Herziening van de Grondwet
be vloekI===
jjan zijn leven
MEENING DER NIEUW
TWEEDE KAMER
MOTORRIJDER ERNSTIG
GEWOND
ZATERDAG 26 JUNI 1937
N.S.B.-klanken
Nieuwe gezanten
Het weer op Zondag
IT* naar het Engelsch
Over het algemeen werd verwezen
naar hetgeen bij de eerste be
handeling gezegd is
Schadeloosstelling Tweede
Kamerleden
Ministers zonder portefeuille
Kiesstelsel
Revolutionnaire vertegen
woordigers
Ordening
Diverse voorstellen
Parlementaire onschend
baarheid
LETTERKUNDIGEN BIJEEN
Vergadering te Rotterdam
TOELATING VAN PERSONEN
IN NED.-INDIë
Kon. besluit in de Staatscourant
verschenen
De nieuwe gezant te Praag
Nog geen warm weer te
verwachten
GELDVERKEER MET BELGIË
EN DUITSCHLAND
De nieuwe gezant te Warschau
DOOR EEN DOLLEN STIER
AANGEVALLEN
Veehouder zwaar gekwetst
DIENSTWEIGERING
Ook in hooger beroep een jaar
geëischt
GEWRAAKTE UITZENDING
Repressieve controle uitgeoefend
Twee auto's tegen elkaar gereden
Wijziging in de departementale
structuur
In botsing gekomen met een auto
die hierbij over den kop sloeg
Jongeman doodgereden
Jongetje overreden en
gedood
Anton Verheyen
UIT DE STAATSCOURANT
Kamer van toezicht
notarissen
Kantonrechter-plaats-
vervanger
Eervol ontslag buiten
gewoon gezant
Posterijen
Het afdeelingsonderzoek der Tweede Kamer
yan de wetsontwerpen, betreffende de Grond
wetsherziening heeft de commissie van rappor
teurs aanleiding gegeven tot mededeeling o.a.
yan het volgende:
Over het algemeen bepaalde men zich bij deze
hernieuwde behandéling van de voorstellen tot
Grondwetsherziening tot een verwijzing naar
hetgeen bij de schriftelijke en mondelinge be-
j handeling van de aanvankelijke voorstellen werd
gezegd, zulks in navolging van de regeering, die
hl haar memorie van toelichting eveneens met
e«n verwijzing naar de gewisselde stukken en
^voerde beraadslagingen volstaat.
Eenige leden gaven als hun meening te ken-
hsn, dat voor deze Grondwetsherziening geen
j énkele aannemelijke reden bestaat, behalve voor
'oever zij betreft de regeling van het inkomen
yan den Prins-Gemaal, welke regeling echter
°ok wel langs anderen weg op bevredigende
Wijze tcï stand had kunnen komen. Als feitelijk
liotief voor deze herziening zagen zij het stre
wn der regeering om van den angst van de
5-D.A.P. voor een zoogenaamde fascistische dic-
jatuur gebruik te maken om voorgoed de dic
tatuur van de regeerende partijen, in de eerste
Maats van de R.K. Staatspartij, te vestigen,
i Deze leden verklaarden tegen alle ontwerpen,
hiet uitzondering van het eerste, te zullen stem-
hien. Naar hun oordeel vormt het geheel dier
Ontwerpen een ernstige inbreuk op de door de
Grondwet van 1814 gewaarborgde historische
Rilheden van het volk, welke vrijheden sinds
dien systematisch zijn beknot.
dezelfde leden wezen er nog op, dat wel is
I Waar artikel 7 der Grondwet nu ongewijzigd
Wordt gelaten, doch dat reeds het voornemen
h te kennen gegeven, zonder Grondwetsherzie
ning tot hetzelfde resultaat te komen. Zij acht-
ten dit typeerend voor den revolutionnairen
j 'eest van het huidige regime. Deze mentaliteit
h te verklaren zoowel uit den oorsprong van
pt heerschende stelsel, n.l. de Fransche revo-
Jdtie, als uit de overtuiging, dat dit stelsel
ten einde loopt en het tijdperk van den auto-
'itairen staat nadert, ondanks de zoogenaamde
herwinning der democratie op 26 Mei j.l.
Vele leden verklaarden in deze uiteenzet
ting slechts een caricatuur te kunnen zien
Van de motieven, welke de regeering heb
ben geleid bij het indienen van haar voor-
1 stellen, waarvoor de zakelijke gronden bü
j herhaling zijn uiteengezet. Het had bij de
hierbedoelde leden overigens verwondering
gewekt, dat voorstanders van den totali-
I tairen staat zich meenen te moeten opwer
pen als verdedigers van de volksvrijheden,
die in het door hen voorgestane staats-
bestel juist geheel zouden verdwijnen.
De aan de orde zijnde voorstellen aldus
deze leden vormen allerminst een be
dreiging van die vrijheden, die de over-
groote meerderheid der bevolking, in tegen
stelling tot de dictatuur-partijen, wenscht
te behouden.
