Oorlogsspanningen in het Verre Oosten 5*1 NANKING, TOKIO EN MOSKOU INDISCHE PAD VINDERS AANGEKOMEN Pater Kronenburg GO jaar priester VREEMD GELD? GEESTELIJKE VRIJHEID EN DE S.D.A.P. WOENSDAG 14 JULI 1937 BUITEN LANDSCH OVERZICHT Overal conflictstof MEISJE OVERREDEN Aan haar verwondingen be zweken R.K. MIDDENSTANDSBOND EN K.J.M.V. LISSONE v LINDEMAN Twee arrestanten ontsnapt Spoedig weer ingerekend JUBILEUM VAN OVERBEEKE Dirigent van Aalsmeers Fanfare CUNERAKERK TE RHENEN Hartelijke begroeting in het Lloyd- gebouw te Rotterdam Défilé voor minister Weiter Na werkzaam leven welverdiende rust op de „Nebo" Geschiedschrijver en Maria-vereerder De moord op pastoor Litjens Veroordeelden zien af van hooger beroep Oude brandstichting uitgekomen Behangersknecht legde onmid dellijk een bekentenis af VIJF GEWONDEN Auto-ongeluk te Santpoort Slachtoffer van aanrijding overleden ARBEIDSCONFLICT TE HILVARENBEEK Personeel van schoenfabriek in staking Gisteren hebben wij de achtergronden van het conflict in Noord-China naar berich ten, die ons uit Chineesche bron gewer den, behandeld. Beschouwen wij thans het con flict in geheel zijn samenhang. Het Verre Oosten verkeert weer in hevige spanning. Aan de Amoer staan Russische grens- öetachementen en Japansche strijdkrachten fcog altijd, sprongbereid, tegenover elkander. En bloedige botsingen en wapenstilstanden, in bon te verwarring elkander afwisselend, hebben Noord-China, waar Nanking's troepen de altijd ttteer opdringende Japanners trachten tegen te houden, weer tot een haard van onrust gemaakt. De vrede loopt opnieuw gevaar in een deel Van de wereld, waar belangrijke hangende kwes ties tusschen drie groote mogendheden tot dus- Ver ongeregeld zijn gebleven. Dat de grenzen tusschen den Japanschen vazalstaat Mandsjoe- kwo en het grondgebied der Unie der Sovjet republieken niet scherp zijn afgebakend, heeft reeds dikwijls tot ernstige incidenten geleid, en het feit, dat Japansche troepen zich ophouden op Noord-Chineesch gebied, levert aldaar oor logsgevaar op. Het schijnt dat het jongste tref fen tusschen Chineesche en Japansche troepen in eersten aanleg aan een misverstand is te Wijten. De Japanners houden ten zuiden van Peiping geregeld manoeuvres. Vorige week was het thema van een dezer oefeningen een schijn- aanval tegen de Chineesche stad Loe-Koe- Tsjiao. Op zich zelf is het zeker bedenkelijk te achten dat de troepen van een vreemde mo gendheid, om zich te oefenen, een stad aan vallen zij het dan ook niet in ernst in een land dat het hunne niet is. Stel u voor dat de Duitsche troepen een schijnaanval op Nijmegen deden! Maar wij zijn er in de laat ste jaren aan gewend geraakt dat de Japan ners zich in een deel van Noord-China als Veroveraars plegen te gedragen. Het Chineesche garnizoen van Wang-Ping schijnt niet begrepen te hebben dat de Japanners slechts met losse patronen schoten, geloofde aan een aanval in allen ernst en antwoordde met kogels, die doodden. De Japanners, verrast, of misschien ook wel niet verrast, wisten niet beter te doen dan eveneens de geweren met scherp te laden en enkele uren later waren er aan beide zijden een vrij groot aantal dooden en gewonden te betreuren. De krijgswet werd te Peiping afge kondigd, maar nadat verklaringen en onderhan delingen tusschen de betrokken hoofdsteden hadden plaats gehad, kwam men tot de slot som dat het onverantwoordelijk zou zijn het incidentje tot een casus belli te laten uitgroeien. De Chineesche troepen trokken zich voorzich tig uit de „oorlogszone" terug en de kalmte zou vermoedelijk vrij snel weergekeerd zijn, Ware het niet dat de troepen, die het garnizoen Van Wang-Ping aflosten, op hun beurt, vermoe delijk weer tengevolge van een misverstand, met Japansche legerafdeelingen slaags raakten. Nu was voor Nanking de maat vol. De Chineesche regeering eischte van Tokio formeele verontschuldigingen en de toe zegging dat de officieren, die voor den (schijn) - aanval op Loe-Koe-Tsjiao verantwoordelijk zijn, gestraft zouden worden, een schadeloosstelling