Oorlogsspanningen in het
Verre Oosten
5*1
NANKING, TOKIO EN
MOSKOU
INDISCHE PAD VINDERS
AANGEKOMEN
Pater Kronenburg
GO jaar priester
VREEMD
GELD?
GEESTELIJKE VRIJHEID
EN DE S.D.A.P.
WOENSDAG 14 JULI 1937
BUITEN LANDSCH OVERZICHT
Overal conflictstof
MEISJE OVERREDEN
Aan haar verwondingen be
zweken
R.K. MIDDENSTANDSBOND EN
K.J.M.V.
LISSONE v LINDEMAN
Twee arrestanten
ontsnapt
Spoedig weer ingerekend
JUBILEUM VAN OVERBEEKE
Dirigent van Aalsmeers Fanfare
CUNERAKERK TE RHENEN
Hartelijke begroeting in het Lloyd-
gebouw te Rotterdam
Défilé voor minister Weiter
Na werkzaam leven welverdiende
rust op de „Nebo"
Geschiedschrijver en
Maria-vereerder
De moord op pastoor
Litjens
Veroordeelden zien af van
hooger beroep
Oude brandstichting
uitgekomen
Behangersknecht legde onmid
dellijk een bekentenis af
VIJF GEWONDEN
Auto-ongeluk te Santpoort
Slachtoffer van aanrijding
overleden
ARBEIDSCONFLICT TE
HILVARENBEEK
Personeel van schoenfabriek
in staking
Gisteren hebben wij de achtergronden van
het conflict in Noord-China naar berich
ten, die ons uit Chineesche bron gewer
den, behandeld. Beschouwen wij thans het con
flict in geheel zijn samenhang.
Het Verre Oosten verkeert weer in hevige
spanning. Aan de Amoer staan Russische grens-
öetachementen en Japansche strijdkrachten
fcog altijd, sprongbereid, tegenover elkander. En
bloedige botsingen en wapenstilstanden, in bon
te verwarring elkander afwisselend, hebben
Noord-China, waar Nanking's troepen de altijd
ttteer opdringende Japanners trachten tegen te
houden, weer tot een haard van onrust gemaakt.
De vrede loopt opnieuw gevaar in een deel
Van de wereld, waar belangrijke hangende kwes
ties tusschen drie groote mogendheden tot dus-
Ver ongeregeld zijn gebleven. Dat de grenzen
tusschen den Japanschen vazalstaat Mandsjoe-
kwo en het grondgebied der Unie der Sovjet
republieken niet scherp zijn afgebakend, heeft
reeds dikwijls tot ernstige incidenten geleid, en
het feit, dat Japansche troepen zich ophouden
op Noord-Chineesch gebied, levert aldaar oor
logsgevaar op. Het schijnt dat het jongste tref
fen tusschen Chineesche en Japansche troepen
in eersten aanleg aan een misverstand is te
Wijten. De Japanners houden ten zuiden van
Peiping geregeld manoeuvres. Vorige week was
het thema van een dezer oefeningen een schijn-
aanval tegen de Chineesche stad Loe-Koe-
Tsjiao. Op zich zelf is het zeker bedenkelijk te
achten dat de troepen van een vreemde mo
gendheid, om zich te oefenen, een stad aan
vallen zij het dan ook niet in ernst in
een land dat het hunne niet is. Stel u voor
dat de Duitsche troepen een schijnaanval op
Nijmegen deden! Maar wij zijn er in de laat
ste jaren aan gewend geraakt dat de Japan
ners zich in een deel van Noord-China als
Veroveraars plegen te gedragen. Het Chineesche
garnizoen van Wang-Ping schijnt niet begrepen
te hebben dat de Japanners slechts met losse
patronen schoten, geloofde aan een aanval in
allen ernst en antwoordde met kogels, die
doodden. De Japanners, verrast, of misschien
ook wel niet verrast, wisten niet beter te doen
dan eveneens de geweren met scherp te laden
en enkele uren later waren er aan beide zijden
een vrij groot aantal dooden en gewonden te
betreuren. De krijgswet werd te Peiping afge
kondigd, maar nadat verklaringen en onderhan
delingen tusschen de betrokken hoofdsteden
hadden plaats gehad, kwam men tot de slot
som dat het onverantwoordelijk zou zijn het
incidentje tot een casus belli te laten uitgroeien.
De Chineesche troepen trokken zich voorzich
tig uit de „oorlogszone" terug en de kalmte
zou vermoedelijk vrij snel weergekeerd zijn,
Ware het niet dat de troepen, die het garnizoen
Van Wang-Ping aflosten, op hun beurt, vermoe
delijk weer tengevolge van een misverstand, met
Japansche legerafdeelingen slaags raakten.
