i
m
n
Peter en Pauwels
Autobotsing bij
Naarden
RECHTS
HOUDEN
n tot
stembus
ZONDAG 27 JUNI 1937
VAN WEEK TOT WEEK
VERJAARDAG VAN DEN PRINS
Vrije middag voor rijkspersoneel
WERKLOOZE ONDERWIJZERS
Plaatsing in overheids-
betrekkingen
LOTING VOOR DEN
DIENSTPLICHT
Wattenfabriek in vuur
Een aantal machines vernield
MEINEED VAN MILITAIR?
Nasleep van Curagaosche zaak
INWERKINGTREDING DER
VOGEL WET 1936
Doe tijdig opgave aan de directie
van den Landbouw
Het weer is te koud
De toestrooming van koele lucht is
echter gelukkig minder
krachtig geworden
Minister Slotemaker de Bruine
doctor honoris causa
Kindje verdronken
Gevolg van snijden met een vaart
van 80 K.M. door truck
met trailer
Het verongelukken der
Himala j a-expe di tie
Twee bekende Duitsche berg'
beklimmers per K.L.M.
vertrokken om hulp
te verleenen
TE VEEL BELOVENDE
COLPORTRICES
Van oneerlijke mededinging
vrijgesproken
Gewonde aan land gebracht
Heffing op boter
Sint Paulus schrijft aan de Galaten:
„Toen Petrus te Antiochië was geko
men, heb ik hem in het openbaar tegen
gesproken, omdat hij ongelijk had. Want voor
dat er namens Jacobus enkele lieden waren
gekomen, at hij in gemeenschap met de be
keerde heidenen, maar na hun komst trok hij
zich terug en zonderde hij zich af uit angst
Voor de besnedenen. Ook de overige bekeerde
Joden veinsden te zamen met hem, zoodat
zelfs Barnabas verleid w*erd, hierin deel te ne
men. Toen ik zag, dat zij op deze wijze niet
oprecht handelden, en niet geheel in overeen
stemming met de waarheid van het evangelie,
sprak ik tot Petrus in het bijzijn van allen:
„Wanneer gij zelf naar heidensche gebruiken
leeft, ofschoon gij van geboorte een Jood zijt,
waarom dwongt gij dan de bekeerlingen, die in
het heidendom geboren werden te leven vol
gens de Joodsche gebruiken? Van afkomst zijn
wij Joden en geen heidenen. Maar omdat wij
Weten, dat de mensch niet door het navolgen
van de Joodsche wet gerechtvaardigd wordt,
maar door het geloof in Jesus Christus, daarom
hebben wij dit geloof in Jesus Christus aan
vaard. Wij willen gerechtvaardigd worden door
dit geloof in Jesus Christus en niet door de
Voorschriften van de Joodsche wet, want nie
mand wordt gerechtvaardigd door de w'erken
van deze wet. Welnu: wanneer wü uitgekreten
Worden voor zondaars, omdat wij gerechtvaar
digd willen worden door Christus, moeten we
daaruit dan besluiten, dat Christus een bedie
naar der zonde zou zijn? Dit is toch onzin! Ik
zou mezelf eerst voor een zondaar houden, als
ik weer ging opbouwen wat ik afgebroken had.
Ik ben dood voor de Joodsche wet door een
andere wet, die my dwingt, te leven in God.
Ik zelf leef niet meer, maar Christus leeft in
mij. Terwijl ik hier lichamelijk leef, leef ik te
vens in het geloof aan den Zoon Gods, die mij
bemind heeft en die zich terwille van mij heeft
overgeleverd aan Zyn beulen. Op deze w'ijze
doe ik geen afbreuk aan de genade Gods. Want
ais de genade verkregen zou worden door de
Joodsche wet, dan zou Christus zonder eenig
doel gestorven zijn."
