Nereus wint de oude acht
tKdm&aal van dof
De avonturen van Stan en Pol
=1
SUCCESSEN VAN DE
DUITSCHE PLOEGEN
HET RAA
DSEL VAN
DEN
AZEPOOT
MAANDAG 28 JUNI 1937
ROEIWEDSTRIJDEN TE AMSTERDAM
Zege van Etui in de jonge acht
na een spannenden strijd
met Rhenus
Fraaie races op de
Boschbaan
Jonge achten
De oude acht
BOKSEN
F arrSchmeling
ATHLETIEK
SNELVOETERS STARTTEN TE
ANTWERPEN
Resultaten vielen echter tegen
Nieuw wereldrecord 10 K.M.
snelwandelen
Goede prestatie van mej. Niessink
VOETBAL
Om den Mitropa-beker
ZEILEN
DE KIELER WEEK
Stap wint bij de sharpies
Noord-Hollandsche kampioen
schappen
PAARDENSPORT
Clairvoyant wint den Grand Prix
van Parijs
BILJARTEN
Drost te Parijs op de zesde plaats
DEMONSTRATIES VAN HET
ROODE KRUIS
Directeur Haven van Vlissingen
Het heilzame
bezoek 1
FINANCIEELE VERHOUDING
Wijziging der begrooting van het
Gemeentefonds
Rijksmuseum voor Volkenkunde
DOOR THEO BLANKENSEE
Waar konden zü toch gebleven ziin?
«Ik denk yan niet. M'n naam is Henkei en
De belangstelling op den tweeden dag
der internationale roeiwedstrijden van
Nereus", welke op de Amsterdamsche
Boschbaan werden gehouden, was zeer be
vredigend en over het algemeen heeft men
Van fraaie races kunnen genieten, waarin
meermalen de spanning tot op het laatste
gedeelte van den wedstrijd bleef. Zoo heeft
Nereus de oude acht op uitstekende wijze
gewonnen, dank zij een voorsprong op de
eerste 250 Meter behaald.
Het hoofdnummer, de jonge acht, was voor
«■tuf, Essen, welke met een machtige eind
spurt van de concurreerende Duitsche ploeg
"henus won. De Duitsche ploegen hebben
overigens verscheidene overwinningen be
haald, waarbij het opvallend was dat de Duit
schers in de skiffnummers verre superieur
Waren.
Om half twee werd begonnen met den eer-
Sten eindstrijd, de jonge vier, waarvoor, daar
Rhenus zich had teruggetrokken, Argo, Laga,
Triton en Etuf aan den start verschenen.
Argo nam na 250 Meter de leiding met Etuf
°P de twee plaats, maar na een korte krach
tige tusschenspurt nam Etuf de leiding over.
Re Duitschers vergrootten hun voorsprong ge
leidelijk en wonnen.
De uitslag was: 1. Etuf 7 min. 1 sec.; 2. Laga
min. 8 sec.; 3. Argo; 4. Triton ver achter.
Bij de vier zonder stuurman, waarvoor Ne-
teus en Laga startten, begonnen de Amster
dammers met een zeer hoog tempo en zij waren
Weldra reeds een lengte voor. Laga roeide ech
ter rustig door en haalde den achterstand in,
teodat de booten op 750 Meter weer gelijk la-
Sen. Tusschen 1000 en 1250 Meter spurtten de
Delftenaren vlot weg om met een lengte de
'eiding te nemen. Minder goed sturen van Laga
Was oorzaak, dat de tijd nog iets ongunstig
beïnvloed werd, doch niettemin was de tijd van
min. 59 sec. zeer goed te noemen. Nereus bleef
enkele lengten achter.
De uitslag was: 1. Laga 6 min. 59 sec.; 2. Ne-
teus 7 min. 7 sec.
Bij de jonge twee is het een voortdurende
strijd geweest tusschen Njord en Triton, welke
tenslotte door de Leidenaars gewonnen werd
teet een halve lengte. Argo en Willem III speel
den geen rol van beteekenis.
De uitslag was: 1. Njord 8 min. 221/5 sec.;
Triton op halve lengte; 3. Argo op 2 lengte
échter Triton; 4. Willem III.
De double scull leverde een gemakkelijke over-
Winning op voor Godesberg, dat met H. Sche-
ben (boeg) en H. Neuburger (slag) een snellere
eh beter op elkaar ingestelde ploeg had dan de
Hoop. Op 1000 meter hadden de Duitschers vier
lengten voorsprong en aan de finish was het
verschil nog grooter.