Nu was voor Nanking de maat vol. De
Chineesche regeering eischte van Tokio
formeele verontschuldigingen en de toe
zegging dat de officieren, die voor den (schijn) -
aanval op Loe-Koe-Tsjiao verantwoordelijk zijn,
gestraft zouden worden, een schadeloosstelling
en een garantie tegen de herhaling van derge
lijke incidenten. Het spreekt vanzelf dat Tokio
er niet aan denkt de Chineesche eischen zon-
der meer in te willigen. Het spreekt eveneens
Vanzelf dat voor de Japanners de schuld van
het gebeurde bij de Chineezen ligt. Deze zijn
het die niet alleen het eerst bloed vergoten
hebben, maar ze gaan er mee door. China heeft
volgens inlichtingen uit Japansche bron
vijf regimenten op den rechteroever van de
Joeng-Ting gestationneerd die de Japansche
Posities met kanonnen beschieten. Maar
schalk Tsjang Kai Sjek heeft de luchtmacht ge
mobiliseerd en vier divisies Chineesche troepen
order gegeven naar het Noorden te marcheeren.
Onder die omstandigheden acht Japan zich
gerechtigd tot tegenmaatregelen, dat wil zeg
gen, troepen te landen, en verder alle voorzor
gen te nemen, noodig om de Japansche posi
ties in Noord-China en de levens en bezittin
gen van alle Japansche orderdanen in de rest
van het reusachtige rijk op afdoende wijze te
beschermen.
Sensationeele mededeelingen doen thans de
r°nde. Niettemin zal men goed doen die met
eenige reserve te aanvaarden. Het is niet de
eerste maal dat het er naar uit ziet dat de oor-
log tusschen Japan en China in allen ernst uit
breken zal en het is evenmin de eerste maal
bat gevaarlijke conflicten ten slotte in der min
de geschikt zijn. Het is, ondanks alles, niet on
waarschijnlijk dat de historie zich opnieuw her
balen zal. Laat ons zonder al te veel pessimis
me het verloop der gebeurtenissen volgen.
Het is te waarschijnlijker dat de Japan
ners ten aanzien van China niet on
handelbaar zullen blijken omdat het
biet onmogelijk is dat zij weldra met Rusland
06 handen vol zullen hebben en er weinig op
besteld kunnen zijn door een vijand in de flank
bedreigd te worden. Veel ernstiger dan wat in
Noord-China voorvalt is het conflict aan de
ü-fnoer.
^at het geschil langs diplomatieken weg ge-
fegeld kan worden is buiten kijf. Het Hof van
internationale Justitie in Den Haag is aange.
Wezen voor de beslechting van de vraag of de
■^bioer-eilandjes bij het Russische gebied dan
bij het territoir van Mandsjoekwo gerekend
moeten worden. Men make zich evenwej niet
de illusie dat deze vredig-juridische weg be
wandeld worden zal. De Japansche generaals,
die op Azië's vasteland de Japansche belangen
verdedigen, bekommeren zich weinig om de ju
ridische zijde van de kwestie en plegen op zeer
onafhankelijke wijze op te treden. Te Tokio is
en dit vergete men vooral niet intusschen
veel veranderd. Sato, de diplomaat, die op een
vergelijk aanstuurde, heeft voor Hirota, werk
tuig in de handen van de militaire kliek, plaats
moeten maken. De parlementaire partijen ma
ken het de Japansche regeering moeilijk. Geen
beter middel om de parlementaire eritiek het
zwijgen op te leggen dan een krachtproef voor
de Japansche machtspositie op het vasteland.
Een aanleiding tot zulk een krachtproef is ge
makkelijk te vinden. Een oorlog ontstaat op
de Mandsjoekwo-Russische grens als vanzelf,
indien men het wil. Wil men? Dat is de vraag
waarop het aankomt. De gebeurtenissen van
de naaste toekomst zullen op die vraag weldra
het antwoord geven.
Dinsdagavond omstreeks zeven ur is op den
Hoogen Rijndijk bij Leiden nabij de grens der
emeente Zoeterwoude het zevenjarige doch
tertje van den heer J. S. bij het oversteken van
den rijweg aangereden door een personenauto,
welke bestuurd werd door den 19-jarigen A. L.
M. uit Leiden. Het kind kreeg een schedel-
basisfractuur. Het is in den afgeloopen nacht
in de ouderlijke woning overleden.
Men schrijft ons:
De organisatie van den katholieken jongen
middenstand, de K.J.M.V., geniet nog steeds niet
die belangstelling, die haar als een van de
meest frissehe jongerenorganisaties toekomt.
Geen moeite wordt dan ook gespaard om deze
belangstelling in alle kringen, maar bijzonder
in middenstandskringen, te verlevendigen.