en een garantie tegen de herhaling van derge lijke incidenten. Het spreekt vanzelf dat Tokio er niet aan denkt de Chineesche eischen zon- der meer in te willigen. Het spreekt eveneens Vanzelf dat voor de Japanners de schuld van het gebeurde bij de Chineezen ligt. Deze zijn het die niet alleen het eerst bloed vergoten hebben, maar ze gaan er mee door. China heeft volgens inlichtingen uit Japansche bron vijf regimenten op den rechteroever van de Joeng-Ting gestationneerd die de Japansche Posities met kanonnen beschieten. Maar schalk Tsjang Kai Sjek heeft de luchtmacht ge mobiliseerd en vier divisies Chineesche troepen order gegeven naar het Noorden te marcheeren. Onder die omstandigheden acht Japan zich gerechtigd tot tegenmaatregelen, dat wil zeg gen, troepen te landen, en verder alle voorzor gen te nemen, noodig om de Japansche posi ties in Noord-China en de levens en bezittin gen van alle Japansche orderdanen in de rest van het reusachtige rijk op afdoende wijze te beschermen. Sensationeele mededeelingen doen thans de r°nde. Niettemin zal men goed doen die met eenige reserve te aanvaarden. Het is niet de eerste maal dat het er naar uit ziet dat de oor- log tusschen Japan en China in allen ernst uit breken zal en het is evenmin de eerste maal bat gevaarlijke conflicten ten slotte in der min de geschikt zijn. Het is, ondanks alles, niet on waarschijnlijk dat de historie zich opnieuw her balen zal. Laat ons zonder al te veel pessimis me het verloop der gebeurtenissen volgen. Het is te waarschijnlijker dat de Japan ners ten aanzien van China niet on handelbaar zullen blijken omdat het biet onmogelijk is dat zij weldra met Rusland 06 handen vol zullen hebben en er weinig op besteld kunnen zijn door een vijand in de flank bedreigd te worden. Veel ernstiger dan wat in Noord-China voorvalt is het conflict aan de ü-fnoer. ^at het geschil langs diplomatieken weg ge- fegeld kan worden is buiten kijf. Het Hof van internationale Justitie in Den Haag is aange. Wezen voor de beslechting van de vraag of de ■^bioer-eilandjes bij het Russische gebied dan bij het territoir van Mandsjoekwo gerekend moeten worden. Men make zich evenwej niet de illusie dat deze vredig-juridische weg be wandeld worden zal. De Japansche generaals, die op Azië's vasteland de Japansche belangen verdedigen, bekommeren zich weinig om de ju ridische zijde van de kwestie en plegen op zeer onafhankelijke wijze op te treden. Te Tokio is en dit vergete men vooral niet intusschen veel veranderd. Sato, de diplomaat, die op een vergelijk aanstuurde, heeft voor Hirota, werk tuig in de handen van de militaire kliek, plaats moeten maken. De parlementaire partijen ma ken het de Japansche regeering moeilijk. Geen beter middel om de parlementaire eritiek het zwijgen op te leggen dan een krachtproef voor de Japansche machtspositie op het vasteland. Een aanleiding tot zulk een krachtproef is ge makkelijk te vinden. Een oorlog ontstaat op de Mandsjoekwo-Russische grens als vanzelf, indien men het wil. Wil men? Dat is de vraag waarop het aankomt. De gebeurtenissen van de naaste toekomst zullen op die vraag weldra het antwoord geven. Dinsdagavond omstreeks zeven ur is op den Hoogen Rijndijk bij Leiden nabij de grens der emeente Zoeterwoude het zevenjarige doch tertje van den heer J. S. bij het oversteken van den rijweg aangereden door een personenauto, welke bestuurd werd door den 19-jarigen A. L. M. uit Leiden. Het kind kreeg een schedel- basisfractuur. Het is in den afgeloopen nacht in de ouderlijke woning overleden. Men schrijft ons: De organisatie van den katholieken jongen middenstand, de K.J.M.V., geniet nog steeds niet die belangstelling, die haar als een van de meest frissehe jongerenorganisaties toekomt. Geen moeite wordt dan ook gespaard om deze belangstelling in alle kringen, maar bijzonder in middenstandskringen, te verlevendigen. Het nummer van Bouwen en Streven", het tweewekelijks tijdschrift van den Ned. R.K. Middenstandsbond, van 8 Juli j.l. is geheel ge wijd aan den katholieken jongen