Verscheidene leden wezen er nog op, dat de
■Ö.A.P. zich bij de beoordeeling' van de regee-
tl^Ssvoorstellen geheel door haar eigen inzich-
I heeft laten leiden. De sociaal-democratische
factie heeft zich in eersten termijn met de
Pieste voorstellen vereenigd, maar tegen enkele
^'langrijke onderdeelen bezwaar gemaakt. De
j 'lachte aan een samengaan van regeering en
Ö.A.P. om voorgoed de dictatuur der regee-
v^hde partijen te vestigen, komt, in dit licht
?,ien, wel zeer zonderling uit.
2ij kan slechts opkomen bij hen, die zelf, als
'i aan de macht zouden komen, allen anderen
°htingen voorgoed den mond zouden trachten
snoeren.
j, benige leden hadden ernstige bedenking tegen
L't bedrag der schadeloosstelling voor de leden
2" ^W€e<*e Kamer dat wordt voorgesteld. Deze
„/ten stelden voorop, dat de Tweede Kamer
55bodig is.
Ït*ïet verleenen van pensioen voor schadeloos-
^eUing achtten deze leden te eenenmale on-
Sisch en reeds daarom onaanvaardbaar.
l Andere leden merkten op, dat deze zienswijze
Lelijk is ingegeven door vijandschap tegen
to Parlementaire stelsel, welks werking ern-
8 zou worden geschaad, indien aan de leden
k Tweede Kamer niet een zoodanige schade-
jsstelling werd toegekend, dat het lidmaat-
vtjj,aP door personen uit alle groepen der be-
v^ing zonder te groot bezwaar kan worden
Afgenomen.
jJVeder andere leden hadden het bedrag der
^adeloosstelling liever tot ƒ4.000 verminderd
''en. zij meenden zich echter bij de tot stand
gekomen oplossing te moeten neerleggen, omdat
deze een compromis vormt.
Eenige leden zagen voor de invoering van het
instituut van ministers zonder portefeuille geen
enkele reden aanwezig dan wellicht alleen den
wensch om meer politici minister te kunnen
doen worden, om vrienden te kunnen beloo-
nen.
Verscheiden leden gaven opnieuw te kennen,
dat zij tegen dit nieuwe instituut in het alge
meen geen bezwaar hadden, doch dat zij zich
het recht voorbehielden, in ieder voorkomend
geval zelfstandig te beoordeelen, of van de te
verleenen bevoegdheid al dan niet een juist ge
bruik wordt gemaakt. Naar hun oordeel dient
dat gebruik tot het allernoodzakelijkste te wor
den beperkt.
Eenige leden verklaarden zich tegenstanders
van ons geheele kiesstelsel en daarom ook van
het thans gedane voorstel. Tegen de voorgestel
de wijziging bestond by deze leden in het bij
zonder nog dit bezwaar, dat de veranderingen in
de Kieswet, waartoe die wyziging gelegenheid
zal geven, slechts zullen dienen om de supre
matie der groote partyen te bevestigen en nieu
we stroomingen tegen te houden.
By enkele andere leden bestond eveneens ern
stige bedenking tegen een verdere bevoordeeling
van de groote partyen.
Van andere zyde werd bestreden, dat de vroe
ger in de Kieswet aangebrachte wyzigingen de
groote partyen onredelijk hebben bevoordeeld.
De verdeeling van de beschikbare zetels ge
schiedt thans, nu het stelsel der grootste ge
middelden wordt toegepast, meer in overeen
stemming met het evenredigheidsbeginsel dan
onder de werking van het systeem der grootste
overschotten.
Verscheidene leden verklaarden ook thans,
zich met het in het betreffende ontwerp ver
vatte voorstel niet te kunnen vereenigen, zy
achtten bepalingen als de voorgestelde onnoo-
dig en ongewenscht.
Tegen revolutionnair optreden binnen de ver
tegenwoordigende lichamen kunnen en moeten
de voorzitters dier lichamen waken, met ge
bruikmaking van de maatregelen, welke de re
glementen van orde hun daartoe ter beschikking
stellen. Aan de voorgestelde nieuwe Grondwet-
teiyke bepalingen bestaat derhalve geen be
hoefte.
Andere leden sloten zich bij deze beschouwin
gen aan.
Eenige leden noemden de voorgestelde bepa
lingen ondemocratisch.
Vele leden verdedigden het voorstel als een
noodzakelijk gebleken aanvulling van hetgeen
de Grondwet reeds bevat.
Tegen misbruik waakt de stringente redactie
van de voorgestelde bepalingen en zal voorts
behooren te waken de door die bepalingen ge-
eischte wettelijke regeling. Wat in Duitschland
gebeurd is, vindt niet zijn fundament in be
palingen als de thans aanhangige.
Eenige leden verklaarden op zich zelf voor
standers van ordening te zyn. Immers, zy be
schouwden een corporatief systeem als het
meest gewenschte. De ervaring had hun echter
geleerd, dat de ordening onder het huidige
systeem slechts dient om de werkelijke corpora
tieve gedachte den wind uit de zeilen te nemen
en de overheersching van kapitalisme plus amb
tenaren, dus van het staatssocialisme, te ves
tigen. Voorwaarde voor een werkelijke ordening
meenden zij is de organisch gegroeide
volksgemeenschap op nationalen en socialen
grondslag, die pas kan ontstaan na het op
heffen van de politieke partijen. On grond van
deze zienswijze zouden de leden, hier aan het
woord, zich ook tegen dit ontwerp moeten ver
zetten.
