1!Hill 181» Zoekt gij betrouwbaar Personeel? i M Plaats dan een „Omroeper' 1 voor 80.000 gezinnen mmmmmmm mm Geduld en toorn ózngs de -Otam! WOENSDAG 7 JULI 1937 Atï MHÉMi ■Mi ■nJI ■lig v5" *- life, x™ i m aiuiuiiinniiiiniMimiiuiniiiniiuiiimmuuuiiiiiiiimuiuuuiuiuuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiI Van c/en eersten rustdag te Genève in den Tour de France werd door de renners dankbaar gebruik gemaakt, hetgeen bovenstaande foto toont - De voorbereidingen voor de Wereldjamboree te Vogelenzang zijn in vollen gang. Voortrekkers bezig met het slaan der afrastering van de terreinen **mm0 WW PAARDENSPORT CONCOURS-HIPPIQUE TE HOOFDDORP Bijzonderheden uit het programma KATHOLIEKE ILLUSTRATIE 71e jaargang - no. 41 BOEK EN BLAD FOTOREPORTAGE iilliiluiiiliililiiliiiiiiiiiiliiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiuiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiHiiumimiiiiiiiiniutiiiiuiimiiui ■i iniMir - xw v"w3$!5\" 8W A'V::- De bekende schietwedstrijden te Bisley (Eng.) zijn deze week weer aangevangen scherpschutters in actie Een overzicht van de Schotland werd deze week vereerd met het bezoek der Engelsche Koninklijke Familie. De hooge gasten nemen te Edinburgh een militaire parade at De heer l. Goedkoop, zoon van oen directeur der Ned. Scheepsbouw Mij., is Dinsdag te Bussum in het huwelijk getreden met mej. Everts, dochter van den president-directeur der Kon. Paket- vaart Mij. in Indië Thomas Sydenham leefde van 1624 tot 1689 en was een der grootste geneesheeren van de moderne tijden. Zijn grooten roem heeft hij te danken aan de nauwkeurigheid van zijn waarnemingen, en de nuchterheid van zijn beschouwingen. Enkele beroemde woorden zijn van hem bewaard gebleven: toen een jong stu dent hem vroeg, welk boek hij moest studeeren om de geneeskunde te leeren kennen, antwoord de Sydenham: „Don Quichote", daarmee aan duidend, dat hü in de eerste plaats niet tegen windmolens moest vechten. Een ander maal zeide hij: „De komst van een hansworst in een stad is nuttiger voor haar gezondheid dan de komst van twaalf met geneesmiddelen beladen ezels." Hij was ook vrij van vooroordeelen; zoo was hij in zijn tijd, ofschoon aanhanger van Crom well, de groote verdediger van de kina, die toen Jezuïeten-bast heette, omdat de Jezuïeten het uit Peru in Europa hadden ingevoerd ter be strijding van de malaria. Velen wilden het daarom niet toepassen, maar Sydenham niet aldus. Een van zijn bekendste werken is zijn boek over de jicht; jichtlijders zijn meestal opvlie gende, driftige menschen. Sydenham zegt nu: „De patiënt moet eveneens zijn uiterste best doen, om zijn geest kalm te houden, want alle verontrustende hartstochten, wanneer zij on matig worden.... verergeren de jicht. Hij moet dus met verstand over zijn sterfelijkheid na denken en zich niet dwaselijk inbeelden, dat hij de euvelen, die aan zijn toestand vastkleven, kan ontloopen. Want of een gemoedsonrust hem overvalt door de fout van hemzelf of wel van een ander, zeker is het dat hij nooit in staat is, wetten voor te schrijven aan de wereld, die tot nog toe nooit aan een enkel mensch, hoe wijs en machtig ook, heeft gehoorzaamd; en ook zal niet steeds alles zoo aan iemands verwachtin gen beantwoorden, als hij dat wenscht, en ter wijl hij nu zijn zaken in elk opzicht regelen wil, overvalt hem een zwakheid, en hij berooft zich zelf op onredelijke wijze van de gewone genoegens des levens." De toorn is slecht voor de spijsvertering; de oude Brasig in Fritz Reuter's „Ut mine Strom- tid" placht te zeggen, dat boos worden hem na het eten goed bekwam, maar vóór het eten nam het zijn eetlust weg. Men zegt ook geel worden van kwaadheid, en inderdaad kan iemand door toorn de geling krijgen;' zou deze ziekte daarom de morbus regius, de koninklijke ziekte, genoemd worden? De geprikkelde stemming heeft ook een zeer merkbaren invloed op maag en ingewanden, en bewerkt krampachtige samentrekking daar van en soms een zelfden