Middenstand. Het wezen en doel der organisatie voor de katholieke jonge middenstanders wordt er op zeer duidelijke wijze in uiteengezet, en wanneer de uitwerking evenredig is aan de begeestering, waarmee dit nummer is geschreven, dan kun nen èn de K. J. M. V. èn de Katholieke Mid denstandsbeweging tevreden zijn. De samenwerking tusschen beide organisaties is ruim voldoende, doch wat de K. J. M. V. nog te veel mist is de daadwerkelijke steun van de REISBUREAUX leveren U dit tegen concurreerenden prijs Kantoren: Directie, Groenmarkt 22, Den Haag Amsterdam - Arnhem - Eindhoven Groningen - Haarlem - Leeuwarden Leiden - Rotterdam - Utrecht - Zeist Johannesburg - Parijs - New York Leden der Nederl. Vereeniging van Reisbureaux middenstanders individueel. Mogen publicaties, als de hier besprokene er een is, ertoe bijdra gen om de zoo noodzakelijke belangstelling bij alle leden der katholieke middenstandsbewe ging te wekken en tot blijvende resultaten te doen uitgroeien! In de cellen van het politiebureau te Loeren waren twee Duitschers ingesloten, die er van verdacht werden een valsche aangifte te heb ben gedaan. Zij hadden n.l. aan de politie medegedeeld, dat bij de buitenplaats „Over-Holland", in een onbewaakt oogenblik, door een onbekende een fiets van een hunner was geruild voor een oud karretje. Het ergste was echter, dat tevens ver dwenen was een tasch, waarin zich behalve pas poorten en andere papieren, ook een bedrag van 500 bevond. Deze aangifte werd door de politie grondig onderzocht, doch tot eenig re sultaat kon men niet komen. De politie vond het geval eenigszins verdacht en daarom wer den de Duitschers zoolang in de cellen opge borgen. In den nacht echter wisten de beide personen op onverklaarbare wijze uit de cellen te ont snappen. Geheel onopgemerkt gelukte dit ech ter niet, zoodat in het middernachtelijk uur door den brigade-commandant van de Rijks- veldwacht groot alarm gemaakt werd. De geheele omgeving werd door Rijks- en Ge- meente-politie afgezet. Ongeveer een uur later mocht het de politie te Breukelen gelukken de vluchtelingen aldaar aan te houden en gevangen te nemen. Zij werden naar Loenen teruggebracht en thans zoo ingesloten, dat ontkomen niet meer mogelijk was. Nadat zij voor den burgemeester van Loenen waren geleid, zijn zij overgebracht naar Utrecht en na voorgeleiding voor den Of ficier van Justitie aldaar ingesloten. De bekende musicus P. F. van Overbeeke zal 15 Juli a.s. het feit herdenken, dat hij voor veertig jaar als dirigent van het fanfarecorps te Oostburg zijn muzikale loopbaan begon en tegelijkertijd, dat hij voor twintig jaar dirigent werd van Aalsmeers Fanfare. Van Overbeeke werd 25 Mei 1880 te Oostburg geboren. Op zes jarigen leeftijd leerde hij de grondbeginselen van de muziek van wijlen zijn vader. Op tien jarigen leeftijd vervulde hij reeds de solo-bugel partij in het fanfarecorps van zijn geboorte plaats, in welke fanfare hij zijn vader na diens dood als dirigent opvolgde. Van Overbeeke was toen zeventien jaar. Op twintigjarigen leeftijd werd hij leerling van Toonkunst Amsterdam, waarvoor hij een gratis studiebeurs kreeg. Na acht maanden deed hy' tegen den wil van zijn leermeester als tweede hoornist intrede in de Duitsche ope rette. Eenige maanden later werd Van Over beeke geëngageerd by Jan van der Spek, als eerste hoornist, wat hij anderhalf jaar bleef. Na nog bij de Amsterdamsche schutterij onder Martin Wolters en bij het corps der Weerbaar heid gespeeld te hebben in welke periode hy zyn harmoniestudie voortzette bij M. c. van de Rovaart kreeg hy een verbintenis aan de Nederlandsche opera en operette Rem brandt-Theater. Aan de opera maakte hij naam als een bijzonder bekwaam solo-hoornist. Op aanraden van den kapelmeester Jan Kwast werd hij dirigent van dilettantencorpsen en zoo is Van Overbeeke thans twintig jaar di rigent van Aalsmeers Fanfare. Van Overbeeke heeft ook veel geschreven voor salonorkesten, zoomede voor harmonie-fanfares. Een 35-tal van de 133 composities van zijn hand is in druk