binnen niet te langen tyd alsnog een bestaansmiddel vin den en zulks niet leidt tot schade van het land." De Staatscourant van Donderdag bevat het Koninkiyk besluit van 18 Juni 1937, waarbij zijn benoemd: tot Hr. Ms. buitengewoon gezant en gevol machtigd minister te Kopenhagen, tevens ge accrediteerd by de Republieken Littauen, Est land en Letland, H. W. G. M. ridder Huyssen van Kattendyke; tot Hr. Ms. buitengewoon gezant en gevol machtigd minister te Praag mr. dr. L. Carsten; tot Hr. Ms. buitengewoon gezant en gevol machtigd minister te Warschau mr. J. J. B. Bosch ridder van Rosenthal. De nieuwe gezant der Nederlanden te Praag, mr. dr. L. Carsten, werd 28 Februari 1888 te Leeuwarden geboren en is dus 49 jaar. Mr. Carsten studeerde te Leiden, waar hy promoveerde tot doctor in de rechten en in de staatswetenschappen. Na in Juni 1916 tijdeiyk werkzaam te zyn ge steld aan 't toenmalige departement van Oorlog, werd hy in November van dat jaar benoemd tot adjunct-commies aan het departement van Buitenlandsche Zaken. 25 Juni 1920 werd hy benoemd tot gezant- schaps-attaché en werkzaam gesteld te Brussel. In 1921 keerde hij naar het departement in Den Haag terug, waar 13 Februari 1922 zyn be vordering volgde tot gezantschapssecretaris 2e klasse, terwijl hy van 1 Mei van dat jaar af optrad als secretaris van minister van Karne- beek. „Logeert u by de Villiers?" vroeg Mrs. Ste phenson. „Is Mrs. Villiers er ook?" „Op het oogenblik is zy nog op het vasteland. Maar de volgende week komt zy terug. Nu is het enkel nog maar een heerenparty." Hij gaf Audry de hand en zei: „Vergeet u vooral niet, aan Mr. Jesson te schryven." „Maar u heeft my het adres nog niet gege ven!" „Hoe vreemd!" zei hy, zijn zakboek doorbla derend. „Ik meende toch zoo vast, dat ik het hier had. Maar ik beloof u, dan zal ik het u zenden." „Komt u het liever brengen, Mr. Thurston," zei Mrs. Stephenson beleefd. „In den regel ben ik 's middags thuis." „Heel graag," antwoordde hij. „Mag ik u even helpen uw muziek oprapen, Miss Jesson?" vroeg hij daarop aan Audry en bukte zich. Haast on hoorbaar fluisterde hy: „Kan ik u ook eens alleen thuis vinden?" „Op Maandagmiddag wel eens," fluisterde zy terug. Daarop reikte hy beiden dames nog eens de hand. Terwyi hij de hall doorliep, ging de voordeur open en trad er een kleine, donkere man binnen met een streng gezicht en dunne lippen. Hij keek verwonderd naar Thurston, die beleefd voor hem boog, daar hy hem terecht voor den heer des huizes hield. HOOFDSTUK V Audry had zulk een eentonig leventje, dat dit Reeds de vorige week konden geen al te gun stige vooruitzichten worden gegeven voor de Weersgesteldheid en sedert dien tijd is de alge- meene weerstoestand niet beter geworden. De te lage temperatuur, welke reeds op Maandag 14 dezer was ingetreden, heeft tot nu toe aangehou den. Wel werd op 19 dezer het diepste punt bereikt en steeg de temperatuur daarna tot iets beneden het normale niveau maar opnieuw is er den 24sten een daling gekomen, waarby het weer tegelyk betrokken is geraakt. De naaste oorzaak van dit koele weer is de aanhoudende Noordelijke wind, die over geheel West-Europa waait onder den invloed van het sterke gebied van hoogen druk, dat zich in het Westen over den Oceaan handhaaft. Aanvan- kelyk was het weer niet alleen te koud maar ook buiig onder den invloed van een depressie- gebied over Denemarken en de Noordzee maar toen dit in Noordelijke richting wegtrok hielden de buien op en werd het mooi weer. Vervolgens is er uit het Zuiden een ondiepe depressie op