Nereus wint de oude acht tKdm&aal van dof De avonturen van Stan en Pol =1 SUCCESSEN VAN DE DUITSCHE PLOEGEN HET RAA DSEL VAN DEN AZEPOOT MAANDAG 28 JUNI 1937 ROEIWEDSTRIJDEN TE AMSTERDAM Zege van Etui in de jonge acht na een spannenden strijd met Rhenus Fraaie races op de Boschbaan Jonge achten De oude acht BOKSEN F arrSchmeling ATHLETIEK SNELVOETERS STARTTEN TE ANTWERPEN Resultaten vielen echter tegen Nieuw wereldrecord 10 K.M. snelwandelen Goede prestatie van mej. Niessink VOETBAL Om den Mitropa-beker ZEILEN DE KIELER WEEK Stap wint bij de sharpies Noord-Hollandsche kampioen schappen PAARDENSPORT Clairvoyant wint den Grand Prix van Parijs BILJARTEN Drost te Parijs op de zesde plaats DEMONSTRATIES VAN HET ROODE KRUIS Directeur Haven van Vlissingen Het heilzame bezoek 1 FINANCIEELE VERHOUDING Wijziging der begrooting van het Gemeentefonds Rijksmuseum voor Volkenkunde DOOR THEO BLANKENSEE Waar konden zü toch gebleven ziin? «Ik denk yan niet. M'n naam is Henkei en De belangstelling op den tweeden dag der internationale roeiwedstrijden van Nereus", welke op de Amsterdamsche Boschbaan werden gehouden, was zeer be vredigend en over het algemeen heeft men Van fraaie races kunnen genieten, waarin meermalen de spanning tot op het laatste gedeelte van den wedstrijd bleef. Zoo heeft Nereus de oude acht op uitstekende wijze gewonnen, dank zij een voorsprong op de eerste 250 Meter behaald. Het hoofdnummer, de jonge acht, was voor «■tuf, Essen, welke met een machtige eind spurt van de concurreerende Duitsche ploeg "henus won. De Duitsche ploegen hebben overigens verscheidene overwinningen be haald, waarbij het opvallend was dat de Duit schers in de skiffnummers verre superieur Waren. Om half twee werd begonnen met den eer- Sten eindstrijd, de jonge vier, waarvoor, daar Rhenus zich had teruggetrokken, Argo, Laga, Triton en Etuf aan den start verschenen. Argo nam na 250 Meter de leiding met Etuf °P de twee plaats, maar na een korte krach tige tusschenspurt nam Etuf de leiding over. Re Duitschers vergrootten hun voorsprong ge leidelijk en wonnen. De uitslag was: 1. Etuf 7 min. 1 sec.; 2. Laga min. 8 sec.; 3. Argo; 4. Triton ver achter. Bij de vier zonder stuurman, waarvoor Ne- teus en Laga startten, begonnen de Amster dammers met een zeer hoog tempo en zij waren Weldra reeds een lengte voor. Laga roeide ech ter rustig door en haalde den achterstand in, teodat de booten op 750 Meter weer gelijk la- Sen. Tusschen 1000 en 1250 Meter spurtten de Delftenaren vlot weg om met een lengte de 'eiding te nemen. Minder goed sturen van Laga Was oorzaak, dat de tijd nog iets ongunstig beïnvloed werd, doch niettemin was de tijd van min. 59 sec. zeer goed te noemen. Nereus bleef enkele lengten achter. De uitslag was: 1. Laga 6 min. 59 sec.; 2. Ne- teus 7 min. 7 sec. Bij de jonge twee is het een voortdurende strijd geweest tusschen Njord en Triton, welke tenslotte door de Leidenaars gewonnen werd teet een halve lengte. Argo en Willem III speel den geen rol van beteekenis. De uitslag was: 1. Njord 8 min. 221/5 sec.; Triton op halve lengte; 3. Argo op 2 lengte échter Triton; 4. Willem III. De double scull leverde een gemakkelijke over- Winning op voor Godesberg, dat met H. Sche- ben (boeg) en H. Neuburger (slag) een snellere eh beter op elkaar ingestelde ploeg had dan de Hoop. Op 1000 meter hadden de Duitschers vier lengten voorsprong en aan de finish was het verschil nog grooter. De uitslag was: 1 Godesberg 7 min. 5 sec.; 2 De Hoop 5 lengten 7 min. 21 sec. Ook voor het nummer twee zonder stuurman herschenen slechts twee ploegen aan den start, h.l. de Maas en Amstel. Niettemin bleek de Roschbaan nog niet breed genoeg te zijn voor deze twee ploegen, want op 750 meter vond een Aanvaring plaats. Ook op de