Over het zwarte werelddeel
K
1
dCdmiSaal ma den day
De avonturen van Stan en Pol
CD
wordt vermist!
NANCY STEELE
HET LUCHTVERKEER EN
AFRIKA
Communistische
infiltratie
WOENSDAG 14 JULI 1937
1937 van beslissende
beteekenis
Heiligdomsvaart
Maastricht
IF'n Nieuw bord.
Japansche burchten
Stalen vleugels zijn een waar
borg, dat de beschaving van
de blanken niet zal
ondergaan"
v v
I |i wt
Gezamenlijk met de kano's
erop uit!
In Engelsche arbeiders
verenigingen
De eerste dateert van omstreeks
het jaar 650
bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door Ï-T bij een ongeval met FT
verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen UU« doodelijken afloop fciWV*
AANGIFTE MOETOP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
A C* A °P dIt blad z«n Ingevolge de verzekenngsvoorwaarden tegen
A I A .r. A r. Ij ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen
bij verlies van een band,
een voet of een oog.
Het beeld van Afrika heeft zich in de laat
ste tien twaalf jaren aanmerkelijk ge
wijzigd. Het is nog niet zoo lang gele
oen, dat de gebieden van Noord-Afrika volko
men waren afgesloten van de Midden- en
Zuid-Afrikaansche landen. Het verkeer van
Europa met Afrika geschiedde uitsluitend langs
den zeeweg. Twee A drie weken Was de minste
tyci, welken men er voor kon rekenen. Afrika
is, voor de ouderen onder ons, altijd een onbe
kend eri vreemd land geweest. En toen wij op
de scholen van Afrika leerden, leerden wü het
land kennen als een stuk van de aardglobe,
dat nog door de blanken grondig moest worden
onderzocht en doorkruist. Heden ten dage be-
ïp.kt men Kaapstad van Londen uit in negen
dagen en intusschen is men over geheel Afrika
heengevlogen. Er is bijr.a geen gebied meer in
het donkere werelddeel, dat men niet binnen
den tijd van een week kan bereiken, van welk
vliegveld in Europa ook wordt gestart.
Over de kaart van Afrika ligt thans een net
van luchtverkeerslijnen, waaraan alle plaatsen,
die maar eenigszins van belang zijn voor den
wereldhandel of de wereldpolitiek, zijn aange
goten. De driehoek LondenParijsBerlijn is
tweemaal per week en zelfs dagelijks met de
centrale punten van het donkere werelddeel
verbonden. Daarbij moet men zich niet voor
stellen, dat alleen millionnairs hetgenoegen
kunnen hebben in luxueuze cabines over onbe
kende gebieden te vliegen. De „Imperial Air
ways", de „Regie Air Afrique", de „Ala Litto-
lïa", de „Sabena", zij alle hebben gegevens ver
zameld over het beroep van hun passagiers, die
van Brussel naar Stanleyville, van Parijs naar
Madagascar, van Rome naar Somalfland en
van Berlijn naar Windhoek vliegen. Het zijn
hoofdzakelijk reizigers, die groote fabrieksbe-
(hijven of handelskantoren vertegenwoordigen,
welke daar ter plaatse zelf hun onderhandelin
gen voeren en zaken doen, die anders wellicht
nimmer tot stand zouden komen, omdat een
brief, welke drie weken noodig heeft om op de
piaats van bestemming aan te komen, niet op
weegt tegen een persoonlijke bespreking tus
schen zakenlieden.
Daarbij komt, dat de ontwikkeling van het
vliegtuig juist voor den dienst op Afrika groote
vorderingen heeft gemaakt. Dezen zomer nemen
de Engelschen „Imperial Arways"-vliegtuigen
in gebruik, waarin vier salons zijn voor 24
passagiers, een rooksalon, een promenadedek,
slaapkamers en natuurlijk een moderne keuken.
De toestellen zullen den afstand Londen-Dur-
ban in VA dag moeten afleggen; zij vliegen
hoofdzakelijk langs de Afrikaansche kusten.
Het is verbazingwekkend, in hoe weinig tijds
deze verovering van Afrika door de luchtwegen
zich heeft voltrokken. Het jaar 1937 heeft een
beslissende beteekenis daarvoor. De .Afrika
Rundschau" te Hamburg wijdt aan deze ont
wikkeling een artikel, waarin door een bekwaam
deskundige de luchtkaart van Afrika, zooals die
thans is, werd geteekend.
