OOK VOOR INMAAK-DRANKEN NAAR Symboliek van het kloosterhabijt INVLOED DER TRADITIE INTELLECT BIJ DIEREN WOENSDAG 14 JULI 1937 De wijze honden en de professoren ln van ïn j K'* Houtstraat 57 - Rijksstraatweg 8 en £39 IN jHj j Amsterdamstr. 64 - Leidschevaart 132 hoek Leidschestraat - Kleverparkwag 24 STAAT VAN BESOMMINGEN RIJKSVISCHAFSLAG II II II 1 Shorts1 ©0= 100' Heden ten dage bestaan er nog overal in bergen en dalen, op eilanden en afgelegen, nog niet gemoderniseerde breken, mooie oude volkskleederdrachten. ^6t hedendaagsche verkeer van handel, Nijverheid en toerisme verjaagt stilaan die Schilderachtige vertooning van den volks- aard naar bijzondere dagen en gelegenhe den. Weinig volken of standen zijn er, die 2onder uitzondering in hun geheel de eer ®n erve van hun voorgeslacht hoog houden. Een stand echter is er, die zijn oude klederdrachten tot op den dag van heden Nog nagenoeg geheel zuiver heeft weten °ver te leveren: dat is de kloosterlijke stand. Monniken en nonnen houden nog tot op Neden vast aan de oude kleedij, die ook ounne stichters droegen. Zij hadden zich 'Nagemaakt van de wereld en van de om geving waarin zij verkeerden. Van de aller eerste tijden af bracht dit de ordestichters ertoe, hun navolgers een kleeding te geven, ^ie hun een bijzonder kenteeken verschaft, ^e hen zelf en de wereld erop wees, dat zij Niet voor de profane dingen leefden, maar tot een aparten geestelijken stand be koorden. Maar ook uit anderen hoofde is het kloosterkleed de schutse van den religieus, behalve in de afscheiding van de buiten wereld en afzondering van de overige kloos terbewoners ligt het doel van het ordes kleed, met zijn zuivere traditioneele snit eN eenvoud, in het behouden van een gees telijke verbondenheid door de uniforme kracht, tusschen al de dragers ervan. Uit het verlangen om de bepaalde reli gieuze groep te kenmerken, ontstond lang- Samerhand een bepaalde, geheel op zich- Selfstaande, aan geen verandering onder hevige dracht. Eenmaal overgenomen ^Nlgens de mode van den tijd der stichting, kleef zulk een kloosterkleed gehandhaafd. it geldt speciaal voor de dracht van de °Ndste monastieke orden van vóór-Benedic- tjjnsche instelling, van de Benedictijnsche, ^anciskaansche, Dominicaansche orden, van de Karthuizers, Carmelieten, Augustij- Nen, Reguliere kanunniken en ridderorden. In de monniken- en nonnenorden van t'óór St. Benedictus van Nürsia, is de kloos- tcrkleeding uiterst eenvoudig, bont, grof en heel eigenaardig voor onze begrippen. (Miet alleen wat betreft de onderdeelen tjj'aaruit deze kleeding bestond (en voor ®cn gedeelte nog bestaat), maar ook de Combinatie daarvan en de vreemde kleuren, ^oo droegen bijvoorbeeld de Koptische Nonnen lange en wijde blauwe broeken, daaroverheen een rood kleed en daarover e®n weer kortere, witte tuniek met zwarten gordel. Op het hoofd een blauwe muts en Niauwe sluier, beide met witte strepen, baarbij droegen zij gele schoenen. Een ahder voorbeeld: de navolgers van den H, ^acarius droegen een paars kleed, gele sChoenen, 'n zwart scapulier met lange hWarte kap. Anderen waren in 't rood, Sfoen, grijs, bruin, wit of zwart. Deze kleu- £eh komen voor bij kleed, gordel, mantel, *aP, scapulier, pelerines, schoenen, san dalen, broek, baret, sluier en hoofddoek. °ch was de hoofdkleur bij de monniken v°or 50 pet. en bij de nonnen voor 30 pet. NWart. Vooral van de 6de tot de 10de eeuw ^hijnt het zwarte kleed van