volgende 250 meter stuurden beide Ploegen zeer slecht. Amstel leidde vrijwel steeds 'het een halve lengte tot op 1250 meter, waarna klaas een lange spurt inzette met het resul taat, dat de Rotterdammers een kleinen voor sprong namen. Het waterwerk van de Amster dammers werd steeds minder goed en op de laatste dertig meter lieten de Amstel-roeiers zelfs enkele slagen loopen, volkomen ontmoedigd door het nogal onregelmatige verloop van de race. öe Maas werd gedisqualificeerd en Amstel win baar verklaard. De uitslag was: 1 De Amstel geen tijd; 2 De toaas gedisqualificeerd. Het nummer voor de jonge achten gaf een Haaien strijd te zien tusschen een vijftal ploe gen, waarbij de Duitschers zich onbetwist de sterksten toonden. Aan den start verschenen in deze volgorde: Amstel, Rhenus (Bonn), Triton, Aegir en Etuf (Essen). Op 250 meter lagen Etuf en Rhenus gelijk, de ®hdere drie ploegen roeiden in tweede positie •het onderling vrij weinig verschil. De strijd om de leiding was, fel, de beide ploe- fcen gaven elkaar weinig toe, doch op 750 meter Was Rhenus toch iets voorgekomen. Amstel was (oen derde, Aegir vierde, terwijl Triton inmid- Öels was afgezakt. Op 1250 meter leidde Rhenus nog steeds, ter- Wijl Amstel en Etuf om de tweede plaats voch ten. Dit duel werd door Essen gewonnen. De West-Duitschers zetten door, kwamen gelijk met Rhenus en op de laatste 250 meter slaagden zij er nog in Rhenus voorbij te komen en als eerste Üoor de finish te gaan. De uitslag was: 1 Etuf 6 min. 29 4/5 sec.; 2 Rhenus op een kwart lengte 6 min. 30 2/5 sec.; 3 Amstel op 'A lengte achter Rhenus; 4 Aegir gering verschil met Amstel; 5 Triton ver achter. Het nummer lichte vieren, waarvoor Njord, Ai-go en Triton aan den start verschenen, werd een gemakkelijke overwinning voor Argo, die met vele lengten verschil won van Njord. De uitslag: 1 Argo 7 min. 29 sec.; 2 Njord 7 min. 39 sec.; 3 Triton ver achter. De oude skiff was voor den Rhenus-skiffeur K. Broockmann, die een zeer slechten start maakte en op 250 meter een lengte achter lag bij de overige deelnemers, Poseidon, die Ley- the en Nautilus. De Duitscher bleek echter een taaie roeier te zijn, die met zijn korten krachtigen slag regelmatig inliep. De Leythe-skiffeur Velds had de leiding genomen, doch op 250 meter lag de Leidenaar gelijk met Broockmann. In eenzelfden stijl trok de Duitscher verder om tenslotte niet twee lengten verschil te win nen voor Velds. De uitslag: 1. Rhenus, 7 min. 361/5 sec.; 2. Die Leythe op twee lengten, 7 min. 40 sec.; 3. Nautilus op vijf lengten; 4. Poseidon ver ach ter. De jonge skiff leverde een gemakkelijke zege op voor H. Neuburger, die enkele races daar voor in de double scull was uitgekomen. Meyer van Willem III was tweede en Weyer van Nereus derde. De uitslag was: 1. Godesberg, 7 min. 39 sec.; 2. Willem III, 7 min. 58 4/5 sec.; 3. Nereus ver achter. Het slot van den middag bestond uit het nummer oude achten, waarvoor aan den start verschenen Njord, Godesberg, Nereus, Aegir en Laga. Nereus vertrok mooi en op 250 meter lagen de Amsterdamsche studenten reeds een halve lengte voor op Laga en Njord, terwijl Godes berg en Aegir in laatste positie roeiden. Op 500 meter was de voorsprong van Nereus tot een lengte uitgegroeid en op 750 meter be droeg het verschil zelfs meer dan een lengte. Godesberg lag tweede, terwijl Njord en Laga op vrijwel gelijke hoogte in derde positie kwa men. Godesberg c.i ook Laga hielden voortref felijk vol en op 1000 meter bedroeg de voor sprong van Nereus nog slechts lengte op Godesberg. Op 1500 meter was het verschil tot een halve lengte teruggebracht. Op de laatste 250 meter zette de Laga-ploeg een energieke eindspurt in, welke tot resul taat had, dat Nereus tot op een kwart lengte benaderd