De uitslag was: 1 Godesberg 7 min. 5 sec.;
2 De Hoop 5 lengten 7 min. 21 sec.
Ook voor het nummer twee zonder stuurman
herschenen slechts twee ploegen aan den start,
h.l. de Maas en Amstel. Niettemin bleek de
Roschbaan nog niet breed genoeg te zijn voor
deze twee ploegen, want op 750 meter vond een
Aanvaring plaats.
Ook op de volgende 250 meter stuurden beide
Ploegen zeer slecht. Amstel leidde vrijwel steeds
'het een halve lengte tot op 1250 meter, waarna
klaas een lange spurt inzette met het resul
taat, dat de Rotterdammers een kleinen voor
sprong namen. Het waterwerk van de Amster
dammers werd steeds minder goed en op de
laatste dertig meter lieten de Amstel-roeiers zelfs
enkele slagen loopen, volkomen ontmoedigd door
het nogal onregelmatige verloop van de race.
öe Maas werd gedisqualificeerd en Amstel win
baar verklaard.
De uitslag was: 1 De Amstel geen tijd; 2 De
toaas gedisqualificeerd.
Het nummer voor de jonge achten gaf een
Haaien strijd te zien tusschen een vijftal ploe
gen, waarbij de Duitschers zich onbetwist de
sterksten toonden.
Aan den start verschenen in deze volgorde:
Amstel, Rhenus (Bonn), Triton, Aegir en Etuf
(Essen).
Op 250 meter lagen Etuf en Rhenus gelijk, de
®hdere drie ploegen roeiden in tweede positie
•het onderling vrij weinig verschil.
De strijd om de leiding was, fel, de beide ploe-
fcen gaven elkaar weinig toe, doch op 750 meter
Was Rhenus toch iets voorgekomen. Amstel was
(oen derde, Aegir vierde, terwijl Triton inmid-
Öels was afgezakt.
Op 1250 meter leidde Rhenus nog steeds, ter-
Wijl Amstel en Etuf om de tweede plaats voch
ten. Dit duel werd door Essen gewonnen. De
West-Duitschers zetten door, kwamen gelijk met
Rhenus en op de laatste 250 meter slaagden zij
er nog in Rhenus voorbij te komen en als eerste
Üoor de finish te gaan.
De uitslag was: 1 Etuf 6 min. 29 4/5 sec.; 2
Rhenus op een kwart lengte 6 min. 30 2/5 sec.;
3 Amstel op 'A lengte achter Rhenus; 4 Aegir
gering verschil met Amstel; 5 Triton ver achter.
Het nummer lichte vieren, waarvoor Njord,
Ai-go en Triton aan den start verschenen, werd
een gemakkelijke overwinning voor Argo, die
met vele lengten verschil won van Njord.
De uitslag: 1 Argo 7 min. 29 sec.; 2 Njord
7 min. 39 sec.; 3 Triton ver achter.
De oude skiff was voor den Rhenus-skiffeur
K. Broockmann, die een zeer slechten start
maakte en op 250 meter een lengte achter lag
bij de overige deelnemers, Poseidon, die Ley-
the en Nautilus.
De Duitscher bleek echter een taaie roeier
te zijn, die met zijn korten krachtigen slag
regelmatig inliep. De Leythe-skiffeur Velds had
de leiding genomen, doch op 250 meter lag de
Leidenaar gelijk met Broockmann.
In eenzelfden stijl trok de Duitscher verder
om tenslotte niet twee lengten verschil te win
nen voor Velds.
De uitslag: 1. Rhenus, 7 min. 361/5 sec.; 2.
Die Leythe op twee lengten, 7 min. 40 sec.; 3.
Nautilus op vijf lengten; 4. Poseidon ver ach
ter.
De jonge skiff leverde een gemakkelijke zege
op voor H. Neuburger, die enkele races daar
voor in de double scull was uitgekomen. Meyer
van Willem III was tweede en Weyer van
Nereus derde.
De uitslag was: 1. Godesberg, 7 min. 39 sec.;
2. Willem III, 7 min. 58 4/5 sec.; 3. Nereus
ver achter.
Het slot van den middag bestond uit het
nummer oude achten, waarvoor aan den start
verschenen Njord, Godesberg, Nereus, Aegir en
Laga.
Nereus vertrok mooi en op 250 meter lagen de
Amsterdamsche studenten reeds een halve
lengte voor op Laga en Njord, terwijl Godes
berg en Aegir in laatste positie roeiden.
Op 500 meter was de voorsprong van Nereus
tot een lengte uitgegroeid en op 750 meter be
droeg het verschil zelfs meer dan een lengte.
Godesberg lag tweede, terwijl Njord en Laga
op vrijwel gelijke hoogte in derde positie kwa
men. Godesberg c.i ook Laga hielden voortref
felijk vol en op 1000 meter bedroeg de voor
sprong van Nereus nog slechts lengte op
Godesberg. Op 1500 meter was het verschil tot
een halve lengte teruggebracht.
