Over het zwarte werelddeel K 1 dCdmiSaal ma den day De avonturen van Stan en Pol CD wordt vermist! NANCY STEELE HET LUCHTVERKEER EN AFRIKA Communistische infiltratie WOENSDAG 14 JULI 1937 1937 van beslissende beteekenis Heiligdomsvaart Maastricht IF'n Nieuw bord. Japansche burchten Stalen vleugels zijn een waar borg, dat de beschaving van de blanken niet zal ondergaan" v v I |i wt Gezamenlijk met de kano's erop uit! In Engelsche arbeiders verenigingen De eerste dateert van omstreeks het jaar 650 bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door Ï-T bij een ongeval met FT verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen UU« doodelijken afloop fciWV* AANGIFTE MOETOP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL A C* A °P dIt blad z«n Ingevolge de verzekenngsvoorwaarden tegen A I A .r. A r. Ij ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen bij verlies van een band, een voet of een oog. Het beeld van Afrika heeft zich in de laat ste tien twaalf jaren aanmerkelijk ge wijzigd. Het is nog niet zoo lang gele oen, dat de gebieden van Noord-Afrika volko men waren afgesloten van de Midden- en Zuid-Afrikaansche landen. Het verkeer van Europa met Afrika geschiedde uitsluitend langs den zeeweg. Twee A drie weken Was de minste tyci, welken men er voor kon rekenen. Afrika is, voor de ouderen onder ons, altijd een onbe kend eri vreemd land geweest. En toen wij op de scholen van Afrika leerden, leerden wü het land kennen als een stuk van de aardglobe, dat nog door de blanken grondig moest worden onderzocht en doorkruist. Heden ten dage be- ïp.kt men Kaapstad van Londen uit in negen dagen en intusschen is men over geheel Afrika heengevlogen. Er is bijr.a geen gebied meer in het donkere werelddeel, dat men niet binnen den tijd van een week kan bereiken, van welk vliegveld in Europa ook wordt gestart. Over de kaart van Afrika ligt thans een net van luchtverkeerslijnen, waaraan alle plaatsen, die maar eenigszins van belang zijn voor den wereldhandel of de wereldpolitiek, zijn aange goten. De driehoek LondenParijsBerlijn is tweemaal per week en zelfs dagelijks met de centrale punten van het donkere werelddeel verbonden. Daarbij moet men zich niet voor stellen, dat alleen millionnairs hetgenoegen kunnen hebben in luxueuze cabines over onbe kende gebieden te vliegen. De „Imperial Air ways", de „Regie Air Afrique", de „Ala Litto- lïa", de „Sabena", zij alle hebben gegevens ver zameld over het beroep van hun passagiers, die van Brussel naar Stanleyville, van Parijs naar Madagascar, van Rome naar Somalfland en van Berlijn naar Windhoek vliegen. Het zijn hoofdzakelijk reizigers, die groote fabrieksbe- (hijven of handelskantoren vertegenwoordigen, welke daar ter plaatse zelf hun onderhandelin gen voeren en zaken doen, die anders wellicht nimmer tot stand zouden komen, omdat een brief, welke drie weken noodig heeft om op de piaats van bestemming aan te komen, niet op weegt tegen een persoonlijke bespreking tus schen zakenlieden. Daarbij komt, dat de ontwikkeling van het vliegtuig juist voor den dienst op Afrika groote vorderingen heeft gemaakt. Dezen zomer nemen de Engelschen „Imperial Arways"-vliegtuigen in gebruik, waarin vier salons zijn voor 24 passagiers, een rooksalon, een promenadedek, slaapkamers en natuurlijk een moderne keuken. De toestellen zullen den afstand Londen-Dur- ban in VA dag moeten afleggen; zij vliegen hoofdzakelijk langs de Afrikaansche kusten. Het is verbazingwekkend, in hoe weinig tijds deze verovering van Afrika door de luchtwegen zich heeft voltrokken. Het jaar 1937 heeft een beslissende beteekenis daarvoor. De .Afrika Rundschau" te Hamburg wijdt aan deze ont wikkeling een artikel, waarin door een bekwaam deskundige