St. Benedictus 6 Voorkeur te hebben gehad, daarna va dert het alleen met wit en bij uitzonde- met blauw of bruin. Oorspronkelijk *ehde men van St. Benedictus niets anders dan een zeer wijd zwart kleed, met lange ^djde mouwen, met een gordel om het mid- el bijeengehouden. Daarover werd een ^Note ronde mantel met kap gedragen, de llde eeuw werd de kapmantel ver gen door een schouderkraag met kap. de 12de eeuw kwam het scapulier in ?v*'ang, een lange baan stof met middenin 6eh doorlaat-opening voor het hoofd, die dyer borst en rug recht naar beneden hing. /N de gevallen waarin men het voorzag ah een kap, verviel de schouderkraag. scapulier van de koormonniken reikte °°rgaans tot aan de voeten, dat van de Cekebroeders, met het oog op hun arbeid, Nlst tot aan of over de knieën. Dit was ®vens het geval voor de orden, waar ook n koormonniken zwaren arbeid verricht- N> bijv. bij de Trappisten. Ïh la teren tijd ontwikkelden zich in de kleederdracht van de mannenorden ver- schillende bijzonderheden: sommige or- CN hadden wijde, open mantels, andere ^sloten mantels met zeer wijde mouwen, Ndere korte of lange schouderkragen, l et of zonder scapulier. Voor gordel ge bikte men behalve banden of ceinturen jNN stof ook leeren riemen en koorden, eestal met knoopen zooals bij Francis- ahen. Ook werden de twee gedeelten van scapulier al heel vroegtijdig met elkaar ^°r breede of smalle banden verbonden <j®°als bij de Karthuizers. Er waren orden barrevoets gingen, andere hadden voor etbekleeding grove schoenen, klompen of (.baaien; voor hoofdbedekking kappen, QCten, breede hooge hoeden en platte °eden. Het haar werd vanaf de eerste reeds tot een smallen krans, hier haar ook in zijn geheel afgeschoren, g ®cbts in weinige orden werd een baard l'N.gen door de koormonniken (Camal- ehsers, Capucijnen e.a.) en vanaf de n eeuw hangt vaak aan den gordel van kloosterlingen een rozenkrans. De non nen (dit is het oorspronkelijke wooid voor een religieuze, die lid is van een oude monniken-orde) droegen tot aan de 10de eeuw de algemeen gebruikelijke dracht of ook wel bijzonder lange kleeren met een hoofddoek die het haar bedekte. Als zij uitgingen hadden ze een langen wijdgeplooiden mantel aan, die haar ge- heele gestalte omhulde. In ieder geval ge leek haar kleed sterk op dat van de mon niken, met uitzondering natuurlijk van den hoofddoek, waarvoor de monniken dan hun kap hadden. Pas in de 10de, llde, 12de en 13de eeuw werden de eigenlijke religieuze kleederdrachten ingevoerd; voor dien tijd droegen de religieuzen dus genoemd wijd- mouwig overkleed van stof of leer. Er kwamen dan 't scapulier bij, de schouder kraag en mantel; een wit borststuk, pecto rale genaamd, bedekte borst en hals, een sluier (wije of wale) omgaf op het afge knipte haar het geheele hoofd. In de 14de en 15de eeuw werden door het verlengde van het pectorale ook de wangen omsloten. In het algemeen kwam de kleur van het ordekleed der nonnen overeen met dat der monniken van dezelfde orde, in vele andere gevallen kleedden de nonnen zich op eigen wijze: b.v. de Orde van Fontevrault: man nen zwart, vrouwen wit; de Redemptoristen zwart, Redemptoristinnen alle kleuren van den regenboog: rood kleed, blauw scapu lier met gekleurde afbeelding van Jesus, gele medaille, borstkruis en ring, wit het hoofdlinnen en den binnenkant van den zwarten sluier dien ze droegen. Doch de kleederdracht der klooster lingen is niet alleen op