Op de laatste 250 meter zette de Laga-ploeg
een energieke eindspurt in, welke tot resul
taat had, dat Nereus tot op een kwart lengte
benaderd werd, terwijl Godesberg naar de derde
plaats werd verwezen.
De uitslag werd: 1. Nereus, 6 min. 18 2/5 sec.;
2. Laga op lengte; 3. Godesberg op A lengte
achter Laga; 4. Njord op twee lengten; 5. Aegir
ver achter.
De uitslagen van de beide damesnummers
waren
Stijl-snelroeien dames gladde vier: 1. de Vliet
58 punten; 2. Hunze 42 punten.
Stijl-snelroeien dames acht 1. Nereus; 2.
de Vliet; 3. Spaarne.
De bokswedstrijd tusschen Tommy Farr en
Max Schmeling, waarbij de wereldtitel op het
spel zou staan, zal op 9 Augustus as. worden
gehouden. Deze vroegere datum is gekozen, daar
de ontmoeting in het White City of het Wem-
bleystadion, dus in de open lucht, zal worden ge
bokst. In beide stadions kunnen 500.000 toeschou
wers den wedstrijd volgen.
Volgens een bericht uit New-York zou Jack
Kearns, de vroegere manager van Dempsey,
Louis 400.000 dollar hebben aangeboden voor
een titelgevecht tegen Schmeling, dat dan in
September a.s. in Detroit zou worden gehouden.
„Wat rijden al die menschen ge
vaarlijk vandaag", dacht u immers
vanmiddag achter het stuur. (Hoe
zegt men dat ook weer van dien
splinter,dien balk en uw oog?...)
Zaterdag zijn te Antwerpen de internationale
athletiekwedstrijden aangevangen, welke door de
Royal Beerschot Athletiekclub werden georga
niseerd en waarbij Nederland vertegenwoordigd
is door een „Snelvoeters"-ploeg. Onze landge-
nooten hebben evenwel op de nummers, waarin
zij uitkwamen, niet veel gepresteerd. Drie hun
ner werden in hun series niet geplaatst en al
leen Balhan wist op de 110 Meter horden de
derde plaats te bezetten, maar zijn tijd van
16.2 seconden is allesbehalve fraai.
Op de 200 Meter kwam Eikema in zijn serie
als vierde aan, terwijl Martini in zijn serie de
zesde plaats bezette. Beide athleten kwamen
dus niet voor den eindstrijd in aanmerking. Op
de 800 Meter werd Zaal in zijn serie vijfde en
ook hij was dus uitgeschakeld.
Zondag zijn de wedstrijden voortgezet. Van
de Nederlandsche ploeg kwam alleen „De Haas"
Uit op een individueel nummer, n.l. de 100 me
ter. Hij bezette de vierde plaats met een tijd van
10,8 sec. Verder liepen onze landgenooten nog in
de estafette 800, 400, 200, 200 meter, waar zij op
de vijfde plaats eindigden.
De Noorsche en Zweedsche snelwandelaars
Bruun en Mikaelson zitten elkaar op sportieve
wijze in de haren. Zoodra een van beide athle
ten een wereldrecord heeft gevestigd, verbetert
de ander het weer. Op de 5 K.M. vestigde Bruun
op 17 Juni een nieuw wereldrecord en drie da
gen later had Mikaelson het op zijn naam ge
bracht.
Op 18 Juni j.l. bracht Mikaelson te Stockholm
het wereldrecord over 10 K.M. met een tijd van
44 min. 9.6 sec. op zijn naam en thans is Bruun
er te Oslo in geslaagd dit record Weer te ver
beteren en te brengen op 43 min. 52 sec.
In het sportpark te Groningen is Zondag een
dames-trialmeet gehouden tusschen Amsterdam,
Groningen en de rest van Nederland. Daar de
baan zeer slecht was, werden op de loopnum
mers geen bijzondere prestaties verricht, maar
bij de technische nummers werden verschillende
goede dingen gedaan. Zoo wist mej. A. Niessink
op het nummer discuswerpen een afstand te
gooien van 38.71 meter, een afstand, welke tot
nu toe in Nederland niet door een athlete werd
bereikt. Het Nederlandsch record staat sedert
27 Mei 1934 op naam van mej A. K. Pels met
een afstand van 38.19 meter. De worp van mej.
Niessink zal evenwel niet als nieuw Neder
landsch record kunnen worden erkend wegens
een organisatorische fout, n.l. een niet ingegra
ven ring.
Zondag werden de wedstrijden om den
Mitropa-beker voortgezet. De uitslagen waren:
FercncvarosSlavia 31, Young Fellows-
Vienna 10, AustriaBologna 51, Sparta
Admira 22 en LazioHungaria 32.