de luchtkaart van Afrika, zooals die thans is, werd geteekend. Terecht zegt de minister van Verkeer en De fensie van de Zuid-Afrikaansche Unie, Oswald Pirow, hierin: „De luchtvaart is de grondslag van alles, waarop het in oorlog en vrede aan komt." In dit zelfde artikel zegt de minister voorts: „Stalen vleugels boven het donkere werelddeel zijn een waarborg, dat de bescha ving van den blanke niet zal ondergaan.'' Afrika zelf zit echter ook niet stil. Het werkt terdege mee om het zoo lang achteruitgestel- de werelddeel, dat zulk 'n goede toekomst te gemoet gaat, op allerlei gebied grooter te maken. Verreweg de voornaamste luchtvaart maatschappij in Afrika is die ran de Unie van Zuid-Afrika. In 1929 werd in de gebieden van de Unie de grondslag gelegd voor de geweldige ontwikkeling van het vliegwezen, welke toen een aanvang nam. Reeds in 1931 werd in Zuid-West-Afrika een regelmatig luchtverkeer ingesteld tusschen Windhoek en Kimberley. Eenige jaren later werd de „South African Airways'' in het leven geroepen en vele groote machines met meer motoren wer den in gebruik genomen. In 1932 werd, nadat in de Rhodesische landen en in Oost-Afrika vliegvelden waren aangelegd, het traject Lon denKaapstad voor de luchtpost geopend en reeds op 27 April 1932 uitgebreid voor per- eomenvervoer. Wie eenmaal den afstand van het Victoriameer naar Khartoem met een automobiel en later met de Nijlboot aflegde de reis duurt 14 dagen en voert door het meest warme deel van Afrika en door gebie den, waar voor enkele jaren nog geen blanke voet had gestaan dien moet het tooverij schijnen, wanneer men in nauwelijks twee da gen van Juba aan den Witten Niji over Khar toem naar Alexandrië aan de Middellandsche Zee vliegt. Maar binnenkort zal deze prestatie toch weer worden overtroffen, zoodra de Britten hun nieuwe kustlijn LondenKaapstad in 4dag! in gebruik nemen. Men zal de volgende route volgen: van Cairo over Khar toem, het Albertmeer, Kisoemoe aan het Vic toriameer, Mombasa, Daressalam, Mozam bique, Beira, LorenzoMarques naar Durban en tenslotte naar Kaapstad. Deze route hoopt men voorloopig tweemaal per week te kunnen maken. In vergelijking met deze groote lijnen kan men terecht de verbindingen van Italië en Frankrijk met het Noorden van Afrika een „buurt verkeert je" noemen! Frankrijk onder houdt dezen dienst door de „Air France". Da gelijks gaan er toestellen naar Alicante, Oran, Fez en Casablanca. Buitengewoon belangrijk is voor Frankrijk de lijn, welke over Corsica naar Tunis voert. De windrichtingen boven de Mid dellandsche Zee schijnen bijzonder mee te wer ken op dit traject, want in het regelmatig ver keer heeft de „Air France" voor de heenreis 7 uur en 25 minuten noodig en voor de terugreis slechts vijf uur. Ook Italië heeft een luchtdienst naar zijn Afrikaansche koloniën ingericht, welke in be teekenis niet te vergelijken is bij dien van de „Air France" naar Marokko, Algiers en Tunis. Ook dit is „buurtverkeer" met Europa. Ook naar Tunis gaat wegens de groote Italiaansche belangen een luchtlijn, welke dagelijks wordt gebruikt. De „Linca dell' Imperio" vliegt driemaal per week van Rome over Syracuse en Bengasi naar Cairo, loopt dan gelijk met de Britsche route naar Khartoem, buigt hier vandaan over de Soedaneesche route van de luchthaven Cassala naar Asmara, en bereikt de Abessinische hoofd stad Addis Abeba. Afrika is voor goed betrokken in het Euro- peesch luchtverkeer. De groote idee van Cecil Rhodes, om een spoorweg van de Kaap naar Cairo aan te leggen, is verdwenen; zij zal niet worden verwezenlijkt. Het vliegtuig heeft eiken afstand overwonnen. In het kader der buiten-kerkelijke viering van de zevenjaarlijksche Heiligdomsvaart wordt een der hoogtepunten gevormd