traditie ge baseerd, ook de symboliek heeft in de keuze der kleederen en kleuren een ge wichtige rol gespeeld. Aldus worden bij voorbeeld de bijbelsche dracht van de H. Maagd, van den profeet Elias en anderen nagebootst. Daarnaast beroemen vele orden zich erop, hun kleéding in den aanvang van hun stichting te hebben ontvangen door hemelsche openbaring. Tenslotte nog iets over den vorm, de stof en de kleur van de verschillende klooster lijke kleederdrachten. Uit het doel van de kloosterkleeding volgt al reeds eenigermate haar vorm: een groot, wijd kleed om het lichaam te verbergen en iets voor bedekking van het hoofd: bij monniken een kap, bij nonnen een hoofd doek en sluier. Scapulier en mantel ont trekken de lichaamsvormen aan mensehe- lijke blikken. Slechts de hemelsche Bruide gom zal de schoonheid van zijn dienaars en dienaressen kennen. Zoowel monniken als nonnen dragen het uniform Van het geestelijk leger, dat is ingedeeld in even- zoovele regimenten als er orden en con gregaties bestaan. De stof is duurzaam en sterk. Er zijn slechts enkele vrouwenorden, waar de nonnen bij feestelijkheden zijden sluiers dragen: b.v. de Engelsche Dames, die op Sacramentsdag bij hun zwarte wol len kleed een langen wijden sluier dragen, die als een zijden mantel het geheele lichaam omhult. Ook de Augustijner-Ere- mitessen hulden zich met hun zwart kleed in een wit zijden overkleed, evenals de Praemonstratensers, die bij feesteiijke ge legenheden bont dragen. In tegenstelling met het doel van den opsmuk der wereld staan de boeteklee deren en boetewerktuigen die door dui zenden en duizenden kloosterlingen, on zichtbaar voor 't menschelijk oog, gedragen worden. Voor de zonden en zonden-com plexen, die voortspruiten uit een onbe- heerscht wereldsch leven, kwellen zij hunne lichamen door boete en lijden. Toch zijn er ook wel sieraden terug te vinden in de kleedij der religieuzen. Daar heeft men bij voorbeeld de halssnoeren, van metaal: zil ver op zijn kostbaarst, of stof met als han gers, kruisen, medailles, medaillons; glan zende lederen gordels, gekleurde koorden met kwasten, sjerpen met franjes, ringen, borstkruisen, kronen, staven, rozenkransen van allerlei materiaal en kleur, initialen en monogrammen, krepmutsen, strikken enz. Er is dus wel degelijk iets van sier te vin den, al beschouwen de dragers ervan uiter aard die voorwerpen vanuit een geheel ander gezichtspunt, omdat alles' wat zij dragen voor hen een zekere beteekenis heeft, hetzij op zichzelf reeds of daaraan gehecht door de traditie. Een laatste verdeeling willen wij hier nog memoreeren, namelijk die naar de kleur der kleeding; zoo spreekt men van de witte orden en de zwarte orden. Meestal is zwart met wit gecombineerd: bijv. witte dracht met zwarten sluier voor de nonnen, zwarte kappen voor de monniken, bij Ber- nardinessen, Karthuizerinnen, Dominica nessen etc. Of zwart kleed met witten hoofd doek bij de nonnen o.a. de Benedictinessen; ook oordeelt men naar de mantelkleuren en spreekt dan van zwarte zusters, witte paters, enz. Bruin wordt door vele boete orden gedragen, rood is zeldzaam; blauw dragen b.v. de Silvestrijnen, groen de Apostelbroeders en Studitenmonniken en -nonnen, grijs de Karthuizerleekebroeders, Zusterkens der Armen en vele Franciskaner congregaties. Zij, die eenvoudig, geheel anders leven en handelen dan de kinderen der aarde, hullen zich In een habijt waaruit hun wereldverzaking