Terecht zegt de minister van Verkeer en De
fensie van de Zuid-Afrikaansche Unie, Oswald
Pirow, hierin: „De luchtvaart is de grondslag
van alles, waarop het in oorlog en vrede aan
komt." In dit zelfde artikel zegt de minister
voorts: „Stalen vleugels boven het donkere
werelddeel zijn een waarborg, dat de bescha
ving van den blanke niet zal ondergaan.''
Afrika zelf zit echter ook niet stil. Het werkt
terdege mee om het zoo lang achteruitgestel-
de werelddeel, dat zulk 'n goede toekomst te
gemoet gaat, op allerlei gebied grooter te
maken. Verreweg de voornaamste luchtvaart
maatschappij in Afrika is die ran de Unie
van Zuid-Afrika. In 1929 werd in de gebieden
van de Unie de grondslag gelegd voor de
geweldige ontwikkeling van het vliegwezen,
welke toen een aanvang nam. Reeds in 1931
werd in Zuid-West-Afrika een regelmatig
luchtverkeer ingesteld tusschen Windhoek en
Kimberley. Eenige jaren later werd de „South
African Airways'' in het leven geroepen en
vele groote machines met meer motoren wer
den in gebruik genomen. In 1932 werd, nadat
in de Rhodesische landen en in Oost-Afrika
vliegvelden waren aangelegd, het traject Lon
denKaapstad voor de luchtpost geopend en
reeds op 27 April 1932 uitgebreid voor per-
eomenvervoer. Wie eenmaal den afstand van
het Victoriameer naar Khartoem met een
automobiel en later met de Nijlboot aflegde
de reis duurt 14 dagen en voert door het
meest warme deel van Afrika en door gebie
den, waar voor enkele jaren nog geen blanke
voet had gestaan dien moet het tooverij
schijnen, wanneer men in nauwelijks twee da
gen van Juba aan den Witten Niji over Khar
toem naar Alexandrië aan de Middellandsche
Zee vliegt.
Maar binnenkort zal deze prestatie toch
weer worden overtroffen, zoodra de Britten
hun nieuwe kustlijn LondenKaapstad in
4dag! in gebruik nemen. Men zal de
volgende route volgen: van Cairo over Khar
toem, het Albertmeer, Kisoemoe aan het Vic
toriameer, Mombasa, Daressalam, Mozam
bique, Beira, LorenzoMarques naar Durban
en tenslotte naar Kaapstad. Deze route hoopt
men voorloopig tweemaal per week te kunnen
maken.
In vergelijking met deze groote lijnen kan
men terecht de verbindingen van Italië en
Frankrijk met het Noorden van Afrika een
„buurt verkeert je" noemen! Frankrijk onder
houdt dezen dienst door de „Air France". Da
gelijks gaan er toestellen naar Alicante, Oran,
Fez en Casablanca. Buitengewoon belangrijk is
voor Frankrijk de lijn, welke over Corsica naar
Tunis voert. De windrichtingen boven de Mid
dellandsche Zee schijnen bijzonder mee te wer
ken op dit traject, want in het regelmatig ver
keer heeft de „Air France" voor de heenreis 7
uur en 25 minuten noodig en voor de terugreis
slechts vijf uur.
Ook Italië heeft een luchtdienst naar zijn
Afrikaansche koloniën ingericht, welke in be
teekenis niet te vergelijken is bij dien van de
„Air France" naar Marokko, Algiers en Tunis.
Ook dit is „buurtverkeer" met Europa. Ook
naar Tunis gaat wegens de groote Italiaansche
belangen een luchtlijn, welke dagelijks wordt
gebruikt.
De „Linca dell' Imperio" vliegt driemaal per
week van Rome over Syracuse en Bengasi naar
Cairo, loopt dan gelijk met de Britsche route
naar Khartoem, buigt hier vandaan over de
Soedaneesche route van de luchthaven Cassala
naar Asmara, en bereikt de Abessinische hoofd
stad Addis Abeba.
Afrika is voor goed betrokken in het Euro-
peesch luchtverkeer. De groote idee van Cecil
Rhodes, om een spoorweg van de Kaap naar
Cairo aan te leggen, is verdwenen; zij zal niet
worden verwezenlijkt. Het vliegtuig heeft eiken
afstand overwonnen.