Dit lezen wü in den brief van den apostel
Paulus aan de Galaten, in het laatste deel van
het tweede hoofdstuk. Het is een pakkend ta
fereel. Hier staan tegenover elkaar in een open
baar debat de twee zuilen van de Katholieke
Kerk, eenerzyds Petrus, de drager van het hoog
ste gezag in de zoo jong gestichte gemeenschap
der geloovigen, anderzüds Paulus, de vurige
bekeerling, die met Barnabas is uitgetrokken
om te prediken onder de heidenen en die de
gemeente van Antiochië gesticht heeft. Over de
katholieke leer hebben zü geen meeningsver-
schil, maar ze zyn twee heel verschillende men-
schen. Ieder heeft zijn eigen temperament en
zijn eigen manier van optreden. Petrus is rond
borstig, enthousiast, maar gezind tot verzoe
ning. Hij houdt er niet van, de verhoudingen
toe te spitsen. Hij vreest alle gevaarlijke tegen
stellingen en ontvlucht liever de kans op hin
derlijke conflicten. Paulus daarentegen, de felle
en tot doordravendheid geneigde mensch, maar
die op den weg naar Damascus geleerd heeft,
zijn felheid te disciplineeren tot bruikbare ar
beidskracht in dienst van het evangelie, ziet
de moeilijkheden recht in het gezicht. Met om
zichtigheid komen we niet verder. Hij eischt de
Vólle beleving van de volle waarheid, onder alle
omstandigheden, of zooals hij zelf het uitdrukt:
••opportune, importune" „of het gelegen komt
niet." Hij wil niet weten van een gevaarlijk
geven en nemen.
Wat was er te Antiochië gebeurd?
Na den marteldood van den heiligen Stepha-
bus, den diaken, werden vele bekeerde Joden
bi Jerusalem en omgeving bevangen door
schrik. Zeker, ze waren Christen geworden. Ze
hadden met hun eigen oogen de wonderen van
Christus gezien of ze hadden gehoord, wat hun
°uders erover vertelden. De Waarheid was on
weerstaanbaar. Het zou dwaas en zondig zijn
de oogen voor te sluiten. Maar nu ze zagen,
bat deze waarheid hun den haat op den hals
haalde van hun vroegere geloofsgenooten, de
boden, besloten zij, een plaats te zoeken waar
46 verdwijnen konden in de massa. Ze wilden
Wel Christen zijn, maar ze wilden niet worden
°Pgemerkt of in ieder geval niet worden ge
bood. Ze hadden andere plichten dan een roe
keloos najagen van het martelaarschap.
Drie wereldsteden waren er in die dagen:
het heidensche Rome van keizer Claudius, waar
voor hen niets goeds te wachten was, het Egyp-
hsche Alexandrië en tenslotte het Aziatische,
bieest nabijgelegen Antiochië, een koopstad in
bpkomst, waar transito-handel Werd gedreven
eh de volkeren der geheele aarde elkander ont
boetten. Hier heerschte de grootste verdraag-
bamheid tegenover alle rassen, stammen en
standen. De Syriërs, wier haven Antiochië was.
hadden de Grieksche cultuur aangenomen en
h®moeiden zich weinig met iemands overtui-
bhg. voor emigranten was hun stad wel de
beest geschikte. Hier vestigde zich dan ook
X groot deel der uitwijkende christenen uit
het Jodendom.
JWaar Antiochië was en bleef een heidensche
8bd". Het viel buitengewoon moeilijk in deze
sbd de voorschriften van de Joodsche Wet te
biderhouden. Was het voor bekeerde Jo-
"eh trouwens wel noodig, dat ze deze wet
h°g langer onderhielden? Leefden ze niet on-
^6r de nieuwe wet, het geloof in Jesus Christus
b de evangelische liefde? Voor deze gewone
jhenschen, die geen godgeleerden waren, bleef
e(: een moeilijk vraagstuk. Het Werd nog in
gewikkelder, toen zij invloed kregen op hun
^bgeving, en verscheidene heidensche bewoners
ah de stad het verlangen te kennen gaven,
ch eveneens tot het christendom te bekeeren.
°esten die bekeerlingen uit het heidendom ook
Hf*
Joodsche wet naleven? Of niet? Hoe dit
bagstuk op te lossen? De synagoge te Antio-
wilde met de bekeerde Joden niets te
^ken hebben. Ze beschouwde hen als verra-
MfJ*
q s van de vaderlijke overleveringen. Zoo leef-
j b naast elkander als christenen de bekeerde
°ben, die vasthielden aan hun oude Jood-
e gewoonten, en de bekeerde heidé-
die deze Joodsche gewoonten niet kenden.
^at moest er gebeuren om de brandende te-
bstelüng te verzoenen?