door een uit voering van „Die Schöpfung" van Josef Haydn in den Stadsschouwburg op Donder dag 15 Juli 's avonds om half negen. Deze uit voering wordt gegeven als gala-concert. Uit voerenden zijn het Maastrichtsch Stedelijk or kest, de Maastr. Oratorium-Ver. en de Ne- derlandsche solisten: Anckie van Wickevoort Crommelin (sopraan) Louis van Tulder (tenor) en Lucas Bouman (bariton). Het geheel staat onder leiding van Henri Hermans. atholieken. God heefi alleen aan onze Kerk de eenige eeuwige waar heid gegeven om haar te dienen, te beschermen en te verspreiden. Waakt en bidt in het vertrouwen op Christus' woord, dat de poorten der hel, on danks alles, haar nimmer zullen over weldigen. V De schrijver der hoofdartikelen in het En gelsche Katholieke weekblad The Univer se heeft nu al vele malen de aandacht gevestigd op de min of meer verkapte Sovjet propaganda, welke in Britsche arbeidersveree- nigingen wordt gemaakt. Het gaat hier om het verspreiden van lectuur, het oprichten van studieclubs en andere middelen, waarmee blijkbaar de arbeiders systematisch worden be werkt. Eenzelfde soort „pénétration pacifique" als ook in andere landen is waar te nemen! In verband hiermee is het interessant om ken nis te nemen van een schrijven, dat door een katholiek aan de redactie van genoemd week blad werd gezonnen, en waarin de ervaringen worden medegedeeld welke werden opgedaan tijdens de bijeenkomst van een communistisch getinte organisatie. Deze schrijft dan: „Toen het verslag van de vorige vergadering werd voorgelezen, hoorde ik tot mijn verbazing onder andere het volgende: 1. Dat de vorige vergadering een resolutie had aangenomen en een telegram had verzonden aan de Roode Regeering, om deze geluk te wen- schen met haar overwinningen. 2. Dat er een lezing zou worden gehouden, waarbij de spreker een actief lid was van de Linksche Theater-groep. 3. Dat deze afdeeling van plan was om deel te nemen aan een georganiseerde betooging op den eersten Mei. Ik liet daarop een naar ik hoop leven dig protest hooren. Ik wees er op dat het eenig doel der organisatie was: verbetering der ar beidsvoorwaarden van haar leden. Verschillen de antwoorden op mijn woorden bevestigen ten volle Uw zienswijze. De voorzitter wees er op dat dergelijke be sluiten slechts genomen werden omdat com munistisch gezinde leden altijd de vergaderin gen bijwoonden, en anderen dit niet deden. Een andere spreker gaf zich groote moeite cm aan te toonen dat de meerderheid der leden er anders over dacht, en de werkelijke kracht van het roode element weinig beteekende. Daarom ook aldus de schrijver van ge noemden brief kan apathie op dit terrein slechts in de kaart der rooden spelen. Mijn eerste ervaring betreffende een vergadering be vestigt slechts wat velen mij reeds hadden ver teld. Niets zal mij er van weerhouden om ook in de toekomst vergaderingen bij te wonen, om er op te blijven letten dat deze afdeeling in elk geval de politiek blijft volgen, waarvoor zij in het leven geroepen werd." Waarbij de redactie opmerkt: „Wij hopen dat dit voorbeeld meer en meer door het geheele land zal worden na gevolgd." Verder wijst zij op de dringende nood zakelijkheid eener bloeiende katholieke actie als tegenwicht tegen de roode infiltratie, en ais geneesmiddel voor vele nooden, ook op sociaal gebied. Het bovenstaande geeft ons meer inzicht in typisch Engelsche verhoudingen, waarin im mers door het gematigde karakter der Labour- partij het zeker geoorloofd is en vaak zelfs zeer nuttig dat ook katholieken hierin een rol spelen. In ons land zijn de verhoudingen on getwijfeld anders, al is ook hier in de kringen der S. D. A. P. een duidelijk naar Moskou ge richte propaganda waar te nemen, naast een redelijker