blijkt. Niet slechts de grove pnderkleeding en de boetewerktuigen, maar ook de nauwe hoofdwindsels met sluier of kap, de wijde zware kovels en mantels die tot aan de voeten reiken, de grove 'schoenen en sandalen maken een volksdracht uit, die eenig is in haar soort. Zoo is de religieuze dracht het uniform van het geestelijk leger, in dienst van boete en ontzegging en gewijd aan de eeuwige, maagdelijke gelukzaligheid. H. J. Prof. in de theologie: WAT IS DE DOOD?, de hond Kurwenal: IK BEN NIET BANG. Het is alweer meer dan twintig jaren ge leden, dat de dagbladen en weekbladen de wonderbaarlijke prestaties van de den kende paarden mededeelden. Een koopman in Elberfeld Karl Krall had h.l. de proeven met den „Klugen Hans", die door klopteekens bewees te kunnen rekenen, spellen enz., hervat en uit gebreid en het resultaat van zijn waarnemingen in een boek neergelegd. Deze publicatie maakte veel opgang onder alle dierenliefhebbers, die hierin een bewijs zagen van de menschel(jk- heid van de dieren en een grond deze met meer liefde te behandelen, dan men gewoon lijk zijn naaste bewijst. De wetenschap zou ver moedelijk aan de denkende en rekenende paar den van den heer Krall geen aandacht hebben besteed, indien niet deze zelf verschillende ge leerden had uitgenoodigd om zijn proeven te controleeren. Nu zijn professoren niet altijd even critisch ten aanzien van wat buiten hun vakgebied ligt als tegenover den arbeid van collega's en zoo vond Krall spoedig enkele ge leerden, die verklaarden, dat de proeven onder alle gewenschte voorzorgen genomen waren en het wetenschappelijk bewezen was, dat de die ren konden denken. Waarom ook niet? De mensch stamt immers van de dieren af, de natuurontwikkeling ge schiedt geleidelijk en al wat menschelijk is, moet dus wel bij het dier gevonden worden. Zoo redeneerde men. Wel was het wat vreemd, dat de paarden in de proeven zóó verstandig waren, dat zij vierdemachtwortels trokken uit groote getallen, waarmede de meeste menschen onoverkomelijke moeite hebben en dat een der paarden vrij naar Descartes' cogito ergo sum de philosophische uitspraak klopte: „ik dnkn ik bn." Tot dusver had men paarden wel als zeer gevoelig voor indrukken gekend, maar niet als rekenmeesters en philosophen, maar het komt toch wel vaker voor, dat er verborgen genieën zijn en een schijnbaar domme wijsheid spreekt. Niet alle professoren waren echter genegen het oordeel van hun collega's te aanvaarden en in 1913 verscheen een protest van 23 geleer den, dat voor Krall en zijn paarden vernieti gend was. Het rapport kwam tot hetzelfde be sluit als Pfungst in 1907, die aantoonde, dat de „Kluge Hans" op minimale teekens van den dres seur of omstanders reargeerde door met klop pen te beginnen of hiermede op te houden en nooit een juist antwoord kon geven als dit aan de toeschouwers niet bekend was. Het positieve wetenschappelijke resultaat dat de strijd' om de denkende paarden echter heelt opgeleverd, bestaat in de belangrijke ontdek king van het buitengewone zintuiglijke onder scheidingsvermogen der dieren. De onbewus te bewegingen van den toeschouwer, waarop b.v. de „Kluge Hans" reageerde waren kleine hoofdbewegingen van ongeveer een vijfde milli meter. Nadat het rondom de wijze paarden stil werd kwamen de wijze honden ten tooneele. Het be gon met den Mannheimer hond Rolf, die aan Frau Moeckel behoorde, waarna vele andere wonderhonden werden ontdekt, tot thans de