De jeugdige Kerk zond Paulus en Barnabas
naar de groote Syrische stad om den eigen-
aardigen toestand te onderzoeken. Al spoedig
zag de Apostel, dat de vasthoudendheid van de
bekeerde Joden aan hun oude wettelijke gebrui
ken voor de heidenen een last en een belem
mering werd. De christen-geworden Joden lieten
zich hierop voorstaan, terwijl de bekeerde heide
nen in het evangelie geen aanleiding zagen om
zich aan die gebruiken te houden of er de su
perioriteit van te erkennen. Het was een riva
liteit van klein-menscheiyke menschen onder
elkander. Met breed gebaar maakte Sint Pau
lus er een eind aan. Hij leerde hun, dat de
oude Joodsche gebruiken onder de Nieuwe Wet
geen zin meer hadden. Niemand behoefde zich
eraan te storen. Ook Sint Petrus was dit in
zicht toegedaan, want een openbaring had hem.
bij de bekeering van den heidenschen hoofd
man Cornelius, geleerd, dat het christendom
universeel is en geen afzonderiyke wetten stelt
aan de afzonderlijke volkeren. Voor het chris
tendom bestaan immers geen rassen.
Toen Sint Petrus echter te Antiochië kwam
en zag, hoe de tegenstellingen Waren, meende
hij goed te doen door uit naastenliefde den ras
senwaan maar door de vingers te zien en er
zoover mee mee te gaan als eenigszins mogelijk
was. Natuurlijk werd dit aldra opgemerkt en
men zei, dat het hoofd der Kerk klaarblijkelijk
een ander idee had dan de Apostel der heide
nen. De bekeerde Joden voelden zich versterkt
in /hun kleinmenschelijk verlangen om uit te
schitteren door hun wetsonderhouding en hun
ras-zuiverheid. Ze beriepen zich tegen Sint Pau
lus op Sint Petrus.
Toen het zoover kwam, riep de heilige Paulus
de heele parochie van Antiochië bijeen en in
alier bijzijn zeide hij, hoe hij over deze zaak
dacht. Sint Petrus, die het in de leer met hem
eens was, maar die gemeend had, dat hij de
gemoederen kalmeeren kon door zich zooveel
mogelijk aan te passen, erkende nu grootmoedig
zijn ongelijk. Zoo werd op schitterende wijze
door den vurigen overwinnaar en den groot
moedigen overwonnene de waarheid bevestigd,
dat het katholicisme volstrekt algemeen is en
geen aanspraken van ras of bloed erkent.
Beiden zouden in het oude Rome onder Kei
zer Nero deze leer der volstrekte algemeenheid
van de Kerk bezegelen met hun martelaars-
bloed, en stichtten hierdoor het nieuwe Rome,
het middelpunt der eene, heilige, algemeene en
apostolische Kerk, waar de stoel van Petrus
staat. Onze grootste dichter Vondel heeft deze
tegenstelling tusschen het Rome van de
staatsmacht en het Rome van de genaderijke
liefde verheerlijkt in zijn drama Peter en
Pauwels, waarin hij zingt:
Het oude Rome moest
Van ouds door bloed zyn grootheid baren
En oorlog blazen zooveel jaren:
Maar 't Christen Rome moet
Door martelbloed zijn grootheid baren
En worstelen door veel gevaren.
Ons' Vaders stichten nu in bloed
Een nieuwe stad, die, door hun lijden,
Meer wint dan d'oude door haar strijden.
Opnieuw is deze tegenstelling actueel gewor
den, zooals opnieuw de vraag actueel is gewor
den, waarover Sint Paulus en Sint Petrus te
Antiochië van gedachten wisselden: de vraag,
of de christen zich uit toegevendheid mag laten
meevoeren door de aanspraken van den rassen
waan, die opnieuw het Christendom bedreigt.
Vondel heeft het antwoord der beide apostelen
goed begrepen: De Christen wint door zijn lijden
méér dan de heiden door zyn strijden.
Dit is de troostende gedachte, die de her
denking van den marteldood der beide Aposte
len ons meegeeft in dezen droevigen tijd van
bloedige en onbloedige kerkvervolging.
A. v. D.
De minister van Defensie heeft bij legerorder
bekend gemaakt, dat de verjaardag van Z.K.H.
Prins Bernhard op dezelfde wijze zal worden
gevierd als gebruikeiyk is voor dien van H.K.H.
Prinses Juliana.
Aan het rijkspersoneel kan derhalve op dien
dag, voor zoover de dienst zulks toelaat, des
middags vryaf worden gegeven.