gekomen, die aanleiding heeft gegeven tot min of meer uiteenloopende internationale weer voorspellingen omdat het onzeker was welke richting zy zou inslaan en het een groot verschil zou maken of zy recht naar het Noorden of meer in Noordoostelyke richting zou optrekken. In het eerste geval zou het weer by Oostelij ken wind eerst warm zyn geworden, daarna zouden onweders zyn gevallen. In het tweede geval kon het doorslaan van den Noordenwind worden verwacht. Ten slotte is het tweede ge val verwezenlykt en bleef de koude lucht uit het Noorden toevloeien. De naaste vooruitzichten zyn hiermede nog niets verbeterd. Voorloopig kan men verwachten, dat de hooge druk in het Wes ten zal stand houden hetgeen beteekent: nog koel weer met Noordwestelijken wind. Regen zal er niet veel bij vallen behalve in het Oosten en uiterste Zuiden, waar het meer kan regenen. Of het opnieuw zon nig zal worden is geheel onzeker. Overigens zijn er geen aanwijzingen om groote veran deringen te verwachten. Men moet hierby echter in aanmerking nemen, dat het een groot verschil maakt of het weer betrokken of zonnig is zonder dat de andere weer- elementen anders zijn. In elk geval hebben wij voorloopig geen warm weer te wachten. (Nadruk verboden). Het maximumbedrag is verlaagd van 2000 tot 1600 Belga's voor postwissels en quitantie- zendingen naar België en voor verrekenzendin- gen en -postpakketten uit België. Eveneens voor verrekenzendingen en -pakketten naar België, indien de daarop ingevorderde bedragen op een postrekening daar te lande moeten worden ge stort. De Nederlandsche Kamer van Koophandel v. Duitschland te 's-Gravenhage deelt mede: Een nieuwe Runderlass geeft de volgende be palingen. Vennootschappen en vereenigingen in Duitsch land met formeelen zetel in het buitenland worden, met terugwerkende kracht, beschouwd als binnenlandsche vennootschappen of vereeni gingen. Dientengevolge kan worden verlangd, Na zyn benoeming op 7 Mei 1925 tot gezant schapssecretaris le klasse vertrok de heer Carsten in October 1926 in die functie naar Kopenhagen, waarna hy in April 1929 als zoo danig werd overgeplaatst naar Parys. Tydens zijn werkzaamheden aldaar werd mr. Carsten in 1929 bevorderd tot gezantschapsraad, waarna hij 8 December 1932 werd belast met de functie van zaakgelastigde te Warschau. 20 November 1934 werd den heer Carsten de persoonlijke titel van buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister toegekend. Mr. Carsten is officier in de orde van Oranje- Nassau, ridder in de orde van den Nederland- schen Leeuw, commandeur in de Danebrog- orde, ridder in de orde van de Poolster en offi cier van het Legioen van Eer. De nieuwe gezant der Nederlanden te War schau, mr. J. J. B. Bosch ridder van Rosenthal, werd 3 Mei 1889 te Dordrecht geboren. Hy stu deerde in Leiden en promoveerde aldaar tot doctor in de rechtswetenschap. Van Juli 1917 tot Februari 1919 was de heer Bosch werkzaam als candidaat-attaché in Constantinopel en Sophia, waarna hy in No vember 1920 werd benoemd tot gezantschaps attaché te Boekarest. Na eenige maanden werkzaam te zyn ge weest aan het departement van Buitenlandsche Zaken in Den Haag, werd mr. Bosch in Decem ber 1932 bevorderd tot gezantschapssecretaris, in welke functie hy werkzaam is geweest in Kopenhagen en in Constantinopel. Na zyn benoeming in 1926 tot gezantschaps secretaris le klasse, was de heer Bosch achter eenvolgens als zoodanig werkzaam in Madrid, Londen, Rio de Janeiro, Stockholm en Londen, waarop hy Februari 1932 werd bevorderd tot gezantschapraad. Mr. Bosch