werd, terwijl Godesberg naar de derde plaats werd verwezen. De uitslag werd: 1. Nereus, 6 min. 18 2/5 sec.; 2. Laga op lengte; 3. Godesberg op A lengte achter Laga; 4. Njord op twee lengten; 5. Aegir ver achter. De uitslagen van de beide damesnummers waren Stijl-snelroeien dames gladde vier: 1. de Vliet 58 punten; 2. Hunze 42 punten. Stijl-snelroeien dames acht 1. Nereus; 2. de Vliet; 3. Spaarne. De bokswedstrijd tusschen Tommy Farr en Max Schmeling, waarbij de wereldtitel op het spel zou staan, zal op 9 Augustus as. worden gehouden. Deze vroegere datum is gekozen, daar de ontmoeting in het White City of het Wem- bleystadion, dus in de open lucht, zal worden ge bokst. In beide stadions kunnen 500.000 toeschou wers den wedstrijd volgen. Volgens een bericht uit New-York zou Jack Kearns, de vroegere manager van Dempsey, Louis 400.000 dollar hebben aangeboden voor een titelgevecht tegen Schmeling, dat dan in September a.s. in Detroit zou worden gehouden. „Wat rijden al die menschen ge vaarlijk vandaag", dacht u immers vanmiddag achter het stuur. (Hoe zegt men dat ook weer van dien splinter,dien balk en uw oog?...) Zaterdag zijn te Antwerpen de internationale athletiekwedstrijden aangevangen, welke door de Royal Beerschot Athletiekclub werden georga niseerd en waarbij Nederland vertegenwoordigd is door een „Snelvoeters"-ploeg. Onze landge- nooten hebben evenwel op de nummers, waarin zij uitkwamen, niet veel gepresteerd. Drie hun ner werden in hun series niet geplaatst en al leen Balhan wist op de 110 Meter horden de derde plaats te bezetten, maar zijn tijd van 16.2 seconden is allesbehalve fraai. Op de 200 Meter kwam Eikema in zijn serie als vierde aan, terwijl Martini in zijn serie de zesde plaats bezette. Beide athleten kwamen dus niet voor den eindstrijd in aanmerking. Op de 800 Meter werd Zaal in zijn serie vijfde en ook hij was dus uitgeschakeld. Zondag zijn de wedstrijden voortgezet. Van de Nederlandsche ploeg kwam alleen „De Haas" Uit op een individueel nummer, n.l. de 100 me ter. Hij bezette de vierde plaats met een tijd van 10,8 sec. Verder liepen onze landgenooten nog in de estafette 800, 400, 200, 200 meter, waar zij op de vijfde plaats eindigden. De Noorsche en Zweedsche snelwandelaars Bruun en Mikaelson zitten elkaar op sportieve wijze in de haren. Zoodra een van beide athle ten een wereldrecord heeft gevestigd, verbetert de ander het weer. Op de 5 K.M. vestigde Bruun op 17 Juni een nieuw wereldrecord en drie da gen later had Mikaelson het op zijn naam ge bracht. Op 18 Juni j.l. bracht Mikaelson te Stockholm het wereldrecord over 10 K.M. met een tijd van 44 min. 9.6 sec. op zijn naam en thans is Bruun er te Oslo in geslaagd dit record Weer te ver beteren en te brengen op 43 min. 52 sec. In het sportpark te Groningen is Zondag een dames-trialmeet gehouden tusschen Amsterdam, Groningen en de rest van Nederland. Daar de baan zeer slecht was, werden op de loopnum mers geen bijzondere prestaties verricht, maar bij de technische nummers werden verschillende goede dingen gedaan. Zoo wist mej. A. Niessink op het nummer discuswerpen een afstand te gooien van 38.71 meter, een afstand, welke tot nu toe in Nederland niet door een athlete werd bereikt. Het Nederlandsch record staat sedert 27 Mei 1934 op naam van mej A. K. Pels met een afstand van 38.19 meter. De worp van mej. Niessink zal evenwel niet als nieuw Neder landsch record kunnen worden erkend wegens een organisatorische fout, n.l. een niet ingegra ven ring. Zondag werden de wedstrijden om den Mitropa-beker voortgezet. De uitslagen waren: FercncvarosSlavia 31, Young Fellows- Vienna 10, AustriaBologna 51, Sparta Admira 22 en LazioHungaria 32. In de tweede ronde komen thans in ieder geval Grasshoppers (Zuerich), Ujpest (Boeda pest), Genova (Genua), Austria (Weenen), Ferencvaros (Boedapest) en Lazio (Rome). Zaterdag is de Kieler zeilweek geëindigd. Bij de sharpies viel de beslissing ten gunste van onzen landgenoot Jac. Stap met zijn „All Wea ther". Met flinken voorsprong kwam hij als eer ste binnen voor zijn rivaal „Racker III". Onze landgenoot, die in totaal 720 punten behaalde, heeft hierdoor beslag weten te leggen op den prijs der stad Breslau, een zeer fraaie prestatie van den Amsterdammer. Zaterdag en Zondag zijn op de Westeinder- plassen bij Aalsmeer de Noord-Hollandsche zeil- kampioenschappen in de sharpie-, B. M.- en twaalfvoetsjollenklasse gehouden. De titels vielen ten deel aan de volgende zei lers: Sharpieklasse: G. Nolles met „Aloha" (Nieuwe Diep). B. M.-klasse: R. Scholtens met „Beneven- tum II" (De Koenen). De twaalfvoetsjollenklasse: R. Venema met „Marionet" (Haarl. Jachtclub). Zondag zijn onder enorme belangstelling te Longchamp de beroemde wedrennen om den Grand Prix van Parijs over een afstand van 3000 meter verreden. Winnaar werd de Fransche favoriet Clairvoyant, bereden door jockey Sem- blat, na een spannende race met den Italiaan- schen favoriet Donatello II, bereden door Cubel- lini. Op de derde plaats eindigde het paard van Baron de Rothschild, Gonfalonier met jockey Villecourt. Clairvoyant won voor zijn eigenaar een millioen francs. De biljartwedstrijden om het Europeesch kampioenschap driebanden voor beroepsspelers zijn te Parijs na een barrage tusschen Conti en Ribas ten gunste van den Franschman ge ëindigd. Conti behaalde 16 punten, 433 caram boles, in 499 beurten, een algemeen gemiddelde van 0.867 en een hoogste serie van 9. Onze land genoot Drost bezette de zesde plaats. Zijn cijfers waren resp. 6, 317, 497, 0.637 en 6. Zaterdagmiddag 3 Juli zal de bloedtransfusie dienst van het Nederlandsche Roode Kruis in samenwerking met de Nationale Luchtvaart- school en de Rotterdamsche Aero Club op het vliegveld IJpenburg belangwekkende demonstra ties geven. Het doel van deze demonstraties is, aan te toonen, dat het vredeswerk van het Roode Kruis zeer bevorderd wordt door een goed georgani seerde samenwerking met vliegtuigen, die snel doktoren, verpleegsters en transportcolonnes kunnen vervoeren naar een plaats, waar hun aanwezigheid op een gegeven moment dringend noodzakelijk is. De raad van commissarissen der N.V. Haven van Vlissingen heeft met algemeene stemmen tot directeur benoemd den heer F. P. C. Mijs. Mevrouw Hamlin zat in een grooten leun stoel bij 't venster. „Ik ben er altijd bang voor geweest," dacht ze, „dat ik té lang zou leven om nog nuttig te zijn. Nu zit ik hier nog. Te oud en zonder nut voor m'n medemenschen." Haar donker-cypersche kat vleide zich voor d'r voeten op den grond neer en spon en snor de behaaglijk. Mevrouw Hamlin knipperde met d'r oogen, toen een felle bliksemstraal de lucht doorkliefde, gevolgd door een knetteren den donderslag. Ze zuchtte, maar toen ze peinzend naar bui ten keek, zag ze een slanke gestalte in een lichtgroen kleedje, die voor d'r venster bleef stilstaan, alsof ie schrok voor de eerste dikke regendruppels, die begonnen te vallen. De ge stalte knikte vriendelijk tegen de oude vrouw. Mevrouw Hamlin glimlachte; „m'n oogen zijn nog goed," mompelde zij, „dat was Mercy Wingdam. Ik ben benieuwd, hoe 't haar hier in het dorp bevalt." Het meisje verdween en de oude dame bleef peinzend naar buiten kijken. Eensklaps keek ze op. Er was iemand de ka' mer binnengekomen, 't Was Mercy Wingdam. Goudblonde haren omlijstten het mooie ge> zichtje. D'r lippen waren geopend, als om iets te zeggen, maar in haar oogen stond duidelijk te lezen, dat ze gehuild had, bitter gehuild. „Ik kreeg geen antwoord, toen ik belde," zei ze „en daarom ben