In de tweede ronde komen thans in ieder
geval Grasshoppers (Zuerich), Ujpest (Boeda
pest), Genova (Genua), Austria (Weenen),
Ferencvaros (Boedapest) en Lazio (Rome).
Zaterdag is de Kieler zeilweek geëindigd. Bij
de sharpies viel de beslissing ten gunste van
onzen landgenoot Jac. Stap met zijn „All Wea
ther". Met flinken voorsprong kwam hij als eer
ste binnen voor zijn rivaal „Racker III". Onze
landgenoot, die in totaal 720 punten behaalde,
heeft hierdoor beslag weten te leggen op den
prijs der stad Breslau, een zeer fraaie prestatie
van den Amsterdammer.
Zaterdag en Zondag zijn op de Westeinder-
plassen bij Aalsmeer de Noord-Hollandsche zeil-
kampioenschappen in de sharpie-, B. M.- en
twaalfvoetsjollenklasse gehouden.
De titels vielen ten deel aan de volgende zei
lers:
Sharpieklasse: G. Nolles met „Aloha" (Nieuwe
Diep).
B. M.-klasse: R. Scholtens met „Beneven-
tum II" (De Koenen).
De twaalfvoetsjollenklasse: R. Venema met
„Marionet" (Haarl. Jachtclub).
Zondag zijn onder enorme belangstelling te
Longchamp de beroemde wedrennen om den
Grand Prix van Parijs over een afstand van
3000 meter verreden. Winnaar werd de Fransche
favoriet Clairvoyant, bereden door jockey Sem-
blat, na een spannende race met den Italiaan-
schen favoriet Donatello II, bereden door Cubel-
lini.
Op de derde plaats eindigde het paard van
Baron de Rothschild, Gonfalonier met jockey
Villecourt. Clairvoyant won voor zijn eigenaar
een millioen francs.
De biljartwedstrijden om het Europeesch
kampioenschap driebanden voor beroepsspelers
zijn te Parijs na een barrage tusschen Conti
en Ribas ten gunste van den Franschman ge
ëindigd. Conti behaalde 16 punten, 433 caram
boles, in 499 beurten, een algemeen gemiddelde
van 0.867 en een hoogste serie van 9. Onze land
genoot Drost bezette de zesde plaats. Zijn cijfers
waren resp. 6, 317, 497, 0.637 en 6.
Zaterdagmiddag 3 Juli zal de bloedtransfusie
dienst van het Nederlandsche Roode Kruis in
samenwerking met de Nationale Luchtvaart-
school en de Rotterdamsche Aero Club op het
vliegveld IJpenburg belangwekkende demonstra
ties geven.
Het doel van deze demonstraties is, aan te
toonen, dat het vredeswerk van het Roode Kruis
zeer bevorderd wordt door een goed georgani
seerde samenwerking met vliegtuigen, die snel
doktoren, verpleegsters en transportcolonnes
kunnen vervoeren naar een plaats, waar hun
aanwezigheid op een gegeven moment dringend
noodzakelijk is.
De raad van commissarissen der N.V. Haven
van Vlissingen heeft met algemeene stemmen
tot directeur benoemd den heer F. P. C. Mijs.
Mevrouw Hamlin zat in een grooten leun
stoel bij 't venster.
„Ik ben er altijd bang voor geweest,"
dacht ze, „dat ik té lang zou leven om nog
nuttig te zijn. Nu zit ik hier nog. Te oud en
zonder nut voor m'n medemenschen."
Haar donker-cypersche kat vleide zich voor
d'r voeten op den grond neer en spon en snor
de behaaglijk. Mevrouw Hamlin knipperde
met d'r oogen, toen een felle bliksemstraal de
lucht doorkliefde, gevolgd door een knetteren
den donderslag.
Ze zuchtte, maar toen ze peinzend naar bui
ten keek, zag ze een slanke gestalte in een
lichtgroen kleedje, die voor d'r venster bleef
stilstaan, alsof ie schrok voor de eerste dikke
regendruppels, die begonnen te vallen. De ge
stalte knikte vriendelijk tegen de oude vrouw.
Mevrouw Hamlin glimlachte; „m'n oogen zijn
nog goed," mompelde zij, „dat was Mercy
Wingdam. Ik ben benieuwd, hoe 't haar hier
in het dorp bevalt."
Het meisje verdween en de oude dame bleef
peinzend naar buiten kijken.
Eensklaps keek ze op. Er was iemand de ka'
mer binnengekomen, 't Was Mercy Wingdam.