invloed op de urine- organen. Het is voor maag- en ingewandlijders vaak van het allerhoogste belang, dat zij leeren hun geprikkelde stemming kwijt te raken en vroo- lijk te zijn. 4 Zeer merkwaardig is, dat iemand, die neiging heeft tot belroos, daarvan soms door zich boos te maken een nieuwen aanval krijgt. Maar het allergrootste belang heeft de zelf- beheersching, en speciaal de onderdrukking van den toorn voor zenuwachtige menschen; en var. de zenuwachtigen vooral de angstigen. Dit is voor hen niet een bijkomend ding, maar vaak het voornaamste geneesmiddel. Inplaat^ van zich boos te maken, moeten zij geduld oefenen. Dat is nu juist datgene, dat hun zoo moeilijk valt. Iemand, die angstig is, denkt den geheelen dag aan zijn geluk; hij wacht er op, of hij zich weer gelukkig kan gevoelen. In den regel gaat dit niet, en nu meent hij om zoo te spre ken een zeker recht te hebben, ontevreden te zijn, zich te beklagen en zich boos te ma ken. Menschelijkerwijze gesproken, heeft hij daarop ook meer recht dan een gelukkig mensch, maar tegelijk is het voor hem het verkeerdste wat hij kan doen, indien hij van zijn angst bevrijd wil worden. Er is dan ook geen enkele raadgeving, die hij zoo moeilijk aanneemt, als om geduldig te blijven; en daarom zullen de huisgenooten er goed aan doen, daarover niet te veel door te zeuren. Raadgevingen om gym nastiek te maken, te zwemmen, te wandelen, te werken enz. worden met veel ijver opgevolgd, maar de raad van geduldig te zijn valt hun uiterst zwaar, en bovendien zien zij daarvan het heil niet in. Zij meenen den angst door activiteit of afleiding te moeten verdrijven, met geweld, als het moet. Wanneer angstige menschen niet op de eerste plaats geduldig willen zijn, hun moeilijkheden verdragen, hun kruis op zich nemen, vergissen zij zich in de doeltreffendheid van dit middel. Op twee manieren kan de juistheid van dit middel duidelijk gemaakt worden. De eerste manier klinkt wel wat erg simpel, maar is voor krachtige naturen toch wel te verstaan. De ang stige zoekt naar geluk, naar vroolijkheid. Laat hij beginnen tevreden te zijn niet met een dui delijk en krachtig geluksgevoel, maar met te vredenheid zonder meer. Laat hij zijn angst een voudig aanvaarden, en zoo zijnde, toch een goed en behaaglijk leven leiden. Hij heeft dan de tevredenheid. In het begin klinkt dit voor ze nuwachtige menschen als het toppunt van dwaasheid, maar dat is het niet. De tweede manier om de doeltreffendheid van geduldoefening aan te toonen, is de vol gende In elke nieuwe moeilijke situatie waarin een mensch kan komen: een nieuwe zware taak, een houten been, een nieuwe baas, een nieuwe knecht, de opvoeding van een zuigeling, het hu welijk, de nieuwe moeilijke betrekking is het onmogelijk, terstond alle moeilijkheden zoo te overwinnen, dat men er vroolijk onder kan zijn. Men heeft te beginnen met geduld; langzaam aan wordt men geoefend, en als het werk ge makkelijk gaat wordt men vroolijk. De angstige heeft zijn angst te beschouwen als een blok aan 't been, maar hij moet toch mee marcheeren. Hij moet dit beschouwen als een nieuwe taak, zooals een huisvrouw, die plotseling met een veel geringer huishoudgeld moet rondkomen. Hij doet wijs, de zaak zoo te beschouwen, dat hij tracht een nuttig leven te lijden met zijn angst, en natuurlijk voor zoover zijn zenuwachtigheid dit toelaat, niet driftig, maar met geduld. Het is verbazing wekkend te zien, hoe snel dan een verbetering komt; verbazingwekkend voor den patiënt zelf, die eerst getracht heeft met geweld, en boos heid, met zit'h te overwerken, of door afleiding, of door nietsdoen, of zich zelve te veel te spa ren, de genezing af te dwingen.... Snel: dat beteekent niet, dat het in enkele dagen voor bij is, maar dat men spoedig de methode ont dekt, waarop men den angst meester kan blij ven, juist door hem te verdragen. In zeker op zicht kan deze methode vergeleken worden bij de methode, die door de geestelijke schrijvers wordt