In het kader der buiten-kerkelijke viering
van de zevenjaarlijksche Heiligdomsvaart wordt
een der hoogtepunten gevormd door een uit
voering van „Die Schöpfung" van Josef
Haydn in den Stadsschouwburg op Donder
dag 15 Juli 's avonds om half negen. Deze uit
voering wordt gegeven als gala-concert. Uit
voerenden zijn het Maastrichtsch Stedelijk or
kest, de Maastr. Oratorium-Ver. en de Ne-
derlandsche solisten: Anckie van Wickevoort
Crommelin (sopraan) Louis van Tulder (tenor)
en Lucas Bouman (bariton). Het geheel staat
onder leiding van Henri Hermans.
atholieken. God heefi alleen aan
onze Kerk de eenige eeuwige waar
heid gegeven om haar te dienen, te
beschermen en te verspreiden. Waakt
en bidt in het vertrouwen op Christus'
woord, dat de poorten der hel, on
danks alles, haar nimmer zullen over
weldigen.
V
De schrijver der hoofdartikelen in het En
gelsche Katholieke weekblad The Univer
se heeft nu al vele malen de aandacht
gevestigd op de min of meer verkapte Sovjet
propaganda, welke in Britsche arbeidersveree-
nigingen wordt gemaakt. Het gaat hier om het
verspreiden van lectuur, het oprichten van
studieclubs en andere middelen, waarmee
blijkbaar de arbeiders systematisch worden be
werkt. Eenzelfde soort „pénétration pacifique"
als ook in andere landen is waar te nemen!
In verband hiermee is het interessant om ken
nis te nemen van een schrijven, dat door een
katholiek aan de redactie van genoemd week
blad werd gezonnen, en waarin de ervaringen
worden medegedeeld welke werden opgedaan
tijdens de bijeenkomst van een communistisch
getinte organisatie. Deze schrijft dan:
„Toen het verslag van de vorige vergadering
werd voorgelezen, hoorde ik tot mijn verbazing
onder andere het volgende:
1. Dat de vorige vergadering een resolutie had
aangenomen en een telegram had verzonden
aan de Roode Regeering, om deze geluk te wen-
schen met haar overwinningen.
2. Dat er een lezing zou worden gehouden,
waarbij de spreker een actief lid was van de
Linksche Theater-groep.
3. Dat deze afdeeling van plan was om deel
te nemen aan een georganiseerde betooging op
den eersten Mei.
Ik liet daarop een naar ik hoop leven
dig protest hooren. Ik wees er op dat het eenig
doel der organisatie was: verbetering der ar
beidsvoorwaarden van haar leden. Verschillen
de antwoorden op mijn woorden bevestigen ten
volle Uw zienswijze.
De voorzitter wees er op dat dergelijke be
sluiten slechts genomen werden omdat com
munistisch gezinde leden altijd de vergaderin
gen bijwoonden, en anderen dit niet deden.
Een andere spreker gaf zich groote moeite
cm aan te toonen dat de meerderheid der leden
er anders over dacht, en de werkelijke kracht
van het roode element weinig beteekende.
Daarom ook aldus de schrijver van ge
noemden brief kan apathie op dit terrein
slechts in de kaart der rooden spelen. Mijn
eerste ervaring betreffende een vergadering be
vestigt slechts wat velen mij reeds hadden ver
teld. Niets zal mij er van weerhouden om ook
in de toekomst vergaderingen bij te wonen, om
er op te blijven letten dat deze afdeeling in elk
geval de politiek blijft volgen, waarvoor zij in
het leven geroepen werd." Waarbij de redactie
opmerkt: „Wij hopen dat dit voorbeeld meer
en meer door het geheele land zal worden na
gevolgd." Verder wijst zij op de dringende nood
zakelijkheid eener bloeiende katholieke actie
als tegenwicht tegen de roode infiltratie, en ais
geneesmiddel voor vele nooden, ook op sociaal
gebied.