Goudblonde haren omlijstten het mooie ge>
zichtje. D'r lippen waren geopend, als om iets
te zeggen, maar in haar oogen stond duidelijk
te lezen, dat ze gehuild had, bitter gehuild.
„Ik kreeg geen antwoord, toen ik belde," zei
ze „en daarom ben ik maar zoo vrij geweest.
Onder het spreken ging ze op een stoel zitten.
Mevrouw Hamlin antwoordde niet, maar keek
de onverwachte bezoekster vriendelijk aan.
„Ik moet even met iemand praten," barstte
Mercy Wingdam hartstochtelijk los. „We zijn
hier pas komen wonen. En ik ken hier niemand.
Ikik wil weg, naar huis. Ik houd het niet
langer uit met Frank. Frank is m'n man. Zóó
gaat het niet."
Ze keek even naar den neerploffenden regen
en hernam heftig: „We hebben vanmorgen
geweldige ruzie gehad. Toen hij naar z'n kan
toor was, wilde ik direct den trein naar huis
nemen. Ik moest met iemand praten; 't komt
er niet op aan met wie. Ik kon het in dat
sombere, stille huis niet langer uithouden en
wilde wat gaan wandelen, toen ik door den re
gen werd overvallen."
Om d'r tranen, die weer begonnen te vloeien
tegen te houden, beet de jonge vrouw in d'r
onderlip. Angstig keek ze mevrouw Hamlin
aan.
„Kindlief," zoo liet deze zich nu hooren, „je
bent erg opgewonden. Tracht eerst eens wat
kalmer te worden."
Deze aanmaning ging vergezeld van een
vriendelijken glimlach, die op Mercy Wingdam
de uitwerking van een liefkoozing had.
Zij zonk in haar stoel terug. D'r gedachten
verwijlden bij den tijd, dat haar eigen moe
der nog leefde, die zoo vaak d'r handen vol
teederheid op haar blonde, weerbarstige krul
len had gelegd, en zoo dikwijls de opstandig
heid van d'r dochter als weggevaagd hadden.
In de gang liet een antieke klok d'r zware
slagen hooren. Mercy sloot vermoeid haar
oogen.
In het kleine landhuisje in de duinen, waar
zij met Frank de wittebroodsweken had door
gebracht, was ook zoo'n klok geweest. Zij boog
zich naar de oude dame:
,,'t Is voor mij een troost, met iemand als
u te kunnen praten."
Mevrouw Hamlin dacht even na.
„Ja, ja," zei ze toen. „Doe alsof je thuis bent.
In dien tijd zal ik even thee zetten. We zullen
het ons gezellig maken, kindlief. Ik krijg zel
den zulke lieve bezoeksters. Dus, dit is een bui
tenkansje voor een oude vrouw. Ik ben dade
lijk weer bij je."
Mercy Wingdam keek de oude dame na, toen
deze het vertrek verliet en stond dan op.
Een min of meer verbleekte fotografie boven
het dressoir stelde een vroolijke bruidspartij
voor. Mevrouw Hamlin zat waardig en glim
lachend in het midden. Daarnaast hingen nog
andere foto's. De jonge vrouw boog zich naar
de kat en streelde het dier. Dikke tranen big'
gelden langs haar wangen, toen de oude dame
weer binnen kwam.
„Dat is heerlijke thee," zei Mercy, toen ze
het fijne porceleinen kopje weer voorzichtig op
het schoteltje zette.
„En het is heerlijk bij u." Ze keek van d'r
gastvrouw naar den stroomenden regen buiten
en zuchtte diep.
„Eerst was alles zoo mooi! Pas getrouwd,
koken, het huishouden doen. Alles even vroo-
lijk en gezellig. Maar nu heeft Frank het druk
op het kantoor en is des avonds moe als hij
thuis komt. Dan
leest hij de krant
en gaat naar bed,
maar hij vergeet
totaal, dat hij op
het kantoer en
overal menschen
spreekt en dat ik
den heelen dag alleen ben en niemand ken.
Ik vind het vreeselijk. 't Is of de muren soms
op me neervallen."
De oude dame aarzelde even, alvorens ze
sprak: „Ja, ja, dat begrijp ik."
Toen nam ze een groot foto-album op, dat
op een tafeltje naast haar stoel lag. „Ik heb
dit zoo juist nog eens doorgekeken."
Ze wees op een foto van een jonge vrouw,
in een japon met geweldig wijde mouwen en
vroeg glimlachend:
„Zou je me daaruit hebben herkend? Ik was
toen onderwijzeres en men zei, dat ik erg knap
was."
Weer lachte ze en hernam: „Ik had veel exa
mens achter den rug, en men verwachtte, dat
ik wel spoedig tot hoofd der school zou be
noemd worden. Het duurde dan ook vrij lang,
eer ik er toe kon besluiten, dit alles voor Tom,
dat was m'n man, te laten varen."
