i m n Peter en Pauwels Autobotsing bij Naarden RECHTS HOUDEN n tot stembus ZONDAG 27 JUNI 1937 VAN WEEK TOT WEEK VERJAARDAG VAN DEN PRINS Vrije middag voor rijkspersoneel WERKLOOZE ONDERWIJZERS Plaatsing in overheids- betrekkingen LOTING VOOR DEN DIENSTPLICHT Wattenfabriek in vuur Een aantal machines vernield MEINEED VAN MILITAIR? Nasleep van Curagaosche zaak INWERKINGTREDING DER VOGEL WET 1936 Doe tijdig opgave aan de directie van den Landbouw Het weer is te koud De toestrooming van koele lucht is echter gelukkig minder krachtig geworden Minister Slotemaker de Bruine doctor honoris causa Kindje verdronken Gevolg van snijden met een vaart van 80 K.M. door truck met trailer Het verongelukken der Himala j a-expe di tie Twee bekende Duitsche berg' beklimmers per K.L.M. vertrokken om hulp te verleenen TE VEEL BELOVENDE COLPORTRICES Van oneerlijke mededinging vrijgesproken Gewonde aan land gebracht Heffing op boter Sint Paulus schrijft aan de Galaten: „Toen Petrus te Antiochië was geko men, heb ik hem in het openbaar tegen gesproken, omdat hij ongelijk had. Want voor dat er namens Jacobus enkele lieden waren gekomen, at hij in gemeenschap met de be keerde heidenen, maar na hun komst trok hij zich terug en zonderde hij zich af uit angst Voor de besnedenen. Ook de overige bekeerde Joden veinsden te zamen met hem, zoodat zelfs Barnabas verleid w*erd, hierin deel te ne men. Toen ik zag, dat zij op deze wijze niet oprecht handelden, en niet geheel in overeen stemming met de waarheid van het evangelie, sprak ik tot Petrus in het bijzijn van allen: „Wanneer gij zelf naar heidensche gebruiken leeft, ofschoon gij van geboorte een Jood zijt, waarom dwongt gij dan de bekeerlingen, die in het heidendom geboren werden te leven vol gens de Joodsche gebruiken? Van afkomst zijn wij Joden en geen heidenen. Maar omdat wij Weten, dat de mensch niet door het navolgen van de Joodsche wet gerechtvaardigd wordt, maar door het geloof in Jesus Christus, daarom hebben wij dit geloof in Jesus Christus aan vaard. Wij willen gerechtvaardigd worden door dit geloof in Jesus Christus en niet door de Voorschriften van de Joodsche wet, want nie mand wordt gerechtvaardigd door de w'erken van deze wet. Welnu: wanneer wü uitgekreten Worden voor zondaars, omdat wij gerechtvaar digd willen worden door Christus, moeten we daaruit dan besluiten, dat Christus een bedie naar der zonde zou zijn? Dit is toch onzin! Ik zou mezelf eerst voor een zondaar houden, als ik weer ging opbouwen wat ik afgebroken had. Ik ben dood voor de Joodsche wet door een andere wet, die my dwingt, te leven in God. Ik zelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij. Terwijl ik hier lichamelijk leef, leef ik te vens in het geloof aan den Zoon Gods, die mij bemind heeft en die zich terwille van mij heeft overgeleverd aan Zyn beulen. Op deze w'ijze doe ik geen afbreuk aan de genade Gods. Want ais de genade verkregen zou worden door de Joodsche wet, dan zou Christus zonder eenig doel gestorven zijn." Dit lezen wü in den brief van den apostel Paulus aan de Galaten, in het laatste deel van het tweede hoofdstuk. Het is een pakkend ta fereel. Hier staan tegenover elkaar in een open baar debat de twee zuilen van de Katholieke Kerk, eenerzyds Petrus, de drager van het hoog ste gezag in de zoo jong gestichte gemeenschap der geloovigen, anderzüds Paulus, de vurige bekeerling, die met Barnabas is uitgetrokken om te prediken onder de heidenen en die de gemeente van Antiochië gesticht heeft. Over de katholieke leer hebben zü geen meeningsver- schil, maar ze zyn twee heel verschillende men- schen. Ieder heeft zijn eigen temperament en zijn eigen manier van