ik maar zoo vrij geweest. Onder het spreken ging ze op een stoel zitten. Mevrouw Hamlin antwoordde niet, maar keek de onverwachte bezoekster vriendelijk aan. „Ik moet even met iemand praten," barstte Mercy Wingdam hartstochtelijk los. „We zijn hier pas komen wonen. En ik ken hier niemand. Ikik wil weg, naar huis. Ik houd het niet langer uit met Frank. Frank is m'n man. Zóó gaat het niet." Ze keek even naar den neerploffenden regen en hernam heftig: „We hebben vanmorgen geweldige ruzie gehad. Toen hij naar z'n kan toor was, wilde ik direct den trein naar huis nemen. Ik moest met iemand praten; 't komt er niet op aan met wie. Ik kon het in dat sombere, stille huis niet langer uithouden en wilde wat gaan wandelen, toen ik door den re gen werd overvallen." Om d'r tranen, die weer begonnen te vloeien tegen te houden, beet de jonge vrouw in d'r onderlip. Angstig keek ze mevrouw Hamlin aan. „Kindlief," zoo liet deze zich nu hooren, „je bent erg opgewonden. Tracht eerst eens wat kalmer te worden." Deze aanmaning ging vergezeld van een vriendelijken glimlach, die op Mercy Wingdam de uitwerking van een liefkoozing had. Zij zonk in haar stoel terug. D'r gedachten verwijlden bij den tijd, dat haar eigen moe der nog leefde, die zoo vaak d'r handen vol teederheid op haar blonde, weerbarstige krul len had gelegd, en zoo dikwijls de opstandig heid van d'r dochter als weggevaagd hadden. In de gang liet een antieke klok d'r zware slagen hooren. Mercy sloot vermoeid haar oogen. In het kleine landhuisje in de duinen, waar zij met Frank de wittebroodsweken had door gebracht, was ook zoo'n klok geweest. Zij boog zich naar de oude dame: ,,'t Is voor mij een troost, met iemand als u te kunnen praten." Mevrouw Hamlin dacht even na. „Ja, ja," zei ze toen. „Doe alsof je thuis bent. In dien tijd zal ik even thee zetten. We zullen het ons gezellig maken, kindlief. Ik krijg zel den zulke lieve bezoeksters. Dus, dit is een bui tenkansje voor een oude vrouw. Ik ben dade lijk weer bij je." Mercy Wingdam keek de oude dame na, toen deze het vertrek verliet en stond dan op. Een min of meer verbleekte fotografie boven het dressoir stelde een vroolijke bruidspartij voor. Mevrouw Hamlin zat waardig en glim lachend in het midden. Daarnaast hingen nog andere foto's. De jonge vrouw boog zich naar de kat en streelde het dier. Dikke tranen big' gelden langs haar wangen, toen de oude dame weer binnen kwam. „Dat is heerlijke thee," zei Mercy, toen ze het fijne porceleinen kopje weer voorzichtig op het schoteltje zette. „En het is heerlijk bij u." Ze keek van d'r gastvrouw naar den stroomenden regen buiten en zuchtte diep. „Eerst was alles zoo mooi! Pas getrouwd, koken, het huishouden doen. Alles even vroo- lijk en gezellig. Maar nu heeft Frank het druk op het kantoor en is des avonds moe als hij thuis komt. Dan leest hij de krant en gaat naar bed, maar hij vergeet totaal, dat hij op het kantoer en overal menschen spreekt en dat ik den heelen dag alleen ben en niemand ken. Ik vind het vreeselijk. 't Is of de muren soms op me neervallen." De oude dame aarzelde even, alvorens ze sprak: „Ja, ja, dat begrijp ik." Toen nam ze een groot foto-album op, dat op een tafeltje naast haar stoel lag. „Ik heb dit zoo juist nog eens doorgekeken." Ze wees op een foto van een jonge vrouw, in een japon met geweldig wijde mouwen en vroeg glimlachend: „Zou je me daaruit hebben herkend? Ik was toen onderwijzeres en men zei, dat ik erg knap was." Weer lachte ze en hernam: „Ik had veel exa mens achter den rug, en men verwachtte, dat ik wel spoedig tot hoofd der school zou be noemd worden. Het duurde dan ook vrij lang, eer ik er toe kon besluiten, dit alles voor Tom, dat was m'n man, te laten varen." Mercy Wingdam luisterde met aandacht. In