Mercy Wingdam luisterde met aandacht. In
de oogen der oude dame straalde een liefdevolle
blik.
„We waren," ging ze voort, „voor dien tijd
'n zeer modern menschenpaar. Dikwijls hadden
we oneenigheid. Men zei algemeen, dat we
ieder veel te zelfstandig geweest waren. We
waren beiden koppig. Maar toch, kindlief, heb
ben we ons weten te schikken. Vooral wij
vrouwen moeten dat weten te doen, en dan
niet zoozeer in groote dingen, maar in honder
den kleinigheden. Daarvoor zijn we vrouw. We
moeten de wenschen van anderen voorkomen,
zonder dat dit door hen wordt opgemerkt.
Langzamerhand gaat het van zelf en tenslotte
is het een heerlijke voldoening voor je. Zoo
zijn we samen bijna 50 jaar door het leven ge
gaan. We hebben veel geluk gekend, wat we
anders zeker zouden hebben gemist."
Langzaam draaide zij de bladen van het al
bum om en Mercy Wingdam zag al de herin
neringen van een voorbij, maar gelukkig men-
schenleven voor haar oogen gaan.
Geruimen tijd zaten beide vrouwen voor het
geopende album, ieder vervuld van haar eigen
gedachten. De groote, ouderwetsche klok in de
gang sloeg voor de derde maal.
„Ik moet gaan," zei Mercy, en een blijde,
tevreden lach, dien de oude dame daarop nog
niet gezien had, speelde om haar lippen. „Deze
kamer zal ik „het geluk van Mercy" noemen.
Ik heb hier rust gezocht en gevonden."
Ze stond op. „En nu ga ik vlug voor het eten
zorgen, anders is het niet op tijd klaar."
Mevrouw Hamlin glimlachte; „kom je me nu
en dan eens opzoeken, kindlief?" vroeg ze. „Ik
zie graag jonge menschen om me heen en
ik voel me zelf ook nog niet zoo heel oud."
En zij lachte vroolijk.
Toen de bezoekster haar nog eens buiten voor
't venster had toegewuifd, nam mevrouw Hamlin
de poes op haar schoot en mompelde verge
noegd: „Ik geloof, dat dit bezoek heilzaam voor
haar geweest is."
(Nadruk verboden)
ioa
199
„Nu ja, zei meester, of die pop nu als kabouter verkleed was,
doet niet ter zake. Geef hem eens hier," zei meester. Jan stak
zijn hand uit naar de inktpot. „Hier is hij nog, meester, maar
het was geen pop, maar een echte kabouter. Plots klonk er een
zacht gemompel en daar zat eensklaps, goed zichtbaar, het
kleine mannetje met zijn grappig puntmutsje.
De meester was sprakeloos. Het als kabouter aangekleede popje De meester drukte het kleine handje en zei dat hij het aange-
leefde, het was echt. Pol begon te spreken. Hij vertelde hoe WJ naam vond om met hem kennis te maken. Hij keek echter toch
hier in de school was gekomen en zoo terloops de jongens wat een beetje argwanend, want zooiets had hij nog nooit meege-
had geholpen bij hun werk. Daarop stelde hij zich voor, maakte maakt. Bestonden er dan nog kabouters?
een kleine buiging en stak zijn hand uit. ho
Ingediend is een wetsontwerp tot wijziging
der begrooting van het Gemeentefonds. Ter
toelichting van art. 3 van dit ontwerp wordt
o.m. opgemerkt:
Een door de regeering in beroep genomen be
slissing betreffende de scheiding tusschen uit
gaven voor armenzorg eenerzijds, en die ter
zake van werkloosheid anderzijds, heeft het, ter
voorkoming van onbillijkheden, ten aanzien van
een aantal gemeenten, wenschelijk gemaakt, dat
de gelegenheid wordt geopend aan gemeente
besturen om opnieuw in beroep te kunnen ko
men tegen de besluiten van Ged. Staten, als be
doeld in artikel 23 van het financieele verhou-
dingsbesluit.
Aangezien als 'gevolg van deze nieuwe gele
genheid tot het instellen van beroep de defini
tieve vaststelling van de uitkeeringen over het
tijdvak 1935/1936 niet zoo tijdig zal kunnen ge
schieden, dat vóór 1 Mei 1937 alle verrekeningen
met gemeenten zullen hebben plaats gehad,
zouden daardoor de uitkomsten van dat tijdvak
niet volledig in de begrooting en rekening van
het Gemeentefonds over 1935/1936 kunnen
worden opgenomen. Aangezien het echter wen
schelijk is, dat de rekening van het fonds een
zoo zuiver mogelijk overzicht van de ontvang
sten en uitgaven van het betrokken tijdvak be
vat, wordt voorgesteld den termijn van afslui
ting van den dienst van het fonds voor 1935/
1936 30 April 1937 nader te bepalen op 31
December 1937.