optreden. Petrus is rond borstig, enthousiast, maar gezind tot verzoe ning. Hij houdt er niet van, de verhoudingen toe te spitsen. Hij vreest alle gevaarlijke tegen stellingen en ontvlucht liever de kans op hin derlijke conflicten. Paulus daarentegen, de felle en tot doordravendheid geneigde mensch, maar die op den weg naar Damascus geleerd heeft, zijn felheid te disciplineeren tot bruikbare ar beidskracht in dienst van het evangelie, ziet de moeilijkheden recht in het gezicht. Met om zichtigheid komen we niet verder. Hij eischt de Vólle beleving van de volle waarheid, onder alle omstandigheden, of zooals hij zelf het uitdrukt: ••opportune, importune" „of het gelegen komt niet." Hij wil niet weten van een gevaarlijk geven en nemen. Wat was er te Antiochië gebeurd? Na den marteldood van den heiligen Stepha- bus, den diaken, werden vele bekeerde Joden bi Jerusalem en omgeving bevangen door schrik. Zeker, ze waren Christen geworden. Ze hadden met hun eigen oogen de wonderen van Christus gezien of ze hadden gehoord, wat hun °uders erover vertelden. De Waarheid was on weerstaanbaar. Het zou dwaas en zondig zijn de oogen voor te sluiten. Maar nu ze zagen, bat deze waarheid hun den haat op den hals haalde van hun vroegere geloofsgenooten, de boden, besloten zij, een plaats te zoeken waar 46 verdwijnen konden in de massa. Ze wilden Wel Christen zijn, maar ze wilden niet worden °Pgemerkt of in ieder geval niet worden ge bood. Ze hadden andere plichten dan een roe keloos najagen van het martelaarschap. Drie wereldsteden waren er in die dagen: het heidensche Rome van keizer Claudius, waar voor hen niets goeds te wachten was, het Egyp- hsche Alexandrië en tenslotte het Aziatische, bieest nabijgelegen Antiochië, een koopstad in bpkomst, waar transito-handel Werd gedreven eh de volkeren der geheele aarde elkander ont boetten. Hier heerschte de grootste verdraag- bamheid tegenover alle rassen, stammen en standen. De Syriërs, wier haven Antiochië was. hadden de Grieksche cultuur aangenomen en h®moeiden zich weinig met iemands overtui- bhg. voor emigranten was hun stad wel de beest geschikte. Hier vestigde zich dan ook X groot deel der uitwijkende christenen uit het Jodendom. JWaar Antiochië was en bleef een heidensche 8bd". Het viel buitengewoon moeilijk in deze sbd de voorschriften van de Joodsche Wet te biderhouden. Was het voor bekeerde Jo- "eh trouwens wel noodig, dat ze deze wet h°g langer onderhielden? Leefden ze niet on- ^6r de nieuwe wet, het geloof in Jesus Christus b de evangelische liefde? Voor deze gewone jhenschen, die geen godgeleerden waren, bleef e(: een moeilijk vraagstuk. Het Werd nog in gewikkelder, toen zij invloed kregen op hun ^bgeving, en verscheidene heidensche bewoners ah de stad het verlangen te kennen gaven, ch eveneens tot het christendom te bekeeren. °esten die bekeerlingen uit het heidendom ook Hf* Joodsche wet naleven? Of niet? Hoe dit bagstuk op te lossen? De synagoge te Antio- wilde met de bekeerde Joden niets te ^ken hebben. Ze beschouwde hen als verra- MfJ* q s van de vaderlijke overleveringen. Zoo leef- j b naast elkander als christenen de bekeerde °ben, die vasthielden aan hun oude Jood- e gewoonten, en de bekeerde heidé- die deze Joodsche gewoonten niet kenden. ^at moest er gebeuren om de brandende te- bstelüng te verzoenen? De jeugdige Kerk zond Paulus en Barnabas naar de groote Syrische stad om den eigen- aardigen toestand te onderzoeken. Al spoedig zag de Apostel, dat de vasthoudendheid van de bekeerde Joden aan hun oude wettelijke gebrui ken voor de heidenen een last en een belem mering werd. De christen-geworden Joden lieten zich hierop voorstaan, terwijl de bekeerde