taxhond Kurwenal van Freiin von Freytag-Lo- ringhoven de aandacht vraagt. De wijsheid dezer dieren behoeft voor die van de paarden van Krall niet onder te doen, ge tuige het gesprek tusschen Kurwenal en een professor in de theologie, dat wij boven als motto weergaven. Ook thans zijn er enkele ge leerden, die in de dieren „gelooven" o.a. de be kende reeds bejaarde professor L. Plate, een der laatste dogmatische Darwinisten, overigens 'n onderzoeker van verdienste. Ook thans weer is er vernietigende kritiek en energieke verdedi ging van de zijde der gelukkige wonderhonden- eigenaars en niet minder van de zijde der hon den zelf. Deze bemerken n.l. direct of een be zoeker in het dierenverstand gelooft of niet. In het bijzonder hebben de wijze honden het land aan wantrouwen en daarom aan alle proe ven, die hierop wijzen. Toen Prof. Herbst dan ook met den hond Rolf z.g. „unwissentliche" proe ven wilde doen, d.w.z. die, waarbij niemand der aanwezigen zien kan, wat de hond te lezen krijgt en dus niemand weet, wat het dier ant woorden moet, tikte de hond met zijn poot op het voorgehouden karton de letters, die den ge- denkwaardigen zin vormen „Lol argert der wüste Mann." Dat is wel zeer te betreuren, want daardoor zijn critische onderzoekingen evenzeer uitge sloten als bij die spiritistische séances, waarin de „gasten" met zeldzame scherpzinnigheid iedereen verzoeken heen te gaan, die eenig wantrouwen tegenover hun mededeelingen of tegenover het medium koesteren. Hoe gevaarlijk het is, zich met wijze honden in te laten, vermeldt Prof. Koehler in een re cent artikel in „der Biologe", waarin hij ver telt, hoe de thans overleden Prof. Edinger, een der bekendste anatomen, ten aanzien van Kralls paarden eens gezegd heeft „afwachten' en sindsdien in de vlugschriften der honden vrienden nog steeds als een aanhanger wordt aangehaald. Dezelfde Prof. Edinger vertelde gaarne volgende geschiedenis van een spreken den hond, waarvan de baas buikspreken kon. Een rijke Engelschman, die den hond hoorde spreken, wilde hem koopen. Bij elk bod zei de hond: „Dat is mij veel te weinig, daarvoor laat ik mi) niet verkoopen." Eindelijk bij vele honderden ponden werd de koop gesloten. Toen de nieuwe eigenaar met den hond wegging, hoorde hij het dier zeggen: „Van nu af aan spreek ik geen woord meer." Bij de proefnemingen, die door leeken met dieren worden genomen, maakt men voor alles de fout, dat het geven van teekens niet vol doende wordt uitgesloten. De wetenschappelijke onderzoekingen hebben n.l. geleerd, dat in de dressuursituatie reeds uiterst geringe zintuigin- drukken voldoende zijn om de handelingen der dressuur te besturen. Bijna alles, wat omtrent verstandelijke prestaties van honden en andere dieren vertelt wordt, laat zich uit teekenreac ties verklaren, waarbij deze teekens vaak geheel onbewust worden gegeven. Het eenige middel om ze uit te sluiten is de proef te verrichten zonder contact tusschen proefnummer en dier en aan dezen eisch wordt dan ook bij ernstige studie van het diergedrag voldaan. Heeft een hond eenmaal geleerd om b.v. met den poot 'n aantal malen op een hem voorgehouden plankje te kloppen en ermede op te houden als het plankje haast onmerkbaar bewogen wordt, dan is de voorwaarde voor het in kloptaal spreken en rekenen gegeven. Het dier antwoordt dan steeds wat de dresseur wil. De hond Kurwenal, van Mevrouw v. Freytag, kende de generaalsuniform, had voor