Het bovenstaande geeft ons meer inzicht in
typisch Engelsche verhoudingen, waarin im
mers door het gematigde karakter der Labour-
partij het zeker geoorloofd is en vaak zelfs
zeer nuttig dat ook katholieken hierin een rol
spelen. In ons land zijn de verhoudingen on
getwijfeld anders, al is ook hier in de kringen
der S. D. A. P. een duidelijk naar Moskou ge
richte propaganda waar te nemen, naast een
redelijker streven dat in vele opzichten onze
belangstelling verdient. Daarom zal men hier
vooral moeten streven naar een meer „Platoni-
schen" vorm van samenwerking tusschen goed
willende elementen, die zich niet zoozeer uit
strekt tot het terrein der practische politiek,
doch ook naar persoonlijke sympathie en per
soonlijk contact tusschen katholieken en socia
listen, welke daarvoor vooral in aanmerking
komen. Zóó zal zeker de weg geëffend kunnen
worden tot een nauwer samengaan van allen,
die uit werkelijk ideëele motieven en op de
basis eener Christelijke levenbeschouwing de
rechten der arbeiders verdedigen.
'En, last not least, zullen voorbeeld, gebed
en offer der katholieken aan velen buiten de
Kerk het licht kunnen brengen, waarnaar da
wereld thans met zulk een verlangen uitziet.
M. B.
Deze roode driehoek, met
de punt naar beneden be-
teekent, dat men een vooi»-
rangsweg nadert, waarop
ook het verkeer, dat van
links nadert, voorrang heeft.
Mademoiselle Ivette Duclos verstond in
hooge mate de kunst om perfect
Duitsch te spreken en haar schoonheid
in het décor van een uiterst smaakvolle klee
ding opvallend te maken.
Onverwacht was Ivette in een der chicste
amusementsgelegenheden te Berlijn verschenen
en naar hoogst moderne levensopvatting zonder
eenig geleide. Dienzelfden avond nog was zij
onzeglijk verliefd geworden. Heel toevallig be
trof haar plotselinge liefde een schatrijken jon
gen koopman uit Hamburg, die voor zaken te
Berlijn vertoefde en een avond verstrooiing
zocht.
Ivette kende haar wereld en zij wist er zich
in te gedragen; de jonge koopman was vrij
wel onbekend in deze sferen en derhalve wer
kelijk verliefd op de schoone Ivette.
Bovendien was Ivette intelligent, zelfs intel
lectueel, beschaafd en welbespraakt. Zoo in het
algemeen was er niet het minste zelfs aan te
merken op Ivette, en volgens de overtuiging
van den overigens wel iets gewenden Hambur
ger was zij perfect in alle denkbare mogelijk
heden.
Natuurlijk gaf Ivette Duclos hem ook de re
den van haar verblijf te Berlijn nauwkeurig op.
Als men liefheeft, heeft men geen geheimen en
dus vernam de hartsvertrouwde, dat Ivette
stamde uit een oer-oud markiezqngeslacht in
het binnenste binnen van Frankrijk. Daar had
Ivette haar perfect Duitsch geleerd. Van een
privaat-docent, professor Himmelmayer uit
München. Maar München ligt te ver van Ham
burg, dat koopman Heinrich Staffier dezen ge
leerde zou kennen. Hij was trouwens, de profes
sor, vorig jaar overleden.
Ivette deed haar Heinrich nog veel meer be
langrijke onthullingen. Zij schreef namelijk.
Een roman, geheel in het Duitsch en met den
veelzeggenden titel: Het zwarte hart. Dien roman,
dat geesteskind, had zij persoonlijk overgebracht
naar Berlijn. Doch nu bleek, dat, hoewel Ivette
perfect Duitsch kende, zij minder perfect op
de hoogte was van Duitsche gebruiken wanneer
men een roman wil uitgeven. Want naam noch
adel had Ivette kunnen vrijstellen van den
eisch dat zij een cautie zou storten voor de uit
gave van haar „Zwarte hart", al was dat in ook
nog zoo perfect Duitsch geschreven.
Maar nu bleek tevens hoe ongelooflijk geluk
kig het was, dat Ivette juist verliefd geworden
was op Heinrich Staffier, want hoewel liefde
gewoonlijk blind is offreerde hij in dit geval
het bedrag der waarborgsom aan Ivette voor te
schieten. Slechts na herhaald aandringen meen
de Ivette dit aanbod te mogen aanvaarden.
Enkele dagen later nam het thans verloofde
paar een langdurig afscheid, daar Heinrich nog
seeds te Hamburg woonde en daar zijn zaak
dreef. Ivette zou echter binnen enkele weken
hem volgen naar de groote handelsstad; zij zou
over Frankrijk komen en haar vader, „monsieur
le marquis", zou haar zeker voor het huwelijks
feest vergezellen.