verschenen. Donderdag a.s. zal Aalsmeers fanfare haar di rigent op waardige wijze huldigen. Het uitvoerend comité voor de restauratie van de Cunerakerk te Rhenen verzoekt ons nog eens de aandacht er op te vestigen, dat bijdragen om de restauratie der kerk te kunnen hervat ten, gestort of overgeschreven moeten worden op postgironummer 183286 ten name van de kerkvoogdij der Ned. Herv. gemeente te Rhe nen. Met de Dempo is het Indische contingent padvinders hedenochtend te Rotterdam aangekomen. De drukte op de kade was grooter dan ge woonlijk bij de aankomst van een Indische boot het geval is. Afgevaardigden van Rotter- damsche, Schiedamsche, Haagsche en Oegst- geestsche padvinders in hun keurige uniform, ongeveer 100 man sterk, met vlaggen en vaan dels gaven een opgewekt en vroolijk aspect aan de wachtende menigte. Toen de boot om ruim half negen uit den grauwen ochtend te voorschijn kwam, juichten de padvinders aan boord him makkers aan den wal al toe met hun yell: Yasaka. Om kwart voor negen meerde de Dempo en even over negen ging de troep, 77 man sterk, van boord. Toen hun hopman G. J. Ranneft halver wege de loopplank was gekomen, zongen de padvinders aan den Wal het padvinderslied. Nadat op den wal de eerste begroeting had plaats gehad en drie hoera's op H. M. de Ko ningin waren uitgebracht, werd het vaandel van boord gedragen. De Amboneesche fluitisten, aan den wal op gesteld, speelden hierbij de eerste strophe van het Wilhelmus. In een van de gebouwen van de Rotterdam- schen LTöyd heeft de voorzitter van het Comité ter bevordering van de uitzending van een In disch contingent, de heer P. A. A. Koesoemo Joedo, de padvinders welkom geheeten. De pangeran eindigde met het uitspreken van den wensch, dat het verblijf van de Indi sche padvinders een succes moge worden en dat deze padvinders den goeden naam van de In dische padvinderij hoog zullen houden. Commissaris van Rijen sprak in gelijken geest, bij welke woorden ir. P. Telder, spre kende namens den hoofdverkenner en het na tionaal hoofdkwartier, zich aansloot. Hopman Ranneft gaf de verzekering, dat zijn padvinders him best zullen doen en dat zij beseffen hier te komen als een deel van Groot- Nederland. De reis van bijna een maand had een vlot verloop. Allen hebben als broeders met elkaar geleefd: Soendaneesche, Javaansche, Am boneesche, Chineesche, Arabische en andere padvinders, die tezamen het Indische contin gent vormen. Met de yell Yasaka stemden allen ten slotte in. Daar de padvinders spoedig na hun aankomst met autobussen naar Den Haag vertrokken om voor den minister van Koloniën te defileeren, was er weinig gelegenheid om met den heer Ranneft rustig te spreken. De hopman ver telde, dat een van de jongens longontsteking aan boord had gekregen. Dank zij de goede verpleging maakt de zieke het thans vrij goed en hedenochtend is hij per auto naar een Rot- terdamsch ziekenhuis overgebracht. Te ongeveer elf uur arriveerden de autobussen met de Indische padvinders uit Rotterdam op bet Toumooiveld te 's Gravenhage. Onder veel belangstelling van het publiek stelden de jon gens zich hier op om naar het Plein te mar cheeren, waar voor het ministerie van Koloniën voor den minister gedefileerd zou worden. Langs don Korten Vijverberg trok de kleine, maar kleurige stoet naar het Plein. Vooraan marcheerden de Ambonneesche pijpers,gevolgd door de vlag, welke het contingent voor zijn vertrek door den Gouverneur-Generaal was ge schonken. Dan volgden de overige jongens, de Nederlandsche, Indonesische en Chineesche padvinders met gevlochten strooien padvinders- hoeden, de Arabische jongens met roode fez. Op den berg „Nebo" bü Nijmegen zal mor gen eer. zeldzaam feest gevierd worden rondom een zeldzame figuur: de zeereer- waarde Pater J. A. F. Kronenburg C.s.s.R, zal dan zijn diamanten priesterfeest vie ren. Deze priester, die tweemaal Provin ciaal zijner Congregatie is geweest, voorts visitator van de Missie in Suriname en tij dens den oorlog van de Redemptoristen der Duitsche Provincie, officier in de Orde van Oranje-Nassau, is by het Nederlandsche volk voornamelijk bekend als brilliant ge schiedschrijver en als ijveraar voor de ver eering der Heilige Maagd. Doch hiermee zijn slechts enkele facetten van deze veel zijdige persoonlijkheid genoemd. Een korte levensschets kan óók wel niet voldoende recht doen aan pater Kronenburg's ver diensten, maar zal toch eerder doen ver moeden, waarom dit diamanten priesterfeest een gebeurtenis van de eerste orde is in de Nederlandsche provincie der Congregatie van den Allerheiligsten Verlosser, een dag van blijdschap in de geheele priester-wereld. 