De manneiyke Nederlanders, die in het bezit
zijn van de akte van bekwaamheid als onder-
wpzer, bedoeld in artikel 77a der wet van 17
Augustus 1878 (Staatsblad no. 127), en die deze
akte hebben behaald vóór 1 April 1937, zullen
voor zoover zü niet als onderwyzer in vasten
dienst zijn geplaatst of geplaatst geweest en
zy den leeftijd van 21 jaar hebben bereikt, doch
hun 36e levensjaar nog niet zü'n ingegaan, des-
gewenscht zooveel doenlijk in voor hen ge
schikte betrekkingen in overheidsdienst buiten
het onderwijs worden geplaatst.
Een regeling dienaangaande, geldende voor
de plaatsing in dienst van het Rijk, zal dezer
dagen in de Nederlandsche staatscourant wor
den bekend gemaakt.
De besturen van provinciën en gemeenten
worden uitgenoodigd op overeenkomstige wüze
te handelen.
Degenen, die van deze regeling gebruik zou
den wenschen te maken, kunnen zich uitslui
tend schrifteiyk wenden tot den directeur van
het centraal capitulantenbureau te 'sGraven-
hage, Raamweg 3.
Wy herinneren er aan, dat Maandag 28 Juni
a.s., om 2 uur namiddag, de jaarlijksche loting
voor den dienstplicht zal plaats hebben. De
loting is openbaar en wordt ook dit jaar weer
gehouden in de z.g. Rolzaal, Binnenhof 8, te
's Gravenhage, gelegen achter de Ridderzaal
(ingang aan de zijde van de Hofstraat). Dit
maal wordt geloot voor de lichting 1939. On-
middellijk-belanghebbenden zyn dus, in het al
gemeen, de mannelijke inwoners van Nederland,
die in 1919 zijn geboren. Deze personen zijn by
de eerstvolgende algemeene inschrijving voor
den dienstplicht aan de beurt om zich te laten
inschrijven.
99
99
Zaterdagmiddag te onge/reer half drie is
brand uitgebroken in de voorbewerkingsafdee-
ling van de N.V. Utermohlen's Verbandwatten-
fabriek te Vaassen. Het vuur vond in de groote
hoeveelheden opgeslagen verbandstoffen een
gretig voedsel, zoodat binnen korten tijd vrijwel
de geheele linkerzijde van het hoofdgebouw in
lichter laaie stond. De brandweren van Vaassen
en Epe waren met groot materiaal aanwezig,
terwijl na eenigen ty'd ook de Apeldoornsc'ne
brandweer, die in de nabijheid een oefening
had, op het terrein van den brand arriveerde.
Het blusschlngswerk werd bemoeilijkt door de
groote rookontwikkeling en nam verschillende
uren in beslag.
Enkele machines zü'n vernield, doch* het werk
ondervindt hiervan geen ernstig stagnatie.
Voor den Krijgsraad te Curacao heeft inder
tijd terechtgestaan een brigadier by de militaire
politietroepen aldaar, omdat hij twee processen-
verbaal opzettelijk verkeerd had opgemaakt en
bovendien meineed had gepleegd.
Wegens valschheid in geschrifte gepleegd in 'n
authentieke acte, het opzettelijk gebruik maken
van een valsche acte en meineed was hy door
den Krijgsraad veroordeeld tot gevangenisstraf
fen van één en vier maanden.
Deze zaak is thans in hooger beroep voor het
Hoog Militair Gerechtshof te 's-Gravenhage be
handeld.
Beklaagde, die thans bij de politietroepen te
Amsterdam dient, deelde mede, dat hü later
met de echtgenooten van de vrouwen had ge
sproken, zoodat de processen-verbaal door deze
feiten hun onwaren inhoud verloren hebben.
President: Ja. maar dat was enkele weken
later, toen de processen-verbaal al ingediend
waren.
Beklaagde moest dat betwisten, doch uit de
getuigen-verklaringen, voor den krügsraad te
Curasao, was dit gebleken.
Wat den meineed betreft, de opgemaakte ver
klaring voor den kantonrechter was niet hard
op voorgelezen, zoodat beklaagde daarop geen
aanmerking had kunnen maken. Anders zou
bij dit zeker hebben gedaan.