Van andere zijde werd hiertegenover ge
steld, dat in de landen, welker systeem de
bovenbedoelde leden zouden willen volgen,
geen sprake is van ordening op den grond
slag van een organisch gegroeide volksge
meenschap, doch van dictatorialen dwang,
waarvan het resultaat op economisch gebied
juist met de door hen zelf gebezigde uit
drukking: „kapitalisme plus ambtenaren"
zeer goed zou zpn gekenschetst.
Verscheidene leden oordeelden het hier be
sproken voorstel van weinig beteekenis, wyl het
bestaande artikel 194 in dit opzicht voldoende
mogeiykheden opent.
Andere leden zagen in de nieuw-voorgestelde
bepalingen toch wel een wezeniyken vooruit
gang. zy achtten daarin een krachtige stimu
lans gelegen voor de ontwikkeling van de be-
dryfsorganisatie.
Verscheidene leden spraken er hun leedwezen
over uit, dat in het laatste wetsontwerp zoo
veel ongelijksoortige voorstellen zijn vereenigd
en dat de regeering by de behandeling in eer
sten termijn geweigerd heeft het ontwerp in
eenige kleinere wetsvoordrachten te splitsen.
Daardoor komen zy, die in het ontwerp een
aantal goede bepalingen opgenomen achten,
doch tegen andere der daarin vervatte wijzi
gingen bezwaren hebben, voor een moeilijke be
slissing te staan.
Andere leden vestigden er in dit verband de
aandacht op, dat bij deze Grondwetsherziening
de splitsing in afzonderlijke ontwerpen reeds
veel verder is doorgevoerd dan voorheen het
geval was.
By verscheidene leden bestond onoverkomeiyk
bezwaar tegen de wyzigingen, welke beoogen het
doen verloren gaan van de verkiesbaarheid door
gerechteiyke vrijheidsberooving ook wegens
politieke delicten en het opheffen van de par
lementaire immuniteit in geval van opruiing of
schending van geheimen.
Vele leden daarentegen konden zich met de
gedeeltelijke opheffing van de immuniteit zeer
wel vereenigen. Een deel hunner zou zelfs ver
der willen gaan en de immuniteit, feiteiyk een
verouderd begrip, geheel willen afschaffen.
Een aantal leden opperden bezwaar tegen het
openen van de mogeiykheid, over te gaan tot
de benoeming van staatssecretarissen.
Verscheidene leden meenden, dat in bepaalde
gevallen wel degelijk zakelijke gronden voor de
benoeming van staatssecretarissen aanwezig
kunnen zyn.
In de te Rotterdam gehouden ledenvergade
ring van de Vereeniging van Letterkundigen
werden de periodiek aftredende bestuursleden dr
P. C. Boutens, voorzitter, en Frans Bastiaanse,
vice-vcorzitter, herkozen. In de plaats van den
heer Siegfried van Praag, die naar het buiten
land is vertrokken, stelde het bestuur de can-
didaten dr. J. F. Otten en Anton van Duin
kerken. Van de vergadering uit werd mr. Fran
cois Pauwels gesteld. Na stemming en herstem
ming staakten de stemmen tusschen de heeren
Van Duinkerken en Pauwels, waarop de voor
zitter de zaak uitstelde tot een volgende ver
gadering.
Het bestuur deelde nog mede, dat omtrent
den mr. H. G. van der Vies-prys voor een oor
spronkelijk tooneelstuk spoedig de noodige ge
gevens zullen worden verstrekt.
De in de Nederlandsche Staatscourant van
22 Februari 1932 no. 36 gepubliceerde bekend
making nopens de toelating van personen in
Nederlandsch-Indië wordt aangevuld met de
volgende tusschen de voorlaatste en laatste
alinea in te voegen passage:
„Bij het koninklijk besluit van 11 Juni 1934
(Indisch staatsblad no. 397, juncto no. 608)
werd aan het „toelatingsbesluit" (Indisch staats
blad 1916 no. 47 zooals dat sedert is gewy'zigd
en aangevuld) een nieuw artikel 8a toegevoegd.
De daarin vervatte bepaling legt aan de scheep
vaartmaatschappijen de verplichting op om Ne
derlandsche immigranten, aan wie binnen zes
weken na hun ontscheping in Nederlandsch-
Indië de toelating is geweigerd, naar de plaats
van inscheping terug te zenden.
In verband hiermede zal voortaan de voor-
loopige toelating van werkzoekende immigranten
slechts kunnen geschieden voor een met even
genoemden termijn overeenkomenden tyd.
Hebben betrokkenen binnen dien tyd geen
bestaansmiddel gevonden, dan zal hun de toe
lating worden geweigerd.
Echter kan met de voor terugzending aan
sprakelijke scheepvaartmaatschappüen worden
overeengekomen om de daadwerkeiyke verwy-
dering van betrokkenen op te schorten, indien
een redelijke kans bestaat, dat zy binnen niet
te langen tyd alsnog een bestaansmiddel vin
den en zulks niet leidt tot schade van het land."