Maar Markies Duclos de Quatrevilles was
geen gemakkelijke vader; hij bekeek de situatie
heel anders en wenschte een onvervalschte be
stendiging van den oer-ouden adeldom.
„En," las Heinrich in het laatste der vele
welriekende en saumon-kleurige brieven in per
fect Duitsch geschreven, „toen monsieur mon
papa vernam, dat ik er niet aan dacht jou,
den eenigen schat in mijn leven, op te geven,
heeft hij het meest wreede besluit genomen,
dat denkbaar is en alleen kan worden uitge
voerd door een adel, die zich nog in de Middel
eeuwen levend waant. Hij heeft mij gedreigd en
voor de laatste maal geëischt mijn besluit op
te geven en den ruim vijftig-jarigen graaf de
Sèvres d'Alentours te huwen, dien hij voor mij
had goedgekeurd. Ik weigerde. Kón ik anders,
Heiprich? Mócht ik anders, lieveling? Per kee-
rende post kreeg
ik de onstellende
mededeeling, dat TJ/jf
de Markies mij ZWUrtV
uit de familie 7
had gestooten. tlUTl
Daar sta ik nu s
en het is me zelfs
niet mogelijk naar je toe te komen
Vanzelfsprekend was de brief hiermede niet
beëindigd, doch het was ruim voldoende voor
den aanstaanden echtgenoot om onmiddellijk
voor eenige maanden bestaansmogelijkheid in
geldswaardigen vorm naar Berlijn te zenden.
Doch welriekende geuren blijven niet hangen
en vele zalm-roode velletjes postpapier vormen
een eentonig geheel. Bovendien dringt ook tot
den meest liefhebbenden man wel eens een ge
dachte door, die hij eigenlijk nooit mocht heb
ben.
Het wantrouwen van Heinrich Staffier
wenschte deze echter zeer zakelijk uit te roeien
en dus begaf hij zich, een week na zijn chèque,
eveneens naar Berlijn en hij ontmoette Ivette
Duclos de Quatrevilles, la célèbre romancière,
temidden van een aantal door enthousiasme
uitgelaten bewonderaars, die eveneens perfect
Duitsch spraken.
Daarna ontmoette Heinrich Staffier zijn
Fransche bruid voor de vertegenwoordigers van
de Duitsche rechtbank. Hier bleek, dat Ivette
haar roman „Het zwarte hart" niet op papier
geschreven had, maar in het leven zelf. Zonder
achting voor haar oer-adellijke afstamming,
noch eenige waardeering voor haar perfect
Duitsch schreef de rechter het einde van het
eerste hoofdstuk van dezen levensroman met de
nuchtere woorden: Acht maanden gevangenis
straf.
In Japan is, aan de hand van ter beschikking
staand historisch materiaal, een geschiedenis
versohenen over Japansche burchten.
Wanneer men van trotsche burchten hoort,
denkt men aan de sloten aan den Rijn, de to
rens van Bourgondië of hoogstens nog aan oude
Engelsche kasteelen. Maar wie had kunnen den
ken, dat een van de interessantste landen op dit
gebied Japan zou zijn?
De eerste Japansche aanteekening over den
bouw van een burcht stamt uit het derde jaar
van de Taikwa, dus uit den regeeringstijd van
keizer Kotokoe omstreeks het jaar 650. Intus
schen bestond deze „burcht" nog slechts uit
massieve palissaden. Van stevige muren was nog
geen sprake. De tijden waren toenmaals niet
aangenaam voor Japan. In het Noorden dreig
den half barbaarsche buren met invallen en van
het Westen uit kon eiken dag over zee een in-
Stan begon Freekje uit te leggen, dat de draden gemaakt Dat kon.t nog wel zei Pol. Stap maar in, dan gaan we ver- Op een koztjn van een raam gelijkvloers gingen ze nu zitten,
werden van de wol, die van het schaap afkomstig is. Dat had der. Freekje stapte in zijn stoeltje en pijlsnel gingen ze naar Freekje keek naar binnen en zag hier ook een groote machine
Freekje op school wel eens gehoord. Alleen begreep Freek het omlaag. Freekje dacht dat hij viel en hij gaf een harden staan die ontzettend veel leven maakte. De draden die hij bo-
verband niet tusschen deze machine en zijn broekje, schreeuw. De kabouters stelden hem echter gerust. ven had gezien werden hier tot groote lappen geweven. Het
was thans net zulke stof als waarvan zijn broekje was gemaakt.
vasie plaats vinden. Intusschen bleken derge
lijke vestingen voldoende te zijn om de vijanden
te kunnen keeren en vele eeuwen lang bleef dan
ook alles bij het oude. Eerst omstreeks het jaar
1300 begonnen nieuwe toestanden ook nieuwe
versterkingen noodig te maken.