Hinden- ,D,Hl,Lans t^Co burg eerbied, wist voor welken doode in Weimar gevlagd werd, de hond Rolf schreef brieven aan andere hondjes, aan den ex-keizer van Duitseh- land enz. De wijze dieren wisten, wat hun meesteressen wisten, maar waren merkwaardig onwetend ten aanzien van de hondenwereld. De hond, die op een vraag van een welmee- nenden professor in de theologie: „wat is je wereldbeschouwing?" antwoordt „de mijne is de uwe" en na het aanhooren van een gesprek over het dooden van honden aan den dierenarts Prof. Muller antwoordt: „Christelijke religie verbiedt het dooden"; weet op de vraag van een professor uit Jena: „waarom honden blaffen, als zij elkaar ontmoeten" alleen het wijze ant woord te geven: „weet niet." Ten slotte had het den goedgeloovigen dieren vrienden toch moeten opvallen, dat de wijze honden met hun kennis niets kunnen begin nen en in het dagelijksch leven even dom en slim blijven als hun soortgenooten. De meest geleerde hond, die op alle vragen een antwoord kan geven, kan een schriftelijk gegeven beve) niet uitvoeren. Alles bijeen zijn de wijze honden een demon stratie van de onwijsheid der menschen en van de goedgeloovigheid van sommige professoren. Tot dusver is dit alles vrijwel alleen in de Ger- maansche landen voor ernst opgenomen. Wie werkelijk eerbied voor de natuur en voor den menschelijken geest heeft zal weten dat hon den en paarden evenals alle andere dieren geen menschentaal spreken, maar wel onbewust ge tuigen van de wijsheid die in de schepping is weggelegd. van de Woensdag aan den Rtjksvischafslag aan gekomen STOOMTRAWLERS Witte Zee 350 manden 3020.Walvisch 300 manden 1970.Clasina Luther 500 manden 2150.Jennie Elsa 50O manden 2670.—. LOGGER K.W. 51 910. KOTTERS E 238 970.—, E 401 870 WATERSTANDEN IJMUIDEN, Donderdag 15 Juli. Vloed: 9.09 uur v.m. en 9.34 uur n.m. IJMUIDEN, 14 Juli. Rijksvischafslag. Tarbot 64 78 cent per kg. Griet 15.0025 per 50 kg. Tong 1.201.50 per kg. Groote Schol 25.00. middel Schol 17.00—21, Zetschol 16—25 50, kleine Schol 3.0019, Bot 10.00—15, Schar 3.60—7 per 50 kg. Vleet 95 cent per stuk. Pieterman en Poon 3.50, middel Schelvisch 21.0023. kl. midd. Schelvisch 13.5018. kleine Schelvisch 3.309.5o per 50 kg. Kabeljauw 31.0054 per 125 kg. Gullen 4.7013 per 50 kg. Leng 1.151.50 per stuk. Wijting 1.70 —3.40, Makreel' 10.5014.50 per 50 kg. Het machtigste middel om Gods rijk te bevestigen en uit te brei den is het onderwijs, van boven tot beneden doordrongen van een echt katholieken geest en de onmisbare sluit steen van dezen bouw is de Katholieke Universiteit. Het Hoogwaardig Episcopaat tot de Katholieken van Nederland. 8 Sept. 1921. Jongens Schakel- 4 Ac Riemen, rundleder, suede en elastiek25 Sokkenophouders,,. breed zijden elastiek... 1 U Poloshirts, ..c Zelfbinders, enorme sor teering, allernieuwste A_c lichte zomerdessins 25 POlOShirtS, Charmeuse en Kunstzijde, geplat-^ AAc Bretelles, Overhemden, vaste boord, effen en^ Shawl, zijde en georgette, in moderne dessins en >pc Blouses, sportmodellen en casaques, in alle CAc Kraagjes en JabOtS, in organdie 4, ac Regencapes, voor dames en kinderen Ma, 100c 75c 50c25 1 1 Ruime sorteering Ceintuurs25c "|0C j Frany-rolfiim, 6x9, 26°, 8 opnamen, orthochro- A»c matisch en anti-halo... 25 Mappen postpapier, voor de reis 25c Q Closetpapier, zware rollen, 8 stuks 25 Fotoalbums, in aardige dessins 50c 25 Fant. Heerensokken Jongenssportkousen, Kunstzijden of geptat- teerde