Met ingang van 1 Juli 1937 is bevorderd tot
directeur van het Rijksmuseum voor Volken
kunde te Leiden, dr. W. M. Rassers, thans con
servator, tijdelijk belast met het beheer van
gemeld museum.
Aan den heer Ch. F. M. Ie Roux, conservator
bij hetzelfde museum, is de persoonlijke titel
toegekend van conservator in algemeenen dienst.
13
Edith Beuth en Köhler sloegen een zijstraat
ln. Aarzelend bleven beiden even staan. Robbl
zocht spoedig dekking achter Stohr's breeden
rug. Edith Beuth mocht hem eens herkennen.
Köhler wierp verstolen blikken in 't rond en
achter zich enbeiden wipten een café
binnen.
„Daar zitten ze voorloopig veilig," meende
RobbL „Ze zullen elkaar heel wat te vertellen
hebben."
,Dat verwacht ik ook," stemde Stohr in.
„Hoe lang heb je noodig om met 'n taxi naar
t politiebureau te rijden en weer terug te zijn?"
,,'rf Klein kwartiertje."
„Dan zal 't wel lukken. Breng dan spoedig
rapport uit aan commissaris Werner en vraag,
Wat we moeten doen.."
„En als ze inmiddels hier vertrekken?"
„Ik blijf ze natuurlijk volgen. Op lederen hoek
van de straat zal ik met krijt 'n pijl teekenen,
die de richting aangeeft. Ga nu vlug."
Robbl bleef op z'n post. Hij was er vast van
Overtuigd, dat nu geen vergissing meer mogelijk
was. Alles klopte als 'n bus. Edith Beuth had
Köhler in haar kamer gelaten, waar hij den
dolk had genomen. Dit alleen kon de oplossing
zijn. En waarschijnlijk was Köhler ook de bond
genoot van Rudolf Hallstein, aan wien deze de
poste-restante-brieven richtte. De drie ver
schillende sporen bleken dus ineen te vloeien.
Minuut na minuut verstreek. Stohr kwam nog
steeds niet opdagen. Maar er was ook geen
haast bij. Blijkbaar hadden deze twee misdadi
gers hun gruwelijk plan reeds lang van te voren
beraamd. Edith Beuth had op Hallstein haar
intrek genomen, om de noodige voorbereidingen
te treffen.
Er was al meer dan een kwartier om.
Stohr kwam nog niet.
Doch Edith Beuth en Köhler hadden het café
ook nog niet verlaten.
Twintig minuten.
Van Stohr was nog steeds niets te bespeuren.
Nu begon Robbl toch 'n beetje zenuwachtig te
worden. Z'n beenen deden pijn van 't lange
wachten.
Ha! Eindelijk!
„Ik dacht al, dat je verongelukt was," bromde
Robbl nijdig.
„Neen, dat niet. Ik moest even wachten, maar
nu draag ik ook 'n bevel tot arrestatie in m'n
zak!"
„Dan wachten we geen seconde meer! We
gaan binnen."
Zij traden het café binnen. Hun oogen zochten
de tafeltjes af, doch Edith Beuth en Köhler
waren niet te zien.
„Wat wenschen de heeren?" vroeg een
kellner.
„Wij zouden' hier 'n dame en 'n heer ont
moeten," antwoordde Robbl. 'n Half uurtje ge
leden zouden ze hier binnengekomen z(jn."
„Ja, dat is ook zoo. Maar ze zijn direct weer
opgestapt."
„Opgestapt? Hoe opgestapt!"
,Ik meen langs den achterkant."
Stohr deed ontzet 'n stap achterwaarts. Doch
Robbl trachte z'n woede en ergernis te verber
gen achter 'n grapje en met 'n zuurzoet lachje
merkte hij op:
„Zoo zien we weer, dat 't toch inderdaad juist
is, dat aan elk ding twee kanten zijn."
X
Robbl beschikte weer spoedig over de noodige
zelfbeheersching; de teleurstelling had hem
slechts enkele minuten overweldigd. Het voor
gevallene was een weinig roemvolle gebeurtenis
in het leven van een detective en Robbl's eerste
gedachten waren, hoe de begane fout te her
stellen.
De fout te herstellen! Er was maar een uit
weg mogelijk. Hij wendde zich tot z'n collega:
„We moeten direct naar hotel „Union." Daar
zullen we hen zeker nog treffen."
Stohr was 't volkomen met hem eens.
„Hoe is de kortste weg?"