aangeraden tegen de bekoringen: niet er tegen vechten, maar ze te negeeren; zich dus niet boos of beangst te maken over het feit, dat men bekoringen heeft, maar deze te beschouwen als een noodzakelijken last, waar over men zich zoo weinig mogelijk het hoofd moet breken. Dr. TH. H. SCHLICHTING Het programma van het door het bestuur van de vereeniging „Vooruit" ter bevordering van de paardenfokkerij in Haarlemmermeer voor het Dinsdag 27 Juli as. op het gemeentelijk sportterrein te Hoofddorp te houden concours-, hippique vermeldt, dat er in den voormiddag de volgende voorkeuringen zullen worden ge houden: A. Ind. dressuurproef kl. N.; B. Handi cap dressuurproef kl. L. en M. (kampioenschap van Noordholland)C. dressuurproef voor af- dêelingen (achttallen), Kampioenschap van N. H.; voorkeuring M. C. merriën. Het eigenlijke concours begint óm half elf met het voorbrengen en prijsuitreiking van M. C. merriën; daarna komen de ingespannen dek hengsten en het springconcours L. Vanaf twaalf uur tot half twee zal er pauze worden gehouden, waarna het middagprogram ma zal wPrden afgewerkt. Dit vermeldt tweespannen landbouwtuigpaar- den, aangespannen voor boerenwagen en gere den door landbouwers; klavertje drie; open voor groepen van drie ruiters van elke landelijke rijvereeniging; eenspannen fokmerriën, type landbouwtuigpaard en toebehoorende aan per sonen, wier hoofdbedrijf landbouw is. Vervolgens komt een concours voor het schoonste rijpaard; voor eenspannen tuigpaard in Nederland geboren (hengsten en hackney's uitgesloten). Dan volgt de altijd interessante parade voor alle landelijke ruiters met prijsuitreiking; een spannen luxe tuigpaarden (open klasse), twee spannen tuigpaarden voor luxe rijtuig (hack ney's uitgesloten) en groot springconcours M. Zooals altijd gebruikelijk is, zal er ook nu weer een attractienummer zijn. Nu de periode van de „rollende kronen" voorbij en haast vergeten is, blijkt overal weer belangstelling te bestaan voor het leven aan de Europeesche vorstenhoven. Daaraan komt een bondig en goed artikel in dit nieuwe nummer van de K. I. tegemoet: 't is de zieke koningin Maria van Roemenië, die hier besproken wordt. Het Luxemburgsche Vianden noodigt met een beschrijving door Jac. G., mooie foto's en een lichte aquarel van J. van Tongeren tot een bezoek uit. Planten en bloemen uit vroeger tijd vragen de aandacht, die vervolgens, langs actualiteiten heen, op een Nederlandsch dieren park wordt gericht. Prachtkieken zien we daarbij! Buitengewoon interessant is het bezoek aan het laboratorium van een Nederlandschen geleerde te Berlijn: prof. dr. P. Debye. Liefheb bers van natuurkunde zullen van het artikel en de foto's genieten. Er is weer een preek, een weerbeschouwing en een heiligenleven, de sport wordt verslagen naast de gebeurtenissen van de week en dan profiteeren de dames van uitge zochte lessen over mode, handwerken enzoo- voort. Voorin ontmoeten we een geschilderd meisjesportret van J. Gabrielse. Die kleuren platen geven naast de vele mooie foto's het blad een fleurig uitzicht. De roman „De Godzoeker" van F. H. Acher- mann wordt met een nieuw pakkend gedeelte voortgezet. De luchtige crimineele roman van G. A. von Ihering „Wie kent Holm niet?" ver taald door H. B. van der Sande, eindigt ge noeglijk met een gelukkig paar; tegelijk wordt een nieuw vervolgverhaal aangekondigd, dat zeer actueel schijnt te zijn. Korte verhalen brengen F. F. Oberhauser: Het avontuur van den duiker een geïllustreerde schets uit het leven Ch. van Brussel: De zwarte Madonna, een fijne ver telling; en Rolf Bormani: De lachende hond, een geestige humoreske. De Narrenkap brengt naast de altijd pittige Narrenwijsheid vertellingen van A. A. L. Grau- mans en Jo Hans Rosier, als medaillon van de week ex-keizer Wilhelm, en behalve de bekende rubrieken een schat van humor. In Okki zijn Nor Heerkens en Hans Lijn de vertellers, terwijl onder al het andere de uitstekend verzorgde serie Monki's reis