Het nummer van Bouwen en Streven", het
tweewekelijks tijdschrift van den Ned. R.K.
Middenstandsbond, van 8 Juli j.l. is geheel ge
wijd aan den katholieken jongen Middenstand.
Het wezen en doel der organisatie voor de
katholieke jonge middenstanders wordt er op
zeer duidelijke wijze in uiteengezet, en wanneer
de uitwerking evenredig is aan de begeestering,
waarmee dit nummer is geschreven, dan kun
nen èn de K. J. M. V. èn de Katholieke Mid
denstandsbeweging tevreden zijn.
De samenwerking tusschen beide organisaties
is ruim voldoende, doch wat de K. J. M. V. nog
te veel mist is de daadwerkelijke steun van de
REISBUREAUX
leveren U dit tegen concurreerenden
prijs
Kantoren:
Directie, Groenmarkt 22, Den Haag
Amsterdam - Arnhem - Eindhoven
Groningen - Haarlem - Leeuwarden
Leiden - Rotterdam - Utrecht - Zeist
Johannesburg - Parijs - New York
Leden der Nederl. Vereeniging van
Reisbureaux
middenstanders individueel. Mogen publicaties,
als de hier besprokene er een is, ertoe bijdra
gen om de zoo noodzakelijke belangstelling bij
alle leden der katholieke middenstandsbewe
ging te wekken en tot blijvende resultaten te
doen uitgroeien!
In de cellen van het politiebureau te Loeren
waren twee Duitschers ingesloten, die er van
verdacht werden een valsche aangifte te heb
ben gedaan.
Zij hadden n.l. aan de politie medegedeeld,
dat bij de buitenplaats „Over-Holland", in een
onbewaakt oogenblik, door een onbekende een
fiets van een hunner was geruild voor een oud
karretje. Het ergste was echter, dat tevens ver
dwenen was een tasch, waarin zich behalve pas
poorten en andere papieren, ook een bedrag
van 500 bevond. Deze aangifte werd door de
politie grondig onderzocht, doch tot eenig re
sultaat kon men niet komen. De politie vond
het geval eenigszins verdacht en daarom wer
den de Duitschers zoolang in de cellen opge
borgen.
In den nacht echter wisten de beide personen
op onverklaarbare wijze uit de cellen te ont
snappen. Geheel onopgemerkt gelukte dit ech
ter niet, zoodat in het middernachtelijk uur
door den brigade-commandant van de Rijks-
veldwacht groot alarm gemaakt werd.
De geheele omgeving werd door Rijks- en Ge-
meente-politie afgezet.
Ongeveer een uur later mocht het de politie
te Breukelen gelukken de vluchtelingen aldaar
aan te houden en gevangen te nemen.
Zij werden naar Loenen teruggebracht en
thans zoo ingesloten, dat ontkomen niet meer
mogelijk was. Nadat zij voor den burgemeester
van Loenen waren geleid, zijn zij overgebracht
naar Utrecht en na voorgeleiding voor den Of
ficier van Justitie aldaar ingesloten.
De bekende musicus P. F. van Overbeeke zal
15 Juli a.s. het feit herdenken, dat hij voor
veertig jaar als dirigent van het fanfarecorps
te Oostburg zijn muzikale loopbaan begon en
tegelijkertijd, dat hij voor twintig jaar dirigent
werd van Aalsmeers Fanfare. Van Overbeeke
werd 25 Mei 1880 te Oostburg geboren. Op zes
jarigen leeftijd leerde hij de grondbeginselen
van de muziek van wijlen zijn vader. Op tien
jarigen leeftijd vervulde hij reeds de solo-bugel
partij in het fanfarecorps van zijn geboorte
plaats, in welke fanfare hij zijn vader na diens
dood als dirigent opvolgde. Van Overbeeke
was toen zeventien jaar.
Op twintigjarigen leeftijd werd hij leerling
van Toonkunst Amsterdam, waarvoor hij een
gratis studiebeurs kreeg. Na acht maanden
deed hy' tegen den wil van zijn leermeester als
tweede hoornist intrede in de Duitsche ope
rette. Eenige maanden later werd Van Over
beeke geëngageerd by Jan van der Spek, als
eerste hoornist, wat hij anderhalf jaar bleef.
Na nog bij de Amsterdamsche schutterij onder
Martin Wolters en bij het corps der Weerbaar
heid gespeeld te hebben in welke periode
hy zyn harmoniestudie voortzette bij M. c.
van de Rovaart kreeg hy een verbintenis
aan de Nederlandsche opera en operette Rem
brandt-Theater. Aan de opera maakte hij naam
als een bijzonder bekwaam solo-hoornist. Op
aanraden van den kapelmeester Jan Kwast
werd hij dirigent van dilettantencorpsen en
zoo is Van Overbeeke thans twintig jaar di
rigent van Aalsmeers Fanfare. Van Overbeeke
heeft ook veel geschreven voor salonorkesten,
zoomede voor harmonie-fanfares. Een 35-tal
van de 133 composities van zijn hand is in
druk verschenen.