de oogen der oude dame straalde een liefdevolle blik. „We waren," ging ze voort, „voor dien tijd 'n zeer modern menschenpaar. Dikwijls hadden we oneenigheid. Men zei algemeen, dat we ieder veel te zelfstandig geweest waren. We waren beiden koppig. Maar toch, kindlief, heb ben we ons weten te schikken. Vooral wij vrouwen moeten dat weten te doen, en dan niet zoozeer in groote dingen, maar in honder den kleinigheden. Daarvoor zijn we vrouw. We moeten de wenschen van anderen voorkomen, zonder dat dit door hen wordt opgemerkt. Langzamerhand gaat het van zelf en tenslotte is het een heerlijke voldoening voor je. Zoo zijn we samen bijna 50 jaar door het leven ge gaan. We hebben veel geluk gekend, wat we anders zeker zouden hebben gemist." Langzaam draaide zij de bladen van het al bum om en Mercy Wingdam zag al de herin neringen van een voorbij, maar gelukkig men- schenleven voor haar oogen gaan. Geruimen tijd zaten beide vrouwen voor het geopende album, ieder vervuld van haar eigen gedachten. De groote, ouderwetsche klok in de gang sloeg voor de derde maal. „Ik moet gaan," zei Mercy, en een blijde, tevreden lach, dien de oude dame daarop nog niet gezien had, speelde om haar lippen. „Deze kamer zal ik „het geluk van Mercy" noemen. Ik heb hier rust gezocht en gevonden." Ze stond op. „En nu ga ik vlug voor het eten zorgen, anders is het niet op tijd klaar." Mevrouw Hamlin glimlachte; „kom je me nu en dan eens opzoeken, kindlief?" vroeg ze. „Ik zie graag jonge menschen om me heen en ik voel me zelf ook nog niet zoo heel oud." En zij lachte vroolijk. Toen de bezoekster haar nog eens buiten voor 't venster had toegewuifd, nam mevrouw Hamlin de poes op haar schoot en mompelde verge noegd: „Ik geloof, dat dit bezoek heilzaam voor haar geweest is." (Nadruk verboden) ioa 199 „Nu ja, zei meester, of die pop nu als kabouter verkleed was, doet niet ter zake. Geef hem eens hier," zei meester. Jan stak zijn hand uit naar de inktpot. „Hier is hij nog, meester, maar het was geen pop, maar een echte kabouter. Plots klonk er een zacht gemompel en daar zat eensklaps, goed zichtbaar, het kleine mannetje met zijn grappig puntmutsje. De meester was sprakeloos. Het als kabouter aangekleede popje De meester drukte het kleine handje en zei dat hij het aange- leefde, het was echt. Pol begon te spreken. Hij vertelde hoe WJ naam vond om met hem kennis te maken. Hij keek echter toch hier in de school was gekomen en zoo terloops de jongens wat een beetje argwanend, want zooiets had hij nog nooit meege- had geholpen bij hun werk. Daarop stelde hij zich voor, maakte maakt. Bestonden er dan nog kabouters? een kleine buiging en stak zijn hand uit. ho Ingediend is een wetsontwerp tot wijziging der begrooting van het Gemeentefonds. Ter toelichting van art. 3 van dit ontwerp wordt o.m. opgemerkt: Een door de regeering in beroep genomen be slissing betreffende de scheiding tusschen uit gaven voor armenzorg eenerzijds, en die ter zake van werkloosheid anderzijds, heeft het, ter voorkoming van onbillijkheden, ten aanzien van een aantal gemeenten, wenschelijk gemaakt, dat de gelegenheid wordt geopend aan gemeente besturen om opnieuw in beroep te kunnen ko men tegen de besluiten van Ged. Staten, als be doeld in artikel 23 van het financieele verhou- dingsbesluit. Aangezien als 'gevolg van deze nieuwe gele genheid tot het instellen van beroep de defini tieve vaststelling van de uitkeeringen over het tijdvak 1935/1936 niet zoo tijdig zal kunnen ge schieden, dat vóór 1 Mei 1937 alle verrekeningen met gemeenten zullen hebben plaats gehad, zouden daardoor de uitkomsten van dat tijdvak niet volledig in de begrooting en rekening van het Gemeentefonds over 1935/1936 kunnen worden opgenomen. Aangezien het echter wen