heide nen in het evangelie geen aanleiding zagen om zich aan die gebruiken te houden of er de su perioriteit van te erkennen. Het was een riva liteit van klein-menscheiyke menschen onder elkander. Met breed gebaar maakte Sint Pau lus er een eind aan. Hij leerde hun, dat de oude Joodsche gebruiken onder de Nieuwe Wet geen zin meer hadden. Niemand behoefde zich eraan te storen. Ook Sint Petrus was dit in zicht toegedaan, want een openbaring had hem. bij de bekeering van den heidenschen hoofd man Cornelius, geleerd, dat het christendom universeel is en geen afzonderiyke wetten stelt aan de afzonderlijke volkeren. Voor het chris tendom bestaan immers geen rassen. Toen Sint Petrus echter te Antiochië kwam en zag, hoe de tegenstellingen Waren, meende hij goed te doen door uit naastenliefde den ras senwaan maar door de vingers te zien en er zoover mee mee te gaan als eenigszins mogelijk was. Natuurlijk werd dit aldra opgemerkt en men zei, dat het hoofd der Kerk klaarblijkelijk een ander idee had dan de Apostel der heide nen. De bekeerde Joden voelden zich versterkt in /hun kleinmenschelijk verlangen om uit te schitteren door hun wetsonderhouding en hun ras-zuiverheid. Ze beriepen zich tegen Sint Pau lus op Sint Petrus. Toen het zoover kwam, riep de heilige Paulus de heele parochie van Antiochië bijeen en in alier bijzijn zeide hij, hoe hij over deze zaak dacht. Sint Petrus, die het in de leer met hem eens was, maar die gemeend had, dat hij de gemoederen kalmeeren kon door zich zooveel mogelijk aan te passen, erkende nu grootmoedig zijn ongelijk. Zoo werd op schitterende wijze door den vurigen overwinnaar en den groot moedigen overwonnene de waarheid bevestigd, dat het katholicisme volstrekt algemeen is en geen aanspraken van ras of bloed erkent. Beiden zouden in het oude Rome onder Kei zer Nero deze leer der volstrekte algemeenheid van de Kerk bezegelen met hun martelaars- bloed, en stichtten hierdoor het nieuwe Rome, het middelpunt der eene, heilige, algemeene en apostolische Kerk, waar de stoel van Petrus staat. Onze grootste dichter Vondel heeft deze tegenstelling tusschen het Rome van de staatsmacht en het Rome van de genaderijke liefde verheerlijkt in zijn drama Peter en Pauwels, waarin hij zingt: Het oude Rome moest Van ouds door bloed zyn grootheid baren En oorlog blazen zooveel jaren: Maar 't Christen Rome moet Door martelbloed zijn grootheid baren En worstelen door veel gevaren. Ons' Vaders stichten nu in bloed Een nieuwe stad, die, door hun lijden, Meer wint dan d'oude door haar strijden. Opnieuw is deze tegenstelling actueel gewor den, zooals opnieuw de vraag actueel is gewor den, waarover Sint Paulus en Sint Petrus te Antiochië van gedachten wisselden: de vraag, of de christen zich uit toegevendheid mag laten meevoeren door de aanspraken van den rassen waan, die opnieuw het Christendom bedreigt. Vondel heeft het antwoord der beide apostelen goed begrepen: De Christen wint door zijn lijden méér dan de heiden door zyn strijden. Dit is de troostende gedachte, die de her denking van den marteldood der beide Aposte len ons meegeeft in dezen droevigen tijd van bloedige en onbloedige kerkvervolging. A. v. D. De minister van Defensie heeft bij legerorder bekend gemaakt, dat de verjaardag van Z.K.H. Prins Bernhard op dezelfde wijze zal worden gevierd als gebruikeiyk is voor dien van H.K.H. Prinses Juliana. Aan het rijkspersoneel kan derhalve op dien dag, voor zoover de dienst zulks toelaat, des middags vryaf worden gegeven. De manneiyke Nederlanders, die in het bezit zijn van de akte van bekwaamheid als onder- wpzer, bedoeld in artikel 77a der wet van 17 Augustus 1878 (Staatsblad no. 