„Kom mee, binnen tien minuten zijn we er."
Zij renden de straten door.
„Hij moet toch z'n bagage hajea en afre
kenen," meende Robbl hoopvol.
„Natuurlijk! Als ze nog niet terug zijn, dan
wachten we hen op."
„In geen geval kan hij weten, dat we hem
achtervolgen."
,,'k Geloof 't ook niet."
In de hoofdstraten was 't druk en de beide
mannen moesten laveeren en zoeken, om telkens
weer wat vrije ruimte vóór zich te hebben. Robbl
minderde z'n vaart niet, voor hij vlak voor den
portier van hotel „Union" stond.
„Is meneer Wilhelm Köhler op z'n kamer?"
vroeg hy ademloos.
„Weet ik niet. Gaat u zelf maar kijken,"
bromde de portier.
„Welke kamer?"
„No. twaalf."
De beide mannen wandelden nu kalmpjes de
trap op, en zochten naar kamer no. 12.
Robbl klopte op de deur.
„Binnen! riep 'n stem.
Zij traden binnen
Stom van verbazing keken zij echter elkaar
aan, toen een hun volkomen onbekend persoon
voor hen stond. Zijn uiterlijk verschilde met dat
van Köhler als de dag van den nacht.
„Wat wenscht u eigenlijk?" vroeg de onbe
kende ietwat verrast.
„U bent niet Wilhelm Köhler," merkt Robbl
met groote beslistheid op.
„Inderdaad, daar hebt u gelijk in," lachte de
ander.
„Maar meneer Köhler bewoont toch kamer
No. 12?"
't huren van deze kamer No. 12 ging zonder een
enkele onregelmatigheid."
„Excuseer me. Dan moet er een vergissing in
't spel zijn."
Zij gingen, en toen zij beneden kwamen klopte
Robbl den oberkellner aan en zei, op 'n toon,
alsof hem 't grootste onrecht aangedaan was:
„Mij werd gezegd, dat kamer No. 12 bewoond
werd door Wilhelm Köhler. Maar daar is niets
van aan!"
De kellner maakte 'n buiging.
„Dat was inderdaad juist, meneer. Doch
meneer Köhler heeft 'n kwartier geleden z'n
rekening betaald en is toen vertrokken. Intus-
schen is kamer No. 12 weer aan een ander ver
huurd."
Ditmaal was 't Robbl niet mogelijk z'n erger
nis te verbergen.
„Is hij zoo rap vertrokken?"
„Ja. 'n Goed kwartier geleden kwam hi) terug
met 'n dame. Hij betaalde, nam z'n handkoffer
andere bagage had hij niet bij zich en
direct daarop verlieten zij het hotel."
„Dank u."
Dus ook nu waren zij weer te laat. Wilhelm
Köhler had dus wel degelijk onraad bespeurd en
was zoo vlug mogelijk gevlucht. Wat nu?
„We kunnen nu niet veel meer doen. Ik geloof
niet, dat wij hen vandaag nog in zullen kunnen
halen, 't Eenigste wat we kunnen doen is even
met 'n taxi naar 't station wippen," meende
Robbl.
Nog geen vijf minuten later renden zij 't
perron op. Doch eveneens tevergeefs. De snel
trein naar Berlijn was Juist vertrokken. Robbl
moest volstaan, met aan alle tusschenstations
het signalement der beide voortvluchtigen te
seinen.
Het baatte echter niets. Edith Beuth en Wil
helm Köhler waren spoorloos verdwenen.
Den volgenden ochtend moest Robbl verslag
uitbrengen. Nog nimmer was 'n gang naar 't
politiebureau hem zoo zwaar gevallen. Werner
was woedend. Toen hij weer wat tot bedaren
gekomen was zeide hij:
„Zij moeten zich ergens in de stad verborgen
houden. Nu is twijfel uitgesloten. Deze Wilhelm
Köhler z'n naam is natuurlijk valsch is
de moordenaar en Edith Beuth z'n mede
plichtige."
„Alles wijst er althans op."
„Er is tenminste één lichtpunt: We kennen
nu den moordenaar en z'n helpster, zoowel hun
signalement als hun naam."
„Gelukkig wel. Hun bevel tot inhechtenis
neming is rondgestrooid. Binnen enkele dagen
zullen ze beiden wel onschadelijk gemaakt zijn."
„Ik hoop, dat onze Londensche collega geen
kans krijgt om ons vóór te zijn."
„Wat zegt u! Een Londensche collega?" vroeg
Robbl verbaasd.
„Heb ik je dat nog niet verteld?"
„Ik weet van niets."
Wemer vertelde hem, met welke boodschap
Harvey zich bij hem aangediend had.
.(Wordt yeryolgd).