22 September 1853 te Zutfen geboren, deed pater Kronenburg op Hemelvaartsdag 1872 zijn intrede in het noviciaat der E.E. P.P. Redemp toristen, en op 16 Juni van het volgende jaar werd hij geprofest te Roermond. 1 October 1875 werd hy benoemd tot lector aan het juvenaat aidaar. Op 15 Juli 1877 werd pater Kronenburg te Roermond priester gewijd, en tegelijk aan gesteld tot sub-prefect van het juvenaat; een jaar later werd hij praefectus studiorum. In 1883 overviel hem een ernstige ziekte en in Mei van hetzelfde jaar werd hy als op won derbare wijze en plotseling genezen door Onze Lieve Vrouw in 't Zand. Op 24 Juni 1887 volgde zijn aanstelling tot directeur van het Juvenaat. Vele jaren bekleedde hij dit ambt met grooten ijver, tot hij op 29 April 1893 benoemd werd tot rector van de Kapel in 't Zand en tegelijk nog directeur van het Juvenaat. Een jaar later werd hy door zyn orde-genooten gekozen tot pro vinciaal der E.E. P.P. Redemptoristen, welk hooge ambt hij vervulde tot 20 December 1908. Van 1909 tot 1915 was hy opnieuw directe'ir van het Roermondsche Juvenaat en in 1915 ver vulde hij tegelijk het ambt van rector van de Kapel in 't Zand te Roermond. Van 1912 tot 1924 was hij opnieuw provinciaal der congregatie. Tot 1924 vervulde hij de functie tot geestelijk heil der congregatie om van 1924 tot 1927 als rector te Vaals zich te wijden aan het paro- chieele leven. In 1927 ging hij een verdiende rust nemen, maar georuikte nog met groote vrucht zijn schrijverstalent. Hij woonde tot 1930 in het klooster te Wittem, tot hij in 1930 naar het huis op den berg Nebo bij Nijmegen werd ge roepen, waar hij Vrijdag as. zijn diamanten j rofessiefeest zal vieren. Buiten bovengenoemde functies was hij tij dens zijn eerste provincialaat visitator canoni- cus van de Missie in Suriname en tydens zijn tweede provincialaat vis. can. van de vice- provincie van Brazilië. Bovendien was hy tij dens zijn tweede rectoraat, dat in den oorlog viel, visitator canonicus van de Duitsche pro vincie en van het Redemptoristen studiehuis te Esschen (Belgische provincie). Tweemaal was hij afgevaardigde der Ned. Provincie naar het Generaal Kapittel te Rome en wel in 1909, toen hij een zeer ernstig candiT daat was voor het Generalaat van de congre gatie, en in 1921. Onder zijn tweede provincialaat geschiedde de overplaatsing van «een deel der humaniora van Roermond naar Vaals en werden de plannen ontworpen voor stichting van een nieuw studie huis, welke plannen verwezenlijkt werden onder den onlangs overleden provinciaal, den hoog- eerw. pater Wouters. Onder zijn provinciaals leiding werd tevens aangevangen met de stich ting van het St. Josephretraitehuis te Zende ren (O.). Als Maria-vereerder was hij een krachtig medewerker voor de organisatie der Maria- congressen te Averbode, te Maastricht en te Nijmegen. Hij is een verdienstelijk, een godvruchtig en ook een vruchtbaar auteur. In den loop der iaren verschenen van zyn hand de negen boek- deelen over: Maria's Heerlijkheid in Nederland; en verder werken over Neêrlands Heiligen, over het leven van den H. Alfonsus de Liguori, over dat van Gerardus Majella, over den Eerbied- waardigen Pater Peerke Donders. Hü schreef het werk: De Redemptoristen, wat zij zijn en wat zij doen. Hij gaf diepgaande beschouwin gen over Maria's feestviering in Nederland, hy schreef Door Suriname. Bovendien was hy medewerker aan het Ma riale Tydschrift der E.E. P.P. Montfortanen, De