om de wereld weer opvalt. Een prachtblad toch, die K. I. met haar bijvoeg sels, groot en rijk van inhoud! JL. Meneer Pietersen hoofet min ootje in de wen lucht. ONZE SCHRIJFTAAL, door J. Dijkstra en A. H. van Hagen. Uitg.: W. L. en J. Brusse's U.M. Rotterdam. Nummer zooveel (we zijn den tel kwijt!) van de uitgaven, waarin men zich beijvert, inspant, uitput om toch de scholieren van klein tot groot zoover te brengen, dat ze onze arme Moeder taal niet te zeer mishandelen, en behoorlijk leeren schrijven naar de bestaande wetten en voorschriften inzake onze lastige Spelling. „Methode ter bevordering van het zuiver schrijven" heet deze uitgave in 8 deeltjes voor de verschillende klassen, te beginnen in de tweede helft van het le leerjaar. Oefeningen, invullingen, dictées schrijden rustig en lustig voort en als de serie ten einde is, hopen de auteurs natuurlijk hun doel te hebben bereikt, en de „zuivere schrijvers" het leven in te heb ben gezonden. We hopen natuurlijk hetzelfde, en wenschen den schrijvers voor hun moeitevollen arbeid een flink succes toe. G. J. VERBARIUM LATINUM, door dr. W. Hoving en mr. J. J- A. Zuidweg. Uitg.: J. B. Wotters Gronin- gen-Batavia. Uit een prospectus, dat de schrijvers bij dit belangrijke werkje schreven, blijkt wel in de eer ste plaats, dat ze voor het ondervangen van de moeilijkheid bij het eerste onderwijs in het La tijn: de behandeling der „verba composita" het volstrekt niet eens zijn met de opvatting, dat voortgezette lectuur de kennis, waarom het 'n Rijdende tram moet men erf- tijd rechts inhalen, alléén wanneer rechts niet voldoende weg breedte is, mag men de tram Fi n les voorbijrijden. hier gaat, geleidelijk wel zal bijbrëngen. Hun ervaring heeft geleerd, dat men, om niet alleen de vormen, maar ook de beteekenissen van de verba met de composita er bij de leerlingen goed in te brengen, met een aparte trainingslijst, een herhalingstabel, zooals ze het in het prospectus noemen, moet uitkomen. Wat de auteurs nu als zoodanig presenteeren, is een zeer geslaagde uitvoering van hun stre ven, om de vele en velerlei vormen en betee kenissen toe te lichten met niet „al te lange en te kleurlooze zinnen", waarvan de vertaling zoo letterlijk mogelijk is gehouden. Deze uitgave geeft alzoo, met de werkwoordelijke vormen op de linker-, en het Latijnsch-Nederlandsch zin nenmateriaal op de rechter-pagina's, plus een praktisch alfabetisch register tot slot, een be langrijk studieboek voor de middelklassen van lyceum en gymnasium. G. J. NEDERLANDSCHE TUBERCULO' SECIJFERS, door dr. D. K. Rij- kels. Uitg.: J. B. Wolters - Groningen-Batavia. Een uitgave voor de beoefenaars der medische wetenschap, meer in het bijzonder met betrek king tot de tuberculose zooals de titel reeds aanduidt. Die titel: Tuberculose-cijfers, is ook zeer sprekend: meer dan driekwart van het lij vige werk is gevuld met cijferlijsten, tabellen, grafieken en curven, en de tekst daartusschen houdt zich bijna uitsluitend bezig met gedetail leerde beschouwingen daarover wordt hier en daar even afgewisseld met eenige wetenschap pelijke bijzonderheden omtrent de verschillende soorten tuberculose, doodsoorzaken, verhoudin gen tot het buitenland, enz. Na een inleiding en vier hoofdstukken over daling der tuberculosesterften, en over die sterften in de steden en op het platteland, in groote en kleine gemeenten gedurende en na den oorlog, volgt nog een samenvatting van het in deze hoofdstukken behandelde, en een Ré sumé: de vertaling dier samenvatting in het Fransch, terwijl een lijst van geraadpleegde Li teratuur het werk besluit. Voor den buitenstaan der zal allicht het allereerste zinnetje van het boek: ,De tuberculosesterfte is in de laatste decenniën sterk gedaald" het meest frappee ren door de mannen der wetenschap zal het werk stellig met veel aandacht en bewondering voor den stoeren arbeid van dr. Rijkels worden gelezen en bestudeerd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 4