streven dat in vele opzichten onze belangstelling verdient. Daarom zal men hier vooral moeten streven naar een meer „Platoni- schen" vorm van samenwerking tusschen goed willende elementen, die zich niet zoozeer uit strekt tot het terrein der practische politiek, doch ook naar persoonlijke sympathie en per soonlijk contact tusschen katholieken en socia listen, welke daarvoor vooral in aanmerking komen. Zóó zal zeker de weg geëffend kunnen worden tot een nauwer samengaan van allen, die uit werkelijk ideëele motieven en op de basis eener Christelijke levenbeschouwing de rechten der arbeiders verdedigen. 'En, last not least, zullen voorbeeld, gebed en offer der katholieken aan velen buiten de Kerk het licht kunnen brengen, waarnaar da wereld thans met zulk een verlangen uitziet. M. B. Deze roode driehoek, met de punt naar beneden be- teekent, dat men een vooi»- rangsweg nadert, waarop ook het verkeer, dat van links nadert, voorrang heeft. Mademoiselle Ivette Duclos verstond in hooge mate de kunst om perfect Duitsch te spreken en haar schoonheid in het décor van een uiterst smaakvolle klee ding opvallend te maken. Onverwacht was Ivette in een der chicste amusementsgelegenheden te Berlijn verschenen en naar hoogst moderne levensopvatting zonder eenig geleide. Dienzelfden avond nog was zij onzeglijk verliefd geworden. Heel toevallig be trof haar plotselinge liefde een schatrijken jon gen koopman uit Hamburg, die voor zaken te Berlijn vertoefde en een avond verstrooiing zocht. Ivette kende haar wereld en zij wist er zich in te gedragen; de jonge koopman was vrij wel onbekend in deze sferen en derhalve wer kelijk verliefd op de schoone Ivette. Bovendien was Ivette intelligent, zelfs intel lectueel, beschaafd en welbespraakt. Zoo in het algemeen was er niet het minste zelfs aan te merken op Ivette, en volgens de overtuiging van den overigens wel iets gewenden Hambur ger was zij perfect in alle denkbare mogelijk heden. Natuurlijk gaf Ivette Duclos hem ook de re den van haar verblijf te Berlijn nauwkeurig op. Als men liefheeft, heeft men geen geheimen en dus vernam de hartsvertrouwde, dat Ivette stamde uit een oer-oud markiezqngeslacht in het binnenste binnen van Frankrijk. Daar had Ivette haar perfect Duitsch geleerd. Van een privaat-docent, professor Himmelmayer uit München. Maar München ligt te ver van Ham burg, dat koopman Heinrich Staffier dezen ge leerde zou kennen. Hij was trouwens, de profes sor, vorig jaar overleden. Ivette deed haar Heinrich nog veel meer be langrijke onthullingen. Zij schreef namelijk. Een roman, geheel in het Duitsch en met den veelzeggenden titel: Het zwarte hart. Dien roman, dat geesteskind, had zij persoonlijk overgebracht naar Berlijn. Doch nu bleek, dat, hoewel Ivette perfect Duitsch kende, zij minder perfect op de hoogte was van Duitsche gebruiken wanneer men een roman wil uitgeven. Want naam noch adel had Ivette kunnen vrijstellen van den eisch dat zij een cautie zou storten voor de uit gave van haar „Zwarte hart", al was dat in ook nog zoo perfect Duitsch geschreven. Maar nu bleek tevens hoe ongelooflijk geluk kig het was, dat Ivette juist verliefd geworden was op Heinrich Staffier, want hoewel liefde gewoonlijk blind is offreerde hij in dit geval het bedrag der waarborgsom aan Ivette voor te schieten. Slechts na herhaald aandringen meen de Ivette dit aanbod te mogen aanvaarden. Enkele dagen later nam het thans verloofde paar een langdurig afscheid, daar Heinrich nog seeds te Hamburg woonde en daar zijn zaak dreef. Ivette zou echter binnen enkele weken hem volgen naar de groote handelsstad; zij zou over Frankrijk komen en haar vader, „monsieur le marquis", zou haar zeker voor het huwelijks feest vergezellen. Maar Markies