is officier in de orde van Oranje- Nassau, ridder in de Orde van George I van Griekenland en ridder in de Orde van de Poolster. ))*ui.yvauiiibc ia -lAAJj friou ia, uau aiv zou?" vroeg Thurston, terwyi hy Audry's handje dat zy, wanneer zij hun buitenlandsch deviezen- bezit in Duitsche waarden of in Sperrguthaben hebben omgezet, zonder daartoe vergunning te hebben verkregen, deze zaken ongedaan maken en de deviezen ter beschikking van de Reichs- bank stellen. Dienovereenkomstig zal de Reichsbank eischen, de gedurende dg Devisenbewirtschaftung ver kregen binnenlandsche effecten weer in het buitenland te verkoopen of uit dergelyke trans acties verkregen winsten aan de Deutsche Gold- diskontbank af te staan. Ook wanneer Sperrguthaben met vergunning verkregen zijn, kunnen in principe bovenge noemde maatregelen worden genomen, daar de Vergunning niet zou zyn verleend, indien het binnenlandsch karakter van de vennootschap (vereeniging) bekend was geweest. De veehouder H. te Overlangel is in de weide plotseling door een dollen stier aangevallen. Het woedende beest bewerkte den boer zoodanig met zyn horens, dat het slachtoffer zwaar gewond en bewusteloos neerviel. De ongelukkige, die be halve een aantal gebroken ribben nog zware in wendige kwetsuren had opgeloopen is per zie kenauto naar het ziekenhuis te Nijmegen over gebracht. Zyn toestand is zorgelijk. De stier is afgemaakt. Wegens dienstweigering was de 20-jarige P. Ph. K., gewoon dienstplichtig soldaat bij het 4e reg. veldartillerie te Ede door den Krygs- raad te 's Hertogenbosch veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, van welk vonnis hij in hooger beroep is gekomen. K. had eerst niet voldaan aan de oproeping om in werkelyken dienst te verschijnen en la ter toen hy, nadat hij verklaard had, geen ge bruik te willen maken van de Dienstweigeraars- wet, eindelyk in Ede was aangekomen, heeft hij geweigerd zyn dienstkleeding aan te trekken. Voor het Hoog Militair Gerechtshof zeide beklaagde, dat hij overtuigde gewetensbezwaren tegen den militairen dienst had en dat hy geen gebruik heeft willen maken van den ver- vangenden burgerlijken staatsdienst, omdat hij zich daarvoor niet geschikt achtte. Advocaat-fiscaal mr. A. Brants eischte be vestiging van het vonnis van den Krijgsraad. De uitspraak volgt later. Op de vragen van het Tweede Kamerlid Kry- ger in verband met de radio-uitzending van redevoeringen en toespraken ter vergadering van den Nederlandschen Bond van Jongelings- vereenigingen op gereformeerden grondslag op 6 Mei 1937 heeft de minister van Binnenland sche Zaken geantwoord: Op de gedeeltelyke uitzending door de N.C. R.V. van den 49sten bondsdag van den Neder landschen Bond van jongelingsvereeuigingen op gereformeerden grondslag is door de radio- omroep controle-commissie repressieve contróle uitgeoefend. Bepaalde normen zijn door de radio-omroep controle-commissie niet gesteld. Of op uit te spreken of uit te zenden redevoeringen al dan niet contróle zal worden uitgeoefend, wordt door de commissie geval voor geval beoordeeld. Uit het feit, dat vóór de uitzending aan de betrokken omroepvereenigingen noch een schema, noch een tekst van de uit te zenden redevoeringen was gevraagd, kon het den spre kers bekend zyn, dat preventieve controle niet zou worden toegepast. Wat de repressieve con tróle aangaat, was het den sprekers uiteraard niet bekend, of deze al dan niet zou worden gehouden. Op den Benoordenhoutscheweg te 's-Graven hage, ter hoogte van Filmstad, zijn twee auto's, een taxi en een