127), en die deze akte hebben behaald vóór 1 April 1937, zullen voor zoover zü niet als onderwyzer in vasten dienst zijn geplaatst of geplaatst geweest en zy den leeftijd van 21 jaar hebben bereikt, doch hun 36e levensjaar nog niet zü'n ingegaan, des- gewenscht zooveel doenlijk in voor hen ge schikte betrekkingen in overheidsdienst buiten het onderwijs worden geplaatst. Een regeling dienaangaande, geldende voor de plaatsing in dienst van het Rijk, zal dezer dagen in de Nederlandsche staatscourant wor den bekend gemaakt. De besturen van provinciën en gemeenten worden uitgenoodigd op overeenkomstige wüze te handelen. Degenen, die van deze regeling gebruik zou den wenschen te maken, kunnen zich uitslui tend schrifteiyk wenden tot den directeur van het centraal capitulantenbureau te 'sGraven- hage, Raamweg 3. Wy herinneren er aan, dat Maandag 28 Juni a.s., om 2 uur namiddag, de jaarlijksche loting voor den dienstplicht zal plaats hebben. De loting is openbaar en wordt ook dit jaar weer gehouden in de z.g. Rolzaal, Binnenhof 8, te 's Gravenhage, gelegen achter de Ridderzaal (ingang aan de zijde van de Hofstraat). Dit maal wordt geloot voor de lichting 1939. On- middellijk-belanghebbenden zyn dus, in het al gemeen, de mannelijke inwoners van Nederland, die in 1919 zijn geboren. Deze personen zijn by de eerstvolgende algemeene inschrijving voor den dienstplicht aan de beurt om zich te laten inschrijven. 99 99 Zaterdagmiddag te onge/reer half drie is brand uitgebroken in de voorbewerkingsafdee- ling van de N.V. Utermohlen's Verbandwatten- fabriek te Vaassen. Het vuur vond in de groote hoeveelheden opgeslagen verbandstoffen een gretig voedsel, zoodat binnen korten tijd vrijwel de geheele linkerzijde van het hoofdgebouw in lichter laaie stond. De brandweren van Vaassen en Epe waren met groot materiaal aanwezig, terwijl na eenigen ty'd ook de Apeldoornsc'ne brandweer, die in de nabijheid een oefening had, op het terrein van den brand arriveerde. Het blusschlngswerk werd bemoeilijkt door de groote rookontwikkeling en nam verschillende uren in beslag. Enkele machines zü'n vernield, doch* het werk ondervindt hiervan geen ernstig stagnatie. Voor den Krijgsraad te Curacao heeft inder tijd terechtgestaan een brigadier by de militaire politietroepen aldaar, omdat hij twee processen- verbaal opzettelijk verkeerd had opgemaakt en bovendien meineed had gepleegd. Wegens valschheid in geschrifte gepleegd in 'n authentieke acte, het opzettelijk gebruik maken van een valsche acte en meineed was hy door den Krijgsraad veroordeeld tot gevangenisstraf fen van één en vier maanden. Deze zaak is thans in hooger beroep voor het Hoog Militair Gerechtshof te 's-Gravenhage be handeld. Beklaagde, die thans bij de politietroepen te Amsterdam dient, deelde mede, dat hü later met de echtgenooten van de vrouwen had ge sproken, zoodat de processen-verbaal door deze feiten hun onwaren inhoud verloren hebben. President: Ja. maar dat was enkele weken later, toen de processen-verbaal al ingediend waren. Beklaagde moest dat betwisten, doch uit de getuigen-verklaringen, voor den krügsraad te Curasao, was dit gebleken. Wat den meineed betreft, de opgemaakte ver klaring voor den kantonrechter was niet hard op voorgelezen, zoodat beklaagde daarop geen aanmerking had kunnen maken. Anders zou bij dit zeker hebben gedaan. Als getuige a décharge werd gehoord serge ant-majoor F. de J. te Amsterdam, die in Curasao dezelfde functie heeft bekleed en ver klaarde, dat de brigadiers in Curasao het zeer druk hebben en dikwijls meer dan 15 processen- verbaal per dag opmaken. In zijn tijd was het zeer druk met overtredingen van de honden belasting en