Duclos de Quatrevilles was geen gemakkelijke vader; hij bekeek de situatie heel anders en wenschte een onvervalschte be stendiging van den oer-ouden adeldom. „En," las Heinrich in het laatste der vele welriekende en saumon-kleurige brieven in per fect Duitsch geschreven, „toen monsieur mon papa vernam, dat ik er niet aan dacht jou, den eenigen schat in mijn leven, op te geven, heeft hij het meest wreede besluit genomen, dat denkbaar is en alleen kan worden uitge voerd door een adel, die zich nog in de Middel eeuwen levend waant. Hij heeft mij gedreigd en voor de laatste maal geëischt mijn besluit op te geven en den ruim vijftig-jarigen graaf de Sèvres d'Alentours te huwen, dien hij voor mij had goedgekeurd. Ik weigerde. Kón ik anders, Heiprich? Mócht ik anders, lieveling? Per kee- rende post kreeg ik de onstellende mededeeling, dat TJ/jf de Markies mij ZWUrtV uit de familie 7 had gestooten. tlUTl Daar sta ik nu s en het is me zelfs niet mogelijk naar je toe te komen Vanzelfsprekend was de brief hiermede niet beëindigd, doch het was ruim voldoende voor den aanstaanden echtgenoot om onmiddellijk voor eenige maanden bestaansmogelijkheid in geldswaardigen vorm naar Berlijn te zenden. Doch welriekende geuren blijven niet hangen en vele zalm-roode velletjes postpapier vormen een eentonig geheel. Bovendien dringt ook tot den meest liefhebbenden man wel eens een ge dachte door, die hij eigenlijk nooit mocht heb ben. Het wantrouwen van Heinrich Staffier wenschte deze echter zeer zakelijk uit te roeien en dus begaf hij zich, een week na zijn chèque, eveneens naar Berlijn en hij ontmoette Ivette Duclos de Quatrevilles, la célèbre romancière, temidden van een aantal door enthousiasme uitgelaten bewonderaars, die eveneens perfect Duitsch spraken. Daarna ontmoette Heinrich Staffier zijn Fransche bruid voor de vertegenwoordigers van de Duitsche rechtbank. Hier bleek, dat Ivette haar roman „Het zwarte hart" niet op papier geschreven had, maar in het leven zelf. Zonder achting voor haar oer-adellijke afstamming, noch eenige waardeering voor haar perfect Duitsch schreef de rechter het einde van het eerste hoofdstuk van dezen levensroman met de nuchtere woorden: Acht maanden gevangenis straf. In Japan is, aan de hand van ter beschikking staand historisch materiaal, een geschiedenis versohenen over Japansche burchten. Wanneer men van trotsche burchten hoort, denkt men aan de sloten aan den Rijn, de to rens van Bourgondië of hoogstens nog aan oude Engelsche kasteelen. Maar wie had kunnen den ken, dat een van de interessantste landen op dit gebied Japan zou zijn? De eerste Japansche aanteekening over den bouw van een burcht stamt uit het derde jaar van de Taikwa, dus uit den regeeringstijd van keizer Kotokoe omstreeks het jaar 650. Intus schen bestond deze „burcht" nog slechts uit massieve palissaden. Van stevige muren was nog geen sprake. De tijden waren toenmaals niet aangenaam voor Japan. In het Noorden dreig den half barbaarsche buren met invallen en van het Westen uit kon eiken dag over zee een in- Stan begon Freekje uit te leggen, dat de draden gemaakt Dat kon.t nog wel zei Pol. Stap maar in, dan gaan we ver- Op een koztjn van een raam gelijkvloers gingen ze nu zitten, werden van de wol, die van het schaap afkomstig is. Dat had der. Freekje stapte in zijn stoeltje en pijlsnel gingen ze naar Freekje keek naar binnen en zag hier ook een groote machine Freekje op school wel eens gehoord. Alleen begreep Freek het omlaag. Freekje dacht dat hij viel en hij gaf een harden staan die ontzettend veel leven maakte. De draden die hij bo- verband niet tusschen deze machine en zijn broekje, schreeuw. De kabouters stelden hem echter gerust. ven had gezien werden hier tot