particuliere wagen, op elkaar gebotst. Hoewel de beide wagens zwaar beschadigd werden, waren de verwondingen, welke de vier inzittenden, twee dames en twee heeren, niet van ernstigen aard. Alle slachtoffers konden, na in Bronovo waarheen de Geneeskundige Dienst hen ver voerd had verbonden te zyn, naar huis terug- keeren. Het ongeluk moet te wyten zyn aan een fiet ser, die plotseling den weg overstak. Naar wy vernemen ligt het in het voornemen, dat de binnenscheepvaart, welke thans onder het departement van Handel, Nyverheid en Scheepvaart ressorteert, zal overgaan naar het departement van Waterstaat. ied. Ik zal stilletjes weggaan van de anderen Vrijdagavond omstreeks zeven uur heeft zich tegenover „Huis ten Halve" te Soesterberg een ernstig motorongeluk voorgedaan. Door tot dus verre onopgehelderde oorzaak is hier de uit Til burg afkomstige motorrijder H. O. in botsing ge komen met een uit de tegenovergestelde rich ting komenden autp, bestuurd door den heer H. uit Amersfoort. Door de botsing sloeg de auto over den kop, doch de bestuurder kwam er wonderlyk genoeg ongedeerd af, terwyl de auto vrijwel niet werd beschadigd. Ernstiger was het met O. gesteld. Hij hep een schedelbreuk op en is nadat hem geestelijke en geneeskundige hulp was verleend, in schier hopeloozen toestand naar het ziekenhuis „De Lichtenberg" te Amersfoort overgebracht. De 17-jarige wielryder W. Kroes, die op weg was van Ferwerd naar Marrum, is Vrijdag bij het oversteken van den weg, by de zuivelfabriek te Marrum-Wester Nykerk, door een vee-auto uit Ternaard aangereden en op slag gedood. De jongeman, die achter een vrachtauto reed, vergewiste zich by het oversteken van den weg niet, of deze wel veilig was. In de Bussumschestraat te 's-Gravenhage is een 3-jarig jongetje, H. de B., wonende in ge noemde straat, door een vrachtauto overreden. Hoewel het ventje reeds herhaalde malen door den chauffeur gewaarschuwd was, was het toch achterop den auto geklommen, met het gevolg, dat, toen de vrachtwagen zich in be weging zette, de jongen er af viel en onder het rechterachterwiel terecht kwam. Het jeugdige slachtoffer was vrywel op slag dood. De G.G. en G.D. heeft het lykje naar het ziekenhuis aan den Zuidwal vervoerd. De heer Anton Verheyen zal a.s. seizoen in Vlaanderen voor het Davidsfonds en het Vlaamsch Verbond optreden met zyn nieuwste voordrachten: Peter Krasnov, van den Dubbe len Adelaar, naar het Roode Vaandel en Von- del's Gysbreght van Aemstel. De Minister van Justitie heeft herbenoemd met ingang van 15 Juli 1937 tot plaatsvervan gend lid der Kamer van Toezicht over de no tarissen en candidaat-notarissen te Rotterdam: mr. P. J. A. van Voorst Vader, kantonrechter te Dordrecht, en benoemd tot plaatsvervangend lid der Kamer van Toezicht over de notarissen en candidaat-notarissen te Zwolle W. C. Jonker, inspecteur der registratie en domeinen te Al melo. By K- B. zyn benoemd tot kantonrechter plaatsvervanger in het kanton Alkmaar: mr. H. Judell, advocaat en procureur te Bergen (N.-H.), mr. E. H. J. Wynne, advocaat en procureur te Alkmaar; mr. J. A. E. Buiskool, advocaat en procureur te Schagen, en mr. A. Schenkeveld, advocaat en procureur te Alkmaar. Bij K. B. zyn herbenoemd tot kantonrechter plaatsvervanger: in het kanton Utrecht: mr. K. L. C. M. L baron de Wykerslooth de Weerdesteyn; in het kanton Enschede: mr. D. te Winkel; in het kanton 's Hertogenbosch. mr. C. M. van Leeu wen; in het kanton Haarlem: mr. W. G. J. Veenhoven; in het kanton Middelburg: mr. H. van der Beke Callenfels; in het kanton