Donderdag a.s. zal Aalsmeers fanfare haar di
rigent op waardige wijze huldigen.
Het uitvoerend comité voor de restauratie van
de Cunerakerk te Rhenen verzoekt ons nog eens
de aandacht er op te vestigen, dat bijdragen
om de restauratie der kerk te kunnen hervat
ten, gestort of overgeschreven moeten worden
op postgironummer 183286 ten name van de
kerkvoogdij der Ned. Herv. gemeente te Rhe
nen.
Met de Dempo is het Indische contingent
padvinders hedenochtend te Rotterdam
aangekomen.
De drukte op de kade was grooter dan ge
woonlijk bij de aankomst van een Indische
boot het geval is. Afgevaardigden van Rotter-
damsche, Schiedamsche, Haagsche en Oegst-
geestsche padvinders in hun keurige uniform,
ongeveer 100 man sterk, met vlaggen en vaan
dels gaven een opgewekt en vroolijk aspect aan
de wachtende menigte.
Toen de boot om ruim half negen uit den
grauwen ochtend te voorschijn kwam, juichten
de padvinders aan boord him makkers aan den
wal al toe met hun yell: Yasaka.
Om kwart voor negen meerde de Dempo en
even over negen ging de troep, 77 man sterk,
van boord.
Toen hun hopman G. J. Ranneft halver
wege de loopplank was gekomen, zongen de
padvinders aan den Wal het padvinderslied.
Nadat op den wal de eerste begroeting had
plaats gehad en drie hoera's op H. M. de Ko
ningin waren uitgebracht, werd het vaandel
van boord gedragen.
De Amboneesche fluitisten, aan den wal op
gesteld, speelden hierbij de eerste strophe van
het Wilhelmus.
In een van de gebouwen van de Rotterdam-
schen LTöyd heeft de voorzitter van het Comité
ter bevordering van de uitzending van een In
disch contingent, de heer P. A. A. Koesoemo
Joedo, de padvinders welkom geheeten.
De pangeran eindigde met het uitspreken
van den wensch, dat het verblijf van de Indi
sche padvinders een succes moge worden en dat
deze padvinders den goeden naam van de In
dische padvinderij hoog zullen houden.
Commissaris van Rijen sprak in gelijken
geest, bij welke woorden ir. P. Telder, spre
kende namens den hoofdverkenner en het na
tionaal hoofdkwartier, zich aansloot.
Hopman Ranneft gaf de verzekering, dat zijn
padvinders him best zullen doen en dat zij
beseffen hier te komen als een deel van Groot-
Nederland. De reis van bijna een maand had
een vlot verloop. Allen hebben als broeders met
elkaar geleefd: Soendaneesche, Javaansche, Am
boneesche, Chineesche, Arabische en andere
padvinders, die tezamen het Indische contin
gent vormen.
Met de yell Yasaka stemden allen ten
slotte in.
Daar de padvinders spoedig na hun aankomst
met autobussen naar Den Haag vertrokken om
voor den minister van Koloniën te defileeren,
was er weinig gelegenheid om met den heer
Ranneft rustig te spreken. De hopman ver
telde, dat een van de jongens longontsteking
aan boord had gekregen. Dank zij de goede
verpleging maakt de zieke het thans vrij goed
en hedenochtend is hij per auto naar een Rot-
terdamsch ziekenhuis overgebracht.
Te ongeveer elf uur arriveerden de autobussen
met de Indische padvinders uit Rotterdam op
bet Toumooiveld te 's Gravenhage. Onder veel
belangstelling van het publiek stelden de jon
gens zich hier op om naar het Plein te mar
cheeren, waar voor het ministerie van Koloniën
voor den minister gedefileerd zou worden.
Langs don Korten Vijverberg trok de kleine,
maar kleurige stoet naar het Plein. Vooraan
marcheerden de Ambonneesche pijpers,gevolgd
door de vlag, welke het contingent voor zijn
vertrek door den Gouverneur-Generaal was ge
schonken. Dan volgden de overige jongens, de
Nederlandsche, Indonesische en Chineesche
padvinders met gevlochten strooien padvinders-
hoeden, de Arabische jongens met roode fez.