De Staatscourant van Donderdag bevat het
Koninkiyk besluit van 18 Juni 1937, waarbij
zijn benoemd:
tot Hr. Ms. buitengewoon gezant en gevol
machtigd minister te Kopenhagen, tevens ge
accrediteerd by de Republieken Littauen, Est
land en Letland, H. W. G. M. ridder Huyssen
van Kattendyke;
tot Hr. Ms. buitengewoon gezant en gevol
machtigd minister te Praag mr. dr. L. Carsten;
tot Hr. Ms. buitengewoon gezant en gevol
machtigd minister te Warschau mr. J. J. B.
Bosch ridder van Rosenthal.
De nieuwe gezant der Nederlanden te Praag,
mr. dr. L. Carsten, werd 28 Februari 1888 te
Leeuwarden geboren en is dus 49 jaar.
Mr. Carsten studeerde te Leiden, waar hy
promoveerde tot doctor in de rechten en in de
staatswetenschappen.
Na in Juni 1916 tijdeiyk werkzaam te zyn ge
steld aan 't toenmalige departement van Oorlog,
werd hy in November van dat jaar benoemd
tot adjunct-commies aan het departement van
Buitenlandsche Zaken.
25 Juni 1920 werd hy benoemd tot gezant-
schaps-attaché en werkzaam gesteld te Brussel.
In 1921 keerde hij naar het departement in
Den Haag terug, waar 13 Februari 1922 zyn be
vordering volgde tot gezantschapssecretaris 2e
klasse, terwijl hy van 1 Mei van dat jaar af
optrad als secretaris van minister van Karne-
beek.
„Logeert u by de Villiers?" vroeg Mrs. Ste
phenson. „Is Mrs. Villiers er ook?"
„Op het oogenblik is zy nog op het vasteland.
Maar de volgende week komt zy terug. Nu is het
enkel nog maar een heerenparty."
Hij gaf Audry de hand en zei:
„Vergeet u vooral niet, aan Mr. Jesson te
schryven."
„Maar u heeft my het adres nog niet gege
ven!"
„Hoe vreemd!" zei hy, zijn zakboek doorbla
derend. „Ik meende toch zoo vast, dat ik het
hier had. Maar ik beloof u, dan zal ik het u
zenden."
„Komt u het liever brengen, Mr. Thurston,"
zei Mrs. Stephenson beleefd. „In den regel ben
ik 's middags thuis."
„Heel graag," antwoordde hij. „Mag ik u even
helpen uw muziek oprapen, Miss Jesson?" vroeg
hij daarop aan Audry en bukte zich. Haast on
hoorbaar fluisterde hy: „Kan ik u ook eens
alleen thuis vinden?"
„Op Maandagmiddag wel eens," fluisterde zy
terug.
Daarop reikte hy beiden dames nog eens de
hand.
Terwyi hij de hall doorliep, ging de voordeur
open en trad er een kleine, donkere man binnen
met een streng gezicht en dunne lippen. Hij
keek verwonderd naar Thurston, die beleefd
voor hem boog, daar hy hem terecht voor den
heer des huizes hield.
HOOFDSTUK V
Audry had zulk een eentonig leventje, dat dit
Reeds de vorige week konden geen al te gun
stige vooruitzichten worden gegeven voor de
Weersgesteldheid en sedert dien tijd is de alge-
meene weerstoestand niet beter geworden. De te
lage temperatuur, welke reeds op Maandag 14
dezer was ingetreden, heeft tot nu toe aangehou
den. Wel werd op 19 dezer het diepste punt
bereikt en steeg de temperatuur daarna tot iets
beneden het normale niveau maar opnieuw is
er den 24sten een daling gekomen, waarby het
weer tegelyk betrokken is geraakt.
De naaste oorzaak van dit koele weer is de
aanhoudende Noordelijke wind, die over geheel
West-Europa waait onder den invloed van het
sterke gebied van hoogen druk, dat zich in het
Westen over den Oceaan handhaaft. Aanvan-
kelyk was het weer niet alleen te koud maar
ook buiig onder den invloed van een depressie-
gebied over Denemarken en de Noordzee maar
toen dit in Noordelijke richting wegtrok hielden
de buien op en werd het mooi weer. Vervolgens
is er uit het Zuiden een ondiepe depressie op
gekomen, die aanleiding heeft gegeven tot min
of meer uiteenloopende internationale weer
voorspellingen omdat het onzeker was welke
richting zy zou inslaan en het een groot verschil
zou maken of zy recht naar het Noorden of
meer in Noordoostelyke richting zou optrekken.
In het eerste geval zou het weer by Oostelij
ken wind eerst warm zyn geworden, daarna
zouden onweders zyn gevallen. In het tweede
geval kon het doorslaan van den Noordenwind
worden verwacht. Ten slotte is het tweede ge
val verwezenlykt en bleef de koude lucht uit
het Noorden toevloeien.
De naaste vooruitzichten zyn hiermede
nog niets verbeterd. Voorloopig kan men
verwachten, dat de hooge druk in het Wes
ten zal stand houden hetgeen beteekent:
nog koel weer met Noordwestelijken wind.