Standaard van Maria en schreef tal van artikelen in de Zondagsbladen der Katholieke hoofdpers. De Regeering waardeerde zyn groote verdien sten voor de gemeenschap èn als priester èn als auteur door hem de onderscheiding te vcrleenen van officier in de orde van Oranje- Nassau. Pater Kronenburg staat in vele kringen hoog !n aanzien als geleerde, oudheidkundige en als schrijver. Pater' Kronenburg is dan ook lid van de Maatschappij der Nederlandsche letterkun de, van het Historisch Genootschap, gevestigd te Utrecht, van de Katholieke Wetenschappe- lyke Vereeniging, van het Limburgsch Ge schied- en Oudheidkundig Genootschap en van de Geldersche Vereeniging tot beoefening van Geldersche Geschiedenis, Folklore en Oudheid kunde. De kroniek van het vruchtbaar leven, dat thans in zoo schoonen, rustigen levensavond zijn bekroning vindt, kan echter niet in cijfers en laartallen worden uitgeschreven. Want wat weet men van zyn ingekeerden wandel als men hoort, dat pater J. F. Kronenburg C.s.sJR. nog student van Culemborg is geweest, onder het oude regime, voordat hij na zijn humaniora net kloosterkleed van St. Alphonsus ging vra gen? Zoo stil en schijnbaar eenzelvig schijnt het leven van een kloosterling, die zich be weegt van de cel naar de kapel tusschen regel en dagplicht. En welk gerucht maakt een volks missionaris, die niet op missie gaat? Want een wankele gezondheid, alleen door leeftucht ver over de zeventig gedragen, belette dezen aposto- l'schen Redemptorist het werk der rondtrek kende prediking. Gebonden bleef hij aan het opleidingshuis bij de Kapel aan 't Zand te Roer mond, tot hij in 1894 voor de eerste maal ge roepen werd tot het bestuur der provincie. Gemakkelijker dan over zulk een hooggaand kloosterleven zou te getuigen zijn over den Mariaanschen schrijver, den delver in de archie ven van ons religieus verleden, met Nuyens, den ontdekker van ons katholiek verleden. Doch ook daarvoor schiet het bestek van 'n dagblad artikel te kort. Het is ook niet noodig, want zijn boeken, de 4000 bladzijden van „Maria's Heer lijkheid", de tien deelen van „Neerlands Heili- vtn" spreken voor 'hem en getuigen van zijn ijver en zyn geestdrift voor het katholiek leven m Nederland. Gaarne vereenigen wy ons met pater Kronen burg's vereerders en vrienden in het geheele land, om den hoogwaardigen priester-jubilaris onze heil- en zegenbede toe te zenden. Voor het ministerie werd halt en front ge maakt. Hier waren o.a. aanwezig de leider van het comité van ontvangst der Wereldjamboree, Commissaris Van Rijen en de voorzitter van het comité voor uitzending van het Indische con tingent naar de Wereldjamboree, de heer Koe- Eomo Joedo. Te kwart over elf gaf de leider van het con tingent, hopman Ranneft, het bevel: Geeft acht, salueert. De minister van Koloniën, Z.Exc. Ch. J. I. M. Weiter, trad naar buiten, gevolgd door eenige hoofdambtenaren en door den ge committeerde voor Indische Zaken, den heer Th. van Voorthuysen. Hopman Ranneft werd voorgesteld aan den minister, die vervolgens den troep inspecteerde en zich daarby ongedwongen tusschen de ge lederen bewoog. Hij sprak verschillende jongens aan, informeerde naar de plaats, waar zij van daan kwamen, wat zij daar deden en hoe de reis hun bevallen was. Na deze inspectie sprak minister Weiter de jongens toe met de volgende woorden: „Padvinders, ik heet jullie allemaal van harte welkom in Nederland, dat ons aller en dus ook jullie moederland is. Denkt er om, dat jullie hier thuis bent. Ik ben er trotsch op, dat Nederlandsch-Indië zich op de We reldjamboree laat vertegenwoordigen door een zoo kranig contingent. Denkt er om, dat jullie de eer van Nederlandsch-Indië hoog houdt, zoowel door jullie gedrag als door jullie discipline, jullie gehoorzaamheid aan de leiders en door jullie prestaties. Denkt er om, dat de eer van Nederlandsch-Indië ook de eer van Nederland is." De minister eindigde zyn korte toespraak met dc-n uitroep: „Leve de Koningin", welke kreet door de jongens werd overgenomen. Terwijl de vaandelgroet werd