Als getuige a décharge werd gehoord serge
ant-majoor F. de J. te Amsterdam, die in
Curasao dezelfde functie heeft bekleed en ver
klaarde, dat de brigadiers in Curasao het zeer
druk hebben en dikwijls meer dan 15 processen-
verbaal per dag opmaken. In zijn tijd was het
zeer druk met overtredingen van de honden
belasting en verkeersovertredingen. Een briga
dier was eigeniyk 24 uur per dag in dienst.
Op een vraag van den verdediger, antwoordde
getuige, dat de Curasaosche inlanders het bü
hun verklaringen met de waarheid niet zoo
nauw nemen en dikwijls op een suggestief ge
stelde vraag een onjuist antwoord geven.
De advocaat-fiscaal, Mr. A. Brants, laakte
ten zeerste het gedrag van beklaagde. Dat hü
vergissingen heeft gemaakt bü het opmaken
van processen-verbaal is al heel ernstig, doch
nog begrijpeiyk.
Maar dan had hy ruiteriyk moeten erkennen,
dat hij een fout heeft gemaakt en dan is daar
over te praten. Hij houdt echter tegen alles in
vol, dat hij het proces-verbaal naar zyn mee-,
ning juist heeft opgemaakt en daar heeft hü
zelfs een meineed voor gepleegd. Het proces
verbaal moet iets heiligs zijn voor den politie
man. Wie zich daarvan geen rekenschap geeft,
deugt niet voor de politie.
Spr. requireerde bevestiging van het vonnis
van den Krijgsraad.
De verdediger, Jhr. Mr. S. M. S. de Ranitz,
was van meening, dat er absoluut geen sprake
is geweest van een opzetteiyke handeling. De
brigadiers in Curacao maakten aanteekening
in een boekje en werkten deze 's avonds in hun
processen-verbaal uit. Ook aan de getuigen
verklaringen in Curacao hechtte pleiter weinig
v aarde. PI. drong daarom op vrijspraak aan.
Beklaagde heeft zich altyd een uitstekend en
betrouwbaar politie-man getoond en zijn mili
taire carrière staat by deze uitspraak op het
spel.
Het Hof zal nader sententie wijzen.
Met het oog op de nog dit jaar te verwachten
inwerkingtreding der Vogelwet 1936 wordt in het
belang van de houders van: a. Volieres, waarin
meer dan twee stuks van dezelfde soort be
schermde vogels gehouden worden, b. Vogelhan
delaren, c. Vogelvangers, d. Preparateurs en e.
Houders van verzamelingen van opgezette be
schermde vogels, eieren of nesten, aangeraden
opgave te doen aan de Directie van den Land
bouw, afdeeling 2a, Bezuidenhoutscheweg 30 te
's Gravenhage.
a. Voliere-houders: hoeveel en welke in Euro
pa in het wild levende vogels zy aanwezig heb
ben (in verband met toepassing van artikel 24
der wet regelende vergunning voor vervoer in
geval van behoefte aan verplaatsing voor op
geoorloofde wijze aanwezige vogels, eieren of
nesten).
b. Vogelhandelaren: voor welke panden of an
dere verkoopplaatsen zy een vergunning wen
schen te bekomen en welke hun vermoedeiyke
omzet per jaar zal bedragen met vermelding, of
zy reeds een vergunning krachtens de vogelwet
bezitten.
c. Vogelvangers: of zy voor het geheele rük of
op een bepaald perceel of op meer dan één be
paald perceel kooivogels wenschen te vangen
voor eigen vrüen handel of enkel ten behoeve
van één of meer vogelhandelaren, met vermel
ding, of zij reeds een vergunning krachtens de
vogelwet bezitten.
d. Preparateurs: of zü voor één of meer pan
den en voor één of meer personen daarin werk
zaam vergunning wenschen en of zy voor vrye
aflevering of enkel ten behoeve van een persoon
of instelling prepareeren.
e. Houders van verzamelingen van opgezette
vogels, eieren of nesten: welke en hoeveel exem
plaren zü bezitten (met het oog op toepassing
van artikel 24 als boven).
Het ligt in de bedoeling der directie van den
Landbouw te bevorderen, dat de noodige infor-
matiën over de verleening van vergunningen
vóór of zoo spoedig mogeiyk na de inwerking
treding der wet kunnen genomen worden en de
verleening der vergunningen zoo min mogeiyk
vertraging zal behoeven te ondervinden.