Het land was in dien tijd door partijstrijd
verscheurd. De Noordelijke regeering stond te
genover de Zuidelijke machthebbers. De roya
listen hadden daarbij te strijden tegen tegen
standers, die dikwijls veel grooter in aantal wa
ren dan zijzelve. Reeds op grond van deze om
standigheid moesten de royalistische leiders
Koesoenoki en Kikoesji ter zelfverdediging mas
sieve burchten bouwen en van alle door de na
tuur geschonken mogelijkheden gebruik maken.
In de daarop volgende burgeroorlogen bouwde
men ook de eerste kasteelen met torens.
Een zeer sterk en beroemd slot was in dien
tijd de onder leiding van Noboenaga Oda ge
bouwde burcht Azoesji, welke echter in later
jaren door vijanden van dezen Japanschen
staatsman platgebrand werd. Daarna stond het
land onder leiding van Hideyoghi Toyotomi, die
in de provincie Settsoe den Osaka-burcht liet
bouwen. Niet minder dan 30.000 man hebben
daar drie jaren lang dag en nacht aan gewerkt.
Deze burcht dwingt niet slechts door zijn groo-
ten omvang bewondering af, maar architecto
nisch ook door het feit, dat een toren van acht
verdiepingen met de toenmalige primitieve
hulpmiddelen in betrekkelijk korten tijd „uit
den grond gestampt" kon worden. De burcht
werd later gedeeltelijk vernield, maar daarna
weer hersteld en verbeterd. De enorme steenen
muren, die wij op het oogenblik aan het Osa
ka-slot bewonderen, stammen uit den tijd van
de restauratie.
De Japansche kasteelbouwers waren het er in
den beginne intusschen niet geheel over eens,
aan welk burchttype zij de voorkeur moesten
geven. Burchten in het dal of op den berg,
burchten tegen hellingen of aan de kust? Het
probleem der voorziening van levensmiddelen
pleitte voor burchten in de dalen, het verdedi
gingsprincipe voor kasteelen op de bergen. Eer
men eigenlijk kon beslissen, had de tijd echter
reeds andere eischen gesteld. De burchtheeren
zagen in, dat het noodzakelijk was, met de om
wonende menschen voeling te houden. Men had
behoefte aan een regelmatige voorziening van
levensmiddelen. In ruil daarvoor verleende men
aan deze menschen bescherming tegen roovers
en andere vijanden. Het gevolg daarvan was,
dat evenals in de Middeleeuwen in Europa
vele menschen in de onmiddellijke nabijheid
van het kasteel gingen bouwen, om binnen kor
ten tijd in veiligheid te zijn, wanneer er gevaar
dreigde. Uit de burchten groeiden zoo steden,
de slotheeren werden tot stadsbestuurders. Een
van de meest interessante steden van deze
soort was zonder eenigen twijfel Kanazawa,
welke stond onder het bestuur van „lord"
Maeda, die op zijn gebied jaarlijks een millioen
kokoe rijst oogstte.
DOOR LUC WILLINK WÈÊ
s
Ach Ja, in zijn wonderlijke levensover
tuiging moest zoovéél „er aan"; hij was
slachtoffer en beschuldiger en rechter en
uitvoerder der gevelde vonnissen in één persoon
vereenigd en dat was hij zich niet eens be
wust.
Dus zette hij den motor aan en reed den wagen
in de richting van het water. Dan stapte hij af
en liet den auto recht het water inrijden. Hij
«onk langzaam. De lucht trok zich samen onder
het zeildoeken dak van den wagen en maakte
daar een grooten bobbel. Dan verdween de auto,
terwijl zuigende en sissende geluiden in de stilte
weerklonken. Het kwam niet op in Danny, dat
hij weieens kon worden bespied. Zooiets lag
buiten zijn horizon. Hij deed maar, wat in zijn
brein opkwam, dat moest de wereld maar voor
4ief nemen.