Oost- burg: P. Erasmus; in 't kanton Beetsterzwaag: J. van der Sluis; in het kanton Gouda: mr. A. A. J. Rijksen en mr. J. L. J. A. van Mechelen; in het kanton lïel: jhr. mr. E. J. J. van Lidt de Jeude; in het kanton Gorinchem: mr. E. J. E. G. Vonkenberg; in het kanton Amsterdam: mr. J. Oppenoorth; in het kanton Hilversum: mr. W. van Loon. By K. B. van 18 Juni is aan mr. W. J. R. Thorbecke, buitengewoon gezant en gevolmach tigd minister der 2e klasse ter beschikking, op zyn verzoek eervol ontslag als zoodanig ver leend. By K.B. is met ingang van 1 September 1937 aan den referendaris der Posteryen, Telegrafie en Telefonie G. Boomstra, aangewezen als direc teur van het post-, telegraaf- en telefoonkan toor te Steenwijk, op zijn verzoek eervol ontslag verleend. (Wordt vervolgd). \.?®n de laatste tonen van het Adagio wegge- W waren' leek het hem nog, of het ver- Vo1 muziek was. Inderdaad voelde hy zich er getroffen, dat hy niet onmiddellyk iets 'eggen, maar eerst na enkele minuten haar dank uitsprak voor haar spel. was hy niet uitgesproken, toen de deur if'teh ng en Mrs' Stephenson binnentrad, die en verbaasd van de een naar den ander V,® hadden haar geen van beiden gemerkt, U at zy volop gelegenheid had, de situatie op •jjternen. ■ij ?®n hoestte zy eens waarschuwend, waarop vroeg; 5 Viuu 3e dien heer eens aan mij willen voor- te)» u1' Audry? Ik geloof niet, dat ik het genoe- v "eb, hem te kennen." khUrston zag, dat Audry een rilling door de \e v°er en dat alle kleur uit haar liefelyk- "d gezichtje week. Zelfs haar bevalligheid scheen haar te begeven, en bedeesd antwoordde zy: „Dit is Mr. Thurston, tante Johanna. Hy kwam my een boodschap brengen van myn oom in Califomië." „Je oom in Californië?O, je oom James bedoel je zeker? Ik dacht, dat hij al jarenlang dood en begraven was! Dus heeft hy zich dan toch eindelyk het bestaan van zyn bloedver wanten herinnerd? Maar daar zal hy wel een bedoeling mee hebben. Hy heeft ons zeker noo- dig!" Thurston voelde ineens een vreeselijken af keer tegen Mrs. Stephenson. Wat moest het een kwelling wezen voor dat arme, gevoelige jonge ding, voortdurend onder de tirannie van zoo'n banale vrouw te zyn! „Ik geloof niet, dat Mr. Jesson iets van zyn familie zal noodig hebben," zei hy koud. „Hy is zeer ryk." „O, ja? Is u een vriend van hem, sir?" „Die eer heb ik." Thurston gaf zoo duideiyk blyk van zyn anti pathie in uiteriyk en manieren, dat Mrs. Ste phenson het noodzakelyk merken moest. Audry haastte zich dus, eenige afleiding te bezorgen met haar toelichting: „Oom James heeft mij een heel vriendelyke boodschap gezonden, tante. Hy zou graag heb ben, dat ik hem eens schreef en myn portret in sloot." „Ja, ik hoop, dat u het niet vergeten zult. Maar nu moet ik weg. Dan vrees ik, dat ik toch eerst om zeven uur op the „Hut" ben." bezoek haar een ware oase in de woestyn was geweest. Ze bloosde nog, als ze dacht aan Thur- stons vraag, of hy niet een volgend samentref fen met haar alléén kon hebben. Wat zou hy wel van haar denken, dat zy daarin toegestemd had? lederen Maandagmiddag ging Mrs. Stephen son thee-drinken by de vrouw van den oudsten deelgenoot in de Bank, waarvan haar zoon di recteur was. Zoodra haar tante dien volgenden Maandag weg was, ging Audry naar haar kamer en kleed de zich met bijzondere zorg, waarna zy terug keerde naar den salon, haar viool nam en begon te spelen. Maar haar aandacht was verdeeld. Zou hy komen, of zou hy het adres misschien tóch over de post zenden?.... Neen, dan had hy niet zoo nadrukkeiyk gevraagd, wanneer hy