groote lappen geweven. Het was thans net zulke stof als waarvan zijn broekje was gemaakt. vasie plaats vinden. Intusschen bleken derge lijke vestingen voldoende te zijn om de vijanden te kunnen keeren en vele eeuwen lang bleef dan ook alles bij het oude. Eerst omstreeks het jaar 1300 begonnen nieuwe toestanden ook nieuwe versterkingen noodig te maken. Het land was in dien tijd door partijstrijd verscheurd. De Noordelijke regeering stond te genover de Zuidelijke machthebbers. De roya listen hadden daarbij te strijden tegen tegen standers, die dikwijls veel grooter in aantal wa ren dan zijzelve. Reeds op grond van deze om standigheid moesten de royalistische leiders Koesoenoki en Kikoesji ter zelfverdediging mas sieve burchten bouwen en van alle door de na tuur geschonken mogelijkheden gebruik maken. In de daarop volgende burgeroorlogen bouwde men ook de eerste kasteelen met torens. Een zeer sterk en beroemd slot was in dien tijd de onder leiding van Noboenaga Oda ge bouwde burcht Azoesji, welke echter in later jaren door vijanden van dezen Japanschen staatsman platgebrand werd. Daarna stond het land onder leiding van Hideyoghi Toyotomi, die in de provincie Settsoe den Osaka-burcht liet bouwen. Niet minder dan 30.000 man hebben daar drie jaren lang dag en nacht aan gewerkt. Deze burcht dwingt niet slechts door zijn groo- ten omvang bewondering af, maar architecto nisch ook door het feit, dat een toren van acht verdiepingen met de toenmalige primitieve hulpmiddelen in betrekkelijk korten tijd „uit den grond gestampt" kon worden. De burcht werd later gedeeltelijk vernield, maar daarna weer hersteld en verbeterd. De enorme steenen muren, die wij op het oogenblik aan het Osa ka-slot bewonderen, stammen uit den tijd van de restauratie. De Japansche kasteelbouwers waren het er in den beginne intusschen niet geheel over eens, aan welk burchttype zij de voorkeur moesten geven. Burchten in het dal of op den berg, burchten tegen hellingen of aan de kust? Het probleem der voorziening van levensmiddelen pleitte voor burchten in de dalen, het verdedi gingsprincipe voor kasteelen op de bergen. Eer men eigenlijk kon beslissen, had de tijd echter reeds andere eischen gesteld. De burchtheeren zagen in, dat het noodzakelijk was, met de om wonende menschen voeling te houden. Men had behoefte aan een regelmatige voorziening van levensmiddelen. In ruil daarvoor verleende men aan deze menschen bescherming tegen roovers en andere vijanden. Het gevolg daarvan was, dat evenals in de Middeleeuwen in Europa vele menschen in de onmiddellijke nabijheid van het kasteel gingen bouwen, om binnen kor ten tijd in veiligheid te zijn, wanneer er gevaar dreigde. Uit de burchten groeiden zoo steden, de slotheeren werden tot stadsbestuurders. Een van de meest interessante steden van deze soort was zonder eenigen twijfel Kanazawa, welke stond onder het bestuur van „lord" Maeda, die op zijn gebied jaarlijks een millioen kokoe rijst oogstte. DOOR LUC WILLINK WÈÊ s Ach Ja, in zijn wonderlijke levensover tuiging moest zoovéél „er aan"; hij was slachtoffer en beschuldiger en rechter en uitvoerder der gevelde vonnissen in één persoon vereenigd en dat was hij zich niet eens be wust. Dus zette hij den motor aan en reed den wagen in de richting van het water. Dan stapte hij af en liet den auto recht het water inrijden. Hij «onk langzaam. De lucht trok zich samen onder het zeildoeken dak van den wagen en maakte daar een grooten bobbel. Dan verdween de auto, terwijl zuigende en sissende geluiden in de stilte weerklonken. Het kwam niet op in Danny, dat hij weieens kon worden bespied. Zooiets lag buiten zijn horizon. Hij deed maar, wat in zijn brein opkwam, dat moest de wereld maar voor 4ief nemen. 