Op den berg „Nebo" bü Nijmegen zal mor
gen eer. zeldzaam feest gevierd worden
rondom een zeldzame figuur: de zeereer-
waarde Pater J. A. F. Kronenburg C.s.s.R,
zal dan zijn diamanten priesterfeest vie
ren. Deze priester, die tweemaal Provin
ciaal zijner Congregatie is geweest, voorts
visitator van de Missie in Suriname en tij
dens den oorlog van de Redemptoristen der
Duitsche Provincie, officier in de Orde van
Oranje-Nassau, is by het Nederlandsche
volk voornamelijk bekend als brilliant ge
schiedschrijver en als ijveraar voor de ver
eering der Heilige Maagd. Doch hiermee
zijn slechts enkele facetten van deze veel
zijdige persoonlijkheid genoemd. Een korte
levensschets kan óók wel niet voldoende
recht doen aan pater Kronenburg's ver
diensten, maar zal toch eerder doen ver
moeden, waarom dit diamanten priesterfeest
een gebeurtenis van de eerste orde is in de
Nederlandsche provincie der Congregatie
van den Allerheiligsten Verlosser, een dag
van blijdschap in de geheele priester-wereld.
22 September 1853 te Zutfen geboren, deed
pater Kronenburg op Hemelvaartsdag 1872 zijn
intrede in het noviciaat der E.E. P.P. Redemp
toristen, en op 16 Juni van het volgende jaar
werd hij geprofest te Roermond. 1 October 1875
werd hy benoemd tot lector aan het juvenaat
aidaar. Op 15 Juli 1877 werd pater Kronenburg
te Roermond priester gewijd, en tegelijk aan
gesteld tot sub-prefect van het juvenaat; een
jaar later werd hij praefectus studiorum.
In 1883 overviel hem een ernstige ziekte en
in Mei van hetzelfde jaar werd hy als op won
derbare wijze en plotseling genezen door Onze
Lieve Vrouw in 't Zand. Op 24 Juni 1887 volgde
zijn aanstelling tot directeur van het Juvenaat.
Vele jaren bekleedde hij dit ambt met grooten
ijver, tot hij op 29 April 1893 benoemd werd tot
rector van de Kapel in 't Zand en tegelijk nog
directeur van het Juvenaat. Een jaar later werd
hy door zyn orde-genooten gekozen tot pro
vinciaal der E.E. P.P. Redemptoristen, welk
hooge ambt hij vervulde tot 20 December 1908.
Van 1909 tot 1915 was hy opnieuw directe'ir
van het Roermondsche Juvenaat en in 1915 ver
vulde hij tegelijk het ambt van rector van de
Kapel in 't Zand te Roermond. Van 1912 tot 1924
was hij opnieuw provinciaal der congregatie.
Tot 1924 vervulde hij de functie tot geestelijk
heil der congregatie om van 1924 tot 1927 als
rector te Vaals zich te wijden aan het paro-
chieele leven.
In 1927 ging hij een verdiende rust nemen,
maar georuikte nog met groote vrucht zijn
schrijverstalent. Hij woonde tot 1930 in het
klooster te Wittem, tot hij in 1930 naar het
huis op den berg Nebo bij Nijmegen werd ge
roepen, waar hij Vrijdag as. zijn diamanten
j rofessiefeest zal vieren.
Buiten bovengenoemde functies was hij tij
dens zijn eerste provincialaat visitator canoni-
cus van de Missie in Suriname en tydens zijn
tweede provincialaat vis. can. van de vice-
provincie van Brazilië. Bovendien was hy tij
dens zijn tweede rectoraat, dat in den oorlog
viel, visitator canonicus van de Duitsche pro
vincie en van het Redemptoristen studiehuis te
Esschen (Belgische provincie).
Tweemaal was hij afgevaardigde der Ned.
Provincie naar het Generaal Kapittel te Rome
en wel in 1909, toen hij een zeer ernstig candiT
daat was voor het Generalaat van de congre
gatie, en in 1921.
Onder zijn tweede provincialaat geschiedde de
overplaatsing van «een deel der humaniora van
Roermond naar Vaals en werden de plannen
ontworpen voor stichting van een nieuw studie
huis, welke plannen verwezenlijkt werden onder
den onlangs overleden provinciaal, den hoog-
eerw. pater Wouters. Onder zijn provinciaals
leiding werd tevens aangevangen met de stich
ting van het St. Josephretraitehuis te Zende
ren (O.).
Als Maria-vereerder was hij een krachtig
medewerker voor de organisatie der Maria-
congressen te Averbode, te Maastricht en te
Nijmegen.
Hij is een verdienstelijk, een godvruchtig en
ook een vruchtbaar auteur. In den loop der
iaren verschenen van zyn hand de negen boek-
deelen over: Maria's Heerlijkheid in Nederland;
en verder werken over Neêrlands Heiligen, over
het leven van den H. Alfonsus de Liguori, over
dat van Gerardus Majella, over den Eerbied-
waardigen Pater Peerke Donders. Hü schreef
het werk: De Redemptoristen, wat zij zijn en
wat zij doen. Hij gaf diepgaande beschouwin
gen over Maria's feestviering in Nederland, hy
schreef Door Suriname.