verkeersovertredingen. Een briga dier was eigeniyk 24 uur per dag in dienst. Op een vraag van den verdediger, antwoordde getuige, dat de Curasaosche inlanders het bü hun verklaringen met de waarheid niet zoo nauw nemen en dikwijls op een suggestief ge stelde vraag een onjuist antwoord geven. De advocaat-fiscaal, Mr. A. Brants, laakte ten zeerste het gedrag van beklaagde. Dat hü vergissingen heeft gemaakt bü het opmaken van processen-verbaal is al heel ernstig, doch nog begrijpeiyk. Maar dan had hy ruiteriyk moeten erkennen, dat hij een fout heeft gemaakt en dan is daar over te praten. Hij houdt echter tegen alles in vol, dat hij het proces-verbaal naar zyn mee-, ning juist heeft opgemaakt en daar heeft hü zelfs een meineed voor gepleegd. Het proces verbaal moet iets heiligs zijn voor den politie man. Wie zich daarvan geen rekenschap geeft, deugt niet voor de politie. Spr. requireerde bevestiging van het vonnis van den Krijgsraad. De verdediger, Jhr. Mr. S. M. S. de Ranitz, was van meening, dat er absoluut geen sprake is geweest van een opzetteiyke handeling. De brigadiers in Curacao maakten aanteekening in een boekje en werkten deze 's avonds in hun processen-verbaal uit. Ook aan de getuigen verklaringen in Curacao hechtte pleiter weinig v aarde. PI. drong daarom op vrijspraak aan. Beklaagde heeft zich altyd een uitstekend en betrouwbaar politie-man getoond en zijn mili taire carrière staat by deze uitspraak op het spel. Het Hof zal nader sententie wijzen. Met het oog op de nog dit jaar te verwachten inwerkingtreding der Vogelwet 1936 wordt in het belang van de houders van: a. Volieres, waarin meer dan twee stuks van dezelfde soort be schermde vogels gehouden worden, b. Vogelhan delaren, c. Vogelvangers, d. Preparateurs en e. Houders van verzamelingen van opgezette be schermde vogels, eieren of nesten, aangeraden opgave te doen aan de Directie van den Land bouw, afdeeling 2a, Bezuidenhoutscheweg 30 te 's Gravenhage. a. Voliere-houders: hoeveel en welke in Euro pa in het wild levende vogels zy aanwezig heb ben (in verband met toepassing van artikel 24 der wet regelende vergunning voor vervoer in geval van behoefte aan verplaatsing voor op geoorloofde wijze aanwezige vogels, eieren of nesten). b. Vogelhandelaren: voor welke panden of an dere verkoopplaatsen zy een vergunning wen schen te bekomen en welke hun vermoedeiyke omzet per jaar zal bedragen met vermelding, of zy reeds een vergunning krachtens de vogelwet bezitten. c. Vogelvangers: of zy voor het geheele rük of op een bepaald perceel of op meer dan één be paald perceel kooivogels wenschen te vangen voor eigen vrüen handel of enkel ten behoeve van één of meer vogelhandelaren, met vermel ding, of zij reeds een vergunning krachtens de vogelwet bezitten. d. Preparateurs: of zü voor één of meer pan den en voor één of meer personen daarin werk zaam vergunning wenschen en of zy voor vrye aflevering of enkel ten behoeve van een persoon of instelling prepareeren. e. Houders van verzamelingen van opgezette vogels, eieren of nesten: welke en hoeveel exem plaren zü bezitten (met het oog op toepassing van artikel 24 als boven). Het ligt in de bedoeling der directie van den Landbouw te bevorderen, dat de noodige infor- matiën over de verleening van vergunningen vóór of zoo spoedig mogeiyk na de inwerking treding der wet kunnen genomen worden en de verleening der vergunningen zoo min mogeiyk vertraging zal behoeven te ondervinden. Voor de toepassing van artikel 24 der wet zal, tenzy het tegendeel klaarbiykelijk is, het aan gemelde materiaal als niet op ongeoorloofde wyze voorhanden beschouwd kunnen worden. Wanneer wy de ontwikkeling der weersge