Regen zal er niet veel bij vallen behalve in
het Oosten en uiterste Zuiden, waar het
meer kan regenen. Of het opnieuw zon
nig zal worden is geheel onzeker. Overigens
zijn er geen aanwijzingen om groote veran
deringen te verwachten. Men moet hierby
echter in aanmerking nemen, dat het een
groot verschil maakt of het weer betrokken
of zonnig is zonder dat de andere weer-
elementen anders zijn. In elk geval hebben
wij voorloopig geen warm weer te wachten.
(Nadruk verboden).
Het maximumbedrag is verlaagd van 2000
tot 1600 Belga's voor postwissels en quitantie-
zendingen naar België en voor verrekenzendin-
gen en -postpakketten uit België. Eveneens voor
verrekenzendingen en -pakketten naar België,
indien de daarop ingevorderde bedragen op een
postrekening daar te lande moeten worden ge
stort.
De Nederlandsche Kamer van Koophandel v.
Duitschland te 's-Gravenhage deelt mede:
Een nieuwe Runderlass geeft de volgende be
palingen.
Vennootschappen en vereenigingen in Duitsch
land met formeelen zetel in het buitenland
worden, met terugwerkende kracht, beschouwd
als binnenlandsche vennootschappen of vereeni
gingen. Dientengevolge kan worden verlangd,
Na zyn benoeming op 7 Mei 1925 tot gezant
schapssecretaris le klasse vertrok de heer
Carsten in October 1926 in die functie naar
Kopenhagen, waarna hy in April 1929 als zoo
danig werd overgeplaatst naar Parys. Tydens
zijn werkzaamheden aldaar werd mr. Carsten
in 1929 bevorderd tot gezantschapsraad, waarna
hij 8 December 1932 werd belast met de functie
van zaakgelastigde te Warschau.
20 November 1934 werd den heer Carsten de
persoonlijke titel van buitengewoon gezant en
gevolmachtigd minister toegekend.
Mr. Carsten is officier in de orde van Oranje-
Nassau, ridder in de orde van den Nederland-
schen Leeuw, commandeur in de Danebrog-
orde, ridder in de orde van de Poolster en offi
cier van het Legioen van Eer.
De nieuwe gezant der Nederlanden te War
schau, mr. J. J. B. Bosch ridder van Rosenthal,
werd 3 Mei 1889 te Dordrecht geboren. Hy stu
deerde in Leiden en promoveerde aldaar tot
doctor in de rechtswetenschap.
Van Juli 1917 tot Februari 1919 was de heer
Bosch werkzaam als candidaat-attaché in
Constantinopel en Sophia, waarna hy in No
vember 1920 werd benoemd tot gezantschaps
attaché te Boekarest.
Na eenige maanden werkzaam te zyn ge
weest aan het departement van Buitenlandsche
Zaken in Den Haag, werd mr. Bosch in Decem
ber 1932 bevorderd tot gezantschapssecretaris,
in welke functie hy werkzaam is geweest in
Kopenhagen en in Constantinopel.
Na zyn benoeming in 1926 tot gezantschaps
secretaris le klasse, was de heer Bosch achter
eenvolgens als zoodanig werkzaam in Madrid,
Londen, Rio de Janeiro, Stockholm en Londen,
waarop hy Februari 1932 werd bevorderd tot
gezantschapraad.
Mr. Bosch is officier in de orde van Oranje-
Nassau, ridder in de Orde van George I van
Griekenland en ridder in de Orde van de
Poolster.
))*ui.yvauiiibc ia -lAAJj friou ia, uau aiv
zou?" vroeg Thurston, terwyi hy Audry's handje
dat zy, wanneer zij hun buitenlandsch deviezen-
bezit in Duitsche waarden of in Sperrguthaben
hebben omgezet, zonder daartoe vergunning te
hebben verkregen, deze zaken ongedaan maken
en de deviezen ter beschikking van de Reichs-
bank stellen.
Dienovereenkomstig zal de Reichsbank eischen,
de gedurende dg Devisenbewirtschaftung ver
kregen binnenlandsche effecten weer in het
buitenland te verkoopen of uit dergelyke trans
acties verkregen winsten aan de Deutsche Gold-
diskontbank af te staan.
Ook wanneer Sperrguthaben met vergunning
verkregen zijn, kunnen in principe bovenge
noemde maatregelen worden genomen, daar de
Vergunning niet zou zyn verleend, indien het
binnenlandsch karakter van de vennootschap
(vereeniging) bekend was geweest.
De veehouder H. te Overlangel is in de weide
plotseling door een dollen stier aangevallen. Het
woedende beest bewerkte den boer zoodanig met
zyn horens, dat het slachtoffer zwaar gewond
en bewusteloos neerviel. De ongelukkige, die be
halve een aantal gebroken ribben nog zware in
wendige kwetsuren had opgeloopen is per zie
kenauto naar het ziekenhuis te Nijmegen over
gebracht. Zyn toestand is zorgelijk. De stier is
afgemaakt.
Wegens dienstweigering was de 20-jarige P.