Voor de toepassing van artikel 24 der wet zal,
tenzy het tegendeel klaarbiykelijk is, het aan
gemelde materiaal als niet op ongeoorloofde
wyze voorhanden beschouwd kunnen worden.
Wanneer wy de ontwikkeling der weersge
steldheid van den laatsten tijd nagaan, zien
wy hierin groote en belangrijke veranderingen.
Over het algemeen is het weer wel mooi en
zonnig, maar het is reeds sedert den 14den
Juni te koud. Het grootste tekort aan warmte
hebben wy echter omstreeks den 19den gehad,
toen de thermometer tot aan de recordgrens
was gedaald.
Dit alles is een gevolg van de ontwikkeling
van een krachtig en blükbaar zeer standvastig
gebied van hoogen druk in het Westen over
den Oceaan, terwijl de luchtdrukking laag was
over Midden-Europa. Bij deze luchtdrukverdee-
ling stroomt de koude lucht uit het hooge
Noorden naar het Zuiden en volgt daarby een
zeer breeden weg over West-Europa, dat dien
tengevolge koel weer heeft. Deze toestand is
veel vroeger in het jaar normaal en treedt aan
net einde van Juni gewoonlijk op den achter
grond, maar dit jaar heeft hij zich op den ge
wonen tijd niet veel voorgedaan en schijnt nu
pas met een groote vertraging tot ontwikkeling
te zijn gekomen. Vandaar dan ook, dat het weer
den laatsten tijd voortdurend koel is by Wes
telijken tot Noordelijken wind.
Wij mogen hét nog als een gelukkige om
standigheid beschouwen, dat het weer overi
gens de meeste dagen zonnig en niet buiig is,
omdat, wanneer zich over de Noordzee en de
omgeving krachtiger depressies hadden ontwik
keld dan wij daar den laatsten ty'd hebben
waargenomen, het weer van veel slechter kwa
liteit zou zijn geweest, zooals het gewoonlijk bü
dit weertype is.
Het gebied van hoogen druk heeft zich nu
de laatste dagen verder in Oostelijke richting
uitgebreid en beheerscht thans ook den weers-
toestand bij ons. Het schijnt zeer standvastig
te zijn geworden en het is daarom te verwach
ten, dat het voorloopig den weerstoestand in
West-Europa zal blijven beheerschen.
Omdat de toestrooming van koele lucht
minder krachtig is geworden, stijgt de tem
peratuur thans tot de normale of iets daar
boven en is het ook te verwachten, dat het
weer iets minder koel zal worden, maar
warm zomerweer zullen wü voorloopig nog
moeten afwachten. In Oost-Europa is het
echter warm weer en de storende depressie,
welke Donderdag over Frankrük lag, is,
zonder het weer in ons land belangrijk te
verstoren, thans voor ons van geen betee-
kenis meer.
(Nadruk verboden)
De protestantsch-theologische faculteit van
öe universiteit in Praag heeft aan minister
Slotemaker de Bruine het eere-doctoraat in de
theologie verleend.
Te Haastrecht is het tweejarig dochtertje van
den landbouwer Houdük in een. naast de ouder
lijke woning loopende sloot geraakt en ver
dronken.
Zaterdagmiddag omstreeks kwart over vijf
zijn op den rijksstraatweg bij Naarden, ter
hoogte van het tuindorp Keverdijk, door
het onverantwoordeiyk rijden van een be
stuurder van een truck met trailer, twee
auto's met elkaar in botsing gekomen, waar-
bS eenige personen gewond werden.
Op dit tydstip reden op dit weggedeelte, dat
voor slechts tweebanig verkeer is ingericht, en
kele auto's uit de richting Amsterdam achter
elkaar, terwijl uit de richting Amersfoort twee
auto's naderden met een snelheid van ongeveer
zestig K.M. Tusschen beide files door schoot
plotseling, met een vaart van tachtig K.M., een
truck met trailer. Teneinde een aanrüding te
voorkomen, remde de bestuurder van den eersten
uit de richting Amersfoort komenden wagen
scherp. De bestuurder van den achter hem rij
denden auto was hierop niet verdacht en wierp,
om niet op zijn voorrijder in te rijden, het stuur
naar links om.