Dames- __c kousen, 2 paar75 Heerensportkousen Wiegenkatoen, rose, zalm en blauw, met kleine #*Ec bloempjes bedrukt p.M. 25 Crepe de Chine, bijzonder mooie kwali- feit, alle kleuren p.M. 51# Tafelzeil, zeer mooie desSins 115 cM. breed, per Meter50 Met wollen rug75' Wollen Serge, 130 centimeter breed, in zwart en marine, jm ma- per MeterTOO I BOUrrette, naturel-zijde voor diverse doeleinden gwwc I geschikt, 90 centimeter breed, 1'/2 meter5Q Verbanddoos met inhoud en jodiumflesch 25 Extra groote maat50' Voor geteekende baby- jurkjes, pakjes „.-c en schortjes. 50c 25 Bustehouders, Corset- ten en Jarretelgordels Mooie sorteering. Alleen prima kwaliteiten en mg*c modellen 100c 75c 5U Wit Linnen Dames- en Heeren-schoenen met rubberzooi en -hak.^MM. Alle maten100 Fantasie Jasschort, alle maten, moderne4AAc dessins10U Directoires - voor dames, groote maten 25 Interlock Dameshemden25 Directoires 9>c voor kinderen, 2 stuks 25 Dameshemden of .Ac Pantalons fant. weefsel 5U I Hemdje of Pantalon matzijden Interlock50' I Interlock Pantalon 1 Of Shirt, voor jongens 25' 1 Heerenpantalon Of Shirt in matzijde 50' 1 I Interlock-garnituur ~-c I I voor Heeren (kniepantalon met shirt) 5 Zeeppoeder, 1flc Limonaderietjes, doorschijnend hygië- nisch, 50 stuks in doos IU Mottenspuit, ..c prima uitvoering25 Motverdelgingsmiddel voldoet uitstekend. Extra Ml£c Fluitketels, emaille, in rood, groen en blauw. mg*c Groote maat90 Aluminium Veld- flesch met vilt over- trokken7 5 AardewerkMelkbekers in diverse fraaie uit voeringen, 3 stuks 25c a Rc A stuks25 Emaille Lepelrek4 met 4 lepels, compl. 1 vv Badcostuums, - Badcostuums, moderne modellen, zuiver wol. AAc Ook in twee kleuren 1 QQ Reisrollen met 6 vakken, aardige dessins, MEc Badmutsen ..c uitgebreide sorteering 25 Kinderjarretelles Paarlmoerknoopen gesort., per 10 dozijn ^0' Glanskatoen - alle kleuren, per knot van >>c 75 gram25 IJzergaren Schoolveters 4 Ac Badhandoek, diverse soorten, prima mEc kwaliteit, per stuk 50c 25 Damast Ontbijtlaken met gekleurden rand, 150x180cM. Oö Witte damast Servetten 60 x 60 cM., 3 stuks 50' Waschhandjes wit met gekl. rand, 2 a Qc Tabakszakken met trek- sluiting en gummi 4, ,mr voeringI O Fietstasschen, zeer solide afwerking 100c 50c.25 Koffers, bruin, beige R en blauw. 10Oc 50 Manchefknoopen- 4Ac garnituurIQ Dames- Heeren en Kinder Zegel- 0_c ringen50c 25 Dames- en kinder- farnituren, - 2 en deelig, ring, broche, 4 a*c armband25c Iv Boodschappen- tasschen met hek sluiting. groote maten tmrnfc 100c.75 Linnen Dames- tasschen aardige modellen Visitetasschen, nieuwste modellen... 1QQ Doublé Ringen a%E= met 2 jaar garantie.. 25 Armband, goud plaqué met MRc garantie50c 25 Dames- en heeren polshorloges, prima ver chroomd, in diverse modelleni QQ Scheppen en Spaden in hout en ijzer. Diverse c uitvoeringen.25c lO Pluche Beeren, met stem, lengte 25 centimeter 25 Fluweelen Matroosje met celluloid kop, ME<= lengte 28 centimeter 25 Houten Poppenwagens lengte 42 centimeter,^ hoogte 32 centimeter V V Prima Tanden borstel, uitgebreid 4««c Toiletzeep, heerlijk geparfumeerd,p.st.10c jm 2 stuks10 Bloempotten, 4 - Houten Theeblad, eAc 45 X 29 centimeter 50 Bloemenhanger - met ketting, Goudapla eel,. ^Rc vrij groote uitvoering 25 Goudaplateel Vazen, extra groote jmAc modellen50 Celluloid Nagel borstel, m. handvat 1 0 Eau de Cologne, extra groote flesch 1 00

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 7