gebracht speel den de pijpers op hun Ambonneesche bamboe fluiten de eerste strophe van het Wilhelmus, waarna de jongens op voorbeeld van den heer Van Rijen een driewerf hoera op den minister van Koloniën uitbrachten. De jongens keerden naar het Tournooiveld te rug, waar de troep werd ontbonden. Onder lei- uing zullen de jongens den verderen dag be steden aan de bezichtiging van Den Haag. De koffiemaaltijd werd gebruikt in de lunchroom van De Bijenkorf en vanavond zullen de jon- gpns hun intr.ek nemen in het padvinders- troephuis te Wassenaar, waar zij eenige dagen zullen blijven tot zy naar het Jamboree-terrein te Vogelenzang vertrekken. De veroordeelden voor den moord op den pastoor van Geysteren, D., H. en de gebroeders J., die door de Rechtbank te Roermond gestraft zijn met acht jaar gevangenisstraf, hebben af gezien van hooger beroep. Ook de Officier van Justitie zal niet in hoo ger beroep gaan. In 1929 is in het westelyk stadsdeel van Rot terdam brand uitgebroken in een behangerij. De brandweer wist het vuur te beperken tot eenig beddegoed en meubilair. Aan deze zaak werd verder geen aandacht besteed, omdat men vermoedde, dat de oorzaak moest worden ge zocht in het achteloos wegwerpen van een siga ret. Dezer dagen kwam de politie ter oore, dat deze brand aangestoken zou zyn en wel door een knecht van den behanger. Men heeft toen dezen knecht opgespoord en hij bekende on middellijk, in samenwerking met zyn patroon den brand te hebben aangestoken. Volgens zijn verklaringen was de patroon des avonds met zijn vrouw uitgegaan. De aangehou dene was achtergebleven zoogenaamd om over werk te verrichten en toen had hij getracht brand te stichten, hetgeen evenwel niet geheel gelukt is. Door deze bekentenis heeft de knecht ock den patroon, die inmiddels naar Vlaardin- gen was verhuisd, waar hij thans is gearresteerd, in de zaak betrokken. Beide mannen zijn opgesloten in het politiebureau aan de Ooster- vantstraat. zy zullen ter beschikking van de iustitie worden gesteld. Dinsdagmiddag half drie is op den Rijks weg hoek Slaperdijk te Santpoort een vry ernstig auto-ongeval gebeurd. Een zespersoons luxe-auto uit Rotterdam slipte en sloeg over den kop. Het vijftal in zittende heeren werd gewond. Dr. Mak was direct ter plaatse en verteendie de eerste hulp. Een der inzittenden had 'n hersenschud ding opgeloopen en werd per ziekenauto naar Rotterdam vervoerd. De tweede inzittende kreeg een zoodanige snijwond op den bene- denarm, dat het been van elleboog tot hand zichtbaar was. De drie andere heeren kregen veel schaaf- en snijwonden, doch van minder emstigen aard. De laatste vier konden per luxe-auto huiswaarts keeren. De auto was zwaar beschadigd aan lampen, spatborden en kap. De oorzaak van het onge val was gelegen in de gladheid van het asphalt, doordat het even geregend had. Vanmorgen is de 52-jarige arbeider W. van Hoey uit Oss, die Maandagavond met zijn fiets op den Heescheweg door een auto werd aange reden, aan de bekomen verwondingen overle den. Vóór, tijdens en ook nog na de ver kiezingscampagne zijn velen en heusch niet enkel socialisten van meening geweest, dat een samen gaan van Roomsch en Rood de voorkeur moest hebben boven een samengaan van de positief Christelijke partijen, gelijk thans tot stand is gekomen. De katho lieken, die deze meening waren toege daan, verdedigden hun opvatting door te wijzen op de overeenkomst van ver schillende sociale en economische wen- schen, welke zoowel door katholieken als door socialisten werden gekoesterd, en op de schijnbaar principieele wijziging van het standpunt der sociaal-demo craten ten aanzien van monarchie, natie, defensie en zelfs godsdienst. De socialis ten, die een Roomsch-roode coalitiei voorstonden, meenden in de sociale en economische opvattingen van katholie ken en socialisten méér aanrakingspun ten te vinden dan in die van de katho lieken en de andere christelijke partijen en achtten dientengevolge een nieuw ge mengd politiek huwelijk tusschen de R. K. Staatspartij en de S. D. A. P. een