De truck met trailer schoot er nog tus
schen uit, maar een uit Amsterdam komen
de wagen werd tengevolge van deze ma
noeuvre gegrepen en totaal vernield. De
inzittenden, de heer en mevrouw F. uit
Amsterdam, werden met een anderen auto
terstond naar Amsterdam teruggebracht. De
politie heeft hen niet kunnen hooren en is
niet bekend met hun toestand.
De bestuurder van den aanrijdenden
wagen, de 65-jarige heer J. D. H. uit Am
sterdam, liep een wonde in den hals op, de
naast hem zittende dame, de 64-jarige E.
de L., eveneens uit Amsterdam, kreeg een
wonde aan het voorhoofd en boven het rech
teroog. Na verbonden te zyn konden beiden
huns weegs gaan.
In den wagen, welke plotseling stopte, ten
einde' geen stukken te maken, zaten twee per
sonen, die, aangezien zü niet rechtstreeks by
de botsing waren betrokken, zün weggereden.
Hun getuigenis heeft echter voor de politie
waarde. Daarom verzoekt de burgemeester van
Naarden deze personen zich tot hem te willen
wenden voor het verstrekken van inlichtingen.
De truck met trailer, die de oorzaak van alle
ellende was, is met onverminderde vaart door
gereden. Het nummer is slechts gedeeltelik
bekend.
Door de botsing was het verkeer op den rüks-
straatweg ongeveer twintig minuten gestremd.
De gemeentepolitie zorgde, dat het verkeer weer
in goede banen werd geleid. Het onderzoek
inzake het gebeurde is in haar handen.
Aan boord van het Indië-vliegtuig der K.L.M.,
de Douglas D C 3, Specht, dat heden naar
Batavia vertrokken, bevinden zich de heeren
Fritz Bechthold en Paul Baur.
Fritz Bechthold is een bergbeklimmer van
grooten naam en een der overlevenden van de
bekende Duitsche Naga-Parbat-expeditie 1934
naar het Himalaja-gebergte. Paul Baur behoort
eveneens tot de meest bekende Duitsche berg
beklimmers en heeft speciaal de aandacht op
zich gevestigd, door zijn onderzoekingen in het
Himalaja-gebergte. Hij is het ook, die een groot
aandeel heeft gehad in de voorbereidingen voor
de laatste Himalaja-expeditie, de Naga-Parbat-
expeditie 1937, welke door een zoo noodlottig
ongeluk getroffen is. Het is tengevolge van dit
ongeval, dat de Himalaja-stichtine den heeren
Baur en Bechthold verzocht heeft zich naar
Lahore te begeven om de expeditie met hun
ervaring by te staan. Daartoe maken genoemde
heeren gebruik van den K.L.M.-dienst van
HalleLeipzig tot Karachi, waar zij reeds
Maandag aankomen, om dan eveneens op de
meest snelle wüze hun reis voort te zetten naar
Lahore.
Ter zake van oneeriyke mededinging ston
den onlangs voor de Haagsche rechtbank twee
colportrices van een modevakschool te Amster
dam terecht. In het najaar van 1936 hadden zij
verscheidene families in 's Gravenzande bezocht
en vele dames weten over te halen tot het vol
gen van £eri Knip- en naaicursus, welke de
mode-vakschool ter plaatse zou organiseeren en
can het einde waarvan een diploma zou wor
den uitgereikt. De voorwaarden waren buiten
gewoon gunstig. Het bleek echter, dat al die
Tborgespiegelde aantrekkeiykheden slechts in de
fantasie van de colportriecs bestonden. De be
drogen dames weigerden lesgeld te betalen, te
meer toen bleek, dat de directie geen verant
woording nam voor mondelinge afspraken met
colportrices.
Zü dienden een aanklacht in. De officier van
justitie eischte tegen beide colportrices H.
H. E. de K. en M. A. van der L. wegens on
eerlijke mededinging 50 boete subs. 50 dagen
hechtenis.
Dé rechtbank, die thans uitspraak deed, acht
te de ten lastelegging niet bewezen en sprak
de verdachten vry.
Van het Duitsche stoomschip Scheer, van de
H. A. L., komende van Antwerpen en bestemd
voor Oost-Azië, is een der gewonde opvaren
den te Vlissingen aan land gebracht en op
genomen in het ziekenhuis te Vlissingen.
De heffing op boter is voor de week van 27
Juni tot en met 3 Juli, behoudens tusschentüd-
sche wüziging, wederom vastgesteld op 70 cents
per K.G.