3oode wagen was weg en een knappe
jongen, die hem ooit terugvond! En het zee
manspak en de mand van de Gotham Union
Club waren eveneens weg en in den grond onder
den boom, dien hij tien-jaren lang in zijn ge
dachten gehouden had, lag het ijzeren kistje
begraven en daarin zaten kleertjes van het
kleine meisje negen maanden oud dat hjj
aan Kitty's zorgen had toevertrouwd.
En nü wandelde een elegant heer in een grijs
flanellen zomercostume met een wijden boog om
de woning der Flaherty's heen, want hij mocht
hun niet onder de oogen komen. Hij wandelde
op Romond aan, waar hij den trein wou nemen
naar New York, om dan weer zijn dagelijkschen
dienst dienst te beginnen in de Gotham Union
Club, alsof er nooit iets gebeurd was. Hij had
geen dag vacantie genomen; hij had zich een
voudig ziek gemeld. Want Danny had nu een
maal een uiterst eenvoudige natuur en deed de
dingen implusief; ze moesten hem maar nemen,
zooals hij was.
De wandeling naar Romond viel niet mee.
Het was verder dan hij dacht en het was druk
kend warm. Maar zooiets télde Danny niet. Hij
kon goed zwoegen. Hij liep voort en verder en
viel aan elkeen op, door zijn zwaren, bijna
automatischen gang en door het elegant
costume, dat zoo in het minst niet bij zijn
persoon hóórde.
De auto was gehuurd in Trenton en onder
een valschen naam; dien van zijn lang geleden
in Ierland overleden moeder, den eersten, die
hem inviel. De autoverhuurder moest maar zien,
dat hij zijn wagen terugkreegDanny be
kommerde zich in het minst niet om dien
kerel, hij kwam absoluut niet op het denkbeeld,
dat hij dien man, die hem vertrouwd had,
eenig onrecht kon hebben aangedaan....
In Romond toentertijd nog een nest, waar
frultkweekers hun eindelooze tuinen hadden
had hij uren te wachten op den trein, die in den
laten avond komen zou. Hier voor de eerste
maal uitte Danny een woedend geknor: hij
had zijn brood in zijn zeemansplunje laten zit
ten! Dus had hfj zijn avondmaaltijd in den poel
verdronken en het ging in hem om, dat hij
toch maar altijd kind van de rekening werd!
Dus zat hij narrig op een bank in den milden
zomeravond, kin op de borst, handen in de
broekzakken, een bronzen standbeeld, dat
tegen alle regelen die voor standbeelden plegen
te gelden in nu en dan voor zich uit spoog.
Tenslotte kwam de trein en stopte. Danny
stapte in en staarde door het venster in den
nacht. Wéér zat hij twee uur lang onbeweeg
lijk. Hij was ontladen. Hij zou weer jaren kun
nen mokken en wrokken en „onrecht" verdu
ren.... hij had de periode van activiteit weer
achter zich en de bui was weer voorbij. Ja,
hij was wél overtuigd, dat hij een zielsgoeie vent
was. Als ze hem maar niet te na kwamen! En
dat deden de menschen nu eenmaal altijd!
Tenslotte bereikte de trein New York. Daar
was niets te bespeuren van den zoeten zomer
nacht, hier drukte alleen de hitte. Het eeuwige
lawaai van de Metropolis joelde onverflauwd.
De krantenventers krijschten wat zij konden.
Haastige voeten joegen over de betegelde
stationstrappen, om treinen te halen, of om ze
te verlatenhet bedrijf ging onverminderd
voort. De menschen renden bij honderdtallen, ze
haastten zich naar links en naar rechts, in
dikke drommen. Ze draafden soms heele einden
met een roerende eensgezindheid, om zich dan
eensklaps driftig te splitsen.... d&t was dan de
gelegenheid, waarop je elkaar kon voorbijstre
ven! Over de perrons raasden de electrische
lorries, die het nieuwste nieuwtje waren en die
het moesten ontgelden in ieders verachting,
doordat ze stank verspreidden. Alles ging mee
in dezelfde versnelling, alleen Danny, ontladen
en gekalmeerd, wandelde tegen den stroom op,
automatisch en massief. Men ging voor hem opzij,
instictmatig en zonder zich rekenschap te
geven. Een blond meisje, dat gesmeerde brood
jes had bezorgd bi] een der statons-restaura-
teurs, waagde het, een spottend woord naar
dezen bruinen beer te roepen. Danny hoorde
het niet. Hij was heelemaal in zichzelf begra
ven.