Bovendien was hy medewerker aan het Ma
riale Tydschrift der E.E. P.P. Montfortanen,
De Standaard van Maria en schreef tal van
artikelen in de Zondagsbladen der Katholieke
hoofdpers.
De Regeering waardeerde zyn groote verdien
sten voor de gemeenschap èn als priester èn
als auteur door hem de onderscheiding te
vcrleenen van officier in de orde van Oranje-
Nassau.
Pater Kronenburg staat in vele kringen hoog
!n aanzien als geleerde, oudheidkundige en als
schrijver. Pater' Kronenburg is dan ook lid van
de Maatschappij der Nederlandsche letterkun
de, van het Historisch Genootschap, gevestigd
te Utrecht, van de Katholieke Wetenschappe-
lyke Vereeniging, van het Limburgsch Ge
schied- en Oudheidkundig Genootschap en van
de Geldersche Vereeniging tot beoefening van
Geldersche Geschiedenis, Folklore en Oudheid
kunde.
De kroniek van het vruchtbaar leven, dat
thans in zoo schoonen, rustigen levensavond zijn
bekroning vindt, kan echter niet in cijfers en
laartallen worden uitgeschreven. Want wat
weet men van zyn ingekeerden wandel als
men hoort, dat pater J. F. Kronenburg C.s.sJR.
nog student van Culemborg is geweest, onder
het oude regime, voordat hij na zijn humaniora
net kloosterkleed van St. Alphonsus ging vra
gen? Zoo stil en schijnbaar eenzelvig schijnt
het leven van een kloosterling, die zich be
weegt van de cel naar de kapel tusschen regel
en dagplicht. En welk gerucht maakt een volks
missionaris, die niet op missie gaat? Want een
wankele gezondheid, alleen door leeftucht ver
over de zeventig gedragen, belette dezen aposto-
l'schen Redemptorist het werk der rondtrek
kende prediking. Gebonden bleef hij aan het
opleidingshuis bij de Kapel aan 't Zand te Roer
mond, tot hij in 1894 voor de eerste maal ge
roepen werd tot het bestuur der provincie.
Gemakkelijker dan over zulk een hooggaand
kloosterleven zou te getuigen zijn over den
Mariaanschen schrijver, den delver in de archie
ven van ons religieus verleden, met Nuyens,
den ontdekker van ons katholiek verleden. Doch
ook daarvoor schiet het bestek van 'n dagblad
artikel te kort. Het is ook niet noodig, want zijn
boeken, de 4000 bladzijden van „Maria's Heer
lijkheid", de tien deelen van „Neerlands Heili-
vtn" spreken voor 'hem en getuigen van zijn
ijver en zyn geestdrift voor het katholiek leven
m Nederland.
Gaarne vereenigen wy ons met pater Kronen
burg's vereerders en vrienden in het geheele
land, om den hoogwaardigen priester-jubilaris
onze heil- en zegenbede toe te zenden.
Voor het ministerie werd halt en front ge
maakt. Hier waren o.a. aanwezig de leider van
het comité van ontvangst der Wereldjamboree,
Commissaris Van Rijen en de voorzitter van het
comité voor uitzending van het Indische con
tingent naar de Wereldjamboree, de heer Koe-
Eomo Joedo.
Te kwart over elf gaf de leider van het con
tingent, hopman Ranneft, het bevel: Geeft
acht, salueert. De minister van Koloniën, Z.Exc.
Ch. J. I. M. Weiter, trad naar buiten, gevolgd
door eenige hoofdambtenaren en door den ge
committeerde voor Indische Zaken, den heer
Th. van Voorthuysen.
Hopman Ranneft werd voorgesteld aan den
minister, die vervolgens den troep inspecteerde
en zich daarby ongedwongen tusschen de ge
lederen bewoog. Hij sprak verschillende jongens
aan, informeerde naar de plaats, waar zij van
daan kwamen, wat zij daar deden en hoe de reis
hun bevallen was.
Na deze inspectie sprak minister Weiter
de jongens toe met de volgende woorden:
„Padvinders, ik heet jullie allemaal van
harte welkom in Nederland, dat ons aller en
dus ook jullie moederland is. Denkt er om,
dat jullie hier thuis bent. Ik ben er trotsch
op, dat Nederlandsch-Indië zich op de We
reldjamboree laat vertegenwoordigen door
een zoo kranig contingent. Denkt er om, dat
jullie de eer van Nederlandsch-Indië hoog
houdt, zoowel door jullie gedrag als door
jullie discipline, jullie gehoorzaamheid aan
de leiders en door jullie prestaties. Denkt er
om, dat de eer van Nederlandsch-Indië ook
de eer van Nederland is."