beteren waarborg voor een gelukkige toe komst dan een hernieuwing van het oude christelijk politiek coalitie-huwe lijk, dat zoo lang uit elkaar was geweest. Uit de cijfers van den verkiezingsuitslag smeedden beide categorieën van voor standers van een Roomsch-rood politiek verbond een nieuw argument voor de redelijkheid van hun inzicht. Immers een Roomsch-roode combinatie zou met de Vrijzinnig-Democraten samen op een numeriek grootere meerderheid in het parlement hebben kunnen rekenen dan de voldoende meerderheid, welke thans de parlementaire basis van de regeering vormt. Het bepalen van den koers van het landsbestuur mag echter niet slechts afhankelijk gesteld worden van een sim pel rekensommetje met cijfers, die niet zuiver op de reëele en innerlijke verhou dingen kloppen, maar beïnvloed zijn door allerlei omstandigheden, ficties en illusies. Een numerieke meerderheid in het parlement biedt alleen dan deugde lijke waarborgen voor een minimaal noodzakelijke homogeniteit, wanneer deze meerderheid ook uitgaat van de zelfde principes. Dat er ondanks een zekere overeenkomst in de opvattingen van katholieken en socialisten op sociaal en economisch gebied, vooral inzake de noodzakelijkheid van ordening, geen sprake kan zijn van eenzelfde leiding en richtinggevend beginsel als gemeen schappelijk uitgangspunt, heeft de socia listische pers na de verkiezingen, toen de kans, die slechts in de oogen der so ciaal-democraten had bestaan, definitief verkeken was, in tal van spijtige en bit tere artikelen bewezen. Wel heel sterk komt de principieele klove tusschen katholieken en in het algemeen positief Christelijken eenerzijds en de sociaal democraten, zelfs die met een vage sym pathie voor de cultureele en ethische waarde van het Christendom, anderzijds aan het licht in een onlangs gepubliceerd hoofdartikel over „Geestelijke Vrijheid" in „Het Volk". In dit artikel werd het waarborgen van de geestelijke vrijheid van het allerhoogste gewicht geacht. Wat het S.D.A.P.-orgaan onder geestelijke vrij heid verstaat, blijkt uit de vergelijking, welke het maakt tusschen de kerken en vereenigingen als „De Dageraad" en de Neo-Malthusiaansche Bond. Het meent, dat het een eisch van democratische verdraagzaamheid is volkomen gelijk^ rechten toe te kennen aan de kerken, die God willen dienen en eeren en den menschen den weg willen wijzen naar het eeuwig geluk, en aan een vrijden- kersvereeniging, die het bestaan van God loochent en den godsdienst als een ver ouderd en overwonnen standpunt be strijdt, en een bond, die practijken pro pageert, welke lijnrecht indruischen te gen de goddelijke en natuurlijke zeden wetten en de volkskracht ondermijnen. Van zulk een „democratische" verdraag zaamheid en geestelijke vrijheid naar het nationaal-socialisme, dat aan de positief Christelijke kerken op alle mogelijke wijzen moeilijkheden in den weg legt, maar Ludendorff en Rosenberg vrijelijk hun anti-Christelijke en heidensche ideeën laat verkondigen, en naar het godTooze bolsjewisme der zgn. democra tische Sovjets is maar nauwelijks meer dan één stap. Er is geen werkelijke geestelijke vrijheid buiten het geloof in den éénen, Drieëenen Waren God, Wiens Zoon voor ons is mensch geworden om ons uit de slavernij van den duivel en de zonde te verlossen, doch slechts ver warring en verwording van de begrippen goed en kwaad. Wie aan het kwaad de zelfde rechten wil toekennen als aan het goed, behoort principieel tot onze tegen standers, ook al zou hij in de practijk op sociaal en economisch gebied enkele wenschen koesteren, waarmee wij ons op andere en sterkere gronden dan hij zouden kunnen vereenigen. Vanochtend is in de schoenfabriek van Fr. de Werd te Hilvarenbeek een staking uitge broken. Het personeel, omvattende een dertigtal men schen, had onderteekening van een collectief arbeidscontract geëischt, hetgeen door de firma werd geweigerd. Ook de besprekingen met den rijksbemidde- laar hebben geen resultaat opgeleverd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1937 | | pagina 9