Ph. K., gewoon dienstplichtig soldaat bij het
4e reg. veldartillerie te Ede door den Krygs-
raad te 's Hertogenbosch veroordeeld tot een
gevangenisstraf van twaalf maanden, van welk
vonnis hij in hooger beroep is gekomen.
K. had eerst niet voldaan aan de oproeping
om in werkelyken dienst te verschijnen en la
ter toen hy, nadat hij verklaard had, geen ge
bruik te willen maken van de Dienstweigeraars-
wet, eindelyk in Ede was aangekomen, heeft
hij geweigerd zyn dienstkleeding aan te trekken.
Voor het Hoog Militair Gerechtshof zeide
beklaagde, dat hij overtuigde gewetensbezwaren
tegen den militairen dienst had en dat hy
geen gebruik heeft willen maken van den ver-
vangenden burgerlijken staatsdienst, omdat hij
zich daarvoor niet geschikt achtte.
Advocaat-fiscaal mr. A. Brants eischte be
vestiging van het vonnis van den Krijgsraad.
De uitspraak volgt later.
Op de vragen van het Tweede Kamerlid Kry-
ger in verband met de radio-uitzending van
redevoeringen en toespraken ter vergadering
van den Nederlandschen Bond van Jongelings-
vereenigingen op gereformeerden grondslag op
6 Mei 1937 heeft de minister van Binnenland
sche Zaken geantwoord:
Op de gedeeltelyke uitzending door de N.C.
R.V. van den 49sten bondsdag van den Neder
landschen Bond van jongelingsvereeuigingen
op gereformeerden grondslag is door de radio-
omroep controle-commissie repressieve contróle
uitgeoefend.
Bepaalde normen zijn door de radio-omroep
controle-commissie niet gesteld. Of op uit te
spreken of uit te zenden redevoeringen al dan
niet contróle zal worden uitgeoefend, wordt door
de commissie geval voor geval beoordeeld.
Uit het feit, dat vóór de uitzending aan de
betrokken omroepvereenigingen noch een
schema, noch een tekst van de uit te zenden
redevoeringen was gevraagd, kon het den spre
kers bekend zyn, dat preventieve controle niet
zou worden toegepast. Wat de repressieve con
tróle aangaat, was het den sprekers uiteraard
niet bekend, of deze al dan niet zou worden
gehouden.
Op den Benoordenhoutscheweg te 's-Graven
hage, ter hoogte van Filmstad, zijn twee auto's,
een taxi en een particuliere wagen, op elkaar
gebotst.
Hoewel de beide wagens zwaar beschadigd
werden, waren de verwondingen, welke de vier
inzittenden, twee dames en twee heeren, niet
van ernstigen aard.
Alle slachtoffers konden, na in Bronovo
waarheen de Geneeskundige Dienst hen ver
voerd had verbonden te zyn, naar huis terug-
keeren.
Het ongeluk moet te wyten zyn aan een fiet
ser, die plotseling den weg overstak.
Naar wy vernemen ligt het in het voornemen,
dat de binnenscheepvaart, welke thans onder
het departement van Handel, Nyverheid en
Scheepvaart ressorteert, zal overgaan naar het
departement van Waterstaat.
ied. Ik zal stilletjes weggaan van de anderen
Vrijdagavond omstreeks zeven uur heeft zich
tegenover „Huis ten Halve" te Soesterberg een
ernstig motorongeluk voorgedaan. Door tot dus
verre onopgehelderde oorzaak is hier de uit Til
burg afkomstige motorrijder H. O. in botsing ge
komen met een uit de tegenovergestelde rich
ting komenden autp, bestuurd door den heer
H. uit Amersfoort.
Door de botsing sloeg de auto over den kop,
doch de bestuurder kwam er wonderlyk genoeg
ongedeerd af, terwyl de auto vrijwel niet werd
beschadigd.
Ernstiger was het met O. gesteld. Hij hep
een schedelbreuk op en is nadat hem geestelijke
en geneeskundige hulp was verleend, in schier
hopeloozen toestand naar het ziekenhuis „De
Lichtenberg" te Amersfoort overgebracht.
De 17-jarige wielryder W. Kroes, die op weg
was van Ferwerd naar Marrum, is Vrijdag bij
het oversteken van den weg, by de zuivelfabriek
te Marrum-Wester Nykerk, door een vee-auto
uit Ternaard aangereden en op slag gedood.
De jongeman, die achter een vrachtauto reed,
vergewiste zich by het oversteken van den weg
niet, of deze wel veilig was.
In de Bussumschestraat te 's-Gravenhage is
een 3-jarig jongetje, H. de B., wonende in ge
noemde straat, door een vrachtauto overreden.
Hoewel het ventje reeds herhaalde malen
door den chauffeur gewaarschuwd was, was het
toch achterop den auto geklommen, met het
gevolg, dat, toen de vrachtwagen zich in be
weging zette, de jongen er af viel en onder
het rechterachterwiel terecht kwam.
Het jeugdige slachtoffer was vrywel op slag
dood.
De G.G. en G.D. heeft het lykje naar het
ziekenhuis aan den Zuidwal vervoerd.