De minister eindigde zyn korte toespraak met
dc-n uitroep: „Leve de Koningin", welke kreet
door de jongens werd overgenomen.
Terwijl de vaandelgroet werd gebracht speel
den de pijpers op hun Ambonneesche bamboe
fluiten de eerste strophe van het Wilhelmus,
waarna de jongens op voorbeeld van den heer
Van Rijen een driewerf hoera op den minister
van Koloniën uitbrachten.
De jongens keerden naar het Tournooiveld te
rug, waar de troep werd ontbonden. Onder lei-
uing zullen de jongens den verderen dag be
steden aan de bezichtiging van Den Haag. De
koffiemaaltijd werd gebruikt in de lunchroom
van De Bijenkorf en vanavond zullen de jon-
gpns hun intr.ek nemen in het padvinders-
troephuis te Wassenaar, waar zij eenige dagen
zullen blijven tot zy naar het Jamboree-terrein
te Vogelenzang vertrekken.
De veroordeelden voor den moord op den
pastoor van Geysteren, D., H. en de gebroeders
J., die door de Rechtbank te Roermond gestraft
zijn met acht jaar gevangenisstraf, hebben af
gezien van hooger beroep.
Ook de Officier van Justitie zal niet in hoo
ger beroep gaan.
In 1929 is in het westelyk stadsdeel van Rot
terdam brand uitgebroken in een behangerij.
De brandweer wist het vuur te beperken tot
eenig beddegoed en meubilair. Aan deze zaak
werd verder geen aandacht besteed, omdat men
vermoedde, dat de oorzaak moest worden ge
zocht in het achteloos wegwerpen van een siga
ret.
Dezer dagen kwam de politie ter oore, dat
deze brand aangestoken zou zyn en wel door
een knecht van den behanger. Men heeft toen
dezen knecht opgespoord en hij bekende on
middellijk, in samenwerking met zyn patroon
den brand te hebben aangestoken.
Volgens zijn verklaringen was de patroon des
avonds met zijn vrouw uitgegaan. De aangehou
dene was achtergebleven zoogenaamd om over
werk te verrichten en toen had hij getracht
brand te stichten, hetgeen evenwel niet geheel
gelukt is. Door deze bekentenis heeft de knecht
ock den patroon, die inmiddels naar Vlaardin-
gen was verhuisd, waar hij thans is gearresteerd,
in de zaak betrokken. Beide mannen zijn
opgesloten in het politiebureau aan de Ooster-
vantstraat. zy zullen ter beschikking van de
iustitie worden gesteld.
Dinsdagmiddag half drie is op den Rijks
weg hoek Slaperdijk te Santpoort een vry
ernstig auto-ongeval gebeurd.
Een zespersoons luxe-auto uit Rotterdam
slipte en sloeg over den kop. Het vijftal in
zittende heeren werd gewond. Dr. Mak was
direct ter plaatse en verteendie de eerste
hulp. Een der inzittenden had 'n hersenschud
ding opgeloopen en werd per ziekenauto naar
Rotterdam vervoerd. De tweede inzittende
kreeg een zoodanige snijwond op den bene-
denarm, dat het been van elleboog tot hand
zichtbaar was. De drie andere heeren kregen
veel schaaf- en snijwonden, doch van minder
emstigen aard. De laatste vier konden per
luxe-auto huiswaarts keeren.
De auto was zwaar beschadigd aan lampen,
spatborden en kap. De oorzaak van het onge
val was gelegen in de gladheid van het
asphalt, doordat het even geregend had.
Vanmorgen is de 52-jarige arbeider W. van
Hoey uit Oss, die Maandagavond met zijn fiets
op den Heescheweg door een auto werd aange
reden, aan de bekomen verwondingen overle
den.
Vóór, tijdens en ook nog na de ver
kiezingscampagne zijn velen en
heusch niet enkel socialisten
van meening geweest, dat een samen
gaan van Roomsch en Rood de voorkeur
moest hebben boven een samengaan van
de positief Christelijke partijen, gelijk
thans tot stand is gekomen. De katho
lieken, die deze meening waren toege
daan, verdedigden hun opvatting door
te wijzen op de overeenkomst van ver
schillende sociale en economische wen-
schen, welke zoowel door katholieken als
door socialisten werden gekoesterd, en
op de schijnbaar principieele wijziging
van het standpunt der sociaal-demo
craten ten aanzien van monarchie, natie,
defensie en zelfs godsdienst. De socialis
ten, die een Roomsch-roode coalitiei
voorstonden, meenden in de sociale en
economische opvattingen van katholie
ken en socialisten méér aanrakingspun
ten te vinden dan in die van de katho
lieken en de andere christelijke partijen
en achtten dientengevolge een nieuw ge
mengd politiek huwelijk tusschen de
R. K. Staatspartij en de S. D. A. P. een
beteren waarborg voor een gelukkige toe
komst dan een hernieuwing van het
oude christelijk politiek coalitie-huwe
lijk, dat zoo lang uit elkaar was geweest.