haar alleen kon treffen. Even nadat het vier uur had geslagen, werd er gebeld, zy luisterde scherp, en ja, daar hoorde zij zyn stap en zijn stem in de hall. Maar hy moest niet denken, dat zy op hem wachtte. Dus ging zy yverig haar muziek by elkaar zoeken, toen de deur openging. „Mr. Thurston, Miss," kondigde het meisje aan. Uit zichzelf bracht Ellen later thee, wat haar een dankbaren blik van Audry bezorgde. ,Wat zag Miss Audry er gelukkig uit!" dacht zy. Toen keek zy naar de halve kroon, die Thur ston haar in de hand had gestopt en nam zich voor, die twee zooveel mogeiyk ter wille te zyn. Vornra f f o n m-H9 "Wlcf. 11 Hof. ilr kfimPTl wel wat langer dan noodig was in de zyne ge sloten hield. Het trof hem, dat zy er nu nóg aardiger uit zag dan den vorigen keer. „Omdat u het adres niet gezonden had, dacht ik, dat u wel zelf zou komen," zei ze. „Kijk, hier heeft u het," antwoordde hij en reikte haar een velletje uit zyn zakboek over „Maar als ik dit voorwendsel niet had gehad, zou ik er wel wat anders op hebben verzonnen, om toch hier te komen." Het aardige blosje verscheen weer op haar gezicht en haar hartje klopte van vreugde. In het uur, dat nu volgde, zetten zy de kennis making voort, met rassche schreden. Audry, die van nature juist teruggetrokken was, kon zich haast niet begrypen, hoe ze met zooveel vry- moedigheid en gemak kon spreken tegen iemand, die haar toch nagenoeg vreemd was. In den loop van het gesprek kwam Thurston te weten, dat zy iederen Dinsdag- en Vrydag- middag naar een boerenhoeve ging, drie myien van Brancepeth gelegen, om muziekles te geven aan de kinderen; dat ze daar op de fiets heen ging, als het goed weer was, maar dat ze er an ders heenliep, en dan gewooniyk teruggereden werd door een van haar leerlingen. Eer hy wegging, zou hy nu haar toestemming weten te verkrygen, om den volgenden dag met haar samen te komen aan het hek, dat naar het bosch leidde, zoowat een halve mijl van de boer- dery af, en dat langs het land liep van Sir John Villiers. "MTircrpn iocpn wil aart de wpstziidft van het en omtrent vier uur by u aan het hek zyn. Dan zal ik dat boek voor u meebrengen, dat u lezen wilt." En, doordat hy er dit voorwendsel nu zoo han dig had bygevoegd, kon Audry er tegenover haar geweten vrede mee hebben en beloofde zy dan ook, dat ze zorgen zou, precies op den afgespro ken tyd bij het hek te zyn. Deze ontmoeting nu op den volgenden middag was de eerste van een reeks dergelyke samen komsten, gedurende de volgende maand. Audry was er nu al zóó zeer aangewoon geraakt, den jager daar 's middags by 't hek. op haar te vin den wachten, waarna zy dan haar fiets tusschen de boomen zette en zelf plaats nam op een om gevallen stam, dat zij zich ten zeerste teleurge steld voelde den eenigen keer, dat hij geen kans had gezien, zich van de anderen af te zonderen. Nu eerst begon zy wat van het leven te genie ten, dacht zy, en zy was er immers ook nog jong genoeg voor: ze telde pas negentien. Haar vader was een Jaar voor zijn dood volslagen hulpbehoevend geweest en op héér was de zorg voor het grootste deel aangekomen. Toen was zij by tante Stephenson aan huis komen wonen, in haar hart een goede vrouw, maar die in le vensopvatting hemelsbreed van het jonge ding verschilde. Audry had ook maar heel weinig jongelui ont moet en dan meest van een zeer alledaagsch en weinigzeggend type, waartegenover de knappe, ridderiyke Dick Thurston, die overal was ge weest en overal van wist te praten, een ware held was!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 3