schelijk is, dat de rekening van het fonds een zoo zuiver mogelijk overzicht van de ontvang sten en uitgaven van het betrokken tijdvak be vat, wordt voorgesteld den termijn van afslui ting van den dienst van het fonds voor 1935/ 1936 30 April 1937 nader te bepalen op 31 December 1937. Met ingang van 1 Juli 1937 is bevorderd tot directeur van het Rijksmuseum voor Volken kunde te Leiden, dr. W. M. Rassers, thans con servator, tijdelijk belast met het beheer van gemeld museum. Aan den heer Ch. F. M. Ie Roux, conservator bij hetzelfde museum, is de persoonlijke titel toegekend van conservator in algemeenen dienst. 13 Edith Beuth en Köhler sloegen een zijstraat ln. Aarzelend bleven beiden even staan. Robbl zocht spoedig dekking achter Stohr's breeden rug. Edith Beuth mocht hem eens herkennen. Köhler wierp verstolen blikken in 't rond en achter zich enbeiden wipten een café binnen. „Daar zitten ze voorloopig veilig," meende RobbL „Ze zullen elkaar heel wat te vertellen hebben." ,Dat verwacht ik ook," stemde Stohr in. „Hoe lang heb je noodig om met 'n taxi naar t politiebureau te rijden en weer terug te zijn?" ,,'rf Klein kwartiertje." „Dan zal 't wel lukken. Breng dan spoedig rapport uit aan commissaris Werner en vraag, Wat we moeten doen.." „En als ze inmiddels hier vertrekken?" „Ik blijf ze natuurlijk volgen. Op lederen hoek van de straat zal ik met krijt 'n pijl teekenen, die de richting aangeeft. Ga nu vlug." Robbl bleef op z'n post. Hij was er vast van Overtuigd, dat nu geen vergissing meer mogelijk was. Alles klopte als 'n bus. Edith Beuth had Köhler in haar kamer gelaten, waar hij den dolk had genomen. Dit alleen kon de oplossing zijn. En waarschijnlijk was Köhler ook de bond genoot van Rudolf Hallstein, aan wien deze de poste-restante-brieven richtte. De drie ver schillende sporen bleken dus ineen te vloeien. Minuut na minuut verstreek. Stohr kwam nog steeds niet opdagen. Maar er was ook geen haast bij. Blijkbaar hadden deze twee misdadi gers hun gruwelijk plan reeds lang van te voren beraamd. Edith Beuth had op Hallstein haar intrek genomen, om de noodige voorbereidingen te treffen. Er was al meer dan een kwartier om. Stohr kwam nog niet. Doch Edith Beuth en Köhler hadden het café ook nog niet verlaten. Twintig minuten. Van Stohr was nog steeds niets te bespeuren. Nu begon Robbl toch 'n beetje zenuwachtig te worden. Z'n beenen deden pijn van 't lange wachten. Ha! Eindelijk! „Ik dacht al, dat je verongelukt was," bromde Robbl nijdig. „Neen, dat niet. Ik moest even wachten, maar nu draag ik ook 'n bevel tot arrestatie in m'n zak!" „Dan wachten we geen seconde meer! We gaan binnen." Zij traden het café binnen. Hun oogen zochten de tafeltjes af, doch Edith Beuth en Köhler waren niet te zien. „Wat wenschen de heeren?" vroeg een kellner. „Wij zouden' hier 'n dame en 'n heer ont moeten," antwoordde Robbl. 'n Half uurtje ge leden zouden ze hier binnengekomen z(jn." „Ja, dat is ook zoo. Maar ze zijn direct weer opgestapt." „Opgestapt? Hoe opgestapt!" ,Ik meen langs den achterkant." Stohr deed ontzet 'n stap achterwaarts. Doch Robbl trachte z'n woede en ergernis te verber gen achter 'n grapje en met 'n zuurzoet lachje merkte hij op: „Zoo zien we weer, dat 't toch inderdaad juist is, dat aan elk ding twee kanten zijn." X Robbl beschikte weer spoedig over de noodige zelfbeheersching; de teleurstelling had hem slechts enkele minuten overweldigd. Het voor gevallene was een weinig roemvolle gebeurtenis in het leven van een detective en Robbl's eerste gedachten waren, hoe de begane fout te her stellen. De fout te herstellen! Er was maar een uit weg mogelijk. Hij wendde zich tot z'n collega: „We moeten direct naar hotel „Union." Daar zullen we hen zeker nog treffen." Stohr was 't