Uit de cijfers van den verkiezingsuitslag
smeedden beide categorieën van voor
standers van een Roomsch-rood politiek
verbond een nieuw argument voor de
redelijkheid van hun inzicht. Immers
een Roomsch-roode combinatie zou met
de Vrijzinnig-Democraten samen op een
numeriek grootere meerderheid in het
parlement hebben kunnen rekenen dan
de voldoende meerderheid, welke thans
de parlementaire basis van de regeering
vormt. Het bepalen van den koers van
het landsbestuur mag echter niet slechts
afhankelijk gesteld worden van een sim
pel rekensommetje met cijfers, die niet
zuiver op de reëele en innerlijke verhou
dingen kloppen, maar beïnvloed zijn
door allerlei omstandigheden, ficties en
illusies. Een numerieke meerderheid in
het parlement biedt alleen dan deugde
lijke waarborgen voor een minimaal
noodzakelijke homogeniteit, wanneer
deze meerderheid ook uitgaat van de
zelfde principes. Dat er ondanks een
zekere overeenkomst in de opvattingen
van katholieken en socialisten op sociaal
en economisch gebied, vooral inzake de
noodzakelijkheid van ordening, geen
sprake kan zijn van eenzelfde leiding en
richtinggevend beginsel als gemeen
schappelijk uitgangspunt, heeft de socia
listische pers na de verkiezingen, toen
de kans, die slechts in de oogen der so
ciaal-democraten had bestaan, definitief
verkeken was, in tal van spijtige en bit
tere artikelen bewezen. Wel heel sterk
komt de principieele klove tusschen
katholieken en in het algemeen positief
Christelijken eenerzijds en de sociaal
democraten, zelfs die met een vage sym
pathie voor de cultureele en ethische
waarde van het Christendom, anderzijds
aan het licht in een onlangs gepubliceerd
hoofdartikel over „Geestelijke Vrijheid"
in „Het Volk".
In dit artikel werd het waarborgen
van de geestelijke vrijheid van het
allerhoogste gewicht geacht. Wat het
S.D.A.P.-orgaan onder geestelijke vrij
heid verstaat, blijkt uit de vergelijking,
welke het maakt tusschen de kerken en
vereenigingen als „De Dageraad" en de
Neo-Malthusiaansche Bond. Het meent,
dat het een eisch van democratische
verdraagzaamheid is volkomen gelijk^
rechten toe te kennen aan de kerken,
die God willen dienen en eeren en den
menschen den weg willen wijzen naar
het eeuwig geluk, en aan een vrijden-
kersvereeniging, die het bestaan van God
loochent en den godsdienst als een ver
ouderd en overwonnen standpunt be
strijdt, en een bond, die practijken pro
pageert, welke lijnrecht indruischen te
gen de goddelijke en natuurlijke zeden
wetten en de volkskracht ondermijnen.
Van zulk een „democratische" verdraag
zaamheid en geestelijke vrijheid naar het
nationaal-socialisme, dat aan de positief
Christelijke kerken op alle mogelijke
wijzen moeilijkheden in den weg legt,
maar Ludendorff en Rosenberg vrijelijk
hun anti-Christelijke en heidensche
ideeën laat verkondigen, en naar het
godTooze bolsjewisme der zgn. democra
tische Sovjets is maar nauwelijks meer
dan één stap. Er is geen werkelijke
geestelijke vrijheid buiten het geloof in
den éénen, Drieëenen Waren God, Wiens
Zoon voor ons is mensch geworden om
ons uit de slavernij van den duivel en
de zonde te verlossen, doch slechts ver
warring en verwording van de begrippen
goed en kwaad. Wie aan het kwaad de
zelfde rechten wil toekennen als aan het
goed, behoort principieel tot onze tegen
standers, ook al zou hij in de practijk
op sociaal en economisch gebied enkele
wenschen koesteren, waarmee wij ons
op andere en sterkere gronden dan hij
zouden kunnen vereenigen.
Vanochtend is in de schoenfabriek van Fr.
de Werd te Hilvarenbeek een staking uitge
broken.
Het personeel, omvattende een dertigtal men
schen, had onderteekening van een collectief
arbeidscontract geëischt, hetgeen door de firma
werd geweigerd.
Ook de besprekingen met den rijksbemidde-
laar hebben geen resultaat opgeleverd.