3oode wagen was weg en een knappe jongen, die hem ooit terugvond! En het zee manspak en de mand van de Gotham Union Club waren eveneens weg en in den grond onder den boom, dien hij tien-jaren lang in zijn ge dachten gehouden had, lag het ijzeren kistje begraven en daarin zaten kleertjes van het kleine meisje negen maanden oud dat hjj aan Kitty's zorgen had toevertrouwd. En nü wandelde een elegant heer in een grijs flanellen zomercostume met een wijden boog om de woning der Flaherty's heen, want hij mocht hun niet onder de oogen komen. Hij wandelde op Romond aan, waar hij den trein wou nemen naar New York, om dan weer zijn dagelijkschen dienst dienst te beginnen in de Gotham Union Club, alsof er nooit iets gebeurd was. Hij had geen dag vacantie genomen; hij had zich een voudig ziek gemeld. Want Danny had nu een maal een uiterst eenvoudige natuur en deed de dingen implusief; ze moesten hem maar nemen, zooals hij was. De wandeling naar Romond viel niet mee. Het was verder dan hij dacht en het was druk kend warm. Maar zooiets télde Danny niet. Hij kon goed zwoegen. Hij liep voort en verder en viel aan elkeen op, door zijn zwaren, bijna automatischen gang en door het elegant costume, dat zoo in het minst niet bij zijn persoon hóórde. De auto was gehuurd in Trenton en onder een valschen naam; dien van zijn lang geleden in Ierland overleden moeder, den eersten, die hem inviel. De autoverhuurder moest maar zien, dat hij zijn wagen terugkreegDanny be kommerde zich in het minst niet om dien kerel, hij kwam absoluut niet op het denkbeeld, dat hij dien man, die hem vertrouwd had, eenig onrecht kon hebben aangedaan.... In Romond toentertijd nog een nest, waar frultkweekers hun eindelooze tuinen hadden had hij uren te wachten op den trein, die in den laten avond komen zou. Hier voor de eerste maal uitte Danny een woedend geknor: hij had zijn brood in zijn zeemansplunje laten zit ten! Dus had hfj zijn avondmaaltijd in den poel verdronken en het ging in hem om, dat hij toch maar altijd kind van de rekening werd! Dus zat hij narrig op een bank in den milden zomeravond, kin op de borst, handen in de broekzakken, een bronzen standbeeld, dat tegen alle regelen die voor standbeelden plegen te gelden in nu en dan voor zich uit spoog. Tenslotte kwam de trein en stopte. Danny stapte in en staarde door het venster in den nacht. Wéér zat hij twee uur lang onbeweeg lijk. Hij was ontladen. Hij zou weer jaren kun nen mokken en wrokken en „onrecht" verdu ren.... hij had de periode van activiteit weer achter zich en de bui was weer voorbij. Ja, hij was wél overtuigd, dat hij een zielsgoeie vent was. Als ze hem maar niet te na kwamen! En dat deden de menschen nu eenmaal altijd! Tenslotte bereikte de trein New York. Daar was niets te bespeuren van den zoeten zomer nacht, hier drukte alleen de hitte. Het eeuwige lawaai van de Metropolis joelde onverflauwd. De krantenventers krijschten wat zij konden. Haastige voeten joegen over de betegelde stationstrappen, om treinen te halen, of om ze te verlatenhet bedrijf ging onverminderd voort. De menschen renden bij honderdtallen, ze haastten zich naar links en naar rechts, in dikke drommen. Ze draafden soms heele einden met een roerende eensgezindheid, om zich dan eensklaps driftig te splitsen.... d&t was dan de gelegenheid, waarop je elkaar kon voorbijstre ven! Over de perrons raasden de electrische lorries, die het nieuwste nieuwtje waren en die het moesten ontgelden in ieders verachting, doordat ze stank verspreidden. Alles ging mee in dezelfde versnelling, alleen Danny, ontladen en gekalmeerd, wandelde tegen den stroom op, automatisch en massief. Men ging voor hem opzij, instictmatig en zonder zich rekenschap te geven. Een blond