De heer Anton Verheyen zal a.s. seizoen in
Vlaanderen voor het Davidsfonds en het
Vlaamsch Verbond optreden met zyn nieuwste
voordrachten: Peter Krasnov, van den Dubbe
len Adelaar, naar het Roode Vaandel en Von-
del's Gysbreght van Aemstel.
De Minister van Justitie heeft herbenoemd
met ingang van 15 Juli 1937 tot plaatsvervan
gend lid der Kamer van Toezicht over de no
tarissen en candidaat-notarissen te Rotterdam:
mr. P. J. A. van Voorst Vader, kantonrechter
te Dordrecht, en benoemd tot plaatsvervangend
lid der Kamer van Toezicht over de notarissen
en candidaat-notarissen te Zwolle W. C. Jonker,
inspecteur der registratie en domeinen te Al
melo.
By K- B. zyn benoemd tot kantonrechter
plaatsvervanger in het kanton Alkmaar: mr. H.
Judell, advocaat en procureur te Bergen (N.-H.),
mr. E. H. J. Wynne, advocaat en procureur te
Alkmaar; mr. J. A. E. Buiskool, advocaat en
procureur te Schagen, en mr. A. Schenkeveld,
advocaat en procureur te Alkmaar.
Bij K. B. zyn herbenoemd tot kantonrechter
plaatsvervanger:
in het kanton Utrecht: mr. K. L. C. M. L
baron de Wykerslooth de Weerdesteyn; in het
kanton Enschede: mr. D. te Winkel; in het
kanton 's Hertogenbosch. mr. C. M. van Leeu
wen; in het kanton Haarlem: mr. W. G. J.
Veenhoven; in het kanton Middelburg: mr. H.
van der Beke Callenfels; in het kanton Oost-
burg: P. Erasmus; in 't kanton Beetsterzwaag:
J. van der Sluis; in het kanton Gouda: mr. A.
A. J. Rijksen en mr. J. L. J. A. van Mechelen;
in het kanton lïel: jhr. mr. E. J. J. van Lidt
de Jeude; in het kanton Gorinchem: mr. E. J.
E. G. Vonkenberg; in het kanton Amsterdam:
mr. J. Oppenoorth; in het kanton Hilversum:
mr. W. van Loon.
By K. B. van 18 Juni is aan mr. W. J. R.
Thorbecke, buitengewoon gezant en gevolmach
tigd minister der 2e klasse ter beschikking, op
zyn verzoek eervol ontslag als zoodanig ver
leend.
By K.B. is met ingang van 1 September 1937
aan den referendaris der Posteryen, Telegrafie
en Telefonie G. Boomstra, aangewezen als direc
teur van het post-, telegraaf- en telefoonkan
toor te Steenwijk, op zijn verzoek eervol ontslag
verleend.
(Wordt vervolgd).
\.?®n de laatste tonen van het Adagio wegge-
W waren' leek het hem nog, of het ver-
Vo1 muziek was. Inderdaad voelde hy zich
er getroffen, dat hy niet onmiddellyk iets
'eggen, maar eerst na enkele minuten haar
dank uitsprak voor haar spel.
was hy niet uitgesproken, toen de deur
if'teh ng en Mrs' Stephenson binnentrad, die
en verbaasd van de een naar den ander
V,® hadden haar geen van beiden gemerkt,
U at zy volop gelegenheid had, de situatie op
•jjternen.
■ij ?®n hoestte zy eens waarschuwend, waarop
vroeg;
5
Viuu 3e dien heer eens aan mij willen voor-
te)» u1' Audry? Ik geloof niet, dat ik het genoe-
v "eb, hem te kennen."
khUrston zag, dat Audry een rilling door de
\e v°er en dat alle kleur uit haar liefelyk-
"d gezichtje week. Zelfs haar bevalligheid
scheen haar te begeven, en bedeesd antwoordde
zy:
„Dit is Mr. Thurston, tante Johanna. Hy
kwam my een boodschap brengen van myn oom
in Califomië."
„Je oom in Californië?O, je oom James
bedoel je zeker? Ik dacht, dat hij al jarenlang
dood en begraven was! Dus heeft hy zich dan
toch eindelyk het bestaan van zyn bloedver
wanten herinnerd? Maar daar zal hy wel een
bedoeling mee hebben. Hy heeft ons zeker noo-
dig!"
Thurston voelde ineens een vreeselijken af
keer tegen Mrs. Stephenson. Wat moest het een
kwelling wezen voor dat arme, gevoelige jonge
ding, voortdurend onder de tirannie van zoo'n
banale vrouw te zyn!
„Ik geloof niet, dat Mr. Jesson iets van zyn
familie zal noodig hebben," zei hy koud. „Hy is
zeer ryk."
„O, ja? Is u een vriend van hem, sir?"
„Die eer heb ik."
Thurston gaf zoo duideiyk blyk van zyn anti
pathie in uiteriyk en manieren, dat Mrs. Ste
phenson het noodzakelyk merken moest.
Audry haastte zich dus, eenige afleiding te
bezorgen met haar toelichting:
„Oom James heeft mij een heel vriendelyke
boodschap gezonden, tante. Hy zou graag heb
ben, dat ik hem eens schreef en myn portret in
sloot."
„Ja, ik hoop, dat u het niet vergeten zult.