steldheid van den laatsten tijd nagaan, zien wy hierin groote en belangrijke veranderingen. Over het algemeen is het weer wel mooi en zonnig, maar het is reeds sedert den 14den Juni te koud. Het grootste tekort aan warmte hebben wy echter omstreeks den 19den gehad, toen de thermometer tot aan de recordgrens was gedaald. Dit alles is een gevolg van de ontwikkeling van een krachtig en blükbaar zeer standvastig gebied van hoogen druk in het Westen over den Oceaan, terwijl de luchtdrukking laag was over Midden-Europa. Bij deze luchtdrukverdee- ling stroomt de koude lucht uit het hooge Noorden naar het Zuiden en volgt daarby een zeer breeden weg over West-Europa, dat dien tengevolge koel weer heeft. Deze toestand is veel vroeger in het jaar normaal en treedt aan net einde van Juni gewoonlijk op den achter grond, maar dit jaar heeft hij zich op den ge wonen tijd niet veel voorgedaan en schijnt nu pas met een groote vertraging tot ontwikkeling te zijn gekomen. Vandaar dan ook, dat het weer den laatsten tijd voortdurend koel is by Wes telijken tot Noordelijken wind. Wij mogen hét nog als een gelukkige om standigheid beschouwen, dat het weer overi gens de meeste dagen zonnig en niet buiig is, omdat, wanneer zich over de Noordzee en de omgeving krachtiger depressies hadden ontwik keld dan wij daar den laatsten ty'd hebben waargenomen, het weer van veel slechter kwa liteit zou zijn geweest, zooals het gewoonlijk bü dit weertype is. Het gebied van hoogen druk heeft zich nu de laatste dagen verder in Oostelijke richting uitgebreid en beheerscht thans ook den weers- toestand bij ons. Het schijnt zeer standvastig te zijn geworden en het is daarom te verwach ten, dat het voorloopig den weerstoestand in West-Europa zal blijven beheerschen. Omdat de toestrooming van koele lucht minder krachtig is geworden, stijgt de tem peratuur thans tot de normale of iets daar boven en is het ook te verwachten, dat het weer iets minder koel zal worden, maar warm zomerweer zullen wü voorloopig nog moeten afwachten. In Oost-Europa is het echter warm weer en de storende depressie, welke Donderdag over Frankrük lag, is, zonder het weer in ons land belangrijk te verstoren, thans voor ons van geen betee- kenis meer. (Nadruk verboden) De protestantsch-theologische faculteit van öe universiteit in Praag heeft aan minister Slotemaker de Bruine het eere-doctoraat in de theologie verleend. Te Haastrecht is het tweejarig dochtertje van den landbouwer Houdük in een. naast de ouder lijke woning loopende sloot geraakt en ver dronken. Zaterdagmiddag omstreeks kwart over vijf zijn op den rijksstraatweg bij Naarden, ter hoogte van het tuindorp Keverdijk, door het onverantwoordeiyk rijden van een be stuurder van een truck met trailer, twee auto's met elkaar in botsing gekomen, waar- bS eenige personen gewond werden. Op dit tydstip reden op dit weggedeelte, dat voor slechts tweebanig verkeer is ingericht, en kele auto's uit de richting Amsterdam achter elkaar, terwijl uit de richting Amersfoort twee auto's naderden met een snelheid van ongeveer zestig K.M. Tusschen beide files door schoot plotseling, met een vaart van tachtig K.M., een truck met trailer. Teneinde een aanrüding te voorkomen, remde de bestuurder van den eersten uit de richting Amersfoort komenden wagen scherp. De bestuurder van den achter hem rij denden auto was hierop niet verdacht en wierp, om niet op zijn voorrijder in te rijden, het stuur naar links om. De truck met trailer schoot er nog tus schen uit, maar een uit Amsterdam komen de wagen werd tengevolge van deze ma noeuvre gegrepen en totaal vernield. De inzittenden, de heer en mevrouw F. uit Amsterdam, werden met een