De krantenventers stoven op hem af. Ze
hadden het sensationeelste nieuws der laatste
maanden: „Millioenen-Erfgename vermist!"....
„Baby Steele gestolen!"Nancy Steele ge
roofd"Michael Steele's kind ontvoerd"....
Maar Danny kocht géén krant. Hij zag niet op
of om. Hij verwachtte deze ontvangst en zijn
instinct zei hem, dat hjj nu maar liever dóór
moest loopen. Hij immers had dit alles ontke
tend! Hij had de kleine Nancy Steele, de dochter
van zijn landgenoot, den multimillionnair Michael
Steele, den munitie-fabrikant, gestolen en haar
naar de Flaherty's gebracht. Nu kon de ouwe
in den piepzak zitten! Nu kreeg hij zijn trekken
thuis! Michael Steele verkocht moordtuig, waar
mee de menschen elkaar de borst openreten en
nu werd hij daarvoor gestraft door Danny
O'Neill, die zichzelf daartoe het recht toe
kende....
III
EEN HEER IN ZIJN CLUB
Waarom je d'r gisteren niet geweest was.
Omdat ik ziek was!
Wat of je dan gescheeld hebt....
Ik ben nou weer goed!
Dat was alles, wat Danny geliefde op te hel
deren. Ze hadden er genoegen mee te nemen,
zooals hijzélf er genoegen mee nam, steeds een
schoone boord om te hebben, een witte das en
goudgalon aan zijn revers. En „asjeblief" en
„dank-je-wel" tegen al de hooge oomes van de
Gotham Union Club....
Natuurlijk stond die club op stelten. Iedereen
beklaagde Michael Steele. De man was al niet
zoo jong meer; eindelijk na een lang kinderloos
huwelijk was hij vader geworden van een lief
meisje en na amper negen maanden had men
het geroofd. Van de daders geen spoor. Ieder
vroeg den ander naar nieuws. Ieder had ge
ruchten vernomen. Maar feiten waren er niet.
Absoluut niet.
De bekende advocaat Dan Mallon, deftig,
eigenlijk niets anders dan dat, zat op den be
roofden vader te wachten. De secretaresse van
de Club, Miss Judson, stond met hem te praten.
Achter het mom harer meewarigheid loerde haar
nieuwsgierigheid, maar Mallon liet niets los. Hfj
gaf zijn nieuws (wanneer hij het hè,dmaar
niet zoo gratis weg aan iedereen
Michael Steele, zuchtend en steunend, het
toonbeeld der verslagenheid, arriveerde. Hij was
een gezet man van twee en yeertig jaar, met
een zachtaardig uiterlijk, dat nu door smart
vertrokken was. Hij was naar zijn club geko
men, omdat het thuis niet langer uit te houden
was. Zijn vrouw doorstond daar haar zenuw
crisis, de politie doorsnuffelde alle vertrekken
en ondervroeg het personeel.... hij wou niet
langer worden verhoord, hij had al tienmaal
verteld wat hij wisthij wou zijn klein
meisje terug en anders niets, niets, niets...*
En hij had geen belüng bij de politie! De politie,
die zou niets anders doen, dan de roovers op
jagen, hen in het nauw drijven, tot ze in hun
vertwijfeling de kleine Nancy zouden dooden
Wat schoot hy daar mee op? Hij wou zyn kind
terug, dat was al!
Hy bekruisigde zich, zonder dat hy het wist.
Hq was buiten zichzelf van ellende. Niets, niets,
niets had hy gehoord! vyftigduizend dollar be
looning had hy uitgeloofdmaar de roovers
reageerden niet. Heel de wereld bood hem haaf
meeiy aan, maar ze konden hem niet helpen..
Nu ging hij naar zyn besten vriend, het mede
clublid Mallon, als een ziel in nood.
Mallon wachtte reeds een uur. In een klein
vertrekje, waar hy lange jaren met Steele Se'
luncht had en dat door de andere clubleden
schertsend „Steele's privé eetzaal" was genoemd-
Zeker, ze waren beiden in den loop der jaren dit
vertrek als hun privé eigendom gaan beschouwen
en het werd gerespecteerd. Maar nü dachten w
daar niet aan.
(Wordt vervolgd)