Maar nu moet ik weg. Dan vrees ik, dat ik toch
eerst om zeven uur op the „Hut" ben."
bezoek haar een ware oase in de woestyn was
geweest. Ze bloosde nog, als ze dacht aan Thur-
stons vraag, of hy niet een volgend samentref
fen met haar alléén kon hebben. Wat zou hy
wel van haar denken, dat zy daarin toegestemd
had?
lederen Maandagmiddag ging Mrs. Stephen
son thee-drinken by de vrouw van den oudsten
deelgenoot in de Bank, waarvan haar zoon di
recteur was.
Zoodra haar tante dien volgenden Maandag
weg was, ging Audry naar haar kamer en kleed
de zich met bijzondere zorg, waarna zy terug
keerde naar den salon, haar viool nam en begon
te spelen. Maar haar aandacht was verdeeld.
Zou hy komen, of zou hy het adres misschien
tóch over de post zenden?.... Neen, dan had hy
niet zoo nadrukkeiyk gevraagd, wanneer hy haar
alleen kon treffen.
Even nadat het vier uur had geslagen, werd
er gebeld, zy luisterde scherp, en ja, daar
hoorde zij zyn stap en zijn stem in de hall.
Maar hy moest niet denken, dat zy op hem
wachtte. Dus ging zy yverig haar muziek by
elkaar zoeken, toen de deur openging.
„Mr. Thurston, Miss," kondigde het meisje
aan.
Uit zichzelf bracht Ellen later thee, wat haar
een dankbaren blik van Audry bezorgde.
,Wat zag Miss Audry er gelukkig uit!" dacht
zy. Toen keek zy naar de halve kroon, die Thur
ston haar in de hand had gestopt en nam zich
voor, die twee zooveel mogeiyk ter wille te zyn.
Vornra f f o n m-H9 "Wlcf. 11 Hof. ilr kfimPTl
wel wat langer dan noodig was in de zyne ge
sloten hield.
Het trof hem, dat zy er nu nóg aardiger uit
zag dan den vorigen keer.
„Omdat u het adres niet gezonden had, dacht
ik, dat u wel zelf zou komen," zei ze.
„Kijk, hier heeft u het," antwoordde hij en
reikte haar een velletje uit zyn zakboek over
„Maar als ik dit voorwendsel niet had gehad,
zou ik er wel wat anders op hebben verzonnen,
om toch hier te komen."
Het aardige blosje verscheen weer op haar
gezicht en haar hartje klopte van vreugde.
In het uur, dat nu volgde, zetten zy de kennis
making voort, met rassche schreden. Audry, die
van nature juist teruggetrokken was, kon zich
haast niet begrypen, hoe ze met zooveel vry-
moedigheid en gemak kon spreken tegen iemand,
die haar toch nagenoeg vreemd was.
In den loop van het gesprek kwam Thurston
te weten, dat zy iederen Dinsdag- en Vrydag-
middag naar een boerenhoeve ging, drie myien
van Brancepeth gelegen, om muziekles te geven
aan de kinderen; dat ze daar op de fiets heen
ging, als het goed weer was, maar dat ze er an
ders heenliep, en dan gewooniyk teruggereden
werd door een van haar leerlingen.
Eer hy wegging, zou hy nu haar toestemming
weten te verkrygen, om den volgenden dag met
haar samen te komen aan het hek, dat naar het
bosch leidde, zoowat een halve mijl van de boer-
dery af, en dat langs het land liep van Sir John
Villiers.
"MTircrpn iocpn wil aart de wpstziidft van het
en omtrent vier uur by u aan het hek zyn. Dan
zal ik dat boek voor u meebrengen, dat u lezen
wilt."
En, doordat hy er dit voorwendsel nu zoo han
dig had bygevoegd, kon Audry er tegenover haar
geweten vrede mee hebben en beloofde zy dan
ook, dat ze zorgen zou, precies op den afgespro
ken tyd bij het hek te zyn.
Deze ontmoeting nu op den volgenden middag
was de eerste van een reeks dergelyke samen
komsten, gedurende de volgende maand. Audry
was er nu al zóó zeer aangewoon geraakt, den
jager daar 's middags by 't hek. op haar te vin
den wachten, waarna zy dan haar fiets tusschen
de boomen zette en zelf plaats nam op een om
gevallen stam, dat zij zich ten zeerste teleurge
steld voelde den eenigen keer, dat hij geen kans
had gezien, zich van de anderen af te zonderen.
Nu eerst begon zy wat van het leven te genie
ten, dacht zy, en zy was er immers ook nog
jong genoeg voor: ze telde pas negentien. Haar
vader was een Jaar voor zijn dood volslagen
hulpbehoevend geweest en op héér was de zorg
voor het grootste deel aangekomen. Toen was zij
by tante Stephenson aan huis komen wonen,
in haar hart een goede vrouw, maar die in le
vensopvatting hemelsbreed van het jonge ding
verschilde.
Audry had ook maar heel weinig jongelui ont
moet en dan meest van een zeer alledaagsch en
weinigzeggend type, waartegenover de knappe,
ridderiyke Dick Thurston, die overal was ge
weest en overal van wist te praten, een ware
held was!