volkomen met hem eens. „Hoe is de kortste weg?" „Kom mee, binnen tien minuten zijn we er." Zij renden de straten door. „Hij moet toch z'n bagage hajea en afre kenen," meende Robbl hoopvol. „Natuurlijk! Als ze nog niet terug zijn, dan wachten we hen op." „In geen geval kan hij weten, dat we hem achtervolgen." ,,'k Geloof 't ook niet." In de hoofdstraten was 't druk en de beide mannen moesten laveeren en zoeken, om telkens weer wat vrije ruimte vóór zich te hebben. Robbl minderde z'n vaart niet, voor hij vlak voor den portier van hotel „Union" stond. „Is meneer Wilhelm Köhler op z'n kamer?" vroeg hy ademloos. „Weet ik niet. Gaat u zelf maar kijken," bromde de portier. „Welke kamer?" „No. twaalf." De beide mannen wandelden nu kalmpjes de trap op, en zochten naar kamer no. 12. Robbl klopte op de deur. „Binnen! riep 'n stem. Zij traden binnen Stom van verbazing keken zij echter elkaar aan, toen een hun volkomen onbekend persoon voor hen stond. Zijn uiterlijk verschilde met dat van Köhler als de dag van den nacht. „Wat wenscht u eigenlijk?" vroeg de onbe kende ietwat verrast. „U bent niet Wilhelm Köhler," merkt Robbl met groote beslistheid op. „Inderdaad, daar hebt u gelijk in," lachte de ander. „Maar meneer Köhler bewoont toch kamer No. 12?" 't huren van deze kamer No. 12 ging zonder een enkele onregelmatigheid." „Excuseer me. Dan moet er een vergissing in 't spel zijn." Zij gingen, en toen zij beneden kwamen klopte Robbl den oberkellner aan en zei, op 'n toon, alsof hem 't grootste onrecht aangedaan was: „Mij werd gezegd, dat kamer No. 12 bewoond werd door Wilhelm Köhler. Maar daar is niets van aan!" De kellner maakte 'n buiging. „Dat was inderdaad juist, meneer. Doch meneer Köhler heeft 'n kwartier geleden z'n rekening betaald en is toen vertrokken. Intus- schen is kamer No. 12 weer aan een ander ver huurd." Ditmaal was 't Robbl niet mogelijk z'n erger nis te verbergen. „Is hij zoo rap vertrokken?" „Ja. 'n Goed kwartier geleden kwam hi) terug met 'n dame. Hij betaalde, nam z'n handkoffer andere bagage had hij niet bij zich en direct daarop verlieten zij het hotel." „Dank u." Dus ook nu waren zij weer te laat. Wilhelm Köhler had dus wel degelijk onraad bespeurd en was zoo vlug mogelijk gevlucht. Wat nu? „We kunnen nu niet veel meer doen. Ik geloof niet, dat wij hen vandaag nog in zullen kunnen halen, 't Eenigste wat we kunnen doen is even met 'n taxi naar 't station wippen," meende Robbl. Nog geen vijf minuten later renden zij 't perron op. Doch eveneens tevergeefs. De snel trein naar Berlijn was Juist vertrokken. Robbl moest volstaan, met aan alle tusschenstations het signalement der beide voortvluchtigen te seinen. Het baatte echter niets. Edith Beuth en Wil helm Köhler waren spoorloos verdwenen. Den volgenden ochtend moest Robbl verslag uitbrengen. Nog nimmer was 'n gang naar 't politiebureau hem zoo zwaar gevallen. Werner was woedend. Toen hij weer wat tot bedaren gekomen was zeide hij: „Zij moeten zich ergens in de stad verborgen houden. Nu is twijfel uitgesloten. Deze Wilhelm Köhler z'n naam is natuurlijk valsch is de moordenaar en Edith Beuth z'n mede plichtige." „Alles wijst er althans op." „Er is tenminste één lichtpunt: We kennen nu den moordenaar en z'n helpster, zoowel hun signalement als hun naam." „Gelukkig wel. Hun bevel tot inhechtenis neming is rondgestrooid. Binnen enkele dagen zullen ze beiden wel onschadelijk gemaakt zijn." „Ik hoop, dat onze Londensche collega geen kans krijgt om ons vóór te zijn." „Wat zegt u! Een Londensche collega?" vroeg Robbl verbaasd. „Heb ik je dat nog niet verteld?" „Ik weet van niets." Wemer vertelde hem, met welke boodschap Harvey zich bij hem aangediend had. .(Wordt yeryolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 11