meisje, dat gesmeerde brood jes had bezorgd bi] een der statons-restaura- teurs, waagde het, een spottend woord naar dezen bruinen beer te roepen. Danny hoorde het niet. Hij was heelemaal in zichzelf begra ven. De krantenventers stoven op hem af. Ze hadden het sensationeelste nieuws der laatste maanden: „Millioenen-Erfgename vermist!".... „Baby Steele gestolen!"Nancy Steele ge roofd"Michael Steele's kind ontvoerd".... Maar Danny kocht géén krant. Hij zag niet op of om. Hij verwachtte deze ontvangst en zijn instinct zei hem, dat hjj nu maar liever dóór moest loopen. Hij immers had dit alles ontke tend! Hij had de kleine Nancy Steele, de dochter van zijn landgenoot, den multimillionnair Michael Steele, den munitie-fabrikant, gestolen en haar naar de Flaherty's gebracht. Nu kon de ouwe in den piepzak zitten! Nu kreeg hij zijn trekken thuis! Michael Steele verkocht moordtuig, waar mee de menschen elkaar de borst openreten en nu werd hij daarvoor gestraft door Danny O'Neill, die zichzelf daartoe het recht toe kende.... III EEN HEER IN ZIJN CLUB Waarom je d'r gisteren niet geweest was. Omdat ik ziek was! Wat of je dan gescheeld hebt.... Ik ben nou weer goed! Dat was alles, wat Danny geliefde op te hel deren. Ze hadden er genoegen mee te nemen, zooals hijzélf er genoegen mee nam, steeds een schoone boord om te hebben, een witte das en goudgalon aan zijn revers. En „asjeblief" en „dank-je-wel" tegen al de hooge oomes van de Gotham Union Club.... Natuurlijk stond die club op stelten. Iedereen beklaagde Michael Steele. De man was al niet zoo jong meer; eindelijk na een lang kinderloos huwelijk was hij vader geworden van een lief meisje en na amper negen maanden had men het geroofd. Van de daders geen spoor. Ieder vroeg den ander naar nieuws. Ieder had ge ruchten vernomen. Maar feiten waren er niet. Absoluut niet. De bekende advocaat Dan Mallon, deftig, eigenlijk niets anders dan dat, zat op den be roofden vader te wachten. De secretaresse van de Club, Miss Judson, stond met hem te praten. Achter het mom harer meewarigheid loerde haar nieuwsgierigheid, maar Mallon liet niets los. Hfj gaf zijn nieuws (wanneer hij het hè,dmaar niet zoo gratis weg aan iedereen Michael Steele, zuchtend en steunend, het toonbeeld der verslagenheid, arriveerde. Hij was een gezet man van twee en yeertig jaar, met een zachtaardig uiterlijk, dat nu door smart vertrokken was. Hij was naar zijn club geko men, omdat het thuis niet langer uit te houden was. Zijn vrouw doorstond daar haar zenuw crisis, de politie doorsnuffelde alle vertrekken en ondervroeg het personeel.... hij wou niet langer worden verhoord, hij had al tienmaal verteld wat hij wisthij wou zijn klein meisje terug en anders niets, niets, niets...* En hij had geen belüng bij de politie! De politie, die zou niets anders doen, dan de roovers op jagen, hen in het nauw drijven, tot ze in hun vertwijfeling de kleine Nancy zouden dooden Wat schoot hy daar mee op? Hij wou zyn kind terug, dat was al! Hy bekruisigde zich, zonder dat hy het wist. Hq was buiten zichzelf van ellende. Niets, niets, niets had hy gehoord! vyftigduizend dollar be looning had hy uitgeloofdmaar de roovers reageerden niet. Heel de wereld bood hem haaf meeiy aan, maar ze konden hem niet helpen.. Nu ging hij naar zyn besten vriend, het mede clublid Mallon, als een ziel in nood. Mallon wachtte reeds een uur. In een klein vertrekje, waar hy lange jaren met Steele Se' luncht had en dat door de andere clubleden schertsend „Steele's privé eetzaal" was genoemd- Zeker, ze waren beiden in den loop der jaren dit vertrek als hun privé eigendom gaan beschouwen en het werd gerespecteerd. Maar nü dachten w daar niet aan. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 10