anderen auto terstond naar Amsterdam teruggebracht. De politie heeft hen niet kunnen hooren en is niet bekend met hun toestand. De bestuurder van den aanrijdenden wagen, de 65-jarige heer J. D. H. uit Am sterdam, liep een wonde in den hals op, de naast hem zittende dame, de 64-jarige E. de L., eveneens uit Amsterdam, kreeg een wonde aan het voorhoofd en boven het rech teroog. Na verbonden te zyn konden beiden huns weegs gaan. In den wagen, welke plotseling stopte, ten einde' geen stukken te maken, zaten twee per sonen, die, aangezien zü niet rechtstreeks by de botsing waren betrokken, zün weggereden. Hun getuigenis heeft echter voor de politie waarde. Daarom verzoekt de burgemeester van Naarden deze personen zich tot hem te willen wenden voor het verstrekken van inlichtingen. De truck met trailer, die de oorzaak van alle ellende was, is met onverminderde vaart door gereden. Het nummer is slechts gedeeltelik bekend. Door de botsing was het verkeer op den rüks- straatweg ongeveer twintig minuten gestremd. De gemeentepolitie zorgde, dat het verkeer weer in goede banen werd geleid. Het onderzoek inzake het gebeurde is in haar handen. Aan boord van het Indië-vliegtuig der K.L.M., de Douglas D C 3, Specht, dat heden naar Batavia vertrokken, bevinden zich de heeren Fritz Bechthold en Paul Baur. Fritz Bechthold is een bergbeklimmer van grooten naam en een der overlevenden van de bekende Duitsche Naga-Parbat-expeditie 1934 naar het Himalaja-gebergte. Paul Baur behoort eveneens tot de meest bekende Duitsche berg beklimmers en heeft speciaal de aandacht op zich gevestigd, door zijn onderzoekingen in het Himalaja-gebergte. Hij is het ook, die een groot aandeel heeft gehad in de voorbereidingen voor de laatste Himalaja-expeditie, de Naga-Parbat- expeditie 1937, welke door een zoo noodlottig ongeluk getroffen is. Het is tengevolge van dit ongeval, dat de Himalaja-stichtine den heeren Baur en Bechthold verzocht heeft zich naar Lahore te begeven om de expeditie met hun ervaring by te staan. Daartoe maken genoemde heeren gebruik van den K.L.M.-dienst van HalleLeipzig tot Karachi, waar zij reeds Maandag aankomen, om dan eveneens op de meest snelle wüze hun reis voort te zetten naar Lahore. Ter zake van oneeriyke mededinging ston den onlangs voor de Haagsche rechtbank twee colportrices van een modevakschool te Amster dam terecht. In het najaar van 1936 hadden zij verscheidene families in 's Gravenzande bezocht en vele dames weten over te halen tot het vol gen van £eri Knip- en naaicursus, welke de mode-vakschool ter plaatse zou organiseeren en can het einde waarvan een diploma zou wor den uitgereikt. De voorwaarden waren buiten gewoon gunstig. Het bleek echter, dat al die Tborgespiegelde aantrekkeiykheden slechts in de fantasie van de colportriecs bestonden. De be drogen dames weigerden lesgeld te betalen, te meer toen bleek, dat de directie geen verant woording nam voor mondelinge afspraken met colportrices. Zü dienden een aanklacht in. De officier van justitie eischte tegen beide colportrices H. H. E. de K. en M. A. van der L. wegens on eerlijke mededinging 50 boete subs. 50 dagen hechtenis. Dé rechtbank, die thans uitspraak deed, acht te de ten lastelegging niet bewezen en sprak de verdachten vry. Van het Duitsche stoomschip Scheer, van de H. A. L., komende van Antwerpen en bestemd voor Oost-Azië, is een der gewonde opvaren den te Vlissingen aan land gebracht en op genomen in het ziekenhuis te Vlissingen. De heffing op boter is voor de week van 27 Juni tot en met 3 Juli, behoudens tusschentüd- sche wüziging, wederom vastgesteld op 70 cents per K.G.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 5